ProForm 380 ZLX - PFEVEX74108 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raad-
Sticker met
serienummer
Modelnr. PFEVEX74108.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan
contact op met de winkel waar u
dit produkt hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
2
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
B
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
GEDAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees-
baar is, het nummer op de kaft van deze
handleiding en vraag voor een vervangsti-
cker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: De sticker(s) worden niet
op ware groote weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
WAARSCHUWING: L
ees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw fiets voordat u deze gebruikt om het risico van ern-
stig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de fiets vol-
doende op de hoogte zijn van alle voorzorgs-
maatregelen.
3. Deze fiets is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de fiets niet commercieel of
voor verhuur.
4. Gebruik de fiets uitsluitend binnenshuis en
uit de buurt van vocht en stof. Plaats de fiets
op een vlakke ondergrond met een matje
onder de fiets om uw vloer (bedekking) te
beschermen. Zorg ervoor dat er genoeg
ruimte rond de fiets is zodat u gemakkelijk
kunt opstappen en afstappen en om de fiets
te kunnen gebruiken.
5. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de
elliptische trainer en draai ze dan goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
en huisdieren bij de fiets vandaan.
7. Uw fiets mag niet worden gebruikt door
mensen die meer dan 125 kg wegen. De
polssensor is geen medisch instrument.
8. Draag nooit losse kleding die in de fiets
bekneld kunnen raken. Draag altijd
sportschoenen.
9. Bij het afstellen van de zitting, plaatst u de
bijstelknop voor de zitting in een van de
gaten van de buis van de zitting. Plaats de
zittingpen niet onder de buis van de zitting.
10. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe-
den. De polssensor is alleen als hulpmiddel
bedoeld voor algemene hartslag meting.
11. Houd tijdens het gebruik van de fiets uw rug
recht. Krom uw rug niet.
12. Stopt meteen en begin geleidelijk af te koelen
wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
13. Stop meteen en begin geleidelijk af te koelen
wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
14. Gebruik de fiets alleen zoals beschreven in
de handleiding.
4
VOORDAT U BEGINT
Zadel
Bijstelknop van de Zadel
Pedaal/Beugel
Transportwiel
Bedieningspaneel
Bijstelknop
Armhendel
Handgreep met de Polssensor
Bijstelhandvat
G
efeliciteerd met uw keuze voor de PROFORM
®
3
80
ZLX fiets. Fietsen is een van de meest effectieve
oefeningen voor het verbeteren van hart en vaten, het
opbouwen van weerstand en het vormgeven aan het
gehele lichaam. De 380 ZLX fiets biedt een reeks
functies, ontwikkeld om u te laten genieten van deze
g
ezonde training in de privacy en de bekende omgev-
ing van uw eigen huis.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de fiets gebruikt.
R
aadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt
doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het modelnummer en serienummer even op. De
plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op de
kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de vol-
gende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
Stelpoot
5
M8 Slotmoer
(37)–4
M8 Veerring
(36)–8
M10 Veerring
(34)–4
M8 x 20mm Nylon
Schroef (35)–4
M4 x 16mm
Schroef (40)–8
M10 x 54mm Schroef met Ronde Kop
M10 x 78mm Schroef met Ronde Kop
(67)–2
M8 x 25mm Nylon
Schroef (50)–2
M6 x 8mm
Hechtschroef (56)–1
M4 x 30mm Schroef
met Ronde Kop
(84)–4
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde hulpmiddelen, vereist de montage een Philips schroevendraaier en
e
en instelbare sleutel .
Gebruik de hieronder getoonde tekeningen om tijdens de montage de kleine onderdelen te herkennen. Het getal
tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan
het eind van deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Opmerking:
Sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken. Wanneer u een
onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al
gemonteerd is.
6
2. Neem het Rechter Kap (77), dat gemarkeerd is
met een “R” (L of Left (links) geeft de linkerkant
aan; R of Right (rechts) voor de rechterkant).
Schuif de Rechter Kap (77) op de rechterkant
van de Achterste Stabilisator (14). Bevestig de
Rechterkap met twee M4 x 16mm Schroeven
(40).
Bevestig de Linkerkap (4) op dezelfde wijze.
Draai dan de twee Stelvoeten (63) vast in de
onderkant van de Achterste Stabilisator (14).
2
1.
Richt de Achterste Stabilisator (14) zo dat de
aangegeven gaten gericht zijn naar
w
eergegeven locaties.
Maak, terwijl de tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) wat optilt, de Achterste
Stabilisator (14) an het Onderstel vast met twee
M10 x 54mm Schroeven met Ronde Kop (33)
en twee M10 Veerringen (34).
1
14
34
33
Gaten
77
4
40
14
63
63
1
Lees, om de montage te vergemakkelijken,
de informatie op pagina 5 voordat u met
h
et monteren van de fiets begint.
