BFT THALIA Installatie gids

Type
Installatie gids
THALIA
D811762 00100_06 11-03-14
ISTRUZIONI DI INSTALLAZIONE
INSTALLATION MANUAL
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION
MONTAGEANLEITUNG
INSTRUCCIONES DE INSTALACION
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
THALIA
Attenzione! Leggere attentamente le Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie
aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las Advertencias”en el interior! Let op! Lees de “Waarschuwingen”tigre aan de binnenkant zorgvuldig!
QUADRO COMANDO
CONTROL PANEL
CENTRALE DE COMMANDE
SELBSTÜBERWACHENDE STEUERUNG
CUADRO DE MANDOS
BEDIENINGSPANEEL
8
027908 380555
40
41
42
43
44
45
10
11
M1
14 15
M2
+
-
+
-
SUB BT
tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor:
LUX BT
tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor:
4
LUX G BT
tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor:
5
6
E
1
2
3
4
M1 +
M1 -
+ REF SWE
SW 1
1
2
3
4
M2 +
M2 -
+ REF SWE
SW 2
reg. fc. - l.sg adj - regl.fc - endsche inst
M1
M1
M2
M1
M2
M2
M2
M1
M1
M2
SW 1
+ REF SWE
SW 2
40
41
42
43
44
45
SW 1
SW 2
10
11
M1
14 15
-
M2
+
+
-
M1
M2
M1 M2
M2 M1
M2
M1
1 2
*Bianco
*Bianco **Rosso ***Nero
White Red Black
Blanc Rouge Noir
Weiß Rot Nero
Blanco Rojo Negro
Wit Rood Zwart
**Rosso
**Rosso
*Bianco
*Bianco
***Nero
***Nero
**Rosso
***Nero
inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt onung
inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting:
1 (ext)
inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt onung
inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting:
1 (ext)
inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt onung
inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting:
0 (int)
inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt onung
inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting:
0 (int)
LUX BT LUX G BT
Potenza massima - Maximum power - Puissance maximum - Max. Leistung - Potencia máxima - Maximum vermogen 300W 300W
Ciclo massimo - Maximum cycle - Cycle maximum - Max. Zyklus - Ciclo máximo - Maximale cyclus
S3 10s-5-14s-5 x40
pausa -pause - pause pause -
pausa - pauze
90 min.
S3 10s-5-14s-5 x40
pausa -pause - pause pause - pausa -
pauze
90 min.
ANTA MAX/ LEAF MAX/ VANTAIL MAXI/ FLÜGEL MAX./ HOJA MÁX./ VLEUGEL MAX.
150 kg 150 - 400 kg
2 m 3 - 2 m
TIPO DI UTILIZZO / TYPE OF USE  SEMIINTENSIVE / TYPE D’UTILISATION
BENUTZUNGSTYP  HALBINTENSIV / TIPO DE USO / SOORT GEBRUIK  SEMIINTENSIEF
Semi-intensivo / Semi-intensive / Semi-intensive / Halbintensiv /
Semi-intensivo / Semi-intensief
SUB BT
Potenza massima - Maximum power - Puissance maximum - Max. Leistung - Potencia máxima - Maximum vermogen 300W
Ciclo massimo - Maximum cycle - Cycle maximum - Max. Zyklus - Ciclo máximo - Maximale cyclus
S3 17s-1-17s-1 x21
pausa -pause - pause pause - pausa - pauze
90 min.
ANTA MAX/ LEAF MAX/ VANTAIL MAXI/ FLÜGEL MAX./ HOJA MÁX./ VLEUGEL MAX
.
400 kg
2 m
TIPO DI UTILIZZO / TYPE OF USE  SEMIINTENSIVE / TYPE D’UTILISATION
BENUTZUNGSTYP  HALBINTENSIV / TIPO DE USO / SOORT GEBRUIK  SEMIINTENSIEF
Semi-intensivo / Semi-intensive / Semi-intensive / Halbintensiv /
Semi-intensivo / Semi-intensief
4 - THALIA
D811762 00100_06
VEREENVOUDIGD MENU
lang
Dir
ITA
fra
deu
eng
esp
int
INT
EXT
:
afstelling aanslag voor
opening motor 1
: afstelling aanslag voor
opening motor 2
: afstelling aanslag voor
sluiting motor 2
: afstelling aanslag voor
sluiting motor 1
: automatische werking, residentieel
: semi-automatische werking, residentieel
: automatische werking, gemeenschappelijk
:
semi-automatische werking, gemeenschappelijk
: werking bij aanwezige persoon
: opening naar binnen
EXT
: opening naar buiten
type eli
phob
igea
2
autoset
O 01
desidered button
hidden button
release
mem.remotes
end
. . . . . .
o
o
n. mot.
1
.....
x1
ar
sr
ac
Sc
Ind
AR
preset
sr
ac
sc
ind
opm1
opm2
clm2
clm1
ersu
end
o
o
l.sw adj
2 1
2 1
2 1
2 1
-
-
LUX BT / LUX G BT
ELI BT / PHOBOS BT / IGEA BT / SUB BT
MIN 1 - MAX 3
AUTO OPEN
AUTO CLOSE
Terugkeer naar
het hoofdmenu
Bevestig /
Aanschakeling
display
Doorloop op
Doorloop neer
PRESET DEFAULT
ar sr ac sc ind
PARAMETER
LOGICA’S
TCA 0 1 0 1 0 0
Stap voor stap beweging 0 1 0 1 0 0
Vooralarm 0 0 0 1 1 0
Persoon aanwezig 0 0 0 0 0 1
Blokkeert impulsen bij opening 0 0 0 1 1 0
10 - THALIA
D811762 00100_06
stat
password
x 2
-
+
-
+
OK
vers
bft . . .
+/-
OK
0000
+/-
+/-
+/-
n. an
OK
OK
01.33
0---
10--
150- 1520 prg
00
n. teleco
-
+
err
TOEGANG NAAR DE MENU’S Fig. 1
autoset
l.sg adj
02.01
........
30.15
Lijst laatste 30 fouten
+/-
opm1
opm2
clm2
clm1
ersu
o
2 1
2 1
2 1
2 1
-
-
Zie MENU PARAMETERS
Zie MENU LOGICA’S
Zie MENU RADIO
add start
hidden button
hidden button
release
release
desired button
desired button
erase 64
Versie software centrale
N° Gememoriseerde
afstandsbedieningen
LANG
add 2ch
LEGENDE
Terugkeer naar
het hoofdmenu
Doorloop neer
Doorloop op
Bevestig /
Aanschakeling display
N° totale manuele
manoeuvres (x100)
ALT follow the user guide
0---
10--
150- 1520 ok
*** Password invoeren.
Aanvraag met logica Besch
ermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4
***
35.40
Momentane kracht motor 2
Momentane kracht motor 1
Code
diagnose
BESCHRIJVING OPMERKINGEN
STRE
Activering ingang start extern START E
STRI
Activering ingang start intern START I
OPEN
Activering ingang OPEN
CLS
Activering ingang CLOSE
PED
Activering ingang voetgangers PED
TIME
Activering ingang TIMER
STOP
Activering ingang STOP
PHOT
Activering ingang fotocel PHOT
PHOP
Activering ingang fotocel bij opening PHOT OP
PHCL
Activering ingang fotocel bij sluiting PHOT CL
BAR
Activering ingang rand BAR
SWC1
Activering ingang sluitingsaanslag van motor 1 SWC1
SWO1
Activering ingang openingsaanslag van motor 1 SWO1
SWC2
Activering ingang sluitingsaanslag van motor 2 SWC2
SWO2
Activering ingang openingsaanslag van motor 2 SWO2
SET
De kaar t wacht op het uitvoeren van een complete manoeu-
vre opening-sluiting, niet onderbroken door tussenstoppen
om het voor de beweging noodzakelijke koppel te verkrijgen.
LET OP! De obstakelwaarneming is niet actief
ER01
Test fotocellen mislukt
Aansluiting fotocellen en/of instelling logica's controleren
ER02
Test rand mislukt
Aansluiting randen en/of instelling logica's controleren
ER03
Test fotocellen opening mislukt
aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/
logica's controleren
ER04
Test fotocellen sluiting mislukt
aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/
logica's controleren
er06
Test rand 8k2 mislukt
Aansluiting randen en/of instellingen parameters/
logicas controleren
ER1x*
Fout test hardware kaart
- Aansluitingen op de motor controleren -
Hardware-problemen aan de kaart (contact
opnemen met technisch personeel)
ER2x*
Fout encoder
- Voedingskabels van de motor of van het
encodersignaal omgekeerd/losgekoppeld. - De
beweging van de aandrijving is te langzaam of
stilstaand t.o.v. de geprogrammeerde werking.
ER3x*
Omkering voor obstakel - amperostop Eventuele obstakels langs het traject controleren
ER4x*
Thermiek
Wachten tot het automatiseringssysteem is afgekoeld
ER5x*
Communicatiefout met inrichtingen op afstand
De aansluiting met de bijbehorende inrichtingen
en/of serieel aangesloten uitbreidingskaarten
controleren.
ER7x*
Interne fout van controle toezicht systeem.
Proberen de kaart uit en weer aan te zetten. Indien
het probleem aanhoudt contact opnemen met de
technische service.
Ersw
Fout tijdens de afstelling van de aanslagen
-Procedure voor het afstellen van de aanslag herhalen.
-Proberen de maximale limieten van de aanslag
voor opening en voor sluiting te verplaatsen.
-Let op, de laatste centimeter van de slag van de
zuiger, zowel bij het openen als bij het sluiten, kan
niet gebruikt worden.
*X= 0, 1, .., 9, A, B, C, D, E, F
LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De waarschuwingen en de instructies
die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien
verkeerde installatie schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken.
De waarschuwingen en de instructies geven belangrijke aanwijzingen over de
veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren
om ze aan de technische folder toe te voegen voor toekomstige raadpleging.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik aangegeven
in deze documentatie. Soorten gebruik anders dan hetgeen aangegeven, zouden
schade aan het product en gevaar kunnen veroorzaken.
- De constructie-elementen van de machine en de installatie moeten overeenkomstig
de volgende Europese Richtlijnen zijn, indien toepasbaar: 2004/108/CE, 2006/95/CE,
2006/42/CE, 89/106/CE, 99/05/CE en daaropvolgende wijzigingen. Voor alle landen
buiten de EEG is het voor een goed veiligheidsniveau nuttig om naast de nationaal
geldende normen, ook de genoemde normen in acht te nemen.
- Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af voortkomende uit een
verkeerd gebruik of een ander gebruik dan het voorbestemde gebruik en dat aan-
gegeven in deze documentatie, evenals uit het niet in acht nemen van het Goed
Gebruik bij de constructie van de sluitingen (deuren, hekken, etc..) en uit de vervor-
mingen die tijdens het gebruik zouden kunnen optreden.
- De installatie moet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel (professio-
nele installateur, volgens EN12635), met inachtneming van het Goed Gebruik en de
geldende normen.
- Alvorens het product te installeren, alle structurele wijzigingen aanbrengen betref-
fende de verwezenlijking van de vrijboorden en de beveiliging of afscheiding van
alle zones met gevaar voor pletting, snijden, meeslepen en algemeen gevaar, vol-
gens hetgeen voorgeschreven wordt door de normen EN 12604 en 12453 of even-
tuele plaatselijke installatienormen. Controleren of de bestaande structuur over de
noodzakelijke vereisten beschikt wat betreft stevigheid en stabiliteit.
-
Alvorens te beginnen met de installatie, de goede toestand van het product controleren.
- Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van het Goed Gebruik bij
de constructie en het onderhoud van de te motoriseren kozijnen, en van de vervor-
mingen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen.
- Controleren of het opgegeven temperatuurinterval compatibel is met de plek be-
stemd voor de installatie van het automatiseringssysteem.
- Dit product niet in een explosieve omgeving installeren: de aanwezigheid van gas of
ontvlambare rookgassen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
-
De stroomvoorziening uitschakelen vóór wat voor werkzaamheden dan ook aan de
installatie. Ook eventuele buerbatterijen loskoppelen, indien aanwezig.
-
Voordat men de elektrische voeding aansluit, moet men controleren of de gegevens
op de plaat overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet en of er stroomop-
waarts de elektrische installatie een geschikte dierentiële drukschakelaar en een
geschikte bescherming tegen overstroom staat. Op het voedingsnet van het auto-
matiseringssysteem een omnipolaire (magneet)schakelaar voorzien waarmee een
volledige uitschakeling mogelijk is in de omstandigheden van overspanningscate-
gorie III (minimum contactopening 3 mm).
-
Controleren of er zich aan het begin van het voedingsnet een aardlekschakelaar bevindt
die de drempel van max. 0,03A en de geldende normen niet overschrijdt.
- Controleren of het aardingssysteem correct is uitgevoerd: alle metalen delen van
de sluiting (deuren, hekken, etc.) en alle onderdelen van de installatie voorzien van
aardingsklemmen aarden.
- De installatie moet worden uitgevoerd met gebruik van veiligheidsinrichtingen en
bedieningen overeenkomstig EN 12978 en EN12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van
vervormbare randen.
-
In het geval dat de botsingskrachten de door de normen voorziene waarden over-
schrijden, inrichtingen aanbrengen die gevoelig zijn voor elektriciteit of druk.
- Alle veiligheidsinrichtingen (fotocellen, gevoelige randen, etc.) aanbrengen die
noodzakelijk zijn om het gebied te beschermen tegen gevaren voor botsing, plet-
ting, meeslepen en snijden. Rekening houden met de geldende normen en richtlij-
nen, de criteria van het Goed Gebruik, het gebruik, de installatieomgeving, de wer-
king van het systeem en de door het automatiseringssysteem ontwikkelde krachten.
-
De door de geldende normen voorziene signalen aanbrengen om de gevaarlijke zo-
nes aan te duiden (de restrisicos). Iedere installatie moet op zichtbare wijze worden
geïdenticeerd volgens hetgeen voorgeschreven door de EN13241-1.
- Na de installatie voltooid te hebben, een identicatieplaat van de deur / het hek
aanbrengen.
-
Dit product mag niet worden geïnstalleerd op vleugels waarin deuren zijn opgeno-
men (tenzij de motor uitsluitend kan worden geactiveerd wanneer de deur dicht is).
- Als het automatiseringssysteem is geïnstalleerd op een hoogte van minder dan 2,5
m of als het toegankelijk is, is het noodzakelijk een passende beschermingsgraad
van de elektrische en mechanische delen te garanderen.
-
Iedere willekeurige vaste bediening zo installeren, dat deze geen gevaar vormt en
ver van beweegbare delen is. In het bijzonder de bedieningen bij aanwezige persoon
moeten direct zichtbaar zijn vanaf het geleide deel, en, tenzij het gaat om bedieningen
met sleutel, moeten deze worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 1,5 m en
zodanig dat ze niet toegankelijk zijn voor het publiek.
- Minstens één signaleringsinrichting (knipperend) aanbrengen in een zichtbare posi-
tie, en daarnaast een bordje “Let op” aan de structuur bevestigen.
- Op permanente wijze een etiket aanbrengen met betrekking tot de werking van de
handmatige deblokkering van het automatiseringssysteem en dit in de buurt van de
manoeuvreringsinrichting aanbrengen.
- Zorg ervoor dat tijdens de manoeuvre de mechanische risicos vermeden en bevei-
ligd worden en dan met name de botsing, de pletting, het meeslepen, het snijden
tussen geleide deel en omliggende delen.
- Na de installatie te hebben uitgevoerd, zich ervan verzekeren dat de instelling van
het automatiseringssysteem van de motor juist is uitgevoerd en dat de beveiligings-
en deblokkeringssystemen juist functioneren.
-
Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken voor alle onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden. Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af uit
veiligheidsredenen en vanwege de goede werking van het automatiseringssysteem,
als er onderdelen van andere fabrikanten gebruikt worden.
- Geen enkele wijziging uitvoeren aan de componenten van het automatiseringssys-
teem, indien niet uitdrukkelijk door het Bedrijf geautoriseerd.
-
De gebruiker van de installatie instructies geven wat betreft de restrisicos, de toege-
paste bedieningssystemen en de uitvoering van de handmatige openingsmanoeuvre
in geval van nood: de gebruikershandleiding aan de eindgebruiker overhandigen.
- Verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyrol, etc.) verwerken volgens hetgeen
voorzien is door de geldende normen. Nylon zakjes en polystyrol buiten bereik van
kinderen bewaren.
Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in de installatiehandleiding, is
niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegaran-
deerd, als de vermelde gegevens in acht worden genomen. Het bedrijf is
niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door
het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding.
Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt
het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzi-
gingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch,
constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie
te hoeven bijwerken.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
AANSLUITINGEN
LET OP! Gebruik voor de aansluiting op het netwerk: meeraderige kabel met een
doorsnede van min. 5x1,5 mm
2
of 4x1,5 mm
2
voor driefase voeding of 3x1,5 mm
2
voor eenfase voeding (de kabel moet bijvoorbeeld van het type H05 VV-F met
doorsnede 4x1,5 mm
2
zijn).Voor de aansluiting van de hulpapparatuur geleiders
gebruiken met een doorsnede van min. 0,5 mm
2
.
-
Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een werkbelasting van min. 10A-250V.
- De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen (bijvoorbeeld met behulp van bandjes) om de delen onder
spanning duidelijk gescheiden te houden van de delen met zeer lage veiligheids-
spanning.
- Tijdens de installatie moet de stroomtoevoerkabel van zijn bekleding ontdaan
worden, zodat de aansluiting van de aardgeleider op de geschikte klem mogelijk
wordt, terwijl de actieve geleiders echter zo kort mogelijk gelaten worden. De
aardgeleider moet de laatste zijn die gerekt wordt in geval van losraken van de
bevestigingsinrichting van de kabel.
OPGELET! de geleiders met zeer lage veiligheidsspanning moeten fysiek geschei-
den worden van de geleiders met lage spanning.
De toegang tot de delen onder spanning mag uitsluitend mogelijk zijn voor het
gekwaliceerde personeel (professionele installateur)
CONTROLE VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM EN ONDERHOUD
Alvorens het automatiseringssysteem in werking te stellen, en tijdens de onder-
houdswerkzaamheden, nauwgezet het volgende nagaan:
- controleren of alle onderdelen stevig zijn bevestigd;
-
de opstart- en stophandelingen in het geval van de handmatige besturing controle-
ren;
- de normale of gepersonaliseerde werking controleren.
- Alleen voor schuifhekken: de correcte ineengrijping tandheugel-rondselas met
een speling van 2 mm over de hele tandheugel controleren; de looprail altijd
schoon houden en vrij van afval.
- Alleen voor schuifhekken en –deuren: controleren of de glijrail recht en horizon-
taal is en of de wielen geschikt zijn voor het gewicht van het hek.
- Alleen voor hangende schuifhekken (Cantilever): controleren of het hek niet zakt
of trilt tijdens de manoeuvre.
- Alleen voor vleugelpoorten: controleren of de rotatie-as van de vleugels perfect
verticaal is.
- Alleen voor slagbomen: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen
zijn (slagboom verticaal).
-
De juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoe-
lige randen, etc.) en de correcte afstelling van de antibeklemmings-veiligheidsin-
richting door te controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de
norm EN 12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
- De functionaliteit van de noodmanoeuvre controleren, indien aanwezig.
- De openings- of sluitingshandeling met de aangebrachte bedieningsinrichtin-
gen controleren.
- De goede toestand van de elektrische aansluitingen en van de bekabelingen
controleren, met name de status van de isolatiekousen en de kabelleiders.
- Tijdens het onderhoud de reiniging van de optieken van de fotocellen uitvoeren.
- Voor de periode waarin het automatiseringssysteem buiten bedrijf is, de nood-
deblokkering activeren (zie paragraaf “NOODMANOEUVRE”) om het geleide deel
los te maken en zo de handmatige opening en sluiting van het hek mogelijk te
maken.
- Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de
fabrikant of door diens technische assistentiedienst of alleszins door een persoon
met een soortgelijke kwalicatie, teneinde alle risico’s te voorkomen.
- Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door
EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halaarlijks onderhoud
voorschrijven.
- Het onderhoud dat hierboven is beschreven moet minstens eenmaal per jaar of
vaker als de plaats of de installatie dit vereist, worden verricht.
LET OP!
Vergeet niet dat de motoraandrijving een gemak is bij het gebruik van het hek /
de poort en geen oplossing biedt voor problemen door defecten en installatiege-
breken of gebrek aan onderhoud.
SLOOP
De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de
geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen
of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor
al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen
naar een inzamelpunt voor de recycling ervan.
ONTMANTELING
In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een an-
dere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig:
-
De stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te kop-
pelen.
- De actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen.
- Alle onderdelen van de installatie te demonteren.
- In het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of bescha-
digd blijken te zijn, deze vervangen.
DE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING KUNT U RAADPLEGEN OP DE
WEBSITE: WWW.BFT.IT IN HET DEEL PRODUCTEN
AVVERTENZE PER L’INSTALLATORE D811766_11
62 - THALIA
D811762 00100_06
NEDERLANDS
LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De waarschuwingen en de instructies
die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien
verkeerde installatie schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken.
De waarschuwingen en de instructies geven belangrijke aanwijzingen over de
veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren
om ze aan de technische folder toe te voegen voor toekomstige raadpleging.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik aangegeven
in deze documentatie. Soorten gebruik anders dan hetgeen aangegeven, zouden
schade aan het product en gevaar kunnen veroorzaken.
- De constructie-elementen van de machine en de installatie moeten overeenkomstig
de volgende Europese Richtlijnen zijn, indien toepasbaar: 2004/108/CE, 2006/95/CE,
2006/42/CE, 89/106/CE, 99/05/CE en daaropvolgende wijzigingen. Voor alle landen
buiten de EEG is het voor een goed veiligheidsniveau nuttig om naast de nationaal
geldende normen, ook de genoemde normen in acht te nemen.
- Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af voortkomende uit een
verkeerd gebruik of een ander gebruik dan het voorbestemde gebruik en dat aan-
gegeven in deze documentatie, evenals uit het niet in acht nemen van het Goed
Gebruik bij de constructie van de sluitingen (deuren, hekken, etc..) en uit de vervor-
mingen die tijdens het gebruik zouden kunnen optreden.
- De installatie moet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel (professio-
nele installateur, volgens EN12635), met inachtneming van het Goed Gebruik en de
geldende normen.
- Alvorens het product te installeren, alle structurele wijzigingen aanbrengen betref-
fende de verwezenlijking van de vrijboorden en de beveiliging of afscheiding van
alle zones met gevaar voor pletting, snijden, meeslepen en algemeen gevaar, vol-
gens hetgeen voorgeschreven wordt door de normen EN 12604 en 12453 of even-
tuele plaatselijke installatienormen. Controleren of de bestaande structuur over de
noodzakelijke vereisten beschikt wat betreft stevigheid en stabiliteit.
-
Alvorens te beginnen met de installatie, de goede toestand van het product controleren.
- Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van het Goed Gebruik bij
de constructie en het onderhoud van de te motoriseren kozijnen, en van de vervor-
mingen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen.
- Controleren of het opgegeven temperatuurinterval compatibel is met de plek be-
stemd voor de installatie van het automatiseringssysteem.
- Dit product niet in een explosieve omgeving installeren: de aanwezigheid van gas of
ontvlambare rookgassen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
-
De stroomvoorziening uitschakelen vóór wat voor werkzaamheden dan ook aan de
installatie. Ook eventuele buerbatterijen loskoppelen, indien aanwezig.
-
Voordat men de elektrische voeding aansluit, moet men controleren of de gegevens
op de plaat overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet en of er stroomop-
waarts de elektrische installatie een geschikte dierentiële drukschakelaar en een
geschikte bescherming tegen overstroom staat. Op het voedingsnet van het auto-
matiseringssysteem een omnipolaire (magneet)schakelaar voorzien waarmee een
volledige uitschakeling mogelijk is in de omstandigheden van overspanningscate-
gorie III (minimum contactopening 3 mm).
-
Controleren of er zich aan het begin van het voedingsnet een aardlekschakelaar bevindt
die de drempel van max. 0,03A en de geldende normen niet overschrijdt.
- Controleren of het aardingssysteem correct is uitgevoerd: alle metalen delen van
de sluiting (deuren, hekken, etc.) en alle onderdelen van de installatie voorzien van
aardingsklemmen aarden.
- De installatie moet worden uitgevoerd met gebruik van veiligheidsinrichtingen en
bedieningen overeenkomstig EN 12978 en EN12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van
vervormbare randen.
-
In het geval dat de botsingskrachten de door de normen voorziene waarden over-
schrijden, inrichtingen aanbrengen die gevoelig zijn voor elektriciteit of druk.
- Alle veiligheidsinrichtingen (fotocellen, gevoelige randen, etc.) aanbrengen die
noodzakelijk zijn om het gebied te beschermen tegen gevaren voor botsing, plet-
ting, meeslepen en snijden. Rekening houden met de geldende normen en richtlij-
nen, de criteria van het Goed Gebruik, het gebruik, de installatieomgeving, de wer-
king van het systeem en de door het automatiseringssysteem ontwikkelde krachten.
-
De door de geldende normen voorziene signalen aanbrengen om de gevaarlijke zo-
nes aan te duiden (de restrisicos). Iedere installatie moet op zichtbare wijze worden
geïdenticeerd volgens hetgeen voorgeschreven door de EN13241-1.
- Na de installatie voltooid te hebben, een identicatieplaat van de deur / het hek
aanbrengen.
-
Dit product mag niet worden geïnstalleerd op vleugels waarin deuren zijn opgeno-
men (tenzij de motor uitsluitend kan worden geactiveerd wanneer de deur dicht is).
- Als het automatiseringssysteem is geïnstalleerd op een hoogte van minder dan 2,5
m of als het toegankelijk is, is het noodzakelijk een passende beschermingsgraad
van de elektrische en mechanische delen te garanderen.
-
Iedere willekeurige vaste bediening zo installeren, dat deze geen gevaar vormt en
ver van beweegbare delen is. In het bijzonder de bedieningen bij aanwezige persoon
moeten direct zichtbaar zijn vanaf het geleide deel, en, tenzij het gaat om bedieningen
met sleutel, moeten deze worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 1,5 m en
zodanig dat ze niet toegankelijk zijn voor het publiek.
- Minstens één signaleringsinrichting (knipperend) aanbrengen in een zichtbare posi-
tie, en daarnaast een bordje “Let op” aan de structuur bevestigen.
- Op permanente wijze een etiket aanbrengen met betrekking tot de werking van de
handmatige deblokkering van het automatiseringssysteem en dit in de buurt van de
manoeuvreringsinrichting aanbrengen.
- Zorg ervoor dat tijdens de manoeuvre de mechanische risicos vermeden en bevei-
ligd worden en dan met name de botsing, de pletting, het meeslepen, het snijden
tussen geleide deel en omliggende delen.
- Na de installatie te hebben uitgevoerd, zich ervan verzekeren dat de instelling van
het automatiseringssysteem van de motor juist is uitgevoerd en dat de beveiligings-
en deblokkeringssystemen juist functioneren.
-
Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken voor alle onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden. Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af uit
veiligheidsredenen en vanwege de goede werking van het automatiseringssysteem,
als er onderdelen van andere fabrikanten gebruikt worden.
- Geen enkele wijziging uitvoeren aan de componenten van het automatiseringssys-
teem, indien niet uitdrukkelijk door het Bedrijf geautoriseerd.
-
De gebruiker van de installatie instructies geven wat betreft de restrisicos, de toege-
paste bedieningssystemen en de uitvoering van de handmatige openingsmanoeuvre
in geval van nood: de gebruikershandleiding aan de eindgebruiker overhandigen.
- Verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyrol, etc.) verwerken volgens hetgeen
voorzien is door de geldende normen. Nylon zakjes en polystyrol buiten bereik van
kinderen bewaren.
Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in de installatiehandleiding, is
niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegaran-
deerd, als de vermelde gegevens in acht worden genomen. Het bedrijf is
niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door
het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding.
Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt
het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzi-
gingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch,
constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie
te hoeven bijwerken.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
AANSLUITINGEN
LET OP! Gebruik voor de aansluiting op het netwerk: meeraderige kabel met een
doorsnede van min. 5x1,5 mm
2
of 4x1,5 mm
2
voor driefase voeding of 3x1,5 mm
2
voor eenfase voeding (de kabel moet bijvoorbeeld van het type H05 VV-F met
doorsnede 4x1,5 mm
2
zijn).Voor de aansluiting van de hulpapparatuur geleiders
gebruiken met een doorsnede van min. 0,5 mm
2
.
-
Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een werkbelasting van min. 10A-250V.
- De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen (bijvoorbeeld met behulp van bandjes) om de delen onder
spanning duidelijk gescheiden te houden van de delen met zeer lage veiligheids-
spanning.
- Tijdens de installatie moet de stroomtoevoerkabel van zijn bekleding ontdaan
worden, zodat de aansluiting van de aardgeleider op de geschikte klem mogelijk
wordt, terwijl de actieve geleiders echter zo kort mogelijk gelaten worden. De
aardgeleider moet de laatste zijn die gerekt wordt in geval van losraken van de
bevestigingsinrichting van de kabel.
OPGELET! de geleiders met zeer lage veiligheidsspanning moeten fysiek geschei-
den worden van de geleiders met lage spanning.
De toegang tot de delen onder spanning mag uitsluitend mogelijk zijn voor het
gekwaliceerde personeel (professionele installateur)
CONTROLE VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM EN ONDERHOUD
Alvorens het automatiseringssysteem in werking te stellen, en tijdens de onder-
houdswerkzaamheden, nauwgezet het volgende nagaan:
- controleren of alle onderdelen stevig zijn bevestigd;
-
de opstart- en stophandelingen in het geval van de handmatige besturing controle-
ren;
- de normale of gepersonaliseerde werking controleren.
- Alleen voor schuifhekken: de correcte ineengrijping tandheugel-rondselas met
een speling van 2 mm over de hele tandheugel controleren; de looprail altijd
schoon houden en vrij van afval.
- Alleen voor schuifhekken en –deuren: controleren of de glijrail recht en horizon-
taal is en of de wielen geschikt zijn voor het gewicht van het hek.
- Alleen voor hangende schuifhekken (Cantilever): controleren of het hek niet zakt
of trilt tijdens de manoeuvre.
- Alleen voor vleugelpoorten: controleren of de rotatie-as van de vleugels perfect
verticaal is.
- Alleen voor slagbomen: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen
zijn (slagboom verticaal).
-
De juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoe-
lige randen, etc.) en de correcte afstelling van de antibeklemmings-veiligheidsin-
richting door te controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de
norm EN 12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
- De functionaliteit van de noodmanoeuvre controleren, indien aanwezig.
- De openings- of sluitingshandeling met de aangebrachte bedieningsinrichtin-
gen controleren.
- De goede toestand van de elektrische aansluitingen en van de bekabelingen
controleren, met name de status van de isolatiekousen en de kabelleiders.
- Tijdens het onderhoud de reiniging van de optieken van de fotocellen uitvoeren.
- Voor de periode waarin het automatiseringssysteem buiten bedrijf is, de nood-
deblokkering activeren (zie paragraaf “NOODMANOEUVRE”) om het geleide deel
los te maken en zo de handmatige opening en sluiting van het hek mogelijk te
maken.
- Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de
fabrikant of door diens technische assistentiedienst of alleszins door een persoon
met een soortgelijke kwalicatie, teneinde alle risico’s te voorkomen.
- Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door
EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halaarlijks onderhoud
voorschrijven.
- Het onderhoud dat hierboven is beschreven moet minstens eenmaal per jaar of
vaker als de plaats of de installatie dit vereist, worden verricht.
LET OP!
Vergeet niet dat de motoraandrijving een gemak is bij het gebruik van het hek /
de poort en geen oplossing biedt voor problemen door defecten en installatiege-
breken of gebrek aan onderhoud.
SLOOP
De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de
geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen
of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor
al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen
naar een inzamelpunt voor de recycling ervan.
ONTMANTELING
In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een an-
dere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig:
-
De stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te kop-
pelen.
- De actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen.
- Alle onderdelen van de installatie te demonteren.
- In het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of bescha-
digd blijken te zijn, deze vervangen.
DE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING KUNT U RAADPLEGEN OP DE
WEBSITE: WWW.BFT.IT IN HET DEEL PRODUCTEN
AVVERTENZE PER L’INSTALLATORE D811766_11
THALIA - 63
D811762 00100_06
INSTALLATIEHANDLEIDING
2) ALGEMEEN
Het bedieningspaneel THALIA wordt door de fabrikant met standaard instellingen
geleverd. Wat voor wijziging dan ook moet worden ingesteld door middel van
het geïntegreerde programmeerbare display of door middel van de universele
programmeerbare palmtop.
Het bedieningspaneel ondersteunt het EELINK-protocol volledig.
De voornaamste kenmerken zijn:
- Controle van 1 of 2 motoren 24V BT
Opmerking: Er moeten 2 motoren van hetzelfde type gebruikt worden.
- Elektronische koppelafstelling met obstakeldetectie
- Ingangen controle eindaanslagen op basis van de geselecteerde motor
- Gescheiden ingangen voor de veiligheden
- Geïntegreerde radio-ontvanger rolling-code met klonering zenders
De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud
of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie
voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te vergemakkelijken.
De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 70-71, 70-72, 70-74. Als
bovengenoemde klemmen gebruikt worden, de desbetreende bruggen
verwijderen.
CONTROLE
Het paneel THALIA voert de controle uit van de bedrijfsrelais en v an de
veiligheidsinrichtingen (fotocellen), vóór het uitvoeren van iedere openings- en
sluitingscyclus. In geval van storingen de normale werking van de aangesloten
inrichtingen en de bekabelingen controleren.
3) TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding
220-230V 50/60 Hz*
Isolatie netwerk/lage spanning
> 2MOhm 500V
Bedrijfstemperatuur
-20 / +55°C
Thermische beveiliging
Software
Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut
Stroom uitgang motor
7.5A+7.5A max
Omschakelstroom motorrelais
10A
Max. vermogen motoren
180W + 180W (24V )
Voeding accessoires
24V~ (1A max. absorptie)
24V~safe
AUX 0 Gevoed contact 24V N.O. (1A max)
AUX 3 Contact N.O. (24V~ /1A max)
Zekeringen zie Fig. C
Aantal combinaties:
4 miljard
Max. aantal afstandsbedieningen dat in
het geheugen kan worden opgeslagen:
63
(* andere voedingen beschikbaar op aanvraag)
Bruikbare versies zenders:
Alle zenders ROLLING CODE compatibel met
4) VOORBEREIDING BUIZEN Fig. A
5) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig. C
WAARSCHUWINGEN - Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden
worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes.
Alle verbindingskabels moeten ver van het koellichaam vandaan gehouden
worden.
OPGELET! Voor de aansluiting op het netwerk, een meeraderige kabel gebruiken
met een doorsnede van min. 3x1,5 mm
2
en van het type voorzien door de geldende
normen. Voor de aansluiting van de motoren, een kabel gebruiken met een
doorsnede van min. 1,5 mm
2
en van het type voorzien door de geldende normen.
Als het bijvoorbeeld gaat om een externe kabel (buiten), moet deze tenminste
gelijk zijn aan H07RN-F terwijl de kabel intern (in een kanaal) tenminste gelijk
moet zijn aan H05 VV-F.
Klem Denitie Beschrijving
Voeding
L FASE
Eénfasige voeding
220-230V 50/60 Hz*
N NEUTRAAL
JP5
PRIM TRASF Primaire aansluiting transformator, 220-230V.
JP7
JP21 SEC TRASF
Stroomtoevoer kaart:
24V~ Secundaire transformator
24V= Voeding door buerbatterij
Motor
10 MOT1 +
Aansluiting motor 1. Faseverschuiving vertraagd bij sluiting.
Aansluitingen van Fig.E controleren
11 MOT1 -
14 MOT2 +
Aansluiting motor 2. Faseverschuiving vertraagd bij opening.
Aansluitingen van Fig.E controleren
15 MOT2 -
Aux
20
AUX 0 - GEVOED CONTACT 24V
(N.O.) (1A MAX)
Congureerbare uitgang AUX 0 - Default ZWAAILICHT.
2° RADIOKANAAL/ VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/
TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/
ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD. Raadpleeg de tabel “Conguratie uitgangen AUX”.
21
26
AUX 3 - VRIJ CONTACT (N.O.)
(Max 24V 1A)
Congureerbare uitgang AUX 3 - Default Uitgang 2de RADIOKANAAL.
2de RADIOKANAAL/ VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA/ Commando HULPLICHT/ Commando PLAATSELIJKE
VERLICHTING/ TRAPLICHT/ ALARM OPEN HEK/ KNIPPERLICHT/ ELEKTRISCH VEERSLOT/ ELEKTRISCH MAGNEETSLOT.
Zie tabel "Conguratie van de uitgangen AUX".
27
Eindaanslag
voor
ELI 250 BT
41 + REF SWE Gemeenschappelijke eindaanslag
42 SWC 1 Eindaanslag sluiting van motor 1 SWC1 (N.C.).
43 SWO 1 Eindaanslag opening motor 1 SWC1 (N.C.).
44 SWC 2 Eindaanslag sluiting van motor 2 SWC2 (N.C.).
45 SWO 2 Eindaanslag opening motor 2 SWC2 (N.C.).
Eindaanslag
voor
PHOBOS BT -
IGEA BT - SUB BT
42 SW 1
Controle eindaanslag motor 1.
Voor de aandrijvingen met aanslagbeheer aan een draad.
43 SW 2
Controle eindaanslag motor 2.
Voor de aandrijvingen met aanslagbeheer aan een draad.
Eindaanslag
voor LUX BT -
LUX G BT
41 + REF SWE Gemeenschappelijke eindaanslag
42 SW 1 Controle eindaanslag motor 1.
43 SW 2 Controle eindaanslag motor 2.
Voeding ac-
cessoires
50 24V-
Uitgang voeding accessoires.
51 24V+
52 24 Vsafe+
Uitgang voeding voor trusted veiligheidsinrichtingen (zender fotocellen en zender gevoelige rand).
Uitgang alleen actief tijdens de manoeuvrecyclus.
Commandos
60 Normaal Normaal ingangen IC 1 en IC 2
61 IC 1
Congureerbare ingang van commando 1 (N.O.) - Default START E.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen".
62 IC 2
Congureerbare ingang van commando 2 (N.O.) - Default PED.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen.
64 - THALIA
D811762 00100_06
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Klem Denitie Beschrijving
Veiligheden
70 Normaal Normaal ingangen STOP, SAFE 1 en SAFE 2
71 STOP
Het commando onderbreekt de manoeuvre. (N.C.)
Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
72 SAFE 1
Congureerbare veiligheidsingang 1 (N.C.) - Default PHOT.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
73 FAULT 1 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 1.
74 SAFE 2
Congureerbare veiligheidsingang 2 (N.C.) - Default BAR.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
75 FAULT 2 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 2.
Antenne
Y ANTENNE
Ingang antenne.
Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz. Voor de aansluiting Antenne-Ontvanger coaxiaalkabel RG58
gebruiken. De aanwezigheid van metalen massa's op de antenne, kan de radio-ontvangst storen. In geval van
gebrekkige reikwijdte van de zender, de antenne naar een meer geschikt punt verplaatsen.
# SHIELD
Conguratie van de uitgangen AUX
Logica Aux= 0 - Uitgang 2E RADIOKANAAL.
Het contact blijft 1 sec. dicht bij de activering van het 2e radiokanaal.
Logica Aux= 1 - Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA.
Het contact blijft dicht tijdens de opening en bij open vleugel, intermitterend tijdens de sluiting, open bij gesloten vleugel.
Logica Aux= 2 - Uitgang commando HULPLICHT.
Het contact blijft 90 seconden lang gesloten na de laatste manoeuvre.
