BFT RIGEL 5 Installation and User Manual

Type
Installation and User Manual
ISTRUZIONI D’USO E DI INSTALLAZIONE
INSTALLATION AND USER’S MANUAL
INSTRUCTIONS D’UTILISATION ET D’INSTALLATION
INSTALLATIONS-UND GEBRAUCHSANLEITUNG
INSTRUCCIONES DE USO Y DE INSTALACION
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
CENTRALINA UNIVERSALE PER IL CONTROLLO DI UNO O DUE MOTORI
UNIVERSAL CONTROL UNIT FOR OPERATING ONE OR TWO MOTORS
UNITE DE COMMANDE UNIVERSELLE POUR LE CONTROLE D’UN OU DEUX MOTEURS
UNIVERSALSTEUERUNG FÜR EINEN ODER ZWEI MOTOREN
CENTRAL UNIVERSAL PARA EL CONTROL DE UNO O DOS MOTORES
CENTRAL UNIVERSAL PARA O CONTROLO DE UM OU DOIS MOTORES
Attenzione! Leggere attentamente le Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie
aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las Advertencias” en el interior! Let op! Lees de Waarschuwingen aan de binnenkant zorgvuldig!
RIGEL 5
RIGEL 5
D811472 00100_01 29-10-09
x1
J?LES?EC
RWNC
LMR
'2
DP?
BCS
CLE
CQN
CJCA
FWBP
0
NPCQCR
C
FGBBCL@SRRML
PCJC?QC -
PCMRCQ
QP
?A
QA
GLB
CLB
?P: automatische werking,
residentieel
QP: semi-automatische werking,
residentieel
?A: automatische werking,
gemeenschappelijk
1A: semi-automatische werking,
gemeenschappelijk
'LB: werking bij aanwezige persoon
CJCA: elektromechanische
automatisering
FWBP: hydraulische automatisering
BCQGBCPCB@SRRML
VEREENVOUDIGD MENU
Terugkeer naar het
hoofdmenu
Bevestig/Aanschakeling
display
Doorloop op
Doorloop neer
LEGEND:
PRESET
DEFAULT
AR SR AC SC ind
PARAMETERS
Tijd Automatische Sluiting
40 20 40 30 40 40
Werktijd motor 1
60 20 20 20 20 20
Werktijd motor 2
60 20 20 20 20 20
Werktijd “voetganger”
6 6 6 6 6 6
Vertragingstijd opening vleugel 1
3 2 2 2 2 2
Vertragingstijd sluiting vleugel 2
3 2 2 2 2 2
Vertragingstijd
hydraulische
0
0 0 0 0 0
elektromechanische
3 3 3 3 3
Ontruimingstijd verkeerslichtzone
15 15 15 15 15 15
Voorverwarming
30 30 30 30 30 30
Motorkoppel in
vertraging
hydraulische
40
99 99 99 99 99
elektromechanische
50 50 50 50 50
Motorkoppel
hydraulische
40
99 99 99 99 99
elektromechanische
50 50 50 50 50
Afremming
0 0 0 0 0 0
Noodremming
60 60 60 60 60 60
Zone
0 0 0 0 0 0
LOGICA
Automatische Sluiting OFF ON OFF ON OFF OFF
Blokkeert impulsen bij opening
OFF OFF OFF ON ON OFF
Blokkeert impulsen in TCA
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Blokkeert impulsen bij sluiting
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Leidingslag bij opening
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Leidingslag bij sluiting
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
2-staps - 4-staps logica
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
3-staps logica
OFF ON OFF ON OFF OFF
Pre-alarm
OFF OFF OFF ON ON OFF
Handhaving blo-
kkering
hydraulische
OFF
ON ON ON ON ON
elektromechanische
OFF OFF OFF OFF OFF
Persoon Aanwezig
OFF OFF OFF OFF OFF ON
Fotocellen bij opening
OFF ON ON ON ON OFF
Snelle sluiting
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Test fotocellen
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Test gevoelige rand
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Test fotocellen bij opening
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Test fotocellen bij sluiting
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Master/Slave
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Vaste Code
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Programmering afstandsbedieningen
ON ON ON ON ON OFF
Telling van de ti-
jden
hydraulische
OFF
OFF OFF OFF OFF OFF
elektromechanische
ON ON ON ON ON
Hulplicht
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Klok / Voetgan
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Licht/Alarm
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
1 Motor actief
OFF ----- ----- ----- ----- -----
Verklikkerlichtsignaal open hek of IIe
radiokanaal
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Gevoelige rand
ON ON ON ON ON ON
Uitgang knipperlicht
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Type slot
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
RIGEL 5 - 9
D811472 00100_01
DIAGNOSE en SIGNALERINGEN
CODE
DIAGNOSE
BESCHRIJVING OPMERKINGEN
stre
activering ingang START EXTERN
str1
activering ingang START INTERN
ped
activering ingang VOETGANGERS
open
activering ingang OPEN
cls
activering ingang CLOSE
stop
activering ingang STOP
phot
activering ingang FOTOCEL
phop
activering ingang FOTOCEL BIJ OPENING
phcl
activering ingang FOTOCEL BIJ SLUITING
bar
activering ingang GEVOELIGE RAND
svc1
activering ingang AANSLAG SLUITING
MOTOR 1
svo1
activering ingang AANSLAG OPENING
MOTOR 1
svc2
activering ingang AANSLAG SLUITING
MOTOR 2
svo2
activering ingang AANSLAG OPENING
MOTOR 2
ti
e
activering ingang TIMER
Er01
werkingsstoring test fotocellen
verbinding fotocellen en/of instel-
ling parameters/logica veriëren
Er02
werkingsstoring test rand
verbinding rand en/of instelling
parameters/logica veriëren
er03
werkingsstoring test fotocellen bij ope-
ning
verbinding fotocellen en/of instel-
ling parameters/logica veriëren
er04
werkingsstoring test fotocellen bij slui-
ting
verbinding fotocellen en/of instel-
ling parameters/logica veriëren
Er1X *
werkingsstoring hardware
verbindingen met de motor veri-
ëren
* X = 0,1,…,9,A,B,C,D,E,F
42 - RIGEL 5
D811472 00100_01
NEDERLANDS
OPGELET! Belangrijke veiligheidsinstructies. De folder Waarschuwingen en
het Instructieboekje die het product vergezellen lezen en strikt navolgen
want een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren
of dingen. Deze geven belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, de
installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren om ze toe
te voegen aan het technisch dossier en voor verdere raadplegingen.
1) ALGEMENE VEILIGHEID
OPGELET! Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van het
product kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen.
- De constructieve elementen van de machine en de installatie van de ma-
chine moeten overeenkomstig de volgende Europese Richtlijnen zijn:
2004/108/EEG, 2006/95/EEG en volgende wijzigingen. Voor alle landen
buiten de EEG, is het, afgezien van de nationale normen in voege, voor
een goed niveau van veiligheid, best ook de genoemde normen in acht
te nemen.
- De Firma wijst alle aansprakelijkheid af in verband met een onjuist of
ander gebruik dan datgene waarvoor het bestemd is en dat aangeduid
wordt in deze documentatie, of met het niet in acht nemen van de Goe-
de Techniek bij de bouw van de sloten (deuren, hekken, enz.) en met de
vervormingen die zich zouden kunnen voordoen tijdens het gebruik.
- Veriëren of het aangegeven interval van temperatuur compatibel is
met de plaats bestemd voor de installatie van de automatisering.
- Het product niet installeren in een explosieve atmosfeer.
- De elektrische voeding wegnemen voordat men gelijk welke ingreep op
de installatie uitvoert. Ook eventuele buerbatterijen wegnemen indien
aanwezig.
- Op het voedingsnet van de automatisering zorgen voor een schakelaar
of veelpolen thermomagnetische schakelaar met een afstand van ope-
ning van de contacten gelijk aan of groter dan 3,5 mm.
- Veriëren of er stroomopwaarts het voedingsnet een dierentiaalscha-
kelaar aanwezig is met een drempel van 0.03A.
- Veriëren of de aardeaansluiting correct gerealiseerd werd: alle metalen
gedeelten van het slot (deuren, hekken, enz.) en alle componenten van
de installatie voorzien van een aardeklem verbinden.
- De installatie moet uitgevoerd worden gebruikmakend van veiligheid-
sinrichtingen en bedieningen conform de EN 12978.
- Alle veiligheidisnrichtingen aanbrengen (fotocellen, gevoelige boorden,
enz.) die noodzakelijk zijn om de zone te beschermen tegen gevaren van
verpletting, meeslepen, schaarbeweging.
- Uitsluitend originele componenten gebruiken voor gelijk welke ingre-
ep van onderhoud of reparatie. De Firma kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor de veiligheid en de goede werking van de automatisering
indien er componenten van andere fabrikanten worden gebruikt.
- Geen enkele wijziging uitvoeren op de componenten van de automati-
sering indien dit niet uitdrukkelijk geautoriseerd werd door de Firma.
- De gebruiker van de installatie opleiden over de aangebrachte bedienings-
systemen en de uitvoering van de manuele opening bij een noodgeval.
- De verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyreen, enz.) lozen vol-
gens de voorschriften van de normen in voege. Geen nylon en polystyre-
en zakken binnen het bereik van kinderen laten.
- Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is voorzien, is niet toegestaan.
- Het apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt door personen (met
inbegrip van kinderen) waarvan de fysieke, sensorische en mentale capa-
citeiten beperkt zijn, of met gebrek aan ervaring of kennis, tenzij zij hun
voordeel hebben kunnen halen, door de bemiddeling van een persoon
verantwoordelijk voor hun veiligheid, uit een bewaking of instructies
betreende het gebruik.
