BFT Rigel 6 de handleiding

Type
de handleiding
D812865 00100_04 23-12-16
ISTRUZIONI DI INSTALLAZIONE
INSTALLATION MANUAL
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION
MONTAGEANLEITUNG
INSTRUCCIONES DE INSTALACION
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Attenzione! Leggere attentamente le Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie
aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las Advertencias”en el interior! Let op! Lees de “Waarschuwingen aan de binnenkant zorgvuldig!
CENTRALINA UNIVERSALE PER IL CONTROLLO DI UNO O DUE MOTORI
UNIVERSAL CONTROL UNIT FOR ONE OR TWO MOTORS
CENTRALE UNIVERSELLE PERMETTANT DE CONTRÔLER UN OU DEUX MOTEUR
UNIVERSALSTEUERGERÄT ZUR STEUERUNG VON EINEM ODER ZWEI MOTOREN
CENTRALITA UNIVERSAL PARA CONTROLAR UNO O DOS MOTORES
UNIVERSELE BESTURINGSEENHEID VOOR DE BESTURING VAN 1 OF 2 MOTOREN
RIGEL 6
D812865 00100_04
6 - RIGEL 6
riencia o los conocimientos necesarios, siempre que
sea bajo vigilancia o después de que estas hayan
recibido instrucciones sobre el uso del aparato de
forma segura y de que hayan comprendido los
peligros inherentes al mismo. Los niños no deben
jugar con el aparato. La limpieza y el mantenimiento
destinados a ser realizados por el usuario no deben
ser llevados a cabo por los niños sin vigilancia.
- Los niños deben ser vigilados para cerciorarse que
no jueguen con el equipo. No permitir que los ni-
ños jueguen con los controles jos. Mantener los
mandos a distancia alejados de los niños.
- Evitar operar cerca de las bisagras o de los órganos
mecánicos en movimiento.
- No obstaculizar el movimiento de la hoja y no
intentar abrir manualmente la puerta si no se ha
desbloqueado el accionador con el dispositivo de
desbloqueo especíco.
- No ingresar al radio de acción de la puerta o cancela
motorizadas durante el movimiento de las mismas.
- No dejar radiomandos u otros dispositivos de man-
do al alcance de niños, para evitar accionamientos
involuntarios.
- La activación del desbloqueo manual podría causar
movimientos incontrolados de la puerta en caso de
averías mecánicas o condiciones de desequilibrio.
- En caso de automatizaciones para persianas
enrollables: vigilar la persiana en movimiento y
mantener alejadas a las personas hasta que esté
completamente cerrada. Tener precaución cuando
se acciona el desbloqueo, si estuviera presente,
puesto que una persiana enrollable abierta podría
caer rápidamente en caso de desgaste o roturas.
- La rotura o el desgaste de órganos mecánicos de
la puerta (parte guiada), como por ejemplo ca-
bles, muelles, soportes, goznes, guías, etc. podría
generar peligros. Hacer controlar periódicamente
la instalación por personal cualicado y experto
(instalador profesional), según lo indicado por el
instalador o por el fabricante de la puerta.
-
Para cualquier operación de limpieza exterior, inte-
rrumpir la alimentación de red.
- Mantener limpias las ópticas de las fotocélulas y los
dispositivos de señalización luminosa. Controlar
que ramas y arbustos no obstaculicen los disposi-
tivos de seguridad.
-
No utilizar la automatización si necesita intervencio-
nes de reparación. En caso de avería o de defecto de
funcionamiento de la automatización, interrumpir
la alimentación de red en la automatización, abs-
tenerse de cualquier intento de reparación o inter-
vención directa y recurrir sólo a personal cualicado
y experto (instalador profesional) para la necesaria
reparación y mantenimiento. Para permitir el acceso,
activar el desbloqueo de emergencia (si estuviera
presente).
- Para cualquier intervención directa en la auto-
matización o en la instalación no prevista por el
presente manual, recurrir a personal cualicado y
experto (instalador profesional).
- Al menos una vez al año hacer controlar la integri-
dad y el correcto funcionamiento de la automatiza-
ción por personal cualicado y experto (instalador
profesional), en particular de todos los dispositivos
de seguridad.
-
Las intervenciones de instalación, mantenimiento y
reparación deben ser registradas y la documentación
correspondiente se debe mantener a disposición del
usuario.
-
El incumplimiento de lo antes indicado puede
provocar situaciones de peligro.
DESGUACE
La eliminación de los materiales se debe
realizar respetando las normas vigentes. No
desechar su equipo descartado, las pilas o las
baterías usadas con los residuos domésticos.
Usted tiene la responsabilidad de desechar
todos sus residuos de equipos eléctricos o
electrónicos, entregándolos a un punto de
recogida dedicado al reciclaje de los mismos.
Todo aquello que no expresamente previsto en
el manual de uso, no está permitido. El buen
funcionamiento del operador es garantizado sólo
si se respetan las prescripciones indicadas en el
presente manual. La Empresa no se responsabili-
za por los daños causados por el incumplimiento
de las indicaciones dadas en el presente manual.
Dejando inalteradas las características esenciales
del producto, la Empresa se reserva el derecho
de realizar, en cualquier momento, modicacio-
nes que considere convenientes para mejorar
la técnica, la fabricación y la comercialización
del producto, sin comprometerse a actualizar la
presente publicación.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER(NL)
LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De
Waarschuwingen en de Instructies die met het
product meegeleverd worden zorgvuldig lezen
en volgen, aangezien verkeerd gebruik schade
aan personen, dieren of voorwerpen kan veroor-
zaken. De instructies bewaren voor toekomstige
raadpleging en doorgeven aan eventuele perso-
nen die het gebruik van de installatie overnemen.
Dit product is uitsluitend bestemd voor het ge-
bruik waarvoor het uitdrukkelijk geïnstalleerd is.
Ieder ander gebruik dient als oneigenlijk en dus
gevaarlijk beschouwd te worden. De fabrikant
mag niet verantwoordelijk worden gehouden
voor eventuele schade veroorzaakt door onei-
genlijk, verkeerd of onredelijk gebruik.
ALGEMENE VEILIGHEID
Wij danken u ervoor dat u de voorkeur hebt gege-
ven aan dit product. Wij als bedrijf zijn er zeker van
dat dit product de voor uw gebruik noodzakelijke
prestaties kan leveren.
Dit product voldoet aan de erkende normen van
de techniek en van de bepalingen betreende de
veiligheid, indien correct geïnstalleerd door ge-
kwaliceerd en ervaren personeel (professionele
installateur).
Het automatiseringssysteem, indien juist geïnsta-
lleerd en gebruikt, voldoet aan de vereiste veilig-
heidsgraad bij het gebruik. Het is niettemin nuttig
enkele gedragsregels in acht te nemen om onop-
zettelijke ongemakken te vermijden:
- Kinderen, personen en voorwerpen buiten de ac-
tieradius van het automatiseringssysteem houden,
met name tijdens de beweging.
- Niet aan kinderen toestaan om in de actieradius
van het automatiseringssysteem te spelen of zich
daarbinnen te bevinden.
- Het apparaat mag gebruikt worden door kinderen
ouder dan 8 jaar en door personen met geringe
lichamelijke, geestelijke of sensorische capacitei-
ten of door personen met onvoldoende ervaring
met of kennis van het apparaat, mits ze worden
bijgestaan of ze de noodzakelijke informatie voor
een veilig gebruik van het apparaat en het begrip
D811767_08
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 7
van de aanverwante gevaren hebben ontvangen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Het
apparaat mag uitsluitend worden onderhouden en
gereinigd door de gebruiker en niet door kinderen
die niet worden bijgestaan.
- De kinderen moeten in het oog worden gehouden
zodanig dat ze zeker niet met het toestel gaan
spelen. De kinderen niet laten spelen met de vaste
controles. De afstandsbedieningen uit de buurt
van de kinderen houden.
-
Vermijden om te werken in de buurt van de schar-
nieren of bewegende mechanische onderdelen.
-
Niet proberen om de beweging van de vleugel te
blokkeren. Niet proberen om de poort met de hand
te openen als de actuator niet met de specieke ont-
grendeling is ontgrendeld.
-
Niet de actieradius van de gemotoriseerde deur of
hek betreden tijdens de beweging daarvan.
- Afstandsbedieningen of andere besturingsinri-
chtingen buiten bereik van kinderen bewaren om
ongewilde activeringen te vermijden.
- De activering van de handmatige deblokkering
zou ongecontroleerde bewegingen van de deur
kunnen veroorzaken, als dit gebeurt tijdens mecha-
nische storingen of in onevenwichtige toestanden.
- In geval van afstandsbediening rolluiken: het bewe-
gende rolluik controleren en de personen op een
afstand houden tot deze niet volledig gesloten is.
Opletten wanneer de deblokkering wordt geacti-
veerd, indien aanwezig, omdat een open rolluik snel
zou kunnen vallen in aanwezigheid van slijtage of
gebreken.
- Het stukgaan of de slijtage van mechanische
onderdelen van de deur (geleide deel), zoals bij-
voorbeeld kabels, veren, steunen, klepscharnieren,
geleiders, kan gevaren veroorzaken. De installatie
periodiek laten controleren door gekwaliceerd
en ervaren personeel (professionele installateur)
volgens hetgeen aangegeven door de installateur
of de deurenfabrikant.
- Voor alle externe schoonmaakwerkzaamheden het
voedingsnet loskoppelen.
- De optieken van de fotocellen en de signaleringsin-
richtingen schoon houden. Controleren of takken
en struiken de veiligheidsinrichtingen niet storen.
- Het automatisme niet gebruiken, als daarop on-
derhoudswerkzaamheden nodig zijn. In geval van
storing of defect van het automatiseringssysteem,
het voedingsnet loskoppelen van het automati-
seringssysteem, geen pogingen ondernemen tot
reparatie of directe werkzaamheden en zich alleen
tot gekwaliceerd en ervaren personeel wenden
(professionele installateur) voor de noodzakelijke
reparatie of onderhoud. Om de toegang mogelijk
te maken, de nood-deblokkering activeren (indien
aanwezig).
- Voor wat voor directe werkzaamheden dan ook op
het automatiseringssysteem of de installatie, die
niet door deze handleiding voorzien zijn, gebruik
maken van gekwaliceerd en ervaren personeel
(professionele installateur).
- Minstens eenmaal per jaar de goede toestand en de
correcte werking van het automatiseringssysteem
laten controleren door gekwaliceerd en ervaren
personeel (professionele installateur), met name
van alle veiligheidsinrichtingen.
- De installatie-, onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden moeten gedocumenteerd worden
en de desbetreende documentatie moet ter
beschikking worden gehouden van de gebruiker.
- Het niet naleven van hetgeen hierboven beschre-
ven is, kan gevaarlijke situaties creëren.
SLOOP
De materialen moeten verwijderd worden met
inachtneming van de geldende normen. Uw
niet meer gebruikte apparaat, de lege batte-
rijen of accus niet bij het huisvuil weggooien.
U bent er verantwoordelijk voor al uw afval
van elektrische of elektronische apparatuur
weg te brengen naar een inzamelpunt voor
de recycling ervan.
Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in deze
gebruikershandleiding, is niet toegestaan. De
goede werking van de controller is alleen ge-
garandeerd, als de voorschriften aanwezig in
deze handleiding in acht worden genomen. Het
bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden
voor de schade veroorzaakt door het niet in acht
nemen van de aanwijzingen vermeld in deze
handleiding.
Terwijl de hoofdkenmerken van het product
ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich
het recht voor om op ieder willekeurig moment
die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt
acht om het product technisch, constructief en
commercieel gezien te verbeteren, zonder deze
publicatie te hoeven bijwerken.
D811767_08
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 13
¡ATENCIÓN! Instrucciones de seguridad importantes. Leer y seguir con aten-
ción todas las advertencias y las instrucciones que acompañan el producto,
ya que la instalación incorrecta puede causar daños a personas, animales o
cosas. Las advertencias y las instrucciones brindan importantes indicacio-
nes concernientes a la seguridad, la instalación, el uso y el mantenimiento.
Conservar las instrucciones para adjuntarlas a la documentación técnica y
para consultas futuras.
SEGURIDAD GENERAL
Este producto ha sido diseñado y fabricado exclusivamente para el uso indicado
en la presente documentación. Otros usos diferentes a lo indicado podrían oca-
sionar daños al producto y ser causa de peligro.
- Los elementos de fabricación de la máquina y la instalación deben presentar
conformidad con las siguientes Directivas Europeas, donde se puedan aplicar:
2014/30/CE, 2014/35/CE, 2006/42/CE,
2011/305/CE, 99/05/CE y sus posteriores
modicaciones. Para todos los países extra CEE, además de las normas nacio-
nales vigentes, para lograr un nivel de seguridad apropiado se deben respetar
también las normas antes citadas.
- La Empresa fabricante de este producto (en adelante empresa”) no se respon-
sabiliza por todo aquello que pudiera derivar del uso incorrecto o diferente a
aquel para el cual está destinado e indicado en la presente documentación,
como tampoco por el incumplimiento de la Buena Técnica en la fabricación de
los cierres (puertas, cancelas, etc.), así como por las deformaciones que pudieran
producirse durante su uso.
-
La instalación debe ser realizada por personal cualicado (instalador profesional,
conforme a EN12635), en cumplimiento de la Buena Técnica y de las normas vigentes.
- Antes de instalar el producto, realizar todas las modicaciones estructurales de
modo tal que se respeten las distancias de seguridad y para la protección o ais-
lamiento de todas las zonas de aplastamiento, corte, arrastre y de peligro en ge-
neral, según lo previsto por las normas EN 12604 y 12453 o eventuales normas
locales de instalación. Comprobar que la estructura existente cumpla con los
requisitos necesarios de resistencia y estabilidad.
- Antes de comenzar la instalación, comprobar la integridad del producto.
- La Empresa no es responsable del cumplimiento de la Buena Técnica en la rea-
lización y mantenimiento de los cerramientos por motorizar, como tampoco de
las deformaciones que surgieran durante el uso.
- Comprobar que el intervalo de temperatura declarado sea compatible con el
lugar destinado para instalar la automatización.
- No instalar este producto en atmósfera explosiva. la presencia de gases o humos
inamables constituye un grave peligro para la seguridad.
- Antes de realizar cualquier intervención en la instalación, interrumpir la alimen-
tación eléctrica. Desconectar también eventuales baterías compensadoras si
estuvieran presentes.
-
Antes de conectar la alimentación eléctrica, asegurarse de que los datos de
placa correspondan a los de la red de distribución eléctrica y que en el origen
de la instalación eléctrica haya un interruptor diferencial y una protección de
sobrecarga adecuados. En la red de alimentación de la automatización, se debe
prever un interruptor o un magnetotérmico omnipolar que permita la desco-
nexión completa en las condiciones de la categoría de sobretensión III.
-
Comprobar que en el origen de la red de alimentación, haya un interruptor diferen-
cial con umbral no superior a 0.03A y conforme a lo previsto por las normas vigentes.
- Comprobar que la instalación de puesta a tierra esté realizada correctamente:
conectar a tierra todas las piezas metálicas del cierre (puertas, cancelas, etc.) y
todos los componentes de la instalación con borne de tierra.
- La instalación se debe realizar utilizando dispositivos de seguridad y de mandos
conformes a la EN 12978 y EN12453.
- Las fuerzas de impacto pueden ser reducidas utilizando cantos deformables.
-Si las fuerzas de impacto superan los valores previstos por las normas, aplicar
dispositivos electrosensibles o sensibles a la presión.
- Aplicar todos los dispositivos de seguridad (fotocélulas, cantos sensibles, etc.)
necesarios para proteger el área de peligros de impacto, aplastamiento, arrastre,
corte. Tener en cuenta las normativas y las directivas vigentes, los criterios de la
Buena Técnica, el uso, el entorno de instalación, la lógica de funcionamiento del
sistema y las fuerzas desarrolladas por la automatización.
- Aplicar las señales previstas por las normativas vigentes para identicar las zo-
nas peligrosas (los riesgos residuales). Toda instalación debe estar identicada
de manera visible según lo prescrito por la EN13241-1.
- Una vez completada la instalación, colocar una placa de identicación de la
puerta/cancela.
- Este producto no se puede instalar en hojas que incorporan puertas (salvo que
el motor se active sólo cuando la puerta está cerrada)
- Si la automatización es instalada a una altura inferior a 2,5 m o está al alcance, es
necesario garantizar un grado de protección adecuado de las piezas eléctricas y
mecánicas.
-
Sólo para automatizaciones de persianas
1) Las partes móviles del motor se deben instalar a una altura de 2,5 m por
encima del suelo o encima de otro nivel que pueda permitir su acceso.
2) El motorreductor se debe instalar en un espacio segregado y provisto de
protección, de manera que sea accesible sólo con el uso de herramientas.
- Instalar cualquier mando jo en una posición que no cause peligros y alejado de
las piezas móviles. En particular los mandos con hombre presente estén coloca-
dos a la vista directa de la parte guiada y, salvo que no sean con llave, se deben
instalar a una altura mínima de 1,5 m y de manera tal de que no sean accesibles
para el público.
- Aplicar al menos un dispositivo de señalización luminosa (parpadeante) en po-
sición vertical, además jar a la estructura un cartel de Atención.
-
Fijar de manera permanente una etiqueta correspondiente al funcionamiento del
desbloqueo manual de la automatización y colocarla cerca del órgano de maniobra.
- Asegurarse de que durante la maniobra se eviten y se proteja de los riesgos me-
cánicos y en particular el impacto, el aplastamiento, arrastre, corte entre la parte
guiada y las partes jas alrededor.
- Una vez realizada la instalación, asegurarse de que el ajuste de la automatiza-
ción del motor esté congurado de manera correcta y que los sistemas de pro-
tección y de desbloqueo funcionen correctamente.
-
Usar exclusivamente piezas originales para todas las operaciones de mantenimiento y
reparación. La Empresa no se responsabiliza de la seguridad y el buen funcionamiento
de la automatización, en caso que se utilicen componentes de otros fabricantes.
- No realizar ninguna modicación a los componentes de la automatización si no
se cuenta con autorización expresa por parte de la Empresa.
- Instruir al usuario de la instalación sobre los eventuales riesgos residuales, los
sistemas de mando aplicados y la ejecución de la maniobra de apertura manual
en caso de emergencia: entregar el manual de uso al usuario nal.
- Eliminar los materiales de embalaje (plástico, cartón, poliestireno, etc.) según
lo previsto por las normas vigentes. No dejar sobres de nylon y poliestireno al
alcance de los niños.
CONEXIONES
¡ATENCIÓN! Para la conexión a la red utilizar: cable multipolar de sección mí-
nima de 5x1,5mm
2
ó 4x1,5mm
2
para alimentaciones trifásicas o bien 3x1,5mm
2
para alimentaciones monofásicas (a modo de ejemplo, el cable puede ser del
tipo H05RN-F con sección de 4x1.5mm
2
). Para la conexión de los dispositivos
auxiliares utilizar conductores con sección mínima de 0,5 mm
2
.
- Utilizar exclusivamente pulsadores con capacidad no inferior a 10A-250V.
- Los conductores deben estar unidos por una jación suplementaria cerca de
los bornes (por ejemplo mediante abrazaderas) para mantener bien separadas
las partes bajo tensión de las partes con muy baja tensión de seguridad.
- Durante la instalación se debe quitar la funda del cable de alimentación para
permitir la conexión del conductor de tierra al borne especíco, dejando los
conductores activos lo más cortos posible. El conductor de tierra debe ser el
último a tensarse en caso de aojamiento del dispositivo de jación del cable.
¡ATENCIÓN! los conductores a muy baja tensión de seguridad se deben mante-
ner físicamente separados de los circuitos a baja tensión.
La accesibilidad a las partes bajo tensión debe ser posible exclusivamente para
el personal cualicado (instalador profesional).
CONTROL DE LA AUTOMATIZACIÓN Y MANTENIMIENTO
Antes de que la automatización quede denitivamente operativa, y durante las
intervenciones de mantenimiento, controlar estrictamente lo siguiente:
- Comprobar que todos los componentes estén jados rmemente.
- Controlar la operación de arranque y parada en el caso de mando manual.
- Controlar la lógica de funcionamiento normal o personalizada.
- Sólo para cancelas correderas: comprobar el correcto engranaje de la cremalle-
ra - piñón con un juego de 2 mm a lo largo de toda la cremallera; mantener el
carril de desplazamiento siempre limpio y libre de desechos.
