23
IM-RM
Handleiding gebruik, onderhoud en waarschuwingen
ROTERENDE GASMETER | VEILIGHEID | HERZ. C NL
Ref.
“PED”-richt-
ln
Blage I
Essentiële veiligheidseisen Instructies
2.4
Inspectiemiddelen.
De drukapparatuur moet zodanig zn
ontworpen en gebouwd dat het mogelk is
alle nodige inspecties uit te voeren om de
veiligheid ervan te waarborgen.
Voor de inspectie van alle onder druk staande delen
moet de IM-RM-meter uit de leiding worden verwderd.
Het is de verantwoordelkheid van de eindklant:
• ervoor zorgen dat de interne druk veilig is ontladen
voordat de meter van de leiding wordt verwderd;
• passende instrumenten gebruiken;
• ervoor zorgen dat het verwderingspersoneel is op-
geleid in het monteren en demonteren van hoge-
drukgasleidingen en aanverwante apparatuur.
2.5
Ontladings- en ontluchtingsmiddelen.
Indien nodig, moeten voldoende middelen
aanwezig zn voor het ontladen en ontluch-
ten van drukapparatuur.
De IM-RM-meter is niet uitgerust met middelen voor het
ontladen of ontluchten van de interne druk.
Het is de verantwoordelkheid van de eindklant om er-
voor te zorgen dat de apparatuur wordt geïnstalleerd
in een leidingsysteem uitgerust met ontluchtingsvoor-
zieningen die een veilige drukontlading mogelk maken.
2.6 Corrosie en andere chemische aantas-
tingen.
Er wordt niet van uitgegaan dat de procesvloeistof
waarvoor de IM-RM-meter is ontworpen, ernstige cor-
rosieproblemen kan veroorzaken.
Het is de verantwoordelkheid van de eindklant om
eventuele veranderingen in de vloeistof te controleren.
Externe corrosie wordt niet in aanmerking genomen/
toegestaan.
2.7 Sltage.
Er wordt niet van uitgegaan dat het gebruik van de
IM-RM-gasmeter afwkingen kan veroorzaken als ge-
volg van sltage. Het is de verantwoordelkheid van de
eindklant:
• geschikte lters stroomopwaarts van de meter in-
stalleren;
• ervoor zorgen dat er geen vocht aanwezig is.
2.8 Samenstel. De IM-RM-meter wordt volledig gemonteerd geleverd.
2.9 Voorzieningen voor het opvoeren en het
ontladen.
Breng de IM-RM-meter voorzichtig onder druk, hand-
haaf een drukgradiënt van maximaal 35 kPa / s (0,35
bar / s).
2.10
Bescherming tegen overschrding van
de toelaatbare limieten van de drukap-
paratuur.
De IM-RM-meter heeft geen ingebouwde apparatuur
voor de drukbegrenzing.
Het is de verantwoordelkheid van de eindklant om er-
voor te zorgen dat:
• de IM-RM-meter geïnstalleerd wordt in een gassys-
teem voorzien van adequate bescherming tegen
overdrukken (bvoorbeeld PSV-veiligheidskleppen);
• de tdelke drukpieken in ieder geval minder zn
dan 10% van de maximale bedrfsdruk.
2.12 Externe brand.
De IM-RM-meter heeft geen specieke accessoires om
de schade van een brand te beperken.
Het is de verantwoordelkheid van de eindklant om te
zorgen voor adequate brandbeschermingsfaciliteiten ter
plaatse.
Tab. 3.10.