Opgelet! Voor de verbinding met het net een veelpolen kabel gebruiken
met een minimum doorsnede van 4x1.5mm
2
en van het type voorzien
door de voornoemde normen (bij wijze van voorbeeld, de kabel kan van
het type H05 VV-F met doorsnede 4x1.5mm
2
zijn). Voor de verbinding
van de hulpmiddelen geleiders gebruiken met een minimum doorsnede
van 0,75 mm
2
.
Zorgen voor een veelpolen schakelaar met opening contacten van min-
stens 3 mm voorzien van een bescherming tegen de overbelastingen,
geschikt om de automatisering te scheiden van het net.
Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een vermogen niet lager dan
10A-250V.
De geleiders moeten vastgehecht worden door een supplementaire
bevestiging in de nabijheid van de klemmen bijvoorbeeld middels
bandjes.
Daarnaast extra strips toevoegen aan de geleiders van de aanslagen, aan
de geleiders van de primaire en van de secundaire van de transformator
en aan de geleiders aangesloten op de printplaat.
Het omhulsel van de voedingskabel moet, tijdens de installatie, ver-
wijderd worden teneinde de verbinding van de aardegeleider met
de geschikte klem toe te staan, waarbij echter de actieve geleiders zo
kort mogelijk moeten gehouden worden. De aardegeleider moet de
laatste zijn die aangespannen wordt in geval van een verslappen van
de bevestigingsinrichting van de kabel.
OPGELET: de geleiders aan heel lage veiligheidsspanning moeten fysisch
gescheiden worden van de geleiders aan lage spanning.
De toegankelijkheid naar de elektrische ruimte en van de eindaanslagen
moet uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd personeel.
Het respect van de veiligheidsnormen in voege m.b.t. personen, dieren of
dingen moet in acht worden genomen, en in het bijzonder moeten risicos
van ongevallen te wijten aan verpletting voorkomen worden. Alle kritieke
punten moeten beschermd worden door veiligheidsinrichtingen volgens
de voorschriften van de normen in voege.
Een verkeerde instelling van de gevoeligheid kan leiden tot schade
aan personen, dieren of voorwerpen.
NAZICHT VAN DE AUTOMATISERING
Voordat men de automatisering denitief operationeel maakt, moet men
zorgvuldig de volgende punten controleren:
Veriëren of alle componenten stevig vastgehecht zijn.
De correcte werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (foto-
cellen, gevoelige boorden, enz.)
Veriëren of de kracht van verpletting van de gevoelige boord het systeem
stopt binnen de limieten voorzien door de normen in voege.
De bediening van het manoeuvre van noodgeval veriëren.
De operatie van opening en sluiting met de aangebrachte bedieningsin-
richtingen veriëren.
De elektronische logica van normale en verpersoonlijkte werking con-
troleren indien er een bedieningsbord geïnstalleerd is.
ONDERHOUD
- Voor iedere willekeurige werkingsstoring die wordt vastgesteld, en niet
opgelost, het voedingsnet loskoppelen en hulp vragen aan gekwaliceerd
personeel (installateur);
SLOOP
De verwijdering van de materialen gebeurt met inachtneming van de
geldende normen. In het geval van sloop van het automatiseringssysteem
bestaan er geen bijzondere gevaren of risico’s voortkomende uit het auto-
matiseringssysteem zelf. In geval van terugwinning van de materialen is
het nuttig dat deze per type gescheiden worden (elektrische delen - koper
- aluminium - plastic - etc.).
ONTMANTELING
In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op
een andere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig:
- de stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie
los te koppelen;
- de actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen;
- alle onderdelen van de installatie te demonteren;
- in het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of
beschadigd blijken te zijn, deze vervangen.
Het goed functioneren van het automatiseringssysteem is alleen
gegarandeerd, als de in deze handleiding vermelde gegevens worden
nageleefd. Het Bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor
de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de installatie-
normen en de aanwijzingen vermeld in deze handleiding.
De beschrijvingen en illustraties van deze handleiding zijn niet
bindend. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd
blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig
moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het
product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren,
zonder deze publicatie te hoeven bijwerken.
INSTALLATIEHANDLEIDING
RIGEL 5 - 43
D811472 00100_01
INSTALLATIEHANDLEIDING
1) ALGEMEEN
De besturingseenheid RIGEL 5 wordt door de fabrikant met standaard in-
stelling geleverd. Iedere willekeurige wijziging moet worden ingesteld door
middel van de universeel programmeerbare palmtop of het geїntegreerde
display. De Besturingseenheid ondersteunt het EELINK-protocol volledig.
De voornaamste kenmerken zijn:
- besturing van 1 of 2 motoren tot een vermogen van 600W
- elektronische koppelafstelling
- afstelbare elektrodynamische afremming
- vertraging van de naderingssnelheid
- afzonderlijke ingangen eindaanslag sluiting / opening voor iedere motor
- uitgang voor plaatselijke verlichting
- gescheiden ingangen voor de veiligheden
- 12V-uitgang voor elektrisch veerslot of zuignapslot
- uitgang om een timer te besturen
- ingang klok
- connector voor kaart verkeerslicht / voorverwarming motoren
- geïntegreerde radio-ontvanger
De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het on-
derhoud of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd
met een serie voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te
vergemakkelijken.
De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 33-34, 35-36, 36-37, 38-39,
39-40, 41-42, 42-43, 52-55. Als bovengenoemde klemmen gebruikt worden,
de desbetreende bruggen verwijderen.
2) TECHNISCHE GEGEVENS
CENTRALE
Voeding 230V ±10% 50Hz (*)
Isolatie netwerk/lage spanning > 2MOhm 500V
Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 mi-
nuut
Stroom uitgang motor 1A+1A max. (230V) - 2A+2A max.
(110V)
Omschakelstroom motorrelais 10A
Plaatselijke verlichting/hulplicht max. 150W
Voeding accessoires 24V~ (1A max. absorptie)
Elektrisch slot 12V (0.5A max., 2A gedurende 3 sec.)
Uitgang licht/contact-alarm n.o. vrij max. 3A 250V~
Verklikkerlichtsignaal open hek 24V~ 3W max.
Knipperlicht 230V 40W max.
Zekeringen Zie Fig. A
Afmetingen Zie Fig. B
ONTVANGER
Associatie Commandos 1°kan. = start
2° kan. = relais 2ekan. gedurende 1 sec.
Radio-ontvanger Rolling-Code
geïntegreerd
frequentie 433.92MHz
Aantal combinaties 4 miljard
Max. aantal afstandsbedieningen
die in het geheugen kunnen wor-
den opgeslagen
63
Impedantie Antenne 50 Ohm (RG58)
(*)Speciale voedingsspanningen op aanvraag.
Bruikbare versies zenders:
Alle zenders ROLLING CODE compatibel met
3) VOORBEREIDING LEIDINGEN
De elektrische installatie voorbereiden onder verwijzing naar de geldende
normen voor de elektrische installaties CEI 64-8, IEC364, harmonisatie HD384
en andere nationale normen.
----------------------------------------------------------
4) AANSLUITING AANSLUITKAST FIG. A
Na de passende elektrische kabels door de kanalen te hebben gevoerd en de
verschillende componenten van het automatiseringssysteem op de vooraf
gekozen punten bevestigd te hebben, wordt overgegaan tot hun aansluiting
volgens de aanwijzingen en de schema’s aanwezig in de desbetreende
instructiehandleidingen. De verbinding van de fase, de neutraal en de aarde
uitvoeren (verplicht). De netwerkkabel moet geblokkeerd worden in de da-
arvoor bestemde kabelklem, de kabels van de accessoires in de kabelklem,
de gele/groene geïsoleerde beschermingsleiding (aarde) moet worden
aangesloten in de daarvoor bestemde inspanklem.
KLEM
BESCHRIJVING
1 Klem GND
2-3 Voeding 230V~±10%, 50-60Hz (2 neutraal, 3 fase).
4-5-6
Aansluiting motor 1 (vertraagde opening), klemmen 5-6 wer-
king motor, klem 4 gemeenschappelijk.
5-14 Aansluiting condensor motor 1
7-8-9
Aansluiting motor 2 (vertraagde sluiting), klemmen 8-9 werking
motor, klem 7 gemeenschappelijk.
8-15
Aansluiting condensor motor 2.
N.B. Als er slechts 1 motor gebruikt wordt, de uitgang gebruiken
voor motor 2 en de logica “1 motor actief congureren.
10-11
Uitgang 230V~ voor knipperlicht (40W max.) en elektrisch slot
model EBP 230V.
OPGELET! Bij gebruik van de secundaire kaart SSR5 voor
voorverwarming motoren, de aansluiting verplaatsen naar de
klemmen 12-13 (Fig. A) en TABEL B: MENU LOGICA’S (Uitgang
knipperlicht, raadplegen).
12-13
Uitgang 230V~ voor plaatselijke verlichting (dip hulplicht ON,
dip uitgang knipperlicht OFF)
Uitgang 230V~ voor hulplicht (dip hulplicht OFF, dip uitgang
knipperlicht OFF)
Uitgang 230V~ voor uitgang knipperlicht (dip uitgang
knipperlicht ON)
16-17
Uitgang Licht (N.O.) (dip Licht/Alarm=OFF).
Deze klemmen alleen aansluiten op circuits met zeer lage
veiligheidsspanning (SELV), op passende wijze geïsoleerd van
delen onder spanning.
Uitgang Alarm (N.O.) (dip Licht/Alarm=ON)
Deze klemmen alleen aansluiten op circuits met zeer lage
veiligheidsspanning (SELV), op passende wijze geïsoleerd van
delen onder spanning.
18-19
Uitgang N.O. voor 2e radiokanaal (dip SCA - 2kan = OFF)
Uitgang N.O. voor verklikkerlichtsignaal open hek. Dit lampje
is uitgeschakeld bij gesloten hek, knippert bij sluiting en blijft
ingeschakeld bij open hek of in openingsfase. (dip SCA - 2kan
= ON)
20-21 Uitgang 24V~ (1A max.) voor voeding accessoires.