- Sólo para cancelas y puertas correderas: comprobar que la vía de desplaza-
miento de la cancela sea lineal, horizontal y las ruedas sean aptas para soportar
el peso de la cancela.
- Sólo para cancelas correderas suspendidas (Cantilever): comprobar que no se
produzca ninguna bajada u oscilación durante la maniobra.
- Sólo para cancelas batientes: comprobar que el eje de rotación de las hojas esté
en posición perfectamente vertical.
- Sólo para barreras: antes de abrir la portezuela el muelle debe estar descarga-
do (mástil vertical).
- Controlar el correcto funcionamiento de todos los dispositivos de seguridad
(fotocélulas, cantos sensibles, etc.) y el correcto ajuste de los dispositivos de
seguridad antiaplastamiento, comprobando que el valor de la fuerza de im-
pacto, medido en los puntos previstos por la norma EN 12445, sea inferior a lo
indicado en al norma EN 12453.
- Las fuerzas de impacto pueden ser reducidas utilizando cantos deformables.
-
Controlar el buen funcionamiento de la maniobra de emergencia donde esté presente.
-
Controlar la operación de apertura y cierre con los dispositivos de mando aplicados.
- Comprobar la integridad de las conexiones eléctricas y de los cableados, en
particular el estado de las cubiertas aislantes y de los sujetacables.
- Durante el mantenimiento limpiar las ópticas de las fotocélulas.
-
Durante el periodo en que la automatización está fuera de servicio, activar el des-
bloqueo de emergencia (véase apartado “MANIOBRA DE EMERGENCIA”), de mane-
ra tal de dejar libre la parte guiada y permitir la apertura y el cierre manual de la
cancela.
- Si el cable de alimentación está dañado, el mismo debe ser sustituido por el
fabricante o por el servicio de asistencia técnica de éste o por una persona con
una capacitación similar, de manera tal de prevenir cualquier riesgo.
- Si se instalan dispositivos de tipo “D (tal como los dene la EN12453), conec-
tados en modo no comprobado, establecer un mantenimiento obligatorio con
frecuencia al menos semestral.
- El mantenimiento, como se ha descrito anteriormente, se debe repetir por lo
menos anualmente o con intervalos menores si las características del lugar o
de la instalación lo requirieran.
¡ATENCIÓN!
Recordar que la motorización sirve para facilitar el uso de la cancela/puerta pero
no resuelve problema de defectos o carencias de instalación o de falta de man-
tenimiento.
DESGUACE
La eliminación de los materiales se debe realizar respetando las normas
vigentes. No desechar su equipo descartado, las pilas o las baterías usadas
con los residuos domésticos. Usted tiene la responsabilidad de desechar
todos sus residuos de equipos eléctricos o electrónicos, entregándolos
a un punto de recogida dedicado al reciclaje de los mismos.
DESMANTELAMIENTO
Si la automatización es desmontada para luego ser montada nuevamente en
otro sitio hay que:
Interrumpir la alimentación y desconectar toda la instalación eléctrica.
- Quitar el accionador de la base de jación.
- Desmontar todos los componentes de la instalación.
-
Si algunos componentes no pudieran ser quitados o estuvieran dañados, sustituirlos.
Todo aquello que no expresamente previsto en el manual de instalación, no
está permitido. El buen funcionamiento del operador es garantizado sólo si se
respetan los datos indicados. La Empresa no se responsabiliza por los daños
causados por el incumplimiento de las indicaciones dadas en el presente manual.
Dejando inalteradas las características esenciales del producto, la Empresa
se reserva el derecho de realizar, en cualquier momento, modicaciones que
considere convenientes para mejorar la técnica, la fabricación y la comerciali-
zación del producto, sin comprometerse a actualizar la presente publicación.
ADVERTENCIAS PARA LA INSTALACIÓN
LAS DECLARACIONES DE CONFORMIDAD SE PUEDE CONSULTAR EN EL SITIO
WEB http://www.bft-automation.com/CE
LAS INSTRUCCIONES DE MONTAJE Y USO SE PUEDEN CONSULTAR EN LA
SECCIÓN DESCARGAS.
D811766_16
LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De waarschuwingen en de instructies
die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien
verkeerde installatie schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken.
De waarschuwingen en de instructies geven belangrijke aanwijzingen over de
veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren
om ze aan de technische folder toe te voegen voor toekomstige raadpleging.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik aangegeven
in deze documentatie. Soorten gebruik anders dan hetgeen aangegeven, zouden
schade aan het product en gevaar kunnen veroorzaken.
- De constructie-elementen van de machine en de installatie moeten overeenkom-
stig de volgende Europese Richtlijnen zijn, indien toepasbaar: 2014/30/CE, 2014/35/
CE, 2006/42/CE,
2011/305/CE, 99/05/CE en daaropvolgende wijzigingen. Voor alle
landen buiten de EEG is het voor een goed veiligheidsniveau nuttig om naast de
nationaal geldende normen, ook de genoemde normen in acht te nemen.
- Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af voortkomende uit een
verkeerd gebruik of een ander gebruik dan het voorbestemde gebruik en dat aan-
gegeven in deze documentatie, evenals uit het niet in acht nemen van het Goed
Gebruik bij de constructie van de sluitingen (deuren, hekken, etc..) en uit de vervor-
mingen die tijdens het gebruik zouden kunnen optreden.
- De installatie moet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel (professio-
nele installateur, volgens EN12635), met inachtneming van het Goed Gebruik en de
geldende normen.
- Alvorens het product te installeren, alle structurele wijzigingen aanbrengen betref-
fende de verwezenlijking van de vrijboorden en de beveiliging of afscheiding van
alle zones met gevaar voor pletting, snijden, meeslepen en algemeen gevaar, vol-
gens hetgeen voorgeschreven wordt door de normen EN 12604 en 12453 of even-
tuele plaatselijke installatienormen. Controleren of de bestaande structuur over de
noodzakelijke vereisten beschikt wat betreft stevigheid en stabiliteit.
-
Alvorens te beginnen met de installatie, de goede toestand van het product controleren.
- Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van het Goed Gebruik bij
de constructie en het onderhoud van de te motoriseren kozijnen, en van de vervor-
mingen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen.
- Controleren of het opgegeven temperatuurinterval compatibel is met de plek be-
stemd voor de installatie van het automatiseringssysteem.
- Dit product niet in een explosieve omgeving installeren: de aanwezigheid van gas of
ontvlambare rookgassen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
-
De stroomvoorziening uitschakelen vóór wat voor werkzaamheden dan ook aan de
installatie. Ook eventuele buerbatterijen loskoppelen, indien aanwezig.
-
Voordat men de elektrische voeding aansluit, moet men controleren of de gegevens
op de plaat overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet en of er stroomop-
waarts de elektrische installatie een geschikte dierentiële drukschakelaar en een
geschikte bescherming tegen overstroom staat. Op het voedingsnet van het auto-
matiseringssysteem een omnipolaire (magneet)schakelaar voorzien waarmee een
volledige uitschakeling mogelijk is in de omstandigheden van overspanningscate-
gorie III.
-
Controleren of er zich aan het begin van het voedingsnet een aardlekschakelaar bevindt
die de drempel van max. 0,03A en de geldende normen niet overschrijdt.
- Controleren of het aardingssysteem correct is uitgevoerd: alle metalen delen van
de sluiting (deuren, hekken, etc.) en alle onderdelen van de installatie voorzien van
aardingsklemmen aarden.
- De installatie moet worden uitgevoerd met gebruik van veiligheidsinrichtingen en
bedieningen overeenkomstig EN 12978 en EN12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van
vervormbare randen.
-
In het geval dat de botsingskrachten de door de normen voorziene waarden over-
schrijden, inrichtingen aanbrengen die gevoelig zijn voor elektriciteit of druk.
- Alle veiligheidsinrichtingen (fotocellen, gevoelige randen, etc.) aanbrengen die
noodzakelijk zijn om het gebied te beschermen tegen gevaren voor botsing, plet-
ting, meeslepen en snijden. Rekening houden met de geldende normen en richtlij-
nen, de criteria van het Goed Gebruik, het gebruik, de installatieomgeving, de wer-
king van het systeem en de door het automatiseringssysteem ontwikkelde krachten.
-
De door de geldende normen voorziene signalen aanbrengen om de gevaarlijke zo-
nes aan te duiden (de restrisicos). Iedere installatie moet op zichtbare wijze worden
geïdenticeerd volgens hetgeen voorgeschreven door de EN13241-1.
- Na de installatie voltooid te hebben, een identicatieplaat van de deur / het hek
aanbrengen.
-
Dit product mag niet worden geïnstalleerd op vleugels waarin deuren zijn opgeno-
men (tenzij de motor uitsluitend kan worden geactiveerd wanneer de deur dicht is).
- Als het automatiseringssysteem is geïnstalleerd op een hoogte van minder dan 2,5
m of als het toegankelijk is, is het noodzakelijk een passende beschermingsgraad
van de elektrische en mechanische delen te garanderen.
- Alleen voor automatiseringssystemen voor rolluiken
1) De bewegende delen van de motor moeten op een minimale hoogte van 2,5 m
boven de vloer of een ander niveau waar de toegang mogelijk is geïnstalleerd worden.
2) De reductiemotor moet in een afgescheiden ruimte geïnstalleerd worden voorzien
van een beveiliging zodat hij alleen met gebruik van gereedschap toegankelijk is.
-
Iedere willekeurige vaste bediening zo installeren, dat deze geen gevaar vormt en
ver van beweegbare delen is. In het bijzonder de bedieningen bij aanwezige persoon
moeten direct zichtbaar zijn vanaf het geleide deel, en, tenzij het gaat om bedieningen
met sleutel, moeten deze worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 1,5 m en
zodanig dat ze niet toegankelijk zijn voor het publiek.
- Minstens één signaleringsinrichting (knipperend) aanbrengen in een zichtbare posi-
tie, en daarnaast een bordje “Let op aan de structuur bevestigen.
- Op permanente wijze een etiket aanbrengen met betrekking tot de werking van de
handmatige deblokkering van het automatiseringssysteem en dit in de buurt van de
manoeuvreringsinrichting aanbrengen.
- Zorg ervoor dat tijdens de manoeuvre de mechanische risicos vermeden en bevei-
ligd worden en dan met name de botsing, de pletting, het meeslepen, het snijden
tussen geleide deel en omliggende delen.
- Na de installatie te hebben uitgevoerd, zich ervan verzekeren dat de instelling van
het automatiseringssysteem van de motor juist is uitgevoerd en dat de beveiligings-
en deblokkeringssystemen juist functioneren.
-
Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken voor alle onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden. Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af uit
veiligheidsredenen en vanwege de goede werking van het automatiseringssysteem,
als er onderdelen van andere fabrikanten gebruikt worden.
- Geen enkele wijziging uitvoeren aan de componenten van het automatiseringssys-
teem, indien niet uitdrukkelijk door het Bedrijf geautoriseerd.
-
De gebruiker van de installatie instructies geven wat betreft de restrisicos, de toege-
paste bedieningssystemen en de uitvoering van de handmatige openingsmanoeuvre
in geval van nood: de gebruikershandleiding aan de eindgebruiker overhandigen.
Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in de installatiehandleiding, is
niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegaran-
deerd, als de vermelde gegevens in acht worden genomen. Het bedrijf is
niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door
het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding.
Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt
het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzi-
gingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch,
constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie
te hoeven bijwerken.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
- Verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyrol, etc.) verwerken volgens hetgeen
voorzien is door de geldende normen. Nylon zakjes en polystyrol buiten bereik van
kinderen bewaren.
AANSLUITINGEN
LET OP! Gebruik voor de aansluiting op het netwerk: meeraderige kabel met een
doorsnede van min. 5x1,5 mm
2
of 4x1,5 mm
2
voor driefase voeding of 3x1,5 mm
2
voor eenfase voeding (de kabel moet bijvoorbeeld van het type H05RN-F met
doorsnede 4x1,5 mm
2
zijn).Voor de aansluiting van de hulpapparatuur geleiders
gebruiken met een doorsnede van min. 0,5 mm
2
.
-
Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een werkbelasting van min. 10A-250V.
- De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen (bijvoorbeeld met behulp van bandjes) om de delen onder
spanning duidelijk gescheiden te houden van de delen met zeer lage veiligheids-
spanning.
- Tijdens de installatie moet de stroomtoevoerkabel van zijn bekleding ontdaan
worden, zodat de aansluiting van de aardgeleider op de geschikte klem mogelijk
wordt, terwijl de actieve geleiders echter zo kort mogelijk gelaten worden. De
aardgeleider moet de laatste zijn die gerekt wordt in geval van losraken van de
bevestigingsinrichting van de kabel.
OPGELET! de geleiders met zeer lage veiligheidsspanning moeten fysiek geschei-
den worden van de geleiders met lage spanning.
De toegang tot de delen onder spanning mag uitsluitend mogelijk zijn voor het
gekwaliceerde personeel (professionele installateur)
CONTROLE VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM EN ONDERHOUD
Alvorens het automatiseringssysteem in werking te stellen, en tijdens de onder-
houdswerkzaamheden, nauwgezet het volgende nagaan:
- controleren of alle onderdelen stevig zijn bevestigd;
-
de opstart- en stophandelingen in het geval van de handmatige besturing controle-
ren;
- de normale of gepersonaliseerde werking controleren.
- Alleen voor schuifhekken: de correcte ineengrijping tandheugel-rondselas met
een speling van 2 mm over de hele tandheugel controleren; de looprail altijd
schoon houden en vrij van afval.
- Alleen voor schuifhekken en –deuren: controleren of de glijrail recht en horizon-
taal is en of de wielen geschikt zijn voor het gewicht van het hek.
- Alleen voor hangende schuifhekken (Cantilever): controleren of het hek niet zakt
of trilt tijdens de manoeuvre.
- Alleen voor vleugelpoorten: controleren of de rotatie-as van de vleugels perfect
verticaal is.
- Alleen voor slagbomen: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen
zijn (slagboom verticaal).
-
De juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoe-
lige randen, etc.) en de correcte afstelling van de antibeklemmings-veiligheidsin-
richting door te controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de
punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de
norm EN 12453.
- De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik
van vervormbare randen.
- De functionaliteit van de noodmanoeuvre controleren, indien aanwezig.
- De openings- of sluitingshandeling met de aangebrachte bedieningsinrichtin-
gen controleren.
- De goede toestand van de elektrische aansluitingen en van de bekabelingen
controleren, met name de status van de isolatiekousen en de kabelleiders.
- Tijdens het onderhoud de reiniging van de optieken van de fotocellen uitvoeren.
- Voor de periode waarin het automatiseringssysteem buiten bedrijf is, de nood-
deblokkering activeren (zie paragraaf “NOODMANOEUVRE”) om het geleide deel
los te maken en zo de handmatige opening en sluiting van het hek mogelijk te
maken.
- Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de
fabrikant of door diens technische assistentiedienst of alleszins door een persoon
met een soortgelijke kwalicatie, teneinde alle risico’s te voorkomen.
- Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door
EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halaarlijks onderhoud
voorschrijven.
- Het onderhoud dat hierboven is beschreven moet minstens eenmaal per jaar of
vaker als de plaats of de installatie dit vereist, worden verricht.
LET OP!
Vergeet niet dat de motoraandrijving een gemak is bij het gebruik van het hek /
de poort en geen oplossing biedt voor problemen door defecten en installatiege-
breken of gebrek aan onderhoud.
SLOOP
De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de
geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen
of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor
al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen
naar een inzamelpunt voor de recycling ervan.
ONTMANTELING
In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een an-
dere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig:
-
De stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te kop-
pelen.
- De actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen.
- Alle onderdelen van de installatie te demonteren.
- In het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of bescha-
digd blijken te zijn, deze vervangen.
DE CONFORMITEITSVERKLARINGEN KUNNEN WORDEN INGEZIEN OP DE
WEBSITE http://www.bft-automation.com/CE
DE MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZINGEN KUNNEN WORDEN INGEZIEN
IN HET DEEL DOWNLOAD.
D811766_16
D812865 00100_04
20 - RIGEL 6
VEREENVOUDIGD MENU
lang
Dir
ITA
fra
deu
eng
esp
int
INT
EXT
: automatische werking, residentieel
: semi-automatische werking, residentieel
: automatische werking, gemeenschappelijk
:
semi-automatische werking, gemeenschappelijk
: werking bij aanwezige persoon
: opening naar binnen
EXT
: opening naar buiten
type hydr
2
O 01
desidered button
hidden button
release
mem.remotes
end
o
o
n. mot.
1
ar
sr
ac
Sc
Ind
AR
preset
sr
ac
sc
ind
elec
x1
0---
10--
150- 1520 ok
autoset
2 1
2 1
2 1
2 1
close
open
SWO/OK
SWO/OK
SWC/OK
SWC/OK
m2.o
m1.o
2 1
2 1
2 1
2 1
m2.c
m1.c
Terugkeer naar
het hoofdmenu
Bevestig /
Aanschakeling
display
Doorloop op
Doorloop neer
hydr:
Hydraulische automatisering
ELET: Elektromechanische automatisering
*** Password invoeren.
Aanvraag met logica Beschermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4
PRESET DEFAULT
AR SR AC SC ind
PARAMETERS
Werktijd motor 1 60.0 20.0 20.0 20.0 20.0 20.0
Werktijd motor 2 60.0 20.0 20.0 20.0 20.0 20.0
Tijd van faseverschil opening 3 2 2 2 2 2
Tijd van faseverschil sluiting 3 2 2 2 2 2
Tijd van
afremming
motor 1
hydraulische
0
0 0 0 0 0
elektromechanische
3 3 3 3 3
Tijd van
afremming
motor 2
hydraulische
0
0 0 0 0 0
elektromechanische
3 3 3 3 3
TCA 40 20 40 30 40 40
Openingskracht
hydraulische
50
99 99 99 99 99
elektromechanische
50 50 50 50 50
Sluitkracht
hydraulische
50
99 99 99 99 99
elektromechanische
50 50 50 50 50
Afrem-
mingskracht
hydraulische
50
99 99 99 99 99
elektromechanische
50 50 50 50 50
LOGICA
DEFAULT
AR SR AC SC ind
TCA 0 1 0 1 0 0
Stap-voor-stap beweging 0 1 0 1 0 0
Pre-alarm
0 0 0 1 1 0
Persoon Aanwezig
0 0 0 0 0 1
Blokkeert impulsen bij opening
0 0 0 1 1 0
Handhaving
blokkering
hydraulische
0
1 1 1 1 1
elektromechanische
0 0 0 0 0
SAFE1 0 4 4 4 4 0
Beschermingsniveau 0 0 0 0 0 2
***
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 25
ENGLISH FRANÇAIS ESPAÑOL
NEDERLANDS
DEUTSCHITALIANO
I
00:00
Lunedì
Monday
Lundi
Montag
Lunes
Maandag
Martedì
Tuesday
Mardi
Dienstag
Martes
Dinsdag
Mercoledì
Wednesday
Mercredi
Mittwoch
Miércoles
Woensdag
Giovedì
Thursday
Jeudi
Donnerstag
Jueves
Donderdag
Venerdì
Friday
Vendredi
Freitag
Viernes
Vrijdag
Sabato
Saturday
Samedi
Samstag
Sábado
Zaterdag
Domenica
Sunday
Dimanche
Sonntag
Domingo
Zondag
01:00
02:00
03:00
04:00
05:00
06:00
07:00
08:00
09:00
10:00
11:00
12:00
13:00
14:00
15:00
16:00
17:00
18:00
19:00
20:00
21:00
22:00
23:00
I valori sono programmabili a step di 10 minuti - Values are programmable in 10 minutes’ steps
Les valeurs sont programmables par étape de 10 minutes - Die Werte können in Schritten von 10 Minuten programmiert werden
Los valores se puede programar con intervalos de 10 minutos - De waarden zijn programmeerbaar met stappen van 10 minuten
Lunedì
Monday
Lundi
Montag
Lunes
Maandag
Martedì
Tuesday
Mardi
Dienstag
Martes
Dinsdag
Mercoledì
Wednesday
Mercredi
Mittwoch
Miércoles
Woensdag
Giovedì
Thursday
Jeudi
Donnerstag
Jueves
Donderdag
Venerdì
Friday
Vendredi
Freitag
Viernes
Vrijdag
Sabato
Saturday
Samedi
Samstag
Sábado
Zaterdag
Domenica
Sunday
Dimanche
Sonntag
Domingo
Zondag
Fascia 1
Time band 1
Tranche1
Zeitraum 1
Franja 1
Bereik 1
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
07.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
07.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
06.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
07.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
07.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
10.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
10.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
12.00
Fascia 2
Time band 2
Tranche 2
Zeitraum 2
Franja 2
Bereik 2
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
14.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
00.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
14.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
00.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
14.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
00.00
Inizio / Beginning
Début / Beginn
Inicio / Begin
00.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
18.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
00.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
18.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
00.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
18.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
00.00
Fine / End
Fin / Ende
Final / Einde
00.00
Fascia non programmata. Viene lasciata a 0
No scheduled time zone. It is left at 0
Tranche non programmée. Est laissée à 0
Zeitraum nicht programmiert. Wird auf 0 gelassen
Franja no programada. Se deja en 0
Niet geprogrammeerd bereik Wordt losgelaten op 0
F
G
A
B
C
D
OPEN
OPEN
UNIDA
ON ON
OFF OFF
S1
S2
S3
+
-
OK
ON ON
OFF OFF
S1
S2
S3
+
-
OK
70 71
COM
STOP
S1
S2
S3
+
-
OK
S1
S2
S3
+
-
OK
8888 rst8
8888
. ...