Gaten
7
3
3. Terwijl een tweede persoon de voorkant van het
Onderstel (1) optilt, maak de Voorste
Stabilisator aan het Onderstel vast met twee
M
10 x 78mm Schroeven met Ronde Kop (67)
en twee M10 Veerringen (34).
1
2
34
67
4
4. Terwijl een tweede persoon de Staander (3) bij
het Onderstel (1) vasthoudt, maak de Bovenste
Draadkoker (32) aan op de Onderste
Draadkoker (31).
Trek voorzichtig aan het bovenste eind van de
Bovenste Draadkoker (32) om enige slapheid te
vermijden en steek de Staander (3) in de
Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draad-
kokers. Bevestig de Staander (3) met vier M8 x
20mm Nylonschroeven (35) en vier M8
Gespleten tussenringen (36).
35
35
36
36
36
32
31
36
3
1
Vermijd het afk-
lemmen van de
draadkokers
8
5. Terwijl een tweede persoon de Handvat (47) bij
de Staander (3) houdt, richt u het opbinddraad
in de Staander.
Bekijk de inzettekening. Bevestig de
o
nderkant van het opbinddraad aan de Draden
van de hartslagsensoren (82). Trek vervolgens
het bovenste gedeelte van de opbinddraad
omhoog en uit de bovenkant van de Staander
(3). Maak dan los en gooi het opbinddraad weg.
Tip: Laat de uiteinden van de Draden van de
hartslagsensoren niet in de Staander vallen.
Gebruik een stuk tape of een elastische
band om de Draden van de hartslagsensoren
tot stap 7 op zijn plaats te houden.
Tip: Vermijd het afklemmen van de Draden
van de hartslagsensoren (82). Bevestig de
Handvat (47) aan de Staander (3) met de
Zwenkasklem (75), de Achterste kap (43) en de
Zwenkashendel (72).
Opmerking: De Zwenkhendel (72) werkt net als
een ratel. Draai de Zwenkhendel met de klok
mee, trek het uit de Staander (3), draai het
tegen de klok in, druk het weer in de Staander,
en drai het nogmaals met de klok mee. Herhaal
deze procedure totdat de Schakelhendel vast
zit.
6. Bevestig de Kap van het Handvatkap (43) aan
de Linker en Rechter Handvatkappen (48, 49)
met vier M4 x 30mm Schroeven met ronde kop
(84).
5
72
75
82
43
47
32
3
82
Opbind
draad
Opbind
draad
6
84
43
48
49
Vermijd het afklem-
men van de draden
9
7. Houd de Beugel van het Bedieningspaneel (55)
b
ij de Staander (3) zoals weergegeven en
plaats de Bovenste Draadkoker (32) en de
Draden van de hartslagsensoren (82) omhoog
door het gat in de Beugel van het
Bedieningspaneel.
B
evestig de Beugel van het Bedieningspaneel
(55) aan de Staander (3) met twee M8 x 25mm
Nylonschroeven (50).
7
Vermijd het afk-
lemmen van de
draden
8. Het Bedieningspaneel (6) werkt met vier D bat-
terijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen
worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als de
fiets aan koude temperaturen blootgesteld
is, laat het toestel eerst tot kamertemperatu-
ur opwarmen voordat u de batterijen in het
Bedieningspaneel steekt. Zoniet, kunnen de
displays van het bedieningspaneel en de
elektronische onderdelen worden
beschadigd. Druk op het lipje van het batteri-
jdeksel en verwijder het deksel. Steek dan vier
batterijen in de batterijlade. Zorg ervoor dat de
batterijen volgens de tekening aan de bin-
nenkant van de batterijlade worden
geplaatst. Maak de batterijlade weer dicht.
Voor de aanschaf van een optionele wissel-
stroomadapter, neemt u contact op met de
winkel waar u dit product heeft gekocht of
belt u met het nummer op de omslag van
deze handleiding. Om schade aan het bedi-
eningspaneel te voorkomen dient u alleen
een door de fabrikant geleverde
Wisselstroomadapter te gebruiken. Steek het
ene einde van de Wisselstroomadapter in de
aansluiting van het Bedieningspaneel (6) en het
andere deel in een stopcontact die voldoet aan
de lokale normen en bepalingen.
6
Batterijen
Batterijen
Deksel van de
Batterijdoos
8
55
3
5
0
32
82
10
10. Oriënteer de Buis van de Zitting (5) zoals
getoond.
Maak de Knop van de Buis van de Zitting (30)
een paar draaien los. Trek vervolgens de Knop
van de Buis van de Zitting naar buiten, plaats de
Buis van de Zitting (5) in het Onderstel (1) en
laat de Knop van de Buis van de Zitting dan los
in een van de gaten van de Buis van de Zitting.