20-44 Uitgang 24V~ voor voeding VSAFE
22-23
Uitgang voor elektrisch veerslot 12V
(dip type slot = OFF)
Uitgang voor elektrisch zuignapslot 12V
(dip type slot = ON)
24-25
Ingang antenne kaart radio-ontvanger (24 signaal, 25
omvlechting).
26-27 Knop START INTERN (N.O.). Start intern voor verkeerslicht.
27-28
Knop START ( N.O.). Parallel aan het relais radio-ontvanger (CH1).
Start extern voor verkeerslicht.
27-29
VOETGANGERSKNOP (N.O.). De activering vindt plaats op
motor 2; daarnaast, als de openingscyclus begonnen is (niet
voetgangers), heeft het voetgangerscommando hetzelfde
eect als een Start.
30-31 Knop OPEN (N.O.).
30-32 Knop SLUIT (N.O.).
33-34
VERGRENDELKNOP (N.C.). Indien niet gebruikt, de brug niet
verwijderen.
35-36
Ingang contact fotocel PHOT (N.C.). Indien niet gebruikt, de
bruggen niet verwijderen.
36-37
Ingang contact fotocel PHOT APERTURA (N.C.). Indien niet
gebruikt, de bruggen niet verwijderen. (dip BAR = OFF)
Ingang rand BAR (N.C.). In geval van activering tijdens de opening
vindt er stilstand en gedeeltelijke sluiting plaats. Indien niet
gebruikt, de bruggen niet verwijderen. (dip BAR = ON)
38-39
Eindaanslag opening motor 1 SWO1 (N.C.). Indien niet gebruikt,
de brug niet verwijderen.
39-40
Eindaanslag sluiting motor 1 SWC1(N.C.). Indien niet gebruikt,
de brug niet verwijderen.
41-42
Eindaanslag opening motor 2 SWO2(N.C.). Indien niet gebruikt,
de brug niet verwijderen.
42-43
Eindaanslag sluiting motor 2 SWC2(N.C.). Indien niet gebruikt,
de brug niet verwijderen.
20-44 24V-uitgang voor zenders.
45-46-47
Verbinding “trusted” veiligheidsinrichtingen (zie Fig. D).
48-49-50
Verbinding “trusted” veiligheidsinrichtingen (zie Fig. D).
44 - RIGEL 5
D811472 00100_01
51-52
Ingang Klok (N.O.). Als het aangesloten contact open is (N.O.),
gaan de vleugels dicht en worden ze voorbereid voor de normale
werking. Als het contact gesloten is (N.C.), gaan de vleugels open
en blijven ze open tot de opening van het contact. Als de door
de TIMER bestuurde openingsbeweging door de veiligheden
wordt uitgesloten, gaat de opening van het hek verder door
middel van een commando START/OPEN.
52-55
Ingangen contact fotocel-rand voor sluiting SAFE CL (N.C.). In
geval van activering tijdens de sluiting vindt er stilstand en
gedeeltelijke heropening plaats. Indien niet gebruikt, de bruggen
niet verwijderen.
53 Ingang controle fotocel (PHOT-FAULT)
54
Ingang controle gevoelige rand/fotocellen bij opening (BAR-
FAULT )
56 Ingang controle fotocellen bij sluiting (PHOT CL-FAULT).
JP7 Connector kaart radio-ontvanger.
JP8 Connector optionele kaart (SCS)
JP9 Connector kaart SSR5 Verkeerslicht / Voorverwarming.
5) AANSLUITING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PRO-
GRAMMEERBARE PALMTOP (Fig. A)
Raadpleeg de specieke handleiding.
6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
N.B.: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
6.1 TRUSTED DEVICES”FIG. D
6.2 INRICHTINGEN ANDERS DAN TRUSTED DEVICEFIG. C  D
7 TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1
7.1) MENU PARAMETER PARA
 TABEL A PARAMETERS
7.2)MENU LOGICA’S LOGIC TABEL B” LOGICA’S
7.3) MENU RADIO radio TABEL “C” RADIO
- BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE IN HET GEHEUGEN OPGESLA-
GEN ZENDER MARKEREN MET HET SLEUTELTJE (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTEL-
CODE VAN DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de
daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren.
De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belan-
grijke geavanceerde functionaliteiten:
Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zen-
ders
.
Beheer database zenders.
Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
7.4 MENU TAAL language
Hiermee kan de taal van de programmabesturing op het display worden in-
gesteld.
7.5 MENU DEFAULT default
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
8) OPTIONELE MODULES SCS
8.1) SERIËLE VERBINDING MET BEHULP VAN SCS1-KAART (Fig. A - E)
Het bedieningspaneel RIGEL 5 maakt de gecentraliseerde verbinding van
meerdere automatiseringssystemen mogelijk, door middel van speciale
ingangen en seriële uitgangen (SCS1). Op deze manier is het mogelijk om,
met een enkele bediening, de opening of de sluiting van alle verbonden
automatiseringssystemen uit te voeren.
Door het volgen van het schema van Fig. E, overgaan tot de verbinding van
alle bedieningspanelen RIGEL 5, waarbij u uitsluitend een aderpaar van het
telefonische type gebruikt.
Bij gebruik van een parenkabel met meerdere paren voor de telefoon, is het
absoluut noodzakelijk de draden van hetzelfde paar te gebruiken.
De telefoonkabel tussen een apparaat en het daaropvolgende mag
max. 250 m lang zijn. Op dit punt aangekomen, is het noodzakelijk ieder
bedieningspaneel RIGEL 5 op passende wijze te congureren, door in de
eerste plaats een MASTER-centrale in te stellen, die de controle heeft over
alle andere, noodzakelijkerwijs ingesteld als SLAVE (zie menu logica’s).
Verder het Zonenummer (zie menu parameters) tussen 0 en 127 instellen.
Met het zonenummer kunnen automatiseringsgroepen gecreëerd worden,
INSTALLATIEHANDLEIDING
die allemaal afzonderlijk op de Zone-Master reageren. Ledere zone mag
slechts één Master hebben; de Master van zone 0 controleert ook de
Slaves van de andere zones.
8.2) INTERFACE MET WIEGAND-SYSTEMEN VIA MODULE SCS-WIE.
De instructies van de module SCS-WIE raadplegen.
9) KAART VERKEERSLICHT / VOORVERWARMING MOTOREN SSR5
De plaatsing ervan in de voorbereide connector maakt als volgt mogelijk:
- beheer van twee verkeerslichten met 2 lichten
- voorverwarming motoren voor koud klimaat
Raadpleeg de specieke handleiding.
9.1) Voorbereiding verkeerslicht
Verkeerslicht 1 moet buiten het hek worden geplaatst en verkeerslicht 2
erbinnen.
WAARSCHUWINGEN - Signalen voorbereiden die de snelheid beperken
tot “Stapvoets”.
9.2) Voorbereiding voorverwarming motoren
De sonde “S” moet aan de buitenkant worden geplaatst en bevestigd om
de externe temperatuur te meten. De sonde wordt op de desbetreende
klemmen 7-8 van de kaart voorverwarming aangesloten.
WAARSCHUWINGEN - Knipperlicht en elektrisch slot EBP verplaatsen naar
12-13. (Fig. A Ref. 2).
WAARSCHUWINGEN - Instellen Dip Knipperlicht = ON.
RIGEL 5 - 45
D811472 00100_01
INSTALLATIEHANDLEIDING
10.1 TABEL A: MENU PARAMETERS PARA
Parameter min. max. default persoonlijk Denitie Beschrijving
TCA
3 sec. 120 sec. 40 Tijd Automatische Sluiting Pauzetijd vóór de automatische sluiting
vork. t.
ot.1
3 sec. 180 sec. 60 Werktijd motor 1
Numeriek de waarde instellen van de werktijd van 3 tot 180 seconden
voor motor 1.
vork. t.
ot.2
3 sec. 180 sec. 60 Werktijd motor 2
Numeriek de waarde instellen van de werktijd van 3 tot 180 seconden
voor motor 2.
ped. t.
3 sec. 9 sec. 6
Werktijd “voetganger”
Hiermee wordt de waarde ingesteld van de openingstijd van motor 2
voor voetgangers van 3 tot 90 seconden.
open delay
ti
e
0 sec. 10 sec. 3
Vertragingstijd opening
vleugel 1
De vertragingstijd voor opening van motor 1 t.o.v. motor 2 instellen,
instelbaar van 0 tot 10 seconden.
cls delay
ti
e
0 sec. 60 sec. 3
Vertragingstijd sluiting
vleugel 2
De vertragingstijd voor sluiting van motor 2 instellen, instelbaar van 0
tot 60 seconden.
slov -
dovn t.
0 sec. 20 sec. 0 Vertragingstijd
Hiermee wordt de vertragingstijd tot de nadering ingesteld, van 0 tot
20 seconden. De vertragingstijd wordt van de werktijd afgetrokken.
OPMERKING: het is raadzaam de telling van de tijden te activeren.
OPMERKING: Deze functie alleen gebruiken in aanwezigheid van ein-
daanslag.
OPMERKING: Niet gebruiken met hydraulische motoren.
clear. t
0 sec. 30 sec. 15
Ontruimingstijd verkeer-
slichtzone
De gewenste ontruimingstijd instellen van de zone onderhevig aan ver-
keer geregeld door het stoplicht, van 0 tot 30 seconden. Instellen op 0,
indien niet gebruikt.
preheat.
0% 99% 30% Voorverwarming
De procentuele waarde instellen van 0 (voorverwarming gedeac-
tiveerd) tot 99% van de stroom die door de wikkelingen van de
motoren kan worden geleid om deze op temperatuur te houden.