Logica Aux= 3 - Uitgang commando PLAATSELIJKE VERLICHTING.
Het contact blijft gesloten tijdens de volledige duur van de manoeuvre.
Logica Aux= 4 – Uitgang TRAPLICHT.
Het contact blijft 1 seconde gesloten aan het begin van de manoeuvre.
Logica Aux= 5 – Uitgang ALARM OPEN HEK.
Het contact blijft gesloten als de vleugel open blijft gedurende tweemaal de tijd ten opzichte van de ingestelde TCA.
Logica Aux= 6 – Uitgang voor KNIPPERLICHT.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels.
Logica Aux= 7 – Uitgang voor ELEKTRISCH KLIKSLOT.
Het contact blijft bij iedere opening 2 seconden gesloten.
Logica Aux= 8 – Uitgang voor ELEKTRISCH MAGNEETSLOT.
Het contact blijft gesloten bij gesloten hek.
Logica Aux= 9 – Uitgang ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tot de ingestelde waarde in de parameter Onderhoud is bereikt om de aanvraag voor onderhoud aan te duiden.
Logica Aux= 10 – Uitgang ZWAAILICHT EN ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Als bij gesloten hekvleugel de waarde wordt bereikt die in de parameter Onderhoud is ingesteld, zal het contact 4
maal 10s en 5s geopend worden om de aanvraag voor het onderhoud aan te duiden.
Conguratie van de commando-ingangen
Logica IC= 0 - Ingang gecongureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 1 - Ingang gecongureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 2 - Ingang gecongureerd als Open.
Het commando voert een opening uit. Als de ingang gesloten blijft, blijven de vleugels open tot de opening van het contact. Bij open contact gaat het automatiseringssysteem dicht
na de tca-tijd, indien geactiveerd.
Logica IC= 3 - Ingang gecongureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica IC= 4 - Ingang gecongureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT
Logica IC= 5 - Ingang gecongureerd als Timer.
Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Logica IC= 6 - Ingang gecongureerd als Timer Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en
een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook
gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Conguratie van de veiligheidsingangen
Logica SAFE= 0 - Ingang gecongureerd als Phot, fotocel niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 1 - Ingang gecongureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
Logica SAFE= 2 - Ingang gecongureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening
wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 3 - Ingang gecongureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van
opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel.
Logica SAFE= 4 - Ingang gecongureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase,
wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 5 - Ingang gecongureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig.
F,
Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt
er onmiddellijk omgekeerd.
Logica SAFE= 6 - Ingang gecongureerd als Bar, gevoelige rand
niet geverieerd (*)
. (Fig.
F,
Ref. 3)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE= 7 - Ingang gecongureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. F, Ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE= 8 - Ingang gecongureerd als Bar 8k2 (Fig. F, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2.
Het commando keert de beweging 2 sec. om.
THALIA - 65
D811762 00100_06
INSTALLATIEHANDLEIDING
(*) Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedenieerd door
EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halaarlijks
onderhoud voorschrijven.
6) AANSLUITING MOTOREN Fig.E
7) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
7.1 TRUSTED DEVICES FIG. F
7.2 AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED
DEVICE FIG. D
8 TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1
8.1) MENU PARAMETERS PARA TABEL A PARAMETERS
8.2) MENU LOGICA’SLOGIC TABEL “B” LOGICA’S
8.3) MENU RADIO radio TABEL “C” RADIO
- BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN
MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN
DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende
klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger
Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
• Kloneringvandemaster-zender(rolling-codeofvastecode).
• Kloneringvoorvervangingvandereedsindeontvangeropgenomenzenders.
• Beheerdatabasezenders.
• Beheergroepontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
8.4 MENU DEFAULT default
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
8.5 MENU TAALlanguage
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
8.6 MENU AUTOSETAUTOset
•
Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu
te begeven.
• ZodradeOK-knopwordtingedrukt,wordthetbericht............weergegeven,de
centrale bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre,
tijdens welke automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor
de beweging van de vleugel noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk
voor de autoset kan variëren van 1 tot 3. Tijdens deze fase is het belangrijk de
verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik van de commandos START,
STOP en van het display te vermijden. Aan het einde van deze handeling heeft
de bedieningscentrale automatisch de optimale koppelwaarden ingesteld. Deze
controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het
gebruik van vervormbare randen.
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet
actief; de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem
controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen
van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden.
8.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. AUTOSET uitvoeren (*)
2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht) aanpassen:
zie tabel parameters.
4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven
(**) verder gaan naar punt 10 anders
5. Een passieve rand toepassen
6. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven
(**) verder gaan naar punt 10 anders
7. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit
(bijvoorbeeld actieve rand) (**)
8. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven
(**) verder gaan naar punt 10 anders
9. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus “Persoon aanwezig”
10.Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone
detecteren goed functioneren
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden
betreende de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals
voorgeschreven door de waarschuwingen voor de installatie in de handleiding
van de motorisering.
(**) Afhankelijk van de risicoanalyse zou het evenwel nodig kunnen zijn gevoelige
veiligheidsinrichtingen aan te brengen
8.8) MENU AFSTELLING AANSLAGEN (REG. FC)
Voor het afstellen van de aanslagen voor motoren voorzien van encoder.
Het menu is actief met de volgende motoren: LUX BT, LUX G BT. In alle andere
gevallen wordt de melding NIET BESCHIKBAAR weergegeven.
OPMERKING: deze manoeuvres worden uitgevoerd in de modus bij aanwezige
persoon, met beperkte snelheid en zonder de activering van de beveiligingen.
Als de logica 1 Mot. att. is ingesteld, worden alleen de meldingen
weergegeven met betrekking tot motor 1 (“OPm1 en “CLm1”).
8.9 MENU STATISTIEKEN
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in
honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen
en de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste
2 de foutcode). De fout 01 is de meest recente.
8.10) MENU PASSWORD
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via het
U-link” netwerk.
Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het password
gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte toegangspogin-
gen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe poging kunt doen. Tijdens
deze periode toont het display bij iedere toegangspoging het bericht “BLOC”. Het default
password is 1234.
9) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.G Ref. A-B
OPENINGSRICHTING Fig.G Ref. C-D
10) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE
PROGRAMMEERBARE PALMTOP VERSIE > V1.40 (Fig.H) Zie specifieke
handleiding.
11) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik. De
installatie aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz
12) ELEKTRISCH SLOT Fig. I
ELEKTRISCH SLOT
LET OP: In het geval van vleugels langer dan 3 m., is de installati van
een elektrisch slot absoluut noodzakelijk.
Fig. I laat een voorbeeld zien van verbinding van een elektrisch springslot ECB
24 V~ aangesloten op het bedieningspaneel THALIA.
Voor het paneel THALIA is een speciale kaart mod. ME BT vereist om het elektrische
slot te besturen.
13) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.L)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstandsbedie-
ningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of
voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.
L ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.
L ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.
L ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.
L ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.
L ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.
L ref.6)
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of
voorwerpen.
LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het
gebruik van vervormbare randen.
Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande
motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
TABEL A  MENU PARAMETERS - (param)
Parameter Min. Max.
Default Eigen
Denitie Beschrijving
OPEN DELAY
TIME
0 10 3
Vertragingstijd
opening motor 2 [sec]
Vertragingstijd bij opening van motor 2 t.o.v motor 1
CLS DELAY
TIME
0 25 3
Vertragingstijd
sluiting motor 1
[sec.]
Vertragingstijd bij sluiting van motor 1 t.o.v motor 2
TCA
0 120 10
Tijd automatische
sluiting [sec.]
Wachttijd vóór de automatische sluiting.
TRF.LGHT.
CLR.T
1 180 40
Ontruimingstijd
verkeerslichtzone
[sec.]
Ontruimingstijd van de zone onderhevig aan verkeer geregeld door het stoplicht.
OP.DIST.
SLOUD
0 50 10
Ruimtevertraging
bij opening [%]
Vertragingsruimte bij opening van de motor(en) uitgedrukt in percentage van de totale slag.
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen
noodzakelijk.
LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.
CL.DIST.
SLOUD
0 50 10
Ruimtevertraging
bij sluiting [%]
Vertragingsruimte bij sluiting van de motor(en) uitgedrukt in percentage van de totale slag.
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen
noodzakelijk.
LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief."
66 - THALIA
D811762 00100_06
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
TABEL “B  MENU LOGICA’S  (LOGIC)
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
MOTOR TYPE
Type motor
(Het type motor
instellen dat is
aangesloten op de
kaart.)
0
0 Motoren niet actief
1 ELI 250 BT
2 PHOBOS BT
3 IGEA BT
4 LUX BT
5 LUX G BT
6 SUB BT
TCA
Tijd Automatische
Sluiting
0
0 Logica niet actief
1 Activeert de automatische sluiting
FAST CLS.
Snelle sluiting 0
0 Logica niet actief
1
Sluit 3 seconden na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA
STEP-BY-STEP
MOVEMNT
Beweging passo
passo
0
0
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 4-staps logica.
stap voor stap beweging
2-STAPS 3-STAPS 4-STAPS
GESLOTEN
OPENT OPENT
OPENT
BIJ
SLUITING
STOP
OPEN
SLUIT
SLUIT SLUIT
BIJ
OPENING
STOP + TCA
STOP + TCA
NA STOP
OPENT OPENT OPENT
1
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 3-staps logica. Met
de impuls tijdens de sluitingsfase wordt de
beweging omgekeerd.
2
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 2-staps logica. Bij iedere
impuls wordt de beweging omgekeerd.
PRE-ALARM
Vooralarm 0
0 Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motor(en) aan.
1 Het knipperlicht gaat circa 3 seconden voor het starten van de motor(en) aan.
Parameter Min. Max.
Default Eigen
Denitie Beschrijving
DIST.
DECEL
0 50 15
Ruimte afremming
[%]
Ruimte afremming (overgang van het nominale toerental naar de vertragingssnelheid) zowel bij
opening als bij sluiting van de motor(en), uitgedrukt in percentage van de totale slag.
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder
onderbrekingen noodzakelijk.
LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.
OP.FORCE
1 99 50
Maximumkracht
vleugel(s) bij
opening [%]
Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij opening. Geeft het percentage van geleverde
kracht aan, boven die opgeslagen tijdens de autoset (en vervolgens bijgewerkt), alvorens een
obstakelalarm te genereren.
De parameter wordt automatisch ingesteld door de autoset.
LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde
waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*). Indien noodzakelijk,
antibeklemmings-veiligheidsinrichtingen installeren(**).
partial
opening
10 99 99
Gedeeltelijke
opening M1 [%]
Percentage gedeeltelijke opening t.o.v. de totale opening, na activering voetgangerscommando PED.
CLS.FORCE
1 99 50
Maximumkracht
vleugel(s) bij
sluiting [%]
Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij sluiting. Geeft het percentage van geleverde kracht
aan, boven die opgeslagen tijdens de autoset (en vervolgens bijgewerkt), alvorens een
obstakelalarm te genereren.
De parameter wordt automatisch ingesteld door de autoset.
LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde
waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*). Indien noodzakelijk,
antibeklemmings-veiligheidsinrichtingen installeren(**).
OP SPEED
15 99 99
Snelheid bij
opening [%]
Percentage van de maximaal bereikbare snelheid bij opening door de motor(en).
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder
onderbrekingen noodzakelijk.
LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.
CL SPEED
15 99 99
Snelheid bij sluiting
[%]
Percentage van de maximaal bereikbare snelheid bij sluiting door de motor(en).
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder
onderbrekingen noodzakelijk.
LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.
SLOW
SPEED
15 99 25
Vertragingssnelheid
[%]
Snelheid van de motor(en) bij opening en bij sluiting in de vertragingsfase, uitgedrukt in
percentage van het maximum nominale toerental.
LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder
onderbrekingen noodzakelijk.
LET OP: Met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.
Maintenance
0 250 0
Programmering
aantal manoeuvres
drempel onderhoud
[in honderdtallen]
Hiermee kunt u een aantal manoeuvres instellen waarna de aanvraag voor onderhoud op de
uitgang AUX, gecongureerd als Onderhoud of Zwaailicht en Onderhoud, wordt weergegeven
(*) In de Europese Unie de EN12453 voor de krachtlimieten toepassen, en de EN12445 voor de meetmethode.
(**) De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen.
THALIA - 67
D811762 00100_06
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
HOLD-TO-RUN
Persoon aanwezig 0
0 Impulswerking.
1
Werking bij Aanwezige Persoon.
De ingang 61 wordt gecongureerd als OPEN UP.
De ingang 62 wordt gecongureerd als CLOSE UP.
De manoeuvre gaat verder zolang de druk op de toetsen OPEN UP of CLOSE UP gehandhaafd blijft.
LET OP: de veiligheden zijn niet actief.
2
Werking bij Aanwezige Persoon Emergency. Normaal gesproken impulswerking.
Als de test van de veiligheden door de kaart drie keer na elkaar mislukt (fotocel of rand, Er0x), wordt de wer-
king bij Aanwezige Persoon actief geactiveerd tot het loslaten van de toetsen OPEN UP of CLOSE UP.
De ingang 61 wordt gecongureerd als OPEN UP.
De ingang 62 wordt gecongureerd als CLOSE UP.
LET OP: met Persoon Aanwezig Emergency zijn de veiligheden niet actief.
IBL OPEN
Blokkeert
impulsen bij
opening
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de opening.
1 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de opening.
*IBL TCA
Blokkeert
impulsen in TCA
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de TCA-pauze.
1
De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de TCA-pauze.
IBL CLOSE
Blokkeert
impulsen bij
sluiting
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de sluiting.
1 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de sluiting.
RAM BLOW C.OP
Drukstoot bij
opening
0
0 Logica niet actief
1
Alvorens te openen, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere
ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
RAM BLOW C.CL
Drukstoot bij
sluiting
0
0 Logica niet actief
1
Alvorens te sluiten, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere
ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
BLOC PERSIST
Handhaving
blokkering
0
0 Logica niet actief
1
Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting,
worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur
uitgevoerd.
N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolume
te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld s nachts of te
wijten aan interne lekkages.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
PRESS SWC
Druk aanslag
sluiting
0
0
De beweging wordt uitsluitend stopgezet door de activering van de sluitingsaanslag; in dit geval is het
noodzakelijk te zorgen voor een precieze afstelling van de sluitingsaanslag (Fig. G, Ref. B).
1
Te gebruiken bij aanwezigheid van mechanische sluitnok.
Met deze functie wordt de druk van de vleugels op de mechanische nok geactiveerd, zonder dat dit door de
amperostop-sensor als obstakel wordt beschouwd.
De slag van de stang gaat enkele seconden verder, na de interceptie van de aanslag of tot de mechanische
nok. Op deze wijze, door de activering van de sluitingsaanslagen iets eerder uit te voeren, wordt de perfecte
aanslag van de vleugels op de stopaanslag verkregen (Fig. G, Ref. A).
ICE
Ice functie 0
0 De grens voor activering van de amperostop-beveiliging behoudt de ingestelde waarde.
1
De centrale voert automatisch bij ieder opstarten een compensatie uit van de grens voor activering van het
obstakelalarm.
Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm
EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. In geval van twijfel secundaire
veiligheidsinrichtingen gebruiken.
Deze functie is nuttig in geval van installaties die met lage temperaturen werken.
LET OP: na het activeren van deze functie is het noodzakelijk een autoset-manoeuvre uit te voeren.
1 MOT.ON
1 motor actief 0
0 Beide motoren actief (2 vleugels).
1 Alleen motor 1 actief (1 vleugel).
OPEN IN
OTHER DIRECT.
Omkering
openingsrichting
0
0 Standaard werking (Zie Fig. G, Ref. C).
1 De openingsrichting wordt omgekeerd t.o.v. de standaard werking (Zie Fig.G, Ref. D)
SAFE 1
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 1.
72
0
0 Ingang gecongureerd als Phot, fotocel.
1 Ingang gecongureerd als Phot test, trusted fotocel.
2 Ingang gecongureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening.
3 Ingang gecongureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening.
SAFE 2
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 2.
74
6
4 Ingang gecongureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting.
5 Ingang gecongureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting.
6 Ingang gecongureerd als Bar, gevoelige rand.
7 Ingang gecongureerd als Bar, trusted gevoelige rand.
8 Ingang gecongureerd als Bar 8k2.
68 - THALIA
D811762 00100_06
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
IC 1
Conguratie van
de commando-
ingang IC 1.
61
0
0 Ingang gecongureerd als Start E.
1 Ingang gecongureerd als Start I.
2 Ingang gecongureerd als Open.
3 Ingang gecongureerd als Close.
IC 2
Conguratie van
de commando-
ingang IC 2.
62
4
4 Ingang gecongureerd als Ped.
5 Ingang gecongureerd als Timer.
6 Ingang gecongureerd als Voetgangerstimer.
AUX 0
Conguratie
uitgang AUX 0.
20-21
6
0 Uitgang gecongureerd als 2e Radiokanaal.
1 Uitgang gecongureerd als SCA, Verklikkerlichtsignaal Hek Open.
2 Uitgang gecongureerd als commando Hulplicht.
3 Uitgang gecongureerd als commando Plaatselijke Verlichting.
4 Uitgang gecongureerd als Traplicht
AUX 3
Conguratie van
de uitgang AUX 3.
26-27
0
5 Uitgang gecongureerd als Alarm
6 Uitgang gecongureerd als Knipperlicht
7 Uitgang gecongureerd als Klikslot
8 Uitgang gecongureerd als Magneetslot
9 Uitgang gecongureerd als Onderhoud
10 Uitgang gecongureerd als Zwaailicht en Onderhoud.
FIXED CODE
Vaste Code 0
0
De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met rolling-code.
De Klonen met Vaste Code worden niet geaccepteerd.
1
De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met vaste code.
De Klonen met Vaste Code worden geaccepteerd.
Protection
level
Het
bescherm-
ingsniveau
instellen
0
0
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password niet vereist
B - Activeert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
Deze modus wordt in de buurt van het bedieningspaneel uitgevoerd en hiervoor is geen toegang nodig:
- Na elkaar drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen
afstandsbediening in standaardmodus via het menu radio.
- Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een afstandsbediening
die moet worden opgeslagen.
De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10s, binnen deze tijd is het mogelijk nog meer nieuwe
afstandsbedieningen in te voeren, door het vorige punt te herhalen.
C - Activeert de automatische invoering van de klonen via radio.
Hiermee kunnen de met een universele programmabesturing gemaakte klonen en de geprogrammeerde
Replay’s zich toevoegen aan het geheugen van de ontvanger.
D - Activeert de automatische invoering van de replays via radio.
Hiermee kunnen de geprogrammeerde Replay’s aan het geheugen van de ontvanger worden toegevoegd.
E - U kunt de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk wijzigen
1
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
De functies B - C - D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
2
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio.
De functies D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
3
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio.
De functies C - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
4
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio.
D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio.
E - De mogelijkheid om de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk te wijzigen wordt
gedeactiveerd
De afstandsbedieningen worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio.
BELANGRIJK: Door dit hoge veiligheidsniveau wordt de toegang belemmerd van de ongewenste klonen
zowel als van de eventueel aanwezige radiostoringen.
SERIAL MODE
Seriële modus
(Om te identiceren
hoe de kaart
moet worden
gecongureerd
in een BFT-
netwerkaansluiting.)
0
0 SLAVE standard: de kaart ontvangt commando's/diagnose/etc. en geeft deze door
1
MASTER standard: de kaart verstuurt activeringscommando's (START, OPEN, CLOSE, PED, STOP) naar andere
kaarten.
ADDRESS
Adres 0
[ ___ ]
Om het adres van 0 tot 119 van de kaart in een lokale BFT-netwerkaansluiting te identiceren.
(zie paragraaf OPTIONELE MODULES U-LINK)
THALIA - 69
D811762 00100_06
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
EXPI1
Conguratie
van de ingang
EXPI1 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
1-2
1
0 Ingang gecongureerd als commando Start E.
1 Ingang gecongureerd als commando Start I.
2 Ingang gecongureerd als commando Open.
3 Ingang gecongureerd als commando Close.
4 Ingang gecongureerd als commando Ped.
5 Ingang gecongureerd als commando Timer.
6 Ingang gecongureerd als commando VoetgangersTimer
7 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot, fotocel.