Beweeg de Buis van de Zitting naar boven of
naar beneden om te controleren of de Knop
Buis van de Zitting in een van de Buis van de
Zitting vastzit.
Maak de Knop van de Buis van de Zitting (30)
dan weer vast.
9
10
9. Terwijl een tweede persoon het Bedienings-
paneel (6) bij de Beugel van het Bedienings-
paneel (55) houdt, verbind de draadharnasr van
h
et bedieningspaneel met de Bovenste
Draadkoker (32). Sluit de draden van het bedi-
e
ningspaneel aan op de Draden van de hart-
slagsensoren (82).
Stop het overmatige draad neerwaarts in de
Staander (3).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Maak de Bedieningspaneel (6) aan de Beugel
van het Bedieningspaneel (55) vast met vier M4
x 16mm Schroeven (40).
55
40
6
32
D
raad
van het
Bediening
spaneel
3
Draden van
de hart-
slagsensoren
van het bedi-
eningspaneel
82
5
Gaten
1
30
11
13. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de fiets goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het kan zijn dat
sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer
(bedekking) niet te beschadigen.
12. Zoek naar het Rechter Pedaal (26), met een “R”
baangegeven (L of Left (links) geeft de linker-
kant aan; R of Right (rechts) voor de rechter-
kant). Met een engelse sleutel het Rechter
Pedaal tegen de klok in goed vast in de
Rechter Crankarm (54).
Draai het Linker Pedaal (niet getoond) met de
klok mee in de Linker Crankarm (niet getoond).
BELANGRIJK: Draai beide Pedalen zo goed
mogelijk vast. Draai de Pedalen nadat u de
fiets een week lang heeft gebruikt nogmaals
goed vast. Voor een optimaal gebruik moeten
de Pedalen goed vastgedraaid blijven.
Stel de beugel van het Rechter Pedaal (26) in
de gewenste stand en druk het uiteinde van de
beugel in de flap aan de zijkant van het Rechter
Pedaal.
Stel de beugel van het Linker Pedaal op
dezelfde manier bij (niet getoond).
11
12
26
54
Lipje
Beugel
11. Oriënteer het Zitting (12) en de Drager van de
Zitting (29) zoals getoond.
M
aak het Zitting (12) vast op de Drager van de
Zitting (29) met vier M8 Slotmoer (37) en vier
M
8 Gespleten Tussenringen (36).
Maak de Knop van de Aitting (11) los en schuif
de Drager van de Aitting (29) op de Buis van de
Zitting (5) tot deze stopt.
Bevestig vervolgens een M6 x 8mm
Hechtschroef (56) aan de Buis van de Zitting
(5). Stel dan de Drager van de Zitting (29) af op
de gewenste stand en draai de Knop van de
Zitting aan (11).
56
1
2
29
36
11
37
36
5
12
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
HOE DE HOOGTE VAN DE ZITTING BIJ TE
STELLEN
Voor een effectieve
oefening moet de
zitting op de juiste
hoogte staan.
Wanneer de pedalen
in de laagste stand
staan moeten uw
knieën tijdens het
fietsen wat gebogen
zijn. Om de hoogte
van de zitting af te
stellen moet u de
knop van de zitting
buis losdraaien en eraf halen. Trek dan aan de knop,
schuif de buis Zittingbuis naar boven of naar bene-
den in de gewenste positie en laat de knop los.
Beweeg de buis van de zitting naar boven of naar
beneden om te controleren of de knop van de zit-
tingbuis in een van de bijstelgaten van de buis van
de Zittingbuis vastzit. Draai de knop.
HOE DE POSITIE VAN DE ZITTING ZIJWAARTS BIJ
TE STELLEN
Om de positie van
de zitting zijwaarts
bij te stellen, draai
de knop van de zit-
ting eerst los.
Beweeg de zitting
naar voren of naar
achteren in de
gewenste positie en
draai de knop van
de zitting opnieuw
vast.
HOE DE PEDAAL GESPEN BIJ TE STELLEN
O
m de pedaal
beugels bij te stellen
moet u eerst de
uiteinden van de
beugels uit de flajes
op de pedalen
trekken. Stel de
gespen op de
gewenste stand en
steek de einden van
de beugels weer in
de lusjes.
HOE DE GEZICHTSHOEK VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL BIJ TE STELLEN
Om de gezichtshoek
van het bedien-
ingspaneel bij te
stellen moet u de
schakelhendel los
draaien, dan het
bedieningspaneel
naar de gewenste
hoek draaien, en dan
de hendel weer vast-
maken. Opmerking:
De Zwenkas werkt
als een ratel. Draai de zwenkas naar rechts, trek hem
uit de staander en draai het naar links, druk hem in de
staander en draai hem opnieuw naar rechts. Herhaal
dit proces tot de zwenkas vast zit.