H
1 2 3 4
65
!
<3s
+
PROGRAMMAZIONE MENÙ CHRONO  CHRONO MENU PROGRAMMING  CHRONO MENU PROGRAMMING
PROGRAMMIERUNG MENÜ CHRONO  PROGRAMACIÓN MENÚ CHRONO  PROGRAMMERING CHRONOMENU
D812865 00100_04
86 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
stat
password
-
+
-
+
OK
vers
bft . . .
+/-
OK
0000
+/-
+/-
n. cycles
OK
OK
01.33
0---
10--
150- 1520 prg
00
-
+
err
autoset
02.01
........
30.15
+/-
hidden butt
release
desired button
Add. 2ch
language
n. remotes
ALT follow the user guide
x2
0---
10--
150- 1520 ok
***
hidden butt
release
desired button
hidden butt
release
desired button
Add. 4ch
hidden butt
release
desired button
Add. 1ch
Add. 3ch
Indien geannuleerd
Indien niet aanwezig
Indien kloon, wordt deze gedeactiveerd
( 0001 )
ok
KO
dis
erase 1
erase 64
Voor AUTOSET-menu zie
vereenvoudigd menu
TOEGANG NAAR DE MENU’S Fig. 1
LEGENDE
Terugkeer naar
het hoofdmenu
Doorloop neer
Doorloop op
Bevestig /
Aanschakeling display
Zie MENU PARAMETERS
Zie MENU LOGICA’S
Zie MENU RADIO
*** Password invoeren.
Aanvraag met logica Besch
ermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4
Lijst laatste 30 fouten
Versie software centrale
N° Gememoriseerde
afstandsbedieningen
N° totale manuele
manoeuvres (x100)
Code
diagnose
BESCHRIJVING OPMERKINGEN
STRE
Activering ingang start extern START E
STRI
Activering ingang start intern START I
OPEN
Activering ingang OPEN
CLS
Activering ingang CLOSE
PED
Activering ingang voetgangers PED
TIME
Activering ingang TIMER of activering
geprogrammeerd tijdsbereik
STOP
Activering ingang STOP
PHOT
Activación entrada fotocélula PHOT o si está congurada
como fotocélula comprobada Activación de la entrada
FAULT asociada
PHOP
Activación entrada fotocélula en fase de apertura PHOT
OP o si está congurada como fotocélula comprobada
activa solo en fase de apertura Activación de la entrada
FAULT asociada
PHCL
Activación entrada fotocélula en fase de cierre PHOT CL o si
está congurada como fotocélula comprobada activa solo
en fase de cierre Activación de la entrada FAULT asociada
BAR
Activación entrada canto BAR o si está congurada como canto
sensible comprobado Activación de la entrada FAULT asociada
baro
Activación entrada canto BAR con inversión ACTIVA SOLO
EN FASE DE APERTURA o si está congurada como canto
sensible comprobado activo solo en fase de apertura,
Activación de la entrada FAULT asociada
barc
Activación entrada canto BAR con inversión ACTIVA
SOLO EN FASE DE CIERRE o si está congurada como
canto sensible comprobado activo solo en fase de cierre,
Activación de la entrada FAULT asociada
SWC1
Activering ingang sluitingsaanslag van motor 1 SWC1
SWO1
Activering ingang openingsaanslag van motor 1 SWO1
SWC2
Activering ingang sluitingsaanslag van motor 2 SWC2
SWO2
Activering ingang openingsaanslag van motor 2 SWO2
ER01
Test fotocellen mislukt Aansluiting fotocellen en/of instelling logica's controleren
ER02
Test rand mislukt Aansluiting randen en/of instelling logica's controleren
ER03
Test fotocellen opening mislukt aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/logica's controleren
ER04
Test fotocellen sluiting mislukt aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/logica's controleren
er06
Test rand 8k2 mislukt Aansluiting randen en/of instellingen parameters/logicas controleren
ER07
Prueba canto apertura fallida Comprobar conexión cantos y/o conguraciones parámetros/lógicas
ER08
Prueba canto cierre fallida Comprobar conexión cantos y/o conguraciones parámetros/lógicas
ER1x*
Fout test hardware kaart
- Aansluitingen op de motor controleren - Hardware-problemen aan
de kaart (contact opnemen met technisch personeel)
ER3x*
Omkering voor obstakel - amperostop Eventuele obstakels langs het traject controleren
ER7x*
Interne fout van controle toezicht systeem.
Proberen de kaart uit en weer aan te zetten. Indien het probleem
aanhoudt contact opnemen met de technische service.
ERf3
error en la conguración de las entradas SAFE Comprobar la correcta conguración de las entradas SAFE
ERF9
Overbelasting uitgang elektronisch slot
-Aansluitingen slot controleren
- Slot niet geschikt
*X= 0, 1, .., 9, A, B, C, D, E, F
D812865 00100_04
88 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
2) ALGEMEEN
Het bedieningspaneel RIGEL 6 wordt door de fabrikant met standaard instellingen
geleverd. Wat voor wijziging dan ook moet worden ingesteld door middel van
het geïntegreerde programmeerbare display of door middel van de universele
programmeerbare palmtop.
Het bedieningspaneel ondersteunt het EELINK-protocol volledig.
De voornaamste kenmerken zijn:
- Controle van 1 of 2 mono-fase motoren met thermische pastille
Aantekening: Er moeten 2 motoren van hetzelfde type gebruikt worden.
- Elektronische afstelling van het koppel
- Ingang controle begrenzer sluiting/opening apart voor elke motor
- Aparte ingangen voor de veiligheidsinrichtingen
- Beheer tijdsbereiken
- Opsporing ingebouwd obstakel
- Voorverwarming motoren met ingebouwde aezing
- Afstelbare elektrodynamische afremming
- Snelheidsafname van de snelheid naar de nadering
- Ontvanger ingebouwde radio rolling-code met klonering zenders.
De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud
of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie
voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te vergemakkelijken.
De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 41-42, 41-43, 41-44, 41-45,
70-71, 70-72, 70-74, 76-77, 76-79, 81-82, 81-84. Als bovengenoemde klemmen
gebruikt worden, de desbetreende bruggen verwijderen.
CONTROLE
Het paneel RIGEL 6 voert de controle uit van de bedrijfsrelais, van de triacs en van
de veiligheidsinrichtingen (fotocellen en randen), vóór het uitvoeren van iedere
openings- en sluitingscyclus.
In geval van storingen de normale werking van de aangesloten inrichtingen en
de bekabelingen controleren.
OPGELET! Het wordt aanbevolen om een paar fotocellen te installeren op een
hoogte van 5 cm en een paar op een hoogte van 40-50 cm als de vleugel in een
openbare omgeving is geïnstalleerd of als een automatische werking is geactiveerd.
Met automatische modus wordt elke bediening bedoeld die niet moedwillig door
de gebruiker is geactiveerd (bijvoorbeeld: TCA-functies, chrono, enz.)
3) TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding
220-230V 50/60Hz(*)
Isolatie netwerk/lage spanning
> 2MOhm 500V
Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut
Voeding accessoires
24V~ (1A max. absorptie)
24V~safe
AUX 0
Uitgelijnd contact
220-230V N.O. (
80W MAX)
AUX0+
AUX1+
AUX2=
80W MAX
AUX 1
Uitgelijnd contact
220-230V N.O. (
80W MAX)
AUX 2
N.O. contact
(MAX 220-230V~ 80W)
AUX 3 N.O. contact
(Max 24V~) 10W MAX
LOCK
Uitgang voor elektrisch
slot 12 V
:
10W MAX
Zekeringen zie Fig. B
Aantal combinaties:
4 miljard
Max. aantal afstandsbedieningen
dat in het geheugen kan worden
opgeslagen:
63
(* andere voedingen beschikbaar op aanvraag)
Bedrijfscyclus Continue Continue 1 min. ON/
2 min. OFF
1 min. ON/
2 min. OFF
Bedrijfstemperatuur -20°C/+50°C -20°C/+55°C -20°C/+50°C -20°C /+55°C
Max. vermogen
motoren 220-230V
2x375 W
1x750 W
2x250 W
1x500 W
2x650 W
1x750 W
2x500 W
1x750 W
Max. vermogen
motoren 110-120V
2x320 W
1x390 W
M1+M2+AUX0+AUX1+AUX2+AUX3+LOCK= 1300W MAX T=+50°C
Bruikbare versies zenders:
Alle zenders ROLLING CODE compatibel met
4) VOORBEREIDING BUIZEN Fig. A
5) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig.B
WAARSCHUWINGEN - Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden
worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes.
Alle verbindingskabels moeten ver van het koellichaam vandaan gehouden
worden.
Klem Denitie Beschrijving
Voeding
L FASE
Eénfasige voeding
220-230V 50/60Hz(*)
N NEUTRAAL
GND AARDE
Motor
10 MOT 1 START
Aansluiting motor 1. Faseverschuiving vertraagd bij sluiting.
11 MOT 1 COM
12 MOT 1 START
14 MOT 2 START
Aansluiting motor 2. Faseverschuiving vertraagd bij opening.
Aantekening: als 1 MOT.ON”=1 niet verbinden met een kabel op de klemmen 14-15-16
15 MOT 2 COM
16 MOT 2 START
Aux
20
AUX 1 - CONTACT ONDER
SPANNING 220-230V~
Congureerbare uitgang AUX 0 - Default ZWAAILICHT.
RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING
ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET
MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO
OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Conguratie uitgangen AUX”.
21
22
AUX 1 - CONTACT ONDER
SPANNING 220-230V~
Congureerbare uitgang AUX 1 - Default Uitgang PLAATSELIJKE VERLICHTING.
RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING
ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET
MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO
OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Conguratie uitgangen AUX”.
23
24
AUX 2 - VRIJ CONTACT (N.O.)
Congureerbare uitgang AUX 2 - Default Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA.
RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING
ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET
MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO
OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Conguratie uitgangen AUX”.
25
26
AUX 3 - VRIJ CONTACT (N.O.)
Congureerbare uitgang AUX 3 - Default Uitgang 2de RADIOKANAAL.
RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING
ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET
MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO
OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Conguratie uitgangen AUX”.
27
28
LOCK 12V
Logica Type slot= 0 - Uitgang elektrisch veerslot 12V
Uitgang Geactiveerd met een impuls bij elke opening en sluiting
(MODEL ECB)
29
Logica Type slot= 1 - Uitgang elektrisch magneetslot 12V
Uitgang Geactiveerd met hek gesloten en in sluiting
Eindaanslag
40 Niet in gebruik
41 + REF SWE Gemeenschappelijke eindaanslag
42 SWC 1 Eindaanslag sluiting van motor 1 SWC1 (N.C.).
43 SWO 1 Eindaanslag opening motor 1 SWC1 (N.C.).
44 SWC 2 Eindaanslag sluiting van motor 2 SWC2 (N.C.).
45 SWO 2 Eindaanslag opening motor 2 SWC2 (N.C.).
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 89
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Klem Denitie Beschrijving
Voeding
accessoires
50 24V-
Uitgang voeding accessoires.
51 24V+
52 24 Vsafe+
Uitgang voeding voor trusted veiligheidsinrichtingen (zender fotocellen en zender gevoelige rand).
Uitgang alleen actief tijdens de manoeuvrecyclus.
Commandos
60 Normaal Normaal ingangen IC 1 en IC 2
61 IC 1
Congureerbare ingang van commando 1 (N.O.) - Default START E.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen".
62 IC 2
Congureerbare ingang van commando 2 (N.O.) - Default PED.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen.
63 Normaal Normaal ingangen IC 3 en IC 4
64 IC 3
Congureerbare ingang van commando 3 (N.O.) - Default OPEN.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen".
65 IC 4
Congureerbare ingang van commando 4 (N.O.) - Default CLOSE.
START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de commando-ingangen".
Veiligheden
70 Normaal Normaal ingangen STOP, SAFE 1 en SAFE 2
71 STOP
Het commando onderbreekt de manoeuvre. (N.C.)
Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
72 SAFE 1
Congureerbare veiligheidsingang 1 (N.C.) - Default PHOT.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2/ B
AR OP / BAR OP TEST / BAR
8K2 OP/ BAR CL / BAR CL TEST / BAR 8K2 CL
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
73 FAULT 1 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 1.
74 SAFE 2
Congureerbare veiligheidsingang 2 (N.C.) - Default BAR.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2/ B
AR OP / BAR OP TEST / BAR
8K2 OP/ BAR CL / BAR CL TEST / BAR 8K2 CL
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
75 FAULT 2 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 2.
76 Normaal Normaal ingangen SAFE 3 en SAFE 4
77 SAFE 3
Congureerbare veiligheidsingang 3 (N.C.) - Default PHOT OP.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST /
B
AR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST /
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
78 FAULT 3 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 3.
79 SAFE 4
Congureerbare veiligheidsingang 4 (N.C.) - Default PHOT CL.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST /
B
AR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST /
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
80 FAULT 4 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 4.
81 Normaal Normaal ingangen SAFE 5 en SAFE 6
82 SAFE 5
Congureerbare veiligheidsingang 5 (N.C.) - Default PHOT.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST /
B
AR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST /
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
83 FAULT 5 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 5.
84 SAFE 6
Congureerbare veiligheidsingang 6 (N.C.) - Default BAR.
PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST /
B
AR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST /
Raadpleeg de tabel "Conguratie van de veiligheidsingangen".
85 FAULT 6 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 6.
Antenne
Y ANTENNE
Ingang antenne.
Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz. Voor de aansluiting Antenne-Ontvanger coaxiaalkabel RG58 gebruiken. De
aanwezigheid van metalen massa's op de antenne, kan de radio-ontvangst storen. In geval van gebrekkige reikwijdte van de
zender, de antenne naar een meer geschikt punt verplaatsen.
# SHIELD
NTC
NTC Ingang voor verbinding van de temperatuursonde
Conguratie van de uitgangen AUX
Logica Aux= 0 - Uitgang MONOSTABIEL RADIOKANAAL.
Het contact blijft 1 sec. dicht bij de activering van het radiokanaal.
Logica Aux= 1 - Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA.
Het contact blijft dicht tijdens de opening en bij open vleugel, intermitterend tijdens de sluiting, open bij gesloten vleugel.
Logica Aux= 2 - Uitgang commando HULPLICHT.
Het contact blijft 90 seconden lang gesloten na de laatste manoeuvre.
Logica Aux= 3 - Uitgang commando PLAATSELIJKE VERLICHTING.
Het contact blijft gesloten tijdens de volledige duur van de manoeuvre.
Logica Aux= 4 – Uitgang TRAPLICHT.
Het contact blijft 1 seconde gesloten aan het begin van de manoeuvre.
Logica Aux= 5 – Uitgang ALARM OPEN HEK.
Het contact blijft gesloten als de vleugel open blijft gedurende tweemaal de tijd ten opzichte van de ingestelde TCA.
Logica Aux= 6 – Uitgang voor KNIPPERLICHT.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels.
Logica Aux= 7 – Uitgang voor ELEKTRISCH KLIKSLOT.
Het contact blijft bij iedere opening 2 seconden gesloten bij elke sluiting.
Logica Aux= 8 – Uitgang voor ELEKTRISCH MAGNEETSLOT.
Het contact blijft gesloten met hek gesloten en tijdens de sluitingsmanoeuvre.
Logica Aux= 9 – Uitgang ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tot de ingestelde waarde in de parameter Onderhoud is bereikt om de aanvraag voor onderhoud aan te duiden.
Logica Aux= 10 – Uitgang ZWAAILICHT EN ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Als bij gesloten hekvleugel de waarde wordt bereikt die in de parameter Onderhoud is ingesteld, zal het contact 4
maal 10s en 5s geopend worden om de aanvraag voor het onderhoud aan te duiden.
Logica Aux= 11 - Niet Beschikbaar
Logica Aux= 12 - Niet Beschikbaar
Logica AUX= 13 – Uitgang STATUS HEK.
Het contact blijft gesloten wanneer het hek gesloten is
D812865 00100_04
90 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica AUX= 14 - Uitgang KANAAL RADIO BISTABIEL
Het contact verandert van status (open-gesloten) bij de activering van het radiokanaal
Logica AUX= 15 - Uitgang RADIOKANAAL OP TIJD AFGESTELD
Het contact blijft gesloten gedurende een programmeerbare rijd bij de activering van het Radiokanaal (tijd uitgang)
Indien tijdens die tijd de toets opnieuw ingedrukt wordt, begint de telling van de tijd weer.
Conguratie van de commando-ingangen
Logica IC= 0 - Ingang gecongureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 1 - Ingang gecongureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 2 - Ingang gecongureerd als Open.
Het commando voert een opening uit. Als de ingang gesloten blijft, blijven de vleugels open tot de opening van het contact. Bij open contact gaat het automatiseringssysteem dicht
na de tca-tijd, indien geactiveerd.
Logica IC= 3 - Ingang gecongureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica IC= 4 - Ingang gecongureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT
Logica IC= 5 - Ingang gecongureerd als Timer.
Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Logica IC= 6 - Ingang gecongureerd als Timer Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en
een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook
gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Conguratie van de veiligheidsingangen
Logica SAFE= 0 - Ingang gecongureerd als Phot, fotocel niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 1 - Ingang gecongureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
Logica SAFE= 2 - Ingang gecongureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening
wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 3 - Ingang gecongureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van
opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel.
Logica SAFE= 4 - Ingang gecongureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase,
wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 5 - Ingang gecongureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig.
F,
Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt
er onmiddellijk omgekeerd.
Logica SAFE= 6 - Ingang gecongureerd als Bar, gevoelige rand
niet geverieerd (*)
. (Fig.
F,
Ref. 3)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE= 7 - Ingang gecongureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. F, Ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE= 8 - Ingang gecongureerd als Bar 8k2 (Fig. F, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2.
Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE=9 Ingang gecongureerd als Bar op, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geac-
tiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE=10 Ingang gecongureerd als Bar op test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens
het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De
interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=11 Ingang gecongureerd als Bar 8k2 op, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=12 Ingang gecongureerd als Bar cl, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het openen veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE=13 Ingang gecongureerd als Bar cl test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand
tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=14 Ingang gecongureerd als Bar 8k2 cl, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
(*) Als er inrichtingen type “D geïnstalleerd worden (zoals gedenieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halaarlijks
onderhoud voorschrijven.
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 91
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met
vrij uitwisselbaar contact.
6.1 “TRUSTED DEVICES” FIG. E
6.2 AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED
DEVICE FIG. C
7 TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1
7.1) MENU PARAMETERS PARA  TABEL “A” PARAMETERS
7.2) MENU LOGICA’SLOGIC TABEL “B” LOGICA’S
7.3) MENU RADIO radio TABEL “C” RADIO
- BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN
MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN
DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende
klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger
Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
• Kloneringvandemaster-zender(rolling-codeofvastecode).
• Kloneringvoorvervangingvandereedsindeontvangeropgenomenzenders.
• Beheerdatabasezenders.
• Beheergroepontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
Bij het gebruik van een 4-kanaals afstandsbediening wordt aanbevolen om één
kanaal voor de stopfunctie (STOP) te bewaren.