8 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief.
9 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief.
10 Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand.
11
Ingang gecongureerd als beveiliging Phot test, fotocel als “trusted device.
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
12
Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op test, fotocel als “trusted device alleen bij opening actief.
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
13
Ingang gecongureerd als Phot cl test, fotocel als “trusted device” alleen bij sluiting actief.
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
14
Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand als “trusted device.
De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang
controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
EXPI2
Conguratie
van de ingang
EXPI2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
1-3
0
0 Ingang gecongureerd als commando Start E.
1 Ingang gecongureerd als commando Start I.
2 Ingang gecongureerd als commando Open.
3 Ingang gecongureerd als commando Close.
4 Ingang gecongureerd als commando Ped.
5 Ingang gecongureerd als commando Timer.
6 Ingang gecongureerd als commando VoetgangersTimer.
7 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot, fotocel.
8 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief.
9 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief.
10 Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand.
EXPO1
Conguratie
van de uitgang
EXPO2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
4-5
11
0 Uitgang gecongureerd als 2de Radiokanaal.
1 Uitgang gecongureerd als SCA, Verklikkerslichtsignaal Hek Open.
2 Uitgang gecongureerd als commando Hulplicht.
3 Uitgang gecongureerd als commando Plaatselijke Verlichting.
4 Uitgang gecongureerd als Traplicht.
EXPO2
Conguratie
van de uitgang
EXPO2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
6-7
11
5 Uitgang gecongureerd als Alarm.
6 Uitgang gecongureerd als Knipperlicht.
7 Uitgang gecongureerd als Klikslot.
8 Uitgang gecongureerd als Magneetslot.
9 Uitgang gecongureerd als Onderhoud.
10 Uitgang gecongureerd als Zwaailicht en Onderhoud.
11
Uitgang gecongureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart.
TRAFFIC
LIGHT
PREFLASHING
Vooraf knipperen
stoplicht
0
0 Vooraf knipperen uitgesloten.
1 Knipperende rode lichten, 3 seconden lang, bij begin manoeuvre.
TRAFFIC LIGHT
RED LAMP
ALWAYS ON
Continu rood
stoplicht
0
0 Rode lichten uit bij gesloten hek.
Rode lichten aan bij gesloten hek.
INSTALLATIEHANDLEIDING
70 - THALIA
D811762 00100_06
NEDERLANDS
TABEL C”  MENU RADIO RADIO
Logica Beschrijving
Add start
Toets start toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando Start
add 2ch
Toets 2ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal. Associeert de gewenste toets met het commando 2de radiokanaal. Als geen
enkele uitgang gecongureerd is als Uitgang 2de radiokanaal, dan bestuurt het 2de radiokanaal de voetgangersopening.
erase 64
Verwijder Lijst
OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig.
cod RX
Aezen code ontvanger
Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen.
v
ON = Activeert de programmering op afstand van de kaarten door middel van een eerder in het geheugen opgeslagen W LINK-zender.
Deze activering blijft 3 minuten actief na op de afstandsbediening W LINK gedrukt te hebben.
OFF= Programmering W LINK gedeactiveerd.
INSTALLATIEHANDLEIDING
THALIA - 71
D811762 00100_06
AVVERTENZE PER L’UTILIZZATORE ( I )
ATTENZIONE! Importanti istruzioni di sicurezza. Leggere e seguire attentamente le
Avvertenze e le Istruzioni che accompagnano il prodotto poiché un uso improprio può
causare danni a persone, animali o cose. Conservare le istruzioni per consultazioni future
e trasmetterle ad eventuali subentranti nell’uso dell’impianto.
Questo prodotto dovrà essere destinato solo all’uso per il quale è stato espressamente
installato. Ogni altro uso è da considerarsi improprio e quindi pericoloso. Il costruttore
non può essere considerato responsabile per eventuali danni causati da usi impropri,
erronei e irragionevoli.
SICUREZZA GENERALE
Nel ringraziarVi per la preferenza accordata a questo prodotto, la Ditta è certa che da esso otterrete
le prestazioni necessarie al Vostro uso.
Questo prodotto risponde alle norme riconosciute della tecnica e della disposizioni relative
alla sicurezza se correttamente installato da personale qualicato ed esperto (installatore
professionale).
L’automazione, se installata ed utilizzata correttamente, soddisfa gli standard di sicurezza nell’uso.
Tuttavia è opportuno osservare alcune regole di comportamento per evitare inconvenienti
accidentali:
- Tenere bambini, persone e cose fuori dal raggio d’azione dell’automazione, in particolare
durante il movimento.
- Non permettere a bambini di giocare o sostare nel raggio di azione dell’automazione.
- Questa automazione non è destinata all’uso da parte di bambini o da parte di persone con ridotte
capacità mentali, siche e sensoriali, o persone che mancano di conoscenze adeguate a meno che
esse non abbiano potuto beneciare, attraverso l’intermediazione di una persona responsabile
della loro sicurezza, di una sorveglianza o di istruzioni riguardanti l’uso dell’apparecchio.
- I bambini devono essere sorvegliati per sincerarsi che non giochino con l’apparecchio. Non per-
mettere ai bambini di giocare con i controlli ssi. Tenere i telecomandi lontani dai bambini.
-
Evitare di operare in prossimità delle cerniere o organi meccanici in movimento.
-
Non contrastare il movimento dell’anta e non tentare di aprire manualmente la porta se non è
stato sbloccato l’attuatore con l’apposita manopola di sblocco.
-
Non entrare nel raggio di azione della porta o cancello motorizzati durante il loro movimento.
- Non lasciare radiocomandi o altri dispositivi di comando alla portata dei bambini onde evitare
azionamenti involontari.
- Lattivazione dello sblocco manuale potrebbe causare movimenti incontrollati della porta se in
presenza di guasti meccanici o di condizioni di squilibrio.
- In caso di apritapparelle: sorvegliare la tapparella in movimento e tenere lontano le persone
nché non è completamente chiusa. Porre cura quando si aziona lo sblocco se presente, poiché
una tapparella aperta potrebbe cadere rapidamente in presenza di usura o rotture.
-
La rottura o l’usura di organi meccanici della porta (parte guidata), quali ad esempio cavi, molle,
supporti, cardini, guide.. potrebbe generare pericoli. Far controllare periodicamente l’impianto
da personale qualicato ed esperto (installatore professionale) secondo quanto indicato
dall’installatore o dal costruttore della porta.
- Per ogni operazione di pulizia esterna, togliere l’alimentazione di rete.
- Tenere pulite le ottiche delle fotocellule ed i dispositivi di segnalazione luminosa. Controllare
che rami ed arbusti non disturbino i dispositivi di sicurezza.
- Non utilizzare l’automatismo se necessita di interventi di riparazione. In caso di guasto o di mal-
funzionamento dell’automazione, togliere l’alimentazione di rete sull’automazione, astenersi da
qualsiasi tentativo di riparazione o intervento diretto e rivolgersi solo a personale qualicato ed
esperto (installatore professionale) per la necessaria riparazione o manutenzione. Per consentire
l’accesso, attivare lo sblocco di emergenza (se presente).
-
Per qualsiasi intervento diretto sull’automazione o sull’impianto non previsto dal presente manuale,
avvalersi di personale qualicato ed esperto (installatore professionale).
- Con frequenza almeno annuale far verificare l’integrità e il corretto funzionamento
dell’automazione da personale qualicato ed esperto (installatore professionale), in particolare
di tutti i dispositivi di sicurezza.
- Gli interventi d’installazione, manutenzione e riparazione devono essere documentati e la
relativa documentazione tenuta a disposizione dell’utilizzatore.
- Il mancato rispetto di quanto sopra può creare situazioni di pericolo.
DEMOLIZIONE
Leliminazione dei materiali va fatta rispettando le norme vigenti. Non gettate il
vostro apparecchio scartato, le pile o le batterie usate nei riuti domestici. Avete
la responsabilità di restituire tutti i vostri riuti da apparecchiature elettriche o
elettroniche lasciandoli in un punto di raccolta dedicato al loro riciclo.
Tutto quello che non è espressamente previsto nel manuale d’uso, non è permesso. ll
buon funzionamento dell’operatore è garantito solo se vengono rispettate le prescrizioni
riportate in questo manuale. La Ditta non risponde dei danni causati dall’inosservanza delle
indicazioni riportate in questo manuale.
Lasciando inalterate le caratteristiche essenziali del prodotto, la Ditta si riserva di apportare
in qualunque momento le modiche che essa ritiene convenienti per migliorare tecnica-
mente, costruttivamente e commercialmente il prodotto, senza impegnarsi ad aggiornare
la presente pubblicazione.
USER WARNINGS (GB)
WARNING! Important safety instructions. Carefully read and comply with the Warnings
and Instructions that come with the product as improper use can cause injury to people
and animals and damage to property. Keep the instructions for future reference and hand
them on to any new users.
This product is meant to be used only for the purpose for which it was explicitly installed.
Any other use constitutes improper use and, consequently, is hazardous. The manufacturer
cannot be held liable for any damage as a result of improper, incorrect or unreasonable use.
GENERAL SAFETY
Thank you for choosing this product. The Firm is condent that its performance will meet your
operating needs.
This product meets recognized technical standards and complies with safety provisions when installed
correctly by qualied, expert personnel (professional installer).
If installed and used correctly, the automated system will meet operating safety standards.
Nonetheless, it is advisable to observe certain rules of behaviour so that accidental problems
can be avoided:
- Keep adults, children and property out of range of the automated system, especially while it is
moving.
- Do not allow children to play or stand within range of the automated system.
- This automated system is not meant for use by children or by people with impaired mental,
physical or sensory capacities, or people who do not have suitable knowledge, unless a person
who is responsible for their safety provides them with necessary supervision or instructions on
how to use the device.
- Children must be supervised to ensure they do not play with the device. Do not allow children
to play with the xed controls. Keep remote controls out of reach of children.
- Do not work near hinges or moving mechanical parts.
- Do not hinder the leafs movement and do not attempt to open the door manually unless the
actuator has been released with the relevant release knob.
- Keep out of range of the motorized door or gate while they are moving.
- Keep remote controls or other control devices out of reach of children in order to avoid the
automated system being operated inadvertently.
- The manual releases activation could result in uncontrolled door movements if there are me-
chanical faults or loss of balance.
- When using roller shutter openers: keep an eye on the roller shutter while it is moving and keep
people away until it has closed completely. Exercise care when activating the release, if such a
device is tted, as an open shutter could drop quickly in the event of wear or breakage.
- The breakage or wear of any mechanical parts of the door (operated part), such as cables, springs,
supports, hinges, guides…, may generate a hazard. Have the system checked by qualied, expert
personnel (professional installer) at regular intervals according to the instructions issued by the
installer or manufacturer of the door.
- When cleaning the outside, always cut o mains power.
- Keep the photocells’ optics and illuminating indicator devices clean. Check that no branches or
shrubs interfere with the safety devices.
- Do not use the automated system if it is in need of repair. In the event the automated system
breaks down or malfunctions, cut o mains power to the system; do not attempt to repair or
perform any other work to rectify the fault yourself and instead call in qualied, expert personnel
(professional installer) to perform the necessary repairs or maintenance. To allow access, activate
the emergency release (where tted).
- If any part of the automated system requires direct work of any kind that is not contemplated
herein, employ the services of qualied, expert personnel (professional installer).
- At least once a year, have the automated system, and especially all safety devices, checked
by qualied, expert personnel (professional installer) to make sure that it is undamaged and
working properly.
- A record must be made of any installation, maintenance and repair work and the relevant
documentation kept and made available to the user on request.
- Failure to comply with the above may result in hazardous situations.
SCRAPPING
Materials must be disposed of in accordance with the regulations in force. Do not
throw away your discarded equipment or used batteries with household waste. You
are responsible for taking all your waste electrical and electronic equipment to a
suitable recycling centre.
Anything that is not explicitly provided for in the user guide is not allowed. The operator’s
proper operation can only be guaranteed if the instructions given herein are complied
with. The Firm shall not be answerable for damage caused by failure to comply with the
instructions featured herein.
While we will not alter the product’s essential features, the Firm reserves the right, at any time,
to make those changes deemed opportune to improve the product from a technical, design
or commercial point of view, and will not be required to update this publication accordingly.
AVERTISSEMENTS POUR L’UTILISATEUR (F)
ATTENTION ! Instructions de sécurité importantes. Veuillez lire et suivre attentivement
tous les avertissements et toutes les instructions fournis avec le produit sachant qu’un
usage incorrect peut provoquer des préjudices aux personnes, aux animaux ou aux biens.
Veuillez conserver les instructions pour d’ultérieures consultations et pour les transmettre
aux propriétaires futurs éventuels.
Cet appareil ne peut être destiné qu’à l’usage pour lequel il a été expressément installé.
Tout autre usage sera considéré comme impropre et donc dangereux. Le fabricant ne
sera en aucun cas considéré comme responsable des préjudices dus à un usage impropre,
erroné ou déraisonné.
SECURITE GÉNÉRALE
Nous vous remercions d’avoir choisi ce produit qui, nous nen doutons pas, saura vous garantir
les performances attendues.
Ce produit, correctement installé par du personnel qualié et expérimenté (monteur professionnel)
est conforme aux normes reconnues de la technique et des prescriptions de sécurité.
Si l’automatisation est montée et utilisée correctement, elle garantit la sécurité d’utilisation
prescrite. Il est cependant nécessaire de respecter certaines règles de comportement pour éviter
tout inconvénient accidentel.
- Tenir les enfants, les personnes et les objets à l’écart du rayon d’action de l’automatisation, en
particulier pendant son fonctionnement.
- Empêcher les enfants de jouer ou de stationner dans le rayon d’action de l’automatisation.
- Cette automatisation n’est pas destinée à être utilisée par des enfants, des personnes ayant des
capacités mentales, physiques et sensorielles réduites ou des personnes ne disposant pas des
connaissances nécessaires à moins de disposer, par l’entremise d’une personne responsable de
leur sécurité, d’une surveillance ou d’instructions sur l’usage de l’appareil.
-
Les enfants doivent être surveillés an de s’assurer qu’ils ne jouent pas avec l’appareil. Interdire aux
enfants de jouer avec les contrôles xes. Ranger les télécommandes hors de portée des enfants.
-
Eviter d’opérer à proximité des charnières ou des organes mécaniques en mouvement.
- Ne pas s’opposer volontairement au mouvement du vantail et ne pas tenter d’ouvrir la porte à la
main si le déclencheur n’est pas déverrouillé avec le levier de déverrouillage prévu à cet eet.
-
Ne pas entrer dans le rayon d’action du portail/de la porte motorisé/e pendant son mouvement.
- Ranger les radiocommandes ou les autres dispositifs de commande hors de portée des enfants
an d’éviter tout actionnement involontaire.
- Lactivation du déverrouillage manuel risque de provoquer des mouvements incontrôlés de la
porte en présence de pannes mécaniques ou de conditions de déséquilibre.
- Avec les ouvre-stores: surveiller le store en mouvement et veiller à ce que les personnes restent
à l’écart tant qu’il n’est pas complètement fermé. Actionner l’éventuel déverrouillage avec
prudence car si un store reste ouvert il peut tomber brutalement s’il est usé ou cassé.
- La rupture ou l’usure des organes mécaniques de la porte (partie guidée), tels que les câbles, les
ressorts, les supports et les gonds peuvent générer des risques. Faire contrôler périodiquement
l’installation par du personnel qualié et expérimenté (monteur professionnel), conformément
aux indications du monteur ou du fabricant de la porte.
- Mettre hors tension avant d’accomplir les opérations de nettoyage extérieur.
- Veiller à la propreté des lentilles des photocellules et des lampes de signalisation. Veiller à ce
que les dispositifs de sécurité ne soient pas gênés par des branches ou des arbustes.
- Ne pas utiliser l’automatisation si elle a besoin d’être réparée. En cas de panne ou de mauvais
fonctionnement de l’automatisation, mettre l’automatisation hors tension, éviter toute tentative
de réparation ou d’intervention directe et s’adresser uniquement à du personnel qualié et ex-
périmenté (monteur professionnel) pour la réparation ou les opérations d’entretien nécessaires.
Pour permettre l’accès, activer le déverrouillage d’urgence (sil y en a un).
- Pour toutes les interventions directes sur l’automatisation ou sur l’installation non prévues dans
le présent manuel, s’adresser uniquement à du personnel qualié et expérimenté (monteur
professionnel).
- Une fois par an au moins, faire vérier le bon état et le bon fonctionnement de l’automatisation
par du personnel qualié et expérimenté (monteur professionnel) et en particulier tous les
dispositifs de sécurité.
- Les interventions de montage, d’entretien et de réparation doivent être documentées et cette
documentation doit être tenue à la disposition de l’utilisateur.
- Le non respect des prescriptions ci-dessus peut être à l’origine de dangers.
DÉMOLITION
Eliminez les matériaux en respectant les normes en vigueur. Ne jetez ni les vieux
appareils, ni les piles, ni les batteries usées avec les ordures domestiques. Vous
devez coner tous vos déchets d’appareils électriques ou électroniques à un centre
de collecte diérenciée, préposé à leur recyclage.
dit. Le bon fonctionnement de l’appareil n’est garanti que si les données indiquées sont
Tout ce qui n’est pas expressément prévu dans le manuel de montage est interdit. Le bon
fonctionnement de l’appareil n’est garanti que si les données indiquées sont respectées.
Le Fabricant ne répond pas des dommages provoqués par l’inobservation des indications
données dans ce manuel.
En laissant inaltérées les caractéristiques essentielles de l’appareil, l’entreprise se réserve le
droit d’apporter à tout moment les modications quelle jugera opportunes pour améliorer
le produit du point de vue technique, commercial et de sa construction, sans s’engager à
mettre à jour la présente publication.
HINWEISE FÜR DEN BENUTZER (D)
ACHTUNG! Wichtige Hinweise zur Sicherheit. Bitte lesen und befolgen Sie aufmerksam die
Hinweise sowie die Bedienungsanleitung, die das Produkt begleiten, denn eine falsche
Benutzung des Produkts kann zu Verletzungen von Menschen und Tieren sowie zu Sachs-
chäden führen. Bitte bewahren Sie die Anweisungen für die zukünftige Konsultation sowie
für eventuelle zukünftige Benutzer der Anlage auf.
AVVERTENZE PER L’UTILIZZATORE D811767_04
Dieses Produkt ist ausschließlich für den Einsatz bestimmt, für den es ausdrücklich insta-
lliert worden ist. Alle sonstigen Einsatzweisen gelten als Zweckentfremdung und somit als
gefährlich. Der Hersteller kann nicht für eventuelle Schäden haftbar gemacht werden, die
auf Zweckentfremdung oder unsachgemäße Verwendung zurückzuführen sind.
ALLGEMEINE SICHERHEIT
Wir danken Ihnen dafür, dass Sie diesem Produkt den Vorzug gegeben haben, und sind sicher,
dass Sie mit ihm die für Ihre Anwendung erforderlichen Leistungen erzielen werden.
Dieses Produkt entspricht den anerkannten Normen der Technik sowie den Sicherheitsbestim-
mungen, falls es von qualiziertem Fachpersonal (professioneller Installateur) ordnungsgemäß
installiert wird.
Bei ordnungsgemäßer Installation und Benutzung erfüllt die Automatisierung die geforderten
Sicherheitsstandards. Dennoch sollten einige Verhaltensregeln beachtet werden, um Zwisch-
enfälle zu vermeiden:
- Halten Sie Kinder, Personen und Sachen aus dem Wirkungsbereich der Automatisierung fern,
vor allem während der Bewegung.
-
Verhindern Sie, dass sich Kindern im Aktionsradius der Automatisierung aufhalten oder dort spielen.
- Diese Automatisierung ist nicht für die Benutzung durch Kinder, Personen mit eingeschränkten
geistigen, körperlichen oder sensoriellen Fähigkeiten oder Personen ohne angemessene Ken-
ntnisse vorgesehen, es sei denn, sie werden durch ihren Sicherheitsbeauftragten überwacht
oder in die Benutzung der Vorrichtung eingewiesen.
- Kinder müssen überwacht werden, um sicherzustellen, dass sie nicht mit der Vorrichtung spielen.
Stellen Sie sicher, dass die Kinder nicht mit den festen Bedienelementen spielen. Halten Sie die
Fernbedienungen von Kindern fern.
-
Vermeiden Sie Arbeiten in der Nähe der Scharniere oder der beweglichen Bauteile.
- Halten Sie die Bewegung der Tür nicht auf und versuchen Sie nicht, die Tür von Hand zu önen,
wenn der Trieb nicht mit dem entsprechenden Entsperrhebel entsperrt worden ist.
- Halten Sie sich während der Bewegung aus dem Aktionsradius der Tür oder des motorisierten
Tors fern.
- Halten Sie die Funkfernbedienung oder sonstige Steuerungsvorrichtungen von Kindern fern,
um unbeabsichtigte Betätigungen der Automatisierung zu vermeiden.
- Die Aktivierung der manuellen Entsperrung könnte bei mechanischen Defekten oder Unglei-
chgewichtssituationen zu unkontrollierten Bewegungen der Tür führen.
- Bei Rollladenautomatisierungen: Überwachen Sie den Rollladen während der Bewegung und
halten Sie Personen fern, bis er vollständig geschlossen ist. Gehen Sie bei der Betätigung der
eventuellen Entsperrung mit Vorsicht vor, da der oene Rollladen bei Brüchen oder Abnutzung
herunterfallen könnte.
- Das Brechen oder die Abnutzung der mechanischen Organe der Tür (geführter Teil) wie zum
Beispiel Kabel, Federn, Aufhängungen, Führungen usw. könnte zu Gefahren führen. Lassen Sie die
Anlage in regelmäßigen Abständen von qualiziertem Fachpersonal (professioneller Installateur)
unter Beachtung der Angaben des Installateurs oder des Herstellers der Tür überprüfen.
- Unterbrechen Sie vor allen externen Reinigungsarbeiten die Stromversorgung.
- Halten Sie die Linsen der Fotozellen und die Anzeigevorrichtungen sauber. Stellen Sie sicher,
dass die Sicherheitsvorrichtungen nicht durch Zweige oder Sträucher beeinträchtigt werden.
- Benutzen Sie die Automatisierung nicht, falls sie Reparatureingrie erforderlich macht. Unter-
brechen Sie bei Beschädigungen oder Funktionsstörungen die Stromversorgung der Automa-
tisierung, unternehmen Sie keine Reparaturversuche oder direkte Eingrie und wenden Sie
sich für die erforderliche Reparatur oder Wartung an qualiziertes Fachpersonal (professioneller
Installateur). Aktivieren Sie für den Zugang die Notfallentsperrung (falls vorhanden).
- Wenden Sie sich für alle im vorliegenden Handbuch nicht vorgesehenen direkten Eingrie an der
Automatisierung oder der Anlage an qualiziertes Fachpersonal (professioneller Installateur).
- Lassen Sie die Unversehrtheit und den ordnungsgemäßen Betrieb der Automatisierung sowie
insbesondere der Sicherheitsvorrichtungen zumindest einmal jährlich von qualiziertem
Fachpersonal (professioneller Installateur) überprüfen.
- Die Installations-, Wartungs- und Reparatureingrie müssen dokumentiert werden und die
Dokumentation muss dem Benutzer zur Verfügung gehalten werden.
- Die Nichtbeachtung dieser Anweisung kann zu Gefahrensituationen führen.
VERSCHROTTUNG
Die Entsorgung der Materialien muss unter Beachtung der geltenden Normen erfolgen.
Bitte werfen Sie Ihr Altgerät oder die leeren Batterien nicht in den Haushaltsabfall.
Sie sind verantwortlich für die ordnungsgemäße Entsorgung Ihrer elektrischen oder
elektronischen Altgeräte durch eine ozielle Sammelstelle.
Alles, was im Installationshandbuch nicht ausdrücklich vorgesehen ist, ist untersagt. Der
ordnungsgemäße Betrieb des Triebs kann nur garantiert werden, wenn alle angegebenen
Daten eingehalten werden. Die Firma haftet nicht für Schäden, die auf die Nichtbeachtung
der Hinweise im vorliegenden Handbuch zurückzuführen sind.
Unter Beibehaltung der wesentlichen Eigenschaften des Produktes kann die Firma jederzeit
und ohne Verpichtung zur Aktualisierung des vorliegenden Handbuches Änderungen zur
technischen, konstruktiven oder handelstechnischen Verbesserung vornehmen.
ADVERTENCIAS PARA EL USUARIO (E)
¡ATENCIÓN! Instrucciones de seguridad importantes. Leer y seguir con atención las Adver-
tencias y las Instrucciones que acompañan el producto, ya que el uso inapropiado puede
causar daños a personas, animales o cosas. Guardar las instrucciones para futuras consultas
y transmitirlas a eventuales reemplazantes en el uso de la instalación.
Este producto se deberá utilizar únicamente para el uso para el cual ha sido expresamen-
te instalado. Cualquier otro uso se considerará inadecuado y por lo tanto peligroso El
fabricante no se responsabiliza por posibles daños causados debido a usos inapropiados,
erróneos e irrazonables.
SEGURIDAD GENERAL
Le agradecemos por haber elegido este producto, en la Empresa estamos seguros que obtendrán
las prestaciones necesarias para su uso.
Este producto responde a las normas reconocidas de la técnica y de las disposiciones inherentes
a la seguridad siempre que haya sido correctamente instalado por personal cualicado y experto
(instalador profesional).
La automatización, si se instala y utiliza de manera correcta, cumple con los estándares de
seguridad para el uso. Sin embargo es conveniente respetar algunas reglas de comportamiento
para evitar inconvenientes accidentales:
- Mantener a niños, personas y cosas fuera del radio de acción de la automatización, especialmente
durante su movimiento.
- No permitir que los niños jueguen o permanezcan en el radio de acción de la automatización.
- Esta automatización no está destinada para ser utilizada por niños o por personas con capaci-
dades mentales, físicas y sensoriales reducidas, o personas que no cuenten con conocimientos
adecuados, salvo que sean supervisadas o hayan recibido instrucciones de uso del equipo por
parte de una persona responsable de su seguridad.
- Los niños deben ser vigilados para cerciorarse que no jueguen con el equipo. No permitir que
los niños jueguen con los controles jos. Mantener los mandos a distancia alejados de los niños.
- Evitar operar cerca de las bisagras o de los órganos mecánicos en movimiento.
- No obstaculizar el movimiento de la hoja y no intentar abrir manualmente la puerta si no se ha
desbloqueado el accionador con el botón de desbloqueo especíco.
- No ingresar al radio de acción de la puerta o cancela motorizadas durante el movimiento de las
mismas.
- No dejar radiomandos u otros dispositivos de mando al alcance de niños, para evitar acciona-
mientos involuntarios.
- La activación del desbloqueo manual podría causar movimientos incontrolados de la puerta
en caso de averías mecánicas o condiciones de desequilibrio.
- En caso de automatizaciones para persianas enrollables: vigilar la persiana en movimiento y
mantener alejadas a las personas hasta que esté completamente cerrada. Tener precaución
cuando se acciona el desbloqueo, si estuviera presente, puesto que una persiana enrollable
abierta podría caer rápidamente en caso de desgaste o roturas.
- La rotura o el desgaste de órganos mecánicos de la puerta (parte guiada), como por ejemplo
cables, muelles, soportes, goznes, guías, etc. podría generar peligros. Hacer controlar perió-
dicamente la instalación por personal cualicado y experto (instalador profesional), según lo
indicado por el instalador o por el fabricante de la puerta.
-
Para cualquier operación de limpieza exterior, interrumpir la alimentación de red.
- Mantener limpias las ópticas de las fotocélulas y los dispositivos de señalización luminosa.
Controlar que ramas y arbustos no obstaculicen los dispositivos de seguridad.
-
No utilizar la automatización si necesita intervenciones de reparación. En caso de avería o de defecto
de funcionamiento de la automatización, interrumpir la alimentación de red en la automatización,
abstenerse de cualquier intento de reparación o intervención directa y recurrir sólo a personal
cualicado y experto (instalador profesional) para la necesaria reparación y mantenimiento. Para
permitir el acceso, activar el desbloqueo de emergencia (si estuviera presente).
- Para cualquier intervención directa en la automatización o en la instalación no prevista por el
presente manual, recurrir a personal cualicado y experto (instalador profesional).
- Al menos una vez al año hacer controlar la integridad y el correcto funcionamiento de la auto-
matización por personal cualicado y experto (instalador profesional), en particular de todos
los dispositivos de seguridad.
-
Las intervenciones de instalación, mantenimiento y reparación deben ser registradas y la documen-
tación correspondiente se debe mantener a disposición del usuario.
-
El incumplimiento de lo antes indicado puede provocar situaciones de peligro.
DESGUACE
La eliminación de los materiales se debe realizar respetando las normas vigentes.
No desechar su equipo descartado, las pilas o las baterías usadas con los residuos
domésticos. Usted tiene la responsabilidad de desechar todos sus residuos de
equipos eléctricos o electrónicos, entregándolos a un punto de recogida dedicado
al reciclaje de los mismos.
Todo aquello que no expresamente previsto en el manual de uso, no está permitido. El
buen funcionamiento del operador es garantizado sólo si se respetan las prescripciones
indicadas en el presente manual. La Empresa no se responsabiliza por los daños causados
por el incumplimiento de las indicaciones dadas en el presente manual.
Dejando inalteradas las características esenciales del producto, la Empresa se reserva el
derecho de realizar, en cualquier momento, modicaciones que considere convenientes para
mejorar la técnica, la fabricación y la comercialización del producto, sin comprometerse a
actualizar la presente publicación.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER(NL)
LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De Waarschuwingen en de Instructies die met
het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien verkeerd gebruik
schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken. De instructies bewaren voor
toekomstige raadpleging en doorgeven aan eventuele personen die het gebruik van de
installatie overnemen.
Dit product is uitsluitend bestemd voor het gebruik waarvoor het uitdrukkelijk geïnstalleerd
is. Ieder ander gebruik dient als oneigenlijk en dus gevaarlijk beschouwd te worden. De
fabrikant mag niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade veroorzaakt
door oneigenlijk, verkeerd of onredelijk gebruik.
ALGEMENE VEILIGHEID
Wij danken u ervoor dat u de voorkeur hebt gegeven aan dit product. Wij als bedrijf zijn er zeker
van dat dit product de voor uw gebruik noodzakelijke prestaties kan leveren.
Dit product voldoet aan de erkende normen van de techniek en van de bepalingen betreende
de veiligheid, indien correct geïnstalleerd door gekwaliceerd en ervaren personeel (profes-
sionele installateur).
Het automatiseringssysteem, indien juist geïnstalleerd en gebruikt, voldoet aan de vereiste
veiligheidsgraad bij het gebruik. Het is niettemin nuttig enkele gedragsregels in acht te nemen
om onopzettelijke ongemakken te vermijden:
- Kinderen, personen en voorwerpen buiten de actieradius van het automatiseringssysteem
houden, met name tijdens de beweging.
- Niet aan kinderen toestaan om in de actieradius van het automatiseringssysteem te spelen of
zich daarbinnen te bevinden.
- Deze automatisering is niet bestemd voor gebruik vanwege kinderen of personen met beperkte
mentale, lichamelijke en sensorische capaciteiten, of vanwege personen die het toestel niet
voldoende kennen, tenzij ze beroep kunnen doen op de hulp van een persoon die verantwo-
ordelijk is voor hun veiligheid en die toezicht houdt of de nodige instructies verschaft m.b.t.
het gebruik van het toestel.
- De kinderen moeten in het oog worden gehouden zodanig dat ze zeker niet met het toestel
gaan spelen. De kinderen niet laten spelen met de vaste controles. De afstandsbedieningen uit
de buurt van de kinderen houden.
-
Vermijden om te werken in de buurt van de scharnieren of bewegende mechanische onderdelen.
-
De beweging van de vleugel niet tegengaan en niet proberen de deur handmatig te openen, als de
actuator niet gedeblokkeerd is met de speciale deblokkeringsknop.
-
Niet de actieradius van de gemotoriseerde deur of hek betreden tijdens de beweging daarvan.
- Afstandsbedieningen of andere besturingsinrichtingen buiten bereik van kinderen bewaren
om ongewilde activeringen te vermijden.
- De activering van de handmatige deblokkering zou ongecontroleerde bewegingen van de
deur kunnen veroorzaken, als dit gebeurt tijdens mechanische storingen of in onevenwichtige
toestanden.
- In geval van afstandsbediening rolluiken: het bewegende rolluik controleren en de personen op
een afstand houden tot deze niet volledig gesloten is. Opletten wanneer de deblokkering wordt
geactiveerd, indien aanwezig, omdat een open rolluik snel zou kunnen vallen in aanwezigheid
van slijtage of gebreken.
- Het stukgaan of de slijtage van mechanische onderdelen van de deur (geleide deel), zoals
bijvoorbeeld kabels, veren, steunen, klepscharnieren, geleiders, kan gevaren veroorzaken. De
installatie periodiek laten controleren door gekwaliceerd en ervaren personeel (professionele
installateur) volgens hetgeen aangegeven door de installateur of de deurenfabrikant.
- Voor alle externe schoonmaakwerkzaamheden het voedingsnet loskoppelen.
- De optieken van de fotocellen en de signaleringsinrichtingen schoon houden. Controleren of
takken en struiken de veiligheidsinrichtingen niet storen.
- Het automatisme niet gebruiken, als daarop onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. In geval
van storing of defect van het automatiseringssysteem, het voedingsnet loskoppelen van het
automatiseringssysteem, geen pogingen ondernemen tot reparatie of directe werkzaamheden
en zich alleen tot gekwaliceerd en ervaren personeel wenden (professionele installateur)
voor de noodzakelijke reparatie of onderhoud. Om de toegang mogelijk te maken, de nood-
deblokkering activeren (indien aanwezig).
- Voor wat voor directe werkzaamheden dan ook op het automatiseringssysteem of de installatie,
die niet door deze handleiding voorzien zijn, gebruik maken van gekwaliceerd en ervaren
personeel (professionele installateur).
- Minstens eenmaal per jaar de goede toestand en de correcte werking van het automatiserings-
systeem laten controleren door gekwaliceerd en ervaren personeel (professionele installateur),
met name van alle veiligheidsinrichtingen.
- De installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten gedocumenteerd worden en
de desbetreende documentatie moet ter beschikking worden gehouden van de gebruiker.
- Het niet naleven van hetgeen hierboven beschreven is, kan gevaarlijke situaties creëren.
SLOOP
De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de geldende normen.
Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen of accus niet bij het huisvuil we-
ggooien. U bent er verantwoordelijk voor al uw afval van elektrische of elektronische
apparatuur weg te brengen naar een inzamelpunt voor de recycling ervan.
Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in deze gebruikershandleiding, is niet toegestaan.
De goede werking van de controller is alleen gegarandeerd, als de voorschriften aanwezig
in deze handleiding in acht worden genomen. Het bedrijf is niet gehouden zich te verant-
woorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen
vermeld in deze handleiding.
Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf
zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij
geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren,
zonder deze publicatie te hoeven bijwerken.
AVVERTENZE PER L’UTILIZZATORE D811767_04
THALIA - 73
D811762 00100_06

Documenttranscriptie

027908 D811762 00100_06 11-03-14 8 380555 ISTRUZIONI DI INSTALLAZIONE INSTALLATION MANUAL INSTRUCTIONS D’INSTALLATION Montageanleitung INSTRUCCIONES DE INSTALACION INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN THALIA QUADRO COMANDO CONTROL PANEL CENTRALE DE COMMANDE SELBSTÜBERWACHENDE STEUERUNG CUADRO DE MANDOS Bedieningspaneel Attenzione! Leggere attentamente le “Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las “Advertencias” en el interior! Let op! Lees de “Waarschuwingen”tigre aan de binnenkant zorgvuldig! tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor: LUX G BT tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor: E 4 5 Potenza massima - Maximum power - Puissance maximum - Max. Leistung - Potencia máxima - Maximum vermogen Ciclo massimo - Maximum cycle - Cycle maximum - Max. Zyklus - Ciclo máximo - Maximale cyclus ANTA MAX/ LEAF MAX/ VANTAIL MAXI/ FLÜGEL MAX./ HOJA MÁX./ VLEUGEL MAX. Tipo di utilizzo / Type of use - Semi-intensive / Type d’utilisation Benutzungstyp - Halbintensiv / Tipo de uso / Soort gebruik - Semi-intensief LUX BT LUX G BT 300W 300W S3 10s-5-14s-5 x40 pausa -pause - pause pause pausa - pauze 90 min. S3 10s-5-14s-5 x40 pausa -pause - pause pause - pausa pauze 90 min. 150 kg 150 - 400 kg 2m 3-2m Semi-intensivo / Semi-intensive / Semi-intensive / Halbintensiv / Semi-intensivo / Semi-intensief inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt offnung inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting: 0 (int) + + SW 2 SW 1 M1 + REF SWE M1 - - M2 M1 M2 40 41 42 43 44 45 10 11 14 15 M1 M2 M2 4 SW 2 1 (ext) 3 + REF SWE 2 M2 1 M2 + 4 SW 1 3 + REF SWE 2 M1 1 M1 + inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt offnung inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting: reg. fc. - l.sg adj - regl.fc - endsche inst M1 M2 M2 M1 SUB BT tipo motore - type de moteur - motorentyp - motor type - tipo motor: 1 6 2 SUB BT Potenza massima - Maximum power - Puissance maximum - Max. Leistung - Potencia máxima - Maximum vermogen Ciclo massimo - Maximum cycle - Cycle maximum - Max. Zyklus - Ciclo máximo - Maximale cyclus ANTA MAX/ LEAF MAX/ VANTAIL MAXI/ FLÜGEL MAX./ HOJA MÁX./ VLEUGEL MAX. Tipo di utilizzo / Type of use - Semi-intensive / Type d’utilisation Benutzungstyp - Halbintensiv / Tipo de uso / Soort gebruik - Semi-intensief 300W S3 17s-1-17s-1 x21 pausa -pause - pause pause - pausa - pauze 90 min. 400 kg 2m Semi-intensivo / Semi-intensive / Semi-intensive / Halbintensiv / Semi-intensivo / Semi-intensief inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt offnung inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting: 0 (int) 40 41 42 43 44 45 - M1 inv.direz. ap / open in other direct. / inv.sens.ouv / inv richt offnung inv.direcc.ap./ Omkering openingsrichting: SW 1 *Bianco M2 SW 2 *Bianco M1 + M1 **Rosso ***Nero ***Nero **Rosso M2 - + 10 11 14 15 M2 1 (ext) *Bianco **Rosso M1 4 - THALIA M2 M2 M1 ***Nero *Bianco White Blanc Weiß Blanco Wit **Rosso Red Rouge Rot Rojo Rood ***Nero Black Noir Nero Negro Zwart D811762 00100_06 LUX BT x1 lang Doorloop op ITA Doorloop neer fra Bevestig / Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu deu eng esp type PRESET eli phob ar sr ac sc ind 0 1 0 1 0 0 LOGICA’S TCA igea ..... 2 n. mot. DEFAULT PARAMETER Stap voor stap beweging 0 1 0 1 0 0 Vooralarm 0 0 0 1 1 0 Persoon aanwezig 0 0 0 0 0 1 Blokkeert impulsen bij opening 0 0 0 1 1 0 1 Dir preset int INT : opening naar binnen EXT EXT: opening naar buiten AR ar : automatische werking, residentieel sr sr : semi-automatische werking, residentieel ac ac : automatische werking, gemeenschappelijk sc Sc : semi-automatische werking, gemeenschappelijk Ind : werking bij aanwezige persoon ind LUX BT / LUX G BT ELI BT / PHOBOS BT / IGEA BT / SUB BT opm1 l.sw adj 2 : afstelling aanslag voor opening motor 1 1 opm2 2 : afstelling aanslag voor opening motor 2 1 clm2 2 1 - : afstelling aanslag voor sluiting motor 2 1 - : afstelling aanslag voor sluiting motor 1 clm1 2 ersu o end o autoset . . . o mem.remotes end 10 - THALIA MIN 1 - MAX 3 AUTO CLOSE AUTO OPEN . . . o hidden button release desidered button O 01 D811762 00100_06 VEREENVOUDIGD MENU x2 *** 0--- 150- 10-- ALT 1520 ok *** Password invoeren. Aanvraag met logica Besch ermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4 follow the user guide LEGENDE Doorloop op Doorloop neer Zie MENU PARAMETERS Bevestig / Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu Zie MENU LOGICA’S add start hidden button release desired button add 2ch hidden button release desired button Zie MENU RADIO erase 64 35.40 Code diagnose autoset l.sg adj opm1 2 1 2 1 clm2 2 - 1 clm1 2 ersu o stat vers - 1 +/- Versie software centrale OK bft . . . +/- + n. an - + n. teleco - + err N° totale manuele manoeuvres (x100) OK 0000 +/- N° Gememoriseerde afstandsbedieningen OK 00 +/- OPMERKINGEN                               ER01 Test fotocellen mislukt Aansluiting fotocellen en/of instelling logica's controleren ER02 Test rand mislukt ER03 Test fotocellen opening mislukt ER04 Test fotocellen sluiting mislukt er06 Test rand 8k2 mislukt ER1x* Fout test hardware kaart ER2x* Fout encoder ER3x* ER4x* Omkering voor obstakel - amperostop Thermiek ER5x* Communicatiefout met inrichtingen op afstand ER7x* Interne fout van controle toezicht systeem. Ersw Fout tijdens de afstelling van de aanslagen SET opm2 BESCHRIJVING Activering ingang start extern START E Activering ingang start intern START I Activering ingang OPEN Activering ingang CLOSE Activering ingang voetgangers PED Activering ingang TIMER Activering ingang STOP Activering ingang fotocel PHOT Activering ingang fotocel bij opening PHOT OP Activering ingang fotocel bij sluiting PHOT CL Activering ingang rand BAR Activering ingang sluitingsaanslag van motor 1 SWC1 Activering ingang openingsaanslag van motor 1 SWO1 Activering ingang sluitingsaanslag van motor 2 SWC2 Activering ingang openingsaanslag van motor 2 SWO2 De kaart wacht op het uitvoeren van een complete manoeuvre opening-sluiting, niet onderbroken door tussenstoppen omhetvoordebewegingnoodzakelijkekoppelteverkrijgen. LET OP! De obstakelwaarneming is niet actief STRE STRI OPEN CLS PED TIME STOP PHOT PHOP PHCL BAR SWC1 SWO1 SWC2 SWO2 LANG Aansluiting randen en/of instelling logica's controleren Wachten tot het automatiseringssysteem is afgekoeld 01.33 02.01 ........   30.15 +/password 62 - THALIA 0--- 10-- 1520 De aansluiting met de bijbehorende inrichtingen en/of serieel aangesloten uitbreidingskaarten controleren. Proberen de kaart uit en weer aan te zetten. Indien het probleem aanhoudt contact opnemen met de technische service. -Procedure voor het afstellen van de aanslag herhalen. -Proberen de maximale limieten van de aanslag voor opening en voor sluiting te verplaatsen. -Let op, de laatste centimeter van de slag van de zuiger, zowel bij het openen als bij het sluiten, kan niet gebruikt worden.   *X= 0, 1, .., 9, A, B, C, D, E, F 150-   aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/ logica's controleren aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/ logica's controleren Aansluiting randen en/of instellingen parameters/ logica’s controleren - Aansluitingen op de motor controleren Hardware-problemen aan de kaart (contact opnemen met technisch personeel) - Voedingskabels van de motor of van het encodersignaal omgekeerd/losgekoppeld. - De beweging van de aandrijving is te langzaam of stilstaand t.o.v. de geprogrammeerde werking. Eventuele obstakels langs het traject controleren Lijst laatste 30 fouten OK Momentane kracht motor 2 Momentane kracht motor 1 prg D811762 00100_06 TOEGANG NAAR DE MENU’S Fig. 1 D811762 00100_06 WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De waarschuwingen en de instructies die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien verkeerde installatie schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken. De waarschuwingen en de instructies geven belangrijke aanwijzingen over de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren om ze aan de technische folder toe te voegen voor toekomstige raadpleging. ALGEMENE VEILIGHEID Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik aangegeven in deze documentatie. Soorten gebruik anders dan hetgeen aangegeven, zouden schade aan het product en gevaar kunnen veroorzaken. - De constructie-elementen van de machine en de installatie moeten overeenkomstig de volgende Europese Richtlijnen zijn, indien toepasbaar: 2004/108/CE, 2006/95/CE, 2006/42/CE, 89/106/CE, 99/05/CE en daaropvolgende wijzigingen. Voor alle landen buiten de EEG is het voor een goed veiligheidsniveau nuttig om naast de nationaal geldende normen, ook de genoemde normen in acht te nemen. - Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af voortkomende uit een verkeerd gebruik of een ander gebruik dan het voorbestemde gebruik en dat aangegeven in deze documentatie, evenals uit het niet in acht nemen van het Goed Gebruik bij de constructie van de sluitingen (deuren, hekken, etc..) en uit de vervormingen die tijdens het gebruik zouden kunnen optreden. - De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel (professionele installateur, volgens EN12635), met inachtneming van het Goed Gebruik en de geldende normen. - Alvorens het product te installeren, alle structurele wijzigingen aanbrengen betreffende de verwezenlijking van de vrijboorden en de beveiliging of afscheiding van alle zones met gevaar voor pletting, snijden, meeslepen en algemeen gevaar, volgens hetgeen voorgeschreven wordt door de normen EN 12604 en 12453 of eventuele plaatselijke installatienormen. Controleren of de bestaande structuur over de noodzakelijke vereisten beschikt wat betreft stevigheid en stabiliteit. - Alvorens te beginnen met de installatie, de goede toestand van het product controleren. - Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van het Goed Gebruik bij de constructie en het onderhoud van de te motoriseren kozijnen, en van de vervormingen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen. - Controleren of het opgegeven temperatuurinterval compatibel is met de plek bestemd voor de installatie van het automatiseringssysteem. - Dit product niet in een explosieve omgeving installeren: de aanwezigheid van gas of ontvlambare rookgassen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. - De stroomvoorziening uitschakelen vóór wat voor werkzaamheden dan ook aan de installatie. Ook eventuele bufferbatterijen loskoppelen, indien aanwezig. - Voordat men de elektrische voeding aansluit, moet men controleren of de gegevens op de plaat overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet en of er stroomopwaarts de elektrische installatie een geschikte differentiële drukschakelaar en een geschikte bescherming tegen overstroom staat. Op het voedingsnet van het automatiseringssysteem een omnipolaire (magneet)schakelaar voorzien waarmee een volledige uitschakeling mogelijk is in de omstandigheden van overspanningscategorie III (minimum contactopening 3 mm). CONTROLE VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM EN ONDERHOUD Alvorens het automatiseringssysteem in werking te stellen, en tijdens de onderhoudswerkzaamheden, nauwgezet het volgende nagaan: - controleren of alle onderdelen stevig zijn bevestigd; - de opstart- en stophandelingen in het geval van de handmatige besturing controleren; - de normale of gepersonaliseerde werking controleren. - Alleen voor schuifhekken: de correcte ineengrijping tandheugel-rondselas met een speling van 2 mm over de hele tandheugel controleren; de looprail altijd schoon houden en vrij van afval. - Alleen voor schuifhekken en –deuren: controleren of de glijrail recht en horizontaal is en of de wielen geschikt zijn voor het gewicht van het hek. - Alleen voor hangende schuifhekken (Cantilever): controleren of het hek niet zakt of trilt tijdens de manoeuvre. - Alleen voor vleugelpoorten: controleren of de rotatie-as van de vleugels perfect verticaal is. - Alleen voor slagbomen: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen zijn (slagboom verticaal). - De juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoelige randen, etc.) en de correcte afstelling van de antibeklemmings-veiligheidsinrichting door te controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. - De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. - De functionaliteit van de noodmanoeuvre controleren, indien aanwezig. - De openings- of sluitingshandeling met de aangebrachte bedieningsinrichtingen controleren. - De goede toestand van de elektrische aansluitingen en van de bekabelingen controleren, met name de status van de isolatiekousen en de kabelleiders. - Tijdens het onderhoud de reiniging van de optieken van de fotocellen uitvoeren. - Voor de periode waarin het automatiseringssysteem buiten bedrijf is, de nooddeblokkering activeren (zie paragraaf “NOODMANOEUVRE”) om het geleide deel los te maken en zo de handmatige opening en sluiting van het hek mogelijk te maken. - Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de fabrikant of door diens technische assistentiedienst of alleszins door een persoon met een soortgelijke kwalificatie, teneinde alle risico’s te voorkomen. - Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven. - Het onderhoud dat hierboven is beschreven moet minstens eenmaal per jaar of vaker als de plaats of de installatie dit vereist, worden verricht. LET OP! Vergeet niet dat de motoraandrijving een gemak is bij het gebruik van het hek / de poort en geen oplossing biedt voor problemen door defecten en installatiegebreken of gebrek aan onderhoud. SLOOP De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen naar een inzamelpunt voor de recycling ervan. ONTMANTELING In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een andere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig: - De stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te koppelen. - De actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen. - Alle onderdelen van de installatie te demonteren. - In het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of beschadigd blijken te zijn, deze vervangen. DE VERkLARING VAN OVEREENSTEMMING kUNT U RAADPLEGEN OP DE WEBSITE: WWW.BfT.IT IN HET DEEL PRODUCTEN Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in de installatiehandleiding, is niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegarandeerd, als de vermelde gegevens in acht worden genomen. Het bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie te hoeven bijwerken. AVVERTENZE PER L’INSTALLATORE D811766_11 THALIA - 63 NEDERLANDS - Controleren of er zich aan het begin van het voedingsnet een aardlekschakelaar bevindt die de drempel van max. 0,03A en de geldende normen niet overschrijdt. - Controleren of het aardingssysteem correct is uitgevoerd: alle metalen delen van de sluiting (deuren, hekken, etc.) en alle onderdelen van de installatie voorzien van aardingsklemmen aarden. - De installatie moet worden uitgevoerd met gebruik van veiligheidsinrichtingen en bedieningen overeenkomstig EN 12978 en EN12453. - De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. - In het geval dat de botsingskrachten de door de normen voorziene waarden overschrijden, inrichtingen aanbrengen die gevoelig zijn voor elektriciteit of druk. - Alle veiligheidsinrichtingen (fotocellen, gevoelige randen, etc.) aanbrengen die noodzakelijk zijn om het gebied te beschermen tegen gevaren voor botsing, pletting, meeslepen en snijden. Rekening houden met de geldende normen en richtlijnen, de criteria van het Goed Gebruik, het gebruik, de installatieomgeving, de werking van het systeem en de door het automatiseringssysteem ontwikkelde krachten. - De door de geldende normen voorziene signalen aanbrengen om de gevaarlijke zones aan te duiden (de restrisico’s). Iedere installatie moet op zichtbare wijze worden geïdentificeerd volgens hetgeen voorgeschreven door de EN13241-1. - Na de installatie voltooid te hebben, een identificatieplaat van de deur / het hek aanbrengen. - Dit product mag niet worden geïnstalleerd op vleugels waarin deuren zijn opgenomen (tenzij de motor uitsluitend kan worden geactiveerd wanneer de deur dicht is). - Als het automatiseringssysteem is geïnstalleerd op een hoogte van minder dan 2,5 m of als het toegankelijk is, is het noodzakelijk een passende beschermingsgraad van de elektrische en mechanische delen te garanderen. - Iedere willekeurige vaste bediening zo installeren, dat deze geen gevaar vormt en ver van beweegbare delen is. In het bijzonder de bedieningen bij aanwezige persoon moeten direct zichtbaar zijn vanaf het geleide deel, en, tenzij het gaat om bedieningen met sleutel, moeten deze worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 1,5 m en zodanig dat ze niet toegankelijk zijn voor het publiek. - Minstens één signaleringsinrichting (knipperend) aanbrengen in een zichtbare positie, en daarnaast een bordje “Let op” aan de structuur bevestigen. - Op permanente wijze een etiket aanbrengen met betrekking tot de werking van de handmatige deblokkering van het automatiseringssysteem en dit in de buurt van de manoeuvreringsinrichting aanbrengen. - Zorg ervoor dat tijdens de manoeuvre de mechanische risico’s vermeden en beveiligd worden en dan met name de botsing, de pletting, het meeslepen, het snijden tussen geleide deel en omliggende delen. - Na de installatie te hebben uitgevoerd, zich ervan verzekeren dat de instelling van het automatiseringssysteem van de motor juist is uitgevoerd en dat de beveiligingsen deblokkeringssystemen juist functioneren. - Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken voor alle onderhouds- of reparatiewerkzaamheden. Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af uit veiligheidsredenen en vanwege de goede werking van het automatiseringssysteem, als er onderdelen van andere fabrikanten gebruikt worden. - Geen enkele wijziging uitvoeren aan de componenten van het automatiseringssysteem, indien niet uitdrukkelijk door het Bedrijf geautoriseerd. - De gebruiker van de installatie instructies geven wat betreft de restrisico’s, de toegepaste bedieningssystemen en de uitvoering van de handmatige openingsmanoeuvre in geval van nood: de gebruikershandleiding aan de eindgebruiker overhandigen. - Verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyrol, etc.) verwerken volgens hetgeen voorzien is door de geldende normen. Nylon zakjes en polystyrol buiten bereik van kinderen bewaren. AANSLUITINGEN LET OP! Gebruik voor de aansluiting op het netwerk: meeraderige kabel met een doorsnede van min. 5x1,5 mm2 of 4x1,5 mm2 voor driefase voeding of 3x1,5 mm2 voor eenfase voeding (de kabel moet bijvoorbeeld van het type H05 VV-F met doorsnede 4x1,5 mm2 zijn).Voor de aansluiting van de hulpapparatuur geleiders gebruiken met een doorsnede van min. 0,5 mm2. - Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een werkbelasting van min. 10A-250V. - De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt van de klemmen (bijvoorbeeld met behulp van bandjes) om de delen onder spanning duidelijk gescheiden te houden van de delen met zeer lage veiligheidsspanning. - Tijdens de installatie moet de stroomtoevoerkabel van zijn bekleding ontdaan worden, zodat de aansluiting van de aardgeleider op de geschikte klem mogelijk wordt, terwijl de actieve geleiders echter zo kort mogelijk gelaten worden. De aardgeleider moet de laatste zijn die gerekt wordt in geval van losraken van de bevestigingsinrichting van de kabel. OPGELET! de geleiders met zeer lage veiligheidsspanning moeten fysiek gescheiden worden van de geleiders met lage spanning. De toegang tot de delen onder spanning mag uitsluitend mogelijk zijn voor het gekwalificeerde personeel (professionele installateur) CONTROLE Het paneel THALIA voert de controle uit van de bedrijfsrelais en v an de veiligheidsinrichtingen (fotocellen), vóór het uitvoeren van iedere openings- en sluitingscyclus. In geval van storingen de normale werking van de aangesloten inrichtingen en de bekabelingen controleren. 3) TECHNISCHE GEGEVENS Thermische beveiliging 220-230V 50/60 Hz* > 2MOhm 500V -20 / +55°C Software Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut Stroom uitgang motor 7.5A+7.5A max Voeding Isolatie netwerk/lage spanning Motor Voeding Bedrijfstemperatuur Aux Eindaanslag voor ELI 250 BT Eindaanslag Eindaanslag Voeding acvoor voor LUX BT - PHOBOS BT cessoires LUX G BT IGEA BT - SUB BT Commando’s Voeding accessoires 24V~ (1A max. absorptie) 24V~safe AUX 0 AUX 3 Gevoed contact 24V N.O. (1A max) Contact N.O. (24V~ /1A max) Zekeringen zie Fig. C Aantal combinaties: 4 miljard (* andere voedingen beschikbaar op aanvraag) Bruikbare versies zenders: Alle zenders ROLLING CODE compatibel met 4) VOORBEREIDING BUIZEN Fig. A 5) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig. C WAARSCHUWINGEN - Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen. De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie. De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes. Alle verbindingskabels moeten ver van het koellichaam vandaan gehouden worden. OPGELET! Voor de aansluiting op het netwerk, een meeraderige kabel gebruiken met een doorsnede van min. 3x1,5 mm2 en van het type voorzien door de geldende normen. Voor de aansluiting van de motoren, een kabel gebruiken met een doorsnede van min. 1,5 mm2 en van het type voorzien door de geldende normen. Als het bijvoorbeeld gaat om een externe kabel (buiten), moet deze tenminste gelijk zijn aan H07RN-F terwijl de kabel intern (in een kanaal) tenminste gelijk moet zijn aan H05 VV-F. Definitie FASE NEUTRAAL Eénfasige voeding 220-230V 50/60 Hz* JP5 JP7 PRIM TRASF Primaire aansluiting transformator, 220-230V. JP21 SEC TRASF Stroomtoevoer kaart: 24V~ Secundaire transformator 24V= Voeding door bufferbatterij 10 MOT1 + 11 MOT1 - Aansluiting motor 1. Faseverschuiving vertraagd bij sluiting. Aansluitingen van Fig.E controleren 14 15 MOT2 + MOT2 - Aansluiting motor 2. Faseverschuiving vertraagd bij opening. Aansluitingen van Fig.E controleren 21 26 AUX 0 - GEVOED CONTACT 24V (N.O.) (1A MAX) AUX 3 - VRIJ CONTACT (N.O.) (Max 24V 1A) ) Max. aantal afstandsbedieningen dat in 63 het geheugen kan worden opgeslagen: L N 27 THALIA 10A 180W + 180W (24V Klem 20 64 - Max. vermogen motoren Omschakelstroom motorrelais Beschrijving Configureerbare uitgang AUX 0 - Default ZWAAILICHT. 2° RADIOKANAAL/ VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”. Configureerbare uitgang AUX 3 - Default Uitgang 2de RADIOKANAAL. 2de RADIOKANAAL/ VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA/ Commando HULPLICHT/ Commando PLAATSELIJKE VERLICHTING/ TRAPLICHT/ ALARM OPEN HEK/ KNIPPERLICHT/ ELEKTRISCH VEERSLOT/ ELEKTRISCH MAGNEETSLOT. Zie tabel "Configuratie van de uitgangen AUX". Gemeenschappelijke eindaanslag Eindaanslag sluiting van motor 1 SWC1 (N.C.). Eindaanslag opening motor 1 SWC1 (N.C.). Eindaanslag sluiting van motor 2 SWC2 (N.C.). 41 42 43 44 + REF SWE SWC 1 SWO 1 SWC 2 45 SWO 2 42 SW 1 Controle eindaanslag motor 1. Voor de aandrijvingen met aanslagbeheer aan een draad. 43 SW 2 Controle eindaanslag motor 2. Voor de aandrijvingen met aanslagbeheer aan een draad. 41 + REF SWE 42 SW 1 Controle eindaanslag motor 1. 43 SW 2 Controle eindaanslag motor 2. Eindaanslag opening motor 2 SWC2 (N.C.). Gemeenschappelijke eindaanslag 50 24V- 51 24V+ 52 24 Vsafe+ Uitgang voeding voor trusted veiligheidsinrichtingen (zender fotocellen en zender gevoelige rand). Uitgang alleen actief tijdens de manoeuvrecyclus. 60 Normaal Normaal ingangen IC 1 en IC 2 61 IC 1 62 IC 2 Uitgang voeding accessoires. Configureerbare ingang van commando 1 (N.O.) - Default START E. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen". Configureerbare ingang van commando 2 (N.O.) - Default PED. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen”. D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING 2) ALGEMEEN Het bedieningspaneel THALIA wordt door de fabrikant met standaard instellingen geleverd. Wat voor wijziging dan ook moet worden ingesteld door middel van het geïntegreerde programmeerbare display of door middel van de universele programmeerbare palmtop. Het bedieningspaneel ondersteunt het EELINK-protocol volledig. De voornaamste kenmerken zijn: - Controle van 1 of 2 motoren 24V BT Opmerking: Er moeten 2 motoren van hetzelfde type gebruikt worden. - Elektronische koppelafstelling met obstakeldetectie - Ingangen controle eindaanslagen op basis van de geselecteerde motor - Gescheiden ingangen voor de veiligheden - Geïntegreerde radio-ontvanger rolling-code met klonering zenders De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te vergemakkelijken. De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 70-71, 70-72, 70-74. Als bovengenoemde klemmen gebruikt worden, de desbetreffende bruggen verwijderen. Veiligheden Antenne D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING Klem Definitie 70 Normaal 71 STOP 72 SAFE 1 73 FAULT 1 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 1. 74 SAFE 2 Configureerbare veiligheidsingang 2 (N.C.) - Default BAR. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2 Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". 75 FAULT 2 Y ANTENNE # SHIELD Beschrijving Normaal ingangen STOP, SAFE 1 en SAFE 2 Het commando onderbreekt de manoeuvre. (N.C.) Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Configureerbare veiligheidsingang 1 (N.C.) - Default PHOT. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2 Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 2. Ingang antenne. Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz. Voor de aansluiting Antenne-Ontvanger coaxiaalkabel RG58 gebruiken. De aanwezigheid van metalen massa's op de antenne, kan de radio-ontvangst storen. In geval van gebrekkige reikwijdte van de zender, de antenne naar een meer geschikt punt verplaatsen. Configuratie van de uitgangen AUX Logica Aux= 0 - Uitgang 2E RADIOKANAAL. Het contact blijft 1 sec. dicht bij de activering van het 2e radiokanaal. Logica Aux= 1 - Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA. Het contact blijft dicht tijdens de opening en bij open vleugel, intermitterend tijdens de sluiting, open bij gesloten vleugel. Logica Aux= 2 - Uitgang commando HULPLICHT. Het contact blijft 90 seconden lang gesloten na de laatste manoeuvre. Logica Aux= 3 - Uitgang commando PLAATSELIJKE VERLICHTING. Het contact blijft gesloten tijdens de volledige duur van de manoeuvre. Logica Aux= 4 – Uitgang TRAPLICHT. Het contact blijft 1 seconde gesloten aan het begin van de manoeuvre. Logica Aux= 5 – Uitgang ALARM OPEN HEK. Het contact blijft gesloten als de vleugel open blijft gedurende tweemaal de tijd ten opzichte van de ingestelde TCA. Logica Aux= 6 – Uitgang voor KNIPPERLICHT. Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Logica Aux= 7 – Uitgang voor ELEKTRISCH KLIKSLOT. Het contact blijft bij iedere opening 2 seconden gesloten. Logica Aux= 8 – Uitgang voor ELEKTRISCH MAGNEETSLOT. Het contact blijft gesloten bij gesloten hek. Logica Aux= 9 – Uitgang ONDERHOUD. Het contact blijft gesloten tot de ingestelde waarde in de parameter Onderhoud is bereikt om de aanvraag voor onderhoud aan te duiden. Logica Aux= 10 – Uitgang ZWAAILICHT EN ONDERHOUD. Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Als bij gesloten hekvleugel de waarde wordt bereikt die in de parameter Onderhoud is ingesteld, zal het contact 4 maal 10s en 5s geopend worden om de aanvraag voor het onderhoud aan te duiden. Configuratie van de commando-ingangen Logica IC= 0 - Ingang geconfigureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht. Logica IC= 1 - Ingang geconfigureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht. Logica IC= 2 - Ingang geconfigureerd als Open. Het commando voert een opening uit. Als de ingang gesloten blijft, blijven de vleugels open tot de opening van het contact. Bij open contact gaat het automatiseringssysteem dicht na de tca-tijd, indien geactiveerd. Logica IC= 3 - Ingang geconfigureerd als Close. Het commando voert een sluiting uit. Logica IC= 4 - Ingang geconfigureerd als Ped. Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT Logica IC= 5 - Ingang geconfigureerd als Timer. Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk. Logica IC= 6 - Ingang geconfigureerd als Timer Ped. Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk. Configuratie van de veiligheidsingangen Logica SAFE= 0 - Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 1 - Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Logica SAFE= 2 - Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 3 - Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Logica SAFE= 4 - Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 6 - Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 3) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen Logica SAFE= 7 - Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. F, Ref. 4). Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Logica SAFE= 8 - Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Fig. F, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2. Het commando keert de beweging 2 sec. om. THALIA - 65 NEDERLANDS Logica SAFE= 5 - Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig. F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt er onmiddellijk omgekeerd. 6) AANSLUITING MOTOREN Fig.E 7) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij uitwisselbaar contact. 7.1) “TRUSTED DEVICES” Fig. F 7.2) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED DEVICE Fig. D 8) TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1 8.1) MENU PARAMETERS (PARA ) (Tabel “A” PARAMETERS) 8.2) MENU LOGICA’S (LOGIC) (Tabel “B” LOGICA’S) 8.3) MENU RADIO (radio) (Tabel “C” radio) - BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER). Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten: • Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code). • Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders. • Beheer database zenders. • Beheer groep ontvangers. Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers. 8.4) MENU DEFAULT (default) Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren. 8.5) MENU TAAL (language) Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld. 8.6) MENU AUTOSET (AUTOset) • Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu te begeven. • Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht “.... .... ....” weergegeven, de centrale bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre, tijdens welke automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor de beweging van de vleugel noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk voor de autoset kan variëren van 1 tot 3. Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik van de commando’s START, STOP en van het display te vermijden. Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de optimale koppelwaarden ingesteld. Deze controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering. OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet actief; de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden. 8.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE 1. AUTOSET uitvoeren (*) 2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders 3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht) aanpassen: zie tabel parameters. 4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders 5. Een passieve rand toepassen 6. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders 7. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoorbeeld actieve rand) (**) 8. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven (**) verder gaan naar punt 10 anders 9. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus“Persoon aanwezig” 10.Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone detecteren goed functioneren (*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreffende de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door de waarschuwingen voor de installatie in de handleiding van de motorisering. (**) Afhankelijk van de risicoanalyse zou het evenwel nodig kunnen zijn gevoelige veiligheidsinrichtingen aan te brengen 8.8) MENU AFSTELLING AANSLAGEN (REG. FC) Voor het afstellen van de aanslagen voor motoren voorzien van encoder. Het menu is actief met de volgende motoren: LUX BT, LUX G BT. In alle andere gevallen wordt de melding “NIET BESCHIKBAAR” weergegeven. OPMERKING: deze manoeuvres worden uitgevoerd in de modus bij aanwezige persoon, met beperkte snelheid en zonder de activering van de beveiligingen. Als de logica “1 Mot. att.” is ingesteld, worden alleen de meldingen weergegeven met betrekking tot motor 1 (“OPm1” en “CLm1”). 8.9) MENU STATISTIEKEN Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen en de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste 2 de foutcode). De fout 01 is de meest recente. 8.10) MENU PASSWORD Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via het U-link” netwerk. Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe poging kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere toegangspoging het bericht “BLOC”. Het default password is 1234. 9) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.G Ref. A-B OPENINGSRICHTING Fig.G Ref. C-D 10) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PROGRAMMEERBARE PALMTOP VERSIE > V1.40 (Fig.H) Zie specifieke handleiding. 11) OPTIONELE U-LINK MODULES Zie de instructies van de U-link modules Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik. De installatie aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz 12) ELEKTRISCH SLOT Fig. I ELEKTRISCH SLOT LET OP: In het geval van vleugels langer dan 3 m., is de installati van een elektrisch slot absoluut noodzakelijk. Fig. I laat een voorbeeld zien van verbinding van een elektrisch springslot ECB 24 V~ aangesloten op het bedieningspaneel THALIA. Voor het paneel THALIA is een speciale kaart mod. ME BT vereist om het elektrische slot te besturen. 13) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.L) LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstandsbedieningen in het geheugen worden gewist. LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. - Haal de spanning van de kaart (Fig.L ref.1) - Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.L ref.2) - Voorzie de kaart van spanning (Fig.L ref.3) - Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.L ref.4) - Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.L ref.5) - Procedure beëindigd (Fig.L ref.6) OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal opeenvolgende manoeuvres). TABEL “A” - MENU PARAMETERS - (param) Parameter Min. Max. Default Eigen Definitie 0  10 3   Vertragingstijd opening motor 2 [sec] Vertragingstijd bij opening van motor 2 t.o.v motor 1  0 25 3   Vertragingstijd sluiting motor 1 [sec.] Vertragingstijd bij sluiting van motor 1 t.o.v motor 2 TCA 0  120 10   Tijd automatische sluiting [sec.] Wachttijd vóór de automatische sluiting. TRF.LGHT. CLR.T  1 180 40   Ontruimingstijd verkeerslichtzone [sec.] Ontruimingstijd van de zone onderhevig aan verkeer geregeld door het stoplicht. OP.DIST. SLOUD  0 50 10   Ruimtevertraging bij opening [%] Vertragingsruimte bij opening van de motor(en) uitgedrukt in percentage van de totale slag. LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief.   Ruimtevertraging bij sluiting [%] Vertragingsruimte bij sluiting van de motor(en) uitgedrukt in percentage van de totale slag. LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief." OPEN DELAY TIME CLS DELAY TIME CL.DIST. SLOUD 66 - THALIA  0 50 10 Beschrijving D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING (*) Als er inrichtingen type“D”geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven. D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING Parameter Min. DIST. DECEL OP.FORCE partial opening CLS.FORCE  0 1  10  1 Max. Default 50 99 99 99 Eigen Definitie Beschrijving   Ruimte afremming [%] Ruimte afremming (overgang van het nominale toerental naar de vertragingssnelheid) zowel bij opening als bij sluiting van de motor(en), uitgedrukt in percentage van de totale slag. LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief. 15 50   Maximumkracht vleugel(s) bij opening [%] Gedeeltelijke opening M1 [%] 99 50   Maximumkracht vleugel(s) bij sluiting [%] OP SPEED  15 99 99   Snelheid bij opening [%] CL SPEED  15 99 99   Snelheid bij sluiting [%] SLOW SPEED 15  99 25   Vertragingssnelheid [%] Maintenance 0 250 0 Programmering aantal manoeuvres drempel onderhoud [in honderdtallen] Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij opening. Geeft het percentage van geleverde kracht aan, boven die opgeslagen tijdens de autoset (en vervolgens bijgewerkt), alvorens een obstakelalarm te genereren. De parameter wordt automatisch ingesteld door de autoset. LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*). Indien noodzakelijk, antibeklemmings-veiligheidsinrichtingen installeren(**). Percentage gedeeltelijke opening t.o.v. de totale opening, na activering voetgangerscommando PED. Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij sluiting. Geeft het percentage van geleverde kracht aan, boven die opgeslagen tijdens de autoset (en vervolgens bijgewerkt), alvorens een obstakelalarm te genereren. De parameter wordt automatisch ingesteld door de autoset. LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*). Indien noodzakelijk, antibeklemmings-veiligheidsinrichtingen installeren(**). Percentage van de maximaal bereikbare snelheid bij opening door de motor(en). LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief. Percentage van de maximaal bereikbare snelheid bij sluiting door de motor(en). LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief. Snelheid van de motor(en) bij opening en bij sluiting in de vertragingsfase, uitgedrukt in percentage van het maximum nominale toerental. LET OP: Na een wijziging van de parameter is een complete manoeuvre zonder onderbrekingen noodzakelijk. LET OP: Met "SET" op display is de obstakelwaarneming niet actief. Hiermee kunt u een aantal manoeuvres instellen waarna de aanvraag voor onderhoud op de uitgang AUX, geconfigureerd als Onderhoud of Zwaailicht en Onderhoud, wordt weergegeven (*) In de Europese Unie de EN12453 voor de krachtlimieten toepassen, en de EN12445 voor de meetmethode. (**) De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. TABEL “B” - MENU LOGICA’S - (LOGIC) Logica Definitie Default Type motor MOTOR TYPE (Het type motor instellen dat is aangesloten op de kaart.) 0 TCA Tijd Automatische Sluiting 0 FAST CLS. Snelle sluiting 0 STEP-BY-STEP MOVEMNT Beweging passo passo Uitgevoerde instelling aanvinken 0 Motoren niet actief 1 ELI 250 BT 2 PHOBOS BT 3 IGEA BT 4 LUX BT 5 LUX G BT 6 SUB BT 0 Logica niet actief 1 Activeert de automatische sluiting 0 Logica niet actief 1 Sluit 3 seconden na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA 0 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 4-staps logica. 1 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 3-staps logica. Met de impuls tijdens de sluitingsfase wordt de beweging omgekeerd. 0 Vooralarm 0 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 2-staps logica. Bij iedere impuls wordt de beweging omgekeerd. stap voor stap beweging 2-STAPS 3-STAPS OPENT OPENT GESLOTEN BIJ SLUITING 4-STAPS OPENT OPEN BIJ OPENING SLUIT NA STOP OPENT STOP SLUIT SLUIT STOP + TCA STOP + TCA OPENT OPENT 0 Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motor(en) aan. 1 Het knipperlicht gaat circa 3 seconden voor het starten van de motor(en) aan. THALIA - 67 NEDERLANDS 2 PRE-ALARM Opties Logica Definitie Default Uitgevoerde instelling aanvinken 0 1 HOLD-TO-RUN Persoon aanwezig Opties Impulswerking. Werking bij Aanwezige Persoon. De ingang 61 wordt geconfigureerd als OPEN UP. De ingang 62 wordt geconfigureerd als CLOSE UP. De manoeuvre gaat verder zolang de druk op de toetsen OPEN UP of CLOSE UP gehandhaafd blijft. LET OP: de veiligheden zijn niet actief. 0 2 Werking bij Aanwezige Persoon Emergency. Normaal gesproken impulswerking. Als de test van de veiligheden door de kaart drie keer na elkaar mislukt (fotocel of rand, Er0x), wordt de werking bij Aanwezige Persoon actief geactiveerd tot het loslaten van de toetsen OPEN UP of CLOSE UP. De ingang 61 wordt geconfigureerd als OPEN UP. De ingang 62 wordt geconfigureerd als CLOSE UP. LET OP: met Persoon Aanwezig Emergency zijn de veiligheden niet actief. IBL OPEN Blokkeert impulsen bij opening 0 |IBL TCA Blokkeert impulsen in TCA 0 IBL CLOSE Blokkeert impulsen bij sluiting 0 RAM BLOW C.OP Drukstoot bij opening 0 RAM BLOW C.CL Drukstoot bij sluiting 0 BLOC PERSIST PRESS SWC Handhaving blokkering Druk aanslag sluiting 0 Ice functie 0 1 MOT.ON 1 motor actief 0 OPEN IN OTHER DIRECT. Omkering openingsrichting 0 SAFE 1 SAFE 2 68 - THALIA Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 2. 74 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de opening. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de opening. 0 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de TCA-pauze. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de TCA-pauze. 0 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de sluiting. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de sluiting. 0 Logica niet actief 1 Alvorens te openen, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 Logica niet actief 1 Alvorens te sluiten, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 Logica niet actief 1 Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting, worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur uitgevoerd. N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolume te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld ‘s nachts of te wijten aan interne lekkages. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 De beweging wordt uitsluitend stopgezet door de activering van de sluitingsaanslag; in dit geval is het noodzakelijk te zorgen voor een precieze afstelling van de sluitingsaanslag (Fig. G, Ref. B). 1 Te gebruiken bij aanwezigheid van mechanische sluitnok. Met deze functie wordt de druk van de vleugels op de mechanische nok geactiveerd, zonder dat dit door de amperostop-sensor als obstakel wordt beschouwd. De slag van de stang gaat enkele seconden verder, na de interceptie van de aanslag of tot de mechanische nok. Op deze wijze, door de activering van de sluitingsaanslagen iets eerder uit te voeren, wordt de perfecte aanslag van de vleugels op de stopaanslag verkregen (Fig. G, Ref. A). 0 De grens voor activering van de amperostop-beveiliging behoudt de ingestelde waarde. 1 De centrale voert automatisch bij ieder opstarten een compensatie uit van de grens voor activering van het obstakelalarm. Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. In geval van twijfel secundaire veiligheidsinrichtingen gebruiken. Deze functie is nuttig in geval van installaties die met lage temperaturen werken. LET OP: na het activeren van deze functie is het noodzakelijk een autoset-manoeuvre uit te voeren. 0 Beide motoren actief (2 vleugels). 1 Alleen motor 1 actief (1 vleugel). 0 Standaard werking (Zie Fig. G, Ref. C). 0 ICE Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 1. 72 0 0 6 1 De openingsrichting wordt omgekeerd t.o.v. de standaard werking (Zie Fig.G, Ref. D) 0 Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel. 1 Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. 2 Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening. 3 Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening. 4 Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting. 5 Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting. 6 Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand. 7 Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand. 8 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2. D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING Logica Definitie IC 1 Configuratie van de commandoingang IC 1. 61 IC 2 AUX 0 AUX 3 FIXED CODE Protection level Configuratie van de commandoingang IC 2. 62 Configuratie uitgang AUX 0. 20-21 Configuratie van de uitgang AUX 3. 26-27 Vaste Code Het beschermingsniveau instellen Default 0 4 6 0 SERIAL MODE Adres 1 Ingang geconfigureerd als Start I. 2 Ingang geconfigureerd als Open. 3 Ingang geconfigureerd als Close. 4 Ingang geconfigureerd als Ped. 5 Ingang geconfigureerd als Timer. 6 Ingang geconfigureerd als Voetgangerstimer. 0 Uitgang geconfigureerd als 2e Radiokanaal. 1 Uitgang geconfigureerd als SCA, Verklikkerlichtsignaal Hek Open. 2 Uitgang geconfigureerd als commando Hulplicht. 3 Uitgang geconfigureerd als commando Plaatselijke Verlichting. 4 Uitgang geconfigureerd als Traplicht 5 Uitgang geconfigureerd als Alarm 6 Uitgang geconfigureerd als Knipperlicht 7 Uitgang geconfigureerd als Klikslot 8 Uitgang geconfigureerd als Magneetslot 9 Uitgang geconfigureerd als Onderhoud 10 Uitgang geconfigureerd als Zwaailicht en Onderhoud. 0 De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met rolling-code. De Klonen met Vaste Code worden niet geaccepteerd. 1 De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met vaste code. De Klonen met Vaste Code worden geaccepteerd. 0 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password niet vereist B - Activeert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. Deze modus wordt in de buurt van het bedieningspaneel uitgevoerd en hiervoor is geen toegang nodig: - Na elkaar drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen afstandsbediening in standaardmodus via het menu radio. - Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een afstandsbediening die moet worden opgeslagen. De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10s, binnen deze tijd is het mogelijk nog meer nieuwe afstandsbedieningen in te voeren, door het vorige punt te herhalen. C - Activeert de automatische invoering van de klonen via radio. Hiermee kunnen de met een universele programmabesturing gemaakte klonen en de geprogrammeerde Replay’s zich toevoegen aan het geheugen van de ontvanger. D - Activeert de automatische invoering van de replay’s via radio. Hiermee kunnen de geprogrammeerde Replay’s aan het geheugen van de ontvanger worden toegevoegd. E - U kunt de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk wijzigen 1 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. De functies B - C - D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 2 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio. De functies D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 3 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio. De functies C - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 4 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio. D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio. E - De mogelijkheid om de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk te wijzigen wordt gedeactiveerd De afstandsbedieningen worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio. BELANGRIJK: Door dit hoge veiligheidsniveau wordt de toegang belemmerd van de ongewenste klonen zowel als van de eventueel aanwezige radiostoringen. 0 SLAVE standard: de kaart ontvangt commando's/diagnose/etc. en geeft deze door 1 MASTER standard: de kaart verstuurt activeringscommando's (START, OPEN, CLOSE, PED, STOP) naar andere kaarten. 0 [ ___ ] Om het adres van 0 tot 119 van de kaart in een lokale BFT-netwerkaansluiting te identificeren. (zie paragraaf OPTIONELE MODULES U-LINK) THALIA - 69 NEDERLANDS ADDRESS Ingang geconfigureerd als Start E. 0 0 Opties 0 0 Seriële modus (Om te identificeren hoe de kaart moet worden geconfigureerd in een BFTnetwerkaansluiting.) Uitgevoerde instelling aanvinken Logica EXPI1 EXPI2 EXPO1 EXPO2 Definitie Configuratie van de ingang EXPI1 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 1-2 Configuratie van de ingang EXPI2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 1-3 Configuratie van de uitgang EXPO2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 4-5 Configuratie van de uitgang EXPO2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 6-7 Default 1 0 11 11 TRAFFIC LIGHT PREFLASHING Vooraf knipperen stoplicht 0 TRAFFIC LIGHT RED LAMP ALWAYS ON Continu rood stoplicht 0 70 - THALIA Uitgevoerde instelling aanvinken Opties 0 Ingang geconfigureerd als commando Start E. 1 Ingang geconfigureerd als commando Start I. 2 Ingang geconfigureerd als commando Open. 3 Ingang geconfigureerd als commando Close. 4 Ingang geconfigureerd als commando Ped. 5 Ingang geconfigureerd als commando Timer. 6 Ingang geconfigureerd als commando VoetgangersTimer 7 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot, fotocel. 8 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief. 9 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief. 10 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand. 11 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot test, fotocel als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 12 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op test, fotocel als “trusted device” alleen bij opening actief. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 13 Ingang geconfigureerd als Phot cl test, fotocel als “trusted device” alleen bij sluiting actief. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 14 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 0 Ingang geconfigureerd als commando Start E. 1 Ingang geconfigureerd als commando Start I. 2 Ingang geconfigureerd als commando Open. 3 Ingang geconfigureerd als commando Close. 4 Ingang geconfigureerd als commando Ped. 5 Ingang geconfigureerd als commando Timer. 6 Ingang geconfigureerd als commando VoetgangersTimer. 7 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot, fotocel. 8 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief. 9 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief. 10 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand. 0 Uitgang geconfigureerd als 2de Radiokanaal. 1 Uitgang geconfigureerd als SCA, Verklikkerslichtsignaal Hek Open. 2 Uitgang geconfigureerd als commando Hulplicht. 3 Uitgang geconfigureerd als commando Plaatselijke Verlichting. 4 Uitgang geconfigureerd als Traplicht. 5 Uitgang geconfigureerd als Alarm. 6 Uitgang geconfigureerd als Knipperlicht. 7 Uitgang geconfigureerd als Klikslot. 8 Uitgang geconfigureerd als Magneetslot. 9 Uitgang geconfigureerd als Onderhoud. 10 Uitgang geconfigureerd als Zwaailicht en Onderhoud. 11 Uitgang geconfigureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart. 0 Vooraf knipperen uitgesloten. 1 Knipperende rode lichten, 3 seconden lang, bij begin manoeuvre. 0 Rode lichten uit bij gesloten hek. Rode lichten aan bij gesloten hek. D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING D811762 00100_06 INSTALLATIEHANDLEIDING Tabel “C” - MENU RADIO (RADIO) Logica Add start add 2ch erase 64 cod RX v Beschrijving Toets start toevoegen associeert de gewenste toets met het commando Start Toets 2ch toevoegen associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal. Associeert de gewenste toets met het commando 2de radiokanaal. Als geen enkele uitgang geconfigureerd is als Uitgang 2de radiokanaal, dan bestuurt het 2de radiokanaal de voetgangersopening. Verwijder Lijst OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig. Aflezen code ontvanger Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen. ON = Activeert de programmering op afstand van de kaarten door middel van een eerder in het geheugen opgeslagen W LINK-zender. Deze activering blijft 3 minuten actief na op de afstandsbediening W LINK gedrukt te hebben. OFF= Programmering W LINK gedeactiveerd. NEDERLANDS THALIA - 71 D811762 00100_06 Dieses Produkt ist ausschließlich für den Einsatz bestimmt, für den es ausdrücklich installiert worden ist. Alle sonstigen Einsatzweisen gelten als Zweckentfremdung und somit als gefährlich. Der Hersteller kann nicht für eventuelle Schäden haftbar gemacht werden, die auf Zweckentfremdung oder unsachgemäße Verwendung zurückzuführen sind. ALLGEMEINE SICHERHEIT Wir danken Ihnen dafür, dass Sie diesem Produkt den Vorzug gegeben haben, und sind sicher, dass Sie mit ihm die für Ihre Anwendung erforderlichen Leistungen erzielen werden. Dieses Produkt entspricht den anerkannten Normen der Technik sowie den Sicherheitsbestimmungen, falls es von qualifiziertem Fachpersonal (professioneller Installateur) ordnungsgemäß installiert wird. Bei ordnungsgemäßer Installation und Benutzung erfüllt die Automatisierung die geforderten Sicherheitsstandards. Dennoch sollten einige Verhaltensregeln beachtet werden, um Zwischenfälle zu vermeiden: - Halten Sie Kinder, Personen und Sachen aus dem Wirkungsbereich der Automatisierung fern, vor allem während der Bewegung. - Verhindern Sie, dass sich Kindern im Aktionsradius der Automatisierung aufhalten oder dort spielen. - Diese Automatisierung ist nicht für die Benutzung durch Kinder, Personen mit eingeschränkten geistigen, körperlichen oder sensoriellen Fähigkeiten oder Personen ohne angemessene Kenntnisse vorgesehen, es sei denn, sie werden durch ihren Sicherheitsbeauftragten überwacht oder in die Benutzung der Vorrichtung eingewiesen. - Kinder müssen überwacht werden, um sicherzustellen, dass sie nicht mit der Vorrichtung spielen. Stellen Sie sicher, dass die Kinder nicht mit den festen Bedienelementen spielen. Halten Sie die Fernbedienungen von Kindern fern. - Vermeiden Sie Arbeiten in der Nähe der Scharniere oder der beweglichen Bauteile. - Halten Sie die Bewegung der Tür nicht auf und versuchen Sie nicht, die Tür von Hand zu öffnen, wenn der Trieb nicht mit dem entsprechenden Entsperrhebel entsperrt worden ist. - Halten Sie sich während der Bewegung aus dem Aktionsradius der Tür oder des motorisierten Tors fern. - Halten Sie die Funkfernbedienung oder sonstige Steuerungsvorrichtungen von Kindern fern, um unbeabsichtigte Betätigungen der Automatisierung zu vermeiden. - Die Aktivierung der manuellen Entsperrung könnte bei mechanischen Defekten oder Ungleichgewichtssituationen zu unkontrollierten Bewegungen der Tür führen. - Bei Rollladenautomatisierungen: Überwachen Sie den Rollladen während der Bewegung und halten Sie Personen fern, bis er vollständig geschlossen ist. Gehen Sie bei der Betätigung der eventuellen Entsperrung mit Vorsicht vor, da der offene Rollladen bei Brüchen oder Abnutzung herunterfallen könnte. - Das Brechen oder die Abnutzung der mechanischen Organe der Tür (geführter Teil) wie zum Beispiel Kabel, Federn, Aufhängungen, Führungen usw. könnte zu Gefahren führen. Lassen Sie die Anlage in regelmäßigen Abständen von qualifiziertem Fachpersonal (professioneller Installateur) unter Beachtung der Angaben des Installateurs oder des Herstellers der Tür überprüfen. - Unterbrechen Sie vor allen externen Reinigungsarbeiten die Stromversorgung. - Halten Sie die Linsen der Fotozellen und die Anzeigevorrichtungen sauber. Stellen Sie sicher, dass die Sicherheitsvorrichtungen nicht durch Zweige oder Sträucher beeinträchtigt werden. - Benutzen Sie die Automatisierung nicht, falls sie Reparatureingriffe erforderlich macht. Unterbrechen Sie bei Beschädigungen oder Funktionsstörungen die Stromversorgung der Automatisierung, unternehmen Sie keine Reparaturversuche oder direkte Eingriffe und wenden Sie sich für die erforderliche Reparatur oder Wartung an qualifiziertes Fachpersonal (professioneller Installateur). Aktivieren Sie für den Zugang die Notfallentsperrung (falls vorhanden). - Wenden Sie sich für alle im vorliegenden Handbuch nicht vorgesehenen direkten Eingriffe an der Automatisierung oder der Anlage an qualifiziertes Fachpersonal (professioneller Installateur). - Lassen Sie die Unversehrtheit und den ordnungsgemäßen Betrieb der Automatisierung sowie insbesondere der Sicherheitsvorrichtungen zumindest einmal jährlich von qualifiziertem Fachpersonal (professioneller Installateur) überprüfen. - Die Installations-, Wartungs- und Reparatureingriffe müssen dokumentiert werden und die Dokumentation muss dem Benutzer zur Verfügung gehalten werden. - Die Nichtbeachtung dieser Anweisung kann zu Gefahrensituationen führen. VERSCHROTTUNG Die Entsorgung der Materialien muss unter Beachtung der geltenden Normen erfolgen. Bitte werfen Sie Ihr Altgerät oder die leeren Batterien nicht in den Haushaltsabfall. Sie sind verantwortlich für die ordnungsgemäße Entsorgung Ihrer elektrischen oder elektronischen Altgeräte durch eine offizielle Sammelstelle. Alles, was im Installationshandbuch nicht ausdrücklich vorgesehen ist, ist untersagt. Der ordnungsgemäße Betrieb des Triebs kann nur garantiert werden, wenn alle angegebenen Daten eingehalten werden. Die Firma haftet nicht für Schäden, die auf die Nichtbeachtung der Hinweise im vorliegenden Handbuch zurückzuführen sind. Unter Beibehaltung der wesentlichen Eigenschaften des Produktes kann die Firma jederzeit und ohne Verpflichtung zur Aktualisierung des vorliegenden Handbuches Änderungen zur technischen, konstruktiven oder handelstechnischen Verbesserung vornehmen. ADVERTENCIAS PARA EL USUARIO (E) ¡ATENCIÓN! Instrucciones de seguridad importantes. Leer y seguir con atención las Advertencias y las Instrucciones que acompañan el producto, ya que el uso inapropiado puede causar daños a personas, animales o cosas. Guardar las instrucciones para futuras consultas y transmitirlas a eventuales reemplazantes en el uso de la instalación. Este producto se deberá utilizar únicamente para el uso para el cual ha sido expresamente instalado. Cualquier otro uso se considerará inadecuado y por lo tanto peligroso El fabricante no se responsabiliza por posibles daños causados debido a usos inapropiados, erróneos e irrazonables. SEGURIDAD GENERAL Le agradecemos por haber elegido este producto, en la Empresa estamos seguros que obtendrán las prestaciones necesarias para su uso. Este producto responde a las normas reconocidas de la técnica y de las disposiciones inherentes a la seguridad siempre que haya sido correctamente instalado por personal cualificado y experto (instalador profesional). La automatización, si se instala y utiliza de manera correcta, cumple con los estándares de seguridad para el uso. Sin embargo es conveniente respetar algunas reglas de comportamiento para evitar inconvenientes accidentales: - Mantener a niños, personas y cosas fuera del radio de acción de la automatización, especialmente durante su movimiento. - No permitir que los niños jueguen o permanezcan en el radio de acción de la automatización. - Esta automatización no está destinada para ser utilizada por niños o por personas con capacidades mentales, físicas y sensoriales reducidas, o personas que no cuenten con conocimientos adecuados, salvo que sean supervisadas o hayan recibido instrucciones de uso del equipo por parte de una persona responsable de su seguridad. - Los niños deben ser vigilados para cerciorarse que no jueguen con el equipo. No permitir que los niños jueguen con los controles fijos. Mantener los mandos a distancia alejados de los niños. - Evitar operar cerca de las bisagras o de los órganos mecánicos en movimiento. - No obstaculizar el movimiento de la hoja y no intentar abrir manualmente la puerta si no se ha desbloqueado el accionador con el botón de desbloqueo específico. - No ingresar al radio de acción de la puerta o cancela motorizadas durante el movimiento de las mismas. - No dejar radiomandos u otros dispositivos de mando al alcance de niños, para evitar accionamientos involuntarios. - La activación del desbloqueo manual podría causar movimientos incontrolados de la puerta en caso de averías mecánicas o condiciones de desequilibrio. - En caso de automatizaciones para persianas enrollables: vigilar la persiana en movimiento y mantener alejadas a las personas hasta que esté completamente cerrada. Tener precaución cuando se acciona el desbloqueo, si estuviera presente, puesto que una persiana enrollable abierta podría caer rápidamente en caso de desgaste o roturas. - La rotura o el desgaste de órganos mecánicos de la puerta (parte guiada), como por ejemplo cables, muelles, soportes, goznes, guías, etc. podría generar peligros. Hacer controlar periódicamente la instalación por personal cualificado y experto (instalador profesional), según lo indicado por el instalador o por el fabricante de la puerta. - Para cualquier operación de limpieza exterior, interrumpir la alimentación de red. - Mantener limpias las ópticas de las fotocélulas y los dispositivos de señalización luminosa. Controlar que ramas y arbustos no obstaculicen los dispositivos de seguridad. - No utilizar la automatización si necesita intervenciones de reparación. En caso de avería o de defecto de funcionamiento de la automatización, interrumpir la alimentación de red en la automatización, abstenerse de cualquier intento de reparación o intervención directa y recurrir sólo a personal cualificado y experto (instalador profesional) para la necesaria reparación y mantenimiento. Para permitir el acceso, activar el desbloqueo de emergencia (si estuviera presente). - Para cualquier intervención directa en la automatización o en la instalación no prevista por el presente manual, recurrir a personal cualificado y experto (instalador profesional). - Al menos una vez al año hacer controlar la integridad y el correcto funcionamiento de la automatización por personal cualificado y experto (instalador profesional), en particular de todos los dispositivos de seguridad. - Las intervenciones de instalación, mantenimiento y reparación deben ser registradas y la documentación correspondiente se debe mantener a disposición del usuario. - El incumplimiento de lo antes indicado puede provocar situaciones de peligro. DESGUACE La eliminación de los materiales se debe realizar respetando las normas vigentes. No desechar su equipo descartado, las pilas o las baterías usadas con los residuos domésticos. Usted tiene la responsabilidad de desechar todos sus residuos de equipos eléctricos o electrónicos, entregándolos a un punto de recogida dedicado al reciclaje de los mismos. Todo aquello que no expresamente previsto en el manual de uso, no está permitido. El buen funcionamiento del operador es garantizado sólo si se respetan las prescripciones indicadas en el presente manual. La Empresa no se responsabiliza por los daños causados por el incumplimiento de las indicaciones dadas en el presente manual. Dejando inalteradas las características esenciales del producto, la Empresa se reserva el derecho de realizar, en cualquier momento, modificaciones que considere convenientes para mejorar la técnica, la fabricación y la comercialización del producto, sin comprometerse a actualizar la presente publicación. WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER(NL) LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De Waarschuwingen en de Instructies die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien verkeerd gebruik schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken. De instructies bewaren voor toekomstige raadpleging en doorgeven aan eventuele personen die het gebruik van de installatie overnemen. Dit product is uitsluitend bestemd voor het gebruik waarvoor het uitdrukkelijk geïnstalleerd is. Ieder ander gebruik dient als oneigenlijk en dus gevaarlijk beschouwd te worden. De fabrikant mag niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade veroorzaakt door oneigenlijk, verkeerd of onredelijk gebruik. ALGEMENE VEILIGHEID Wij danken u ervoor dat u de voorkeur hebt gegeven aan dit product. Wij als bedrijf zijn er zeker van dat dit product de voor uw gebruik noodzakelijke prestaties kan leveren. Dit product voldoet aan de erkende normen van de techniek en van de bepalingen betreffende de veiligheid, indien correct geïnstalleerd door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur). Het automatiseringssysteem, indien juist geïnstalleerd en gebruikt, voldoet aan de vereiste veiligheidsgraad bij het gebruik. Het is niettemin nuttig enkele gedragsregels in acht te nemen om onopzettelijke ongemakken te vermijden: - Kinderen, personen en voorwerpen buiten de actieradius van het automatiseringssysteem houden, met name tijdens de beweging. - Niet aan kinderen toestaan om in de actieradius van het automatiseringssysteem te spelen of zich daarbinnen te bevinden. - Deze automatisering is niet bestemd voor gebruik vanwege kinderen of personen met beperkte mentale, lichamelijke en sensorische capaciteiten, of vanwege personen die het toestel niet voldoende kennen, tenzij ze beroep kunnen doen op de hulp van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid en die toezicht houdt of de nodige instructies verschaft m.b.t. het gebruik van het toestel. - De kinderen moeten in het oog worden gehouden zodanig dat ze zeker niet met het toestel gaan spelen. De kinderen niet laten spelen met de vaste controles. De afstandsbedieningen uit de buurt van de kinderen houden. - Vermijden om te werken in de buurt van de scharnieren of bewegende mechanische onderdelen. - De beweging van de vleugel niet tegengaan en niet proberen de deur handmatig te openen, als de actuator niet gedeblokkeerd is met de speciale deblokkeringsknop. - Niet de actieradius van de gemotoriseerde deur of hek betreden tijdens de beweging daarvan. - Afstandsbedieningen of andere besturingsinrichtingen buiten bereik van kinderen bewaren om ongewilde activeringen te vermijden. - De activering van de handmatige deblokkering zou ongecontroleerde bewegingen van de deur kunnen veroorzaken, als dit gebeurt tijdens mechanische storingen of in onevenwichtige toestanden. - In geval van afstandsbediening rolluiken: het bewegende rolluik controleren en de personen op een afstand houden tot deze niet volledig gesloten is. Opletten wanneer de deblokkering wordt geactiveerd, indien aanwezig, omdat een open rolluik snel zou kunnen vallen in aanwezigheid van slijtage of gebreken. - Het stukgaan of de slijtage van mechanische onderdelen van de deur (geleide deel), zoals bijvoorbeeld kabels, veren, steunen, klepscharnieren, geleiders, kan gevaren veroorzaken. De installatie periodiek laten controleren door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur) volgens hetgeen aangegeven door de installateur of de deurenfabrikant. - Voor alle externe schoonmaakwerkzaamheden het voedingsnet loskoppelen. - De optieken van de fotocellen en de signaleringsinrichtingen schoon houden. Controleren of takken en struiken de veiligheidsinrichtingen niet storen. - Het automatisme niet gebruiken, als daarop onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. In geval van storing of defect van het automatiseringssysteem, het voedingsnet loskoppelen van het automatiseringssysteem, geen pogingen ondernemen tot reparatie of directe werkzaamheden en zich alleen tot gekwalificeerd en ervaren personeel wenden (professionele installateur) voor de noodzakelijke reparatie of onderhoud. Om de toegang mogelijk te maken, de nooddeblokkering activeren (indien aanwezig). - Voor wat voor directe werkzaamheden dan ook op het automatiseringssysteem of de installatie, die niet door deze handleiding voorzien zijn, gebruik maken van gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur). - Minstens eenmaal per jaar de goede toestand en de correcte werking van het automatiseringssysteem laten controleren door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur), met name van alle veiligheidsinrichtingen. - De installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten gedocumenteerd worden en de desbetreffende documentatie moet ter beschikking worden gehouden van de gebruiker. - Het niet naleven van hetgeen hierboven beschreven is, kan gevaarlijke situaties creëren. SLOOP De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen naar een inzamelpunt voor de recycling ervan. Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in deze gebruikershandleiding, is niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegarandeerd, als de voorschriften aanwezig in deze handleiding in acht worden genomen. Het bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie te hoeven bijwerken. AVVERTENZE PER L’UTILIZZATORE D811767_04 THALIA - 73
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

BFT THALIA Installatie gids

Type
Installatie gids