Van de Zitting
Zitting
Buis van
het Zadel
Zadel
Pedaal
Beugel
Lipje
Schakel
hendel
knop
van de
Zadel
13
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever te maken. De weer-
stand van de pedalen kan, wanneer de handmatige
instelling gekozen wordt, door een druk op een toets
veranderd worden. Het bedieningspaneel zal tijdens
uw oefening constant informatie geven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door gebruik te maken van de
ingebouwde handgreep met polssensor.
Het bedieningspaneel biedt zestien trainingsoefenin-
gen. Elke oefening wijzigt automatisch de weerstand
van de pedalen en vraagt u om de pedaalsnelheid te
variëren omdat deze u begeleidt tijdens een effectieve
oefening.
U kunt ook gebruikmaken van twee calorieprogram-
ma's die u helpen bij het verbranden van 150 of 200
calorieën. De calorieënprogramma's besturen automa-
tisch de weerstand van de pedalen en vertellen u
wanneer u de trapsnelheid moet verhogen of verlagen
terwijl de calorieën die u verbrandt, worden geteld.
Bovendien heeft het bedieningspaneel twee hartsla-
goefeningen die de weerstand van de pedalen wijzi-
gen om uw hartslag in de buurt van de doelhartslagen
te houden tijdens uw oefening.
BELANGRIJK: Voordat u het bedieningspaneel
voor de eerste keer gebruikt moet u BIKE (fiets) of
ELLIPTICAL (elliptische trainer) kiezen. Als u dit
niet doet zal het bedieningspaneel niet de juiste
informatie weergeven. (Zie BEDIENINGSPANEEL-
INSTELLINGEN INVOEREN op pagina 14.)
Om naar de instellingen van het apparaat te gaan
kijkt u op pagina 15. Voor het gebruik van een train-
ingsprogramma, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik
van het calorieprogramma, kijkt u op pagina 18.
Voor gebruik van de voor de hartslagoefening, kijkt
u op pagina 19.
Opmerking: Als er een doorzichtig plastic laagje
op het bedieningspaneel ligt, dan moet u dat ver-
wijderen.
Weerstandknop
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
14
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN INVOEREN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display
o
plichten.
2. De handmatige instelling kiezen.
Met de gebruikersmodus kunt u het type product
selecteren dat het bedieningspaneel uitvoert, de
maateenheid kiezen voor een oefeningencyclus en
een achtergrondverlichtingsoptie voor het bedien-
ingspaneel kiezen.
Om de gebruikersmodus te selecteren houd u de
knop Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT]
enkele seconden ingedrukt totdat de woorden
BIKE
en
ELLIPTICAL
op de display verschijnen.
3. Selecteer BIKE of ELLIPTICAL als het product-
type.
De pijl op de display geeft het huidig gese-
lecteerde producttype weer. Om de selectie te
wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de toets Priority
Display [PRIORITY DISPLAY].
Als het bedieningspaneel een oefeningfiets
uitvoert, selecteert u BIKE als producttype. Als
het bedieningspaneel een elliptische trainer
uitvoert, selecteert u ELLIPTICAL als producttype.
Druk dan op de toets Selecteer Oefeningen om de
selectie op te slaan. The other console settings
will then appear in the display. De andere bedien-
ingspaneelinstelling zullen dan in de display.
BELANGRIJK: Indien u BIKE hebt geselecteerd
gaat u naar stap 4. Als u ELLIPTICAL hebt gese-
lecteerd gaat u naar stap 5.
4
. Als het bedieningspaneel een oefeningfiets
uitvoert, selecteert u een maateenheid.
Als het bedieningspaneel een oefeningfiets uitvo-
ert, kan het bedieningspaneel de snelheid en afs-
tand weergeven in mijlen of kilometers.
Indien u BIKE hebt geselecteerd als producttype,
verschijnen de woorden
ENGLISH
(voor Engelse
mijlen) of
METRIC
(voor metrische kilometers) op
de display om aan te geven welke maateenheid is
geselecteerd.
Om de maateenheid te veranderen draait u aan de
weerstandsknop tot de gewenste maateenheid in
de display verschijnt.
5. Selecteer indien gewenst, een achtergrondver-
lichtingsoptie.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondver-
lichting. In de “On”-stand blijft de achtergrondver-
lichting altijd aanstaan. Om de batterijen te
sparen, kunt u de “Auto”-stand kiezen. In de “Off”-
stand blijft de achtergrondverlichting uit.
Om een achtergrondverlichtingsoptie te
selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets
Priority Display tot de gewenste achtergrondver-
lichtingsoptie wordt weergegeven in de display.
6. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Selecteer Oefening om de bedi-
eningspaneelinstellingen op te slaan en de
gebruikersmodus te verlaten.