7.4 MENU DEFAULTdefault
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
7.5 MENU TAALlanguage
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
7.6 MENU AUTOSETAUTOset
Autoset-fasen voor motoren met eindaanslagen (Afb. D1):
1 - Plaats de vleugels op de eindaanslag sluiten.
2 - een operatie starten van zelnstelling door naar het speciale Menu te gaan,
op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen
starten.
3 - Op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
4 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de ope-
ningsbeweging van motor 2.
5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o.
6 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openings-
beweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”.
8 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbe-
weging van motor 2.
9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”.
10 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbe-
weging van motor 1.
Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN”
gevisualiseerd.
11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen
om de koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het
deurdeel/de deurdelen, op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
12 - Wacht totdat de ingreep van de begrenzer van opening eindigt om de ma-
noeuvre van opening van de motor 1 te doen stoppen.
13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o.
14 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openings-
beweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”.
16 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbe-
weging van motor 2.
17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c.
18 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbe-
weging van motor 1.
19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK”
gevisualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd
en moet de handeling herhaald worden vanaf de fase 1.
De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld.
Autoset-fasen voor motoren zonder eindaanslagen (Afb. D2):
1 - Plaats de vleugels op de eindaanslagen sluiten.
2 - een operatie starten van zelnstelling door naar het speciale menu te gaan,
op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen
starten.
3- Op de display wordt het bericht “M1.o gevisualiseerd.
4 - Druk op de toets OK om de openingsbeweging van motor 1 te beëindigen
Met display “M2.o”
5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart.
6 - Op de toets OK drukken om de openingsbeweging van motor 2 te beëindigen,
op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”
8 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen.
Met display “M1.c”
9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart.
10 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen.
Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN”
gevisualiseerd.
11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen
om de koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het
deurdeel/de deurdelen, op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
12 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre
van opening van de motor 1 te doen stoppen.
13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o
14 - Wacht tot de werktijd van motor 2 openen geactiveerd wordt of beëindig
de openingsbeweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE”
gevisualiseerd.
15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”
16 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 2 eindigt om de manoeuvre
van sluiting van de motor 2 te doen stoppen.
17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”
18 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre
van sluiting van de motor 1 te doen stoppen.
19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK”
gevisualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd
en moet de handeling herhaald worden vanaf de fase 1.
De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld.
Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, de ingreep
van de veiligheidsinrichtingen, alsmede het gebruik van de commandos START,
STOP, OPEN, CLOSE en van het display te vermijden.
Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch
de optimale werkwaarden van de parameters ingesteld. Deze controleren en
eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten moeten met het gebruik van actieve randen
worden beperkt, overeenkomstig de norm EN12978
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie
niet actief; de installateur moet de beweging van het automatiserings-
systeem controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in
de buurt komen van de actieradius van het automatiseringssysteem
of zich daarbinnen bevinden.
7.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoor-
beeld actieve rand)
2. AUTOSET uitvoeren (*)
3. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven verder
gaan naar punt 5 anders
4. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus “Persoon
aanwezig
5. Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone
detecteren goed functioneren
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreende
de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de waarschuwingen voor de installatie in de handleiding van de motorisering en
of de parameters “openingskracht”, “sluitingskracht ”, “vertraagde openingskracht”
en “vertraagde sluitingskracht“ zijn ingesteld
7.8 MENU STATISTIEKEN
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in
honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen
en de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste
2 de foutcode). De fout 01 is de meest recente.
7.9) MENU PASSWORD
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart
via het U-link” netwerk.
Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt
het password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10
mislukte toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een
nieuwe poging kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere toe-
gangspoging het bericht “BLOC”. Het default password is 1234.
7.10) CHRONO-MENU Fig.I
Laat het toe de werking in te stellen per tijdsbereiken.
Er kunnen max. twee dagelijkse tijdsbereiken ingesteld worden waarbinnen het
hek open blijft (van maandag t/m zondag)
Binnen de tijdsbereik wordt een opening uitgevoerd van de deurdelen die open
blijven tot het einde van het tijdsbereik.
8) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.F Ref. A-B
OPENINGSRICHTING Fig.F Ref. C-D
9) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE
PROGRAMMEERBARE PALMTOP (Fig.G) Zie specieke handleiding.
10) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik.
De installatie aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz
11) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.H)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De
afstandsbedieningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen,
dieren of voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.H ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.H ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.H ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.H
ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.H ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.H ref.6)
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen,
dieren of voorwerpen.
LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van
het gebruik van vervormbare randen.
Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande
motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
D812865 00100_04
92 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
TABEL A  MENU PARAMETERS - (param)
Parameter Min. Max.
Default Eigen
Denitie Beschrijving
vork. t.
ot.1
3.0 180.0 60.0
Werktijd motor 1 [s]
Stel de waarde van de werktijd in in seconden voor de motor 1 / 2
Aan het einde van een autoset wordt de werkelijke werkwaarde van de motor
ingesteld.
vork. t. ot.2
3.0 180.0 60.0
Werktijd motor 2 [s]
PARTIAL
OPENING
3 90 6 Gedeeltelijke opening M1 [s] Tijd van gedeeltelijke opening na activering voetgangerscommando PED van de motor M1
OPEN DELAY
TI E
0 10 3
Vertragingstijd opening
motor 2 [sec]
Vertragingstijd bij opening van motor 2 t.o.v motor 1
CLS DELAY
TI E
0 25 3
Vertragingstijd sluiting
motor 1 [sec.]
Vertragingstijd bij sluiting van motor 1 t.o.v motor 2
slov -
dovn t. ot.1
0 30 0
Vertragingstijd
motor 1 [s]
Stelt de tijd van snelheidsafname bij het dichtgaan in. De vertragingstijd wordt van de
werktijd afgetrokken.
OPMERKING: Deze functie alleen gebruiken in aanwezigheid van aanslag.
OPMERKING: Niet gebruiken met hydraulische motoren.
(***)
slov -
dovn t. ot.2
0 30 0
Vertragingstijd
motor 2 [s]
TCA
0 120 10 Tijd automatische sluiting [s] Wachttijd vóór de automatische sluiting.
TRF.LGHT.CLR.T
1 180 40
Ontruimingstijd
verkeerslichtzone [s]
Ontruimingstijd van de zone onderhevig aan verkeer geregeld door het stoplicht.
output time
1 240 10
Activeringstijd van de op tijd
ingestelde uitgang [s]
Tijd activering op tijd ingestelde uitgang radiokanaal in seconden
OP.FORCE
1 99 50
Maximumkracht vleugel(s) bij
opening [%]
Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij opening.
Geeft het percentage weer van uitgegeven kracht op regime t.o.v. de maximale waarde.
WARNING: It aects impact force directly: make sure that current safety
requirements are met with the set value (*).
Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**).
(***)
CLS.FORCE
1 99 50
Maximumkracht vleugel(s) bij
sluiting [%]
Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij sluiting.
Geeft het percentage weer van uitgegeven kracht op regime t.o.v. de maximale waarde.
LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de
ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*)
Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**).
(***)
slwd.force
1 99 50
Kracht motoren in vertraging
[%]
Kracht die uitgeoefend wordt door het deurdeel/en in vertraging.
Vertegenwoordigt het percentage van kracht die uitgegeven wordt in de fase van
snelheidsafname.
LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de
ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*)
Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**).
(***)
brake
0 99 0
Afremming
[%]
Hiermee wordt de afremmingswaarde ingesteld van 0% (min.) tot 99% (max.) in overeens-
temming met het gewicht van het hek en met de aanwezige mechanische belasting.
e er. brake
0 99 60
Noodremming
[%]
Hiermee wordt de waarde van de noodremming ingesteld van 0% (min.) tot 99%
(max.), die wordt uitgevoerd door het activeren van de veiligheidscommandos aan-
wezig bij de ingangen die gecongureerd zijn als gevoelige rand BAR.
preheat.
0 99 30
Voorverwarming
[%]
De procentuele waarde instellen van 0 (voorverwarming gedeactiveerd) tot 99% van
de stroom die door de wikkelingen van de motoren kan worden geleid om deze op
temperatuur te houden.
AANTEKENING: de NTC -temperatuursonde moet verbonden worden.
De sonde moet geplaatst en bevestigd worden in contact met de motor om de buiten-
temperatuur op te sporen
obst.sens.
0 99 0 Gevoeligheid obstakel
Laat het toe de opsporing van het obstakel te activeren.
De functie is gedeactiveerd wanneer de parameter ingesteld is op 0. door de waarde in
te stellen van 1 tot de maximale waarde is het mogelijk de gevoeligheid tot het obstakel
te doen toenemen (max waarde= maximale gevoeligheid)
Werkt alleen met de begrenzers.
LET OP: Deze functie van opsporing obstakel garandeert niet het in acht
nemen van de van kracht zijnde veiligheidsnormeni (*). Geschikte veiligheidsin-
richtingen tegen pletting installeren om de toepasselijke veiligheidsnormen na
te leven (**)
LET OP: het systeem spoort alleen obstakels op als het deurdeel gestopt
wordt; er worden geen obstakels gevonden die het deurdeel remmen onder dat
het gelukt is deze te stoppen.
De opsporing wordt alleen uitgevoerd als het deurdeel dat het obstakel tegenkomt
zich op normale snelheid beweegt. Tijdens de snelheidsafname wordt het obstakel
niet opgemerkt.
(***)
Maintenance
0 250 0
Programmering aantal mano-
euvres drempel onderhoud
[in honderdtallen]
Hiermee kunt u een aantal manoeuvres instellen waarna de aanvraag voor onderhoud
op de uitgang AUX, gecongureerd als Onderhoud of Zwaailicht en Onderhoud, wordt
weergegeven
(*) In de Europese Unie de EN12453 voor de krachtlimieten toepassen, en de EN12445 voor de meetmethode.
(**) De botsingskrachten moeten met actieve randen worden beperkt, overeenkomstig de norm EN12978
(***)
LET OP: Na een modicatie van de parameter zal het nodig zijn een autoset uit te voeren als de functie gevoeligheid obstakel” actief is
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 93
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
TCA
Tijd Automatische
Sluiting
0
0 Logica niet actief
1 Activeert de automatische sluiting
FAST CLS.
Snelle sluiting 0
0 Logica niet actief
1 Sluit 3 seconden na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA
STEP-BY-STEP
MOVEMNT
Beweging passo
passo
0
0
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 4-staps logica.
stap voor stap beweging
2-STAPS 3-STAPS 4-STAPS
GESLOTEN
OPENT OPENT
OPENT
BIJ
SLUITING
STOP
OPEN
SLUIT
SLUIT SLUIT
BIJ
OPENING
STOP + TCA
STOP + TCA
NA STOP
OPENT OPENT OPENT
1
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 3-staps logica. Met
de impuls tijdens de sluitingsfase wordt de
beweging omgekeerd.
2
De ingangen gecongureerd als Start E, Start
I, Ped werken met de 2-staps logica. Bij iedere
impuls wordt de beweging omgekeerd.
PRE-ALARM
Vooralarm 0
0 Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motor(en) aan.
1 Het knipperlicht gaat circa 3 seconden voor het starten van de motor(en) aan.
HOLD-TO-RUN
Persoon aanwezig 0
0 Impulswerking.
1
Werking bij Aanwezige Persoon.
De ingang 61 wordt gecongureerd als OPEN UP.
De ingang 62 wordt gecongureerd als CLOSE UP.
De manoeuvre gaat verder zolang de druk op de toetsen OPEN UP of CLOSE UP gehandhaafd blijft.
LET OP: de veiligheden zijn niet actief.
2
Werking bij Aanwezige Persoon Emergency. Normaal gesproken impulswerking.
Als de test van de veiligheden door de kaart drie keer na elkaar mislukt (fotocel of rand, Er0x), wordt de wer-
king bij Aanwezige Persoon actief geactiveerd tot het loslaten van de toetsen OPEN UP of CLOSE UP.
De ingang 61 wordt gecongureerd als OPEN UP.
De ingang 62 wordt gecongureerd als CLOSE UP.
LET OP: met Persoon Aanwezig Emergency zijn de veiligheden niet actief.
IBL OPEN
Blokkeert
impulsen bij
opening
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de opening.
1 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de opening.
|IBL TCA
Blokkeert
impulsen in TCA
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de TCA-pauze.
1 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de TCA-pauze.
IBL CLOSE
Blokkeert
impulsen bij
sluiting
0
0 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de sluiting.
1 De impuls van de ingangen gecongureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de sluiting.
RAM BLOW C.OP
Drukstoot bij
opening
0
0 Logica niet actief
1
Alvorens te openen, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere
ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
RAM BLOW C.CL
Drukstoot bij
sluiting
0
0 Logica niet actief
1
Alvorens te sluiten, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere
ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
BLOC PERSIST
Handhaving
blokkering
0
0 Logica niet actief
1
Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting,
worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur
uitgevoerd.
N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolume
te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld ‘s nachts of te
wijten aan interne lekkages.
BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken.
PRESS SWC
Druk aanslag
sluiting
0
0
De beweging wordt uitsluitend stopgezet door de activering van de sluitingsaanslag; in dit geval is het
noodzakelijk te zorgen voor een precieze afstelling van de sluitingsaanslag (Fig. G, Ref. B).
1
Te gebruiken bij aanwezigheid van mechanische sluitnok.
Met deze functie wordt de druk van de vleugels op de mechanische nok geactiveerd, zonder dat dit door de
amperostop-sensor als obstakel wordt beschouwd.
De slag van de stang gaat enkele seconden verder, na de interceptie van de aanslag of tot de mechanische
nok. Op deze wijze, door de activering van de sluitingsaanslagen iets eerder uit te voeren, wordt de perfecte
aanslag van de vleugels op de stopaanslag verkregen (Fig. G, Ref. A).
1 MOT.ON
1 motor actief 0
0 Beide motoren actief (2 vleugels).
1 Alleen motor 1 actief (1 vleugel).
OPEN IN
OTHER DIRECT.
Omkering
openingsrichting
0
0 Standaard werking (Zie Fig. G, Ref. C).
1 De openingsrichting wordt omgekeerd t.o.v. de standaard werking (Zie Fig.G, Ref. D)
TABEL “B”  MENU LOGICA’S(LOGIC)
D812865 00100_04
94 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
SAFE 1
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 1.
72
0
0 Ingang gecongureerd als Phot, fotocel.
1 Ingang gecongureerd als Phot test, trusted fotocel.
2 Ingang gecongureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening.
SAFE 2
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 2.
74
6
3 Ingang gecongureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening.
4 Ingang gecongureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting.
SAFE 3
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 3.
77
2
5 Ingang gecongureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting.
6 Ingang gecongureerd als Bar, gevoelige rand.
7 Ingang gecongureerd als Bar, trusted gevoelige rand.
SAFE 4
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 4.
79
4
8 Ingang gecongureerd als Bar 8k2 (Niet actief op SAFE 3,4,5,6).
9
Ingang gecongureerd als een Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen.
Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt.
SAFE 5
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 5.
82
0
10
Ingang gecongureerd als een Bar OP TEST, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geacti-
veerd tijdens het openen. Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt.
11
Ingang gecongureerd als een Bar OP 8k2, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het
openen. Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt.
(Niet actief op SAFE 3,4,5,6)
12
Ingang gecongureerd als een Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten.
Tijdens het openen wordt de beweging gestopt.
SAFE 6
Conguratie
van de
veiligheidsingang
SAFE 6.
84
6
13
Ingang gecongureerd als een Bar CL TEST, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd
tijdens het sluiten. Tijdens het openen wordt de beweging gestopt.
14
Ingang gecongureerd als een Bar CL 8k2, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het
sluiten. Tijdens het openen wordt de beweging gestopt.
(Niet actief op SAFE 3,4,5,6)
IC 1
Conguratie van
de commando-
ingang IC 1.
61
0
0 Ingang gecongureerd als Start E.
1 Ingang gecongureerd als Start I.
IC 2
Conguratie van
de commando-
ingang IC 2.
62
4
2 Ingang gecongureerd als Open.
3 Ingang gecongureerd als Close.
IC 3
Conguratie van
de commando-
ingang IC 3.
64
2
4 Ingang gecongureerd als Ped.
5 Ingang gecongureerd als Timer.
IC 4
Conguratie van
de commando-
ingang IC 4.
65
3 6 Ingang gecongureerd als Voetgangerstimer.
1ch
Conguratie van
het commando
1ste radiokanaal
0
0 Afstandsbediening gecongureerd als START E.
1 Afstandsbediening gecongureerd als Start I.
2 Afstandsbediening gecongureerd als Open.
2ch
Conguratie van
het commando
2ste radiokanaal
9
3 Afstandsbediening gecongureerd als Close
4 Afstandsbediening gecongureerd als Ped
5 Afstandsbediening gecongureerd als STOP
6 Afstandsbediening gecongureerd als AUX0 **
3 ch
Conguratie van
het commando
3ste radiokanaal
2
7 Afstandsbediening gecongureerd als AUX1**
8 Afstandsbediening gecongureerd als AUX2**
9 Afstandsbediening gecongureerd als AUX3**
4 ch
Conguratie van
het commando
4ste radiokanaal
5
10 Afstandsbediening gecongureerd als EXPO1**
11 Afstandsbediening gecongureerd als EXPO2**
AUX 0
Conguratie
uitgang AUX 0.
20-21
6
0 Uitgang gecongureerd als Monostabiel Radiokanaal.
1 Uitgang gecongureerd als SCA, Verklikkerlichtsignaal Hek Open.
AUX 1
Conguratie van
de uitgang AUX 1.
22-23
3
2 Uitgang gecongureerd als commando Hulplicht.
3 Uitgang gecongureerd als commando Plaatselijke Verlichting.
4 Uitgang gecongureerd als Traplicht
AUX 2
Conguratie van
de uitgang AUX 2.
24-25
1
5 Uitgang gecongureerd als Alarm
6 Uitgang gecongureerd als Knipperlicht
7 Uitgang gecongureerd als Klikslot
AUX 3
Conguratie van
de uitgang AUX 3.
26-27
0
8 Uitgang gecongureerd als Magneetslot
9 Uitgang gecongureerd als Onderhoud
10 Uitgang gecongureerd als Zwaailicht en Onderhoud.
11 Niet in gebruik
12 Niet in gebruik
13 Uitgang gecongureerd als Status Hek
14 Uitgang gecongureerd als Bistabiel Radiokanaal
15 Uitgang gecongureerd als op tijd ingesteld Radiokanaal
LOCK
Type slot.
28-29
0
0 Uitgang gecongureerd voor elektrisch veerslot 12V
.
1 Uitgang gecongureerd voor elektrisch magneetslot 12V
.
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 95
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
FIXED CODE
Vaste Code 0
0
De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met rolling-code.
De Klonen met Vaste Code worden niet geaccepteerd.
1
De ontvanger is gecongureerd voor de werking in modus met vaste code.
De Klonen met Vaste Code worden geaccepteerd.
Protection
level
Het bescher-
mingsniveau
instellen
0
0
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password niet vereist
B - Activeert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
Deze modus wordt in de buurt van het bedieningspaneel uitgevoerd en hiervoor is geen toegang nodig:
- Na elkaar drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen
afstandsbediening in standaardmodus via het menu radio.
- Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een afstandsbedie-
ning die moet worden opgeslagen.
De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10s, binnen deze tijd is het mogelijk nog meer nieuwe
afstandsbedieningen in te voeren, door het vorige punt te herhalen.
C - Activeert de automatische invoering van de klonen via radio.
Hiermee kunnen de met een universele programmabesturing gemaakte klonen en de geprogrammeerde
Replay’s zich toevoegen aan het geheugen van de ontvanger.
D - Activeert de automatische invoering van de replays via radio.
Hiermee kunnen de geprogrammeerde Replay’s aan het geheugen van de ontvanger worden toegevoegd.
E - U kunt de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk wijzigen
1
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
De functies B - C - D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
2
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio.
De functies D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
3
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio.
De functies C - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0
4
A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist.
Het default password is 1234.
B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio.
C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio.
D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio.
E - De mogelijkheid om de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk te wijzigen wordt gedeacti-
veerd
De afstandsbedieningen worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio.
BELANGRIJK: Door dit hoge veiligheidsniveau wordt de toegang belemmerd van de ongewenste klonen
zowel als van de eventueel aanwezige radiostoringen.