OPMERKING: Alleen met SSR5.
slovd
torque
1% 99% 50%
Motorkoppel in vertra-
ging
Numeriek de waarde van het motorkoppel instellen van 1 tot 99% tijdens
de vertraging.
ot. torque
1% 99% 50% Motorkoppel Numeriek de waarde van het koppel instellen van 1 tot 99%
brake
0% 99% 0% Afremming
Hiermee wordt de afremmingswaarde ingesteld van 0% (min.) tot 99%
(max.) in overeenstemming met het gewicht van het hek en met de
aanwezige mechanische belasting.
e
er. brake
0% 99% 60% Noodremming
Hiermee wordt de waarde van de noodremming ingesteld van 0%
(min.) tot 99% (max.), die wordt uitgevoerd door het activeren van de
veiligheidscommandos aanwezig bij de ingangen 34 (Blokkering), 37
(SAFE OP), 55 (SAFE CL).
Zone
0 127 0 Zone
Het zonenummer instellen tussen een minimumwaarde 0 en een maxi-
mumwaarde 127. Zie paragraaf “OPTIONELE MODULES SCS”.
10.2 TABEL B: MENU LOGICA’S logic
Logica Default Denitie
Uitge voer-
de instelling
aanvinken
Beschrijving
TCA
OFF
Tijd Automati-
sche Sluiting
ON Activeert de automatische sluiting
OFF Sluit de automatische sluiting uit.
Ibl open
OFF
Blokkeert im-
pulsen bij ope-
ning
ON De start-impuls heeft geen enkel eect tijdens de openingsfase.
OFF De start-impuls heeft eect tijdens de openingsfase.
ibl TCA
OFF
Blokkeert im-
pulsen in TCA
ON De start-impuls heeft geen eect tijdens de TCA-pauze.
OFF Accepteert de start tijdens de TCA-pauze.
bl clo-
se
OFF
Blokkeert impul-
sen bij sluiting
ON De start-impuls heeft geen enkel eect tijdens de sluitingsfase.
OFF De start-impuls heeft eect tijdens de sluitingsfase.
ra
blov
c.op
OFF
Leidingslag bij
opening
ON
Alvorens de opening uit te voeren, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een een-
voudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk (niet beïnvloed door de eindaanslagen).
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is
absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken.
OFF Hiermee wordt leidingslag uitgesloten.
ra
blov
c.cl
OFF
Leidingslag bij
sluiting
ON
Alvorens de sluiting uit te voeren, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een een-
voudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk (niet beÔnvloed door de eindaanslagen).
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is
absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken.
OFF Hiermee wordt leidingslag uitgesloten.
2 step
OFF
2-staps - 4-staps
logica
ON
Hiermee wordt de 2-staps logica geactiveerd (heeft
voorrang op de 3-staps Logica).
Antwoord op de START-impuls
2-staps 3-staps 4-staps
Gesloten
opent opent
opent
bij sluiting stop
Open
opent
stop + TCA sluit
bij opening opent stop + TCA
na stop apre apre opent
OFF
Hiermee wordt de 4-staps logica geactiveerd (in het
geval dat de 3-staps Logica op OFF is ingesteld).
3 step
OFF 3-staps logica
ON
Hiermee wordt de 3-staps logica geactiveerd (met
2-staps logica = OFF).
OFF Deactiveert de 3-staps logica.
pre-alar
OFF Pre-alarm
ON Het knipperlicht gaat ca. 3 seconden voor het starten van de motor aan.
OFF Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motoren aan.
bloc
persist
OFF
H a n d h av i n g
blokkering
ON
Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting,
worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur
uitgevoerd.
N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolu-
me te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld ‘s nachts
of te wijten aan interne lekkages.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is
absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken.
OFF Uitsluiting Handhaving Blokkering.
46 - RIGEL 5
D811472 00100_01
INSTALLATIEHANDLEIDING
hold-to-
run
OFF
P e r s o o n
Aanwezig
ON
Werking bij aanwezige persoon: de manoeuvre gaat verder zolang de bedieningstoets ingedrukt blijft. Het
is niet mogelijk de afstandsbediening te gebruiken.
OFF Impulswerking: een impuls, opent het hek indien gesloten, sluit het indien open.
photc.
open
OFF
Fotocellen bij
opening
ON
In geval van verduistering, wordt hiermee de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfa-
se, wordt er onmiddellijk omgekeerd.
OFF
In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van
de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
fast cls
OFF Snelle sluiting
ON Sluit het hek na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA.
OFF Commando niet ingeschakeld
test
phot
OFF Test fotocellen
ON
Hiermee wordt de controle van de fotocellen geactiveerd (zie g. D)
OFF
Hiermee wordt de controle van de fotocellen gedeactiveerd.
test bar
OFF
Test gevoelige
rand
ON Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen geactiveerd (zie g. D)
OFF Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen gedeactiveerd.
test
phot op.
OFF
Test fotocellen
bij opening
ON Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij opening geactiveerd.
OFF Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij opening gedeactiveerd.
test
phot cl.
OFF
Test fotocellen
bij sluiting
ON Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij sluiting geactiveerd.
OFF Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij sluiting gedeactiveerd.
aster
OFF Master/Slave
ON
Het bedieningspaneel wordt ingesteld als Master in een gecentraliseerde aansluiting (zie Paragraaf OPTIONE-
LE MODULES SCS).
OFF
Het bedieningspaneel wordt ingesteld als Slave in een gecentraliseerde aansluiting (zie OPTIONELE MO-
DULES SCS).
fixed
code
OFF Vaste Code
ON De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met vaste code.
OFF De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met rolling-code.
radio
prog
ON
Programmering
afstandsbedie-
ningen
ON
Hiermee wordt de opslag van de zenders via radio geactiveerd:
1- Na elkaar drukken op de verborgen toets (P1) en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een zender die reeds
in het geheugen is opgeslagen in standaardmodus via het menu radio.
2- Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets (P1) en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een zender die
in het geheugen moet worden opgeslagen. De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10 sec.,
binnen deze tijd is het mogelijk nieuwe zenders in te voeren.
Voor deze modus is de toegang tot het bedieningspaneel niet vereist.
OFF
Hiermee wordt de opslag van de zenders via radio gedeactiveerd.
De zenders worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio.
Cloni of Replay worden niet geaccepteerd.
ti
e. c.
OFF
Telling van de
tijden
ON De besturingseenheid berekent de activeringstijd van iedere motor op basis van de eerdere manoeuvres.
OFF
De besturingseenheid activeert de Motoren bij iedere manoeuvre voor de ingestelde tijd. N.B. In ieder geval de
werktijd instellen op een waarde die iets hoger is dan die noodzakelijk om de volledige manoeuvre uit te voeren.
zone
light
OFF Hulplicht
ON Plaatselijke verlichting. Blijft actief tijdens de volledige duur van de manoeuvre.
OFF
Hulplicht. Blijft 90 seconden lang actief na de laatste manoeuvre.
N.B. Deze instellingen kunnen niet gebruikt worden, als de knipperende uitgang is ingesteld op ON.
clock
ped
OFF
Klok / Voetgan-
gers
ON
Ingang voor de aansluiting van een externe schakelklok.
De ingang Klok werkt alleen in Motor 2, gedurende de ingestelde voetgangerstijd. Met een start gegeven
tijdens de klok-fase, wordt de volledige opening en sluiting van het hek uitgevoerd, waarbij de positie voet-
gangers open hersteld wordt.
OFF De Klok-ingang werkt op beide motoren.
light-
alar
ON
Licht/Alarm
ON
Uitgang alarm open hek (wordt geactiveerd als het hek open blijft gedurende tweemaal de tijd van de
ingestelde TCA)
OFF Commando licht trap (de impuls duurt 1 seconde)
1
o t .
on
OFF 1 Motor actief
ON Alleen motor 2 actief (1 vleugel).
OFF Beide motoren actief (2 vleugels).
sca-2ch
OFF
Verklikkerlicht-
signaal open
hek of IIe ra-
diokanaal
ON
De uitgang tussen de klemmen 18-19 wordt gecongureerd als Verklikkerlichtsignaal hek open, het IIe ra-
diokanaal bestuurt in dit geval de voetgangersopening.
OFF De uitgang tussen de klemmen 18-19 wordt gecongureerd als IIe radiokanaal.
bar
ON Gevoelige rand
ON De ingang klemmen 36-37 is actief als ingang gevoelige rand.
OFF De ingang klemmen 36-37 is actief als ingang fotocellen bij opening.
blink
OFF
Uitgang kni-
pperlicht
ON
Deze functie alleen activeren in aanwezigheid van de kaart verkeerslicht-voorverwarming SSR5.
Hiermee wordt de uitgang bij de klemmen 12-13 (“hulplicht”) ingesteld als uitgang knipperlicht (alleen
actief tijdens de beweging van de vleugels).
N.B. Wat voor instelling dan ook met betrekking tot de functie “hulplicht” wordt genegeerd.
OFF
Hiermee blijft de uitgang bij de klemmen 12-13 “hulplicht” of “plaatselijke verlichting.
OPGELET! Het is niet mogelijk de kaart SSR5 te gebruiken in de modus voorverwarming motoren en op
hetzelfde moment Plaatselijke verlichting/Hulplicht en Knipperlicht/Elektrisch slot te hebben. De uitgangen
10-11 kunnen in dit geval niet gebruikt worden en de uitgangen 12-13 kunnen alleen gebruikt worden voor
één van de twee functies.
suction-
type
OFF Type slot
ON Zuignapslot. Geactiveerd met gesloten hek.
OFF Veerslot. Geactiveerd met een impuls bij iedere opening.
10.3 TABEL C: MENU RADIORADIO
Beschrijving
Add start
Toets start toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando Start
add 2ch
Toets 2ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal
erase 64
VERWIJDER LIJST
OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig.
Aezen code ontvanger
Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen.