15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
G
EBRUIKEN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
K
ort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
en.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het
bedieningspaneel
aanzet, zal de
handmatige modus
worden geac-
tiveerd. Indien u
een oefening heeft
geselecteerd, dient u de handmatige modus
opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te
drukken op de toets Selecteer Oefeningen
[WORKOUT SELECT] tot het woord
MANUAL
(Handmatig) linksboven in het scherm verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Als u fietst, kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door te draaien aan de weerstandknop.
Om de mate van weerstand te verlagen, draait u
de weerstandknop naar rechts, om de mate van
weerstand te vergroten draait u de weerstandknop
naar links. Opmerking: Als u de stapsgewijze
weerstandstoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijd-
je duren voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de linker bovenhoek van de display wordt de
verlopen tijd [TIME] getoond. Opmerking: Indien u
een oefening selecteert, zal het display de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
L
inksonder op de display ziet u de afstand
[DIST.] die u hebt gefietst.
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen-
ingfiets uitvoert, zal de afstand worden
weergegeven in mijlen of kilometers. Als het bedi-
e
ningspaneel een elliptische oefening uitvoert, zal
de afstand worden weergegeven in het aantal
rotaties.
In de rechter bovenhoek van de display wordt
het aantal verbrande calorieën [CALORIES] bij
benadering weergegeven. In de rechter boven-
hoek van de display wordt ook uw hartslag
weergegeven als u de handgreep met polssensor
(raadpleeg stap 5 op pagina 16).
Opmerking: Als u een calorieprogramma hebt ges-
electeerd, telt de display tot het geschatte aantal
calorieën dat u heeft verbrand.
Rechtsonder op de display ziet u de trapsnel-
heid.
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen-
ingfiets uitvoert, zal uw trapsnelheid worden
weergegeven in mijlen of kilometers per uur MPH
of Km/H]. Als het bedieningspaneel een elliptische
oefening uitvoert, zal uw trapsnelheid worden
weergegeven in het aantal rotaties per minuut
(rpm).
In het midden van de display wordt de weer-
stand [RESISTANCE] van de pedalen enkele sec-
onden weergegeven telkens als de weerstand
wijzigt.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter for-
maat zien. Druk herhaaldelijk op de PRIORITY
DISPLAY-toets om de informatie over tijd en afs-
tand, tijd en calorieverbruik of tijd en snelheid te
zien. Druk opnieuw op de Priority Display-toets om
alle informatie te zien.
16
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Het kan zijn dat er
op de metalen
contactpunten
van de handgreep
met polssensor
e
en plastic vel zit.
Om uw hartslagfre-
quentie te meten,
houd de hand-
greep met polssen-
sor vast met uw
palmen tegen de metalen contactpunten. Zorg
ervoor dat uw handen niet bewegen en houd
de contactpunten niet te strak vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er één,
twee of drie streepjes verschijnen en dan wordt uw
hartslag weergegeven. Voor een correcte hartslag-
meting, houd de contactpunten ongeveer 15 sec-
onden vast. Opmerking: Als u de handgreep met
polssensor blijft vasthouden, dan zal uw hartslag
30 seconden op de onderste display worden
weergegeven.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
e
rvoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt
geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
Beweeg uw handen niet of houd de metalen con-
tactpunten niet te strak vast. Voor de beste werk-
ing, maak de metalen contactpunten schoon met
een zacht doek; gebruik nooit alcohol,
s
churende of chemische middelen om de con-
tactpunten schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en het bedien-
ingspaneel zal blijven stilstaan. Als de pedalen
enkele minuten niet bewegen, dan zal het bedien-
ingspaneel worden uitgeschakeld en de displays
worden gereset.
Contactpunten
17
HOE EEN SMART OEFENING TE GEBRUIKEN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
e
n.
2. Selecteer een vooraf ingesteld oefen-
programma.
Om een training-
soefening te
selecteren, drukt u
herhaaldelijk op de
toets Selecteer
Oefening [WORK-
OUT SELECT] tot
het nummer van
de gewenste oefening verschijnt in de display. De
oefeningentijd en een profiel van de weerstandsin-
stellingen van de oefening verschijnen ook in het
scherm.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
trainingsoefening staan gedrukt op het bedien-
ingspaneel.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in seg-
menten van 30 minuten. Een weerstand en tempo
instelling zijn voor iedere periode geprogram-
meerd. Opmerking: U kunt hetzelfde weerstand-
en/of doeltemponiveau programmeren voor ver-
schillende segmenten.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het
flikkerende segment geeft de weerstand van het
huidige segment aan.
Het weerstandsniveau en het doel tempo van het
tweede segment zullen wanneer het eerste seg-
ment van het programma eindigt in het midden
van de display voor een paar seconden verschij-
nen. Het profiel van het volgende segment zal
opflikkeren, en de de weerstand van de pedalen
zullen automatisch worden bijgesteld.