SERIAL MODE
Seriële modus
(Om te identiceren
hoe de kaart
moet worden
gecongureerd
in een BFT-
netwerkaansluiting.)
0
0 SLAVE standard: de kaart ontvangt commando's/diagnose/etc. en geeft deze door
1
MASTER standard: de kaart verstuurt activeringscommando's (START, OPEN, CLOSE, PED, STOP) naar andere
kaarten.
ADDRESS
Adres 0
[ ___ ]
Om het adres van 0 tot 119 van de kaart in een lokale BFT-netwerkaansluiting te identiceren.
(zie paragraaf OPTIONELE MODULES U-LINK)
chrono
Tijdsbereiken 0
0 Logica niet actief
1 Activeert de tijdsbereiken die gecongureerd zijn als timer
2 Activeert de tijdsbereiken die gecongureerd zijn als voetgangerstimer
EXPI1
Conguratie
van de ingang
EXPI1 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
1-2
1
0 Ingang gecongureerd als commando Start E.
1 Ingang gecongureerd als commando Start I.
2 Ingang gecongureerd als commando Open.
3 Ingang gecongureerd als commando Close.
4 Ingang gecongureerd als commando Ped.
5 Ingang gecongureerd als commando Timer.
6 Ingang gecongureerd als commando VoetgangersTimer
7 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot, fotocel.
8 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief.
9 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief.
10 Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand.
11
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens
het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt.
12
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens
het sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt.
13
Ingang gecongureerd als beveiliging Phot test, fotocel als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbrei-
dingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
14
Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op test, gecontroleerde fotocel uitsluitend geactiveerd tijdens
het openen. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet
in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
15
Ingang gecongureerd als beveiliging Phot cl test, gecontroleerde fotocel uitsluitend geactiveerd tijdens het
sluiten. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in
ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
16
Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbrei-
dingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
17
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar OP test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend
geactiveerd tijdens het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbrei-
dingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
18
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar CL test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend
geactiveerd tijdens het sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbrei-
dingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1.
D812865 00100_04
96 - RIGEL 6
INSTALLATIEHANDLEIDING
Logica Denitie
Default
Uitgevoerde
instelling
aanvinken
Opties
EXPI2
Conguratie
van de ingang
EXPI2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
1-3
0
0 Ingang gecongureerd als commando Start E.
1 Ingang gecongureerd als commando Start I.
2 Ingang gecongureerd als commando Open.
3 Ingang gecongureerd als commando Close.
4 Ingang gecongureerd als commando Ped.
5 Ingang gecongureerd als commando Timer.
6 Ingang gecongureerd als commando VoetgangersTimer.
7 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot, fotocel.
8 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief.
9 Ingang gecongureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief.
10 Ingang gecongureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand.
11
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens
het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt.
12
Uitgang gecongureerd als beveiliging Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het
sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt.
EXPO1
Conguratie
van de uitgang
EXPO2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
4-5
11
0 Uitgang gecongureerd als Monostabiel Radiokanaal
1 Uitgang gecongureerd als SCA, Verklikkerslichtsignaal Hek Open.
2 Uitgang gecongureerd als commando Hulplicht.
3 Uitgang gecongureerd als commando Plaatselijke Verlichting.
4 Uitgang gecongureerd als Traplicht.
5 Uitgang gecongureerd als Alarm.
EXPO2
Conguratie
van de uitgang
EXPO2 in de
uitbreidingskaart
ingangen/
uitgangen
6-7
11
6 Uitgang gecongureerd als Knipperlicht.
7 Uitgang gecongureerd als Klikslot.
8 Uitgang gecongureerd als Magneetslot.
9 Uitgang gecongureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart.
10 Uitgang gecongureerd als Zwaailicht en Onderhoud.
11 Uitgang gecongureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart.
12
Niet in gebruik
13
Uitgang gecongureerd als Status Hek
14
Uitgang gecongureerd als Bistabiel Radiokanaal
15
Uitgang gecongureerd als op tijd ingesteld Radiokanaal
TRAFFIC
LIGHT
PREFLASHING
Vooraf knipperen
stoplicht
0
0 Vooraf knipperen uitgesloten.
1 Knipperende rode lichten, 3 seconden lang, bij begin manoeuvre.
TRAFFIC
LIGHT RED
LAMP
ALWAYS ON
Continu rood
stoplicht
0
0 Rode lichten uit bij gesloten hek.
1 Rode lichten aan bij gesloten hek.
Conguratie van de commando’s radiokanalen
Logica CH= 0 - Commando gecongureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht.
Logica CH= 1 - Commando gecongureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht.
Logica CH= 2 - Commando gecongureerd als Open.
Het commando voert een opening uit.
Logica CH= 3 - Commando gecongureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica CH= 4 - Commando gecongureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT
Logica CH= 5- Commando gecongureerd als STOP.
Het commando voert een Stop uit
Logica CH= 6- Commando gecongureerd als AUX0. (**)
Het commando activeert de AUX0-uitgang
Logica CH= 7- Commando gecongureerd als AUX1. (**)
Het commando activeert de AUX1-uitgang
Logica CH= 8- Commando gecongureerd als AUX2. (**)
Het commando activeert de AUX2-uitgang
Logica CH= 9- Commando gecongureerd als AUX3. (**)
IHet commando activeert de AUX3-uitgang
Logica CH= 10- Commando gecongureerd als EXPO1. (**)
Het commando activeert de EXPO1-uitgang
Logica CH= 11- Commando gecongureerd als EXPO2. (**)
Het commando activeert de EXPO2-uitgang
(**) Alleen actief als de uitgang die gecongureerd is als Monostabiel Radiokanaal, Hulplicht, Gebiedslicht, Traplicht, Radiokanaal of op tijd afgesteld Radiokanaal.
D812865 00100_04
RIGEL 6 - 97
NEDERLANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
TABEL C”  MENU RADIO RADIO
Logica Beschrijving
add 1ch
Toets 1ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 1e radiokanaal.
add 2ch
Toets 2ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal.
add 3ch
Toets 3ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 3e radiokanaal.
add 4ch
Toets 4ch toevoegen
associeert de gewenste toets met het commando 4e radiokanaal.
erase 64
Verwijder Lijst
OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig.
erase 1
Neemt enkel radiocommando weg
Verwijdert een radiocommando (indien kloon of replay gedeactiveerd wordt). Om de te annuleren afstandsbediening te selecteren, de positie
schrijven of op een toets van de afstandsbediening die geannuleerd moet worden drukken
cod RX
Aezen code ontvanger
Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen.

Documenttranscriptie

D812865 00100_04 23-12-16 RIGEL 6 ISTRUZIONI DI INSTALLAZIONE INSTALLATION MANUAL INSTRUCTIONS D’INSTALLATION Montageanleitung INSTRUCCIONES DE INSTALACION INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN Centralina universale per il controllo di uno o due motori UNIVERSAL CONTROL UNIT FOR ONE OR TWO MOTORS Centrale universelle permettant de contrôler un ou deux moteur Universal-Steuergerät zur Steuerung von einem oder zwei Motoren Centralita universal para controlar uno o dos motores Universele besturingseenheid voor de besturing van 1 of 2 motoren Attenzione! Leggere attentamente le “Avvertenze” all’interno! Caution! Read “Warnings” inside carefully! Attention! Veuillez lire attentivement les Avertissements qui se trouvent à l’intérieur! Achtung! Bitte lesen Sie aufmerksam die „Hinweise“ im Inneren! ¡Atención¡ Leer atentamente las “Advertencias” en el interior! Let op! Lees de “Waarschuwingen” aan de binnenkant zorgvuldig! 6 - RIGEL 6 provocar situaciones de peligro. DESGUACE La eliminación de los materiales se debe realizar respetando las normas vigentes. No desechar su equipo descartado, las pilas o las baterías usadas con los residuos domésticos. Usted tiene la responsabilidad de desechar todos sus residuos de equipos eléctricos o electrónicos, entregándolos a un punto de recogida dedicado al reciclaje de los mismos. Todo aquello que no expresamente previsto en el manual de uso, no está permitido. El buen funcionamiento del operador es garantizado sólo si se respetan las prescripciones indicadas en el presente manual. La Empresa no se responsabiliza por los daños causados por el incumplimiento de las indicaciones dadas en el presente manual. Dejando inalteradas las características esenciales del producto, la Empresa se reserva el derecho de realizar, en cualquier momento, modificaciones que considere convenientes para mejorar la técnica, la fabricación y la comercialización del producto, sin comprometerse a actualizar la presente publicación. WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER(NL) LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De Waarschuwingen en de Instructies die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien verkeerd gebruik schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken. De instructies bewaren voor toekomstige raadpleging en doorgeven aan eventuele personen die het gebruik van de installatie overnemen. Dit product is uitsluitend bestemd voor het gebruik waarvoor het uitdrukkelijk geïnstalleerd is. Ieder ander gebruik dient als oneigenlijk en dus gevaarlijk beschouwd te worden. De fabrikant mag niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade veroorzaakt door oneigenlijk, verkeerd of onredelijk gebruik. ALGEMENE VEILIGHEID Wij danken u ervoor dat u de voorkeur hebt gegeven aan dit product. Wij als bedrijf zijn er zeker van dat dit product de voor uw gebruik noodzakelijke prestaties kan leveren. Dit product voldoet aan de erkende normen van de techniek en van de bepalingen betreffende de veiligheid, indien correct geïnstalleerd door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur). Het automatiseringssysteem, indien juist geïnstalleerd en gebruikt, voldoet aan de vereiste veiligheidsgraad bij het gebruik. Het is niettemin nuttig enkele gedragsregels in acht te nemen om onopzettelijke ongemakken te vermijden: - Kinderen, personen en voorwerpen buiten de actieradius van het automatiseringssysteem houden, met name tijdens de beweging. - Niet aan kinderen toestaan om in de actieradius van het automatiseringssysteem te spelen of zich daarbinnen te bevinden. - Het apparaat mag gebruikt worden door kinderen ouder dan 8 jaar en door personen met geringe lichamelijke, geestelijke of sensorische capaciteiten of door personen met onvoldoende ervaring met of kennis van het apparaat, mits ze worden bijgestaan of ze de noodzakelijke informatie voor een veilig gebruik van het apparaat en het begrip D811767_08 D812865 00100_04 riencia o los conocimientos necesarios, siempre que sea bajo vigilancia o después de que estas hayan recibido instrucciones sobre el uso del aparato de forma segura y de que hayan comprendido los peligros inherentes al mismo. Los niños no deben jugar con el aparato. La limpieza y el mantenimiento destinados a ser realizados por el usuario no deben ser llevados a cabo por los niños sin vigilancia. - Los niños deben ser vigilados para cerciorarse que no jueguen con el equipo. No permitir que los niños jueguen con los controles fijos. Mantener los mandos a distancia alejados de los niños. - Evitar operar cerca de las bisagras o de los órganos mecánicos en movimiento. - No obstaculizar el movimiento de la hoja y no intentar abrir manualmente la puerta si no se ha desbloqueado el accionador con el dispositivo de desbloqueo específico. - No ingresar al radio de acción de la puerta o cancela motorizadas durante el movimiento de las mismas. - No dejar radiomandos u otros dispositivos de mando al alcance de niños, para evitar accionamientos involuntarios. - La activación del desbloqueo manual podría causar movimientos incontrolados de la puerta en caso de averías mecánicas o condiciones de desequilibrio. - En caso de automatizaciones para persianas enrollables: vigilar la persiana en movimiento y mantener alejadas a las personas hasta que esté completamente cerrada. Tener precaución cuando se acciona el desbloqueo, si estuviera presente, puesto que una persiana enrollable abierta podría caer rápidamente en caso de desgaste o roturas. - La rotura o el desgaste de órganos mecánicos de la puerta (parte guiada), como por ejemplo cables, muelles, soportes, goznes, guías, etc. podría generar peligros. Hacer controlar periódicamente la instalación por personal cualificado y experto (instalador profesional), según lo indicado por el instalador o por el fabricante de la puerta. - Para cualquier operación de limpieza exterior, interrumpir la alimentación de red. - Mantener limpias las ópticas de las fotocélulas y los dispositivos de señalización luminosa. Controlar que ramas y arbustos no obstaculicen los dispositivos de seguridad. - No utilizar la automatización si necesita intervenciones de reparación. En caso de avería o de defecto de funcionamiento de la automatización, interrumpir la alimentación de red en la automatización, abstenerse de cualquier intento de reparación o intervención directa y recurrir sólo a personal cualificado y experto (instalador profesional) para la necesaria reparación y mantenimiento. Para permitir el acceso, activar el desbloqueo de emergencia (si estuviera presente). - Para cualquier intervención directa en la automatización o en la instalación no prevista por el presente manual, recurrir a personal cualificado y experto (instalador profesional). - Al menos una vez al año hacer controlar la integridad y el correcto funcionamiento de la automatización por personal cualificado y experto (instalador profesional), en particular de todos los dispositivos de seguridad. - Las intervenciones de instalación, mantenimiento y reparación deben ser registradas y la documentación correspondiente se debe mantener a disposición del usuario. - El incumplimiento de lo antes indicado puede D812865 00100_04 van de aanverwante gevaren hebben ontvangen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Het apparaat mag uitsluitend worden onderhouden en gereinigd door de gebruiker en niet door kinderen die niet worden bijgestaan. - De kinderen moeten in het oog worden gehouden zodanig dat ze zeker niet met het toestel gaan spelen. De kinderen niet laten spelen met de vaste controles. De afstandsbedieningen uit de buurt van de kinderen houden. - Vermijden om te werken in de buurt van de scharnieren of bewegende mechanische onderdelen. - Niet proberen om de beweging van de vleugel te blokkeren. Niet proberen om de poort met de hand te openen als de actuator niet met de specifieke ontgrendeling is ontgrendeld. - Niet de actieradius van de gemotoriseerde deur of hek betreden tijdens de beweging daarvan. - Afstandsbedieningen of andere besturingsinrichtingen buiten bereik van kinderen bewaren om ongewilde activeringen te vermijden. - De activering van de handmatige deblokkering zou ongecontroleerde bewegingen van de deur kunnen veroorzaken, als dit gebeurt tijdens mechanische storingen of in onevenwichtige toestanden. - In geval van afstandsbediening rolluiken: het bewegende rolluik controleren en de personen op een afstand houden tot deze niet volledig gesloten is. Opletten wanneer de deblokkering wordt geactiveerd, indien aanwezig, omdat een open rolluik snel zou kunnen vallen in aanwezigheid van slijtage of gebreken. - Het stukgaan of de slijtage van mechanische onderdelen van de deur (geleide deel), zoals bijvoorbeeld kabels, veren, steunen, klepscharnieren, geleiders, kan gevaren veroorzaken. De installatie periodiek laten controleren door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur) volgens hetgeen aangegeven door de installateur of de deurenfabrikant. - Voor alle externe schoonmaakwerkzaamheden het voedingsnet loskoppelen. - De optieken van de fotocellen en de signaleringsinrichtingen schoon houden. Controleren of takken en struiken de veiligheidsinrichtingen niet storen. - Het automatisme niet gebruiken, als daarop onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. In geval van storing of defect van het automatiseringssysteem, het voedingsnet loskoppelen van het automatiseringssysteem, geen pogingen ondernemen tot reparatie of directe werkzaamheden en zich alleen tot gekwalificeerd en ervaren personeel wenden (professionele installateur) voor de noodzakelijke reparatie of onderhoud. Om de toegang mogelijk te maken, de nood-deblokkering activeren (indien aanwezig). - Voor wat voor directe werkzaamheden dan ook op het automatiseringssysteem of de installatie, die niet door deze handleiding voorzien zijn, gebruik maken van gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur). - Minstens eenmaal per jaar de goede toestand en de correcte werking van het automatiseringssysteem laten controleren door gekwalificeerd en ervaren personeel (professionele installateur), met name van alle veiligheidsinrichtingen. - De installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten gedocumenteerd worden en de desbetreffende documentatie moet ter beschikking worden gehouden van de gebruiker. - Het niet naleven van hetgeen hierboven beschreven is, kan gevaarlijke situaties creëren. SLOOP De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen naar een inzamelpunt voor de recycling ervan. Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in deze gebruikershandleiding, is niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegarandeerd, als de voorschriften aanwezig in deze handleiding in acht worden genomen. Het bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie te hoeven bijwerken. D811767_08 RIGEL 6 - 7 D812865 00100_04 WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR LET OP! Belangrijke veiligheidsinstructies. De waarschuwingen en de instructies die met het product meegeleverd worden zorgvuldig lezen en volgen, aangezien verkeerde installatie schade aan personen, dieren of voorwerpen kan veroorzaken. De waarschuwingen en de instructies geven belangrijke aanwijzingen over de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud. De instructies bewaren om ze aan de technische folder toe te voegen voor toekomstige raadpleging. ALGEMENE VEILIGHEID Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik aangegeven in deze documentatie. Soorten gebruik anders dan hetgeen aangegeven, zouden schade aan het product en gevaar kunnen veroorzaken. - De constructie-elementen van de machine en de installatie moeten overeenkomstig de volgende Europese Richtlijnen zijn, indien toepasbaar: 2014/30/CE, 2014/35/ CE, 2006/42/CE, 2011/305/CE, 99/05/CE en daaropvolgende wijzigingen. Voor alle landen buiten de EEG is het voor een goed veiligheidsniveau nuttig om naast de nationaal geldende normen, ook de genoemde normen in acht te nemen. - Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af voortkomende uit een verkeerd gebruik of een ander gebruik dan het voorbestemde gebruik en dat aangegeven in deze documentatie, evenals uit het niet in acht nemen van het Goed Gebruik bij de constructie van de sluitingen (deuren, hekken, etc..) en uit de vervormingen die tijdens het gebruik zouden kunnen optreden. - De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel (professionele installateur, volgens EN12635), met inachtneming van het Goed Gebruik en de geldende normen. - Alvorens het product te installeren, alle structurele wijzigingen aanbrengen betreffende de verwezenlijking van de vrijboorden en de beveiliging of afscheiding van alle zones met gevaar voor pletting, snijden, meeslepen en algemeen gevaar, volgens hetgeen voorgeschreven wordt door de normen EN 12604 en 12453 of eventuele plaatselijke installatienormen. Controleren of de bestaande structuur over de noodzakelijke vereisten beschikt wat betreft stevigheid en stabiliteit. - Alvorens te beginnen met de installatie, de goede toestand van het product controleren. - Het bedrijf is niet verantwoordelijk voor het niet naleven van het Goed Gebruik bij de constructie en het onderhoud van de te motoriseren kozijnen, en van de vervormingen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen. - Controleren of het opgegeven temperatuurinterval compatibel is met de plek bestemd voor de installatie van het automatiseringssysteem. - Dit product niet in een explosieve omgeving installeren: de aanwezigheid van gas of ontvlambare rookgassen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. - De stroomvoorziening uitschakelen vóór wat voor werkzaamheden dan ook aan de installatie. Ook eventuele bufferbatterijen loskoppelen, indien aanwezig. - Voordat men de elektrische voeding aansluit, moet men controleren of de gegevens op de plaat overeenstemmen met die van het elektriciteitsnet en of er stroomopwaarts de elektrische installatie een geschikte differentiële drukschakelaar en een geschikte bescherming tegen overstroom staat. Op het voedingsnet van het automatiseringssysteem een omnipolaire (magneet)schakelaar voorzien waarmee een volledige uitschakeling mogelijk is in de omstandigheden van overspanningscategorie III. - Controleren of er zich aan het begin van het voedingsnet een aardlekschakelaar bevindt die de drempel van max. 0,03A en de geldende normen niet overschrijdt. - Controleren of het aardingssysteem correct is uitgevoerd: alle metalen delen van de sluiting (deuren, hekken, etc.) en alle onderdelen van de installatie voorzien van aardingsklemmen aarden. - De installatie moet worden uitgevoerd met gebruik van veiligheidsinrichtingen en bedieningen overeenkomstig EN 12978 en EN12453. - De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. - In het geval dat de botsingskrachten de door de normen voorziene waarden overschrijden, inrichtingen aanbrengen die gevoelig zijn voor elektriciteit of druk. - Alle veiligheidsinrichtingen (fotocellen, gevoelige randen, etc.) aanbrengen die noodzakelijk zijn om het gebied te beschermen tegen gevaren voor botsing, pletting, meeslepen en snijden. Rekening houden met de geldende normen en richtlijnen, de criteria van het Goed Gebruik, het gebruik, de installatieomgeving, de werking van het systeem en de door het automatiseringssysteem ontwikkelde krachten. - De door de geldende normen voorziene signalen aanbrengen om de gevaarlijke zones aan te duiden (de restrisico’s). Iedere installatie moet op zichtbare wijze worden geïdentificeerd volgens hetgeen voorgeschreven door de EN13241-1. - Na de installatie voltooid te hebben, een identificatieplaat van de deur / het hek aanbrengen. - Dit product mag niet worden geïnstalleerd op vleugels waarin deuren zijn opgenomen (tenzij de motor uitsluitend kan worden geactiveerd wanneer de deur dicht is). - Als het automatiseringssysteem is geïnstalleerd op een hoogte van minder dan 2,5 m of als het toegankelijk is, is het noodzakelijk een passende beschermingsgraad van de elektrische en mechanische delen te garanderen. - Alleen voor automatiseringssystemen voor rolluiken 1) De bewegende delen van de motor moeten op een minimale hoogte van 2,5 m boven de vloer of een ander niveau waar de toegang mogelijk is geïnstalleerd worden. 