ON = Activeert de programmering op afstand van de kaarten door middel van een eerder in het geheugen opgeslagen W LINK-zender.
Deze activering blijft 3 minuten actief na op de afstandsbediening W LINK gedrukt te hebben.
OFF= Programmering W LINK gedeactiveerd.
RIGEL 5 - 47
D811472 00100_01

Documenttranscriptie

D811472 00100_01 29-10-09 RIGEL RIGEL 5 5 ISTRUZIONI D’USO E DI INSTALLAZIONE INSTALLATION AND USER’S MANUAL INSTRUCTIONS D’UTILISATION ET D’INSTALLATION INSTALLATIONS-UND GEBRAUCHSANLEITUNG INSTRUCCIONES DE USO Y DE INSTALACION INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN CENTRALINA UNIVERSALE PER IL CONTROLLO DI UNO O DUE MOTORI UNIVERSAL CONTROL UNIT FOR OPERATING ONE OR TWO MOTORS UNITE DE COMMANDE UNIVERSELLE POUR LE CONTROLE D’UN OU DEUX MOTEURS UNIVERSALSTEUERUNG FÜR EINEN ODER ZWEI MOTOREN CENTRAL UNIVERSAL PARA EL CONTROL DE UNO O DOS MOTORES CENTRAL UNIVERSAL PARA O CONTROLO DE UM OU DOIS MOTORES Attenzione! Leggere attentamente le “Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las “Advertencias” en el interior! Let op! Lees de “Waarschuwingen” aan de binnenkant zorgvuldig! D811472 00100_01 VEREENVOUDIGD MENU LEGEND: PRESET Doorloop op Doorloop neer Bevestig/Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu x1 DP? CQN FWBP: hydraulische automatisering CJCA: elektromechanische automatisering   NPCQCR 0 QP C PCMRCQ ?P: automatische werking, residentieel QP: semi-automatische werking, residentieel ?A ?A: automatische werking, gemeenschappelijk QA 1A: semi-automatische werking, gemeenschappelijk GLB FGBBCL@SRRML ind 20 40 30 40 40 20 20 20 20 20 Werktijd motor 2 60 20 20 20 20 20 Werktijd “voetganger” 6 6 6 6 6 6 Vertragingstijd opening vleugel 1 3 2 2 2 2 2 Vertragingstijd sluiting vleugel 2 3 2 2 2 2 2 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 hydraulische elektromechanische 0 Ontruimingstijd verkeerslichtzone 15 15 15 15 15 15 Voorverwarming 30 30 30 30 30 30 99 99 99 99 99 50 50 50 50 50 hydraulische elektromechanische 40 40 99 99 99 99 99 50 50 50 50 50 Afremming 0 0 0 0 0 0 Noodremming 60 60 60 60 60 60 Zone 0 0 0 0 0 0 LOGICA CLE LMR SC 60 BCS CJCA AC 40 Motorkoppel in hydraulische vertraging elektromechanische '2 FWBP SR Tijd Automatische Sluiting Motorkoppel RWNC AR Werktijd motor 1 Vertragingstijd J?LES?EC DEFAULT ParameterS Automatische Sluiting OFF ON OFF ON OFF OFF Blokkeert impulsen bij opening OFF OFF OFF ON ON OFF Blokkeert impulsen in TCA OFF OFF OFF OFF OFF OFF Blokkeert impulsen bij sluiting OFF OFF OFF OFF OFF OFF Leidingslag bij opening OFF OFF OFF OFF OFF OFF Leidingslag bij sluiting OFF OFF OFF OFF OFF OFF 2-staps - 4-staps logica OFF OFF OFF OFF OFF OFF 3-staps logica OFF ON OFF ON OFF OFF Pre-alarm OFF OFF OFF ON ON OFF ON ON ON ON ON OFF OFF OFF OFF OFF Handhaving blo- hydraulische kkering elektromechanische OFF Persoon Aanwezig OFF OFF OFF OFF OFF ON Fotocellen bij opening OFF ON ON ON ON OFF Snelle sluiting OFF OFF OFF OFF OFF OFF Test fotocellen OFF OFF OFF OFF OFF OFF Test gevoelige rand OFF OFF OFF OFF OFF OFF Test fotocellen bij opening OFF OFF OFF OFF OFF OFF Test fotocellen bij sluiting OFF OFF OFF OFF OFF OFF Master/Slave OFF OFF OFF OFF OFF OFF Vaste Code OFF OFF OFF OFF OFF OFF Programmering afstandsbedieningen ON ON ON ON ON OFF Telling van de ti- hydraulische jden elektromechanische OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON ON ON ON ON Hulplicht OFF OFF OFF OFF OFF OFF Klok / Voetgan OFF OFF OFF OFF OFF OFF Licht/Alarm OFF OFF OFF OFF OFF OFF 1 Motor actief OFF ----- ----- ----- ----- ----- Verklikkerlichtsignaal open hek of IIe radiokanaal OFF OFF OFF OFF OFF OFF Gevoelige rand ON ON ON ON ON ON Uitgang knipperlicht OFF OFF OFF OFF OFF OFF Type slot OFF OFF OFF OFF OFF OFF 'LB: werking bij aanwezige persoon PCJC?QC BCQGBCPCB@SRRML - CLB RIGEL 5 - 9 LEGEND: Doorloop op Doorloop neer x2 Bevestig/Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu N?P?  Zie MENU PARAMETERS N?P?  CLB N?P?    JMEGA JMEGA  Zie MENU LOGICA'S JMEGA  CLB  JMEGA    P?BGM ?BB QR?PR FGBBCL@SRRML PCJC?QC BCQGPCB@SRRML MI BB AF FGBBCL@SRRML PCJC?QC BCQGPCB@SRRML MI CP?QC .0% !-"06 ! CLB Zie MENU RADIO +/OK $" OK OK  T '2 J?LES?EC OK - + $0 OK DIAGNOSE en SIGNALERINGEN - + CLB "#3 CODE BESCHRIJVING DIAGNOSE OK stre str1 ped open cls stop phot phop phcl bar - + #,% OK - + CQN OK .0% BCD?SJR CLB Versie software centrale QR?R OK TCPQ - + CLB LAWAJCQ - + L 0CMRCQ 42 - RIGEL 5 OK svc1 @DRPGECJ +/- svo1 N° totale manuele manoeuvres (x 100) svc2 OK  +/- N° Gememoriseerde afstandsbedieningen OK  +/- svo2 ti e OPMERKINGEN activering ingang START EXTERN activering ingang START INTERN activering ingang VOETGANGERS activering ingang OPEN activering ingang CLOSE activering ingang STOP activering ingang FOTOCEL activering ingang FOTOCEL BIJ OPENING activering ingang FOTOCEL BIJ SLUITING activering ingang GEVOELIGE RAND activering ingang AANSLAG SLUITING MOTOR 1 activering ingang AANSLAG OPENING MOTOR 1 activering ingang AANSLAG SLUITING MOTOR 2 activering ingang AANSLAG OPENING MOTOR 2 activering ingang TIMER verbinding fotocellen en/of instelling parameters/logica verifiëren verbinding rand en/of instelling werkingsstoring test rand Er02 parameters/logica verifiëren werkingsstoring test fotocellen bij ope- verbinding fotocellen en/of insteler03 ning ling parameters/logica verifiëren werkingsstoring test fotocellen bij slui- verbinding fotocellen en/of insteler04 ting ling parameters/logica verifiëren verbindingen met de motor veriEr1X * werkingsstoring hardware fiëren * X = 0,1,…,9,A,B,C,D,E,F Er01 werkingsstoring test fotocellen D811472 00100_01 TOEGANG NAAR DE MENU’S Fig. 1 D811472 00100_01 INSTALLATIEHANDLEIDING OPGELET! Belangrijke veiligheidsinstructies. De folder Waarschuwingen en het Instructieboekje die het product vergezellen lezen en strikt navolgen want een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. Deze geven belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren om ze toe te voegen aan het technisch dossier en voor verdere raadplegingen. 1) ALGEMENE VEILIGHEID OPGELET! Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van het product kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. - De constructieve elementen van de machine en de installatie van de machine moeten overeenkomstig de volgende Europese Richtlijnen zijn: 2004/108/EEG, 2006/95/EEG en volgende wijzigingen. Voor alle landen buiten de EEG, is het, afgezien van de nationale normen in voege, voor een goed niveau van veiligheid, best ook de genoemde normen in acht te nemen. - De Firma wijst alle aansprakelijkheid af in verband met een onjuist of ander gebruik dan datgene waarvoor het bestemd is en dat aangeduid wordt in deze documentatie, of met het niet in acht nemen van de Goede Techniek bij de bouw van de sloten (deuren, hekken, enz.) en met de vervormingen die zich zouden kunnen voordoen tijdens het gebruik. - Verifiëren of het aangegeven interval van temperatuur compatibel is met de plaats bestemd voor de installatie van de automatisering. - Het product niet installeren in een explosieve atmosfeer. - De elektrische voeding wegnemen voordat men gelijk welke ingreep op de installatie uitvoert. Ook eventuele bufferbatterijen wegnemen indien aanwezig. - Op het voedingsnet van de automatisering zorgen voor een schakelaar of veelpolen thermomagnetische schakelaar met een afstand van opening van de contacten gelijk aan of groter dan 3,5 mm. - Verifiëren of er stroomopwaarts het voedingsnet een differentiaalschakelaar aanwezig is met een drempel van 0.03A. - Verifiëren of de aardeaansluiting correct gerealiseerd werd: alle metalen gedeelten van het slot (deuren, hekken, enz.) en alle componenten van de installatie voorzien van een aardeklem verbinden. - De installatie moet uitgevoerd worden gebruikmakend van veiligheidsinrichtingen en bedieningen conform de EN 12978. - Alle veiligheidisnrichtingen aanbrengen (fotocellen, gevoelige boorden, enz.) die noodzakelijk zijn om de zone te beschermen tegen gevaren van verpletting, meeslepen, schaarbeweging. - Uitsluitend originele componenten gebruiken voor gelijk welke ingreep van onderhoud of reparatie. De Firma kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de veiligheid en de goede werking van de automatisering indien er componenten van andere fabrikanten worden gebruikt. - Geen enkele wijziging uitvoeren op de componenten van de automatisering indien dit niet uitdrukkelijk geautoriseerd werd door de Firma. - De gebruiker van de installatie opleiden over de aangebrachte bedieningssystemen en de uitvoering van de manuele opening bij een noodgeval. - De verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyreen, enz.) lozen volgens de voorschriften van de normen in voege. Geen nylon en polystyreen zakken binnen het bereik van kinderen laten. - Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is voorzien, is niet toegestaan. - Het apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) waarvan de fysieke, sensorische en mentale capaciteiten beperkt zijn, of met gebrek aan ervaring of kennis, tenzij zij hun voordeel hebben kunnen halen, door de bemiddeling van een persoon verantwoordelijk voor hun veiligheid, uit een bewaking of instructies betreffende het gebruik. Het respect van de veiligheidsnormen in voege m.b.t. personen, dieren of dingen moet in acht worden genomen, en in het bijzonder moeten risico’s van ongevallen te wijten aan verpletting voorkomen worden. Alle kritieke punten moeten beschermd worden door veiligheidsinrichtingen volgens de voorschriften van de normen in voege. Een verkeerde instelling van de gevoeligheid kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. Nazicht van de automatisering Voordat men de automatisering definitief operationeel maakt, moet men zorgvuldig de volgende punten controleren: • Verifiëren of alle componenten stevig vastgehecht zijn. • De correcte werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoelige boorden, enz.) • Verifiëren of de kracht van verpletting van de gevoelige boord het systeem stopt binnen de limieten voorzien door de normen in voege. • De bediening van het manoeuvre van noodgeval verifiëren. • De operatie van opening en sluiting met de aangebrachte bedieningsinrichtingen verifiëren. • De elektronische logica van normale en verpersoonlijkte werking controleren indien er een bedieningsbord geïnstalleerd is. ONDERHOUD - Voor iedere willekeurige werkingsstoring die wordt vastgesteld, en niet opgelost, het voedingsnet loskoppelen en hulp vragen aan gekwalificeerd personeel (installateur); SLOOP De verwijdering van de materialen gebeurt met inachtneming van de geldende normen. In het geval van sloop van het automatiseringssysteem bestaan er geen bijzondere gevaren of risico’s voortkomende uit het automatiseringssysteem zelf. In geval van terugwinning van de materialen is het nuttig dat deze per type gescheiden worden (elektrische delen - koper - aluminium - plastic - etc.). ONTMANTELING In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een andere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig: - de stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te koppelen; - de actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen; - alle onderdelen van de installatie te demonteren; - in het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of beschadigd blijken te zijn, deze vervangen. Het goed functioneren van het automatiseringssysteem is alleen gegarandeerd, als de in deze handleiding vermelde gegevens worden nageleefd. Het Bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de installatienormen en de aanwijzingen vermeld in deze handleiding. De beschrijvingen en illustraties van deze handleiding zijn niet bindend. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie te hoeven bijwerken. RIGEL 5 - 43 NEDERLANDS Opgelet! Voor de verbinding met het net een veelpolen kabel gebruiken met een minimum doorsnede van 4x1.5mm2 en van het type voorzien door de voornoemde normen (bij wijze van voorbeeld, de kabel kan van het type H05 VV-F met doorsnede 4x1.5mm2 zijn). Voor de verbinding van de hulpmiddelen geleiders gebruiken met een minimum doorsnede van 0,75 mm2. Zorgen voor een veelpolen schakelaar met opening contacten van minstens 3 mm voorzien van een bescherming tegen de overbelastingen, geschikt om de automatisering te scheiden van het net. Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een vermogen niet lager dan 10A-250V. De geleiders moeten vastgehecht worden door een supplementaire bevestiging in de nabijheid van de klemmen bijvoorbeeld middels bandjes. Daarnaast extra strips toevoegen aan de geleiders van de aanslagen, aan de geleiders van de primaire en van de secundaire van de transformator en aan de geleiders aangesloten op de printplaat. Het omhulsel van de voedingskabel moet, tijdens de installatie, verwijderd worden teneinde de verbinding van de aardegeleider met de geschikte klem toe te staan, waarbij echter de actieve geleiders zo kort mogelijk moeten gehouden worden. De aardegeleider moet de laatste zijn die aangespannen wordt in geval van een verslappen van de bevestigingsinrichting van de kabel. OPGELET: de geleiders aan heel lage veiligheidsspanning moeten fysisch gescheiden worden van de geleiders aan lage spanning. De toegankelijkheid naar de elektrische ruimte en van de eindaanslagen moet uitsluitend uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. 1) ALGEMEEN De besturingseenheid RIGEL 5 wordt door de fabrikant met standaard instelling geleverd. Iedere willekeurige wijziging moet worden ingesteld door middel van de universeel programmeerbare palmtop of het geїntegreerde display. De Besturingseenheid ondersteunt het EELINK-protocol volledig. De voornaamste kenmerken zijn: - besturing van 1 of 2 motoren tot een vermogen van 600W - elektronische koppelafstelling - afstelbare elektrodynamische afremming - vertraging van de naderingssnelheid - afzonderlijke ingangen eindaanslag sluiting / opening voor iedere motor - uitgang voor plaatselijke verlichting - gescheiden ingangen voor de veiligheden - 12V-uitgang voor elektrisch veerslot of zuignapslot - uitgang om een timer te besturen - ingang klok - connector voor kaart verkeerslicht / voorverwarming motoren - geïntegreerde radio-ontvanger De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te vergemakkelijken. De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 33-34, 35-36, 36-37, 38-39, 39-40, 41-42, 42-43, 52-55. Als bovengenoemde klemmen gebruikt worden, de desbetreffende bruggen verwijderen. 2) TECHNISCHE GEGEVENS CENTRALE Voeding 230V ±10% 50Hz (*) Isolatie netwerk/lage spanning > 2MOhm 500V Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut Stroom uitgang motor 1A+1A max. (230V) - 2A+2A max. (110V) Omschakelstroom motorrelais 10A Plaatselijke verlichting/hulplicht max. 150W Voeding accessoires 24V~ (1A max. absorptie) Elektrisch slot 12V (0.5A max., 2A gedurende 3 sec.) Uitgang licht/contact-alarm n.o. vrij max. 3A 250V~ Verklikkerlichtsignaal open hek 24V~ 3W max. Knipperlicht 230V 40W max. Zekeringen Zie Fig. A Afmetingen Zie Fig. B ONTVANGER Associatie Commando’s 1°kan. = start 2° kan. = relais 2ekan. gedurende 1 sec. Radio-ontvanger Rolling-Code frequentie 433.92MHz geïntegreerd Aantal combinaties 4 miljard Max. aantal afstandsbedieningen 63 die in het geheugen kunnen worden opgeslagen Impedantie Antenne 50 Ohm (RG58) (*)Speciale voedingsspanningen op aanvraag. Bruikbare versies zenders: Alle zenders ROLLING CODE compatibel met 3) VOORBEREIDING LEIDINGEN De elektrische installatie voorbereiden onder verwijzing naar de geldende normen voor de elektrische installaties CEI 64-8, IEC364, harmonisatie HD384 en andere nationale normen. ---------------------------------------------------------4) AANSLUITING AANSLUITKAST FIG. A Na de passende elektrische kabels door de kanalen te hebben gevoerd en de verschillende componenten van het automatiseringssysteem op de vooraf gekozen punten bevestigd te hebben, wordt overgegaan tot hun aansluiting volgens de aanwijzingen en de schema’s aanwezig in de desbetreffende instructiehandleidingen. De verbinding van de fase, de neutraal en de aarde uitvoeren (verplicht). De netwerkkabel moet geblokkeerd worden in de daarvoor bestemde kabelklem, de kabels van de accessoires in de kabelklem, de gele/groene geïsoleerde beschermingsleiding (aarde) moet worden aangesloten in de daarvoor bestemde inspanklem. 44 - RIGEL 5 KLEM 1 2-3 BESCHRIJVING Klem GND Voeding 230V~±10%, 50-60Hz (2 neutraal, 3 fase). Aansluiting motor 1 (vertraagde opening), klemmen 5-6 wer4-5-6 king motor, klem 4 gemeenschappelijk. 5-14 Aansluiting condensor motor 1 Aansluiting motor 2 (vertraagde sluiting), klemmen 8-9 werking 7-8-9 motor, klem 7 gemeenschappelijk. Aansluiting condensor motor 2. 8-15 N.B. Als er slechts 1 motor gebruikt wordt, de uitgang gebruiken voor motor 2 en de logica “1 motor actief” configureren. Uitgang 230V~ voor knipperlicht (40W max.) en elektrisch slot model EBP 230V. OPGELET! Bij gebruik van de secundaire kaart SSR5 voor 10-11 voorverwarming motoren, de aansluiting verplaatsen naar de klemmen 12-13 (Fig. A) en TABEL B: MENU LOGICA’S (Uitgang knipperlicht, raadplegen). Uitgang 230V~ voor plaatselijke verlichting (dip hulplicht ON, dip uitgang knipperlicht OFF) Uitgang 230V~ voor hulplicht (dip hulplicht OFF, dip uitgang 12-13 knipperlicht OFF) Uitgang 230V~ voor uitgang knipperlicht (dip uitgang knipperlicht ON) Uitgang Licht (N.O.) (dip Licht/Alarm=OFF). Deze klemmen alleen aansluiten op circuits met zeer lage veiligheidsspanning (SELV), op passende wijze geïsoleerd van delen onder spanning. 16-17 Uitgang Alarm (N.O.) (dip Licht/Alarm=ON) Deze klemmen alleen aansluiten op circuits met zeer lage veiligheidsspanning (SELV), op passende wijze geïsoleerd van delen onder spanning. Uitgang N.O. voor 2e radiokanaal (dip SCA - 2kan = OFF) Uitgang N.O. voor verklikkerlichtsignaal open hek. Dit lampje 18-19 is uitgeschakeld bij gesloten hek, knippert bij sluiting en blijft ingeschakeld bij open hek of in openingsfase. (dip SCA - 2kan = ON) 20-21 Uitgang 24V~ (1A max.) voor voeding accessoires. 20-44 Uitgang 24V~ voor voeding VSAFE (dip type slot = OFF) Uitgang voor elektrisch veerslot 12V 22-23 (dip type slot = ON) Uitgang voor elektrisch zuignapslot 12V Ingang antenne kaart radio-ontvanger (24 signaal, 25 24-25 omvlechting). 26-27 Knop Start intern (n.o.). Start intern voor verkeerslicht. Knop Start (n.o.). Parallel aan het relais radio-ontvanger (CH1). 27-28 Start extern voor verkeerslicht. Voetgangersknop (n.o.). De activering vindt plaats op motor 2; daarnaast, als de openingscyclus begonnen is (niet 27-29 voetgangers), heeft het voetgangerscommando hetzelfde effect als een Start. 30-31 Knop Open (n.o.). 30-32 Knop Sluit (n.o.). Vergrendelknop (n.c.). Indien niet gebruikt, de brug niet 33-34 verwijderen. Ingang contact fotocel PHOT (n.c.). Indien niet gebruikt, de 35-36 bruggen niet verwijderen. Ingang contact fotocel PHOT APERTURA (N.C.). Indien niet gebruikt, de bruggen niet verwijderen. (dip BAR = OFF) 36-37 Ingang rand BAR (n.c.). In geval van activering tijdens de opening vindt er stilstand en gedeeltelijke sluiting plaats. Indien niet gebruikt, de bruggen niet verwijderen. (dip BAR = ON) Eindaanslag opening motor 1 SWO1 (n.c.). Indien niet gebruikt, 38-39 de brug niet verwijderen. Eindaanslag sluiting motor 1 SWC1(n.c.). Indien niet gebruikt, 39-40 de brug niet verwijderen. Eindaanslag opening motor 2 SWO2(n.c.). Indien niet gebruikt, 41-42 de brug niet verwijderen. Eindaanslag sluiting motor 2 SWC2(n.c.). Indien niet gebruikt, 42-43 de brug niet verwijderen. 20-44 24V-uitgang voor zenders. 45-46-47 Verbinding “trusted” veiligheidsinrichtingen (zie Fig. D). 48-49-50 Verbinding “trusted” veiligheidsinrichtingen (zie Fig. D). D811472 00100_01 INSTALLATIEHANDLEIDING D811472 00100_01 INSTALLATIEHANDLEIDING 51-52 52-55 53 54 56 JP7 JP8 JP9 Ingang Klok (n.o.). Als het aangesloten contact open is (n.o.), gaan de vleugels dicht en worden ze voorbereid voor de normale werking. Als het contact gesloten is (n.c.), gaan de vleugels open en blijven ze open tot de opening van het contact. Als de door de TIMER bestuurde openingsbeweging door de veiligheden wordt uitgesloten, gaat de opening van het hek verder door middel van een commando START/OPEN. Ingangen contact fotocel-rand voor sluiting SAFE CL (n.c.). In geval van activering tijdens de sluiting vindt er stilstand en gedeeltelijke heropening plaats. Indien niet gebruikt, de bruggen niet verwijderen. Ingang controle fotocel (PHOT-FAULT) Ingang controle gevoelige rand/fotocellen bij opening (BARFAULT) Ingang controle fotocellen bij sluiting (PHOT CL-FAULT). Connector kaart radio-ontvanger. Connector optionele kaart (SCS) Connector kaart SSR5 Verkeerslicht / Voorverwarming. 5) AANSLUITING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PROGRAMMEERBARE PALMTOP (Fig. A) Raadpleeg de specifieke handleiding. 6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN N.B.: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij uitwisselbaar contact. die allemaal afzonderlijk op de Zone-Master reageren. Ledere zone mag slechts één Master hebben; de Master van zone 0 controleert ook de Slaves van de andere zones. 8.2) INTERFACE MET WIEGAND-SYSTEMEN VIA MODULE SCS-WIE. De instructies van de module SCS-WIE raadplegen. 9) KAART VERKEERSLICHT / VOORVERWARMING MOTOREN SSR5 De plaatsing ervan in de voorbereide connector maakt als volgt mogelijk: - beheer van twee verkeerslichten met 2 lichten - voorverwarming motoren voor koud klimaat Raadpleeg de specifieke handleiding. 9.1) Voorbereiding verkeerslicht Verkeerslicht 1 moet buiten het hek worden geplaatst en verkeerslicht 2 erbinnen. WAARSCHUWINGEN - Signalen voorbereiden die de snelheid beperken tot “Stapvoets”. 9.2) Voorbereiding voorverwarming motoren De sonde “S” moet aan de buitenkant worden geplaatst en bevestigd om de externe temperatuur te meten. De sonde wordt op de desbetreffende klemmen 7-8 van de kaart voorverwarming aangesloten. WAARSCHUWINGEN - Knipperlicht en elektrisch slot EBP verplaatsen naar 12-13. (Fig. A Ref. 2). WAARSCHUWINGEN - Instellen Dip Knipperlicht = ON. 6.1) “TRUSTED DEVICES” (Fig. D) 6.2) INRICHTINGEN ANDERS DAN “TRUSTED DEVICE” (Fig. C - D) 7) TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1 7.1) MENU PARAMETER (PARA ) (Tabel “A” PARAMETERS) 7.2)MENU LOGICA’S (LOGIC) (Tabel “B” LOGICA’S) 7.3) MENU RADIO (radio) (Tabel “C” radio) - BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE IN HET GEHEUGEN OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN MET HET SLEUTELTJE (MASTER). Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten: • Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code). • Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders. • Beheer database zenders. • Beheer groep ontvangers. Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers. 7.4) MENU TAAL (language) Hiermee kan de taal van de programmabesturing op het display worden ingesteld. 7.5) MENU DEFAULT (default) Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren. 8) optionele MODULES SCS 8.1) SERIËLE VERBINDING MET BEHULP VAN SCS1-KAART (Fig. A - E) Het bedieningspaneel RIGEL 5 maakt de gecentraliseerde verbinding van meerdere automatiseringssystemen mogelijk, door middel van speciale ingangen en seriële uitgangen (SCS1). Op deze manier is het mogelijk om, met een enkele bediening, de opening of de sluiting van alle verbonden automatiseringssystemen uit te voeren. Door het volgen van het schema van Fig. E, overgaan tot de verbinding van alle bedieningspanelen RIGEL 5, waarbij u uitsluitend een aderpaar van het telefonische type gebruikt. Bij gebruik van een parenkabel met meerdere paren voor de telefoon, is het absoluut noodzakelijk de draden van hetzelfde paar te gebruiken. De telefoonkabel tussen een apparaat en het daaropvolgende mag max. 250 m lang zijn. Op dit punt aangekomen, is het noodzakelijk ieder bedieningspaneel RIGEL 5 op passende wijze te configureren, door in de eerste plaats een MASTER-centrale in te stellen, die de controle heeft over alle andere, noodzakelijkerwijs ingesteld als SLAVE (zie menu logica’s). Verder het Zonenummer (zie menu parameters) tussen 0 en 127 instellen. Met het zonenummer kunnen automatiseringsgroepen gecreëerd worden, RIGEL 5 - 45 10.1) TABEL A: MENU PARAMETERS (PARA ) Parameter TCA vork. t. ot.1 vork. t. ot.2 min. 3 sec. max. 120 sec. default 40 3 sec. 180 sec. 60 3 sec. 180 sec. 60 ped. t. 3 sec. 9 sec. 6 open delay 0 sec. ti e cls delay 0 sec. ti e 10 sec. 3 60 sec. 3 slov dovn t. 0 sec. 20 sec. 0 clear. t 0 sec. 30 sec. 15 preheat. 0% 99% 30% slovd torque ot. torque 1% 99% 50% 1% 99% 50% brake 0% 99% 0% e er. brake 0% 99% 60% 0 127 0 Zone persoonlijk Definitie Beschrijving Tijd Automatische Sluiting Pauzetijd vóór de automatische sluiting Numeriek de waarde instellen van de werktijd van 3 tot 180 seconden Werktijd motor 1 voor motor 1. Numeriek de waarde instellen van de werktijd van 3 tot 180 seconden Werktijd motor 2 voor motor 2. Hiermee wordt de waarde ingesteld van de openingstijd van motor 2 Werktijd “voetganger” voor voetgangers van 3 tot 90 seconden. Vertragingstijd opening De vertragingstijd voor opening van motor 1 t.o.v. motor 2 instellen, instelbaar van 0 tot 10 seconden. vleugel 1 Vertragingstijd sluiting De vertragingstijd voor sluiting van motor 2 instellen, instelbaar van 0 tot 60 seconden. vleugel 2 Hiermee wordt de vertragingstijd tot de nadering ingesteld, van 0 tot 20 seconden. De vertragingstijd wordt van de werktijd afgetrokken. OPMERKING: het is raadzaam de telling van de tijden te activeren. Vertragingstijd OPMERKING: Deze functie alleen gebruiken in aanwezigheid van eindaanslag. OPMERKING: Niet gebruiken met hydraulische motoren. De gewenste ontruimingstijd instellen van de zone onderhevig aan verOntruimingstijd verkeerkeer geregeld door het stoplicht, van 0 tot 30 seconden. Instellen op 0, slichtzone indien niet gebruikt. De procentuele waarde instellen van 0 (voorverwarming gedeactiveerd) tot 99% van de stroom die door de wikkelingen van de Voorverwarming motoren kan worden geleid om deze op temperatuur te houden. OPMERKING: Alleen met SSR5. Motorkoppel in vertra- Numeriek de waarde van het motorkoppel instellen van 1 tot 99% tijdens ging de vertraging. Motorkoppel Numeriek de waarde van het koppel instellen van 1 tot 99% Hiermee wordt de afremmingswaarde ingesteld van 0% (min.) tot 99% Afremming (max.) in overeenstemming met het gewicht van het hek en met de aanwezige mechanische belasting. Hiermee wordt de waarde van de noodremming ingesteld van 0% (min.) tot 99% (max.), die wordt uitgevoerd door het activeren van de Noodremming veiligheidscommando’s aanwezig bij de ingangen 34 (Blokkering), 37 (SAFE OP), 55 (SAFE CL). Het zonenummer instellen tussen een minimumwaarde 0 en een maxiZone mumwaarde 127. Zie paragraaf “OPTIONELE MODULES SCS”. 10.2) TABEL B: MENU LOGICA’S (logic) Uitge voerLogica Default Definitie de instelling aanvinken ON Tijd AutomatiOFF TCA sche Sluiting OFF Blokkeert imON Ibl open OFF pulsen bij opeOFF ning ON imOFF Blokkeert ibl TCA pulsen in TCA OFF ON bl cloimpulOFF Blokkeert sen bij sluiting se OFF ra blov c.op OFF Leidingslag bij opening ON OFF ra blov c.cl OFF Leidingslag bij sluiting ON OFF OFF 2-staps - 4-staps logica OFF 3-staps logica pre-alar OFF Pre-alarm bloc persist OFF Handhaving blokkering 2 step ON OFF ON 3 step OFF ON OFF ON OFF 46 - RIGEL 5 Beschrijving Activeert de automatische sluiting Sluit de automatische sluiting uit. De start-impuls heeft geen enkel effect tijdens de openingsfase. De start-impuls heeft effect tijdens de openingsfase. De start-impuls heeft geen effect tijdens de TCA-pauze. Accepteert de start tijdens de TCA-pauze. De start-impuls heeft geen enkel effect tijdens de sluitingsfase. De start-impuls heeft effect tijdens de sluitingsfase. Alvorens de opening uit te voeren, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk (niet beïnvloed door de eindaanslagen). BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken. Hiermee wordt leidingslag uitgesloten. Alvorens de sluiting uit te voeren, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk (niet beÔnvloed door de eindaanslagen). BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken. Hiermee wordt leidingslag uitgesloten. Hiermee wordt de 2-staps logica geactiveerd (heeft Antwoord op de START-impuls voorrang op de 3-staps Logica). 2-staps 3-staps 4-staps Hiermee wordt de 4-staps logica geactiveerd (in het Gesloten opent geval dat de 3-staps Logica op OFF is ingesteld). opent opent bij sluiting stop Hiermee wordt de 3-staps logica geactiveerd (met Open stop + TCA sluit 2-staps logica = OFF). opent bij opening opent stop + TCA Deactiveert de 3-staps logica. na stop apre apre opent Het knipperlicht gaat ca. 3 seconden voor het starten van de motor aan. Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motoren aan. Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting, worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur uitgevoerd. N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolume te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld ‘s nachts of te wijten aan interne lekkages. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. Het is absoluut verboden in de motorisering van schuifhekken. Uitsluiting Handhaving Blokkering. D811472 00100_01 INSTALLATIEHANDLEIDING D811472 00100_01 INSTALLATIEHANDLEIDING hold-torun OFF P e r s o o n Aanwezig photc. open OFF Fotocellen opening fast cls OFF Snelle sluiting t e s t phot OFF Test fotocellen test bar OFF Test gevoelige rand t e phot t e phot OFF Test fotocellen bij opening OFF Test fotocellen bij sluiting OFF Master/Slave OFF Vaste Code ON Programmering afstandsbedieningen s t op. s t cl. aster fixed code radio prog bij ON Werking bij aanwezige persoon: de manoeuvre gaat verder zolang de bedieningstoets ingedrukt blijft. Het is niet mogelijk de afstandsbediening te gebruiken. Impulswerking: een impuls, opent het hek indien gesloten, sluit het indien open. In geval van verduistering, wordt hiermee de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt er onmiddellijk omgekeerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Sluit het hek na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA. Commando niet ingeschakeld Hiermee wordt de controle van de fotocellen geactiveerd (zie fig. D) Hiermee wordt de controle van de fotocellen gedeactiveerd. Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen geactiveerd (zie fig. D) Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen gedeactiveerd. Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij opening geactiveerd. Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij opening gedeactiveerd. Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij sluiting geactiveerd. Hiermee wordt de controle van de actieve fotocellen bij sluiting gedeactiveerd. Het bedieningspaneel wordt ingesteld als Master in een gecentraliseerde aansluiting (zie Paragraaf OPTIONELE MODULES SCS). Het bedieningspaneel wordt ingesteld als Slave in een gecentraliseerde aansluiting (zie OPTIONELE MODULES SCS). De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met vaste code. De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met rolling-code. Hiermee wordt de opslag van de zenders via radio geactiveerd: 1- Na elkaar drukken op de verborgen toets (P1) en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een zender die reeds in het geheugen is opgeslagen in standaardmodus via het menu radio. 2- Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets (P1) en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een zender die in het geheugen moet worden opgeslagen. De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10 sec., binnen deze tijd is het mogelijk nieuwe zenders in te voeren. Voor deze modus is de toegang tot het bedieningspaneel niet vereist. Hiermee wordt de opslag van de zenders via radio gedeactiveerd. De zenders worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio. Cloni of Replay worden niet geaccepteerd. De besturingseenheid berekent de activeringstijd van iedere motor op basis van de eerdere manoeuvres. De besturingseenheid activeert de Motoren bij iedere manoeuvre voor de ingestelde tijd. N.B. In ieder geval de werktijd instellen op een waarde die iets hoger is dan die noodzakelijk om de volledige manoeuvre uit te voeren. Plaatselijke verlichting. Blijft actief tijdens de volledige duur van de manoeuvre. Hulplicht. Blijft 90 seconden lang actief na de laatste manoeuvre. N.B. Deze instellingen kunnen niet gebruikt worden, als de knipperende uitgang is ingesteld op ON. Ingang voor de aansluiting van een externe schakelklok. De ingang Klok werkt alleen in Motor 2, gedurende de ingestelde voetgangerstijd. Met een start gegeven tijdens de klok-fase, wordt de volledige opening en sluiting van het hek uitgevoerd, waarbij de positie voetgangers open hersteld wordt. De Klok-ingang werkt op beide motoren. Uitgang alarm open hek (wordt geactiveerd als het hek open blijft gedurende tweemaal de tijd van de ingestelde TCA) Commando licht trap (de impuls duurt 1 seconde) Alleen motor 2 actief (1 vleugel). Beide motoren actief (2 vleugels). De uitgang tussen de klemmen 18-19 wordt geconfigureerd als Verklikkerlichtsignaal hek open, het IIe radiokanaal bestuurt in dit geval de voetgangersopening. OFF De uitgang tussen de klemmen 18-19 wordt geconfigureerd als IIe radiokanaal. ON OFF De ingang klemmen 36-37 is actief als ingang gevoelige rand. De ingang klemmen 36-37 is actief als ingang fotocellen bij opening. Deze functie alleen activeren in aanwezigheid van de kaart verkeerslicht-voorverwarming SSR5. Hiermee wordt de uitgang bij de klemmen 12-13 (“hulplicht”) ingesteld als uitgang knipperlicht (alleen actief tijdens de beweging van de vleugels). N.B. Wat voor instelling dan ook met betrekking tot de functie “hulplicht” wordt genegeerd. Hiermee blijft de uitgang bij de klemmen 12-13 “hulplicht” of “plaatselijke verlichting”. OPGELET! Het is niet mogelijk de kaart SSR5 te gebruiken in de modus voorverwarming motoren en op hetzelfde moment Plaatselijke verlichting/Hulplicht en Knipperlicht/Elektrisch slot te hebben. De uitgangen 10-11 kunnen in dit geval niet gebruikt worden en de uitgangen 12-13 kunnen alleen gebruikt worden voor één van de twee functies. Zuignapslot. Geactiveerd met gesloten hek. Veerslot. Geactiveerd met een impuls bij iedere opening. ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ti e. c. OFF Telling van de tijden zone light OFF Hulplicht c l o c k ped OFF Klok / Voetgangers ON OFF ON OFF ON OFF lightalar 1 on ot. sca-2ch bar ON Licht/Alarm OFF 1 Motor actief OFF Verklikkerlichtsignaal open hek of IIe radiokanaal ON Gevoelige rand ON OFF ON OFF ON blink OFF Uitgang k nipperlicht OFF suctiontype OFF Type slot ON OFF 10.3) TABEL C: MENU RADIO (RADIO) Beschrijving Toets start toevoegen Add start associeert de gewenste toets met het commando Start Toets 2ch toevoegen add 2ch associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal Verwijder Lijst erase 64 OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig. Aflezen code ontvanger Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen. ON = Activeert de programmering op afstand van de kaarten door middel van een eerder in het geheugen opgeslagen W LINK-zender. Deze activering blijft 3 minuten actief na op de afstandsbediening W LINK gedrukt te hebben. OFF= Programmering W LINK gedeactiveerd. RIGEL 5 - 47
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

BFT RIGEL 5 Installation and User Manual

Type
Installation and User Manual

in andere talen