T
erwijl u oefent,
wordt u
aangegeven uw
loopritme zo dicht
mogelijk bij uw
doelomwentelingen
v
oor het huidige segment te houden. Als er een
opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw
ritme verhogen. Als er een neerwaarts pijltje ver-
schijnt, dan moet u uw ritme vertragen. Als er
geen pijltjes op de display verschijnen, moet u uw
ritme aanhouden.
BELANGRIJK: De doel tempo instellingen zijn
alleen als motivatie bedoeld. Uw tempo kan
langzamer zijn dat de doel tempo instellingen.
Zorg ervoor dat u op een aangenaam tempo
oefent.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door op de toetsen
drukken. BELANGRIJK: Als het huidige seg-
ment van het programma voltooid is, dan zal
de weerstand van de pedalen automatisch naar
de instellingen van het volgende segment wor-
den gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met stappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 15.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 16.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 16.
Profiel
18
EEN CALORIEPROGRAMMA GEBRUIKEN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
e
n.
2. Selecteer een calorieprogramma.
Druk herhaaldelijk
op de toets
Selecteer Oefening
tot het nummer
van het gewenste
calorieprogramma
verschijnt in de dis-
play. De oefenin-
gentijd, het aantal calorieën dat wordt verbrand en
een profiel van de weerstandsinstellingen van de
oefening verschijnen ook in het scherm.
Opgelet: Het nummer en het profiel van elk calo-
rieprogrammaoefening staan gedrukt op het bedi-
eningspaneel.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk calorieprogramma helpt u bij het verbranden
van 150 of 200 calorieën. Tijdens elke oefening
telt het bedieningspaneel het aantal calorieën dat
moet worden verbrand.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in seg-
menten van 30 minuten. One resistance level and
one target pace (rpm) are programmed for each
segment of the workout. Opgelet: U kunt hetzelfde
weerstand- en/of doeltemponiveau programmeren
voor verschillende segmenten.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Het weestandsniveau en het doel tempo van het
tweede segment zullen wanneer het eerste seg-
ment van het programma eindigt in het midden
van de display voor een paar seconden verschij-
nen. Het profiel van het volgende segment zal
opflikkeren, en de de weerstand van de pedalen
zullen automatisch worden bijgesteld.
Terwijl u oefent,
w
ordt u
aangegeven uw
loopritme zo dicht
mogelijk bij uw
doelomwentelingen
voor het huidige
s
egment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als er een neerwaarts pijltje verschijnt, dan moet u
uw ritme vertragen. Als er geen pijltjes op de dis-
play verschijnen, moet u uw ritme aanhouden.
BELANGRIJK: De doel tempo instellingen zijn
alleen als motivatie bedoeld. Uw tempo kan
langzamer zijn dat de doel tempo instellingen.
Zorg ervoor dat u op een aangenaam tempo
oefent.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door op de [Quick
Resistance] toetsen drukken. BELANGRIJK: Als
het huidige segment van het programma
voltooid is, dan zal de weerstand van de ped-
alen automatisch naar de instellingen van het
volgende segment worden gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met stappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 15.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 16.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 16.
Profiel
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk op
een toets van het bedieningspaneel of begin te
fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
en.
2. Kies een hartslagprogramma.
Druk herhaaldelijk
op de toets
Selecteer Oefening
[WORKOUT
SELECT] tot het
nummer van de
gewenste hartsla-
goefening verschi-
jnt in de display. De oefeningentijd en een profiel
van de weerstandsinstellinngen van de oefening ver-
schijnen ook in het scherm.
Opmerking: Het nummer en het profiel van elke
hartslagsoefening staan gedrukt op het bedien-
ingspaneel.
3. Toets een doelhartslagfrequentie in.
Een paar seconden nadat u een hartslagoefening
heeft geselecteerd, verschijnen de woorden stel max
doelhartslag in [ADJUST MAX HEART RATE] in, in
de display en begint het nummer 110 te knipperen.
Er zullen verschillen hartslaginstellingen worden
geprogrammeerd voor verschillende segmenten van
de hartslagoefening. Draai de weerstandsknop om
naar de gewenste maximum hartslag te gaan voor
de oefening (zie VAN INTENSITEIT OEFENINGEN
op pagina 21).
4. Houd de handsensoren vast.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet
noodzakelijk tijdens de hele duur van het program-
ma de contactpunten vasthouden; u moet echter de
contactpunten geregeld vasthouden voor een cor-
recte werking van het programma. Telkens als u de
handsensoren vasthoudt, houd dan uw handen
minstens 30 seconden op de contactpunten.
5. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in segmenten
van 30 minuten. Er wordt een doelhartslag gepro-
grammeerd voor elk segment. Opmerking: Dezelfde
doel hartslag kan worden geprogrammeerd voor
opeenvolgende onderdelen.
Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel in
de display uw vooruitgang laten zien. Het flikkerende
s
egment van het profiel stelt het huidige segment
van het programma voor. De hoogte van het
flikkerende segment geeft de doelhartslag voor het
huidige segment weer. Aan het einde van elke seg-
m
ent van de oefening, zult u een aantal tonen horen
en het volgende segment zal beginnen te flikkeren.
Het bedieningspaneel zal regelmatig uw hartslag
met de doelhartslag van de huidige onderdeel
vergelijken Als uw hartslag te ver onder of boven de
doelhartslag ligt, dan zal de weerstand van de ped-
alen automatisch verhogen of verlagen om uw hart-
slag dichter bij uw doelhartslag te brengen. Elke
keer als de weerstand wijzigt, zal het weerstand-
niveau gedurende enkele seconden in de display
verschijnen om u te alarmeren.
Tijdens de oefening
wordt u verteld om
met een gelijk-
matige snelheid te
trappen. Als er een
opwaarts pijltje op
de display verschi-
jnt, moet u uw ritme verhogen. Als er een neer-
waarts pijltje verschijnt, dan moet u uw ritme vertra-
gen. Als er geen pijltjes op de display verschijnen,
moet u uw ritme aanhouden.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u op een aange-
naam tempo oefent. Opmerking: U kunt wanneer
de weerstand van het huidige segment te hoog of te
laag ligt handmatig veranderen door op de toe- of
afname toetsen te drukken. Het kan echter zijn dat
wanneer u de weerstand verandert u niet uw na te
streven hartslag kunt behouden. Als het bedien-
ingspaneel uw hartslag met de doelhartslag
vergelijkt, dan kan de weerstand van de pedalen
automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag
dichter bij de doelhartslag te brengen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult een
pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen
te flikkeren. Om verder te gaan met de oefening,
dient u eenvoudigweg weg verder te gaan met stap-
pen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 15.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 16.
Profiel
19
20
Controleer regelmatig alle onderdelen van de fiets en
d
raai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen. Om de trainingsfiets te reinigen, gebruikt u
een vochtige doek en een klein beetje zeep gebruik
nooit alcohol, schuurmiddelen of chemische mid-
d
elen voor het reinigen van de trainingsfiets.
BELANGRIJK: Houdt vloeistoffen weg bij het bedi-
eningspaneel. Houdt het bedieningspaneel uit
direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL
Wanneer het bedieningspaneel niet goed meer oplicht
moeten de batterijen vervangen worden. De meeste
problemen ontstaan door lege batterijen. Zie mon-
tagestap 8 op pagina 9 voor het vervangen van de
batterijen. Als het bedieningspaneel niet uw hartslag
weergeeft als u de handgreep met polssensor
gebruikt, kijk dan bij stap 5 op pagina 16.
HOE DE SNELHEIDSENSOR BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft moet u de snelheidssensor bijstellen.
Verwijder de linkerpedaal en het linkerscherm om de
sensorschroef af te stellen. Verwijder vervolgens de
schroeven van de kapjes van de staander, de kapjes
van het onderstel, en het linker zijschild. Verwijder ver-
volgens alle schroeven van de linker en rechterscher-
men; er zijn drie maten schroeven in de schermen
let op welke maat schroef u verwijdert uit welk
gat. Verwijder dan voorzichtig het linkerscherm.
Vind de Snelheidfsensor (21). Draai aan de Rechter
Crankarm (54) totdat de Magneet (16) op gelijke
hoogte komt met de Snelheid Sensor. Draai de
aangegeven M4 x 16mm Schroef met Rand(61) los
maar verwijder deze niet. Schuif de Snelheidssensor
wat dichter naar of verder van de Magneet. Maak de
Schroef met Rand weer vast. Draai even aan de
Rechter Crankarm. Herhaal deze procedure totdat het
bedieningspaneel weer goede informatie aangeeft.
Wanneer de Snelheidssensor goed is bijgesteld maak
dan de linker zijschild, de kap van het zijschild en het
linker pedaal weer vast.
HOE DE BAND BIJ TE STELLEN
Als u de pedalen voelt slippen bij het fietsen, ook al
staat de weerstand op het hoogste niveau, dan moet u
waarschijnlijk de drijfriem bijstellen.
U moet ook om de band bij stellen het rechter pedaal
en het rechter zijschild losmaken. Draai met gebruik
van een spanner het rechter pedaal tegen de klok in
los en verwijder deze. Verwijder vervolgens alle
schroeven van de linker en rechterschermen; er zijn
drie maten schroeven in de schermen let op
welke maat schroef u verwijdert uit welk gat.
Verwijder dan voorzichtig het rechterscherm.