2) De reductiemotor moet in een afgescheiden ruimte geïnstalleerd worden voorzien van een beveiliging zodat hij alleen met gebruik van gereedschap toegankelijk is. - Iedere willekeurige vaste bediening zo installeren, dat deze geen gevaar vormt en ver van beweegbare delen is. In het bijzonder de bedieningen bij aanwezige persoon moeten direct zichtbaar zijn vanaf het geleide deel, en, tenzij het gaat om bedieningen met sleutel, moeten deze worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 1,5 m en zodanig dat ze niet toegankelijk zijn voor het publiek. - Minstens één signaleringsinrichting (knipperend) aanbrengen in een zichtbare positie, en daarnaast een bordje “Let op” aan de structuur bevestigen. - Op permanente wijze een etiket aanbrengen met betrekking tot de werking van de handmatige deblokkering van het automatiseringssysteem en dit in de buurt van de manoeuvreringsinrichting aanbrengen. - Zorg ervoor dat tijdens de manoeuvre de mechanische risico’s vermeden en beveiligd worden en dan met name de botsing, de pletting, het meeslepen, het snijden tussen geleide deel en omliggende delen. - Na de installatie te hebben uitgevoerd, zich ervan verzekeren dat de instelling van het automatiseringssysteem van de motor juist is uitgevoerd en dat de beveiligingsen deblokkeringssystemen juist functioneren. - Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken voor alle onderhouds- of reparatiewerkzaamheden. Het Bedrijf wijst iedere willekeurige verantwoordelijkheid af uit veiligheidsredenen en vanwege de goede werking van het automatiseringssysteem, als er onderdelen van andere fabrikanten gebruikt worden. - Geen enkele wijziging uitvoeren aan de componenten van het automatiseringssysteem, indien niet uitdrukkelijk door het Bedrijf geautoriseerd. - De gebruiker van de installatie instructies geven wat betreft de restrisico’s, de toegepaste bedieningssystemen en de uitvoering van de handmatige openingsmanoeuvre in geval van nood: de gebruikershandleiding aan de eindgebruiker overhandigen. - Verpakkingsmaterialen (plastic, karton, polystyrol, etc.) verwerken volgens hetgeen voorzien is door de geldende normen. Nylon zakjes en polystyrol buiten bereik van kinderen bewaren. AANSLUITINGEN LET OP! Gebruik voor de aansluiting op het netwerk: meeraderige kabel met een doorsnede van min. 5x1,5 mm2 of 4x1,5 mm2 voor driefase voeding of 3x1,5 mm2 voor eenfase voeding (de kabel moet bijvoorbeeld van het type H05RN-F met doorsnede 4x1,5 mm2 zijn).Voor de aansluiting van de hulpapparatuur geleiders gebruiken met een doorsnede van min. 0,5 mm2. - Uitsluitend drukknoppen gebruiken met een werkbelasting van min. 10A-250V. - De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt van de klemmen (bijvoorbeeld met behulp van bandjes) om de delen onder spanning duidelijk gescheiden te houden van de delen met zeer lage veiligheidsspanning. - Tijdens de installatie moet de stroomtoevoerkabel van zijn bekleding ontdaan worden, zodat de aansluiting van de aardgeleider op de geschikte klem mogelijk wordt, terwijl de actieve geleiders echter zo kort mogelijk gelaten worden. De aardgeleider moet de laatste zijn die gerekt wordt in geval van losraken van de bevestigingsinrichting van de kabel. OPGELET! de geleiders met zeer lage veiligheidsspanning moeten fysiek gescheiden worden van de geleiders met lage spanning. De toegang tot de delen onder spanning mag uitsluitend mogelijk zijn voor het gekwalificeerde personeel (professionele installateur) CONTROLE VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM EN ONDERHOUD Alvorens het automatiseringssysteem in werking te stellen, en tijdens de onderhoudswerkzaamheden, nauwgezet het volgende nagaan: - controleren of alle onderdelen stevig zijn bevestigd; - de opstart- en stophandelingen in het geval van de handmatige besturing controleren; - de normale of gepersonaliseerde werking controleren. - Alleen voor schuifhekken: de correcte ineengrijping tandheugel-rondselas met een speling van 2 mm over de hele tandheugel controleren; de looprail altijd schoon houden en vrij van afval. - Alleen voor schuifhekken en –deuren: controleren of de glijrail recht en horizontaal is en of de wielen geschikt zijn voor het gewicht van het hek. - Alleen voor hangende schuifhekken (Cantilever): controleren of het hek niet zakt of trilt tijdens de manoeuvre. - Alleen voor vleugelpoorten: controleren of de rotatie-as van de vleugels perfect verticaal is. - Alleen voor slagbomen: alvorens het deurtje te openen, moet de veer ontladen zijn (slagboom verticaal). - De juiste werking van alle veiligheidsinrichtingen controleren (fotocellen, gevoelige randen, etc.) en de correcte afstelling van de antibeklemmings-veiligheidsinrichting door te controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. - De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. - De functionaliteit van de noodmanoeuvre controleren, indien aanwezig. - De openings- of sluitingshandeling met de aangebrachte bedieningsinrichtingen controleren. - De goede toestand van de elektrische aansluitingen en van de bekabelingen controleren, met name de status van de isolatiekousen en de kabelleiders. - Tijdens het onderhoud de reiniging van de optieken van de fotocellen uitvoeren. - Voor de periode waarin het automatiseringssysteem buiten bedrijf is, de nooddeblokkering activeren (zie paragraaf “NOODMANOEUVRE”) om het geleide deel los te maken en zo de handmatige opening en sluiting van het hek mogelijk te maken. - Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de fabrikant of door diens technische assistentiedienst of alleszins door een persoon met een soortgelijke kwalificatie, teneinde alle risico’s te voorkomen. - Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven. - Het onderhoud dat hierboven is beschreven moet minstens eenmaal per jaar of vaker als de plaats of de installatie dit vereist, worden verricht. LET OP! Vergeet niet dat de motoraandrijving een gemak is bij het gebruik van het hek / de poort en geen oplossing biedt voor problemen door defecten en installatiegebreken of gebrek aan onderhoud. SLOOP De materialen moeten verwijderd worden met inachtneming van de geldende normen. Uw niet meer gebruikte apparaat, de lege batterijen of accu’s niet bij het huisvuil weggooien. U bent er verantwoordelijk voor al uw afval van elektrische of elektronische apparatuur weg te brengen naar een inzamelpunt voor de recycling ervan. ONTMANTELING In het geval dat het automatiseringssysteem gedemonteerd wordt om op een andere plek opnieuw gemonteerd te worden, is het nodig: - De stroomvoorziening uit te schakelen en de hele elektrische installatie los te koppelen. - De actuator van de bevestigingsbasis te verwijderen. - Alle onderdelen van de installatie te demonteren. - In het geval dat enkele onderdelen niet verwijderd kunnen worden of beschadigd blijken te zijn, deze vervangen. DE CONFORMITEITSVERKLARINGEN KUNNEN WORDEN INGEZIEN OP DE WEBSITE http://www.bft-automation.com/CE DE MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZINGEN KUNNEN WORDEN INGEZIEN IN HET DEEL DOWNLOAD. Al hetgeen niet uitdrukkelijk voorzien is in de installatiehandleiding, is niet toegestaan. De goede werking van de controller is alleen gegarandeerd, als de vermelde gegevens in acht worden genomen. Het bedrijf is niet gehouden zich te verantwoorden voor de schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de aanwijzingen vermeld in deze handleiding. Terwijl de hoofdkenmerken van het product ongewijzigd blijven, behoudt het Bedrijf zich het recht voor om op ieder willekeurig moment die wijzigingen aan te brengen die zij geschikt acht om het product technisch, constructief en commercieel gezien te verbeteren, zonder deze publicatie te hoeven bijwerken. D811766_16 RIGEL 6 - 13 x1 *** Password invoeren. Aanvraag met logica Beschermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4 *** 0--- lang 150- 10-- 1520 ok ITA Doorloop op fra Doorloop neer deu Bevestig / Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu eng esp type hydr hydr: Hydraulische automatisering elec ELET: Elektromechanische automatisering 2 n. mot. 1 Dir INT : opening naar binnen int EXT : opening naar buiten EXT preset AR SR AC SC ind Werktijd motor 1 60.0 20.0 20.0 20.0 20.0 20.0 Werktijd motor 2 60.0 20.0 20.0 20.0 20.0 20.0 Tijd van faseverschil opening 3 2 2 2 2 2 Tijd van faseverschil sluiting 3 2 2 2 2 2 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 20 40 30 40 40 99 99 99 99 99 50 50 50 50 50 Tijd van afremming motor 1 hydraulische Tijd van afremming motor 2 hydraulische elektromechanische elektromechanische TCA Openingskracht sr sr : semi-automatische werking, residentieel Sluitkracht ac ac : automatische werking, gemeenschappelijk Afremmingskracht Sc : semi-automatische werking, gemeenschappelijk Ind : werking bij aanwezige persoon autoset m1.o 2 1 2 1 m2.o 2 1 2 1 1 2 1 1 2 1 hydraulische elektromechanische hydraulische elektromechanische hydraulische elektromechanische 2 mem.remotes end 20 - RIGEL 6 release desidered button 99 99 99 99 50 50 50 50 99 99 99 99 99 50 50 50 50 50 SR AC SC ind 1 0 1 0 0 Stap-voor-stap beweging 0 1 0 1 0 0 Pre-alarm 0 0 0 1 1 0 Persoon Aanwezig 0 0 0 0 0 1 Blokkeert impulsen bij opening 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 H a n d h a v i n g hydraulische blokkering elektromechanische 0 SAFE1 0 4 4 4 4 0 Beschermingsniveau 0 0 0 0 0 2 o hidden button 50 99 50 AR open o 50 0 m1.c SWC/OK 50 DEFAULT LOGICA m2.c 2 0 TCA close SWC/OK 0 40 ar : automatische werking, residentieel ind SWO/OK DEFAULT AR sc SWO/OK PRESET ParameterS O 01 D812865 00100_04 VEREENVOUDIGD MENU D812865 00100_04 I I valori sono programmabili a step di 10 minuti - Values are programmable in 10 minutes’ steps Les valeurs sont programmables par étape de 10 minutes - Die Werte können in Schritten von 10 Minuten programmiert werden Los valores se puede programar con intervalos de 10 minutos - De waarden zijn programmeerbaar met stappen van 10 minuten 00:00 Lunedì Monday Lundi Montag Lunes Maandag Martedì Tuesday Mardi Dienstag Martes Dinsdag Mercoledì Wednesday Mercredi Mittwoch Miércoles Woensdag Giovedì Thursday Jeudi Donnerstag Jueves Donderdag Venerdì Friday Vendredi Freitag Viernes Vrijdag Sabato Saturday Samedi Samstag Sábado Zaterdag Domenica Sunday Dimanche Sonntag Domingo Zondag Lunedì Monday Lundi Montag Lunes Maandag Martedì Tuesday Mardi Dienstag Martes Dinsdag Mercoledì Wednesday Mercredi Mittwoch Miércoles Woensdag Giovedì Thursday Jeudi Donnerstag Jueves Donderdag Venerdì Friday Vendredi Freitag Viernes Vrijdag Sabato Saturday Samedi Samstag Sábado Zaterdag Domenica Sunday Dimanche Sonntag Domingo Zondag Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin ENGLISH 01:00 ITALIANO PROGRAMMAZIONE MENÙ CHRONO - CHRONO MENU PROGRAMMING - CHRONO MENU PROGRAMMING PROGRAMMIERUNG MENÜ CHRONO - PROGRAMACIÓN MENÚ CHRONO - PROGRAMMERING CHRONO-MENU 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 FRANÇAIS 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 DEUTSCH 20:00 21:00 22:00 23:00 Fascia 2 Time band 2 Tranche 2 Zeitraum 2 Franja 2 Bereik 2 07.00 06.00 07.00 07.00 10.00 10.00 Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde 12.00 12.00 12.00 12.00 12.00 12.00 12.00 Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin Inizio / Beginning Début / Beginn Inicio / Begin 14.00 00.00 14.00 00.00 14.00 00.00 00.00 Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde Fine / End Fin / Ende Final / Einde 18.00 00.00 18.00 00.00 18.00 00.00 00.00 Fascia non programmata. Viene lasciata a 0 No scheduled time zone. It is left at 0 Tranche non programmée. Est laissée à 0 Zeitraum nicht programmiert. Wird auf 0 gelassen Franja no programada. Se deja en 0 Niet geprogrammeerd bereik Wordt losgelaten op 0 RIGEL 6 - 25 NEDERLANDS 07.00 Fine / End Fin / Ende Final / Einde ESPAÑOL Fascia 1 Time band 1 Tranche1 Zeitraum 1 Franja 1 Bereik 1 x2 *** 0--- 150- 10-- ALT 1520 *** Password invoeren. Aanvraag met logica Besch ermingsniveau ingesteld op 1, 2, 3, 4 ok follow the user guide LEGENDE Doorloop op Doorloop neer Zie MENU PARAMETERS Bevestig / Aanschakeling display Terugkeer naar het hoofdmenu Zie MENU LOGICA’S Add. 1ch hidden butt release desired button Add. 2ch hidden butt release desired button Add. 3ch hidden butt release desired button Add. 4ch hidden butt release desired button Zie MENU RADIO erase 64 ( 0001 ) erase 1 ok Indien geannuleerd KO Indien niet aanwezig dis Indien kloon, wordt deze gedeactiveerd Code diagnose STRE STRI OPEN CLS PED TIME STOP PHOT language PHOP PHCL BAR baro autoset Voor AUTOSET-menu zie vereenvoudigd menu barc Versie software centrale stat vers OK bft . . . +/- N° totale manuele manoeuvres (x100) - + n. cycles OK 0000 +/- OK 00 +/- N° Gememoriseerde afstandsbedieningen - + n. remotes - + err Lijst laatste 30 fouten OK SWC1 SWO1 SWC2 SWO2 ER01 ER02 ER03 ER04 er06 ER07 ER08 ER1x* BESCHRIJVING Fout test hardware kaart ER3x* Omkering voor obstakel - amperostop ER7x* Interne fout van controle toezicht systeem. 02.01 ERf3 error en la configuración de las entradas SAFE ........ ERF9 Overbelasting uitgang elektronisch slot 01.33 OPMERKINGEN Activering ingang start extern START E Activering ingang start intern START I Activering ingang OPEN Activering ingang CLOSE Activering ingang voetgangers PED Activering ingang TIMER of activering geprogrammeerd tijdsbereik Activering ingang STOP Activación entrada fotocélula PHOT o si está configurada como fotocélula comprobada Activación de la entrada FAULT asociada Activación entrada fotocélula en fase de apertura PHOT OP o si está configurada como fotocélula comprobada activa solo en fase de apertura Activación de la entrada FAULT asociada Activación entrada fotocélula en fase de cierre PHOT CL o si está configurada como fotocélula comprobada activa solo en fase de cierre Activación de la entrada FAULT asociada Activación entrada canto BAR o si está configurada como canto sensible comprobado Activación de la entrada FAULT asociada Activación entrada canto BAR con inversión ACTIVA SOLO EN FASE DE APERTURA o si está configurada como canto sensible comprobado activo solo en fase de apertura, Activación de la entrada FAULT asociada Activación entrada canto BAR con inversión ACTIVA SOLO EN FASE DE CIERRE o si está configurada como canto sensible comprobado activo solo en fase de cierre, Activación de la entrada FAULT asociada Activering ingang sluitingsaanslag van motor 1 SWC1 Activering ingang openingsaanslag van motor 1 SWO1 Activering ingang sluitingsaanslag van motor 2 SWC2 Activering ingang openingsaanslag van motor 2 SWO2 Test fotocellen mislukt Test rand mislukt Test fotocellen opening mislukt Test fotocellen sluiting mislukt Test rand 8k2 mislukt Prueba canto apertura fallida Prueba canto cierre fallida *X= 0, 1, .., 9, A, B, C, D, E, F 30.15 +/password 86 - RIGEL 6 0--- 10-- 150- 1520 prg Aansluiting fotocellen en/of instelling logica's controleren Aansluiting randen en/of instelling logica's controleren aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/logica's controleren aansluiting fotocellen en/of instelling parameters/logica's controleren Aansluiting randen en/of instellingen parameters/logica’s controleren Comprobar conexión cantos y/o configuraciones parámetros/lógicas Comprobar conexión cantos y/o configuraciones parámetros/lógicas - Aansluitingen op de motor controleren - Hardware-problemen aan de kaart (contact opnemen met technisch personeel) Eventuele obstakels langs het traject controleren Proberen de kaart uit en weer aan te zetten. Indien het probleem aanhoudt contact opnemen met de technische service. Comprobar la correcta configuración de las entradas SAFE -Aansluitingen slot controleren - Slot niet geschikt D812865 00100_04 TOEGANG NAAR DE MENU’S Fig. 1 INSTALLATIEHANDLEIDING 2) ALGEMEEN Het bedieningspaneel RIGEL 6 wordt door de fabrikant met standaard instellingen geleverd. Wat voor wijziging dan ook moet worden ingesteld door middel van het geïntegreerde programmeerbare display of door middel van de universele programmeerbare palmtop. Het bedieningspaneel ondersteunt het EELINK-protocol volledig. De voornaamste kenmerken zijn: - Controle van 1 of 2 mono-fase motoren met thermische pastille Aantekening: Er moeten 2 motoren van hetzelfde type gebruikt worden. - Elektronische afstelling van het koppel - Ingang controle begrenzer sluiting/opening apart voor elke motor - Aparte ingangen voor de veiligheidsinrichtingen - Beheer tijdsbereiken - Opsporing ingebouwd obstakel - Voorverwarming motoren met ingebouwde aflezing - Afstelbare elektrodynamische afremming - Snelheidsafname van de snelheid naar de nadering - Ontvanger ingebouwde radio rolling-code met klonering zenders. De kaart is uitgerust met een verwijderbare verbindingsstrip om het onderhoud of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt geleverd met een serie voorbedrade bruggen om het werk van de installateur te vergemakkelijken. De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 41-42, 41-43, 41-44, 41-45, 70-71, 70-72, 70-74, 76-77, 76-79, 81-82, 81-84. Als bovengenoemde klemmen gebruikt worden, de desbetreffende bruggen verwijderen. CONTROLE Het paneel RIGEL 6 voert de controle uit van de bedrijfsrelais, van de triacs en van de veiligheidsinrichtingen (fotocellen en randen), vóór het uitvoeren van iedere openings- en sluitingscyclus. In geval van storingen de normale werking van de aangesloten inrichtingen en de bekabelingen controleren. Opgelet! Het wordt aanbevolen om een paar fotocellen te installeren op een hoogte van 5 cm en een paar op een hoogte van 40-50 cm als de vleugel in een openbare omgeving is geïnstalleerd of als een automatische werking is geactiveerd. Met automatische modus wordt elke bediening bedoeld die niet moedwillig door de gebruiker is geactiveerd (bijvoorbeeld: TCA-functies, chrono, enz.) Isolatie netwerk/lage spanning 220-230V 50/60Hz(*) > 2MOhm 500V Diëlektrische sterkte netwerk/bt 3750V~ gedurende 1 minuut Voeding accessoires 24V~ (1A max. absorptie) 24V~safe Voeding Motor Klem Definitie L N GND FASE NEUTRAAL AARDE 10 MOT 1 START 11 MOT 1 COM 12 MOT 1 START LOCK Zekeringen zie Fig. B Aantal combinaties: 4 miljard 10W MAX 10W MAX Max. aantal afstandsbedieningen dat in het geheugen kan worden 63 opgeslagen: (* andere voedingen beschikbaar op aanvraag) Bedrijfscyclus Continue Continue 1 min. ON/ 2 min. OFF 1 min. ON/ 2 min. OFF Bedrijfstemperatuur -20°C/+50°C -20°C/+55°C -20°C/+50°C -20°C /+55°C Max. vermogen motoren 220-230V 2x375 W 1x750 W 2x250 W 1x500 W 2x650 W 1x750 W 2x500 W 1x750 W Max. vermogen motoren 110-120V 2x320 W 1x390 W M1+M2+AUX0+AUX1+AUX2+AUX3+LOCK= 1300W MAX T=+50°C Bruikbare versies zenders: Alle zenders ROLLING CODE compatibel met 5) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig.B WAARSCHUWINGEN - Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen. De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie. De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt van de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes. Alle verbindingskabels moeten ver van het koellichaam vandaan gehouden worden. Beschrijving Eénfasige voeding 220-230V 50/60Hz(*) Aansluiting motor 1. Faseverschuiving vertraagd bij sluiting. MOT 2 START MOT 2 COM 16 MOT 2 START 20 AUX 1 - CONTACT ONDER SPANNING 220-230V~ Configureerbare uitgang AUX 0 - Default ZWAAILICHT. RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”. AUX 1 - CONTACT ONDER SPANNING 220-230V~ Configureerbare uitgang AUX 1 - Default Uitgang PLAATSELIJKE VERLICHTING. RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”. 23 Aux AUX 3 14 22 24 AUX 2 - VRIJ CONTACT (N.O.) 25 26 AUX 3 - VRIJ CONTACT (N.O.) 27 28 29 LOCK 12V 40 Eindaanslag AUX 2 AUX0+ AUX1+ AUX2= 80W MAX 15 21 88 - RIGEL 6 AUX 1 4) VOORBEREIDING BUIZEN Fig. A 3) TECHNISCHE GEGEVENS Voeding Uitgelijnd contact 220-230V N.O. (80W MAX) Uitgelijnd contact 220-230V N.O. (80W MAX) N.O. contact (MAX 220-230V~ 80W) N.O. contact (Max 24V~) Uitgang voor elektrisch : slot 12 V AUX 0 Aansluiting motor 2. Faseverschuiving vertraagd bij opening. Aantekening: als “1 MOT.ON”=1 niet verbinden met een kabel op de klemmen 14-15-16 Configureerbare uitgang AUX 2 - Default Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA. RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”. Configureerbare uitgang AUX 3 - Default Uitgang 2de RADIOKANAAL. RADIOKANAAL MONOSTABIEL / VERKLIKKER HEK OPEN SCA/ Bediening VERLICHTING/ Bediening VERLICHTING ZONE/ TRAPVERLICHTING/ ALARM HEK OPEN/ ZWAAILICHT/ ELEKTROSLOT MET SCHAKELAAR/ ELEKTROSLOT MET MAGNEET/ ONDERHOUD/ ZWAAILICHT EN ONDERHOUD / STAAT HEK / KANAAL RADIO BISTABIEL / KANAAL RADIO OP TIJD. Raadpleeg de tabel “Configuratie uitgangen AUX”. Logica Type slot= 0 - Uitgang elektrisch veerslot 12V (MODEL ECB) Uitgang Geactiveerd met een impuls bij elke opening en sluiting Logica Type slot= 1 - Uitgang elektrisch magneetslot 12V Uitgang Geactiveerd met hek gesloten en in sluiting Niet in gebruik 41 + REF SWE 42 SWC 1 Gemeenschappelijke eindaanslag Eindaanslag sluiting van motor 1 SWC1 (N.C.). 43 SWO 1 Eindaanslag opening motor 1 SWC1 (N.C.). 44 SWC 2 Eindaanslag sluiting van motor 2 SWC2 (N.C.). 45 SWO 2 Eindaanslag opening motor 2 SWC2 (N.C.). D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING Voeding accessoires Commando’s Veiligheden NTC Antenne D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING Klem Definitie 50 51 24V24V+ 52 24 Vsafe+ 60 Normaal 61 IC 1 62 IC 2 63 Normaal 64 IC 3 65 IC 4 70 Normaal 71 STOP 72 SAFE 1 73 FAULT 1 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 1. 74 SAFE 2 Configureerbare veiligheidsingang 2 (N.C.) - Default BAR. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2/ BAR OP / BAR OP TEST / BAR 8K2 OP/ BAR CL / BAR CL TEST / BAR 8K2 CL Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". 75 FAULT 2 Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 2. 76 Normaal 77 SAFE 3 78 FAULT 3 79 SAFE 4 80 81 FAULT 4 Normaal 82 SAFE 5 83 FAULT 5 84 SAFE 6 85 FAULT 6 Normaal ingangen SAFE 3 en SAFE 4 Configureerbare veiligheidsingang 3 (N.C.) - Default PHOT OP. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST / Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 3. Configureerbare veiligheidsingang 4 (N.C.) - Default PHOT CL. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST / Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 4. Normaal ingangen SAFE 5 en SAFE 6 Configureerbare veiligheidsingang 5 (N.C.) - Default PHOT. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST / Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 5. Configureerbare veiligheidsingang 6 (N.C.) - Default BAR. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR OP / BAR OP TEST / BAR CL / BAR CL TEST / Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang controle veiligheidsinrichtingen aangesloten op SAFE 6. Y ANTENNE # SHIELD NTC Beschrijving Uitgang voeding accessoires. Uitgang voeding voor trusted veiligheidsinrichtingen (zender fotocellen en zender gevoelige rand). Uitgang alleen actief tijdens de manoeuvrecyclus. Normaal ingangen IC 1 en IC 2 Configureerbare ingang van commando 1 (N.O.) - Default START E. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen". Configureerbare ingang van commando 2 (N.O.) - Default PED. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen”. Normaal ingangen IC 3 en IC 4 Configureerbare ingang van commando 3 (N.O.) - Default OPEN. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen". Configureerbare ingang van commando 4 (N.O.) - Default CLOSE. START E / START I / OPEN / CLOSE / PED / TIMER / TIMER PED Raadpleeg de tabel "Configuratie van de commando-ingangen". Normaal ingangen STOP, SAFE 1 en SAFE 2 Het commando onderbreekt de manoeuvre. (N.C.) Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Configureerbare veiligheidsingang 1 (N.C.) - Default PHOT. PHOT / PHOT TEST / PHOT OP / PHOT OP TEST / PHOT CL / PHOT CL TEST / BAR / BAR TEST / BAR 8K2/ BAR OP / BAR OP TEST / BAR 8K2 OP/ BAR CL / BAR CL TEST / BAR 8K2 CL Raadpleeg de tabel "Configuratie van de veiligheidsingangen". Ingang antenne. Een antenne gebruiken afgestemd op 433MHz. Voor de aansluiting Antenne-Ontvanger coaxiaalkabel RG58 gebruiken. De aanwezigheid van metalen massa's op de antenne, kan de radio-ontvangst storen. In geval van gebrekkige reikwijdte van de zender, de antenne naar een meer geschikt punt verplaatsen. Ingang voor verbinding van de temperatuursonde Configuratie van de uitgangen AUX Logica Aux= 0 - Uitgang MONOSTABIEL RADIOKANAAL. Het contact blijft 1 sec. dicht bij de activering van het radiokanaal. Logica Aux= 1 - Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA. Het contact blijft dicht tijdens de opening en bij open vleugel, intermitterend tijdens de sluiting, open bij gesloten vleugel. Logica Aux= 2 - Uitgang commando HULPLICHT. Het contact blijft 90 seconden lang gesloten na de laatste manoeuvre. Logica Aux= 3 - Uitgang commando PLAATSELIJKE VERLICHTING. Het contact blijft gesloten tijdens de volledige duur van de manoeuvre. Logica Aux= 4 – Uitgang TRAPLICHT. Het contact blijft 1 seconde gesloten aan het begin van de manoeuvre. Logica Aux= 5 – Uitgang ALARM OPEN HEK. Het contact blijft gesloten als de vleugel open blijft gedurende tweemaal de tijd ten opzichte van de ingestelde TCA. Logica Aux= 6 – Uitgang voor KNIPPERLICHT. Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Logica Aux= 7 – Uitgang voor ELEKTRISCH KLIKSLOT. Het contact blijft bij iedere opening 2 seconden gesloten bij elke sluiting. Logica Aux= 8 – Uitgang voor ELEKTRISCH MAGNEETSLOT. Het contact blijft gesloten met hek gesloten en tijdens de sluitingsmanoeuvre. Logica Aux= 10 – Uitgang ZWAAILICHT EN ONDERHOUD. Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Als bij gesloten hekvleugel de waarde wordt bereikt die in de parameter Onderhoud is ingesteld, zal het contact 4 maal 10s en 5s geopend worden om de aanvraag voor het onderhoud aan te duiden. Logica Aux= 11 - Niet Beschikbaar Logica Aux= 12 - Niet Beschikbaar Logica AUX= 13 – Uitgang STATUS HEK. Het contact blijft gesloten wanneer het hek gesloten is RIGEL 6 - 89 NEDERLANDS Logica Aux= 9 – Uitgang ONDERHOUD. Het contact blijft gesloten tot de ingestelde waarde in de parameter Onderhoud is bereikt om de aanvraag voor onderhoud aan te duiden. Logica AUX= 14 - Uitgang KANAAL RADIO BISTABIEL Het contact verandert van status (open-gesloten) bij de activering van het radiokanaal Logica AUX= 15 - Uitgang RADIOKANAAL OP TIJD AFGESTELD Het contact blijft gesloten gedurende een programmeerbare rijd bij de activering van het Radiokanaal (tijd uitgang) Indien tijdens die tijd de toets opnieuw ingedrukt wordt, begint de telling van de tijd weer. Configuratie van de commando-ingangen Logica IC= 0 - Ingang geconfigureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht. Logica IC= 1 - Ingang geconfigureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht. Logica IC= 2 - Ingang geconfigureerd als Open. Het commando voert een opening uit. Als de ingang gesloten blijft, blijven de vleugels open tot de opening van het contact. Bij open contact gaat het automatiseringssysteem dicht na de tca-tijd, indien geactiveerd. Logica IC= 3 - Ingang geconfigureerd als Close. Het commando voert een sluiting uit. Logica IC= 4 - Ingang geconfigureerd als Ped. Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT Logica IC= 5 - Ingang geconfigureerd als Timer. Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk. Logica IC= 6 - Ingang geconfigureerd als Timer Ped. Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk. Configuratie van de veiligheidsingangen Logica SAFE= 0 - Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 1 - Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Logica SAFE= 2 - Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 3 - Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Logica SAFE= 4 - Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE= 5 - Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig. F, Ref. 2). Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt er onmiddellijk omgekeerd. Logica SAFE= 6 - Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 3) Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen Logica SAFE= 7 - Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. F, Ref. 4). Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Logica SAFE= 8 - Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Fig. F, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Logica SAFE=9 Ingang geconfigureerd als Bar op, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3). Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen. Logica SAFE=10 Ingang geconfigureerd als Bar op test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4). Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Logica SAFE=11 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 op, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5). De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Logica SAFE=12 Ingang geconfigureerd als Bar cl, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3). Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen Logica SAFE=13 Ingang geconfigureerd als Bar cl test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4). Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop. Logica SAFE=14 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 cl, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5). De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop. (*) Als er inrichtingen type “D” geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks onderhoud voorschrijven. 90 - RIGEL 6 D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING 6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij uitwisselbaar contact. 6.1) “TRUSTED DEVICES” Fig. E 6.2) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED DEVICE Fig. C 7) TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1 7.1) MENU PARAMETERS (PARA ) (Tabel “A” PARAMETERS) 7.2) MENU LOGICA’S (LOGIC) (Tabel “B” LOGICA’S) 7.3) MENU RADIO (radio) (Tabel “C” radio) - BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER). Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten: • Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code). • Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders. • Beheer database zenders. • Beheer groep ontvangers. Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers. Bij het gebruik van een 4-kanaals afstandsbediening wordt aanbevolen om één kanaal voor de stopfunctie (STOP) te bewaren. 7.4) MENU DEFAULT (default) Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren. 7.5) MENU TAAL (language) Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld. 7.6) MENU AUTOSET (AUTOset) Autoset-fasen voor motoren met eindaanslagen (Afb. D1): 1 - Plaats de vleugels op de eindaanslag sluiten. 2 - een operatie starten van zelfinstelling door naar het speciale Menu te gaan, op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen starten. 3 - Op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd. 4 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openingsbeweging van motor 2. 5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display “M2.o”. 6 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openingsbeweging van motor 2, op de display wordt het bericht“CLOSE”gevisualiseerd. 7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met display “M2.c”. 8 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging van motor 2. 9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”. 10 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging van motor 1. Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN” gevisualiseerd. 11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen om de koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het deurdeel/de deurdelen, op de display wordt het bericht“M1.o”gevisualiseerd. 12 - Wacht totdat de ingreep van de begrenzer van opening eindigt om de manoeuvre van opening van de motor 1 te doen stoppen. 13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display “M2.o”. 14 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openingsbeweging van motor 2, op de display wordt het bericht“CLOSE”gevisualiseerd. 15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met display “M2.c”. 16 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging van motor 2. 17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”. 18 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging van motor 1. 19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK” gevisualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd en moet de handeling herhaald worden vanaf de fase 1. De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld. Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, de ingreep van de veiligheidsinrichtingen, alsmede het gebruik van de commando’s START, STOP, OPEN, CLOSE en van het display te vermijden. Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de optimale werkwaarden van de parameters ingesteld. Deze controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering. OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. De botsingskrachten moeten met het gebruik van actieve randen worden beperkt, overeenkomstig de norm EN12978 Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet actief; de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden. 7.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE 1. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoorbeeld actieve rand) 2. AUTOSET uitvoeren (*) 3. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven verder gaan naar punt 5 anders 4. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus “Persoon aanwezig” 5. Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone detecteren goed functioneren (*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreffende de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door de waarschuwingen voor de installatie in de handleiding van de motorisering en of de parameters“openingskracht”,“sluitingskracht”,“vertraagde openingskracht” en “vertraagde sluitingskracht“ zijn ingesteld 7.8) MENU STATISTIEKEN Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen en de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste 2 de foutcode). De fout 01 is de meest recente. 7.9) MENU PASSWORD Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via het U-link” netwerk. Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe poging kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere toegangspoging het bericht “BLOC”. Het default password is 1234. 7.10) CHRONO-MENU Fig.I Laat het toe de werking in te stellen per tijdsbereiken. Er kunnen max. twee dagelijkse tijdsbereiken ingesteld worden waarbinnen het hek open blijft (van maandag t/m zondag) Binnen de tijdsbereik wordt een opening uitgevoerd van de deurdelen die open blijven tot het einde van het tijdsbereik. 8) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.F Ref. A-B OPENINGSRICHTING Fig.F Ref. C-D 9) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PROGRAMMEERBARE PALMTOP (Fig.G) Zie specifieke handleiding. 10) OPTIONELE U-LINK MODULES Zie de instructies van de U-link modules Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik. De installatie aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz 11) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.H) LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstandsbedieningen in het geheugen worden gewist. LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. - Haal de spanning van de kaart (Fig.H ref.1) - Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.H ref.2) - Voorzie de kaart van spanning (Fig.H ref.3) - Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.H ref.4) - Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.H ref.5) - Procedure beëindigd (Fig.H ref.6) OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren of voorwerpen. LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aangegeven in de norm EN 12453. De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het gebruik van vervormbare randen. Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal opeenvolgende manoeuvres). RIGEL 6 - 91 NEDERLANDS Autoset-fasen voor motoren zonder eindaanslagen (Afb. D2): 1 - Plaats de vleugels op de eindaanslagen sluiten. 2 - een operatie starten van zelfinstelling door naar het speciale menu te gaan, op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen starten. 3- Op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd. 4 - Druk op de toets OK om de openingsbeweging van motor 1 te beëindigen Met display “M2.o” 5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. 6 - Op de toets OK drukken om de openingsbeweging van motor 2 te beëindigen, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd. 7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met display “M2.c” 8 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen. Met display “M1.c” 9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. 10 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen. Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN” gevisualiseerd. 11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen om de koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het deurdeel/de deurdelen, op de display wordt het bericht“M1.o”gevisualiseerd. 12 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre van opening van de motor 1 te doen stoppen. 13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display “M2.o” 14 - Wacht tot de werktijd van motor 2 openen geactiveerd wordt of beëindig de openingsbeweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd. 15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met display “M2.c” 16 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 2 eindigt om de manoeuvre van sluiting van de motor 2 te doen stoppen. 17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c” 18 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre van sluiting van de motor 1 te doen stoppen. 19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK” gevisualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd en moet de handeling herhaald worden vanaf de fase 1. De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld. TABEL “A” - MENU PARAMETERS - (param) Parameter Min. Max. Default ot.1 3.0 180.0 60.0 Werktijd motor 1 [s] ot.2 3.0 180.0 60.0 Werktijd motor 2 [s] PARTIAL OPENING 3 90 6 Gedeeltelijke opening M1 [s] OPEN DELAY TI E 0 10 3 Vertragingstijd opening motor 2 [sec] Vertragingstijd bij opening van motor 2 t.o.v motor 1 CLS DELAY TI E 0 25 3 Vertragingstijd sluiting motor 1 [sec.] Vertragingstijd bij sluiting van motor 1 t.o.v motor 2 0 30 0 Vertragingstijd motor 1 [s] 0 30 0 Vertragingstijd motor 2 [s] TCA 0 120 10 TRF.LGHT.CLR.T 1 180 40 Ontruimingstijd verkeerslichtzone [s] output time 1 240 10 Activeringstijd van de op tijd ingestelde uitgang [s] vork. t. vork. t. slov dovn t. slov dovn t. ot.1 ot.2 Eigen Definitie Beschrijving Stel de waarde van de werktijd in in seconden voor de motor 1 / 2 Aan het einde van een autoset wordt de werkelijke werkwaarde van de motor ingesteld. Tijd van gedeeltelijke opening na activering voetgangerscommando PED van de motor M1 Stelt de tijd van snelheidsafname bij het dichtgaan in. De vertragingstijd wordt van de werktijd afgetrokken. OPMERKING: Deze functie alleen gebruiken in aanwezigheid van aanslag. OPMERKING: Niet gebruiken met hydraulische motoren. (***) Tijd automatische sluiting [s] Wachttijd vóór de automatische sluiting. Ontruimingstijd van de zone onderhevig aan verkeer geregeld door het stoplicht. Tijd activering op tijd ingestelde uitgang radiokanaal in seconden Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij opening. Geeft het percentage weer van uitgegeven kracht op regime t.o.v. de maximale waarde. OP.FORCE 1 99 50 Maximumkracht vleugel(s) bij opening [%] WARNING: It affects impact force directly: make sure that current safety requirements are met with the set value (*). Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**). (***) Kracht uitgeoefend door de vleugel(s) bij sluiting. Geeft het percentage weer van uitgegeven kracht op regime t.o.v. de maximale waarde. CLS.FORCE 1 99 50 Maximumkracht vleugel(s) bij sluiting [%] LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*) Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**). (***) Kracht die uitgeoefend wordt door het deurdeel/en in vertraging. Vertegenwoordigt het percentage van kracht die uitgegeven wordt in de fase van snelheidsafname. slwd.force 1 99 50 Kracht motoren in vertraging [%] brake 0 99 0 Afremming [%] e er. brake 0 99 60 Noodremming [%] 30 Voorverwarming [%] preheat. 0 99 LET OP: Heeft directe invloed op de botsingskracht: controleren of met de ingestelde waarde de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd (*) Veiligheidsinrichtingen installeren tegen pletting (**). (***) Hiermee wordt de afremmingswaarde ingesteld van 0% (min.) tot 99% (max.) in overeenstemming met het gewicht van het hek en met de aanwezige mechanische belasting. Hiermee wordt de waarde van de noodremming ingesteld van 0% (min.) tot 99% (max.), die wordt uitgevoerd door het activeren van de veiligheidscommando’s aanwezig bij de ingangen die geconfigureerd zijn als gevoelige rand BAR. De procentuele waarde instellen van 0 (voorverwarming gedeactiveerd) tot 99% van de stroom die door de wikkelingen van de motoren kan worden geleid om deze op temperatuur te houden. AANTEKENING: de NTC -temperatuursonde moet verbonden worden. De sonde moet geplaatst en bevestigd worden in contact met de motor om de buitentemperatuur op te sporen Laat het toe de opsporing van het obstakel te activeren. De functie is gedeactiveerd wanneer de parameter ingesteld is op 0. door de waarde in te stellen van 1 tot de maximale waarde is het mogelijk de gevoeligheid tot het obstakel te doen toenemen (max waarde= maximale gevoeligheid) Werkt alleen met de begrenzers. obst.sens. 0 99 0 Gevoeligheid obstakel LET OP: Deze functie van opsporing obstakel garandeert niet het in acht nemen van de van kracht zijnde veiligheidsnormeni (*). Geschikte veiligheidsinrichtingen tegen pletting installeren om de toepasselijke veiligheidsnormen na te leven (**) LET OP: het systeem spoort alleen obstakels op als het deurdeel gestopt wordt; er worden geen obstakels gevonden die het deurdeel remmen onder dat het gelukt is deze te stoppen. De opsporing wordt alleen uitgevoerd als het deurdeel dat het obstakel tegenkomt zich op normale snelheid beweegt. Tijdens de snelheidsafname wordt het obstakel niet opgemerkt. (***) Maintenance 0 250 0 Programmering aantal mano- Hiermee kunt u een aantal manoeuvres instellen waarna de aanvraag voor onderhoud euvres drempel onderhoud op de uitgang AUX, geconfigureerd als Onderhoud of Zwaailicht en Onderhoud, wordt [in honderdtallen] weergegeven (*) In de Europese Unie de EN12453 voor de krachtlimieten toepassen, en de EN12445 voor de meetmethode. (**) De botsingskrachten moeten met actieve randen worden beperkt, overeenkomstig de norm EN12978 (***) LET OP: Na een modificatie van de parameter zal het nodig zijn een autoset uit te voeren als de functie “gevoeligheid obstakel” actief is 92 - RIGEL 6 D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING TABEL “B” - MENU LOGICA’S - (LOGIC) Logica Definitie Default TCA Tijd Automatische Sluiting 0 FAST CLS. Snelle sluiting 0 STEP-BY-STEP MOVEMNT Beweging passo passo Uitgevoerde instelling aanvinken 0 Logica niet actief 1 Activeert de automatische sluiting 0 Logica niet actief 1 Sluit 3 seconden na de vrijgave van de fotocellen, alvorens te wachten op het einde van de ingestelde TCA 0 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 4-staps logica. 1 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 3-staps logica. Met de impuls tijdens de sluitingsfase wordt de beweging omgekeerd. 0 2 PRE-ALARM Vooralarm Opties 0 De ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped werken met de 2-staps logica. Bij iedere impuls wordt de beweging omgekeerd. stap voor stap beweging 2-STAPS 3-STAPS OPENT OPENT GESLOTEN BIJ SLUITING 4-STAPS OPENT OPEN BIJ OPENING SLUIT NA STOP OPENT STOP SLUIT SLUIT STOP + TCA STOP + TCA OPENT OPENT 0 Het knipperlicht gaat gelijktijdig met het starten van de motor(en) aan. 1 Het knipperlicht gaat circa 3 seconden voor het starten van de motor(en) aan. 0 Impulswerking. 1 Werking bij Aanwezige Persoon. De ingang 61 wordt geconfigureerd als OPEN UP. De ingang 62 wordt geconfigureerd als CLOSE UP. De manoeuvre gaat verder zolang de druk op de toetsen OPEN UP of CLOSE UP gehandhaafd blijft. LET OP: de veiligheden zijn niet actief. HOLD-TO-RUN Persoon aanwezig 0 2 Werking bij Aanwezige Persoon Emergency. Normaal gesproken impulswerking. Als de test van de veiligheden door de kaart drie keer na elkaar mislukt (fotocel of rand, Er0x), wordt de werking bij Aanwezige Persoon actief geactiveerd tot het loslaten van de toetsen OPEN UP of CLOSE UP. De ingang 61 wordt geconfigureerd als OPEN UP. De ingang 62 wordt geconfigureerd als CLOSE UP. LET OP: met Persoon Aanwezig Emergency zijn de veiligheden niet actief. IBL OPEN Blokkeert impulsen bij opening 0 |IBL TCA Blokkeert impulsen in TCA IBL CLOSE Blokkeert impulsen bij sluiting 0 RAM BLOW C.OP Drukstoot bij opening 0 RAM BLOW C.CL Drukstoot bij sluiting BLOC PERSIST Handhaving blokkering 0 0 0 Druk aanslag sluiting 0 1 MOT.ON 1 motor actief 0 OPEN IN OTHER DIRECT. Omkering openingsrichting De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de opening. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de opening. 0 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de TCA-pauze. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de TCA-pauze. 0 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is van invloed tijdens de sluiting. 1 De impuls van de ingangen geconfigureerd als Start E, Start I, Ped is niet van invloed tijdens de sluiting. 0 Logica niet actief 1 Alvorens te openen, duwt het hek circa 2 seconden lang in sluitingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 Logica niet actief 1 Alvorens te sluiten, duwt het hek circa 2 seconden lang in openingsrichting. Dit maakt een eenvoudigere ontkoppeling van het elektrische slot mogelijk. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 Logica niet actief 1 Als de motoren langer dan een uur stil blijven staan in positie van volledige opening of volledige sluiting, worden ze 3 seconden lang geactiveerd in de richting van de aanslag. Deze handeling wordt ieder uur uitgevoerd. N.B.: Het doel van deze functie is om bij de hydraulische motoren de eventuele verlaging van het olievolume te compenseren, te wijten aan de temperatuurverlaging tijdens langere pauzes , bijvoorbeeld ‘s nachts of te wijten aan interne lekkages. BELANGRIJK - Deze functie niet gebruiken in afwezigheid van geschikte mechanische stopnokken. 0 De beweging wordt uitsluitend stopgezet door de activering van de sluitingsaanslag; in dit geval is het noodzakelijk te zorgen voor een precieze afstelling van de sluitingsaanslag (Fig. G, Ref. B). 1 Te gebruiken bij aanwezigheid van mechanische sluitnok. Met deze functie wordt de druk van de vleugels op de mechanische nok geactiveerd, zonder dat dit door de amperostop-sensor als obstakel wordt beschouwd. De slag van de stang gaat enkele seconden verder, na de interceptie van de aanslag of tot de mechanische nok. Op deze wijze, door de activering van de sluitingsaanslagen iets eerder uit te voeren, wordt de perfecte aanslag van de vleugels op de stopaanslag verkregen (Fig. G, Ref. A). 0 Beide motoren actief (2 vleugels). 1 Alleen motor 1 actief (1 vleugel). 0 Standaard werking (Zie Fig. G, Ref. C). 1 De openingsrichting wordt omgekeerd t.o.v. de standaard werking (Zie Fig.G, Ref. D) 0 RIGEL 6 - 93 NEDERLANDS PRESS SWC 0 Logica Definitie Default SAFE 1 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 1. 72 0 SAFE 2 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 2. 74 6 SAFE 3 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 3. 77 2 SAFE 4 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 4. 79 SAFE 5 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 5. 82 4 0 SAFE 6 Configuratie van de veiligheidsingang SAFE 6. 84 6 IC 1 Configuratie van de commandoingang IC 1. 61 0 IC 2 Configuratie van de commandoingang IC 2. 62 4 IC 3 Configuratie van de commandoingang IC 3. 64 2 IC 4 Configuratie van de commandoingang IC 4. 65 3 1ch Configuratie van het commando 1ste radiokanaal 0 2ch 3 ch 4 ch AUX 0 AUX 1 AUX 2 AUX 3 LOCK 94 - RIGEL 6 Configuratie van het commando 2ste radiokanaal Configuratie van het commando 3ste radiokanaal Configuratie van het commando 4ste radiokanaal Configuratie uitgang AUX 0. 20-21 Configuratie van de uitgang AUX 1. 22-23 Configuratie van de uitgang AUX 2. 24-25 Configuratie van de uitgang AUX 3. 26-27 Type slot. 28-29 9 2 5 6 3 1 0 0 Uitgevoerde instelling aanvinken D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING Opties 0 Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel. 1 Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. 2 Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening. 3 Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening. 4 Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting. 5 Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting. 6 Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand. 7 Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand. 8 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Niet actief op SAFE 3,4,5,6). 9 Ingang geconfigureerd als een Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen. Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. 10 Ingang geconfigureerd als een Bar OP TEST, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen. Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. 11 Ingang geconfigureerd als een Bar OP 8k2, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen. Tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. (Niet actief op SAFE 3,4,5,6) 12 Ingang geconfigureerd als een Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten. Tijdens het openen wordt de beweging gestopt. 13 Ingang geconfigureerd als een Bar CL TEST, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten. Tijdens het openen wordt de beweging gestopt. 14 Ingang geconfigureerd als een Bar CL 8k2, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten. Tijdens het openen wordt de beweging gestopt. (Niet actief op SAFE 3,4,5,6) 0 Ingang geconfigureerd als Start E. 1 Ingang geconfigureerd als Start I. 2 Ingang geconfigureerd als Open. 3 Ingang geconfigureerd als Close. 4 Ingang geconfigureerd als Ped. 5 Ingang geconfigureerd als Timer. 6 Ingang geconfigureerd als Voetgangerstimer. 0 Afstandsbediening geconfigureerd als START E. 1 Afstandsbediening geconfigureerd als Start I. 2 Afstandsbediening geconfigureerd als Open. 3 Afstandsbediening geconfigureerd als Close 4 Afstandsbediening geconfigureerd als Ped 5 Afstandsbediening geconfigureerd als STOP 6 Afstandsbediening geconfigureerd als AUX0 ** 7 Afstandsbediening geconfigureerd als AUX1** 8 Afstandsbediening geconfigureerd als AUX2** 9 Afstandsbediening geconfigureerd als AUX3** 10 Afstandsbediening geconfigureerd als EXPO1** 11 Afstandsbediening geconfigureerd als EXPO2** 0 Uitgang geconfigureerd als Monostabiel Radiokanaal. 1 Uitgang geconfigureerd als SCA, Verklikkerlichtsignaal Hek Open. 2 Uitgang geconfigureerd als commando Hulplicht. 3 Uitgang geconfigureerd als commando Plaatselijke Verlichting. 4 Uitgang geconfigureerd als Traplicht 5 Uitgang geconfigureerd als Alarm 6 Uitgang geconfigureerd als Knipperlicht 7 Uitgang geconfigureerd als Klikslot 8 Uitgang geconfigureerd als Magneetslot 9 Uitgang geconfigureerd als Onderhoud 10 Uitgang geconfigureerd als Zwaailicht en Onderhoud. 11 Niet in gebruik 12 Niet in gebruik 13 Uitgang geconfigureerd als Status Hek 14 Uitgang geconfigureerd als Bistabiel Radiokanaal 15 Uitgang geconfigureerd als op tijd ingesteld Radiokanaal 0 Uitgang geconfigureerd voor elektrisch veerslot 12V 1 Uitgang geconfigureerd voor elektrisch magneetslot 12V . . D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING Logica Definitie Default FIXED CODE Vaste Code 0 Protection level Het beschermingsniveau instellen SERIAL MODE 0 ADDRESS Adres 0 chrono Tijdsbereiken 0 EXPI1 Configuratie van de ingang EXPI1 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 1-2 1 Opties 0 De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met rolling-code. De Klonen met Vaste Code worden niet geaccepteerd. 1 De ontvanger is geconfigureerd voor de werking in modus met vaste code. De Klonen met Vaste Code worden geaccepteerd. 0 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password niet vereist B - Activeert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. Deze modus wordt in de buurt van het bedieningspaneel uitgevoerd en hiervoor is geen toegang nodig: - Na elkaar drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een reeds opgeslagen afstandsbediening in standaardmodus via het menu radio. - Binnen 10 sec. drukken op de verborgen toets en de normale toets (T1-T2-T3-T4) van een afstandsbediening die moet worden opgeslagen. De ontvanger verlaat de programmeringsmodus na 10s, binnen deze tijd is het mogelijk nog meer nieuwe afstandsbedieningen in te voeren, door het vorige punt te herhalen. C - Activeert de automatische invoering van de klonen via radio. Hiermee kunnen de met een universele programmabesturing gemaakte klonen en de geprogrammeerde Replay’s zich toevoegen aan het geheugen van de ontvanger. D - Activeert de automatische invoering van de replay’s via radio. Hiermee kunnen de geprogrammeerde Replay’s aan het geheugen van de ontvanger worden toegevoegd. E - U kunt de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk wijzigen 1 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. De functies B - C - D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 2 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio. De functies D - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 3 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio. De functies C - E variëren niet ten opzichte van de functionering 0 4 A - Voor toegang tot het programmeringsmenu is het password vereist. Het default password is 1234. B - Deactiveert het in het geheugen opslaan van de afstandsbedieningen via radio. C - Deactiveert de automatische invoering van de klonen via radio. D - Deactiveert de automatische invoering van de replay’s via radio. E - De mogelijkheid om de parameters van de kaart ook via het U-link netwerk te wijzigen wordt gedeactiveerd De afstandsbedieningen worden alleen opgeslagen met behulp van het speciale menu Radio. BELANGRIJK: Door dit hoge veiligheidsniveau wordt de toegang belemmerd van de ongewenste klonen zowel als van de eventueel aanwezige radiostoringen. 0 SLAVE standard: de kaart ontvangt commando's/diagnose/etc. en geeft deze door 1 MASTER standard: de kaart verstuurt activeringscommando's (START, OPEN, CLOSE, PED, STOP) naar andere kaarten. 0 Seriële modus (Om te identificeren hoe de kaart moet worden geconfigureerd in een BFTnetwerkaansluiting.) Uitgevoerde instelling aanvinken [ ___ ] Om het adres van 0 tot 119 van de kaart in een lokale BFT-netwerkaansluiting te identificeren. (zie paragraaf OPTIONELE MODULES U-LINK) 0 Logica niet actief 1 Activeert de tijdsbereiken die geconfigureerd zijn als timer Activeert de tijdsbereiken die geconfigureerd zijn als voetgangerstimer 0 Ingang geconfigureerd als commando Start E. 1 Ingang geconfigureerd als commando Start I. 2 Ingang geconfigureerd als commando Open. 3 Ingang geconfigureerd als commando Close. 4 Ingang geconfigureerd als commando Ped. 5 Ingang geconfigureerd als commando Timer. 6 Ingang geconfigureerd als commando VoetgangersTimer 7 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot, fotocel. 8 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief. 9 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief. 10 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand. 11 Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. 12 Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt. 13 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot test, fotocel als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 14 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op test, gecontroleerde fotocel uitsluitend geactiveerd tijdens het openen. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 15 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl test, gecontroleerde fotocel uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 16 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand als “trusted device”. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 17 Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar OP test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. 18 Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar CL test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt. De ingang 3 (EXPI2) van de uitbreidingskaart ingangen/uitgangen wordt automatisch omgezet in ingang controle veiligheidsinrichtingen, EXPFAULT1. RIGEL 6 - 95 NEDERLANDS 2 Logica EXPI2 EXPO1 EXPO2 Definitie Configuratie van de ingang EXPI2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 1-3 Configuratie van de uitgang EXPO2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 4-5 Configuratie van de uitgang EXPO2 in de uitbreidingskaart ingangen/ uitgangen 6-7 Default 0 11 11 TRAFFIC LIGHT PREFLASHING Vooraf knipperen stoplicht 0 TRAFFIC LIGHT RED LAMP ALWAYS ON Continu rood stoplicht 0 Uitgevoerde instelling aanvinken Opties 0 Ingang geconfigureerd als commando Start E. 1 Ingang geconfigureerd als commando Start I. 2 Ingang geconfigureerd als commando Open. 3 Ingang geconfigureerd als commando Close. 4 Ingang geconfigureerd als commando Ped. 5 Ingang geconfigureerd als commando Timer. 6 Ingang geconfigureerd als commando VoetgangersTimer. 7 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot, fotocel. 8 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot op, fotocel alleen bij opening actief. 9 Ingang geconfigureerd als beveiliging Phot cl, fotocel alleen bij sluiting actief. 10 Ingang geconfigureerd als beveiliging Bar, gevoelige rand. 11 12 Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar OP, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het openen, tijdens het sluiten wordt de beweging gestopt. Uitgang geconfigureerd als beveiliging Bar CL, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten, tijdens het openen wordt de beweging gestopt. 0 Uitgang geconfigureerd als Monostabiel Radiokanaal 1 Uitgang geconfigureerd als SCA, Verklikkerslichtsignaal Hek Open. 2 Uitgang geconfigureerd als commando Hulplicht. 3 Uitgang geconfigureerd als commando Plaatselijke Verlichting. 4 Uitgang geconfigureerd als Traplicht. 5 Uitgang geconfigureerd als Alarm. 6 Uitgang geconfigureerd als Knipperlicht. 7 Uitgang geconfigureerd als Klikslot. 8 Uitgang geconfigureerd als Magneetslot. 9 Uitgang geconfigureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart. 10 Uitgang geconfigureerd als Zwaailicht en Onderhoud. 11 Uitgang geconfigureerd als Beheer stoplicht met TLB kaart. 12 Niet in gebruik 13 Uitgang geconfigureerd als Status Hek 14 Uitgang geconfigureerd als Bistabiel Radiokanaal 15 Uitgang geconfigureerd als op tijd ingesteld Radiokanaal 0 Vooraf knipperen uitgesloten. 1 Knipperende rode lichten, 3 seconden lang, bij begin manoeuvre. 0 Rode lichten uit bij gesloten hek. 1 Rode lichten aan bij gesloten hek. Configuratie van de commando’s radiokanalen Logica CH= 0 - Commando geconfigureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht. Logica CH= 1 - Commando geconfigureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht. Logica CH= 2 - Commando geconfigureerd als Open. Het commando voert een opening uit. Logica CH= 3 - Commando geconfigureerd als Close. Het commando voert een sluiting uit. Logica CH= 4 - Commando geconfigureerd als Ped. Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT Logica CH= 5- Commando geconfigureerd als STOP. Het commando voert een Stop uit Logica CH= 6- Commando geconfigureerd als AUX0. (**) Het commando activeert de AUX0-uitgang Logica CH= 7- Commando geconfigureerd als AUX1. (**) Het commando activeert de AUX1-uitgang Logica CH= 8- Commando geconfigureerd als AUX2. (**) Het commando activeert de AUX2-uitgang Logica CH= 9- Commando geconfigureerd als AUX3. (**) IHet commando activeert de AUX3-uitgang Logica CH= 10- Commando geconfigureerd als EXPO1. (**) Het commando activeert de EXPO1-uitgang Logica CH= 11- Commando geconfigureerd als EXPO2. (**) Het commando activeert de EXPO2-uitgang (**) Alleen actief als de uitgang die geconfigureerd is als Monostabiel Radiokanaal, Hulplicht, Gebiedslicht, Traplicht, Radiokanaal of op tijd afgesteld Radiokanaal. 96 - RIGEL 6 D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING D812865 00100_04 INSTALLATIEHANDLEIDING Tabel “C” - MENU RADIO (RADIO) Logica Beschrijving add 1ch Toets 1ch toevoegen associeert de gewenste toets met het commando 1e radiokanaal. add 2ch Toets 2ch toevoegen associeert de gewenste toets met het commando 2e radiokanaal. add 3ch Toets 3ch toevoegen associeert de gewenste toets met het commando 3e radiokanaal. add 4ch Toets 4ch toevoegen associeert de gewenste toets met het commando 4e radiokanaal. erase 64 erase 1 cod RX Verwijder Lijst OPGELET! Verwijdert alle in het geheugen van de ontvanger opgeslagen afstandsbedieningen volledig. Neemt enkel radiocommando weg Verwijdert een radiocommando (indien kloon of replay gedeactiveerd wordt). Om de te annuleren afstandsbediening te selecteren, de positie schrijven of op een toets van de afstandsbediening die geannuleerd moet worden drukken Aflezen code ontvanger Geeft de ontvangercode weer, noodzakelijk voor het klonen van de afstandsbedieningen. NEDERLANDS RIGEL 6 - 97
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

BFT Rigel 6 de handleiding

Type
de handleiding