Maak eerst de M10 x 22mm Bout (45) los om de band
strakker te maken. Draai vervolgens de M8 x 38mm
Inbusschroef (69) vast totdat de band strak staat.
Draai dan de M10 x 22mm Bout weer vast. Bevestig
het rechterscherm en de rechterpedaal weer.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
16
21
61
5
4
45
69
21
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszoneʼ.
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam
koolhydraatcalorieën
voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen
vetcalorieën
voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo-
ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening–houd niet
uw adem in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
V
oordat u begint met dit of een ander oefe-
ningenprogramma, dient u een arts te consul-
teren. Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
22
11Onderstel
21Voorste Stabilisator
31Staander
4
1 Linkerkap
51Buis van de Zitting
61Bedieningspaneel
71Vliegwiel
81Weerstandsmotor
94M4 x 12mm Schroef
10 1 Weerstandsarm
11 1 Knop van de Zitting
12 1 Zitting
13 1 Katrol/crank
14 1 Achterste Stabilisator
15 2 Transportwiel
16 2 Magneet
17 1 Linkerscherm
18 1 Rechterscherm
19 1 Beugel van de weerstandmotor
20 1 Buis van de Zittingbuis
21 1 Snelheidssensor/-draad
22 2 Klem
23 1 Riem
24 1 Linker Pedaal/-Beugel
25 2 Lager van het vliegwiel
26 1 Rechter Pedaal/-Beugel
27 2 Crankpakking
28 1 Spanrol
29 1 Drager van de Zitting
30 1 Knop van de Zittingbuis
31 1 Onderste Draadkoker
32 1 Bovenste Draadkoker
33 2 M10 x 54mm Schroef met Ronde
Kop
34 4 M10 Veerring
35 4 M8 x 20mm Nylon Schroef
36 8 M8 Gespleten Tussenring
37 7 M8 Slotmoer
38 2 M8 x 25mm Schouderhecht-schroef
39 2 M4 x 64mm Schroef
40 14 M4 x 16mm Schroef
41 1 M4 x 30mm Schroef
42 1 Vliegwielas
43 1 Handvatkap
44 1 Lange C-magneet tussenstuk
45 1 M10 x 22mm Bout
46 1 Houder van C Magneet
47 1 Handvat
48 1 Kap van de Linker Handvat
4
9 1 Kap van de Rechter Handvat
50 2 M8 x 25mm Nylon Schroef
51 2 Armhendel Kapje
52 1 M10 Slotmoer
53 1 Linker Crankarm
54 1 Rechter Crankarm
55 1 Beugel van het Bedieningspaneel
56 2 M6 x 8mm Hechtschroef
57 1 Korte C-magneet tussenstuk
58 4 V-clip
59 1 M10 x 82mm Schouderbout
60 1 Weerstandswiel
61 7 M4 x 16mm Schroef met Rand
62 1 M3,5 x 12mm Schroef
63 2 Stelroct
64 1 M4 x 5mm Schroef
65 4 M3,8 x 20mm Schroef met Ronde
Kop
66 2 M8 Tussenring
67 2 M10 x 78mm Schroef met Ronde
Kop
68 1 M4 x 16mm Heldere schroef
69 1 M8 x 38mm Inbusschroef
70 4 M4 Slotmoer
71 3 M8 x 20mm Schroef met platte kop
72 1 Zwenkashendel
73 1 Plaat van de zitting
74 4 Contact
75 1 Swenkasklem
76 1 Draadklem
77 1 Rechterkap
78 2 Crankkap
79 2 Flensschroef
80 1 Borgring
81 4 #3 x 8mm Schroef
82 2 Draad van de hartslagsensor
83 4 M4 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
84 4 M4 x 30mm Schroef met Ronde
Kop
85 2 M8 Plat tussenstuk
*–Gebruiksaanwijzing
*–Montage-gereedschap
Opmerking: Specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEX74108.0 R1008A
Nr. Aant Beschrijving Nr. Aant Beschrijving
23
2
1
5
3
4
77
6
10
30
13
14
16
20
21
22
23
24
26
31
32
33
36
37
61
28
38
42
44
45
46
52
29
35
35
36
15
40
47
50
51
37
48
53
7
8
12
27
15
25
25
11
34
34
36
36
36
36
36
37
38
49
50
54
55
56
57
59
60
62
40
40
63
63
64
72
65
75
74
43
58
40
39
17
18
39
40
40
40
40
41
73
71
66
66
61
22
68
40
40
69
19
61
9
70
61
76
37
67
34
16
74
65
83
83
84
27
81
81
81
81
51
78
79
78
79
80
82
84
37
85
85
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PFEVEX74108.0 R1008A
Onderdeel Nr. 269429 R1008A Gedrukt in China © 2008 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende
informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ProForm 380 ZLX - PFEVEX74108 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor