Nice Automation XBAR de handleiding

Type
de handleiding
Automatic barrier
X-BAR
EN - Instructions and warnings for installation and use
IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso
FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation
ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso
DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise
PL -Instrukcjeiostrzeżeniadoinstalacjiiużytkowania
NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik
RU - Инструкции и важная информация для технических специалистов
XII
51
Open
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Stop
Set
Close
Fuse 1AT
Open
Stop
Set
Close
49
F2
F1
50
48
Open
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Stop
Set
Close
Fuse 1AT
52
NL
Nederlands – 1
Inhoudsopgave
AFBEELDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - XII
Hoofdstuk1-ALGEMENEAANBEVELINGENENVOORZORGSMAAT-
REGELEN
1.1 - Aanbevelingen voor de veiligheid ............................. 1
1.2 - Aanbevelingen voor de installatie ............................. 1
1.3-BzondereaanbevelingentenaanzienvandeEuropeseRichtlnen
dievantoepassingznophetproduct ............................. 1
 1.3.1-Installatiecriteriaenbzondereaanbevelingentenaanzienvande
fundamentele vereisten ......................................... 2
Hoofdstuk2–BESCHRVINGVANHETPRODUCTEN
GEBRUIKSBESTEMMING ..................................... 3
Hoofdstuk3-INSTALLATIE
3.1 - Controles voorafgaand aan de installatie ....................... 3
3.2 - Gebruikslimieten van het product ............................. 3
3.2.1 - Duur van het product ................................... 3
3.3 - Typische installatie ........................................ 3
3.4 - Bevestiging van de barrière ................................. 4
3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is ........... 4
3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is .......... 4
3.5 - Installatie slagboom ....................................... 4
3.5.1 - Assemblage van de steun voor de slagboom ................. 4
3.5.2 - Assemblage van de slagboom ............................ 4
3.6 - Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor ..... 4
3.7 - Instelling van de mechanische eindstops ....................... 4
3.8 - Balancering van de slagboom ............................... 4
Hoofdstuk4-ELEKTRISCHEAANSLUITINGEN
4.1-Beschrvingvandeelektrischeaansluitingen .................... 5
4.2 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen .............. 5
4.3 - Vooringestelde functies .................................... 5
4.4-Zeleringvandemetaangesloteninrichtingen ................... 5
4.5-Zeleringvandeopenings-ensluitposities ...................... 5
4.6 - Controle van de beweging van de slagboom .................... 6
4.7 - Aansluiting van een radio-ontvanger ........................... 6
4.8 - Aansluiting slagboomlichten (optioneel accessoire) ................ 6
4.9 - Aansluiting van andere inrichtingen ............................ 6
4.9.1 - Programmeereenheid Oview ............................. 6
 4.9.2-Bufferbattermod.PS124(accessoire). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.9.3 - Systeem Solemyo (voeding via zonne-energie) ................ 6
Hoofdstuk5-EINDTESTENINBEDRFSTELLING
5.1 - Eindtest ................................................ 6
5.2-Inbedrfstelling ........................................... 7
Hoofdstuk6-PROGRAMMERINGVANDEBESTURINGSEENHEID
6.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF) ........................ 7
6.2 - Programmering tweede niveau (instelbare parameters) ............. 8
 6.2.1-Programmeervoorbeelden:eersteniveauentweedeniveau ..... 10
Hoofdstuk7-WATTEDOENALS...
(handleidingvoorhetoplossenvanproblemen) ..................10
Hoofdstuk8-AANVULLENDEINFORMATIE
8.1 - Volledig wissen van het geheugen van de besturingseenheid ....... 11
8.2 - Overige functies ......................................... 11
8.3-Toevoegenofverwderenvaninrichtingen ..................... 12
8.3.1 - Ingang Bluebus ...................................... 12
8.3.2 - Fotocellen .......................................... 12
 8.3.3-DigitalecodeschakelaarMOTBenProximitylezervoor
transponder cards MOMB .................................... 13
8.3.4 - Ingang STOP ........................................ 13
8.4 - Diagnostiek ............................................ 13
8.4.1 - Signaleringen van de besturingseenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8.4.2 - Signaleringen van het knipperlicht ........................ 14
AFDANKENVANHETPRODUCT .............................. 15
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT .................. 15
Verklaringvanovereenstemming:blageI
(blagedieuitgekniptkanworden) ............................... 16
Gebruikshandleiding(blagedieuitgekniptkanworden) ............. 17
Onderhoudsplan (blagedieuitgekniptkanworden) ................. 19
NEDERLANDS
1.1-Aanbevelingenvoordeveiligheid
•LETOP!–Dezehandleidingbevatbelangrkeaanwzingenvoorde
veiligheidvandebetrokkenpersonen.Een onjuiste installatie kan ernstig
letsel veroorzaken. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen dient u de
handleidinghelemaaldoortelezen.Ingevalvantwfel,hetproductnietinstal-
leren en opheldering vragen aan de klantenservice van Nice.
•LETOP!–Belangrijkeaanwijzingen:bewaardezehandleidingvoor
eventueleonderhoudswerkzaamhedenofdeverwerkingalsafvalvan
hetafgedankteproduct.
1.2-Aanbevelingenvoordeinstallatie
•Voordatumetdeinstallatiebegint,dientutecontrolerenofditproduct
ge schikt is voor het automatiseren van uw zonwering (zie paragraaf 3.1 en
3.2). Als het product niet geschikt is, dient u het NIET te installeren.
•Deinhoudvandezehandleidingheeftbetrekkingopeentypischeinstallatie
zoals beschreven in afb. 1.
 Geziendegevaarlkesituatiesdiezichgedurendedeinstallatieenhetgebruik
vanhetproductkunnenvoordoen,ishetnoodzakelkdeautomatiseringte
installerenmetinachtnemingvandevolgendeaanbevelingen:
- In het voedingsnet van de installatie dient een afkoppelingsinrichting te wor-
den geïnstalleerd met een openingsafstand tussen de contacten die een vol-
ledige afkoppeling toelaat in de condities die worden voorgeschreven door
de overspanningscategorie III.
- Alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden met
van de elektrische voeding losgekoppelde automatisering. Indien de inrich-
ting voor afkoppeling van de voeding niet zichtbaar is vanaf de plaats waar
de automatisering is geïnstalleerd, dient voor het begin van het werk een bord
met het opschrift “LET OP! BEZIG MET ONDERHOUD” op de afkoppelingsin-
richting te worden bevestigd.
- Het product moet worden aangesloten op een elektrische voedingsleiding
die correct geaard is.
- Behandel de automatisering gedurende de installatie voorzichtig en voorkom
samendrukking,stoten,valpartenofcontactmetvloeistoffenvanwelkesoort
dan ook. Plaats het product niet in de buurt van warmtebronnen en stel het niet
blootaanopenvuur.Eendergelkehandelswzekanhetproductbeschadigen
enstoringenofgevaarlkesituatiesveroorzaken.Alsditgebeurt,deinstallatie
onmiddellkonderbrekenencontactopnemenmetdeklantenservicevanNice.
 -Voergeenwzigingenuitoponderdelenvanhetproduct.Niet-toegestane
handelingen zullen slechts storingen in de werking veroorzaken. De fabrikant
aanvaardtgeenaansprakelkheidvoorschadediehetgevolgisvanopwil-
lekeurigewzegewzigdeinrichtingen.
- Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (inclusief
kinderen)wierfysieke,zintuiglkeofmentalevermogensbeperktznofdie
nietovergenoegervaringofkennisbeschikken,tenzdezepersonenonder
toezichtstaanvaneenpersoondievoorhunveiligheidverantwoordelkisof
instructies hebben ontvangen over het gebruik van het product.
- Het product kan niet beschouwd worden als een doeltreffend systeem voor
beveiliging tegen inbraak. Als u uw woning doeltreffend wilt beveiligen, dient de
automatisering te worden aangevuld met andere inrichtingen.
- Laat kinderen niet met de vaste bedieningsinrichtingen spelen. Houd de
bedieningsinrichtingen (afstandsbedieningen) buiten bereik van kinderen.
 -X-Barmagnietgebruiktwordenvoordatdeinbedrfstellingheeftplaatsge-
vondenzoalsdatinhoofdstuk5“Eindtesteninbedrfstelling”isaangegeven.
- De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van het product moet vol-
gensdeplaatselkgeldenderegelsplaatsvinden.
1.3- BzondereaanbevelingentenaanzienvandeEuropese
Richtlnendievantoepassingznophetproduct
•Richtln“Constructieproducten”:
 BzondereaanbevelingenvoorditproducttenaanzienvandeRichtln“Con-
structieproducten”89/106/EEGendaaropvolgendewziging93/68/EEG:
- De complete installatie van dit product, zoals beschreven in deze instruc-
tiehandleidingenvoorbepaaldesoortengebruik(bvoorbeelduitgezonderd
het gebruik uitsluitend voor voertuigen), kunnen het product binnen het toe-
passingsgebiedvandeRichtln“Constructieproducten”89/106/EEGende
betreffende geharmoniseerde norm EN 13241-1 laten vallen.
-Inparagraaf1.3.1znalleinstallatiecriteriabeschrevenwaaraanvoldaan
moet worden opdat het product voldoet aan de fundamentele vereisten van
derichtln89/106/EEG;degenediedeinstallatieuitvoertdientzichervante
verzekerendataldezecriteriastriktinachtzngenomen.
- Indien X-Bar geïnstalleerd en gebruikt wordt zonder dat aan één of meer van
dezecriteriawordtvoldaan,ishetmogelkdatdefundamentelevereistenniet
gegarandeerd worden. Indergelkesituatiesishetverbodenhetproduct
tegebruikenvoordatdegenediedeinstallatieuitvoertnietgecontro-
leerdheeftofwordtvoldaanaandedoorderichtlnvoorzienever-
eisten; in dit geval dient het etiket “ES13241-1.4870” dat op het product zit
onmiddellktewordenverwderdenkande“EG-verklaringvanovereenstem-
ming”vanblageIindezehandleidingnietgebruiktworden.Deconsequentie
isdatdegenediedeinstallatieuitvoertopznbeurtdefabrikantvanhetpro-
duct“automatischebarrière”wordtendebepalingenvandeRichtln“Con-
structieproducten” 89/106/EEG en de betreffende geharmoniseerde norm EN
13241-1 in acht dient te nemen. In dit geval moet X-Bar beschouwd worden als
“machinecomponent”enmagde“Verklaringvanovereenstemming”vanblage
II worden gebruikt (om te worden opgenomen in de technische documentatie).
•Richtln“Machines”:
 -Inparagraaf1.3.1znalleinstallatiecriteriabeschrevenwaaraanvoldaanmoet
ALGEMENE AANBEVELINGEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN
1
NL
2 – Nederlands
worden opdat het product voldoet aan de fundamentele vereisten van de Richt-
lnMachines2006/42/EG(ex98/37/EG).Degenediedeinstallatieuitvoertdient
zichervanteverzekerendataldezecriteriastriktinachtzngenomen.
- Indien X-Bar geïnstalleerd en gebruikt wordt zonder dat aan één of meer van
dezecriteriawordtvoldaan,ishetmogelkdatdefundamentelevereistenniet
gegarandeerd worden. Indergelkesituatiesishetverbodenhetproduct
tegebruikenvoordatdegenediedeinstallatieuitvoertnietgecontro-
leerdheeftofwordtvoldaanaandedoorderichtlnvoorzienevereis-
ten;inditgevalkande“EG-verklaringvanovereenstemming:blageI”niet
gebruikt worden. De consequentie is dat degene die de installatie uitvoert op
znbeurtdefabrikantvanhetproduct“automatischebarrière”wordtende
bepalingenvandeRichtlnMachines2006/42/EGinachtdienttenemen.De
fabrikantdienteenrisico-analyseuittevoeren,dezebevatookdelstvande
fundamenteleveiligheidsvereistendieznbeschreven“indeblageIvande
RichtlnMachines”,metvermeldingvandeoplossingendiewerdentoegepast.
Wmakenueropattentdatderisico-analyseéénvandedocumentenisdie
deel uit maken van het “technisch dossier” van de automatisering. De risico-
analyse dient te worden ingevuld door een professionele installateur en de
“Verklaringvanovereenstemming”vanblageIIkangebruiktwordenenmoet
worden ingevuld door degene die de installatie van de X-Bar uitvoert.
Bzondereaanbevelingentenaanzienvandegebruiksgeschiktheidvanditpro-
ductmetbetrekkingtotdeRichtln“Machines”2006/42/EG;moeteninaan-
merking worden genomen in het geval de installateur de fabrikant van het pro-
duct wordt. X-Bar wordt op de markt gebracht als een “niet-voltooide machine”
en is er dus voor gemaakt om in een machine ingebouwd te worden of met
andere machines geassembleerd te worden teneinde “een machine” op grond
vandeRichtln2006/42/EGtevormen,alleenincombinatiemetandereonder-
delenenopdemanierendieindezeinstructiehandleidingbeschrevenzn.W
attenderenueropdathetopgrondvandeRichtln2006/42/EGnietgeoorloofd
isditproductinbedrftestellenzolangdefabrikantvandemachinewaarindit
productwordtopgenomen,dezenietheeftgeïdenticeerdenconformaande
Richtln2006/42/EGheeftverklaard.
•Richtln“Laagspanning”:
 Bzondereaanbevelingentenaanzienvandegebruiksgeschiktheidvandit
productmetbetrekkingtotdeRichtln“Laagspanning”2006/95/EEG.
 DitproductvoldoetaandeeisenvandeRichtln“Laagspanning”indienhet
gebruiktwordtvoordetoepassingenindeconguratiedievoorzienznin
deze instructiehandleiding en in combinatie met de artikelen uit de product-
catalogusvanNiceS.p.a.Hetzoukunnenzndaternietaandezeeisenvol-
daanwordtalshetproductgebruiktwordtineenconguratieofmetandere
productendienietvoorzienzn;hetisverbodenhetproductindezesituaties
te gebruiken zolang degene die de installatie verricht niet heeft gecontroleerd
ofzeaandeindeRichtlngesteldeeisenvoldoen.
•Richtln“Elektromagnetischecompatibiliteit”:
 Bzondereaanbevelingentenaanzienvandegebruiksgeschiktheidvandit
productmetbetrekkingtotdeRichtln“Elektromagnetischecompatibiliteit”
2004/108/EEG.
Dit product is onderworpen aan tests met betrekking tot de elektromagneti-
schecompatibiliteitindemeestkritiekegebruikssituaties,indeconguraties
dieindezeinstructiehandleidingvoorzienznenincombinatiemetartikelen
uit de productcatalogus van Nice S.p.a.
 Hetzoukunnenzndatdeelektromagnetischecompatibiliteitnietgegaran-
deerdis,alshetproductgebruiktwordtinconguratiesofmetanderepro-
ductendienietvoorzienzn;hetisverbodenhetproductindezesituatieste
gebruiken zolang degene, die de installatie verricht, niet heeft gecontroleerd
ofaandeindeRichtlngesteldeeisenwordtvoldaan.
1.3.1- Installatiecriteriaenbzondereaanbevelingentenaanzienvan
defundamentelevereisten
Dit product voldoet, indien correct geïnstalleerd, aan de fundamentele vereisten
zoalsvoorziendoordeEuropeseRichtlnmetbetrekkingtot“Constructiepro-
ducten” 89/106/EEG zoals voorgeschreven door de geharmoniseerde norm
vEN 13241-1, zoals vermeld in Tabel A;endoordeEuropeseRichtln“Machi-
nes” 2006/42/EG.
Letop!–MochtX-Baruitsluitendbestemdznvoorhetdoorlatenvanautover-
keer,danzouhwordenuitgeslotenvanhettoepassingsgebiedvanEN13241-
1; in dit geval is inachtneming van enkele van de in Tabel A vermelde vereis-
tenmogelknietverplicht.Hetverkeerkanbeschouwdwordenals“uitsluitend
autoverkeer”wanneervoordeanderesoortenverkeer(bvoorbeeldvoetgan-
gers)ereenuitdrukkelkverbodgeldt,datbvoorbeelddoorspecialeborden
wordt aangegeven en als er voor eventuele andere soorten verkeer hiervoor in
deonmiddellkenabheidvandebarrièreeenadequateruimtevooris.
•Uitstootvangevaarlkestoffen:
Hetproductbevatgeenen/ofstootgeengevaarlkestoffenuitinovereenstem-
mingmetdevoorschriftenvandenormEN13241-1,punt4.2.9envolgensdelst
vangevaarlkestoffenopdeinternetsitevandeEuropeseGemeenschap*:
http://
europa.eu.int/comm/enterprise/construction/internal/dangsub/dangmain_en.htm
(*)Lastupdate:17/03/2003
Bzondereaanbevelingomtegaranderendatblvendaandevereiste
wordtvoldaan – Het is van fundamenteel belang dat ook de andere in de
installatiegebruiktematerialen,bvoorbeeldelektriciteitskabels,aandezever-
eiste voldoen.
•Weerstandtegenwindbelasting
In Tabel Bisdeweerstandvandebgeleverdestangtegendedifferentieeldruk
van de wind vermeld. De tests werden uitgevoerd met de stang met stootpro-
el,bandereaccessoireskanhetblootgesteldeoppervlakgroterzn,waar-
door de weerstand tegen windbelasting afneemt.
•Veiligeopeningvoordeurenmetverticalebeweging
Het product veroorzaakt geen ongecontroleerde bewegingen en de slagboom
kannietvalleningevalvanstoringvaneenafzonderlkecomponentvanhet
ophanging- of balanceringsysteem (veren). Bijzondere aanbeveling om te
garanderendatblvendaandevereistenwordtvoldaan:
-Volgbdeinstallatiealleindehoofdstukken“3 - Installatie” en “5 - Eindtest
eninbedrfstelling”beschrevenaanwzingenzorgvuldigop.
-Verzekeruervandatereenonderhoudsplanwordtopgesteld(bvoorbeeld
door gebruik van een “Onderhoudslampje” dat wordt aangesloten op de uitgang
FLASH,gekoppeldaandebetreffendefunctie-zieTabel7);waarindeaanw-
zingen uit het hoofdstuk “Onderhoudsplan” zorgvuldig worden opgevolgd.
•Mechanischeweerstandenstabiliteit
Hetproductwerdzodanigontworpenengeconstrueerdendatbhetnormale
gebruikdeuitgeoefendekrachten,destotenendenormalesltagehetproduct
niet beschadigen en de mechanische prestaties ervan niet aantasten.
Waarschuwing:ziedeaanwzingenvoordevereisten“Veiligeopeningvoor
deuren met verticale beweging”.
•Manoeuvreerkrachtenvoorgemotoriseerdesluitingen
Dekrachtendiebbedrfwordenuitgeoefenddoordeslagboomworden,om
gevaar voor beknelling te voorkomen, op één van de volgende drie methodes
afgeschermd:
1 Voordewerkingmet“bedieningzonderautomatischeblokkering”
(persoonaanwezig):zoalsgespeciceerdinEN12453:2000,punt5.1.1.4.In
dit geval moet de bedieningsknop in het zicht van de automatisering geplaatst
worden en, indien dit een openbare ruimte is, worden beschermd zodat onbe-
voegdenhemnietkunnengebruiken,bvoorbeeldmeteensleutelschakelaar.
2 Voorde“semi-automatische”werking: via de beperking van de krachten
zoalsgespeciceerdinEN12453:2000,punten5.1.1.5en5.1.3.
3 Voorde“automatische”werking: via de beperking van de krachten zoals
gespeciceerdinEN12453:2000,punten5.1.1.5en5.1.3;inditgevalishetver-
plicht minstens één koppel fotocellen te installeren zoals aangegeven op afb. 1.
Specialeaanwzingenvoorde“semi-automatische”en“automatische”
werking: de typeproeven voor de controle van de doeltreffendheid van de be perking
van de krachten werden uitgevoerd met de regelaar van de kracht ingesteld op de
maximumwaarde(Kracht=8)endesnelheidsinstellingophetmaximum(Snelheid
=5(100%));metvolgensdeinstructiesgemonteerdeslagboom,endeslagboom
voorzienvan“stootproel”bovenenonderdeslagboomenmethetaccessoire
“signaleringslichten”XBA4inhetbovenstestootproelgemonteerd.
Bzondereaanbevelingomtegaranderendatblvendaandevereiste
wordtvoldaan:ziedeaanwzingenvoordevereiste“Veiligeopeningvoor
deuren met verticale beweging”.
TABELA-FundamentelevereistenvoordeCE-markering (volgenshetprospectZA.1vandenormEN13241-1)
Basiskenmerken Puntvandenorm Resultaat
Waterbestendigheid 4.4.2 NPD*
Uitstootvangevaarlkestoffen 4.2.9 Conform
Weerstand tegen windbelasting 4.4.3 Conform
Thermische weerstand 4.4.5 NPD*
Luchtdoorlaatbaarheid 4.4.6 NPD*
Veilige opening voor deuren met verticale beweging 4.2.8 Conform
Denitievandegeometrievandeglazencomponenten 4.2.5 NPD*
Mechanische weerstand en stabiliteit 4.2.3 Conform
Manoeuvreerkrachten voor gemotoriseerde sluitingen 4.3.3 Conform
Duurzaamheid van de waterbestendigheid, de thermische weerstand en de luchtdoorlaatbaarheid 4.4.7 NPD*
* NPD=Niet-verklaardeprestatie,wanneerhetproductdezeprestatienietbiedt,bvoorbeeld“Luchtdoorlaatbaarheid”,ofwanneerdevereistenietvantoepassingis,bvoorbeeld
“Denitievandegeometrievandeglazencomponenten”.
TABEL B
Typeslagboom KlassevolgensEN12424 Maximalewindsnelheid Fenomeentypevolgens
schaalvanBeaufort
Bgeleverdeslagboom,volgens 5(>1000Pa) 389m/s(108km/h) Orkaan
de instructies geassembleerd
NL
Nederlands – 3
tests.Aangezienheteenschattingbetreft,kandezewaardegeenenkeleexpli-
ciete garantie bieden voor de effectieve levensduur van het product.
VoorbeeldvanberekeningvandelevensduurvandewegbarrièreX-Bar(zie
Tabel2enGraek1):
X-BarmetlichtenXBA4(zwaarte-indexvan15%)-Aanwezigheidziltelucht(zwaar-
te-indexvan10%):totalezwaarte-index=25%
Degeschatteduurbedraagtongeveer240.000manoeurvreercycli.
3.3 - Typische installatie
Op afb. 3zietudecomponentendieaanwezigznindeproductverpakking:
[a] - wegbarrière met ingebouwde besturingseenheid
[b] - steun slagboom
[c]-stootproel(6stuks)
[d] - dop voor slagboom
[e]-3aluminiumslagboomproelen(van1mhetstuk)
[f] - 4 verbindingsbeugels voor slagboom
[g] - 2 draagbeugels voor slagboom
[h] - 4 verbindingsstukken voor stootrubber
[i] - metalen bevestigingsonderdelen (schroeven, ringen, etc. sleutels voor de
handmatige ontgrendeling en vergrendeling van de slagboom)
[l] - 2 verbindingsstukken voor slagboom
Op afb. 1
ziet u een voorbeeld van een automatiseringsinstallatie die gerea-
liseerd is met onderdelen van Nice.Bepaalbbenaderingdeplaatswaarop
elkonderdeelvandeinstallatiegeïnstalleerdzalworden,ziehetgebruikelke
standaardschema van afb. 1.
LETOP!–Overhetalgemeendientudeuiteinden vandebuizen
voorhetdoorvoerenvandeelektriciteitskabelsdichtbdepuntente
plaatsenwaardeverschillendeinrichtingenbevestigdzullenworden.
Opmerking: het doel van de buizen is de elektrische kabels te beschermen en
breuk,bvoorbeelddoorstoten,tevoorkomen.
Dewegbarrièrewerdindefabriekingesteldomdesluitmanoeuvrenaar
linksuittevoeren;hetisbelangrkomindezefasetebeslissenofdesluit-
richting van de slagboom andersom moet worden ingesteld.
Als het nodig is dat de slagboom naar rechts sluit,dientualsvolgtte
werktegaan:
01. Draai de 2 bevestigingsschroeven van de deur van de kast los, afb. 4;
02. Verwderdebalansveerdoorhemlostemakenvandebalanshendel(afb.
5 - fase A, B, C, D);
03. Draai de bout los die de balansveer ondersteunt (afb. 6 - A);
04. Ontgrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6 - afb. 6 - B);
05. Draai de balanshendel 90° (afb. 6 - C - maak hiervoor eventueel gebruik
van een rubberen hamer);
06. Schroef de bout die de balansveer ondersteunt met kracht vast (afb. 7);
07. Bevestig de balansveer in de juiste positie (afb. 8 - A, B);
08. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6);
09. Activeer op de besturingseenheid (ON) de functie “Draairichting motor
3.1-Controlesvoorafgaandaandeinstallatie
Voordat u gaat installeren dient u te controleren of de onderdelen van het pro-
ductintactzn,hetgekozenmodeladequaatisendeofdeplaatsvaninstal-
latiegeschiktis:
•Vergewisuervandatalhettegebruikenmateriaalinoptimalestaatisen
geschikt is voor het voorziene gebruik.
•Controleerofhetmogelkisallegebruikslimietenvanhetproductinachtte
nemen (zie paragraaf 3.2).
•Controleerofdevoordeinstallatiegekozenruimtecompatibelismetde
totaalafmetingen van het product (afb. 2).
•Controleerofhetvoordeinstallatievandebarrièregekozenoppervlakteste-
vig is en een stabiele bevestiging kan verzekeren.
•Controleeroferopdeplaatsvanbevestiginggeenkansopwateroverlast
bestaat; eventueel dient u de barrière verhoogd van de grond te plaatsen.
•Controleerofergenoeg ruimteronddebarrièreisomdehandmatige
manoeuvresgemakkelkenveiliguittekunnenvoeren.
•Controleeroferzichlangshetbewegingstrajectvandeslagboomgeenobsta-
kels bevinden die de openings- en sluitmanoeuvres kunnen belemmeren.
•Controleerofelkvandeteinstallereninrichtingenwordtopgesteldopeen
beschutte plek, beschermd tegen stoten.
3.2-Gebruikslimietenvanhetproduct
Controleer, alvorens tot installatie van het product over te gaan, of alle in het
hoofdstuk “Technische gegevens van het product” vermelde waarden en de
in Tabel 1 vermeldemaximumfrequentievandecyclicompatibelznmethet
voorziene gebruik.
Controleer of de geschatte duur (zie paragraaf 3.2.1) compatibel is met het
voorziene gebruik.
–Controleerofhetmogelkisalleindezehandleidingvermeldebeperkingen,
condities en aanbevelingen in acht te nemen.
3.2.1 - Duurvanhetproduct
De duur is de gemiddelde economische levensduur van het product. Deze waar-
dewordtsterkbeïnvloeddoordezwaarte-indexvandemanoeuvres:datwilzeg-
gendesomvanallefactorendiebdragenaanhetsltageproces,zieTabel 2.
Om een schatting te maken van de duur van uw automatisering, gaat u als
volgttewerk:
01. Tel de waarden van de punten in Tabel 2 met betrekking tot de in de instal-
latieaanwezigeconditiesbelkaarop;
02. Trek in de Graek1eenverticalelnvandezojuistgevondenwaardetot
aanhetsnpuntmetdekromme;vanafditpunttrektueenhorizontaleln
totdatudelnvande“manoevreercycli”kruist.Dezogevondenwaardeis
de geschatte duur van uw product.
Deindegraekaangegevenwaardenvoordeduurwordenuitsluitendver-
kregenbstrikteinachtnemingvanhetonderhoudsplan,ziehethoofdstuk
“Onderhoudsplan”. De schatting van de levensduur wordt gemaakt op grond
van ontwerpberekeningen en de resultaten van op de prototypes uitgevoerde
INSTALLATIE
3
X-Bar is een elektronische wegbarrière met slagboom voor gebruik in woonom-
gevingen; controleert de opening en sluiting van een voertuigdoorgang met een
breedtevanmaximaal3meter.
LETOP!–Iedergebruikdatafwktvanhetgeenhierbeschrevenisenin
andereomgevingsconditiesdanindezehandleidingznvermelddient
alsoneigenlkendusalsverbodentewordenbeschouwd!
X-Bar is een elektromechanische reductiemotor met 24 V motor, met ingebouwd
knipperlicht en elektronisch eindaanslagsysteem. De besturingseenheid biedt de
mogelkheidtotaansluitingopinrichtingenvanhetsysteemOperavanNiceen
op het systeem voor voeding via zonne-energie“Solemyo” (zie paragraaf 4.9.3).
X-Bar werkt op elektrische stroom en in het geval de stroom uitvalt door een
elektrischestoringishetmogelkdeslagboomhandmatigteontgrendelenen
verplaatsen.Alsalternatiefishetmogelkgebruiktemakenvandebufferbat-
termodelPS124(optioneelaccessoire-zieparagraaf4.9.2),dieervoorgarant
staat dat de automatisering in de eerste uren van een stroomuitval nog een
aantal manoeuvres kan uitvoeren. Om deze periode of het aantal manoeuvres te
vergroten, is het goed om de functie Stand by te activeren (zie tabel 6).
X-Barheeftookeenaansluitmogelkheidvoorhetinstallerenvanslagboomlich-
ten, mod. XBA4 (accessoire - zie paragraaf 4.8).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN
GEBRUIKSBESTEMMING
2
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
GRAFIEK1
Zwaarte-index(%)
manoeuvreercycli
Typologie
X-Bar met slagboom,
zonder accessoires
X-Bar met slagboom
en lichten mod. XBA4
Snelheid
snelheid
V5
V4
Maximum aantal
cycli/uur
100
80
Maximum aantal
cycli
naelkaar
50
40
TABEL 1
Zwaarte-
index
Slagboommetlichtenmod.XBA4 15%
Omgevingstemperatuurhogerdan40°Coflagerdan0°C 15%
Aanwezigheidstofofzand 10%
Aanwezigheidziltelucht 10%
OnderbrekingmanoeuvredoorFoto>10% 15%
OnderbrekingmanoeuvredoorAlt>10% 25%
Krachtvan5of6 10%
Krachtvan7of8 10%
SnelheidV3enV4 5%
SnelheidV5 20%
TABEL 2
NL
4 – Nederlands
(zie hoofdstuk 6 - Tabel 6).
Voorhetpreparerenvandeelektriciteitskabelsdienodigznvooruwinstallatie
3.4-Bevestigingvandebarrière
3.4.1 - Als er een bestaandinstallatie-oppervlakaanwezigis
[]Hetinstallatie-oppervlakmoetperfectrechtengladzn.Alshetopper-
vlak van cement is, dient dit een dikte van tenminste 0,15 m te hebben en op
adequatewzeteznverstevigdmetzerenkooien.Hetcementvolumemoet
groterzndan0,2m
3
(een dikte van 0,25 m komt overeen met 0,8 m2; d.w.z.
gelkaaneenvierkantebasisvanongeveer0,9mperzde).
Debevestigingophetcementkangebeurenmetde4expansieverankeringen,
voorzienvan12MAschroeven,diebestandzntegeneentrekbelastingvan
tenminste 400 kg. Als het installatie-oppervlak van een ander materiaal is, dient
de consistentie ervan te worden beoordeeld en dient u na te gaan of de 4
verankeringspuntenbestandzntegeneenbelastingvantenminste1000kg.
Gebruik voor de bevestiging 12 MA schroeven.
Gaalsvolgttewerk:
01. Open de kast van de barrière (afb. 4);
02. Plaats de barrière op het installatie-oppervlak en teken de punten af waar
de sleuven zullen worden bevestigd (afb. 9);
03. Verplaats de barrière en boor gaten op de afgetekende punten; installeer
vervolgens4expansieverankeringen,dezewordennietbgeleverd(afb. 10);
04. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor
bestemdemoerenenringen,dezewordennietbgeleverd(afb. 11 - A, B).
3.4.2 - Als er geen bestaandinstallatie-oppervlakaanwezigis
01. Graaf een gat voor de funderingsplaat (optioneel accessoire). Zie voor de
afmetingenvanhetfunderingsgatdeaanwzingenonderpunt[] van
paragraaf 3.4.1.
02. Leg de goten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels;
03. Bevestig de 4 ankers op de funderingsplaat en plaats op elk ervan een
moer aan de bovenkant en een moer aan de onderkant van de plaat. Let
op – De onderste moer moet worden vastgeschroefd tot aan het einde
van het schroefdraadgedeelte;
04. Giet het cement en plaats, voordat het cement hard begint te worden, de
funderingsplaatdiezodaniggepositioneerdisdathopéénlnlichtmet
het oppervlakte, parallel aan de slagboom en perfect waterpas (afb. 12).
Wacht tot het cement helemaal is uitgehard, dit duurt over het algemeen
minstens 2 weken;
05. Verwderde4bovenstemoerenvandeankers;
06. Open de kast van de barrière (afb. 4);
07. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor
bestemdemoerenenringendiebdefunderingsplaatwordengeleverden
dieverwderdwerdenbpunt04(afb. 13 - A, B).
3.5 - Installatie slagboom
3.5.1 - Assemblagevandesteunvoordeslagboom
01. Steek de 2 stiften in de hiervoor bestemde zittingen op de uitgaande
motoras (afb. 14 - fase A en B);
02. Plaats de steun op de uitgaande motoras en zet hem in de stand van de
“verticale slagboom” en zet hem vast met de hiervoor bestemde schroe-
ven en open ringen; schroef met kracht vast (afb. 15 - fase A en B);
03. Plaats het deksel van de slagboom zethetgedeeltelkvastmetde4bge-
leverde schroeven (afb. 16 - fase A en B).
3.5.2 - Assemblagevandeslagboom
01. Monteer de twee verbindingsstukken (afb. 17); ieder verbindingsstuk
bestaat uit 2 halve schalen en 8 zelfborgende schroeven;
02. Installeereenverbindingsstukinheteerstealuminiumproel(afb. 18 -
gebruikeenrubberenhameromdeinstallatietevergemakkelken);
03. Installeerdedraagbeugelsvanhetverbindingsstukinbeidezdenvandesleu-
venvanhetproel(afb. 19 - fase A, B, C, D) en controleer op de beugels in de
juisterichtingstaan(gebruikeenhameromdeinstallatietevergemakkelken);
04. Herhaaldeprocedurevanafpunt01omdeoverigealuminiumproelente
monteren;
05. Zorg ervoor dat de gaten in de draagbeugels van het verbindingsstuk
samenvallenmetdegatenindeproelen;
06. Blokkeerdebeugelsmetdebgeleverdeschroevenopelkvandeverbin-
dingsstukken (afb. 20);
07. Smeerdealuminiumgeleidersaanbeidezdelichtinmetolie(afb. 21).
08. Voerditpuntvoorbeidezdenvandeslagboomuit:installeerheteerste
stuk stootrubber in de sleuf, en duw het tot aan het einde van de slag-
boom; installeer vervolgens het verbindingsstuk voor het stootrubber (afb.
22) en doe hetzelfde met de andere stukken;
09. Plaats de dop van de slagboom (afb. 23):
A) het bovenste stootrubber moet tenminste 2 cm naar binnen steken; het
onderste stootrubber moet 1 cm uitsteken;
B) installeer de dop van de slagboom;
C) blokkeer de dop met de hiervoor bestemde schroef;
D) duw het bovenste stootrubber naar de dop toe totdat dit voor 1 cm in
de dop zit;
10. Installeer aan het tegenoverliggende uiteinde de steunplaatjes van de slag-
boom (afb. 24);
11 Schuifdecompleteslagboomindedraagschaaltothaandestopziten
schroef de 4 eerder gemonteerde schroeven van de steun met kracht vast.
3.6- Handmatigontgrendelenenvergrendelenvande 
reductiemotor
Dehandmatigeontgrendelingkanaanbeidezdenvandebarrière
gebeuren,zoalstezienisopafb.25:
01. Draai aan het deksel dat de sleutel afdekt;
02. Steekdebgeleverdesleutelerinendraaidesleutel180°zowelrechtsom
als linksom;
03. Om de reductiemotor te blokkeren, de sleutel nog 180° verder draaien in
een willekeurige richting.
3.7-Instellingvandemechanischeeindstops
01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6);
02. Laat de slagboom handmatig een complete openings- en sluitmanoeuvre
uitvoeren;
03. Stel vervolgens met de schroeven van de mechanische eindstops (afb. 26 e
27) de lineariteit van de slagboom in zowel horizontale als verticale richting af;
04. Span de moeren goed aan.
3.8-Balanceringvandeslagboom
Debalanceringvandeslagboomdientomeenbeterevenwichtteverkrgen
tussentweefactoren:hetgewicht van de slagboom en van de eventuele
accessoires en de tegenkracht die wordt uitgeoefend door de balansveer.
Dezeveerverzekertopautonomewzedebalanceringvandeslagboominhet
geval deze de neiging vertoont om omhoog of omlaag te gaan, dient u te werk
te gaan zoals hieronder beschreven
01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6);
02. Zetdeslagboommetdehandongeveerhalverwegezntraject(45°)en
laat hem stilstaan. Controleer vervolgens of de slagboom in deze stand
stilblftstaan.Alsdeslagboomertoeneigtomomhoogtegaan,dientu
de spanning van de veer te reduceren, als de slagboom ertoe neigt om te
dalen,dientudespanningvandeveerteverhogen.Zievoorhetwzigen
van de spanning van de veer punt 04;
03. Herhaalpunt02waarbudeslagboomnuopongeveer20°enoponge-
veer70°zet.Alsdeslagboomstilblftstaanindezestanden,betekentdit
dat de balancering correct is; een lichte onbalans is toegestaan maar de
slagboommagnooitsterkomhoogofomlaagbewegen.
De onbalanswaarde is acceptabel wanneer de kracht die nodig is om de
slagboom te meten (loodrecht op de slagboom gemeten en op 1 m van de
draaias) in de openingsstand, sluitstand en in alle andere standen de helft
vandemaximalekoppelwaardenietoverschrdt (voor dit product onge-
veer 5 kg op 1 m).
04. - Als de slagboom niet correct gebalanceerd is dient u hem in de stand
voormaximaleopeningtebrengen.
-Maakdebalansveerlosvanznzitting(afb. 28) en verplaats het veranke-
TABEL3-Technischegegevensvandeelektriciteitskabels(afb.1)
Aansluiting Kabeltype Toegestanemaximumlengte
A:Netvoedingskabel kabel3x1,5mm
2
30 m (opmerkin1)
B:KabelvoorBlueBusinrichtingen kabel2x0,5mm
2
30 m
C:LICHTEN SLAGBOOM
D:KabelSLEUTELSCHAKELAAR kabels4x0,25mm
2
30 m (opmerkin2)
E:ingebouwdKNIPPERLICHT
OPTIONEELKNIPPERLICHT: kabel2x0,5mm
2
30 m
KabelKNIPPERLICHTmetantenne afgeschermdekabeltypeRG58 20m(aanbevolenlengteminderdan5m)
BELANGRK–Omdezeaansluitingtotstandtebrengen,ishetnoodzakelkdeprogrammeringvandeuitgangFLASHtewzigen(ziepara-
graaf 6.2 - Tabel 7)
Opmerking 1Alsdevoedingskabellangerdan30mis,dienteenkabelmetgroteredoorsnedetewordengebruikt(3x2,5mm
2
)enishetnoodzakelkin
denabheidvandeautomatiseringeenveiligheidsaardingteinstalleren.
Opmerking2 – Indien in plaats van de schakelaar een lezer voor trasponder kaarten MOMB of digitaal toetsenbord MOTB wordt gebruikt, dan kan volstaan
wordenmeteenkabelmet2geleiders(2x0,5mm
2
).
LET OP!–Degebruiktekabelsmoetengeschiktznvoorhettypeomgevingwaardeautomatiseringgeïnstalleerdwordt.
raadpleegt u afb. 1 en “Tabel3-Technischegegevensvandeelektrici-
teitskabels”.
NL
Nederlands – 5
•OPEN=ingangvoorinrichtingendiealleendeopeningsmanoeuvreaanstu-
ren;hetismogelkcontactenvanhettype“NormaalOpen”NOaantesluiten.
•CLOSE=ingangvoorinrichtingendiealleendesluitmanoeuvreaansturen;
hetismogelkcontactenvanhettype“NormaalOpen”NOaantesluiten.
•ANTENNE=ingangvooraansluitingvandeantennevoorderadio-ontvan-
ger (de antenne is ingebouwd op LUCY B, MBL, MLBT).
•BOORDLICHT=iseensignaleringslampvan12V/21Wdieviadepro-
grammeereenheid Oview op verschillende manieren geprogrammeerd kan
worden. Met de fabrieksinstelling vervult dit licht de functie van knipperlicht,
met intervallen 0,5 s aan en 0,5 s uit. Met het boordlicht worden de diagno-
sesignaleringen uitgevoerd (knipperen).
BELANGRK!–GEBRUIKGEENANDEREINRICHTINGENDANVOORZIEN.
4.2 - Eersteinschakelingencontrolevandeaansluitingen
LETOP!–Dedenitieveaansluitingvandeautomatiseringopdenet-
voedingmaguitsluitendwordenuitgevoerddooreengekwaliceer-
deenervarentechnicus,inovereenstemmingmetdeplaatselkvan
krachtzndeveiligheidsvoorschriften.
Sluit de besturingscentrale aan op een elektrische voedingsleiding die correct
geaard is. De elektrische voedingsleiding dient door een adequate thermomag-
netischedifferentiaalschakelaarbeveiligdtezn.Zorgvooreeninrichtingvoor
afkoppeling van het net met een openingsafstand tussen de contacten, die
complete afkoppeling in de condities van overspanningscategorie III garan-
deert, of maak gebruik van een systeem met stekker en stopcontact.
Na de besturingseenheid onder spanning te hebben gezet, dient u de volgende
controlesuittevoeren:
•ControleerofdeBlueBusledeenaantalsecondensnelknippertenvervol-
gens regelmatig knippert met een frequentie van 1 knippering per seconde.
•Alserfotocellenaanwezigzndientutecontrolerenofdeled’shiervanknip-
peren(zowelTXalsRX);hoedeled’sknipperenisnietbelangrkaangezien
ditvananderefactorenafhankelkis.
•ControleerofdeopdeuitgangFLASHaangesloteninrichtinguitis(met
fabrieksinstelling).
•Controleeropdebesturingseenheidofhetlampjeuitis.
Als dit alles niet gebeurt dient u de stroomtoevoer naar de besturingseenheid af
te koppelen en de uitgevoerde elektrische aansluitingen aan een nadere con-
trole te onderwerpen.
Meer nuttige informatie voor de opsporing en diagnose van storingen vindt u in
hoofdstuk 7 “Wat te doen als ... (handleiding voor het oplossen van problemen)”.
4.3 - Vooringestelde functies
De besturingseenheid beschikt over een reeks programmeerbare functies die
indefabriekwerdeningesteldopdemeestgebruikelkewaarden.Dezewaar-
denkunnenechteropelkgewenstmomentgewzigdworden:raadpleeghier-
voor hoofdstuk 6.
4.4 - Zeleringvandemetaangesloteninrichtingen
Na de eerste inschakeling dient u de besturingseenheid de procedure voor her-
kenning van de met de ingangen “Bluebus” en “Stop” verbonden inrichtingen
uit te laten voeren.
LET OP!–Dezeleringfasemoetookwordenuitgevoerdalsergeen
enkeleinrichtingmetdebesturingseenheidisverbonden.
Om aan te geven dat deze procedure moet worden uitgevoerd, zullen de led’s
“L1”en“L2”opdebesturingseenheidgelktdigknipperen.
01. Druk de toetsen “Open” en “Set” (afb. 32)tegelkertdinenhoudzeingedrukt;
02. Laat de toetsen los wanneer de led’s “L1” en “L2” snel beginnen te knip-
peren (na ongeveer 3 seconden).
03. Wachtenkelesecondentotdebesturingseenheiddefasevoorzelering
vandeinrichtingenvoltooidheeft.Naaoopvandezefasemoetdeled
“Stop”brandenenmoetendeled’s“L1”en“L2”uitgaan(hetismogelk
dat de led’s “L3” en “L4” beginnen te knipperen om aan te geven dat de
afstandswaarden niet geregistreerd werden).
Dezeproceduremoetherhaaldwordeninhetgevalvanwzigingenvandemet
deklemmenBlueBusenStopverbondeninrichtingen;bvoorbeeld,nadater
een nieuwe inrichting op de besturingseenheid werd aangesloten.
4.5 - Zeleringvandeopenings-ensluitposities
Nadeprocedurevoorzeleringvandeaangesloteninrichtingentehebben
uitgevoerd, dient de besturingseenheid ook de posities van de mechanische
stops aan te leren. In deze fase wordt de waarde van het bewegingstraject
van de slagboom gedetecteerd, gemeten vanaf de mechanische stop van de
sluitbeweging tot aan de stop van de openingsbeweging.
01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie hoofdstuk 3.6) en zet de
slagboom met de hand op ongeveer 45° (halverwege het bewegingstraject);
02. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6);
03. Druk de toetsen “Close” en “Set” (afb. 33)tegelkinenhoudzeingedrukt;
04. Laat de toetsen los wanneer de manoeuvre begint (na ongeveer 3 seconden);
05.
Wachtenkelesecondentotdebesturingseenheiddefasevoorzelering
voltooidheeft:sluiten,openenensluitenvandeslagboom.
06. Druk op de toets “Open” om de slagboom een complete openingsma-
noeuvre te laten uitvoeren.
07. Druk op de toets “Close” om de slagboom een complete sluitmanoeuvre
te laten uitvoeren.
Gedurende het uitvoeren van deze manoeuvres slaat de besturingseenheid op
hoeveel kracht er nodig is om deze manoeuvres uit te voeren.
LETOP!–Dezeleringfasesmogennietonderbrokenworden. Als dit
welgebeurt,dientdegehelezeleringprocedureovernieuwtewordengedaan.
ringspunt van de veer naar het midden, om de veerspanning te verlagen,
of naar de buitenkant, om de veerspanning te vergroten;
05. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6).
LET OP!–Bhetuitvoerenvanelektrischeaansluitingenmagdeinstal-
latie absoluut niet onder netspanning staan.
01. Draai de schroeven van het deksel los (afb. 29);
02. Voer de elektriciteitskabels de X-Bar binnen vanaf de basis naar de bestu-
ringseenheid toe en leid ze naar de linkerkant van de besturingscentrale;
03. Sluit de draden van de voedingskabel aan op de klem met 3 contacten
met zekering en zet de kabel vast met het bandje (afb. 30);
04. Sluit de resterende kabels aan volgens het elektrische schema van afb.
31.Opmerking–Omhetaansluitenvandekabelstevergemakkelken,is
hetmogelkdeklemmenuithunbehuizingentehalen.
4.1-Beschrvingvandeelektrischeaansluitingen
•FLASH=dezeuitgangkangeprogrammeerdworden(ziehoofdstuk6,para-
graaf 6.2 - Programmering tweede niveau - instelbare parameters) en wordt
gebruiktoméénvandevolgendeinrichtingenaantesluiten:
–Knipperlicht:indiener“knipperlicht”geprogrammeerdisopdeuit-
gang“FLASH”ishetmogelkeenknipperlichtNICE“LUCYB,ofMLBof
MLBT”meteenlampjevan12V21Wtypeautoaantesluiten.Tdensde
ma noeuvre knippert dit met intervallen van 0.5, s aan en 0,5 s uit.
–“verklikkerslagboomopen”-“actiefindienslagboomgesloten”
-“actiefindienslagboomopen”-“knipperlichtvoorslagboomlich-
ten”en“onderhoudsverklikker”:als één van deze 5 functies op de uit-
gang“FLASH”geprogrammeerdis,kaneenlampjevan24Vmax10W
wordenaangeslotenvoordevolgendesignaleringen:
Functie“verklikkerslagboomopen”
Slagboomgesloten:uit
Slagboombezigmetopeningsmanoeuvre:langzaamknipperen
Slagboombezigmetsluitmanoeuvre:snelknipperen
Slagboomopen(nietdicht):aan
Functie “actief indien slagboom gesloten”
Slagboomgesloten:aan
Inalleanderegevallen:uit
Functie “actief indien slagboom open”
Slagboomopen:aan
Inalleanderegevallen:uit
Functie“knipperlichtvoorslagboomlichten”
De verklikker of de slagboomlichten geven aan dat de manoeuvre aan
de gang is door met regelmatige tussenpozen te knipperen (0,5 seconde
aan; 0,5 seconde uit)
Functie“onderhoudsverklikker”
- lampje brandt gedurende 2 sec aan het begin van de openingsma-
noeuvre=aantalmanoeuvresminderdan80%
-lampjeknippertgedurendedeuitvoeringvandevolledigemanoeuvre=
aantalmanoeuvrestussen’80en100%
-lampjeknippertaltd=aantalmanoeuvresmeerdan100%.
–Zuignap:hetismogelkeenzuignap24Vmax.10Waantesluiten(uit-
voeringen met uitsluitend een elektromagneet, zonder elektronische inrich-
tingen). Wanneer de slagboom gesloten is wordt de zuignap geactiveerd
enblokkeertdeslagboom.Bdeopenings-ofsluitmanoeuvrewordtde
uitgang gedeactiveerd.
–Elektrischevergrendeling:hetismogelkeenelektrischevergrende-
lingaantesluitendievanzelfdichtvalt,24Vmax.10W(uitvoeringenmet
uitsluitendeenelektromagneet,zonderelektronischeinrichtingen).Tdens
de openingsmanoeuvre wordt de elektrische vergrendeling geactiveerd en
blftactiefomdeslagboomvrtemakenendemanoeuvreuittevoeren.
Bdesluitmanoeuvredientuzichervantevergewissendatdeelektrische
vergrendeling zich mechanisch vastkoppelt.
–Elektrischslot:hetismogelkeenelektrischslotaantesluitendatvanzelf
dichtvalt,24Vmax.10W(uitvoeringenmetuitsluitendeenelektromagneet,
zonder elektronische inrichtingen). Aan het begin van de openingsmanoeuvre
wordt het elektrische slot voor een korte periode geactiveerd om de slagboom
vrtemakenendemanoeuvreuittevoeren.Bdesluitmanoeuvredientuzich
ervan te vergewissen dat het elektrische slot zich mechanisch vastkoppelt.
•BLUEBUS=opdezeklemkunnencompatibeleinrichtingenaangesloten
worden; alle inrichtingen worden parallel aangesloten met slechts twee dra-
den waarover zowel de elektrische stroomvoorziening als de communicatie-
signalen lopen. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor verdere informatie.
•STOP=ingangvoorinrichtingendiedelopendemanoeuvreblokkerenof
eventueelonderbreken;dooropdejuistewzetewerktegaanishetmoge-
lkcontactenvanhettype“NormaalDicht”NC,type“NormaalOpen”NOof
inrichtingen met een constante weerstand of van het optische type aan te
sluiten. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor verdere informatie.
•PP=ingangvoorinrichtingendiedemanoeuvreindemodusStap-voor-
Stapaansturen;hetismogelkcontactenvanhettype“NormaalOpen”NO
aan te sluiten.
ELEKTRISCHEAANSLUITINGEN
4
NL
6 – Nederlands
Indiennaaoopvandezeleringfasedeled’s“L3”en“L4”knipperen,betekent
ditdaterzicheenfoutheeftvoorgedaan.Dezeleringfasevandemechanische
stops kan op ieder willekeurig moment worden herhaald, ook na de installatie
(bvoorbeeldalsdepositievaneenmechanischeeindstopwordtveranderd).
BELANGRK – De afstandswaarden van de vertragingsposities worden automa-
tisch door de besturingseenheid berekend; na de fase waarin de afstandswaarden
wordengezocht,ishetnoodzakelkminstens2of3completemanoeuvresuitte
voeren voordat de besturingseenheid de vertragingspunten goed kan berekenen.
4.6 - Controlevandebewegingvandeslagboom
Nadezeleringvandeinrichtingenende2-3manoeuvresvoordeberekening
van de vertragingspunten te hebben uitgevoerd, is het raadzaam enkele ope-
nings- en sluitmanoeuvres uit te voeren om te controleren of de beweging van
de slagboom correct is.
01. Druk op de toets “Open” om een openingsmanoeuvre uit te laten voeren;
controleerofdeslagboomafbegintteremmenvoordathdeopenings-
stand bereikt;
02. Druk op de toets “Close” om een sluitmanoeuvre uit te laten voeren; con-
troleerofdeslagboomafbegintteremmenvoordathdegeprogram-
meerde sluitstand bereikt;
03. Controleer gedurende de manoeuvres of de lamp op de besturingseenheid
knippert met intervallen van 0,5 seconden aan en 0,5 seconden uit);
04. Voer diverse openings- en sluitmanoeuvres uit om na te gaan of er geen
wrvingspuntenofstoringenindewerkingzn.
LET OP – Indien de manoeuvre vanuit een andere positie dan één van de mecha-
nische eindstops begint (opening of sluiting), zal de beweging op lage snelheid
worden uitgevoerd.
4.7 - Aansluitingvaneenradio-ontvanger
De besturingseenheid heeft een connector van het type SM voor de aanslui-
ting van een radio-ontvanger (optioneel accessoire) model SMXI, SMXIS, OXI
ofOXITendergelke.
Om een ontvanger aan te sluiten, de elektrische voeding naar de besturings-
eenheid afkoppelen en de ontvanger installeren zoals te zien is op afb. 34.
In Tabel 4 vindt u een overzicht van de handelingen die de besturingseenheid
uitvoert in functie van de geactiveerde uitgangen of de door de radio-ontvanger
verstuurde bedieningsinstructies.
4.8 - Aansluiting slagboomlichten (optioneel accessoire)
01. Zet de slagboom in verticale stand;
02.
Draai de 4 bevestigingsschroeven van het deksel van de slagboom los (afb. 35);
03. Haaldeslagboomtdelkweg;
04. Steek de kabeldoorvoer door het gat voor het doorvoeren van de bedra-
ding (afb. 36 - A, B);
05. Schuif de lichtkabel in het stootrubber, gebruik eventueel een sonde om de
installatietevergemakkelken(afb. 37 - A, B);
06. Kortdelichtkabelzonodigin:dekabelmagalleenwordendoorgekniptop
één van de gemarkeerde punten. Na het doorknippen dient de dop op het
afgeknipte uiteinde naar het nieuwe uiteinde te worden overgeplaatst;
07. Steek de kabel eerst door het gat op de steun van de slagboom en vervol-
gens door het gat op de kast (afb. 38 - A, B, C); Let op–Laatwatextra
kabellengte in de steun van de slagboom, zodat de slagboom 90° kan
draaien zonder dat dit spanning op de kabel veroorzaakt;
08. Verbind de lichtkabel met de klem FLASH op de besturingseenheid, zie
schema van afb. 39;
09. Positioneer en blokkeer de connector in de sleuf van de slagboom (afb. 38 - D);
10.
Installeer de slagboom en blokkeer hem met het deksel, door de 4 schroeven met
krachtvasttedraaien,waarbueropletdekabelnietafteklemmen(afb. 40).
4.9-Aansluitingvanandereinrichtingen
MetX-barishetmogelkexterneinrichtingenvanstroomtevoorzien(een
radio-ontvanger of verlichting van de sleutelschakelaar). De stroom wordt afge-
nomen van de besturingseenheid, zie voor het type aansluiting afb. 41.
Devoedingsspanningis24Vcc(-30%÷+50%)meteenmaximaalbeschikbare
stroom van 100 mA.
4.9.1-ProgrammeereenheidOview
DoorgebruikvandeprogrammeereenheidOviewishetmogelkalleinstalla-
tie- en onderhoudswerkzaamheden alsook de diagnose op complete en snelle
wzetebeheren.UkuntdeOviewopmetX-Baraansluitenviadeconnector
BusT4 op de besturingseenheid.
OmtoegangtotdeconnectorBusT4tekrgen,dientuhetdekselvanX-Barte
openen en de connector in de hiervoor bestemde plaats (afb. 42) te installeren.
DeOviewkanoverhetalgemeenopeenafstandvanmaximaal100mkabel
vandebesturingseenheidwordenopgesteld;hkanmetmeerderebesturings-
eenhedentegelkwordenverbonden(maximaal16)enkanookgedurendede
normalewerkingvandeautomatiseringaangeslotenblven;omdezegebruik-
slimietenteoverschrdendientudeaanbevelingenuitdeinstructiehandleiding
van de Oview en in de handleiding van het Oview systeem (System Book) te
lezen. Als de besturingseenheid is uitgerust met een radio-ontvanger van de
serieOXI,ishetmogelkomviadeOviewtoegangtekrgentotdeparame-
tersvandezendersdieznopgeslagenindeontvangerzelf.Zievoorverdere
informatie de instructiehandleiding van de programmeereenheid Oview of de
functiekaart “X-Bar” die ook beschikbaar is op de site www.niceforyou.com.
4.9.2-Bufferbattermod.PS124(accessoire)
Wanneer de netvoeding uitvalt, kan de X-Bar van stroom voorzien worden via
debufferbattermodelPS124.Voordeinstallatieenaansluitingvandebatter
gaatualsvolgttewerk:
Let op!–Deelektrischeaansluitingvandebufferbatteropdebestu-
ringseenheidmagpaswordenuitgevoerdnadatalleinstallatie-en
programmeerfasesvoltooidzn,aangeziendebufferbattervooreen
noodstroomtoevoerzorgt.
01. Verbinddebetreffendekabelmetdeconnectorvandebufferbatteren
plaatsdebufferbatterzoalsgetoondop afb. 43;
02. Verwderhetmembraanopdebesturingseenheid (afb. 44);
03. Koppeldenetvoedingafensteekdeconnectorinzoalsgetoondopafb. 45.
4.9.3-SysteemSolemyo(voedingviazonne-energie)
X-Bar kan van stroom worden voorzien met het systeem voor voeding op zonne-
energie“SolemyoSYKCE”.Voordeaansluitingopdebesturingseenheiddientu
hetcontacttegebruikendatnormaalgesprokenbestemdisvoordebufferbatter
(paragraaf 4.9.2).
BELANGRK!- WanneerX-barvanstroomwordtvoorziendoor
hetsysteem“Solemyo”,magdeautomatiseringNIETTEGELKER-
TDOOKGEVOEDwordendoorhetelektriciteitsnet.
- Inverbandmetdebeperktehoeveelheidzonne-energiediebeschik-
baariskanX-Bar,afhankelkvandeplaatsvaninstallatieendetd
vanhetjaar,eenmaximumaantalmanoeuvresperdaguitvoeren.
VóórdeinstallatievanhetsysteemSolemyodientuindebetreffende
instructiehandleiding te controleren op het maximumaantal manoeu-
vresdatmogelkiscompatibelismethetvoorzienegebruik.
- Hetsysteem“Solemyo”kanalleenopdoeltreffendewzegebruikt
wordenindienopdebesturingseenheiddefunctie“Standby”inde
modus“Alles”actiefis(ON)(alleenactiveerbaarviadeprogrammee-
reenheidOview).
Ditzndebelangrkstefasenbdeaanlegvandeautomatiseringteneindeeen
zogrootmogelkeveiligheidvandeinstallatietegaranderen.Deeindtestkanook
gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebouwd,
periodiektecontroleren.Defasenvandeeindtestendeinbedrfstellingvan
deautomatiseringmoetenwordenuitgevoerddoorgekwaliceerdenervaren
personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risico’s
noodzakelkznentecontrolerenofdewettelkevoorschriften,normenen
regels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes voor
de controle van automatiseringen voor poorten en wegbarrières bepaalt, in acht
genomenzn.Aldezeactiviteitendienentewordenverrichtonderdirecttoezicht
vandeverantwoordelkeinstallateur,d.w.z.degenedieznnaamenhandteke-
ninginhetkadernr.1vandeverklaringvanovereenstemmingzet(zieblageI).
De aanvullende of optionele inrichtingen moeten worden onderworpen aan een
speciekeeindtest,zowelvoorwatbetreftdefunctioneringervanalsvoorwat
betreft de juiste interactie met X-Bar.
5.1 - Eindtest
De handelingen die moeten worden uitgevoerd voor de eindtest hebben
betrekking op een typische installatie (afb. 1) met een gebruikstype “niet-opge-
leide gebruikers” en met een type activering van de automatisering via “auto-
matischebediening”diealsminimumniveauvanbeveiligingvandeprimairelst
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
5
OntvangerSMXI,SMXIS
uitgang beschrving
Uitgang 1 Stap-voor-Stap
Uitgang2 Opengedeeltelk(opentotongeveer45%;waarde
die geprogrammeerd kan worden met Oview,
zie paragraaf 4.9.1)
Uitgang 3 Open
Uitgang 4 Sluit
OntvangerOXI,OXITgeprogrammeerdin“ModusIIuitgebreid”
bedieningsinstructie beschrving
Instructie 1 Stap-voor-stap
Instructie2 Opengedeeltelk(opentotongeveer45%;waarde
die geprogrammeerd kan worden met Oview, zie
paragraaf 4.9.1)
Instructie 3 Open
Instructie 4 Sluit
Instructie 5 Stop
Instructie 6 Stap-voor-stap Woonblok
Instructie 7 Stap-voor-Stap Hoge prioriteit
(debedieningsinstructiewordtookb
geblokkeerde automatisering doorgegeven)
Instructie8 Ontgrendel+Open
Instructie9 Ontgrendel+Sluit
Instructie 10 Open en Vergrendel automatisering
Instructie 11 Sluit en Vergrendel automatisering
Instructie 12 Vergrendel automatisering
Instructie 13 Ontgrendel automatisering
Instructie 14 On Timer Gebruikerslicht
TABEL 4
NL
Nederlands – 7
TABEL5-Procedurevoorprogrammering(eersteniveau)
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk op de toets “s” of “t”omuteverplaatsenvandeleddieknippertnaardeleddiedetewzigenfunctievertegenwoordigt;
04. Druk op de toets “Set”omdestatusvandefunctieteveranderen:
(kortknipperen=OFF-langknipperen=ON);
05. Wacht10seconden(maximumtd)omdeprogrammeringaftesluiten.
Opmerking – Om andere functie op “ON” of “OFF” te programmeren dient u, gedurende het uitvoeren van de procedure de punten 03 en 04 gedurende
de fase zelf te herhalen.
SET
SET
SET
L1
of
3 s
10 s
Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen OPEN (s), STOP (Set), CLOSE (t)
(afb. 49) die zowel dienen voor het bedienen van de besturingseenheid gedu-
rende de testfases als voor de programmering van de beschikbare functies.
De beschikbare programmeerbare functies kennen 2 niveaus en de werkings-
status ervan wordt aangegeven door de 8 led’s (L1 ... L8) die op de besturings-
eenheid zitten (led aan =functieactief;led uit=functienietactief).
Programmeertoetsen:
OPEN (s):metdetoets“OPEN”kuntuhetopenenvandeslagboomaanstu-
ren of, gedurende de programmering, het punt van programmering naar boven
verplaatsen.
STOP (Set):metdetoets“STOP”kuntudemanoeuvrestoppen;indiendezetoets
langer dan 5 seconden wordt ingedrukt, wordt de programmeerfase geactiveerd.
CLOSE (t):metdetoets“CLOSE”kuntuhetsluitenvandeslagboomaan-
sturen of, gedurende de programmering, het punt van programmering naar
beneden verplaatsen.
LETOP!–Gedurendedeuitvoeringvaneenmanoeuvre(openingof
sluiting)hebbenalle3detoetsendefunctieSTOP:zeonderbrekende
manoeuvredieaandegangis.
6.1-Programmeringeersteniveau(ON-OFF)
Allefunctiesvanheteersteniveauznindefabriekingesteldop“OFF” en kun-
nenopelkgewenstmomentgewzigdwordenzoalsgetoondinTabel 5. Om
tezienwelkefunctieerbelkvandeled’shoort,raadpleegtuTabel 6.
BELANGRK–Deprogrammeerprocedurekenteentdvanmaximaal10
secondentussenhetindrukkenvandeeneendeanderetoets.Nadatdezetd
verstrekenis,wordtdeprocedureautomatischafgesloten,waarbdetotop
datmomentaangebrachtewzigingenwordenopgeslagen.
PROGRAMMERING VAN DE
BESTURINGSEENHEID
6
inrichtingen van het type C (beperking van de krachten - zie norm EN 12445)
in combinatie met inrichtingen van type D (inrichtingen voor aanwezigheidsde-
tectiebv.fotocel)voorziet.Inaanmerkinggenomendatdittypegebruikstype
tot de meest zware toepassingen behoort, kan dezelfde eindtestprocedure ook
goed worden toegepast voor minder zware gebruikscondities.
1 Controleerofdeaanwzingenmetbetrekkingtotdeveiligheiduithoofdstuk
1striktinachtzngenomen.
2 Controleer of de slagboom correct uitgebalanceerd is, zie paragraaf 3.8.
3 Controleer of de handmatige ontgrendeling goed werkt, zie paragraaf 3.6.
4 Gebruik de zender of de sleutelschakelaar om tests van de opening, sluiting
en stop van de barrière te doen en controleer of de beweging van de slag-
boom zoals voorzien is. Het is goed om meerdere tests uit te voeren om de
beweging van de slagboom te beoordelen en te controleren op eventuele
montage-ofinstelfoutenofdeaanwezigheidvanwrvingspunten.
5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie één voor één om
tezienofzecorrectwerken(fotocellen,contactlstenetc.).Wanneereen
inrichting in werking treedt, zal de led “BlueBus” op de besturingseenheid 2
maal sneller knipperen om te bevestiging dat de inrichting herkend werd.
6 Controleeralsvolgtofdefotocellengoedwerken:afhankelkvanoferéén
oftweekoppelsfotocellengemonteerdzn,heeftuéénoftweeparallel-
lepipedumsvanstarmateriaalnodig(bv.houtenpanelen)metafmetingen
van70x30x20cm.Elkparallellepipedummoetdriezdenhebben,één
vooriederedimensie,vanreecterendmateriaal(bv.spiegelofwittehoog-
glanslak)endriezdenvanmatmateriaal(bv.geverfdmetmattezwarte
lak). Voor de test van de fotocellen op 50 cm van de grond, moet het paral-
lellepipedum op de grond worden geplaatst of op een hoogte 50 cm om
fotocellen te testen die zich op 1 m van de grond bevinden.
Bhettestenvanéén koppel fotocellenmoethettestvoorwerpexactonder
hetmiddenvandeslagboomwordengeplaatst,metdezdenvan20cm
naar de fotocellen toe gericht, en over de hele lengte van de slagboom
verplaatst worden (afb. 46).
Bhettestenvantwee koppels fotocellen moet de test eerst apart voor
ieder koppel fotocellen worden uitgevoerd met behulp van 1 testvoorwerp
en vervolgens herhaald worden met 2 testvoorwerpen.
Iedertestvoorwerpmoetopzvanhetmiddenvandeslagboomworden
geplaatst, op een afstand van 15 cm, en vervolgens over de hele lengte van
de slagboom verplaatst worden (afb. 47).
Gedurende deze tests moet het testvoorwerp op iedere willekeurige positie
langs de hele lengte van de slagboom gedetecteerd worden door de fotocellen.
7 Controleer of er geen interferentie is tussen de fotocellen en andere inrich-
tingen door met een cilinder (diameter 5 cm, lengte 30 cm) de optische
as te onderbreken die het koppel fotocellen met elkaar verbindt (afb. 48):
laat de cilinder eerst vlak voor de fotocel TX langs gaan, vervolgens voor
RX en tot slot in het midden, tussen de twee fotocellen in. Verzeker u er
vervolgens van dat de inrichting in alle gevallen in werking treedt, en van de
actieve status naar de alarmstatus gaat en omgekeerd; controleer tot slot
ofditindebesturingseenheiddevoorzieneactieveroorzaakt(bvoorbeeld
omkering van de beweging in de Sluitmanoeuvre).
8 Controlevandebeveiligingtegenhetgevaarvanhetmeeomhoog
trekkenvanvoorwerpen;bautomatiseringenmetverticalebeweging
dientmenaltdtecontrolerenofditgevaarnietaanwezigis.Dezetestkan
alsvolgtwordenuitgevoerd:hanghalverwegedelengtevandeslagboom
eengewichtvan20kg(bvoorbeeldeenzakgrint),geefinstructievoor
een openingsmanoeuvre en controleer of de slagboom gedurende deze
manoeuvre niet hoger dan 50 cm vanaf de sluitstand gaat. Indien de slag-
boomdezehoogteoverschrdt,dientdemotorkrachttewordengeredu-
ceerd (zie hoofdstuk 6 - Tabel 7).
9 Indien men de gevarensituaties, veroorzaakt door de beweging van de
slagboom, heeft beveiligd door middel van beperking van de stootkracht,
dient de kracht te worden gemeten in overeenstemming met de norm
EN 12445 en dient men eventueel, als de controle van de “motorkracht”
gebruikt wordt als hulp voor het systeem voor de reductie van de stoot-
kracht, uit te proberen welke afstelling de beste resultaten geeft.
10 Controlevandedoeltreffendewerkingvanhetontgrendelingssy-
steem: zet de slagboom in de sluitstand en voer een handmatige ont-
grendeling van de reductiemotor uit (zie paragraaf 3.6) en controleer of dit
zonder problemen gebeurt. Controleer of de handmatige kracht die nodig
is om de slagboom in openingsstand te zetten niet groter is dan 200 N
(circa 20 kg); de kracht wordt loodrecht op de slagboom en op 1 m van de
draaias gemeten. Controleer tot slot of de sleutel die nodig is voor de hand-
matigeontgrendelingbeschikbaarisindenabheidvandeautomatisering.
11 Controlevanhetsysteemvoorafkoppelingvandevoeding: activeer
de inrichting voor afkoppeling van de voeding en koppel de eventuele buf-
ferbatterenafenganaofalleled’sopdebesturingseenheiduitznenof
deslagboomookbhetversturenvaneenbedieningsinstructiestilblft
staan. Controleer de doeltreffende werking van het vergrendelingssysteem
omerzekervantezndathetnietmogelkisdatdeinstallatiewanneer
onbedoeld of door onbevoegden weer onder stroom kan worden gezet.
5.2 - Inbedrfstelling
Inbedrfstellingkanalleenplaatsvindennadatallefasenvandeeind-
testmetsuccesznafgesloten.Gedeeltelkeinbedrfstellingofinbe-
drfstellinginprovisorischesituatiesisniettoegestaan.
1 De ingevulde “EG-verklaringvanovereenstemming-BlageI”, (ach-
terin deze handleiding, in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen
worden) dient aan de eigenaar te worden overhandigd.
2 De ingevulde module “Gebruikshandleiding“ (achterin deze handleiding,
in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen worden) dient aan de
eigenaar te worden overhandigd.
3 Vul het formulier “Onderhoudsplan” in en geef dit aan de eigenaar van de
automatisering. Dit plan bevat alle onderhoudsvoorschriften voor alle inrich-
tingen van de automatisering. Voor X-Bar zit deze module achterin deze
handleiding, in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen worden.
4 Alvorensdeautomatiseringinbedrftestellen,dientudeeigenaarafdoen-
deteinformerenoverdegevarenenrestrisico’sdienogaanwezigzn.
5 Bevestig het etiket uit de verpakking dat toepassing heeft op de handma-
tige ontgrendeling en vergrendeling van de reductiemotor op permanente
wzeopdebarrière.
6 ALLEEN voor installaties die NIET CONFORM de criteria uit paragraaf 1.3.1 van
dezehandleidingzn:maakeentechnischdossiervandeautomatisering,dat
devolgendedocumentenmoetomvatten:eenoverzichtstekeningvandeauto-
matisering, het schema van de tot stand gebrachte elektrische aansluitingen, de
risico-analyse en de toegepaste oplossingen (zie op de site www.niceforyou.
com de formulieren die moeten worden ingevuld), de verklaring van overeen-
stemmingvandefabrikantvanallegebruikteinrichtingen(voorX-Barzieblage
II) en de door de installateur ingevulde verklaring van overeenstemming.
Breng een plaatje op de barrière aan met daarop tenminste de volgende
gegevens:typeautomatisering,naamenadresvandefabrikant(verant-
woordelkvoorde“inbedrfstelling”),serienummer,bouwjaaren“CE”-merk.
NL
8 – Nederlands
controlerenwelkewaardebelkvandeled’shoort,raadpleegtuTabel 7.
BELANGRK–Deprogrammeerprocedurekenteentdvanmaximaal10
secondentussenhetindrukkenvandeeneendeanderetoets.Nadatdezetd
verstrekenis,wordtdeprocedureautomatischafgesloten,waarbdetotop
datmomentaangebrachtewzigingenwordenopgeslagen.
6.2 - Programmeringtweedeniveau(instelbareparameters)
Alleparametersvanhettweedeniveauznindefabriekingesteldzoalsinde
kleurgrsisaangegeveninTabel 7 en kunnen op elk gewenst moment worden
gewzigddoortewerktegaanzoalsbeschreveninTabel 8.
De parameters kunnen worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 8; om te
TABEL6-Functieseersteniveau
Led Beschrving Voorbeeld
L1 Automatische sluiting DezefunctievoerteenautomatischesluitingvandeslagboomuitnadegeprogrammeerdePauzetd.
Fabriekswaarde:30seconden.Dewaardekangeprogrammeerdwordenvan5tot200seconden.
L2 Sluit na foto Defunctiemaakthetmogelkdeslagboomalleenindeopeningsstandtehoudenvoordetddienodigisomdoorte
rden.Wanneerdefunctieactiefis,zaldewerkingervanvariërenopbasisvandeparameterdieisingesteldindefunctie
“Automatischesluiting”:
•met “Automatische sluiting” actief,deopeningsmanoeuvrestoptonmiddellknadatdefotocellenzn
vrgekomenenna5sec.begintdesluitmanoeuvre.
•met “Automatische sluiting” niet actief bereiktdeslagboomaltddemaximaleopeningsstand(ookalsdefotocellen
eerder gedeactiveerd worden( en na 5 sec. begint de sluitmanoeuvre.
L3 Sluitaltd Dezefunctieisnuttiginhetgevalvaneenstroomstoring,ookvankorteduur.Alsdefunctieactiefis(ON)zalbhet
terugkeren van de elektrische stroom de besturingseenheid de slagboom in de openingsstand detecteren en de
sluitmanoeuvre starten die, om veiligheidsredenen, wordt voorafgegaan door 3 sec. voorwaarschuwing.
L4 Stand by Deze functie dient voor het terugbrengen van het stroomverbruik. Als deze functie actief is zal de besturingseenheid, 1
minuut nadat de manoeuvre is afgelopen, de uitgang “Bluebus” (aangesloten inrichtingen) uitschakelen en alsmede alle
led’s, met uitzondering van de led Bluebus die langzamer zal knipperen. Wanneer de besturingseenheid een willekeurige
instructie ontvangt, zal de normale werking hervat worden. Voor het gebruik van X-Bar met het systeem Solemyo is het
noodzakelkeenStand-Bymodusteactiverendienogverdergaandis.DitdoetumetdeprogrammeereenheidOview.
L5 Langevertraging Dezefunctiemaakthetmogelkdetdspannevandevertraging,zowelindeopenings-alsdesluitmanoeuvrete
verdubbelen. Als de functie niet actief is, is de vertraging kort.
L6 Voorwaarschuwing Deze functie activeert een pauze van 3 sec tussen de activering van het knipperlicht en het begin van de manoeuvre.
L7 Gevoeligheid Door deze functie te activeren kan het gevoeligheidsniveau waarmee de besturingseenheid de aanwezigheid van een
obstakeldetecteertaanzienlkverhoogdworden.Alsdefunctiegebruiktwordtalshulpbhetdetecterenvande
“stootkrachtvandemotor”,dienenbgevolgdewaardenvan“snelheid”envan“motorkracht”tewordeningesteldin
het menu van het 2
e
niveau.
L8 Draairichting motor Met deze parameter kan de draairichting van de motor worden omgekeerd om de barrière rechts te kunnen installeren;
de waarde wordt in de fabriek ingesteld op “OFF” (standaard draairichting van de motor – de sluiting van de slagboom
is linksom). Belangrk–Wanneerdezefunctiegeactiveerdwordtishetnoodzakelkdeprocedurevoorzeleringvan
de openings- en sluitposities uit te voeren (paragraaf 4.5).
TABEL7-Functiestweedeniveau
Ledingang Parameter Led(niveau) Waarde Beschrijving
L2 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Open – stop – sluit – stop
Open – stop – sluit – open
Open – sluit – open – sluit
Woonblok (langer dan 2” veroorzaakt een stop)
Woonblok 2 (minder dan 2” leidt tot open gedeeltelijk)
Stap-voor-stap 2
Persoon aanwezig
Opening in “semi-automatisch”, sluiting bij “persoon aanwezig”
Regelt de opeenvolging van instruc-
tieshorendbdeingangofderadio-
bediening:“Stap-voor-stap”.
Functie
Stap-voor-
stap
L1 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
5 seconden
10 seconden
20 seconden
40 seconden
60 seconden
80 seconden
120 seconden
200 seconden
Regeltdepauzetd,d.w.z.detddie
verstrkttussenheteinde van een
openingsmanoeuvre en het begin
van de automatische sluiting.
Deze parameter heeft alleen effect
als de functie automatisch sluiten
actief is.
Tijd
Pauze
L3 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Snelheid1(30%-langzaam)
Snelheid2(47%)
Snelheid3(65%)
Snelheid4(82%)
Snelheid5(100%)-snel
Open V3, Sluit V2
Open V4, Sluit V3
Open V5, Sluit V4
Regelt de snelheid van de motor ge-
durende het normale bewegingstra-
ject.
Snelheid
motor
L4 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Functie verklikker slagboom open (24 V - 10 W)
Actief indien slagboom dicht (24 V - 10 W)
Actief indien slagboom open (24 V - 10 W)
Knipperlicht(12V-21W)
Knipperlichtvoorslagboomlichten(24V-10W)
Elektrisch slot (24 V - 10 W)
Zuignap (24 V - 10 W)
Onderhoudsverklikker (24 V - 10 W)
Selecteert het type inrichting dat ver-
bonden is met de uitgang FLASH.
Belangrk! – Als de programmering
veranderd wordt, dient u te con-
troleren welk type spanning van de
nieuwe inrichting die verbonden is
met de klem FLASH overeenkomt
met het type spanning van het geko-
zen programmeerniveau.
Uitgang
FLASH
NL
Nederlands – 9
Opmerking–Dekleurgrsgeeftdeindefabriekingesteldewaardenaan.
AANBEVELINGEN:
– Stel geen te hoge waarde in voor de “motorkracht”, op die manier zou de werking van het veiligheidssysteem in gevaar kunnen worden gebracht of zou de slagboom schade
kunnen oplopen;
– Als de controle van de “motorkracht” gebruikt wordt als hulp voor het systeem om de stootkracht te verlagen, dient de meting van de kracht na iedere afstelling te worden her-
haald, zoals voorzien door de norm EN 12445;
–Sltageenweersomstandighedenhebbeninvloedopdebewegingvandeslagboom,deinstellingvande“motorkracht”dientdaaromregelmatigtewordengecontroleerd.
Maakthetmogelktecontrolerenwat
voor soort storing zich heeft voorge-
daan gedurende de laatste 8 uitge-
voerde manoeuvres (zie: paragraaf
8.2 - hi sto risch overzicht storingen en
Tabel14).Hetismogelkeengedetail-
leerdehistorie b tehoudenvan alle
gebeurtenissen die de X-Bar (en de
andere in het netwerk aangesloten in-
richtingen) betreffen, door de program-
meereenheid Oview aan te sluiten.
L8 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Resultaat 1
e
manoeuvre (de meest recente)
Resultaat 2
e
manoeuvre
Resultaat 3
e
manoeuvre
Resultaat 4
e
manoeuvre
Resultaat 5
e
manoeuvre
Resultaat 6
e
manoeuvre
Resultaat 7
e
manoeuvre
Resultaat 8
e
manoeuvre
Lijst fouten
TABEL8-Programmeerprocedure(tweedeniveau)
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk op de toets “s” of “t”omuteverplaatsenvandeleddieknippertnaardeleddiedetewzigenfunctievertegenwoordigt;
04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 06 is afgewerkt;
05. Wachtcirca3secondentotdatdeledgaatbrandendiehetactueleniveauvandetewzigenparametervertegenwoordigt;
06. Druk op de toets “s” of “t” om de led, die de parameterwaarde vertegenwoordigt, te verplaatsen;
07. Laat de toets “Set” los;
08. Wacht10seconden(maximumtd)omdeprogrammeringaftesluiten.
Opmerking – Om meerdere parameters te programmeren dient u gedurende de procedure de handelingen van punt 03 tot punt 07 gedurende de fase zelf
te herhalen.
SET
SET
SET
SET
L1
of
of
3 s
10 s
L5 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Kracht1(laag)
Kracht2
Kracht3
Kracht4
Kracht5
Kracht6
Kracht7
Kracht8(hoog)
Regelt gedurende de openingsma-
noeuvre het systeem voor controle van
de motorkracht om deze aan te pas-
sen aan het gewicht van de slagboom;
bgevolgwordt ook degevoeligheid
voor de obstakeldetectie geregeld.
Opmerking De kracht wordt
automa tisch geregistreerd gedurende
het uitvoeren van de eerste twee ma-
noeuvres.
Kracht
motor
In opening-
smano-
euvre
L6 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Kracht1(laag)
Kracht2
Kracht3
Kracht4
Kracht5
Kracht6
Kracht7
Kracht8(hoog)
Regelt gedurende de sluitmanoeuvre
het systeem voor controle van de mo-
torkracht om deze aan te passen aan
hetgewichtvandeslagboom;bge-
volg wordt ook de gevoeligheid voor
de obstakeldetectie geregeld.
Opmerking – De kracht wordt au-
tomatisch geregistreerd gedurende
het uitvoeren van de eerste twee ma-
noeuvres.
Kracht
motor
In sluitma-
noeuvre
L7 L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
2500
5000
10000
15000
20000
30000
40000
50000
Wanneer de uitgang FLASH gepro-
grammeerd is als onderhoudsver-
klikker: regelt het maximumaantal
manoeuvres dat moet worden uitge-
voerd voordat er gesignaleerd wordt
dathettdisomdeautomatiseringte
onderhouden.
Waar-
schuwing
onderhoud
NL
10 – Nederlands
Tweedeniveau: als voorbeeld nemen we de procedure voor het veranderen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie “Pauzetd
op 60 seconden (ingang op L1 en niveau op L5) en “Snelheid”(vaningangL3naarniveauL6):
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 05 is afgewerkt;
04. Wacht circa 3 seconden totdat de led L3gaatbrandendiehetactueleniveauvandetewzigen“Pauzetd”vertegenwoordigt;
05. Druk 2 maal op toets t om de brandende led naar L5teverplaatsen,diedenieuwewaardevoor“Pauzetd”vertegenwoordigt;
06. Laat de toets Set weer los;
07. Druk 2 maal op toets t om de knipperende led naar L3 te verplaatsen;
08. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 10 is afgewerkt;
09. Wacht circa 3 seconden totdat de led L4gaatbrandendiehetactueleniveauvandetewzigen“Motorsnelheid”
vertegenwoordigt;
10. Druk 2 maal op toets t om de brandende led naar L6 te verplaatsen, die de nieuwe waarde voor “Motorsnelheid”
vertegenwoordigt;
11. Laat de toets “Set” los;
12. Wacht10seconden(maximumtd)omdeprogrammeringaftesluiten.
Eersteniveau:alsvoorbeeldnemenwedeprocedurevoorhetveranderenvandeindefabriekgeprogrammeerdeinstellingvandefunctie“Automati-
sche sluiting” (L1) en “Sluitaltd”(L3):
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L1 gekoppelde functie (automatische sluiting) te veranderen.
De led L1 zal eenmaal lang knipperen;
04. Druk 2 maal op toets t om naar L3 te gaan;
05. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L3gekoppeldefunctie(sluitaltd)teveranderen.
De led L3 zal eenmaal lang knipperen;
06. Wacht10seconden(maximumtd)omdeprogrammeringaftesluiten.
Belangrk–Naaoopvandezeproceduremoeten,omaantegevendatdefunctiesvoor“Automatischesluiting”en“Sluitaltd”actiefzn,deled’sL1 en
L3blvenbranden.i.
L3
10 s
L3
SET
3 s
L4
SET
Hieronder vindt u een overzicht van eventuele storingen die zich kunnen voor-
doengedurendedeinstallatieofdewerking,endemogelkeoplossingen:
•Deradiozenderstuurtdebarrièrenietaanendeledopdezendergaat
nietbranden:controleerofdebatterenvandezenderleegznenvervang
ze eventueel.
•Deradiozenderstuurtdebarrièrenietaan,maardeledopdezender
gaatbranden:controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-
ontvanger is opgeslagen. Controleer bovendien of de zender het radiosignaal
correctuitzendt,doordevolgendeempirischetestuittevoeren:drukopeen
willekeurige toets van de zender en plaats de led ervan op de antenne van een
gewone, ingeschakeld radio en stem af op de FM band op de frequentie 108,5
Mhzofdedefrequentiediehierhetdichtstbligt;opdezemanierbehoortu
een zacht geluid met pulserend gekraak te horen.
•Bhetversturenvaneeninstructiewordtgeenenkelemanoeuvreuit-
gevoerdendeledOKknippertniet: controleer of de barrière gevoed wordt
met 230 V netspanning. Controleer bovendien of de zekeringen F1 en F2 niet
onderbrokenzn;inditgevaldientunategaanwatdeoorzaakhiervanisen
dezekeringentevervangendoorandereexemplarenmetdezelfdekenmerken,
zie afb. 50.
•Bhetversturenvaneeninstructiewordtgeenenkelemanoeuvreuit-
gevoerdenhetknipperlichtisuit:controleerofdeinstructiedaadwerkelk
ontvangenwordt;alsdeinstructiebinnenkomtopdeingangPP,zaldeledOK
tweemaal knipperen om te signaleren dat de instructie ontvangen is.
•Demanoeuvregaatnietvanstartenhetknipperlichtknipperteen
aantalmalen: tel hoe vaak het knipperlicht knippert en zoek de betekenis
hiervan op in Tabel 9 van hoofdstuk 8.
•Demanoeuvrewordtuitgevoerdmaarkortetdernablokkeertde
slagboomenvoerteenkorteomkeringuit:mogelkisdewaardevande
geselecteerde kracht te laag ingesteld om de slagboom te kunnen bewegen.
Controleer of de slagboom goed uitgebalanceerd is, stel eventueel een hogere
waarde in voor de kracht.
WAT TE DOEN ALS...
(leidraadbijhetoplossenvandeproblemen)
7
6.2.1-Voorbeeldenvanprogrammering:eersteniveauentweedeniveau
SET
L1
L3
SET
3 s
L1
SET
L3
SET
10 s
SET
L1
L3
SET
3 s
SET
L3 3 s
SET
NL
Nederlands – 11
TABEL 10
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk op de toets “s” of “t” om u te verplaatsen van de led die knippert naar de led L7;
04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 07 is afgewerkt;
05. Wacht circa 3 seconden totdat de led van het actuele niveau van de parameter “Onderhoudswaarschuwing” gaat branden;
06. Druk de toetsen “s” en “t” in en laat ze meteen weer los;
07. Op dit punt zal de led die overeenkomt met het geselecteerde niveau een aantal maal knipperen. Het aantal knipperingen
percentageuitgevoerdemanoeuvresaan(inmeervoudenvan10%)tenopzichtevandeingesteldelimiet.
Voorbeeld:wanneerudeonderhoudswaarschuwinginsteltopL7(40000),zal10%overeenkomenmet1000manoeuvres;
alsdesignaleringsled4maalknippert,betekentditdat40%vandemanoeuvresisbereikt(tussen4000en4999manoeuvres).
Alsernognietminstens10%vandemanoeuvresbereiktiszaldeledhelemaalnietknipperen;
08. Laat de toets “Setlos
SET
SET
SET
SET
L1
of
en
8.1- Volledigwissenvanhetgeheugenvandebesturingseen-
heid
Hetismogelkalleopgeslagengegevensuitdebesturingseenheidtewissenen
dezeweerindeoorspronkelkstaatterugtebrengen,metdefabriekswaarden:
01. Drukdetoetsen“s”en“t”tegelkertdinenhoudzevast;
02. (na ongeveer 3 seconden) Laat de toetsen weer los wanneer de led’s gaan
branden;
03. Wanneer de led’s L1 en L2 beginnen te knipperen betekent dit dat de
procedure voltooid is.
Belangrk – Deze procedure zal de parameter die betrekking heeft op de
draairichting van de motor en het aantal uitgevoerde manoeuvres niet wissen.
8.2-Overigefuncties
•Functie“Openaltd”
Dezefunctieisspeciekvoordebesturingseenheid;hisgekoppeldaande
ingang“Stap-voor-stap”enmaakthetmogelkaltd een openingsmanoeuvre
aan te sturen wanneer de instructie Stap-voor-stap langer dan 3 seconden
actiefblft.Dezefunctieisgeldigvooriederewillekeurigeprogrammeringvan
de ingang Stap-voor-stap (zie “Functie PP” in de Tabel 7).
Defunctiekanbvoorbeeldgebruiktwordenomeenklokaantesluitenomde
permanenteopeningvandebarrièregedurendeeenbepaaldetdspannete
programmeren.
•Functie“Manoeuvrehoedanookuitvoeren”
In het geval één of meer veiligheidsinrichtingen niet correct werken of buiten
werkingzn,laatdezefunctiehettoedebarrièrehoedanooktochaante
sturen in de modus “Persoon aanwezig” (zie voor meer details het hoofdstuk
“gebruikshandleiding”).
•Functie“onderhoudsverklikker”
Dezefunctiezorgtervoordatergewaarschuwdwordtwanneerhettdisom
de automatisering aan een onderhoudscontrole te onderwerpen. De parameter
AANVULLENDE INFORMATIE
8
“Onderhoudswaarschuwing” kan op 8 verschillende niveaus worden ingesteld
(zie Tabel 7).
De niveaus hebben betrekking op het aantal manoeuvres dat is uitgevoerd. De
onderhoudswaarschuwing wordt gesignaleerd via het knipperlicht Flash of de
onderhoudsverklikker,afhankelkvanhettypeprogrammering.Eenoverzicht
van de signaleringen van het knipperlicht Flash en de onderhoudsverklikker
vindt u in Tabel 9.
•Controlevanhetaantaluitgevoerdemanoeuvres
Indefunctie“Onderhoudswaarschuwing”ishetmogelkhetaantaluitgevoerde
manoeuvrestecontroleren,ineenpercentaget.o.v.deingesteldemaximumli-
miet. Zie hiervoor Tabel 10.
•Opnulzettenvandetellervandemanoeuvres
De manoeuvres moeten op nul worden gezet nadat u de automatisering heeft
onderhouden. Zie hiervoor Tabel 11.
•Lstfouthistorie
Dezefunctiebiedtudemogelkheiddeeventuelefoutentetonendiezicht-
densdelaatste8manoeuvreshebbenvoorgedaan,bvoorbeelddeonderbre-
king van een manoeuvre als gevolg van het in werking treden van een fotocel of
vaneencontactlst.Omdelstmetfoutentecontrolerengaatutewerkzoals
beschreven in Tabel 12.
TABEL 9
Aantalmanoeuvres KnipperlichtFlash Lampjeonderhoud
Minderdan80%vandelimiet Normaal(0,5sec.aan-0,5sec.uit) Aangedurende2sec.aanhetbeginvande
openingsmanoeuvre
Tussen81%en100%vandelimiet Aanhetbeginvandemanoeuvreblfth Knippertvoordeheleduurvandemanoeuvre
2sec.branden, envervolgenswerkthnormaal
Meerdan100%vandelimiet Aanhetbegineneindvandemanoeuvreblfth Knippertaltd
2secbranden,vervolgenswerkthnormaal
L7
3 s
3 s
x1=10-19%
x2=20-29%
x3=30-39%
x4=40-49%
x5=50-59%
x6=60-69%
x7=70-79%
x8=80-89%
x9=90-99%
x10=>100%
NL
12 – Nederlands
TABEL 13 - ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN
Fotocel Jumpers
FOTO
Fotocelh=50met
activering in sluitmanoeuvre
FOTO II
Fotocelh=100
met activering in sluitmanoeuvre
FOTO 1
Fotocelh=50
met activering in sluitmanoeuvre
FOTO 1 II (*)
Fotocelh=100
met activering in sluitmanoeuvre
FOTO 2
Fotocel met activering in openingsmanoeuvre
(keer om in sluitmanoeuvre)
FOTO 2 II
Fotocel met activering in openingsmanoeuvre
(keer om in sluitmanoeuvre)
FOTO 3 (*)
Enkele fotocel met activering zowel in openings-
als in sluitmanoeuvre
TABEL 11
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk op de toets “s” of “t” om u van de knipperende led te verplaatsen naar led L7 (led ingang “Onderhoudswaarschuwing”);
04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 07 is afgewerkt;
05. Wacht circa 3 seconden totdat de led van het actuele niveau van de parameter “Onderhoudswaarschuwing” gaat branden;
06. Druk de toetsen “s” en “t” in en houd ze minstens 5 seconden ingedrukt; laat de twee toetsen vervolgens weer los.
In deze fase zal de betreffende niveauled een aantal maal snel knipperen om aan te geven dat het aantal manoeuvres
op nul werd gezet;
07. Laat de toets “Set” los;
SET
SET
SET
SET
L1
L7
of
en
3 s
TABEL 12
01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen;
03. Druk op de toets “s” of “t”omuvandeknipperendeledteverplaatsennaarledL98(ledingang“Foutenlst”);
04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 06 is afgewerkt;
05. Wachtongeveer3secondentotdatdeled’sgaanbrandendiehorenbdemanoeuvreswaarbdestoringenznopgetreden.
Led L1 staat voor het resultaat van de meest recente manoeuvre, led L8 voor het resultaat van de achtste manoeuvre.
Als een led brandt, betekent dit dat er zich gedurende de manoeuvre problemen hebben voorgedaan, als de led uit is,
betekent dit dat de manoeuvre correct verlopen is.
06. Druk op de toetsen “s” en “t”omdegewenstemanoeuvreteselecteren:debetreffendeledzalnetzovaakknipperen
als het knipperlicht normaal doet nadat er een storing is opgetreden (zie Tabel 15);
07. Laat de toets “Set” los.
SET
SET
SET
SET
L1
L8
of
en
3 s
3 s
8.3-Toevoegenofverwderenvaninrichtingen
Hetisopelkmomentmogelkomnieuweinrichtingenaantesluitenopde
ingangBlueBusenStopofomaanwezigeinrichtingenteverwderen.Omditte
doen,gaatualsvolgttewerk:
01. Druktegelkertdopdetoetsens en “Set” (g.32en houd ze inge-
drukt;
02. (na ongeveer 3 seconden) Laat de toetsen los zodra de leds L1 en L2 heel
snel gaan knipperen;
03. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid het aanleren van de
aangesloten inrichtingen voltooit;
04. Naaoopvandezefase,blftdeledSTOPbrandenterwldeled’sL1 en
L2 uitgaan (eventueel kunnen de led’s L3 en L4 beginnen te knipperen).
Nadatudezeprocedureheeftuitgevoerdishetnoodzakelkdeeindtestvan
de automatisering opnieuw uit te voeren, zoals beschreven in hoofdstuk 5.1.
8.3.1 - Ingang Bluebus
HetsysteemBluebusmaakthetmogelkomcompatibeleinrichtingenaante
sluiten met slechts twee draden, waarover zowel de elektrische stroomvoor-
ziening als de communicatiesignalen lopen. Alle inrichtingen worden parallel
aangeslotenopdezelfde2dradenvanBluebusenzonderdaterhierbpola-
riteit in acht hoeft te worden genomen. Iedere inrichting wordt apart herkend,
aangezien er gedurende de installatie een eenduidig adres aan word toege-
kend. Op het systeem Bluebus kunnen fotocellen, veiligheidsinrichtingen,
bedieningsinrichtingen als toetsenborden en lezers voor transponder kaarten,
signaleringslampjeetc.wordenaangesloten.Gedurendedezeleringfaseher-
kentdebesturingseenheidalleaangesloteninrichtingenafzonderlkenisookin
staat om met de grootste zekerheid eventuele aanwezige fouten en storingen
te herkennen. Iedere keer dat er een inrichting aan Bluebus wordt toegevoegd
ofverwderd,dientnamelkdeprocedurevoorzeleringtewordenuitgevoerd,
zoals beschreven in paragraaf 4.4.
8.3.2 - Fotocellen
Het systeem Bluebus stelt de besturingseenheid in staat om de fotocellen te her-
kennen door instelling van de adressering van de betreffende jumpers (zie Tabel
13) en staat toe om de correcte waarde van de functie voor obstakeldetectie toe te
wzen.DeadresseringdientzowelopTXalsopRXuitgevoerdteworden(waarb
dejumpersopdezelfdemaniergeplaatstmoetenwordenenwaarbudientnate
gaan of er geen andere koppels fotocellen met hetzelfde adres bestaan.
De fotocellen kunnen geïnstalleerd worden zoals te zien is op afb. A.Belangrk
–Nahetinstallerenofverwderenvanfotocellenishetnoodzakelkdeprocedure
voorzeleringvandeinrichtingenuittevoeren,zoalsbeschreveninparagraaf4.4.
A
NL
Nederlands – 13
8.3.3- DigitalecodeschakelaarMOTBenproximitylezervoortrans-
ponderkaartenMOMB
HetsysteemBluebuslaataansluitingvanmaximaal4digitalecodeschakelaars
MOTB of 4 lezers van transponder kaarten MOMB toe.
MetMOTBishetmogelkdeautomatiseringaantesturendoorophettoetsen-
bord één van de opgeslagen nummercombinaties in te voeren.
Met MOMB stuurt u de automatisering aan door de opgeslagen transponder
kaart eenvoudigweg voor de sensor te houden.
Dezeinrichtingenznvoorzienvaneeneenduidigecodediegedurendedezelf-
lering van alle aangesloten inrichtingen door de besturingseenheid wordt her-
kend en opgeslagen (zie paragraaf 4.4).
Op deze manier wordt iedere frauduleuze poging tot vervanging van een inrich-
ting voorkomen en zal geen enkele onbevoegde persoon de automatisering
kunnen bedienen. Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van MOTB
en MOMB.
8.3.4 - Ingang STOP
DefunctievandeingangSTOPisdelopendemanoeuvreonmiddellktestop-
pen, gevolgd door een korte omkering. Op deze ingang kunnen de inrichtingen
met uitgang met normaal open contact “NA”, normaal gesloten contact “NC”,
OPTOSENSORofinrichtingenmetuitgangmetconstanteweerstand8,2KΩ
(contactlsten)wordenaangesloten.Gedurendedezeleringherkentdebestu-
ringseenheid het type inrichting dat is aangesloten en veroorzaakt een STOP
wanneer er zich een variatie ten opzichte van de aangeleerde status voordoet.
Dooropdejuistewzetewerktegaan,kuntuopdeSTOP-ingangmeerdan
ééninrichtingaansluiten,ookvanverschillendetypes:
•ErkunnenmeerdereNAinrichtingenparallelwordenaangesloten,zonder
beperking van de aantallen;
•ErkunnenmeerdereNCinrichtingeninseriewordenaangesloten,zonder
beperking van de aantallen;
•Erkunnentweeinrichtingenmetuitgangmetconstanteweerstand8,2K
parallelwordenaangesloten;alsermeerdan2inrichtingenzn,moetenalle
richtingen “in cascade” worden aangesloten, met een enkele eindweerstand
van8,2KΩ;
•OokiseencombinatievanNAenNCmogelk,doorde2contactenparallel
teschakelen.Inditgevaldientueenweerstandvan8,2KΩinserietescha-
kelen met het contact NC; dit maakt ook de combinatie van 3 inrichtingen
mogelk:NA,NCen8,2KΩ.
Let op – Indien de ingang STOP gebruikt wordt voor het aansluiten van inrich-
tingen met een veiligheidsfunctie, moeten dit inrichtingen met een uitgang met
constanteweerstand8,2KΩznofoptischeinrichtingenOPTOSENSOR,die
een afdoende niveau van beveiliging tegen storingen garanderen.
Voor de aansluiting van een inrichting van het optische type OPTO SENSOR
brengt u de aansluitingen tot stand zoals getoond op afb. 51:demaximum-
stroomdiegeleverdwordtopde12Vcclnbedraagt40mA.
8.4-Diagnostiek
Bepaalde inrichtingen geven signaleringen af aan de hand waarvan de wer-
kingsstatus of eventuele storingen herkend kunnen worden.
8.4.1-Signaleringenvandebesturingseenheid
De led’s van de klemmen en van de toetsen op de besturingseenheid (afb.
52) geven bepaalde signaleringen zowel om de normale werking als om even-
tuele storingen te signaleren. In Tabel 14 en 15 worden de oorzaak en oplos-
sing voor de verschillende signaleringen beschreven.
TABEL15-Led’svandetoetsenopdebesturingseenheid
Led1 Beschrving
Uit Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Automatischesluiting”nietactiefis.
Aan Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Automatischesluiting”actiefis.
Knippert •Programmeringvandefunctiesgaande.
•AlshtegelkmetL2knippert,betekentditdathetnodigisdeprocedurevoorzeleringvandeinrichtingenuittevoeren
(zie paragraaf 4.4).
Snel knipperen Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de aangesloten inrichtingen.Tegelkgeeft
de led“Bluebus”eendiagnosesignalering:5knipperingen-pauzevan1seconde-5knipperingen.Inditgevalmoetdeprocedurevoor
zeleringvandeinrichtingenwordenuitgevoerd(zieparagraaf4.4).
Led2 Beschrving
Uit Gedurende de normale werking geeft dit aan dat “Sluit na foto” niet actief is.
Aan Gedurende de normale werking geeft dit aan dat “Sluit na foto” actief is.
Knippert •Programmeringvandefunctiesgaande
•AlshtegelkmetL1knippert,betekentditdathetnodigisdeprocedurevoorzeleringvandeinrichtingenuittevoeren
(zie paragraaf 4.4).
Snel knipperen Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de afstandswaarden.Tegelkgeeftdeled
“Bluebus”eendiagnosesignalering:5knipperingen-pauzevan1seconde-5knipperingen.Inditgevalmoetdeprocedurevoor
zeleringvandeopenings-ensluitpositieswordenuitgevoerd(zieparagraaf4.5).
TABEL14-Led’svandeklemmenopdebesturingseenheid
LedBluebus Oorzaak Oplossing
Uit Storing Controleer of er stroomtoevoer is, controleer of de zekeringen
niet inwerkingzngetreden;alsditwelisgebeurd,deoorzaakvan
de storing achterhalen en de zekeringen vervolgens vervangen door
andereexemplarenmetdezelfdestroomwaarde.
Aan Ernstige storing Er is een ernstige storing opgetreden; probeer de besturingseen-
heid enkele seconden uit te zetten; als deze status niet verandert, is er
een defect en dient de elektronische kaart vervangen te worden.
1knipperingperseconde AllesOK Normalewerkingvandebesturingseenheid.
2snelleknipperingen Erheeftzicheenveranderingvande Ditisnormaalbeenveranderingvandestatusvanéénvande
statusvandeingangenvoorgedaan ingangen:PP,STOP,OPEN,CLOSE,activeringvandefotocellen
of wanneer de radiozender gebruikt wordt.
Serie knipperingen, onderbroken door Diversen Dit is dezelfde signalering als op het knipperlicht van 1 seconde
een pauze (zie Tabel 15)
LedSTOP Oorzaak Oplossing
Uit ActiveringvandeingangSTOP ControleerdeinrichtingendieverbondenznmetdeingangSTOP
Aan AllesOK IngangSTOPactief
LedPP Oorzaak Oplossing
Uit AllesOK IngangPPnietactief
Aan Activering van de ingang PP Is normaal als de met de ingang PP verbonden inrichting
daadwerkelkactiefis
LedOPEN Oorzaak Oplossing
Uit AllesOK IngangOPENnietactief
Aan Activering van de ingang OPEN Is normaal als de met de ingang OPEN verbonden inrichting
daadwerkelkactiefis
LedCLOSE Oorzaak Oplossing
Uit AllesOK IngangCLOSEnietactief
Aan Activering van de ingang CLOSE Is normaal als de met de ingang CLOSE verbonden inrichting
daadwerkelkactiefis
NL
14 – Nederlands
TABEL 16
Signalering Oorzaak Oplossing
8.4.2-Signaleringenvanhetknipperlicht
Indien met de uitgang FLASH op de besturingseenheid een knipperlicht wordt
verboden (of het boordlicht als dit geprogrammeerd is als FLASH), zal dit,
gedurende het uitvoeren van een manoeuvre, knipperen met tussenpozen van
1 seconden. Als er zich een storing voordoet, zal het knipperlicht korter knip-
peren, het licht knippert tweemaal, waarna er een pauze van 1 seconde is.
Dezelfde signaleringen worden ook gegeven door het gebruikerslicht en door
de led “Bluebus”. In Tabel 16 vindt u een beschrijving van de oorzaak en oplos-
sing voor de verschillende signaleringen.
1 knippering
pauze van 1 seconde
1 knippering
Fout Bluebus systeem De controle van de inrichtingen die zijn aangesloten op het Bluebus
systeem, die aan het begin van de manoeuvre wordt uitgevoerd,
stemtnietovereenmetdeinrichtingendiegedurendedezele-
ringfase werden opgeslagen. Het is mogelijk dat er kapotte inrich-
tingen aanwezig zijn, u dient dit te controleren en de inrichtingen te
vervangen.Alserwijzigingenzijnaangebracht,dientdezelering
van de inrichtingen te worden herhaald (zie paragraaf 4.5).
2 knipperingen
pauze van 1 seconde
2 knipperingen
Er is een fotocel in werking getreden Aan het begin van de manoeuvre geven één of meer fotocellen
geen toestemming voor de beweging; controleer of er obstakels
aanwezig zijn.
3 knipperingen
pauze van 1 seconde
3 knipperingen
Activering van de beperking van de “Motorkracht” Gedurende de beweging heeft de slagboom meer wrijving onder-
vonden, ga na wat hiervan de oorzaak is.
6 knipperingen
pauze van 1 seconde
6 knipperingen
Maximumlimietmanoeuvresperuuroverschreden Wacht enkele minuten om de inrichting voor begrenzing van de
manoeuvrestotonderdemaximumlimietterugtelatenkeren.
7 knipperingen
pauze van 1 seconde
7 knipperingen
Fout in de interne elektrische circuits Koppelallevoedingscircuitsgedurendeenkelesecondenafen
probeer vervolgens opnieuw een instructie te verzenden; als de
status niet verandert, is er mogelijk een ernstige storing op de
kaart of op de aansluitingen van de motor. Controleer en vervang
de betreffende onderdelen zo nodig.
8 knipperingen
pauze van 1 seconde
8 knipperingen
Gereserveerd voor technische dienst Nice
9 knipperingen
pauze van 1 seconde
9 knipperingen
Blokkering van de automatisering Verstuur de instructie “Ontgrendel automatisering” of stuur de
manoeuvre aan met “Stap-voor-stap hoge prioriteit”.
4 knipperingen
pauze van 1 seconde
4 knipperingen
Activering van de ingang STOP Aan het begin van de manoeuvre of gedurende de beweging is er
een activering geweest van de ingang STOP; ga na wat hiervan
de oorzaak is.
5 knipperingen
pauze van 1 seconde
5 knipperingen
Fout in de interne parameters van de besturingseen-
heid
Wacht minstens 30 seconden en probeer vervolgens opnieuw een
instructie te geven; als de status niet verandert, is er mogelijk een
ernstige storing en moet de elektronische kaart worden vervangen.
Led3 Beschrving
Uit Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Altdsluiten”nietactiefis.
Aan Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Altdsluiten”actiefis.
Knippert •Programmeringvandefunctiesgaande
•AlshtegelkmetL4knippert,betekentditdatdeprocedurevoorzeleringvandeopenings-ensluitpositiesvandeslagboom
moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5).
Snel knipperen Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de parametersenconguraties.Tegelk
geeft deled“Bluebus”eendiagnosesignalering:5knipperingen-pauzevan1seconde-5knipperingen.Inditgevalmoethetgeheugen
wordengewist(zieparagraaf8.1),enmoetdezeleringvandeaangesloteninrichtingen(zieparagraaf4.4)endezeleringvande
openings- en sluitposities (zie paragraaf 4.5) worden uitgevoerd.
Led4 Beschrving
Uit Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Stand-By”nietactiefis.
Aan Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Stand-By”actiefis.
Knippert •Programmeringvandefunctiesgaande
•AlshtegelkmetL3knippert,betekentditdatdeprocedurevoorzeleringvandeopenings-ensluitpositiesvandeslagboom
moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5).
Led5 Beschrving
Uit Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Kortevertraging”actiefis.
Aan Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Kortevertraging”actiefis.
Knippert Programmeringvandefunctiesgaande.
Led6 Beschrving
Uit Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Voorwaarschuwing”nietactiefis.
Aan Bdenormalefunctioneringgeeftditaandat“Voorwaarschuwing”actiefis.
Knippert Programmeringvandefunctiesgaande.
Led7 Beschrving
Uit Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Gevoeligheidstroommeting”nietactiefis.
Aan Bnormalefunctioneringgeeftditaandat“Gevoeligheidstroommeting”actiefis.
Knippert Programmeringvandefunctiesgaande.
Led8 Beschrving
Uit Bdenormalefunctioneringgeeftditaandatdesluitingvandeslagboomnaarlinksisingesteld.
Aan Bdenormalefunctioneringgeeftditaandatdesluitingvandeslagboomnaarrechtsisingesteld.
Knippert Programmeringvandefunctiesgaande.
NL
Nederlands – 15
AFDANKENVANHETPRODUCT
Ditproductmaaktintegraaldeeluitvandeautomatiseringenmoetdan
ooksamenmetdeautomatiseringwordenafgedankt.
De ontmantelingswerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit pro-
duct moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd door
gekwaliceerdpersoneel.
Ditproductisopgebouwduitverschillendesoortenmateriaal:sommigenhier-
van kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden verwerkt.
Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingssystemen die voor deze
productcategorieznvoorziendoordeinuwlandgeldendevoorschriften.
Letop!–Sommigedelenvanhetproductkunnenvervuilendeofgevaarlke
substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtko-
men,schadelkeeffectenkunnenhebbenopdeomgeving
of op de gezondheid van personen.
Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het verbo-
den dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Voer
een “gescheiden afvalverwerking” uit volgens de methodes
dievoorzienzndoordeinuwlandgeldendevoorschriften,ofleverhetproduct
weerinbdeverkoperophetmomentdatueennieuwgelksoortigproduct
aanschaft.
Letop!–Deplaatselkgeldendevoorschriftenkunnenzwaresanctiesvoor-
zien in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit product niet
opvolgt.
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT
WAARSCHUWINGEN Allevermeldetechnischekenmerkenhebbenbetrekkingopeenomgevingstemperatuurvan20°C(±5°C).•NiceS.p.a.behoudtzich
hetrechtvoorom,opelkmomentdatditnoodzakelkgeachtwordt,wzigingenaanhetproductaantebrengen,waarbhoedanookdefunctionaliteitende
gebruiksbestemmingervangelkblven.
Typologie Elektromechanischewegbarrièremetslagboomvoorgebruikbwoningen.Controleertdeopeningensluiting
vaneendoorgangmeteenbreedtevanmaximaal3m.Compleetmetelektronischebesturingseenheid
Maximumkoppelbdestart 100Nm
Nominaalkoppel 25Nm
Maximale frequentie
werkingscyclibnominaal 100(80metaccessoireXBA4)cycli/uur
koppel*
Maximumduurcontinuewerking
10 (8 met accessoire XBA4) minuten
bhetnominalekoppel**
Tdopening ≥4s(>5smetaccessoireXBA4)
Duur Geschattussen80.000en500.000manoeuvreercyclivolgensdeconditiesdievermeldzninTabel2
Piekvoeding 230Vac(50/60Hz)
Opgenomenpiekvermogen
300W
bdestart
Maximumvermogenb
200 W
nominaalkoppel
Isolatieklasse I
Noodstroomtoevoer Ja(metaccessoirePS124)
Gebruikerslicht 12V/10W(aansluitingBA15S)
Uitgangknipperlicht Voor1knipperendsignaleringslichtLUCYB,MLBofMLBT(lamp12V-21W)
UitgangBlueBus 1uitgangmetmaximumbelastingvan12Bluebusunits
IngangSTOP Voornormaalgeslotencontacten,normaalopencontactenofmetconstanteweerstand8,2kΩ;inzelering
(eenveranderingtenopzichtevandeopgeslagenstatusveroorzaaktdeinstructie“STOP”)
IngangPP Voornormaalopencontacten(sluitingvanhetcontactveroorzaaktdeinstructieStap-voor-stap)
IngangOPEN Voornormaalopencontacten(sluitingvanhetcontactveroorzaaktdeinstructieOpen)
IngangSLUIT Voornormaalopencontacten(sluitingvanhetcontactveroorzaaktdeinstructieSluit)
Ingang radio ANTENNE 52 ΩvoorkabeltypeRG58ofsoortgelk
Aansluitingradio ConnectorSMvoorontvangersSMXI,SMXISofOXI,OXITenOXIFM
Programmeerbarefuncties 8functiesvanhettypeON-OFFen8instelbarefuncties(zieTabel6enTabel7)
ZeleringvandeopdeuitgangBluebusaangesloteninrichtingen.Zeleringvanhettypevandeinrichting
Functiesinzelering “STOP”(contactNA,NCofmetconstanteweerstand8,2kΩ).Zeleringvandeopenings-ensluitpositiesvan
deslagboomenberekeningvandevertragingspuntenenhetpuntvoorgedeeltelkeopening
Bedrfstemperatuur van-20°Ctot+50°C
Gebruikinbzonderzure,zoute
None
ofpotentieelexplosieveomgeving
Beschermingsklasse IP44
Afmetingen 1146x300h179,5;slagboom:minimaal2m-maximaal3m
Gewicht 35kg
Opmerkingen:
(*) B50°Cbedraagtdemaximalewerkingsfrequentie40cycli/uur
(**) B50°Cbedraagtdemaximaletdvoorcontinuewerking5minuten.
NL
16 – Nederlands
Verklaringvanovereenstemming
VerklaringvolgensdeRichtlnen:2004/108/EG(EMC);2006/42/EG(MD)blageII,deelA;
89/106/EEG(CPD)procedurevolgensblageIII,ii,mogelkheid2(Systeem3)
Opmerking - DeinhoudvandezeverklaringstemtovereenmethetgeenverklaardisinhetofciëledocumentdatisneergelegdbdevestigingvanNice
S.p.a.,eninhetbzonderaandelaatsterevisiehiervandievoorhetafdrukkenvandezehandleidingbeschikbaarwas.Dehierbeschreventekstwerdom
uitgeversredenenheraangepast.EenexemplaarvandeorigineleverklaringkanwordenaangevraagdbNiceS.p.a.(TV)I.
Nummer:294/X-BAR Revisie:3 Taal:NL
Naamfabrikant: NICE s.p.a.
Adres: ViaPezzaAlta13,Z.I.Rustignè,31046Oderzo(TV)Italië
Persoon die gemachtigd is om
de technische documentatie
samentestellen: NICE s.p.a.
Type: Elektromechanischeslagboombarrière
Model: X-BAR
Accessoires:
OndergetekendeMauroSordiniindehoedanigheidvanChiefExecutiveOfcer,verklaartonderzneigenverantwoordelkheiddathethierbovenbeschreven
productvoldoetaandebepalingenuitdevolgenderichtlnen:
•RICHTLN2004/108/EGVANHETEUROPESEPARLEMENTENDERAADvan15december2004metbetrekkingtotdeonderlingeaanpassingvande
wetgevingenvandeLidstatenmetbetrekkingtotdeelektromagnetischecompatibiliteitwaarmeederichtln89/336/EEGwordtafgeschaft,volgensde
volgendegeharmoniseerdenormen:
 EN61000-6-2:2005,EN61000-6-3:2007+A1:2011
•Richtln2006/42/EGVANHETEUROPESEPARLAMENTENVANDERAADvan17Mei2006metbetrekkingtotmachines,diederichtln95/16/EG(rifusie)
wzigt
WanneerdemachineinbedrfwordtgesteldineenEuropeeslandwaardeofciëlevoertaalandersisdandetaaldieindezeverklaringwordtgebruikt,isdeimporteurverplicht
ombdezeverklaringeenvertalingervantevoegen.
•Richtln89/106/EEGvandeRaadvan21december1988metbetrekkingtotdeonderlingeaanpassingvandewettelkeenreglementaireenadministra-
tievebepalingenvandeLidstatentenaanzienvanconstructieproducten,volgensdevolgendegeharmoniseerdenormen:EN13241-1:2003+A1:2011
Bovendienvoldoethetproductaandevolgendenormen:
EN60335-1:2012
Hetproductvoldoet,beperkttotdevantoepassingzndedelen,aandevolgendenormen:
EN13241-1:2003+A1:2011,EN12445:2002,EN12453:2002,EN12978:2003+A1:2009,EN60335-2-103:2003+A11:2009
Oderzo, 30 juni 2014 Ir. Mauro Sordini(ChiefExecutiveOfcer)
FundamentelevereistenvoordeCE-markering
Kenmerk Certicatie-instituut Document
Uitstoot van gevaarlijke stoffen CERT* (CPD nr. 1600) prot. nr. 246-03/AC/lz
Weerstand tegen windbelasting CERT* (CPD nr. 1600) 1157/08
Veilige opening voor deuren met verticale beweging CERT* (CPD nr. 1600) 1159/08
Mechanische weerstand en stabiliteit 167TCF08 SP S14
Manoeuvreerkrachten voor gemotoriseerde sluitingen CERT* (CPD n°1600) 1158/08
(*) CERT van Treviso Tecnologia te Lancenigo di Villorba (Tv)
Kadernr.1
Deinstallatievanhetproduct:slagboombarrièreX-Barserienummer(zieetiket):............................................................................................................
Compleetmetslagboom:XBA4endevolgendeaccessoires:..............................................................................................................................................
werduitgevoerddoor:
Bedrijf:.................................................................................................Adres:..................................................................................................................
Naamenachternaamvandeverantwoordelijkeinstallateur:..................................................................................................................................................
Deinstallateurverklaartzichstrikttehebbengehoudenaanalleaanwijzingenuitdebijhetproductgevoegdeinstructiehandleiding:
Datum.......................................................Handtekening:........................................................................
Plaatsvaninstallatievanhetproduct,bij:..................................................................Adres:......................................................................................
Letop! –Dezeverklaringvanovereenstemmingheeftgeenenkelewaardeindienalleveldenvanditkadernietvolledigzijningevuld.
BLAGEI
Alleentegebruikeningevalvaninstallatieconformhoofdstuk1en,inhetbzonder,paragraaf1.3.1
Losscheuren, het kader nr. 1 invullen en aan de eigenaar van de automatisering overhandigen, samen met de gebruikshandleiding en het onderhoudsplan
NL
Nederlands – 17
Open
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Stop
Set
Close
Fuse 1AT
Open
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
Stop
Set
Close
Fuse 1AT
Gebruikshandleiding
(teoverhandigenaandeeindgebruikervanX-Bar)
Alvorens de automatisering voor de eerste keer te gebruiken, dient u zich door de installateur uitleg te laten geven over de restrisico’s en een
paarminutentebestedenaanhetdoorlezenvandezehandleiding.Bewaardezehandleidingvooreventueletoekomstigetwfelsengeefhem
aan een eventuele nieuwe eigenaar van de automatisering.
LETOP!Uwautomatiseringiseenmachinedieuwinstructiestrouwuitvoert;eenonverantwoordelkenoneigenlkgebruik
ervankanhemechtertoteengevaarmaken:
– Zetdeautomatiseringnooitinbewegingindienerzichpersonen,dierenofvoorwerpenindiensactieradiusbevinden.
– Hetistenstrengsteverbodendelenvandeautomatiseringaanterakenterwldeslagboominbewegingis!
– Doorrdenisalleentoegestaanwanneerdeslagboomhelemaalopenisenstilstaat!
Aanbevelingen
1 - Kinderen: automatiseringsinstallaties bieden een hoge graad
vanveiligheid,doordatzeznuitgerustmetdetectiesystemendiede
manoeuvrebaanwezigheidvanmensenofvoorwerpenonderbreken
enzoaltdeenvoorspelbareenveiligeactiveringgaranderen.Hetisin
ieder geval verstandig kinderen te verbieden in de buurt van de instal-
latie te spelen en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te houden
omtevoorkomendatdeinstallatieperongelukinwerkingtreedt:het
is geen speelgoed!
2 - Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door perso-
nen(inclusiefkinderen)wierfysieke,zintuiglkeofmentalevermogens
beperktznofdienietovergenoegervaringofkennisbeschikken,
tenzdezepersonenondertoezichtstaanvaneenpersoondievoor
hunveiligheidverantwoordelkisofinstructieshebbenontvangenover
het gebruik van het product.
3 - Storingen:zodrauafwkingenindewerkingvandeautomatise-
ringsinstallatie constateert, dient u de stroomtoevoer naar de installatie
te onderbreken en hem handmatig te ontgrendelen. Probeer niet zelf
terepareren,maarroepdehulpvanuwinstallateurin:intussenkande
installatie werken als een niet geautomatiseerde toegang, nadat u de
reductiemotor op de hieronder beschreven manier ontgrendeld hebt.
Bbreukofuitvalvandestroomtoevoer, kan de automatisering,
in afwachting van de assistentie van de installateur of de terugkeer
van de elektrische energie, als de installatie niet is uitgerust met buf-
ferbatteren,tochgebruiktworden.Hiervoordientudereductiemotor
handmatig te ontgrendelen (zie stap 9 - handmatig ontgrendelen en
vergrendelen van de reductiemotor) en de slagboom handmatig in de
gewenste stand te verplaatsen.
4 - Bedieningmetbuitenwerkinggesteldeveiligheidsinrichtin-
gen: als de veiligheidsinrichtingen van de barrière niet correct werken,
ishettochmogelkdebarrièreaantesturen:
- activeer de bediening van de barrière (met de zender, sleutelschake-
laar etc.); als alles in orde is, zal de slagboom normaal open of dicht
gaan, anders zal het knipperlicht een aantal maal knipperen en zal
de manoeuvre niet starten (het aantal maal dat het licht knippert is
afhankelkvanderedenwaaromdemanoeuvrenietkanstarten).
- In dit geval dient u de bediening binnen drie seconden nog een keer
activeren en de bediening ingedrukt houden.
- na ongeveer 2 seconden zal de beweging van de barrière in de
modus “persoon aanwezig” beginnen, dat wil zeggen zo lang de
bedieninggeactiveerdis,zaldeslagboomblvenbewegen,ZODRA
DE BEDIENING WORDT LOSGELATEN, ZAL DE SLAGBOOM
STOPPEN.
Wanneerdebeveiligingenbuitengebruikzn,moetdeautoma-
tiseringzosnelmogelkgerepareerdworden.
5 - Ookalsudenkthetzelftekunnendoen,dientutochgeenwzigin-
gen in de installatie en de parameters voor programmering en instel-
lingvandeautomatiseringaantebrengen:hetisuwinstallateurdie
verantwoordelkis.
6 - De eindtest, het periodieke onderhoud en de eventuele reparaties
moeten worden gedocumenteerd door degene die deze werkzaam-
heden uitvoert en de eigenaar van de installatie dient deze documen-
ten te bewaren. De enige werkzaamheden die de gebruiker zelf kan
uitvoerenendieperiodiekbehorentewordengedaanznhetreini-
gen van de glaasjes van de fotocellen en van de automatisering zelf.
Om te voorkomen dat iemand de barrière in beweging kan zetten,
dient u voordat u dit gaat doen, de automatisering (zoals verderop
beschreven) te ontgrendelen. Gebruik voor het schoonmaken alleen
een enigszins vochtige in water gedrenkte doek.
7 - Vervangingvanhetboordlicht: om de lamp op de besturings-
eenheidtevervangenishet,opdeeersteplaats,belangrkX-Barlos
tekoppelenvanalleelektrischevoedingsbronnen(ookdebufferbatter)
en te werk te gaan zoals getoond op afb. A; vervang de lamp door een
anderelampmetdezelfdeeigenschappen(12V/10W-ttingBA15S).
3
A
1
2
NL
18 – Nederlands
8 - Afvalverwerking: als de automatisering niet meer gebruikt kan
worden, dient u zich ervan te vergewissen dat de ontmanteling ervan
doorgekwaliceerdpersoneelwordtuitgevoerdendathetmateriaal
volgensdeplaatselkgeldendevoorschriftenwordthergebruiktof
naar de afvalverwerking wordt gezonden.
9 - Handmatigeontgrendelingenvergrendelingvandereduc-
tiemotor:dereductiemotorisuitgerustmeteenmechanischsysteem
dathetmogelkmaaktdeslagboommetdehandteopenenente
sluiten. Dit moet gedaan worden in het geval van een stroomuitval of
van storingen in de werking.
BELANGRK!
–Hetontgrendelenenvergrendelenvandereductiemotormag
alleengebeurenwanneerdeslagboomstilstaatenhorizontaal
is.
–Dehandmatigeontgrendelingkanaanbeidezdenvande
barrièreplaatsvinden.
01. Draai aan het deksel dat de sleutel afdekt (afb. B - 1);
02. Steekdebgeleverdesleutelinendraaidesleutel180°(afb. B - 2);
03. Verplaats de slagboom in de gewenste stand (afb. B - 3);
04. Om de reductiemotor te vergrendelen draait u de sleutel nog 180°
verder.
180°
B
1
3
3
2
NL
Nederlands – 19
Onderhoudsplan
(teoverhandigenaandeeindgebruikervanX-Bar)
ONDERHOUDSREGISTER
Belangrk – Dit onderhoudsregister moet worden overhandigd aan de eigenaar van de automatisering, na het volledig te hebben ingevuld
Inditregistermoetenalleuitgevoerdeonderhouds-en,reparatiewerkzaamhedenenaangebrachtewzigingenvermeldworden.Hetregister
moetbiedereingreepwordenbgewerktenmoetzorgvuldigbewaardwordenzodathetaltdbeschikbaarisvoorinspectiedoordebevoegde
instanties.
Dit“Onderhoudsregister”heeftbetrekkingopdevolgendeautomatisering:
mod.X-Bar.-serienummer.........................-geïnstalleerdop(datum).........................-b.............................................................................
Devolgendebgevoegdedocumentenmakendeeluitvandit“Onderhoudsregister”:
1) - Onderhoudsplan
2) - ............................................................................................
3) - ............................................................................................
4) - ............................................................................................
5) - ............................................................................................
6) - ............................................................................................
Volgenshetbgevoegde“Onderhoudsplan”,moetendeonderhoudswerkzaamhedenmetdevolgendetussenpozenwordenuitgevoerd:
iedere 6 maanden of iedere10%vandevoorzieneduur-manoeuvreercycli, wat het eerst is.
ONDERHOUDSPLAN
Letop!–Hetonderhoudvandeinstallatiemoetwordenuit-
gevoerddoorgekwaliceerdtechnischpersoneel,inovereen-
stemmingmetdedoordegeldendewettenvoorzieneveilig-
heidsnormenendeveiligheidsvoorschriftenuithoofdstuk1
-“Algemeneaanbevelingenenvoorzorgsmaatregelenvoorde
veiligheid”,aanhetbeginvandezehandleiding.
OverhetalgemeenbehoeftX-Bargeenbzonderonderhoud;maar
doorregelmatigecontrolesuittevoerenhoudtudeinstallatiealtdin
goede staat van werking en bent u verzekerd van een reguliere wer-
king van de geïnstalleerde veiligheidssystemen.
Voor het onderhoud van de inrichtingen die aan X-bar werden toege-
voegdvolgtudeaanwzingenindebetreffendeonderhoudsplannen.
Als algemene regel wordt aangeraden eens in de 6 maanden een peri-
odiekecontroletedoen.Hetisookmogelkhetonderhoudsinterval
alsvolgttebepalen:
•Als X-Bar is ingesteld voor hoge snelheden, met hoge krachtniveaus
of met een slagboom die verzwaard is door accessoires, zal het nodig
znvakertecontroleren.Overhetalgemeendient,omhetaantalcycli
tot aan de volgende onderhoudsbeurt te berekenen, een schatting te
worden gemaakt van de duur volgens tabel 4 en een onderhoudsbeurt
teplannenbiedere10%vanderesulterendemanoeuvres;bv.b
een totale duur van 500.000 (*); moet het onderhoud iedere 50.000
cycli worden uitgevoerd.
(*) Bzondereaanbevelingmetbetrekkingtotdevervanging
vandeveer:
het balanssysteem is gebaseerd op het gebruik van een
veer
. De duur van deze veer is gemiddeld langer dan 500.000 cycli,
maar om een adequate veiligheidsmarge te hebben wordt aanbevolen
deveertevervangenvoordatdezetermnbereiktis.
BbenadrukkendatookingevalvanbreukvandeveerdeX-BAR
blftvoldoenaandevereistedievoorzienisin4.3.4vandenormEN
12604:2000.
•Het balanssysteem van de slagboom moet minstens 2 maal per jaar
gecontroleerdworden,bvoorkeurbhetwisselenvandeseizoenen.
Ophetvoorzienetdstipdienenbdeonderhoudsbeurtdevolgende
controlesenvervangingentewordenuitgevoerd:
1 Controleerofdeaanwzingenmetbetrekkingtotdeveiligheiduit
hoofdstuk1striktinachtzngenomen.
2 Controleer of de slagboom correct uitgebalanceerd is, zie para-
graaf 3.8.
3 Controleer of de handmatige ontgrendeling goed werkt, zie para-
graaf 3.6.
4 Gebruik de zender of de sleutelschakelaar om tests van de ope-
ning, sluiting en stop van de barrière te doen en controleer of de
beweging van de slagboom zoals voorzien is. Het is goed om
meerdere tests uit te voeren om de beweging van de slagboom te
beoordelen en te controleren op eventuele montage- of instelfou-
tenofdeaanwezigheidvanwrvingspunten.
5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie één voor
éénomtezienofzecorrectwerken(fotocellen,contactlstenetc.).
Wanneer een inrichting in werking treedt, zal de led “BlueBus” op
de besturingseenheid 2 maal sneller knipperen om te bevestiging
dat de inrichting herkend werd.
6 Controleeralsvolgtofdefotocellengoedwerken:afhankelkvan
oferéénoftweekoppelsfotocellengemonteerdzn,heeftuéén
oftweeparallellepipedumsvanstarmateriaalnodig(bv.houten
panelen)metafmetingenvan70x30x20cm.Elkparallellepi-
pedummoetdriezdenhebben,éénvooriederedimensie,van
reecterendmateriaal(bv.spiegelofwittehoogglanslak)endrie
zdenvanmatmateriaal(bv.geverfdmetmattezwartelak).Voor
de test van de fotocellen op 50 cm van de grond, moet het parallel-
lepipedum op de grond worden geplaatst of op een hoogte 50 cm
om fotocellen te testen die zich op 1 m van de grond bevinden.
Bhettestenvanéén koppel fotocellen moet het testvoorwerp
exactonderhetmiddenvandeslagboomwordengeplaatst,met
dezdenvan20cmnaardefotocellentoegericht,enoverdehele
lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 46).
Bhettestenvantwee koppels fotocellen moet de test eerst apart
voor ieder koppel fotocellen worden uitgevoerd met behulp van 1
testvoorwerp en vervolgens herhaald worden met 2 testvoorwerpen.
Iedertestvoorwerpmoetopzvanhetmiddenvandeslagboom
worden geplaatst, op een afstand van 15 cm, en vervolgens over
de hele lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 47).
Gedurende deze tests moet het testvoorwerp op iedere willekeu-
rige positie gedetecteerd worden door de fotocellen.
7 Controleer of er geen interferentie is tussen de fotocellen en andere
inrichtingen door met een cilinder (diameter 5 cm, lengte 30 cm)
de optische as te onderbreken die het koppel fotocellen met elkaar
verbindt (afb. 48):laatdecilindereerstvlakvoordefotocelTX
langs gaan, vervolgens voor RX en tot slot in het midden, tussen
de twee fotocellen in. Verzeker u er vervolgens van dat de inrichting
in alle gevallen in werking treedt, en van de actieve status naar
de alarmstatus gaat en omgekeerd; controleer tot slot of dit in de
besturingseenheiddevoorzieneactieveroorzaakt(bvoorbeeld
omkering van de beweging in de Sluitmanoeuvre).
8 Controlevandebeveiligingtegenhetgevaarvanhetmee
omhoogtrekkenvanvoorwerpen;bautomatiseringenmet
verticalebewegingdientmenaltdtecontrolerenofditgevaar
nietaanwezigis.Dezetestkanalsvolgtwordenuitgevoerd:hang
halverwege de lengte van de slagboom een gewicht van 20 kg
(bvoorbeeldeenzakgrint),geefinstructievooreenopeningsma-
noeuvre en controleer of de slagboom gedurende deze manoeuvre
niet hoger dan 50 cm vanaf de sluitstand gaat. Indien de slagboom
dezehoogteoverschrdt,dientdemotorkrachttewordengeredu-
ceerd (zie hoofdstuk 6 - Tabel 7).
9 Indien men de gevarensituaties, veroorzaakt door de beweging
van de slagboom, heeft beveiligd door middel van beperking van
de stootkracht, dient de kracht te worden gemeten in overeen-
stemming met de norm EN 12445 en dient men eventueel, als
NL
20 – Nederlands20 – Nederlands
de controle van de “motorkracht” gebruikt wordt als hulp voor het
systeem voor de reductie van de stootkracht, uit te proberen welke
afstelling de beste resultaten geeft.
10 Controlevandedoeltreffendewerkingvanhetontgrende-
lingssysteem: zet de slagboom in de sluitstand en voer een hand-
matige ontgrendeling van de reductiemotor uit (zie paragraaf 3.6)
en controleer of dit zonder problemen gebeurt. Controleer of de
handmatige kracht die nodig is om de slagboom in openingsstand
te zetten niet groter is dan 200 N (circa 20 kg); de kracht wordt
loodrecht op de slagboom en op 1 m van de draaias gemeten.
Controleer tot slot of de sleutel die nodig is voor de handmatige
ontgrendelingbeschikbaarisindenabheidvandeautomatisering.
11 Controlevanhetsysteemvoorafkoppelingvandevoeding:
activeer de inrichting voor afkoppeling van de voeding en koppel
deeventuelebufferbatterenafenganaofalleled’sopdebestu-
ringseenheiduitznenofdeslagboomookbhetversturenvan
eenbedieningsinstructiestilblftstaan.Controleerdedoeltreffende
werkingvanhetvergrendelingssysteemomerzekervantezndat
hetnietmogelkisdatdeinstallatiewanneeronbedoeldofdoor
onbevoegden weer onder stroom kan worden gezet.
Datum
Beschrvingvandeuitgevoerdewerkzaamheden
(Beschrvingvandecontroles,afstellingen,reparaties,wzigingen…)
Handtekening
vandeTechnicus
Handtekening
vandeEigenaar
q Alledoorhetonderhoudsplanvoorgeschrevenhandelingenznuitgevoerd

Documenttranscriptie

X-BAR Automatic barrier EN - Instructions and warnings for installation and use IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise PL - Instrukcje i ostrzeżenia do instalacji i użytkowania NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik RU - Инструкции и важная информация для технических специалистов 48 AT n p Sto Set se Clo L2 L1 L4 L3 L6 L5 L8 e os F2 F1 L7 Open Stop Set Close L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 XII en Op St o Se p t Cl Ope 1 Fuse 52 51 50 49 Fuse 1AT NEDERLANDS 1 ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN 1.1 - Aanbevelingen voor de veiligheid AFBEELDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - XII Hoofdstuk 1 - ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN 1.1 - Aanbevelingen voor de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1.2 - Aanbevelingen voor de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1.3 - Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de Europese Richtlijnen die van toepassing zijn op het product. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1.3.1 - Installatiecriteria en bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de fundamentele vereisten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Hoofdstuk 2 – BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN GEBRUIKSBESTEMMING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Hoofdstuk 3 - INSTALLATIE 3.1 - Controles voorafgaand aan de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 - Gebruikslimieten van het product. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.1 - Duur van het product. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3 - Typische installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4 - Bevestiging van de barrière . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is. . . . . . . . . . . . 3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is. . . . . . . . . . . 3.5 - Installatie slagboom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.1 - Assemblage van de steun voor de slagboom. . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.5.2 - Assemblage van de slagboom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.6 - Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor . . . . . . 3.7 - Instelling van de mechanische eindstops . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.8 - Balancering van de slagboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Hoofdstuk 4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 4.1 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . 4.3 - Vooringestelde functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4 - Zelflering van de met aangesloten inrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5 - Zelflering van de openings- en sluitposities. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6 - Controle van de beweging van de slagboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.7 - Aansluiting van een radio-ontvanger. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.8 - Aansluiting slagboomlichten (optioneel accessoire). . . . . . . . . . . . . . . . . 4.9 - Aansluiting van andere inrichtingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.9.1 - Programmeereenheid Oview . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.9.2 - Bufferbatterij mod. PS124 (accessoire). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.9.3 - Systeem Solemyo (voeding via zonne-energie). . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 Hoofdstuk 5 - EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING 5.1 - Eindtest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 5.2 - Inbedrijfstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Hoofdstuk 6 - PROGRAMMERING VAN DE BESTURINGSEENHEID 6.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 6.2 - Programmering tweede niveau (instelbare parameters). . . . . . . . . . . . . . 8 6.2.1 - Programmeervoorbeelden: eerste niveau en tweede niveau. . . . . . 10 Hoofdstuk 7 - WAT TE DOEN ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Hoofdstuk 8 - AANVULLENDE INFORMATIE 8.1 - Volledig wissen van het geheugen van de besturingseenheid. . . . . . . . 8.2 - Overige functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3 - Toevoegen of verwijderen van inrichtingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.1 - Ingang Bluebus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.2 - Fotocellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.3 - Digitale codeschakelaar MOTB en Proximity lezer voor transponder cards MOMB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.4 - Ingang STOP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4 - Diagnostiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.1 - Signaleringen van de besturingseenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.2 - Signaleringen van het knipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 AFDANKEN VAN HET PRODUCT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Verklaring van overeenstemming: bijlage I (bijlage die uitgeknipt kan worden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Gebruikshandleiding (bijlage die uitgeknipt kan worden) . . . . . . . . . . . . . . 17 Onderhoudsplan (bijlage die uitgeknipt kan worden). . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 1.2 - Aanbevelingen voor de installatie • Voordat u met de installatie begint, dient u te controleren of dit product ge­schikt is voor het automatiseren van uw zonwering (zie paragraaf 3.1 en 3.2). Als het product niet geschikt is, dient u het NIET te installeren. • De inhoud van deze handleiding heeft betrekking op een typische installatie zoals beschreven in afb. 1. Gezien de gevaarlijke situaties die zich gedurende de installatie en het gebruik van het product kunnen voordoen, is het noodzakelijk de automatisering te installeren met inachtneming van de volgende aanbevelingen: - In het voedingsnet van de installatie dient een afkoppelingsinrichting te worden geïnstalleerd met een openingsafstand tussen de contacten die een volledige afkoppeling toelaat in de condities die worden voorgeschreven door de overspanningscategorie III. - Alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden met van de elektrische voeding losgekoppelde automatisering. Indien de inrichting voor afkoppeling van de voeding niet zichtbaar is vanaf de plaats waar de automatisering is geïnstalleerd, dient voor het begin van het werk een bord met het opschrift “LET OP! BEZIG MET ONDERHOUD” op de afkoppelingsin­ richting te worden bevestigd. - Het product moet worden aangesloten op een elektrische voedingsleiding die correct geaard is. - Behandel de automatisering gedurende de installatie voorzichtig en voorkom samendrukking, stoten, valpartijen of contact met vloeistoffen van welke soort dan ook. Plaats het product niet in de buurt van warmtebronnen en stel het niet bloot aan open vuur. Een dergelijke handelswijze kan het product beschadigen en storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken. Als dit ge­beurt, de installatie onmiddellijk onderbreken en contact opnemen met de klantenservice van Nice. - Voer geen wijzigingen uit op onderdelen van het product. Niet-toegestane handelingen zullen slechts storingen in de werking veroorzaken. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van op willekeurige wijze gewijzigde inrichtingen. - Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (inclusief kinderen) wier fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens beperkt zijn of die niet over genoeg ervaring of kennis beschikken, tenzij deze personen onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is of instructies hebben ontvangen over het gebruik van het product. - Het product kan niet beschouwd worden als een doeltreffend systeem voor beveiliging tegen inbraak. Als u uw woning doeltreffend wilt beveiligen, dient de automatisering te worden aangevuld met andere inrichtingen. - Laat kinderen niet met de vaste bedieningsinrichtingen spelen. Houd de bedieningsinrichtingen (afstandsbedieningen) buiten bereik van kinderen. - X-Bar mag niet gebruikt worden voordat de inbedrijfstelling heeft plaatsgevonden zoals dat in hoofdstuk 5 “Eindtest en inbedrijfstelling” is aangegeven. - De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van het product moet volgens de plaatselijk geldende regels plaatsvinden. 1.3 - Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de Europese Richtlijnen die van toepassing zijn op het product • Richtlijn “Constructieproducten”: Bijzondere aanbevelingen voor dit product ten aanzien van de Richtlijn “Constructieproducten” 89/106/EEG en daaropvolgende wijziging 93/68/EEG: - De complete installatie van dit product, zoals beschreven in deze instructiehandleiding en voor bepaalde soorten gebruik (bijvoorbeeld uitgezonderd het gebruik uitsluitend voor voertuigen), kunnen het product binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn “Constructieproducten ” 89/106/EEG en de betreffende geharmoniseerde norm EN 13241-1 laten vallen. - In paragraaf 1.3.1 zijn alle installatiecriteria beschreven waaraan voldaan moet worden opdat het product voldoet aan de fundamentele vereisten van de richtlijn 89/106/EEG; degene die de installatie uitvoert dient zich ervan te verzekeren dat al deze criteria strikt in acht zijn genomen. - Indien X-Bar geïnstalleerd en gebruikt wordt zonder dat aan één of meer van deze criteria wordt voldaan, is het mogelijk dat de fundamentele vereisten niet gegarandeerd worden. In dergelijke situaties is het verboden het product te gebruiken voordat degene die de installatie uitvoert niet gecontroleerd heeft of wordt voldaan aan de door de richtlijn voorziene vereisten; in dit geval dient het etiket “ES13241-1.4870” dat op het product zit onmiddellijk te worden verwijderd en kan de “EG-verklaring van overeenstemming” van bijlage I in deze handleiding niet gebruikt worden. De consequentie is dat degene die de installatie uitvoert op zijn beurt de fabrikant van het product “automatische barrière” wordt en de bepalingen van de Richtlijn “Constructieproducten” 89/106/EEG en de betreffende geharmoniseerde norm EN 13241-1 in acht dient te nemen. In dit geval moet X-Bar beschouwd worden als “machinecomponent” en mag de “Verklaring van overeenstemming” van bijlage II worden gebruikt (om te worden opgenomen in de technische documentatie). • Richtlijn “Machines”: - In paragraaf 1.3.1 zijn alle installatiecriteria beschreven waaraan voldaan moet Nederlands – 1 NL Inhoudsopgave • LET OP! – Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid van de betrokken personen. Een onjuiste installatie kan ernstig letsel veroorzaken. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen dient u de handleiding helemaal door te lezen. In geval vantwijfel, het product niet installeren en opheldering vragen aan de klantenservice van Nice. • LET OP! – Belangrijke aanwijzingen: bewaar deze handleiding voor eventuele onderhoudswerkzaamheden of de verwerking als afval van het afgedankte product. NL worden opdat het product voldoet aan de fundamentele vereisten van de Richtlijn Machines 2006/42/EG (ex 98/37/EG). Degene die de installatie uitvoert dient zich ervan te verzekeren dat al deze criteria strikt in acht zijn genomen. - Indien X-Bar geïnstalleerd en gebruikt wordt zonder dat aan één of meer van deze criteria wordt voldaan, is het mogelijk dat de fundamentele vereisten niet gegarandeerd worden. In dergelijke situaties is het verboden het product te gebruiken voordat degene die de installatie uitvoert niet gecontroleerd heeft of wordt voldaan aan de door de richtlijn voorziene vereisten; in dit geval kan de “EG-verklaring van overeenstemming: bijlage I” niet gebruikt worden. De consequentie is dat degene die de installatie uitvoert op zijn beurt de fabrikant van het product “automatische barrière” wordt en de bepalingen van de Richtlijn Machines 2006/42/EG in acht dient te nemen. De fabrikant dient een risico-analyse uit te voeren, deze bevat ook de lijst van de fundamentele veiligheidsvereisten die zijn beschreven “in de bijlage I van de Richtlijn Machines”, met vermelding van de oplossingen die werden toegepast. Wij maken u erop attent dat de risico-analyse één van de documenten is die deel uit maken van het “technisch dossier” van de automatisering. De risicoanalyse dient te worden ingevuld door een professionele installateur en de “Verklaring van overeenstemming” van bijlage II kan gebruikt worden en moet worden ingevuld door degene die de installatie van de X-Bar uitvoert. Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de Richtlijn “Machines” 2006/42/EG; moeten in aanmerking worden genomen in het geval de installateur de fabrikant van het product wordt. X-Bar wordt op de markt gebracht als een “niet-voltooide machine” en is er dus voor gemaakt om in een machine ingebouwd te worden of met andere machines geassembleerd te worden teneinde “een machine” op grond van de Richtlijn 2006/42/EG te vormen, alleen in combinatie met andere onderdelen en op de manieren die in deze instructiehandleiding beschreven zijn. Wij attenderen u erop dat het op grond van de Richtlijn 2006/42/EG niet geoorloofd is dit product in bedrijf te stellen zolang de fabrikant van de machine waarin dit product wordt opgenomen, deze niet heeft geïdentificeerd en conform aan de Richtlijn 2006/42/EG heeft verklaard. • Richtlijn “Laagspanning”: Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de Richtlijn “Laagspanning” 2006/95/ EEG. Dit product voldoet aan de eisen van de Richtlijn “Laagspanning” indien het gebruikt wordt voor de toepassing en in de configuratie die voorzien zijn in deze instructiehandleiding en in combinatie met de artikelen uit de productcatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn dat er niet aan deze eisen voldaan wordt als het product gebruikt wordt in een configuratie of met andere producten die niet voorzien zijn; het is verboden het product in deze situaties te gebruiken zolang degene die de installatie verricht niet heeft gecontroleerd of ze aan de in de Richtlijn gestelde eisen voldoen. • Richtlijn “Elektromagnetische compatibiliteit”: Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product met betrekking tot de Richtlijn “Elektromagnetische compatibiliteit” 2004/108/EEG. Dit product is onderworpen aan tests met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit in de meest kritieke gebruikssituaties, in de configuraties die in deze instructiehandleiding voorzien zijn en in combinatie met artikelen uit de productcatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn dat de elektromagnetische compatibiliteit niet gegarandeerd is, als het product gebruikt wordt in configuraties of met andere producten die niet voorzien zijn; het is verboden het product in deze situaties te gebruiken zolang degene, die de installatie verricht, niet heeft gecontroleerd of aan de in de Richtlijn gestelde eisen wordt voldaan. 1.3.1 - Installatiecriteria en bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de fundamentele vereisten Dit product voldoet, indien correct geïnstalleerd, aan de fundamentele vereisten zoals voorzien door de Europese Richtlijn met betrekking tot “Constructieproducten” 89/106/EEG zoals voorgeschreven door de geharmoniseerde norm vEN 13241-1, zoals vermeld in Tabel A; en door de Europese Richtlijn “Machines” 2006/42/EG. Let op! – Mocht X-Bar uitsluitend bestemd zijn voor het doorlaten van autoverkeer, dan zou hij worden uitgesloten van het toepassingsgebied van EN 13241- 1; in dit geval is inachtneming van enkele van de in Tabel A vermelde vereisten mogelijk niet verplicht. Het verkeer kan beschouwd worden als“uitsluitend autoverkeer” wanneer voor de andere soorten verkeer (bijvoorbeeld voetgangers) er een uitdrukkelijk verbod geldt, dat bijvoorbeeld door speciale borden wordt aangegeven en als er voor eventuele andere soorten verkeer hiervoor in de onmiddellijke nabijheid van de barrière een adequate ruimte voor is. • Uitstoot van gevaarlijke stoffen: Het product bevat geen en/of stoot geen gevaarlijke stoffen uit in overeenstemming met de voorschriften van de norm EN 13241-1, punt 4.2.9 en volgens de lijst van gevaarlijke stoffen op de internetsite van de Europese Gemeenschap*: http:// europa.eu.int/comm/enterprise/construction/internal/dangsub/dangmain_en.htm (*) Last update: 17/03/2003 Bijzondere aanbeveling om te garanderen dat blijvend aan de vereiste wordt voldaan – Het is van fundamenteel belang dat ook de andere in de installatie gebruikte materialen, bijvoorbeeld elektriciteitskabels, aan deze vereiste voldoen. • Weerstand tegen windbelasting In Tabel B is de weerstand van de bijgeleverde stang tegen de differentieeldruk van de wind vermeld. De tests werden uitgevoerd met de stang met stootprofiel, bij andere accessoires kan het blootgestelde oppervlak groter zijn, waardoor de weerstand tegen windbelasting afneemt. • Veilige opening voor deuren met verticale beweging Het product veroorzaakt geen ongecontroleerde bewegingen en de slagboom kan niet vallen in geval van storing van een afzonderlijke component van het ophanging- of balanceringsysteem (veren). Bijzondere aanbeveling om te garanderen dat blijvend aan de vereisten wordt voldaan: - Volg bij de installatie alle in de hoofdstukken “3 - Installatie” en “5 - Eindtest en inbedrijfstelling” beschreven aanwijzingen zorgvuldig op. - Verzeker u ervan dat er een onderhoudsplan wordt opgesteld (bijvoorbeeld door gebruik van een “Onderhoudslampje” dat wordt aangesloten op de uitgang FLASH, gekoppeld aan de betreffende functie - zie Tabel 7); waarin de aanwijzingen uit het hoofdstuk “Onderhoudsplan” zorgvuldig worden opgevolgd. • Mechanische weerstand en stabiliteit Het product werd zodanig ontworpen en geconstrueerd en dat bij het normale gebruik de uitgeoefende krachten, de stoten en de normale slijtage het product niet beschadigen en de mechanische prestaties ervan niet aantasten. Waarschuwing: zie de aanwijzingen voor de vereisten “Veilige opening voor deuren met verticale beweging”. • Manoeuvreerkrachten voor gemotoriseerde sluitingen De krachten die bij bedrijf worden uitgeoefend door de slagboom worden, om gevaar voor beknelling te voorkomen, op één van de volgende drie methodes afgeschermd: 1 Voor de werking met “bediening zonder automatische blokkering” (persoon aanwezig): zoals gespecificeerd in EN 12453:2000, punt 5.1.1.4. In dit geval moet de bedieningsknop in het zicht van de automatisering geplaatst worden en, indien dit een openbare ruimte is, worden beschermd zodat onbevoegden hem niet kunnen gebruiken, bijvoorbeeld met een sleutelschakelaar. 2 Voor de “semi-automatische” werking: via de beperking van de krachten zoals gespecificeerd in EN 12453:2000, punten 5.1.1.5 en 5.1.3. 3 Voor de “automatische” werking: via de beperking van de krachten zoals ge­specificeerd in EN 12453:2000, punten 5.1.1.5 en 5.1.3; in dit geval is het verplicht minstens één koppel fotocellen te installeren zoals aangegeven op afb. 1. Speciale aanwijzingen voor de “semi-automatische” en “automatische” wer­king: de typeproeven voor de controle van de doeltreffendheid van de be­perking van de krachten werden uitgevoerd met de regelaar van de kracht ingesteld op de maximumwaarde (Kracht = 8) en de snelheidsinstelling op het ma­ximum (Snelheid = 5 (100%)); met volgens de instructies gemonteerde slagboom, en de slagboom voorzien van “stootprofiel” boven en onder de slagboom en met het accessoire “signaleringslichten” XBA4 in het bovenste stootprofiel gemonteerd. Bijzondere aanbeveling om te garanderen dat blijvend aan de vereiste wordt voldaan: zie de aanwijzingen voor de vereiste “Veilige opening voor deuren met verticale beweging”. TABEL A - Fundamentele vereisten voor de CE-markering (volgens het prospect ZA.1 van de norm EN 13241-1) Basiskenmerken Punt van de norm Resultaat Waterbestendigheid 4.4.2 NPD* Uitstoot van gevaarlijke stoffen 4.2.9 Conform Weerstand tegen windbelasting 4.4.3 Conform Thermische weerstand 4.4.5 NPD* Luchtdoorlaatbaarheid 4.4.6 NPD* Veilige opening voor deuren met verticale beweging 4.2.8 Conform Definitie van de geometrie van de glazen componenten 4.2.5 NPD* Mechanische weerstand en stabiliteit 4.2.3 Conform Manoeuvreerkrachten voor gemotoriseerde sluitingen 4.3.3 Conform Duurzaamheid van de waterbestendigheid, de thermische weerstand en de luchtdoorlaatbaarheid 4.4.7 NPD* * NPD = Niet-verklaarde prestatie, wanneer het product deze prestatie niet biedt , bijvoorbeeld “Luchtdoorlaatbaarheid”, of wanneer de vereiste niet van toepassing is, bijvoorbeeld “Definitie van de geometrie van de glazen componenten”. TABEL B Type slagboom Bijgeleverde slagboom, volgens de instructies geassembleerd 2 – Nederlands Klasse volgens EN 12424 Maximale windsnelheid Fenomeentype volgens schaal van Beaufort 5 (> 1000 Pa) 389 m/s (108 km/h) Orkaan TABEL 2 3 INSTALLATIE 3.1 - Controles voorafgaand aan de installatie Voordat u gaat installeren dient u te controleren of de onderdelen van het product intact zijn, het gekozen model adequaat is en de of de plaats van installatie geschikt is: • Vergewis u ervan dat al het te gebruiken materiaal in optimale staat is en geschikt is voor het voorziene gebruik. • Controleer of het mogelijk is alle gebruikslimieten van het product in acht te nemen (zie paragraaf 3.2). • Controleer of de voor de installatie gekozen ruimte compatibel is met de totaalafmetingen van het product (afb. 2). • Controleer of het voor de installatie van de barrière gekozen oppervlakte stevig is en een stabiele bevestiging kan verzekeren. • Controleer of er op de plaats van bevestiging geen kans op wateroverlast bestaat; eventueel dient u de barrière verhoogd van de grond te plaatsen. • Controleer of er genoeg ruimte rond de barrière is om de handmatige manoeuvres gemakkelijk en veilig uit te kunnen voeren. • Controleer of er zich langs het bewegingstraject van de slagboom geen obstakels bevinden die de openings- en sluitmanoeuvres kunnen belemmeren. • Controleer of elk van de te installeren inrichtingen wordt opgesteld op een beschutte plek, beschermd tegen stoten. 3.2 - Gebruikslimieten van het product Controleer, alvorens tot installatie van het product over te gaan, of alle in het hoofdstuk “Technische gegevens van het product” vermelde waarden en de in Tabel 1 vermelde maximumfrequentie van de cycli compatibel zijn met het voorziene gebruik. – Controleer of de geschatte duur (zie paragraaf 3.2.1) compatibel is met het voorziene gebruik. – Controleer of het mogelijk is alle in deze handleiding vermelde beperkingen, condities en aanbevelingen in acht te nemen. TABEL 1 Typologie Snelheid snelheid Maximum aantal cycli/uur X-Bar met slagboom, zonder accessoires X-Bar met slagboom en lichten mod. XBA4 V5 100 Maximum aantal cycli na elkaar 50 V4 80 40 3.2.1 - Duur van het product De duur is de gemiddelde economische levensduur van het product. Deze waarde wordt sterk beïnvloed door de zwaarte-index van de manoeuvres: dat wil zeggen de som van alle factoren die bijdragen aan het slijtageproces, zie Tabel 2. Om een schatting te maken van de duur van uw automatisering, gaat u als volgt te werk: 01. Tel de waarden van de punten in Tabel 2 met betrekking tot de in de installatie aanwezige condities bij elkaar op; 02. Trek in de Grafiek 1 een verticale lijn van de zo juist gevonden waarde tot aan het snijpunt met de kromme; vanaf dit punt trekt u een horizontale lijn totdat u de lijn van de “manoevreercycli” kruist. De zo gevonden waarde is de geschatte duur van uw product. De in de grafiek aangegeven waarden voor de duur worden uitsluitend verkregen bij strikte inachtneming van het onderhoudsplan, zie het hoofdstuk “Onderhoudsplan”. De schatting van de levensduur wordt gemaakt op grond van ontwerpberekeningen en de resultaten van op de prototypes uitgevoerde Zwaarte index Slagboom met lichten mod. XBA4 15 % Omgevingstemperatuur hoger dan 40°C of lager dan 0°C 15 % Aanwezigheid stof of zand 10 % Aanwezigheid zilte lucht 10 % Onderbreking manoeuvre door Foto > 10% 15 % Onderbreking manoeuvre door Alt > 10% 25 % Kracht van 5 of 6 10 % Kracht van 7 of 8 10 % Snelheid V3 en V4 5% Snelheid V5 20 % GRAFIEK 1 500.000 400.000 300.000 200.000 NL X-Bar is een elektronische wegbarrière met slagboom voor gebruik in woonomgevingen; controleert de opening en sluiting van een voertuigdoorgang met een breedte van maximaal 3 meter. LET OP! – Ieder gebruik dat afwijkt van hetgeen hier beschreven is en in andere omgevingscondities dan in deze handleiding zijn vermeld dient als oneigenlijk en dus als verboden te worden beschouwd! X-Bar is een elektromechanische reductiemotor met 24 V motor, met ingebouwd knipperlicht en elektronisch eindaanslagsysteem. De besturingseenheid biedt de mogelijkheid tot aansluiting op inrichtingen van het systeem Opera van Nice en op het systeem voor voeding via zonne-energie“Solemyo” (zie paragraaf 4.9.3). X-Bar werkt op elektrische stroom en in het geval de stroom uitvalt door een elektrische storing is het mogelijk de slagboom handmatig te ontgrendelen en verplaatsen. Als alternatief is het mogelijk gebruik te maken van de bufferbatterij model PS124 (optioneel accessoire - zie paragraaf 4.9.2), die ervoor garant staat dat de automatisering in de eerste uren van een stroomuitval nog een aantal manoeuvres kan uitvoeren. Om deze periode of het aantal manoeuvres te vergroten, is het goed om de functie Stand by te activeren (zie tabel 6). X-Bar heeft ook een aansluitmogelijkheid voor het installeren van slagboomlichten, mod. XBA4 (accessoire - zie paragraaf 4.8). manoeuvreercycli 2 tests. Aangezien het een schatting betreft, kan deze waarde geen enkele expliciete garantie bieden voor de effectieve levensduur van het product. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN GEBRUIKSBESTEMMING 100.000 Zwaarte-index (%) Voorbeeld van berekening van de levensduur van de wegbarrière X-Bar (zie Tabel 2 en Grafiek 1): X-Bar met lichten XBA4 (zwaarte-index van 15%) - Aanwezigheid zilte lucht (zwaarte-index van 10%): totale zwaarte-index = 25% De geschatte duur bedraagt ongeveer 240.000 manoeurvreercycli. 3.3 - Typische installatie Op afb. 3 ziet u de componenten die aanwezig zijn in de productverpakking: [a] - wegbarrière met ingebouwde besturingseenheid [b] - steun slagboom [c] - stootprofiel (6 stuks) [d] - dop voor slagboom [e] - 3 aluminium slagboomprofielen (van 1 m het stuk) [f] - 4 verbindingsbeugels voor slagboom [g] - 2 draagbeugels voor slagboom [h] - 4 verbindingsstukken voor stootrubber [i] - metalen bevestigingsonderdelen (schroeven, ringen, etc. sleutels voor de handmatige ontgrendeling en vergrendeling van de slagboom) [l] - 2 verbindingsstukken voor slagboom Op afb. 1 ziet u een voorbeeld van een automatiseringsinstallatie die gerealiseerd is met onderdelen van Nice. Bepaal bij benadering de plaats waarop elk onderdeel van de installatie geïnstalleerd zal worden, zie het gebruikelijke standaardschema van afb. 1. LET OP! – Over het algemeen dient u de uiteinden van de buizen voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels dichtbij de punten te plaatsen waar de verschillende inrichtingen bevestigd zullen worden. Opmerking: het doel van de buizen is de elektrische kabels te beschermen en breuk, bijvoorbeeld door stoten, te voorkomen. De wegbarrière werd in de fabriek ingesteld om de sluitmanoeuvre naar links uit te voeren; het is belangrijk om in deze fase te beslissen of de sluitrichting van de slagboom andersom moet worden ingesteld. Als het nodig is dat de slagboom naar rechts sluit, dient u als volgt te werk te gaan: 01. Draai de 2 bevestigingsschroeven van de deur van de kast los, afb. 4; 02. Verwijder de balansveer door hem los te maken van de balanshendel (afb. 5 - fase A, B, C, D); 03. Draai de bout los die de balansveer ondersteunt (afb. 6 - A); 04. Ontgrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6 - afb. 6 - B); 05. Draai de balanshendel 90° (afb. 6 - C - maak hiervoor eventueel gebruik van een rubberen hamer); 06. Schroef de bout die de balansveer ondersteunt met kracht vast (afb. 7); 07. Bevestig de balansveer in de juiste positie (afb. 8 - A, B); 08. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6); 09. Activeer op de besturingseenheid (ON) de functie “Draairichting motor” Nederlands – 3 (zie hoofdstuk 6 - Tabel 6). Voor het prepareren van de elektriciteitskabels die nodig zijn voor uw installatie raadpleegt u afb. 1 en “Tabel 3 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels”. TABEL 3 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels (afb.1) Aansluiting Kabeltype Toegestane maximumlengte A: Netvoedingskabel kabel 3 x 1,5 mm2 30 m (opmerkin 1) B: Kabel voor BlueBus inrichtingen kabel 2 x 0,5 mm2 30 m C: LICHTEN SLAGBOOM D: Kabel SLEUTELSCHAKELAAR kabels 4 x 0,25 mm2 30 m (opmerkin 2) E: ingebouwd KNIPPERLICHT OPTIONEEL KNIPPERLICHT: kabel 2 x 0,5 mm2 30 m Kabel KNIPPERLICHT met antenne afgeschermde kabel type RG58 20 m (aanbevolen lengte minder dan 5 m) BELANGRIJK – Om deze aansluiting tot stand te brengen, is het noodzakelijk de programmering van de uitgang FLASH te wijzigen (zie paragraaf 6.2 - Tabel 7) Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer dan 30 m is, dient een kabel met grotere doorsnede te worden gebruikt (3 x 2,5 mm2) en is het noodzakelijk in de nabijheid van de automatisering een veiligheidsaarding te installeren. Opmerking 2 – Indien in plaats van de schakelaar een lezer voor trasponder kaarten MOMB of digitaal toetsenbord MOTB wordt gebruikt, dan kan volstaan worden met een kabel met 2 geleiders (2 x 0,5 mm2). LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type omgeving waar de automatisering geïnstalleerd wordt. NL 3.4 - Bevestiging van de barrière 3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is [] Het installatie-oppervlak moet perfect recht en glad zijn. Als het oppervlak van cement is, dient dit een dikte van tenminste 0,15 m te hebben en op adequate wijze te zijn verstevigd met ijzeren kooien. Het cementvolume moet groter zijn dan 0,2 m3 (een dikte van 0,25 m komt overeen met 0,8 m2; d.w.z. gelijk aan een vierkante basis van ongeveer 0,9 m per zijde). De bevestiging op het cement kan gebeuren met de 4 expansieverankeringen, voorzien van 12 MA schroeven, die bestand zijn tegen een trekbelasting van tenminste 400 kg. Als het installatie-oppervlak van een ander materiaal is, dient de consistentie ervan te worden beoordeeld en dient u na te gaan of de 4 verankeringspunten bestand zijn tegen een belasting van tenminste 1000 kg. Gebruik voor de bevestiging 12 MA schroeven. Ga als volgt te werk: 01. Open de kast van de barrière (afb. 4); 02. Plaats de barrière op het installatie-oppervlak en teken de punten af waar de sleuven zullen worden bevestigd (afb. 9); 03. Verplaats de barrière en boor gaten op de afgetekende punten; installeer vervolgens 4 expansieverankeringen, deze worden niet bijgeleverd (afb. 10); 04. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor bestemde moeren en ringen, deze worden niet bijgeleverd (afb. 11 - A, B). 3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is 01. Graaf een gat voor de funderingsplaat (optioneel accessoire). Zie voor de afmetingen van het funderingsgat de aanwijzingen onder punt [] van paragraaf 3.4.1. 02. Leg de goten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels; 03. Bevestig de 4 ankers op de funderingsplaat en plaats op elk ervan een moer aan de bovenkant en een moer aan de onderkant van de plaat. Let op – De onderste moer moet worden vastgeschroefd tot aan het einde van het schroefdraadgedeelte; 04. Giet het cement en plaats, voordat het cement hard begint te worden, de funderingsplaat die zodanig gepositioneerd is dat hij op één lijn licht met het oppervlakte, parallel aan de slagboom en perfect waterpas (afb. 12). Wacht tot het cement helemaal is uitgehard, dit duurt over het algemeen minstens 2 weken; 05. Verwijder de 4 bovenste moeren van de ankers; 06. Open de kast van de barrière (afb. 4); 07. Plaats de barrière in de juiste positie en zet hem vast met de hiervoor bestemde moeren en ringen die bij de funderingsplaat worden geleverd en die verwijderd werden bij punt 04 (afb. 13 - A, B). 3.5 - Installatie slagboom 3.5.1 - Assemblage van de steun voor de slagboom 01. Steek de 2 stiften in de hiervoor bestemde zittingen op de uitgaande motoras (afb. 14 - fase A en B); 02. Plaats de steun op de uitgaande motoras en zet hem in de stand van de “verticale slagboom” en zet hem vast met de hiervoor bestemde schroeven en open ringen; schroef met kracht vast (afb. 15 - fase A en B); 03. Plaats het deksel van de slagboom zet het gedeeltelijk vast met de 4 bijgeleverde schroeven (afb. 16 - fase A en B). 3.5.2 - Assemblage van de slagboom 01. Monteer de twee verbindingsstukken (afb. 17); ieder verbindingsstuk bestaat uit 2 halve schalen en 8 zelfborgende schroeven; 02. Installeer een verbindingsstuk in het eerste aluminiumprofiel (afb. 18 gebruik een rubberen hamer om de installatie te vergemakkelijken); 03. Installeer de draagbeugels van het verbindingsstuk in beide zijden van de sleuven van het profiel (afb. 19 - fase A, B, C, D) en controleer op de beugels in de juiste richting staan (gebruik een hamer om de installatie te vergemakkelijken); 04. Herhaal de procedure vanaf punt 01 om de overige aluminiumprofielen te monteren; 05. Zorg ervoor dat de gaten in de draagbeugels van het verbindingsstuk samenvallen met de gaten in de profielen; 4 – Nederlands 06. Blokkeer de beugels met de bijgeleverde schroeven op elk van de verbindingsstukken (afb. 20); 07. Smeer de aluminium geleiders aan beide zijde licht in met olie (afb. 21). 08. Voer dit punt voor beide zijden van de slagboom uit: installeer het eerste stuk stootrubber in de sleuf, en duw het tot aan het einde van de slagboom; installeer vervolgens het verbindingsstuk voor het stootrubber (afb. 22) en doe hetzelfde met de andere stukken; 09. Plaats de dop van de slagboom (afb. 23): A) het bovenste stootrubber moet tenminste 2 cm naar binnen steken; het onderste stootrubber moet 1 cm uitsteken; B) installeer de dop van de slagboom; C) blokkeer de dop met de hiervoor bestemde schroef; D) duw het bovenste stootrubber naar de dop toe totdat dit voor 1 cm in de dop zit; 10. Installeer aan het tegenoverliggende uiteinde de steunplaatjes van de slagboom (afb. 24); 11 Schuif de complete slagboom in de draagschaal tot hij aan de stop zit en schroef de 4 eerder gemonteerde schroeven van de steun met kracht vast. 3.6 - Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor De handmatige ontgrendeling kan aan beide zijden van de barrière gebeuren, zoals te zien is op afb. 25: 01. Draai aan het deksel dat de sleutel afdekt; 02. Steek de bijgeleverde sleutel erin en draai de sleutel 180° zowel rechtsom als linksom; 03. Om de reductiemotor te blokkeren, de sleutel nog 180° verder draaien in een willekeurige richting. 3.7 - Instelling van de mechanische eindstops 01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6); 02. Laat de slagboom handmatig een complete openings- en sluitmanoeuvre uitvoeren; 03. Stel vervolgens met de schroeven van de mechanische eindstops (afb. 26 e 27) de lineariteit van de slagboom in zowel horizontale als verticale richting af; 04. Span de moeren goed aan. 3.8 - Balancering van de slagboom De balancering van de slagboom dient om een beter evenwicht te verkrijgen tussen twee factoren: het gewicht van de slagboom en van de eventuele accessoires en de tegenkracht die wordt uitgeoefend door de balansveer. Deze veer verzekert op autonome wijze de balancering van de slagboom in het geval deze de neiging vertoont om omhoog of omlaag te gaan, dient u te werk te gaan zoals hieronder beschreven 01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie paragraaf 3.6); 02. Zet de slagboom met de hand ongeveer halverwege zijn traject (45°) en laat hem stilstaan. Controleer vervolgens of de slagboom in deze stand stil blijft staan. Als de slagboom ertoe neigt om omhoog te gaan, dient u de spanning van de veer te reduceren, als de slagboom ertoe neigt om te dalen, dient u de spanning van de veer te verhogen. Zie voor het wijzigen van de spanning van de veer punt 04; 03. Herhaal punt 02 waarbij u de slagboom nu op ongeveer 20° en op ongeveer 70° zet. Als de slagboom stil blijft staan in deze standen, betekent dit dat de balancering correct is; een lichte onbalans is toegestaan maar de slagboom mag nooit sterk omhoog of omlaag bewegen. De onbalanswaarde is acceptabel wanneer de kracht die nodig is om de slagboom te meten (loodrecht op de slagboom gemeten en op 1 m van de draaias) in de openingsstand, sluitstand en in alle andere standen de helft van de maximale koppelwaarde niet overschrijdt (voor dit product ongeveer 5 kg op 1 m). 04. - Als de slagboom niet correct gebalanceerd is dient u hem in de stand voor maximale opening te brengen. - Maak de balansveer los van zijn zitting (afb. 28) en verplaats het veranke- 4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN LET OP! – Bij het uitvoeren van elektrische aansluitingen mag de installatie absoluut niet onder netspanning staan. 01. Draai de schroeven van het deksel los (afb. 29); 02. Voer de elektriciteitskabels de X-Bar binnen vanaf de basis naar de besturingseenheid toe en leid ze naar de linkerkant van de besturingscentrale; 03. Sluit de draden van de voedingskabel aan op de klem met 3 contacten met zekering en zet de kabel vast met het bandje (afb. 30); 04. Sluit de resterende kabels aan volgens het elektrische schema van afb. 31. Opmerking – Om het aansluiten van de kabels te vergemakkelijken, is het mogelijk de klemmen uit hun behuizingen te halen. 4.1 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen • FLASH = deze uitgang kan geprogrammeerd worden (zie hoofdstuk 6, paragraaf 6.2 - Programmering tweede niveau - instelbare parameters) en wordt gebruikt om één van de volgende inrichtingen aan te sluiten: – Knipperlicht: indien er “knipperlicht” geprogrammeerd is op de uitgang “FLASH” is het mogelijk een knipperlicht NICE “LUCY B, of MLB of MLBT” met een lampje van 12 V 21 W type auto aan te sluiten. Tijdens de ma­noeuvre knippert dit met intervallen van 0.5, s aan en 0,5 s uit. – “verklikker slagboom open” - “actief indien slagboom gesloten” - “actief indien slagboom open” - “knipperlicht voor slagboomlichten” en “onderhoudsverklikker”: als één van deze 5 functies op de uitgang “FLASH” geprogrammeerd is, kan een lampje van 24 V max 10 W worden aangesloten voor de volgende signaleringen: Functie “verklikker slagboom open” Slagboom gesloten: uit Slagboom bezig met openingsmanoeuvre: langzaam knipperen Slagboom bezig met sluitmanoeuvre: snel knipperen Slagboom open (niet dicht): aan Functie “actief indien slagboom gesloten” Slagboom gesloten: aan In alle andere gevallen: uit Functie “actief indien slagboom open” Slagboom open: aan In alle andere gevallen: uit Functie “knipperlicht voor slagboomlichten” De verklikker of de slagboomlichten geven aan dat de manoeuvre aan de gang is door met regelmatige tussenpozen te knipperen (0,5 seconde aan; 0,5 seconde uit) Functie “onderhoudsverklikker” - lampje brandt gedurende 2 sec aan het begin van de openingsmanoeuvre = aantal manoeuvres minder dan 80% - lampje knippert gedurende de uitvoering van de volledige manoeuvre = aantal manoeuvres tussen ’80 en 100% - lampje knippert altijd = aantal manoeuvres meer dan 100%. – Zuignap: het is mogelijk een zuignap 24 V max. 10 W aan te sluiten (uitvoeringen met uitsluitend een elektromagneet, zonder elektronische inrichtingen). Wanneer de slagboom gesloten is wordt de zuignap geactiveerd en blokkeert de slagboom. Bij de openings- of sluitmanoeuvre wordt de uitgang gedeactiveerd. – Elektrische vergrendeling: het is mogelijk een elektrische vergrendeling aan te sluiten die vanzelf dichtvalt, 24 V max. 10 W (uitvoeringen met uitsluitend een elektromagneet, zonder elektronische inrichtingen). Tijdens de openingsmanoeuvre wordt de elektrische vergrendeling geactiveerd en blijft actief om de slagboom vrij te maken en de manoeuvre uit te voeren. Bij de sluitmanoeuvre dient u zich ervan te vergewissen dat de elektrische vergrendeling zich mechanisch vastkoppelt. – Elektrisch slot: het is mogelijk een elektrisch slot aan te sluiten dat vanzelf dichtvalt, 24 V max. 10 W (uitvoeringen met uitsluitend een elektromagneet, zonder elektronische inrichtingen). Aan het begin van de openingsmanoeuvre wordt het elektrische slot voor een korte periode geactiveerd om de slagboom vrij te maken en de manoeuvre uit te voeren. Bij de sluitmanoeuvre dient u zich ervan te vergewissen dat het elektrische slot zich mechanisch vastkoppelt. • BLUEBUS = op deze klem kunnen compatibele inrichtingen aangesloten worden; alle inrichtingen worden parallel aangesloten met slechts twee draden waarover zowel de elektrische stroomvoorziening als de communicatiesignalen lopen. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor verdere informatie. • STOP = ingang voor inrichtingen die de lopende manoeuvre blokkeren of eventueel onderbreken; door op de juiste wijze te werk te gaan is het mogelijk contacten van het type “Normaal Dicht” NC, type “Normaal Open” NO of inrichtingen met een constante weerstand of van het optische type aan te sluiten. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor verdere informatie. • PP = ingang voor inrichtingen die de manoeuvre in de modus Stap-voorStap aansturen; het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” NO aan te sluiten. • OPEN = ingang voor inrichtingen die alleen de openingsmanoeuvre aansturen; het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” NO aan te sluiten. • CLOSE = ingang voor inrichtingen die alleen de sluitmanoeuvre aansturen; het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” NO aan te sluiten. • ANTENNE = ingang voor aansluiting van de antenne voor de radio-ontvanger (de antenne is ingebouwd op LUCY B, MBL, MLBT). • BOORDLICHT = is een signaleringslamp van 12 V/21 W die via de programmeereenheid Oview op verschillende manieren geprogrammeerd kan worden. Met de fabrieksinstelling vervult dit licht de functie van knipperlicht, met intervallen 0,5 s aan en 0,5 s uit. Met het boordlicht worden de diagnosesignaleringen uitgevoerd (knipperen). BELANGRIJK! – GEBRUIK GEEN ANDERE INRICHTINGEN DAN VOORZIEN. 4.2 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen LET OP! – De definitieve aansluiting van de automatisering op de netvoeding mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde en ervaren technicus, in overeenstemming met de plaatselijk van kracht zijnde veiligheidsvoorschriften. Sluit de besturingscentrale aan op een elektrische voedingsleiding die correct geaard is. De elektrische voedingsleiding dient door een adequate thermomagnetische differentiaalschakelaar beveiligd te zijn. Zorg voor een inrichting voor afkoppeling van het net met een openingsafstand tussen de contacten, die complete afkoppeling in de condities van overspanningscategorie III garandeert, of maak gebruik van een systeem met stekker en stopcontact. Na de besturingseenheid onder spanning te hebben gezet, dient u de volgende controles uit te voeren: • Controleer of de BlueBus led een aantal seconden snel knippert en vervolgens regelmatig knippert met een frequentie van 1 knippering per seconde. • Als er fotocellen aanwezig zijn dient u te controleren of de led’s hiervan knipperen (zowel TX als RX); hoe de led’s knipperen is niet belangrijk aangezien dit van andere factoren afhankelijk is. • Controleer of de op de uitgang FLASH aangesloten inrichting uit is (met fabrieksinstelling). • Controleer op de besturingseenheid of het lampje uit is. Als dit alles niet gebeurt dient u de stroomtoevoer naar de besturingseenheid af te koppelen en de uitgevoerde elektrische aansluitingen aan een nadere controle te onderwerpen. Meer nuttige informatie voor de opsporing en diagnose van storingen vindt u in hoofdstuk 7 “Wat te doen als ... (handleiding voor het oplossen van problemen)”. 4.3 - Vooringestelde functies De besturingseenheid beschikt over een reeks programmeerbare functies die in de fabriek werden ingesteld op de meest gebruikelijke waarden. Deze waarden kunnen echter op elk gewenst moment gewijzigd worden: raadpleeg hiervoor hoofdstuk 6. 4.4 - Zelflering van de met aangesloten inrichtingen Na de eerste inschakeling dient u de besturingseenheid de procedure voor herkenning van de met de ingangen “Bluebus” en “Stop” verbonden inrichtingen uit te laten voeren. LET OP! – De zelfleringfase moet ook worden uitgevoerd als er geen enkele inrichting met de besturingseenheid is verbonden. Om aan te geven dat deze procedure moet worden uitgevoerd, zullen de led’s “L1” en “L2” op de besturingseenheid gelijktijdig knipperen. 01. Druk de toetsen “Open” en “Set” (afb. 32) tegelijkertijd in en houd ze ingedrukt; 02. Laat de toetsen los wanneer de led’s “L1” en “L2” snel beginnen te knipperen (na ongeveer 3 seconden). 03. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid de fase voor zelflering van de inrichtingen voltooid heeft. Na afloop van deze fase moet de led “Stop” branden en moeten de led’s “L1” en “L2” uitgaan (het is mogelijk dat de led’s “L3” en “L4” beginnen te knipperen om aan te geven dat de afstandswaarden niet geregistreerd werden). Deze procedure moet herhaald worden in het geval van wijzigingen van de met de klemmen BlueBus en Stop verbonden inrichtingen; bijvoorbeeld, nadat er een nieuwe inrichting op de besturingseenheid werd aangesloten. 4.5 - Zelflering van de openings- en sluitposities Na de procedure voor zelflering van de aangesloten inrichtingen te hebben uitgevoerd, dient de besturingseenheid ook de posities van de mechanische stops aan te leren. In deze fase wordt de waarde van het bewegingstraject van de slagboom gedetecteerd, gemeten vanaf de mechanische stop van de sluitbeweging tot aan de stop van de openingsbeweging. 01. Ontgrendel de reductiemotor met de hand (zie hoofdstuk 3.6) en zet de slagboom met de hand op ongeveer 45° (halverwege het bewegingstraject); 02. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6); 03. Druk de toetsen “Close” en “Set” (afb. 33) tegelijk in en houd ze ingedrukt; 04. Laat de toetsen los wanneer de manoeuvre begint (na ongeveer 3 seconden); 05. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid de fase voor zelflering voltooid heeft: sluiten, openen en sluiten van de slagboom. 06. Druk op de toets “Open” om de slagboom een complete openingsmanoeuvre te laten uitvoeren. 07. Druk op de toets “Close” om de slagboom een complete sluitmanoeuvre te laten uitvoeren. Gedurende het uitvoeren van deze manoeuvres slaat de besturingseenheid op hoeveel kracht er nodig is om deze manoeuvres uit te voeren. LET OP! – De zelfleringfases mogen niet onderbroken worden. Als dit wel gebeurt, dient de gehele zelfleringprocedure overnieuw te worden gedaan. Nederlands – 5 NL ringspunt van de veer naar het midden, om de veerspanning te verlagen, of naar de buitenkant, om de veerspanning te vergroten; 05. Vergrendel de reductiemotor (zie paragraaf 3.6). Indien na afloop van de zelfleringfase de led’s “L3” en “L4” knipperen, betekent dit dat er zich een fout heeft voorgedaan. De zelfleringfase van de mechanische stops kan op ieder willekeurig moment worden herhaald, ook na de installatie (bijvoorbeeld als de positie van een mechanische eindstop wordt veranderd). BELANGRIJK – De afstandswaarden van de vertragingsposities worden automatisch door de besturingseenheid berekend; na de fase waarin de afstandswaarden worden gezocht, is het noodzakelijk minstens 2 of 3 complete manoeuvres uit te voeren voordat de besturingseenheid de vertragingspunten goed kan berekenen. 4.6 - Controle van de beweging van de slagboom Na de zelflering van de inrichtingen en de 2-3 manoeuvres voor de berekening van de vertragingspunten te hebben uitgevoerd, is het raadzaam enkele openings- en sluitmanoeuvres uit te voeren om te controleren of de beweging van de slagboom correct is. 01. Druk op de toets “Open” om een openingsmanoeuvre uit te laten voeren; controleer of de slagboom af begint te remmen voordat hij de openingsstand bereikt; 02. Druk op de toets “Close” om een sluitmanoeuvre uit te laten voeren; controleer of de slagboom af begint te remmen voordat hij de geprogrammeerde sluitstand bereikt; 03. Controleer gedurende de manoeuvres of de lamp op de besturingseenheid knippert met intervallen van 0,5 seconden aan en 0,5 seconden uit); 04. Voer diverse openings- en sluitmanoeuvres uit om na te gaan of er geen wrijvingspunten of storingen in de werking zijn. LET OP – Indien de manoeuvre vanuit een andere positie dan één van de mechanische eindstops begint (opening of sluiting), zal de beweging op lage snelheid worden uitgevoerd. NL 4.7 - Aansluiting van een radio-ontvanger De besturingseenheid heeft een connector van het type SM voor de aansluiting van een radio-ontvanger (optioneel accessoire) model SMXI, SMXIS, OXI of OXIT en dergelijke. Om een ontvanger aan te sluiten, de elektrische voeding naar de besturingseenheid afkoppelen en de ontvanger installeren zoals te zien is op afb. 34. In Tabel 4 vindt u een overzicht van de handelingen die de besturingseenheid uitvoert in functie van de geactiveerde uitgangen of de door de radio-ontvanger verstuurde bedieningsinstructies. TABEL 4 Ontvanger SMXI, SMXIS uitgang beschrijving Uitgang 1 Stap-voor-Stap Uitgang 2 Open gedeeltelijk (open tot ongeveer 45%; waarde die geprogrammeerd kan worden met Oview, zie paragraaf 4.9.1) Uitgang 3 Open Uitgang 4 Sluit Ontvanger OXI, OXIT geprogrammeerd in “Modus II uitgebreid” bedieningsinstructie beschrijving Instructie 1 Stap-voor-stap Instructie 2 Open gedeeltelijk (open tot ongeveer 45%; waarde die geprogrammeerd kan worden met Oview, zie paragraaf 4.9.1) Instructie 3 Open Instructie 4 Sluit Instructie 5 Stop Instructie 6 Stap-voor-stap Woonblok Instructie 7 Stap-voor-Stap Hoge prioriteit (de bedieningsinstructie wordt ook bij geblokkeerde automatisering doorgegeven) Instructie 8 Ontgrendel + Open Instructie 9 Ontgrendel + Sluit Instructie 10 Open en Vergrendel automatisering Instructie 11 Sluit en Vergrendel automatisering Instructie 12 Vergrendel automatisering Instructie 13 Ontgrendel automatisering Instructie 14 On Timer Gebruikerslicht 4.8 - Aansluiting slagboomlichten (optioneel accessoire) 01. Zet de slagboom in verticale stand; 02. Draai de 4 bevestigingsschroeven van het deksel van de slagboom los (afb. 35); 03. Haal de slagboom tijdelijk weg; 04. Steek de kabeldoorvoer door het gat voor het doorvoeren van de bedrading (afb. 36 - A, B); 05. Schuif de lichtkabel in het stootrubber, gebruik eventueel een sonde om de installatie te vergemakkelijken (afb. 37 - A, B); 06. Kort de lichtkabel zo nodig in: de kabel mag alleen worden doorgeknipt op één van de gemarkeerde punten. Na het doorknippen dient de dop op het afgeknipte uiteinde naar het nieuwe uiteinde te worden overgeplaatst; 07. Steek de kabel eerst door het gat op de steun van de slagboom en vervolgens door het gat op de kast (afb. 38 - A, B, C); Let op – Laat wat extra kabellengte in de steun van de slagboom, zodat de slagboom 90° kan 6 – Nederlands draaien zonder dat dit spanning op de kabel veroorzaakt; 08. Verbind de lichtkabel met de klem FLASH op de besturingseenheid, zie schema van afb. 39; 09. Positioneer en blokkeer de connector in de sleuf van de slagboom (afb. 38 - D); 10. Installeer de slagboom en blokkeer hem met het deksel, door de 4 schroeven met kracht vast te draaien, waarbij u er op let de kabel niet af te klemmen (afb. 40). 4.9 - Aansluiting van andere inrichtingen Met X-bar is het mogelijk externe inrichtingen van stroom te voorzien (een radio-ontvanger of verlichting van de sleutelschakelaar). De stroom wordt afgenomen van de besturingseenheid, zie voor het type aansluiting afb. 41. De voedingsspanning is 24 Vcc (-30% ÷ +50%) met een maximaal beschikbare stroom van 100 mA. 4.9.1 - Programmeereenheid Oview Door gebruik van de programmeereenheid Oview is het mogelijk alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden alsook de diagnose op complete en snelle wijze te beheren. U kunt de Oview op met X-Bar aansluiten via de connector BusT4 op de besturingseenheid. Om toegang tot de connector BusT4 te krijgen, dient u het deksel van X-Bar te openen en de connector in de hiervoor bestemde plaats (afb. 42) te installeren. De Oview kan over het algemeen op een afstand van maximaal 100 m kabel van de besturingseenheid worden opgesteld; hij kan met meerdere besturingseenheden tegelijk worden verbonden (maximaal 16) en kan ook gedurende de normale werking van de automatisering aangesloten blijven; om deze gebruikslimieten te overschrijden dient u de aanbevelingen uit de instructiehandleiding van de Oview en in de handleiding van het Oview systeem (System Book) te lezen. Als de besturingseenheid is uitgerust met een radio-ontvanger van de serie OXI, is het mogelijk om via de Oview toegang te krijgen tot de parameters van de zenders die zijn opgeslagen in de ontvanger zelf. Zie voor verdere informatie de instructiehandleiding van de programmeereenheid Oview of de functiekaart “X-Bar” die ook beschikbaar is op de site www.niceforyou.com. 4.9.2 - Bufferbatterij mod. PS124 (accessoire) Wanneer de netvoeding uitvalt, kan de X-Bar van stroom voorzien worden via de bufferbatterij model PS124. Voor de installatie en aansluiting van de batterij gaat u als volgt te werk: Let op! – De elektrische aansluiting van de bufferbatterij op de besturingseenheid mag pas worden uitgevoerd nadat alle installatie- en programmeerfases voltooid zijn, aangezien de bufferbatterij voor een noodstroomtoevoer zorgt. 01. Verbind de betreffende kabel met de connector van de bufferbatterij en plaats de bufferbatterij zoals getoond op afb. 43; 02. Verwijder het membraan op de besturingseenheid (afb. 44); 03. Koppel de netvoeding af en steek de connector in zoals getoond op afb. 45. 4.9.3 - Systeem Solemyo (voeding via zonne-energie) X-Bar kan van stroom worden voorzien met het systeem voor voeding op zonneenergie“Solemyo SYKCE”. Voor de aansluiting op de besturingseenheid dient u het contact te gebruiken dat normaal gesproken bestemd is voor de bufferbatterij (paragraaf 4.9.2). BELANGRIJK!
- Wanneer X-bar van stroom wordt voorzien door het systeem “Solemyo”, mag de automatisering NIET TEGELIJKERTIJD OOK GEVOED worden door het elektriciteitsnet. - In verband met de beperkte hoeveelheid zonne-energie die beschikbaar is kan X-Bar, afhankelijk van de plaats van installatie en de tijd van het jaar, een maximumaantal manoeuvres per dag uitvoeren. Vóór de installatie van het systeem Solemyo dient u in de betreffende instructiehandleiding te controleren op het maximumaantal manoeuvres dat mo­gelijk is compatibel is met het voorziene gebruik. - Het systeem “Solemyo” kan alleen op doeltreffende wijze gebruikt worden indien op de besturingseenheid de functie “Stand by” in de modus “Alles” actief is (ON) (alleen activeerbaar via de programmeereenheid Oview). 5 EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een zo groot mogelijke veiligheid van de installatie te garanderen. De eindtest kan ook gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebouwd, periodiek te controleren. De fasen van de eindtest en de inbedrijfstelling van de automatisering moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risico’s noodzakelijk zijn en te controleren of de wettelijke voorschriften, normen en regels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van automatiseringen voor poorten en wegbarrières bepaalt, in acht genomen zijn. Al deze activiteiten dienen te worden verricht onder direct toezicht van de verantwoordelijke installateur, d.w.z. degene die zijn naam en handtekening in het kader nr. 1 van de verklaring van overeenstemming zet (zie bijlage I). De aanvullende of optionele inrichtingen moeten worden onderworpen aan een specifieke eindtest, zowel voor wat betreft de functionering ervan als voor wat betreft de juiste interactie met X-Bar. 5.1 - Eindtest De handelingen die moeten worden uitgevoerd voor de eindtest hebben betrekking op een typische installatie (afb. 1) met een gebruikstype “niet-opgeleide gebruikers” en met een type activering van de automatisering via “automatische bediening” die als minimumniveau van beveiliging van de primaire lijst de inrichting voor afkoppeling van de voeding en koppel de eventuele bufferbatterijen af en ga na of alle led’s op de besturingseenheid uit zijn en of de slagboom ook bij het versturen van een bedieningsinstructie stil blijft staan. Controleer de doeltreffende werking van het vergrendelingssysteem om er zeker van te zijn dat het niet mogelijk is dat de installatie wanneer onbedoeld of door onbevoegden weer onder stroom kan worden gezet. 5.2 - Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest met succes zijn afgesloten. Gedeeltelijke inbedrijfstelling of inbedrijfstelling in provisorische situaties is niet toegestaan. 1 De ingevulde “EG-verklaring van overeenstemming - Bijlage I”, (achterin deze handleiding, in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen worden) dient aan de eigenaar te worden overhandigd. 2 De ingevulde module “Gebruikshandleiding“ (achterin deze handleiding, in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen worden) dient aan de eigenaar te worden overhandigd. 3 Vul het formulier “Onderhoudsplan” in en geef dit aan de eigenaar van de automatisering. Dit plan bevat alle onderhoudsvoorschriften voor alle inrichtingen van de automatisering. Voor X-Bar zit deze module achterin deze handleiding, in het gedeelte met pagina’s die uitgeknipt kunnen worden. 4 Alvorens de automatisering in bedrijf te stellen, dient u de eigenaar afdoende te informeren over de gevaren en restrisico’s die nog aanwezig zijn. 5 Bevestig het etiket uit de verpakking dat toepassing heeft op de handmatige ontgrendeling en vergrendeling van de reductiemotor op permanente wijze op de barrière. 6 ALLEEN voor installaties die NIET CONFORM de criteria uit paragraaf 1.3.1 van deze handleiding zijn: maak een technisch dossier van de automatisering, dat de volgende documenten moet omvatten: een overzichtstekening van de automatisering, het schema van de tot stand gebrachte elektrische aansluitingen, de risico-analyse en de toegepaste oplossingen (zie op de site www.nicefor you. com de formulieren die moeten worden ingevuld), de verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen (voor X-Bar zie bijlage II) en de door de installateur ingevulde verklaring van overeenstemming. Breng een plaatje op de barrière aan met daarop tenminste de volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijk voor de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE”-merk. 6 PROGRAMMERING VAN DE BESTURINGSEENHEID Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen OPEN (s), STOP (Set), CLOSE (t) (afb. 49) die zowel dienen voor het bedienen van de besturingseenheid gedurende de testfases als voor de programmering van de beschikbare functies. De beschikbare programmeerbare functies kennen 2 niveaus en de werkingsstatus ervan wordt aangegeven door de 8 led’s (L1 ... L8) die op de besturingseenheid zitten (led aan = functie actief; led uit = functie niet actief). Programmeertoetsen: OPEN (s): met de toets “OPEN” kunt u het openen van de slagboom aansturen of, gedurende de programmering, het punt van programmering naar boven verplaatsen. STOP (Set): met de toets “STOP” kunt u de manoeuvre stoppen; indien deze toets langer dan 5 seconden wordt ingedrukt, wordt de programmeerfase geactiveerd. CLOSE (t): met de toets “CLOSE” kunt u het sluiten van de slagboom aansturen of, gedurende de programmering, het punt van programmering naar beneden verplaatsen. LET OP! – Gedurende de uitvoering van een manoeuvre (opening of sluiting) hebben alle 3 de toetsen de functie STOP: ze onderbreken de manoeuvre die aan de gang is. 6.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF) Alle functies van het eerste niveau zijn in de fabriek ingesteld op “OFF” en kunnen op elk gewenst moment gewijzigd worden zoals getoond in Tabel 5. Om te zien welke functie er bij elk van de led’s hoort, raadpleegt u Tabel 6. BELANGRIJK – De programmeerprocedure kent een tijd van maximaal 10 seconden tussen het indrukken van de ene en de andere toets. Nadat deze tijd verstreken is, wordt de procedure automatisch afgesloten, waarbij de tot op dat moment aangebrachte wijzigingen worden opgeslagen. TABEL 5 - Procedure voor programmering (eerste niveau) 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; SET 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; L1 03. Druk op de toets “s” of “t” om u te verplaatsen van de led die knippert naar de led die de te wijzigen functie vertegenwoordigt; 04. Druk op de toets “Set” om de status van de functie te veranderen: (kort knipperen = OFF - lang knipperen = ON); 05. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten. 3s SET of SET 10 s Opmerking – Om andere functie op “ON” of “OFF” te programmeren dient u, gedurende het uitvoeren van de procedure de punten 03 en 04 gedurende de fase zelf te herhalen. Nederlands – 7 NL inrichtingen van het type C (beperking van de krachten - zie norm EN 12445) in combinatie met inrichtingen van type D (inrichtingen voor aanwezigheidsdetectie bijv. fotocel) voorziet. In aanmerking genomen dat dit type gebruikstype tot de meest zware toepassingen behoort, kan dezelfde eindtestprocedure ook goed worden toegepast voor minder zware gebruikscondities. 1 Controleer of de aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid uit hoofdstuk 1 strikt in acht zijn genomen. 2 Controleer of de slagboom correct uitgebalanceerd is, zie paragraaf 3.8. 3 Controleer of de handmatige ontgrendeling goed werkt, zie paragraaf 3.6. 4 Gebruik de zender of de sleutelschakelaar om tests van de opening, sluiting en stop van de barrière te doen en controleer of de beweging van de slagboom zoals voorzien is. Het is goed om meerdere tests uit te voeren om de beweging van de slagboom te beoordelen en te controleren op eventuele montage- of instelfouten of de aanwezigheid van wrijvingspunten. 5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie één voor één om te zien of ze correct werken (fotocellen, contactlijsten etc.). Wanneer een inrichting in werking treedt, zal de led “BlueBus” op de besturingseenheid 2 maal sneller knipperen om te bevestiging dat de inrichting herkend werd. 6 Controleer als volgt of de fotocellen goed werken: afhankelijk van of er één of twee koppels fotocellen gemonteerd zijn, heeft u één of twee parallellepipedums van star materiaal nodig (bijv. houten panelen) met afmetingen van 70 x 30 x 20 cm. Elk parallellepipedum moet drie zijden hebben, één voor iedere dimensie, van reflecterend materiaal (bijv. spiegel of witte hoogglanslak) en drie zijden van mat materiaal (bijv. geverfd met matte zwarte lak). Voor de test van de fotocellen op 50 cm van de grond, moet het parallellepipedum op de grond worden geplaatst of op een hoogte 50 cm om fotocellen te testen die zich op 1 m van de grond bevinden. Bij het testen van één koppel fotocellen moet het testvoorwerp exact onder het midden van de slagboom worden geplaatst, met de zijden van 20 cm naar de fotocellen toe gericht, en over de hele lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 46). Bij het testen van twee koppels fotocellen moet de test eerst apart voor ieder koppel fotocellen worden uitgevoerd met behulp van 1 testvoorwerp en vervolgens herhaald worden met 2 testvoorwerpen. Ieder testvoorwerp moet opzij van het midden van de slagboom worden geplaatst, op een afstand van 15 cm, en vervolgens over de hele lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 47). Gedurende deze tests moet het testvoorwerp op iedere willekeurige positie langs de hele lengte van de slagboom gedetecteerd worden door de fotocellen. 7 Controleer of er geen interferentie is tussen de fotocellen en andere inrichtingen door met een cilinder (diameter 5 cm, lengte 30 cm) de optische as te onderbreken die het koppel fotocellen met elkaar verbindt (afb. 48): laat de cilinder eerst vlak voor de fotocel TX langs gaan, vervolgens voor RX en tot slot in het midden, tussen de twee fotocellen in. Verzeker u er vervolgens van dat de inrichting in alle gevallen in werking treedt, en van de actieve status naar de alarmstatus gaat en omgekeerd; controleer tot slot of dit in de besturingseenheid de voorziene actie veroorzaakt (bijvoorbeeld omkering van de beweging in de Sluitmanoeuvre). 8 Controle van de beveiliging tegen het gevaar van het mee omhoog trekken van voorwerpen; bij automatiseringen met verticale beweging dient men altijd te controleren of dit gevaar niet aanwezig is. Deze test kan als volgt worden uitgevoerd: hang halverwege de lengte van de slagboom een gewicht van 20 kg (bijvoorbeeld een zak grint), geef instructie voor een openingsmanoeuvre en controleer of de slagboom gedurende deze manoeuvre niet hoger dan 50 cm vanaf de sluitstand gaat. Indien de slagboom deze hoogte overschrijdt, dient de motorkracht te worden gereduceerd (zie hoofdstuk 6 - Tabel 7). 9 Indien men de gevarensituaties, veroorzaakt door de beweging van de slagboom, heeft beveiligd door middel van beperking van de stootkracht, dient de kracht te worden gemeten in overeenstemming met de norm EN 12445 en dient men eventueel, als de controle van de “motorkracht” gebruikt wordt als hulp voor het systeem voor de reductie van de stootkracht, uit te proberen welke afstelling de beste resultaten geeft. 10 Controle van de doeltreffende werking van het ontgrendelingssysteem: zet de slagboom in de sluitstand en voer een handmatige ontgrendeling van de reductiemotor uit (zie paragraaf 3.6) en controleer of dit zonder problemen gebeurt. Controleer of de handmatige kracht die nodig is om de slagboom in openingsstand te zetten niet groter is dan 200 N (circa 20 kg); de kracht wordt loodrecht op de slagboom en op 1 m van de draaias gemeten. Controleer tot slot of de sleutel die nodig is voor de handmatige ontgrendeling beschikbaar is in de nabijheid van de automatisering. 11 Controle van het systeem voor afkoppeling van de voeding: activeer NL TABEL 6 - Functies eerste niveau Led Beschrijving Voorbeeld L1 Automatische sluiting Deze functie voert een automatische sluiting van de slagboom uit na de geprogrammeerde Pauzetijd. Fabriekswaarde: 30 seconden. De waarde kan geprogrammeerd worden van 5 tot 200 seconden. L2 Sluit na foto De functie maakt het mogelijk de slagboom alleen in de openingsstand te houden voor de tijd die nodig is om door te rijden. Wanneer de functie actief is, zal de werking ervan variëren op basis van de parameter die is ingesteld in de functie “Automatische sluiting”: • met “Automatische sluiting” actief, de openingsmanoeuvre stopt onmiddellijk nadat de fotocellen zijn vrijgekomen en na 5 sec. begint de sluitmanoeuvre. • met “Automatische sluiting” niet actief bereikt de slagboom altijd de maximale openingsstand (ook als de fotocellen eerder gedeactiveerd worden( en na 5 sec. begint de sluitmanoeuvre. L3 Sluit altijd Deze functie is nuttig in het geval van een stroomstoring, ook van korte duur. Als de functie actief is (ON) zal bij het terugkeren van de elektrische stroom de besturingseenheid de slagboom in de openingsstand detecteren en de sluitmanoeuvre starten die, om veiligheidsredenen, wordt voorafgegaan door 3 sec. voorwaarschuwing. L4 Stand by Deze functie dient voor het terugbrengen van het stroomverbruik. Als deze functie actief is zal de besturingseenheid, 1 minuut nadat de manoeuvre is afgelopen, de uitgang “Bluebus” (aangesloten inrichtingen) uitschakelen en alsmede alle led’s, met uitzondering van de led Bluebus die langzamer zal knipperen. Wanneer de besturingseenheid een willekeurige instructie ontvangt, zal de normale werking hervat worden. Voor het gebruik van X-Bar met het systeem Solemyo is het noodzakelijk een Stand-By modus te activeren die nog verdergaand is. Dit doet u met de programmeereenheid Oview. L5 Lange vertraging Deze functie maakt het mogelijk de tijdspanne van de vertraging, zowel in de openings- als de sluitmanoeuvre te verdubbelen. Als de functie niet actief is, is de vertraging kort. L6 Deze functie activeert een pauze van 3 sec tussen de activering van het knipperlicht en het begin van de manoeuvre. Voorwaarschuwing L7 Gevoeligheid Door deze functie te activeren kan het gevoeligheidsniveau waarmee de besturingseenheid de aanwezigheid van een obstakel detecteert aanzienlijk verhoogd worden. Als de functie gebruikt wordt als hulp bij het detecteren van de “stootkracht van de motor”, dienen bijgevolg de waarden van“snelheid” en van “motorkracht” te worden ingesteld in het menu van het 2e niveau. L8 Draairichting motor Met deze parameter kan de draairichting van de motor worden omgekeerd om de barrière rechts te kunnen installeren; de waarde wordt in de fabriek ingesteld op “OFF” (standaard draairichting van de motor – de sluiting van de slagboom is linksom). Belangrijk – Wanneer deze functie geactiveerd wordt is het noodzakelijk de procedure voor zelflering van de openings- en sluitposities uit te voeren (paragraaf 4.5). 6.2 - Programmering tweede niveau (instelbare parameters) controleren welke waarde bij elk van de led’s hoort, raadpleegt u Tabel 7. Alle parameters van het tweede niveau zijn in de fabriek ingesteld zoals in de kleur grijs is aangegeven in Tabel 7 en kunnen op elk gewenst moment worden gewijzigd door te werk te gaan zoals beschreven in Tabel 8. BELANGRIJK – De programmeerprocedure kent een tijd van maximaal 10 seconden tussen het indrukken van de ene en de andere toets. Nadat deze tijd verstreken is, wordt de procedure automatisch afgesloten, waarbij de tot op dat moment aangebrachte wijzigingen worden opgeslagen. De parameters kunnen worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 8; om te TABEL 7 - Functies tweede niveau Led ingang L1 L2 L3 L4 8 – Nederlands Parameter Led (niveau) Waarde Beschrijving L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 Functie L1 Stap-voor- L2 stap L3 L4 L5 L6 L7 L8 Snelheid L1 motor L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 5 seconden 10 seconden 20 seconden 40 seconden 60 seconden 80 seconden 120 seconden 200 seconden Open – stop – sluit – stop Open – stop – sluit – open Open – sluit – open – sluit Woonblok (langer dan 2” veroorzaakt een stop) Woonblok 2 (minder dan 2” leidt tot open gedeeltelijk) Stap-voor-stap 2 Persoon aanwezig Opening in “semi-automatisch”, sluiting bij “persoon aanwezig” Snelheid 1 (30% - langzaam) Snelheid 2 (47%) Snelheid 3 (65%) Snelheid 4 (82%) Snelheid 5 (100%) - snel Open V3, Sluit V2 Open V4, Sluit V3 Open V5, Sluit V4 Regelt de pauzetijd, d.w.z. de tijd die verstrijkt tussen het einde van een openingsmanoeuvre en het begin van de automatische sluiting. Deze parameter heeft alleen effect als de functie automatisch sluiten actief is. Uitgang FLASH Functie verklikker slagboom open (24 V - 10 W) Actief indien slagboom dicht (24 V - 10 W) Actief indien slagboom open (24 V - 10 W) Knipperlicht (12 V - 21 W) Knipperlicht voor slagboomlichten (24 V - 10 W) Elektrisch slot (24 V - 10 W) Zuignap (24 V - 10 W) Onderhoudsverklikker (24 V - 10 W) Selecteert het type inrichting dat verbonden is met de uitgang FLASH. Belangrijk! – Als de programmering veranderd wordt, dient u te controleren welk type spanning van de nieuwe inrichting die verbonden is met de klem FLASH overeenkomt met het type spanning van het gekozen programmeerniveau. Tijd Pauze L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 Regelt de opeenvolging van instructies horend bij de ingang of de radiobediening: “Stap-voor-stap”. Regelt de snelheid van de motor gedurende het normale bewegingstraject. Kracht motor In openingsmanoeuvre L6 Kracht motor In sluitmanoeuvre L7 L8 L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 Kracht 1 (laag) Kracht 2 Kracht 3 Kracht 4 Kracht 5 Kracht 6 Kracht 7 Kracht 8 (hoog) Kracht 1 (laag) Kracht 2 Kracht 3 Kracht 4 Kracht 5 Kracht 6 Kracht 7 Kracht 8 (hoog) Regelt gedurende de openingsmanoeuvre het systeem voor controle van de motorkracht om deze aan te passen aan het gewicht van de slagboom; bijgevolg wordt ook de gevoeligheid voor de obstakeldetectie geregeld. Opmerking – De kracht wordt automa­tisch geregistreerd gedurende het uitvoeren van de eerste twee manoeuvres. WaarL1 schuwing L2 onderhoud L3 L4 L5 L6 L7 L8 2500 5000 10000 15000 20000 30000 40000 50000 Wanneer de uitgang FLASH geprogrammeerd is als onderhoudsverklikker: regelt het maximumaantal manoeuvres dat moet worden uitgevoerd voordat er gesignaleerd wordt dat het tijd is om de automatisering te onderhouden. Lijst fouten L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 Resultaat 1e manoeuvre (de meest recente) Resultaat 2e manoeuvre Resultaat 3e manoeuvre Resultaat 4e manoeuvre Resultaat 5e manoeuvre Resultaat 6e manoeuvre Resultaat 7e manoeuvre Resultaat 8e manoeuvre Maakt het mogelijk te controleren wat voor soort storing zich heeft voorgedaan gedurende de laatste 8 uitgevoerde ma­noeuvres (zie: paragraaf 8.2 - hi­sto­risch overzicht storingen en Tabel 14). Het is mogelijk een gedetailleerde historie bij te houden van alle gebeurtenissen die de X-Bar (en de andere in het netwerk aangesloten inrichtingen) betreffen, door de programmeereenheid Oview aan te sluiten. Regelt gedurende de sluitmanoeuvre het systeem voor controle van de motorkracht om deze aan te passen aan het gewicht van de slagboom; bijgevolg wordt ook de gevoeligheid voor de obstakeldetectie geregeld. Opmerking – De kracht wordt automatisch geregistreerd gedurende het uitvoeren van de eerste twee manoeuvres. Opmerking – De kleur grijs geeft de in de fabriek ingestelde waarden aan. AANBEVELINGEN: – Stel geen te hoge waarde in voor de “motorkracht”, op die manier zou de werking van het veiligheidssysteem in gevaar kunnen worden gebracht of zou de slagboom schade kunnen oplopen; – Als de controle van de “motorkracht” gebruikt wordt als hulp voor het systeem om de stootkracht te verlagen, dient de meting van de kracht na iedere afstelling te worden herhaald, zoals voorzien door de norm EN 12445; – Slijtage en weersomstandigheden hebben invloed op de beweging van de slagboom, de instelling van de “motorkracht” dient daarom regelmatig te worden gecontroleerd. TABEL 8 - Programmeerprocedure (tweede niveau) SET 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; 3s SET L1 03. Druk op de toets “s” of “t” om u te verplaatsen van de led die knippert naar de led die de te wijzigen functie vertegenwoordigt; of 04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 06 is afgewerkt; SET 05. Wacht circa 3 seconden totdat de led gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen parameter vertegenwoordigt; 06. Druk op de toets “s” of “t” om de led, die de parameterwaarde vertegenwoordigt, te verplaatsen; 07. Laat de toets “Set” los; 08. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten. of SET 10 s Opmerking – Om meerdere parameters te programmeren dient u gedurende de procedure de handelingen van punt 03 tot punt 07 gedurende de fase zelf te herhalen. Nederlands – 9 NL L5 6.2.1 - Voorbeelden van programmering: eerste niveau en tweede niveau Eerste niveau: als voorbeeld nemen we de procedure voor het veranderen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie “Automatische sluiting” (L1) en “Sluit altijd” (L3): 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; SET 3s 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; L1 SET 03. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L1 gekoppelde functie (automatische sluiting) te veranderen. De led L1 zal eenmaal lang knipperen; SET L1 04. Druk 2 maal op toets t om naar L3 te gaan; L3 05. Druk 1 maal op de toets Set om de status van de aan L3 gekoppelde functie (sluit altijd) te veranderen. De led L3 zal eenmaal lang knipperen; 06. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten. SET L3 10 s Belangrijk – Na afloop van deze procedure moeten, om aan te geven dat de functies voor “Automatische sluiting” en “Sluit altijd” actief zijn, de led’s L1 en L3 blijven branden.i. Tweede niveau: als voorbeeld nemen we de procedure voor het veranderen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie “Pauzetijd” op 60 seconden (ingang op L1 en niveau op L5) en “Snelheid” (van ingang L3 naar niveau L6): 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; SET NL 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; 3s SET L1 03. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 05 is afgewerkt; SET 04. Wacht circa 3 seconden totdat de led L3 gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen “Pauzetijd” vertegenwoordigt; L3 05. Druk 2 maal op toets t om de brandende led naar L5 te verplaatsen, die de nieuwe waarde voor “Pauzetijd” vertegenwoordigt; 3s L3 06. Laat de toets Set weer los; SET 07. Druk 2 maal op toets t om de knipperende led naar L3 te verplaatsen; L3 08. Houd toets Set ingedrukt totdat punt 10 is afgewerkt; SET 09. Wacht circa 3 seconden totdat de led L4 gaat branden die het actuele niveau van de te wijzigen “Motorsnelheid” vertegenwoordigt; L4 3s 10. Druk 2 maal op toets t om de brandende led naar L6 te verplaatsen, die de nieuwe waarde voor “Motorsnelheid” L3 vertegenwoordigt; 11. Laat de toets “Set” los; 12. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten. 7 WAT TE DOEN ALS... (leidraad bij het oplossen van de problemen) Hieronder vindt u een overzicht van eventuele storingen die zich kunnen voordoen gedurende de installatie of de werking, en de mogelijke oplossingen: • De radiozender stuurt de barrière niet aan en de led op de zender gaat niet branden: controleer of de batterijen van de zender leeg zijn en vervang ze eventueel. • De radiozender stuurt de barrière niet aan, maar de led op de zender gaat branden: controleer of de zender correct in het geheugen van de radioontvanger is opgeslagen. Controleer bovendien of de zender het radiosignaal correct uitzendt, door de volgende empirische test uit te voeren: druk op een willekeurige toets van de zender en plaats de led ervan op de antenne van een gewone, ingeschakeld radio en stem af op de FM band op de frequentie 108,5 Mhz of de de frequentie die hier het dichtst bij ligt; op deze manier behoort u een zacht geluid met pulserend gekraak te horen. • Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uitgevoerd en de led OK knippert niet: controleer of de barrière gevoed wordt met 230 V netspanning. Controleer bovendien of de zekeringen F1 en F2 niet onderbroken zijn; in dit geval dient u na te gaan wat de oorzaak hiervan is en de zekeringen te vervangen door andere exemplaren met dezelfde kenmerken, zie afb. 50. 10 – Nederlands SET 10 s • Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uitgevoerd en het knipperlicht is uit: controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen wordt; als de instructie binnenkomt op de ingang PP, zal de led OK tweemaal knipperen om te signaleren dat de instructie ontvangen is. • De manoeuvre gaat niet van start en het knipperlicht knippert een aantal malen: tel hoe vaak het knipperlicht knippert en zoek de betekenis hiervan op in Tabel 9 van hoofdstuk 8. • De manoeuvre wordt uitgevoerd maar korte tijd erna blokkeert de slagboom en voert een korte omkering uit: mogelijk is de waarde van de geselecteerde kracht te laag ingesteld om de slagboom te kunnen bewegen. Controleer of de slagboom goed uitgebalanceerd is, stel eventueel een hogere waarde in voor de kracht. 8.1 - Volledig wissen van het geheugen van de besturingseenheid Het is mogelijk alle opgeslagen gegevens uit de besturingseenheid te wissen en deze weer in de oorspronkelijk staat terug te brengen, met de fabriekswaarden: 01. Druk de toetsen “s” en “t” tegelijkertijd in en houd ze vast; 02. (na ongeveer 3 seconden) Laat de toetsen weer los wanneer de led’s gaan branden; 03. Wanneer de led’s L1 en L2 beginnen te knipperen betekent dit dat de procedure voltooid is. Belangrijk – Deze procedure zal de parameter die betrekking heeft op de draairichting van de motor en het aantal uitgevoerde manoeuvres niet wissen. 8.2 - Overige functies • Functie “Open altijd” Deze functie is specifiek voor de besturingseenheid; hij is gekoppeld aan de ingang “Stap-voor-stap” en maakt het mogelijk altijd een openingsmanoeuvre aan te sturen wanneer de instructie Stap-voor-stap langer dan 3 seconden actief blijft. Deze functie is geldig voor iedere willekeurige programmering van de ingang Stap-voor-stap (zie “Functie PP” in de Tabel 7). De functie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een klok aan te sluiten om de permanente opening van de barrière gedurende een bepaalde tijdspanne te programmeren. • Functie “Manoeuvre hoe dan ook uitvoeren” In het geval één of meer veiligheidsinrichtingen niet correct werken of buiten werking zijn, laat deze functie het toe de barrière hoe dan ook toch aan te sturen in de modus “Persoon aanwezig” (zie voor meer details het hoofdstuk “gebruikshandleiding”). • Functie “onderhoudsverklikker” Deze functie zorgt ervoor dat er gewaarschuwd wordt wanneer het tijd is om de automatisering aan een onderhoudscontrole te onderwerpen. De parameter “Onderhoudswaarschuwing” kan op 8 verschillende niveaus worden ingesteld (zie Tabel 7). De niveaus hebben betrekking op het aantal manoeuvres dat is uitgevoerd. De onderhoudswaarschuwing wordt gesignaleerd via het knipperlicht Flash of de onderhoudsverklikker, afhankelijk van het type programmering. Een overzicht van de signaleringen van het knipperlicht Flash en de onderhoudsverklikker vindt u in Tabel 9. • Controle van het aantal uitgevoerde manoeuvres In de functie “Onderhoudswaarschuwing” is het mogelijk het aantal uitgevoerde manoeuvres te controleren, in een percentage t.o.v. de ingestelde maximumlimiet. Zie hiervoor Tabel 10. • Op nul zetten van de teller van de manoeuvres De manoeuvres moeten op nul worden gezet nadat u de automatisering heeft onderhouden. Zie hiervoor Tabel 11. • Lijst fouthistorie Deze functie biedt u de mogelijkheid de eventuele fouten te tonen die zich tijdens de laatste 8 manoeuvres hebben voorgedaan, bijvoorbeeld de onderbreking van een manoeuvre als gevolg van het in werking treden van een fotocel of van een contactlijst. Om de lijst met fouten te controleren gaat u te werk zoals beschreven in Tabel 12. NL 8 AANVULLENDE INFORMATIE TABEL 9 Aantal manoeuvres Knipperlicht Flash Lampje onderhoud Minder dan 80% van de limiet Normaal (0,5 sec. aan - 0,5 sec. uit) Aan gedurende 2 sec. aan het begin van de openingsmanoeuvre Tussen 81% en 100% van de limiet Aan het begin van de manoeuvre blijft hij 2 sec. branden, Knippert voor de hele duur van de manoeuvre en vervolgens werkt hij normaal Meer dan 100% van de limiet Aan het begin en eind van de manoeuvre blijft hij 2 sec branden, vervolgens werkt hij normaal Knippert altijd TABEL 10 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; SET 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; 03. Druk op de toets “s” of “t” om u te verplaatsen van de led die knippert naar de led L7; 04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 07 is afgewerkt; L1 3s SET of L7 SET 05. Wacht circa 3 seconden totdat de led van het actuele niveau van de parameter “Onderhoudswaarschuwing” gaat branden; 3s 06. Druk de toetsen “s” en “t” in en laat ze meteen weer los; en x 1 = 10-19% 07. Op dit punt zal de led die overeenkomt met het geselecteerde niveau een aantal maal knipperen. Het aantal knipperingen x 2 = 20-29% x 3 = 30-39% percentage uitgevoerde manoeuvres aan (in meervouden van 10%) ten opzichte van de ingestelde limiet. x 4 = 40-49% Voorbeeld: wanneer u de onderhoudswaarschuwing instelt op L7 (40000), zal 10% overeenkomen met 1000 manoeuvres; x 5 = 50-59% als de signaleringsled 4 maal knippert, betekent dit dat 40% van de manoeuvres is bereikt (tussen 4000 en 4999 manoeuvres). x 6 = 60-69% Als er nog niet minstens 10% van de manoeuvres bereikt is zal de led helemaal niet knipperen; x 7 = 70-79% x 8 = 80-89% x 9 = 90-99% x 10 = > 100% SET 08. Laat de toets “Set” los Nederlands – 11 TABEL 11 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; SET 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; L1 03. Druk op de toets “s” of “t” om u van de knipperende led te verplaatsen naar led L7 (led ingang “Onderhoudswaarschuwing”); of 04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 07 is afgewerkt; 3s SET L7 SET 05. Wacht circa 3 seconden totdat de led van het actuele niveau van de parameter “Onderhoudswaarschuwing” gaat branden; 06. Druk de toetsen “s” en “t” in en houd ze minstens 5 seconden ingedrukt; laat de twee toetsen vervolgens weer los. In deze fase zal de betreffende niveauled een aantal maal snel knipperen om aan te geven dat het aantal manoeuvres en op nul werd gezet; 07. Laat de toets “Set” los; SET TABEL 12 SET NL 01. Houd de toets “Set” ongeveer 3 seconden ingedrukt; 02. Laat de toets los wanneer de led “L1” begint te knipperen; L1 03. Druk op de toets “s” of “t” om u van de knipperende led te verplaatsen naar led L98 (led ingang “Foutenlijst”); of 3s SET L8 SET 04. Houd de toets “Set” ingedrukt tot punt 06 is afgewerkt; 05. Wacht ongeveer 3 seconden totdat de led’s gaan branden die horen bij de manoeuvres waarbij de storingen zijn opgetreden. Led L1 staat voor het resultaat van de meest recente manoeuvre, led L8 voor het resultaat van de achtste manoeuvre. Als een led brandt, betekent dit dat er zich gedurende de manoeuvre problemen hebben voorgedaan, als de led uit is, betekent dit dat de manoeuvre correct verlopen is. 06. Druk op de toetsen “s” en “t” om de gewenste manoeuvre te selecteren: de betreffende led zal net zo vaak knipperen als het knipperlicht normaal doet nadat er een storing is opgetreden (zie Tabel 15); 8.3 - Toevoegen of verwijderen van inrichtingen 12 – Nederlands SET 07. Laat de toets “Set” los. Het is op elk moment mogelijk om nieuwe inrichtingen aan te sluiten op de ingang BlueBus en Stop of om aanwezige inrichtingen te verwijderen. Om dit te doen, gaat u als volgt te werk: 01. Druk tegelijkertijd op de toetsen “s” en “Set” (fig. 32en houd ze ingedrukt; 02. (na ongeveer 3 seconden) Laat de toetsen los zodra de leds L1 en L2 heel snel gaan knipperen; 03. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid het aanleren van de aangesloten inrichtingen voltooit; 04. Na afloop van deze fase, blijft de led STOP branden terwijl de led’s L1 en L2 uitgaan (eventueel kunnen de led’s L3 en L4 beginnen te knipperen). Nadat u deze procedure heeft uitgevoerd is het noodzakelijk de eindtest van de automatisering opnieuw uit te voeren, zoals beschreven in hoofdstuk 5.1. 8.3.1 - Ingang Bluebus Het systeem Bluebus maakt het mogelijk om compatibele inrichtingen aan te sluiten met slechts twee draden, waarover zowel de elektrische stroomvoorziening als de communicatiesignalen lopen. Alle inrichtingen worden parallel aangesloten op dezelfde 2 draden van Bluebus en zonder dat er hierbij polariteit in acht hoeft te worden genomen. Iedere inrichting wordt apart herkend, aangezien er gedurende de installatie een eenduidig adres aan word toegekend. Op het systeem Bluebus kunnen fotocellen, veiligheidsinrichtingen, bedieningsinrichtingen als toetsenborden en lezers voor transponder kaarten, signaleringslampje etc. worden aangesloten. Gedurende de zelfleringfase herkent de besturingseenheid alle aangesloten inrichtingen afzonderlijk en is ook in staat om met de grootste zekerheid eventuele aanwezige fouten en storingen te herkennen. Iedere keer dat er een inrichting aan Bluebus wordt toegevoegd of verwijderd, dient namelijk de procedure voor zelflering te worden uitgevoerd, zoals beschreven in paragraaf 4.4. 8.3.2 - Fotocellen Het systeem Bluebus stelt de besturingseenheid in staat om de fotocellen te herkennen door instelling van de adressering van de betreffende jumpers (zie Tabel 13) en staat toe om de correcte waarde van de functie voor obstakeldetectie toe te wijzen. De adressering dient zowel op TX als op RX uitgevoerd te worden (waarbij de jumpers op dezelfde manier geplaatst moeten worden en waarbij u dient na te gaan of er geen andere koppels fotocellen met hetzelfde adres bestaan. De fotocellen kunnen geïnstalleerd worden zoals te zien is op afb. A. Belangrijk – Na het installeren of verwijderen van fotocellen is het noodzakelijk de procedure voor zelflering van de inrichtingen uit te voeren, zoals beschreven in paragraaf 4.4. en 3s TABEL 13 - ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN Fotocel Jumpers FOTO Fotocel h = 50 met activering in sluitmanoeuvre FOTO II Fotocel h = 100 met activering in sluitmanoeuvre FOTO 1 Fotocel h = 50 met activering in sluitmanoeuvre FOTO 1 II (*) Fotocel h = 100 met activering in sluitmanoeuvre FOTO 2 Fotocel met activering in openingsmanoeuvre (keer om in sluitmanoeuvre) FOTO 2 II Fotocel met activering in openingsmanoeuvre (keer om in sluitmanoeuvre) FOTO 3 (*) Enkele fotocel met activering zowel in openings- als in sluitmanoeuvre A F 1 II F 1 II F II F1 F F1 F II F 8.3.3 - Digitale codeschakelaar MOTB en proximity lezer voor transponder kaarten MOMB Het systeem Bluebus laat aansluiting van maximaal 4 digitale codeschakelaars MOTB of 4 lezers van transponder kaarten MOMB toe. Met MOTB is het mogelijk de automatisering aan te sturen door op het toetsenbord één van de opgeslagen nummercombinaties in te voeren. Met MOMB stuurt u de automatisering aan door de opgeslagen transponder kaart eenvoudigweg voor de sensor te houden. Deze inrichtingen zijn voorzien van een eenduidige code die gedurende de zelflering van alle aangesloten inrichtingen door de besturingseenheid wordt herkend en opgeslagen (zie paragraaf 4.4). Op deze manier wordt iedere frauduleuze poging tot vervanging van een inrichting voorkomen en zal geen enkele onbevoegde persoon de automatisering kunnen bedienen. Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van MOTB en MOMB. 8.3.4 - Ingang STOP De functie van de ingang STOP is de lopende manoeuvre onmiddellijk te stoppen, gevolgd door een korte omkering. Op deze ingang kunnen de inrichtingen met uitgang met normaal open contact “NA”, normaal gesloten contact “NC”, OPTO SENSOR of inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ (contactlijsten) worden aangesloten. Gedurende de zelflering herkent de besturingseenheid het type inrichting dat is aangesloten en veroorzaakt een STOP wanneer er zich een variatie ten opzichte van de aangeleerde status voordoet. Door op de juiste wijze te werk te gaan, kunt u op de STOP-ingang meer dan één inrichting aansluiten, ook van verschillende types: • Er kunnen meerdere NA inrichtingen parallel worden aangesloten, zonder beperking van de aantallen; • Er kunnen meerdere NC inrichtingen in serie worden aangesloten, zonder beperking van de aantallen; • Er kunnen twee inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 K parallel worden aangesloten; als er meer dan 2 inrichtingen zijn, moeten alle richtingen “in cascade” worden aangesloten, met een enkele eindweerstand van 8,2 KΩ; • Ook is een combinatie van NA en NC mogelijk, door de 2 contacten parallel te schakelen. In dit geval dient u een weerstand van 8,2 KΩ in serie te schakelen met het contact NC; dit maakt ook de combinatie van 3 inrichtingen mogelijk: NA, NC en 8,2 KΩ. Let op – Indien de ingang STOP gebruikt wordt voor het aansluiten van inrichtingen met een veiligheidsfunctie, moeten dit inrichtingen met een uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ zijn of optische inrichtingen OPTO SENSOR, die een afdoende niveau van beveiliging tegen storingen garanderen. Voor de aansluiting van een inrichting van het optische type OPTO SENSOR brengt u de aansluitingen tot stand zoals getoond op afb. 51: de maximumstroom die geleverd wordt op de 12 Vcc lijn bedraagt 40 mA. 8.4 - Diagnostiek Bepaalde inrichtingen geven signaleringen af aan de hand waarvan de werkingsstatus of eventuele storingen herkend kunnen worden. 8.4.1 - Signaleringen van de besturingseenheid De led’s van de klemmen en van de toetsen op de besturingseenheid (afb. 52) geven bepaalde signaleringen zowel om de normale werking als om eventuele storingen te signaleren. In Tabel 14 en 15 worden de oorzaak en oplossing voor de verschillende signaleringen beschreven. TABEL 14 - Led’s van de klemmen op de besturingseenheid Oorzaak Oplossing Uit Storing Controleer of er stroomtoevoer is, controleer of de zekeringen niet in werking zijn getreden; als dit wel is gebeurd, de oorzaak van de storing achterhalen en de zekeringen vervolgens vervangen door andere exemplaren met dezelfde stroomwaarde. Aan Ernstige storing Er is een ernstige storing opgetreden; probeer de besturingseenheid enkele seconden uit te zetten; als deze status niet verandert, is er een defect en dient de elektronische kaart vervangen te worden. 1 knippering per seconde Alles OK 2 snelle knipperingen Er heeft zich een verandering van de status van de ingangen voorgedaan Serie knipperingen, onderbroken door Diversen een pauze Normale werking van de besturingseenheid. Dit is normaal bij een verandering van de status van één van de ingangen: PP, STOP, OPEN, CLOSE, activering van de fotocellen of wanneer de radiozender gebruikt wordt. Dit is dezelfde signalering als op het knipperlicht van 1 seconde (zie Tabel 15) Led STOP Oorzaak Oplossing Uit Activering van de ingang STOP Controleer de inrichtingen die verbonden zijn met de ingang STOP Aan Alles OK Ingang STOP actief Led PP Oorzaak Oplossing Uit Alles OK Ingang PP niet actief Aan Activering van de ingang PP Is normaal als de met de ingang PP verbonden inrichting daadwerkelijk actief is Led OPEN Oorzaak Oplossing Uit Alles OK Ingang OPEN niet actief Aan Activering van de ingang OPEN Is normaal als de met de ingang OPEN verbonden inrichting daadwerkelijk actief is Led CLOSE Oorzaak Oplossing Uit Alles OK Ingang CLOSE niet actief Aan Activering van de ingang CLOSE Is normaal als de met de ingang CLOSE verbonden inrichting daadwerkelijk actief is TABEL 15 - Led’s van de toetsen op de besturingseenheid Led 1 Beschrijving Uit Aan Knippert Snel knipperen de Led 2 Bij normale functionering geeft dit aan dat “Automatische sluiting” niet actief is. Bij normale functionering geeft dit aan dat “Automatische sluiting” actief is. • Programmering van de functies gaande. • Als hij tegelijk met L2 knippert, betekent dit dat het nodig is de procedure voor zelflering van de inrichtingen uit te voeren (zie paragraaf 4.4). Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de aangesloten inrichtingen. Tegelijk geeft led “Bluebus” een diagnosesignalering: 5 knipperingen - pauze van 1 seconde - 5 knipperingen. In dit geval moet de procedure voor zelflering van de inrichtingen worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.4). Beschrijving Uit Aan Knippert Snel knipperen Gedurende de normale werking geeft dit aan dat “Sluit na foto” niet actief is. Gedurende de normale werking geeft dit aan dat “Sluit na foto” actief is. • Programmering van de functies gaande • Als hij tegelijk met L1 knippert, betekent dit dat het nodig is de procedure voor zelflering van de inrichtingen uit te voeren (zie paragraaf 4.4). Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de afstandswaarden. Tegelijk geeft de led “Bluebus” een diagnosesignalering: 5 knipperingen - pauze van 1 seconde - 5 knipperingen. In dit geval moet de procedure voor zelflering van de openings- en sluitposities worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5). Nederlands – 13 NL Led Bluebus NL Led 3 Beschrijving Uit Aan Knippert Snel knipperen geeft Led 4 Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Altijd sluiten” niet actief is. Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Altijd sluiten” actief is. • Programmering van de functies gaande • Als hij tegelijk met L4 knippert, betekent dit dat de procedure voor zelflering van de openings- en sluitposities van de slagboom moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5). Na het starten van de besturingseenheid duidt dit op een geheugenfout met betrekking tot de parameters en configuraties. Tegelijk de led “Bluebus” een diagnosesignalering: 5 knipperingen - pauze van 1 seconde - 5 knipperingen. In dit geval moet het geheugen worden gewist (zie paragraaf 8.1), en moet de zelflering van de aangesloten inrichtingen (zie paragraaf 4.4) en de zelflering van de openings- en sluitposities (zie paragraaf 4.5) worden uitgevoerd. Beschrijving Uit Aan Knippert Led 5 Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Stand-By” niet actief is. Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Stand-By” actief is. • Programmering van de functies gaande • Als hij tegelijk met L3 knippert, betekent dit dat de procedure voor zelflering van de openings- en sluitposities van de slagboom moet worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.5). Beschrijving Uit Aan Knippert Led 6 Bij normale functionering geeft dit aan dat “Korte vertraging” actief is. Bij normale functionering geeft dit aan dat “Korte vertraging” actief is. Programmering van de functies gaande. Beschrijving Uit Aan Knippert Led 7 Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Voorwaarschuwing” niet actief is. Bij de normale functionering geeft dit aan dat “Voorwaarschuwing” actief is. Programmering van de functies gaande. Beschrijving Uit Aan Knippert Led 8 Bij normale functionering geeft dit aan dat “Gevoeligheid stroommeting” niet actief is. Bij normale functionering geeft dit aan dat “Gevoeligheid stroommeting” actief is. Programmering van de functies gaande. Beschrijving Uit Aan Knippert Bij de normale functionering geeft dit aan dat de sluiting van de slagboom naar links is ingesteld. Bij de normale functionering geeft dit aan dat de sluiting van de slagboom naar rechts is ingesteld. Programmering van de functies gaande. 8.4.2 - Signaleringen van het knipperlicht Indien met de uitgang FLASH op de besturingseenheid een knipperlicht wordt verboden (of het boordlicht als dit geprogrammeerd is als FLASH), zal dit, gedurende het uitvoeren van een manoeuvre, knipperen met tussenpozen van 1 seconden. Als er zich een storing voordoet, zal het knipperlicht korter knip- peren, het licht knippert tweemaal, waarna er een pauze van 1 seconde is. Dezelfde signaleringen worden ook gegeven door het gebruikerslicht en door de led “Bluebus”. In Tabel 16 vindt u een beschrijving van de oorzaak en oplossing voor de verschillende signaleringen. TABEL 16 Signalering Oorzaak Oplossing 1 knippering pauze van 1 seconde 1 knippering Fout Bluebus systeem De controle van de inrichtingen die zijn aangesloten op het Bluebus systeem, die aan het begin van de manoeuvre wordt uitgevoerd, stemt niet overeen met de inrichtingen die gedurende de zelfleringfase werden opgeslagen. Het is mogelijk dat er kapotte inrichtingen aanwezig zijn, u dient dit te controleren en de inrichtingen te vervangen. Als er wijzigingen zijn aangebracht, dient de zelflering van de inrichtingen te worden herhaald (zie paragraaf 4.5). 2 knipperingen pauze van 1 seconde 2 knipperingen Er is een fotocel in werking getreden Aan het begin van de manoeuvre geven één of meer fotocellen geen toestemming voor de beweging; controleer of er obstakels aanwezig zijn. 3 knipperingen pauze van 1 seconde 3 knipperingen Activering van de beperking van de “Motorkracht” Gedurende de beweging heeft de slagboom meer wrijving ondervonden, ga na wat hiervan de oorzaak is. 4 knipperingen pauze van 1 seconde 4 knipperingen Activering van de ingang STOP Aan het begin van de manoeuvre of gedurende de beweging is er een activering geweest van de ingang STOP; ga na wat hiervan de oorzaak is. 5 knipperingen pauze van 1 seconde 5 knipperingen Fout in de interne parameters van de besturingseenheid Wacht minstens 30 seconden en probeer vervolgens opnieuw een instructie te geven; als de status niet verandert, is er mogelijk een ernstige storing en moet de elektronische kaart worden vervangen. 6 knipperingen pauze van 1 seconde 6 knipperingen Maximumlimiet manoeuvres per uur overschreden Wacht enkele minuten om de inrichting voor begrenzing van de manoeuvres tot onder de maximumlimiet terug te laten keren. 7 knipperingen pauze van 1 seconde 7 knipperingen Fout in de interne elektrische circuits Koppel alle voedingscircuits gedurende enkele seconden af en probeer vervolgens opnieuw een instructie te verzenden; als de status niet verandert, is er mogelijk een ernstige storing op de kaart of op de aansluitingen van de motor. Controleer en vervang de betreffende onderdelen zo nodig. 8 knipperingen pauze van 1 seconde 8 knipperingen – Gereserveerd voor technische dienst Nice 9 knipperingen pauze van 1 seconde 9 knipperingen Blokkering van de automatisering Verstuur de instructie “Ontgrendel automatisering” of stuur de manoeuvre aan met “Stap-voor-stap hoge prioriteit”. 14 – Nederlands AFDANKEN VAN HET PRODUCT Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet dan ook samen met de automatisering worden afgedankt. die voorzien zijn door de in uw land geldende voorschriften, of lever het product weer in bij de verkoper op het moment dat u een nieuw gelijksoortig product aanschaft. Let op! – De plaatselijk geldende voorschriften kunnen zware sancties voorzien in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit product niet opvolgt. De ontmantelingswerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit product moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Dit product is opgebouwd uit verschillende soorten materiaal: sommigen hiervan kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden verwerkt. Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingssystemen die voor deze productcategorie zijn voorzien door de in uw land geldende voorschriften. Let op! – Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlijke substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtkomen, schadelijke effecten kunnen hebben op de omgeving of op de gezondheid van personen. Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het verboden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Voer een “gescheiden afvalverwerking” uit volgens de methodes WAARSCHUWINGEN • Alle vermelde technische kenmerken hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (± 5°C). • Nice S.p.a. behoudt zich het recht voor om, op elk moment dat dit noodzakelijk geacht wordt, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de functionaliteit en de gebruiksbestemming ervan gelijk blijven. Typologie Elektromechanische wegbarrière met slagboom voor gebruik bij woningen. Controleert de opening en sluiting van een doorgang met een breedte van maximaal 3 m. Compleet met elektronische besturingseenheid Maximumkoppel bij de start 100 Nm Nominaal koppel 25 Nm Maximale frequentie werkingscycli bij nominaal koppel * Maximumduur continue werking bij het nominale koppel ** 100 (80 met accessoire XBA4) cycli / uur 10 (8 met accessoire XBA4) minuten Tijd opening Duur ≥ 4 s (>5s met accessoire XBA4) Geschat tussen 80.000 en 500.000 manoeuvreercycli volgens de condities die vermeld zijn in Tabel 2 Piekvoeding 230 Vac (50/60Hz) Opgenomen piekvermogen bij de start 300W Maximumvermogen bij nominaal koppel 200 W Isolatieklasse I Noodstroomtoevoer Ja (met accessoire PS124) Gebruikerslicht Uitgang knipperlicht Uitgang BlueBus Ingang STOP Ingang PP 12 V / 10 W (aansluiting BA15S) Voor 1 knipperend signaleringslicht LUCYB, MLB of MLBT (lamp 12 V - 21 W) 1 uitgang met maximumbelasting van 12 Bluebus units Voor normaal gesloten contacten, normaal open contacten of met constante weerstand 8,2 kΩ; in zelflering (een verandering ten opzichte van de opgeslagen status veroorzaakt de instructie “STOP”) Voor normaal open contacten (sluiting van het contact veroorzaakt de instructie Stap-voor-stap) Ingang OPEN Voor normaal open contacten (sluiting van het contact veroorzaakt de instructie Open) Ingang SLUIT Voor normaal open contacten (sluiting van het contact veroorzaakt de instructie Sluit) Ingang radio ANTENNE Aansluiting radio Programmeerbare functies 52 Ω voor kabel type RG58 of soortgelijk Connector SM voor ontvangers SMXI, SMXIS of OXI, OXIT en OXIFM 8 functies van het type ON-OFF en 8 instelbare functies (zie Tabel 6 en Tabel 7) Functies in zelflering Zelflering van de op de uitgang Bluebus aangesloten inrichtingen. Zelflering van het type van de inrichting “STOP” (contact NA, NC of met constante weerstand 8,2 kΩ). Zelflering van de openings- en sluitposities van de slagboom en berekening van de vertragingspunten en het punt voor gedeeltelijke opening Bedrijfstemperatuur van -20° C tot +50° C Gebruik in bijzonder zure, zoute of potentieel explosieve omgeving None Beschermingsklasse Afmetingen IP 44 1146 x 300 h 179,5; slagboom: minimaal 2 m - maximaal 3 m Gewicht 35 kg Opmerkingen: (*) Bij 50°C bedraagt de maximale werkingsfrequentie 40 cycli/uur (**) Bij 50°C bedraagt de maximale tijd voor continue werking 5 minuten. Nederlands – 15 NL TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT BIJLAGE I Alleen te gebruiken in geval van installatie conform hoofdstuk 1 en, in het bijzonder, paragraaf 1.3.1 Losscheuren, het kader nr. 1 invullen en aan de eigenaar van de automatisering overhandigen, samen met de gebruikshandleiding en het onderhoudsplan Verklaring van overeenstemming Verklaring volgens de Richtlijnen: 2004/108/EG (EMC); 2006/42/EG (MD) bijlage II, deel A; 89/106/EEG (CPD) procedure volgens bijlage III, ii, mogelijkheid 2 (Systeem 3) Kader nr. 1 De installatie van het product: slagboombarrière X-Bar serienummer (zie etiket): ............................................................................................................ Compleet met slagboom: XBA4 en de volgende accessoires: .............................................................................................................................................. werd uitgevoerd door: Bedrijf: ................................................................................................. Adres: .................................................................................................................. Naam en achternaam van de verantwoordelijke installateur: .................................................................................................................................................. De installateur verklaart zich strikt te hebben gehouden aan alle aanwijzingen uit de bij het product gevoegde instructiehandleiding: Datum ....................................................... Handtekening: ........................................................................ Plaats van installatie van het product, bij: .................................................................. Adres: ...................................................................................... Let op! – Deze verklaring van overeenstemming heeft geen enkele waarde indien alle velden van dit kader niet volledig zijn ingevuld. NL Opmerking - De inhoud van deze verklaring stemt overeen met hetgeen verklaard is in het officiële document dat is neergelegd bij de vestiging van Nice S.p.a., en in het bijzonder aan de laatste revisie hiervan die voor het afdrukken van deze handleiding beschikbaar was. De hier beschreven tekst werd om uitgeversredenen heraangepast. Een exemplaar van de originele verklaring kan worden aangevraagd bij Nice S.p.a. (TV) I. Nummer: 294/X-BAR Revisie: 3 Naam fabrikant: Adres: Persoon die gemachtigd is om de technische documentatie samen te stellen: Type: Model: Accessoires: NICE s.p.a. Via Pezza Alta 13, Z.I. Rustignè, 31046 Oderzo (TV) Italië Taal: NL NICE s.p.a. Elektromechanische slagboombarrière X-BAR Ondergetekende Mauro Sordini in de hoedanigheid van Chief Executive Officer, verklaart onder zijn eigen verantwoordelijkheid dat het hierboven beschreven product voldoet aan de bepalingen uit de volgende richtlijnen: • RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 met betrekking tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit waarmee de richtlijn 89/336/EEG wordt afgeschaft, volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 61000-6-2:2005, EN 61000-6-3:2007+A1:2011 • Richtlijn 2006/42/EG VAN HET EUROPESE PARLAMENT EN VAN DE RAAD van 17 Mei 2006 met betrekking tot machines, die de richtlijn 95/16/EG (rifusie) wijzigt Wanneer de machine in bedrijf wordt gesteld in een Europees land waar de officiële voertaal anders is dan de taal die in deze verklaring wordt gebruikt, is de importeur verplicht om bij deze verklaring een vertaling ervan te voegen. • Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 met betrekking tot de onderlinge aanpassing van de wettelijke en reglementaire en administratieve bepalingen van de Lidstaten ten aanzien van constructieproducten, volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 13241-1:2003+A1:2011 Fundamentele vereisten voor de CE-markering Kenmerk Certificatie-instituut Document Uitstoot van gevaarlijke stoffen CERT* (CPD nr. 1600) prot. nr. 246-03/AC/lz Weerstand tegen windbelasting CERT* (CPD nr. 1600) 1157/08 Veilige opening voor deuren met verticale beweging CERT* (CPD nr. 1600) 1159/08 Mechanische weerstand en stabiliteit – 167TCF08 SP S14 Manoeuvreerkrachten voor gemotoriseerde sluitingen CERT* (CPD n°1600) 1158/08 (*) CERT van Treviso Tecnologia te Lancenigo di Villorba (Tv) Bovendien voldoet het product aan de volgende normen: EN 60335-1:2012 Het product voldoet, beperkt tot de van toepassing zijnde delen, aan de volgende normen: EN 13241-1:2003+A1:2011, EN 12445:2002, EN 12453:2002, EN 12978:2003+A1:2009, EN 60335-2-103:2003+A11:2009 Oderzo, 30 juni 2014 Ir. Mauro Sordini (Chief Executive Officer) 16 – Nederlands Gebruikshandleiding (te overhandigen aan de eindgebruiker van X-Bar) Alvorens de automatisering voor de eerste keer te gebruiken, dient u zich door de installateur uitleg te laten geven over de restrisico’s en een paar minuten te besteden aan het doorlezen van deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor eventuele toekomstige twijfels en geef hem aan een eventuele nieuwe eigenaar van de automatisering. LET OP! – Uw automatisering is een machine die uw instructies trouw uitvoert; een onverantwoordelijk en oneigenlijk gebruik ervan kan hem echter tot een gevaar maken: – Zet de automatisering nooit in beweging indien er zich personen, dieren of voorwerpen in diens actieradius bevinden. – Het is ten strengste verboden delen van de automatisering aan te raken terwijl de slagboom in beweging is! – Doorrijden is alleen toegestaan wanneer de slagboom helemaal open is en stilstaat! Aanbevelingen 1 - Kinderen: automatiseringsinstallaties bieden een hoge graad van veiligheid, doordat ze zijn uitgerust met detectiesystemen die de manoeuvre bij aanwezigheid van mensen of voorwerpen onderbreken en zo altijd een voorspelbare en veilige activering garanderen. Het is in ieder geval verstandig kinderen te verbieden in de buurt van de installatie te spelen en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te houden om te voorkomen dat de installatie per ongeluk in werking treedt: het is geen speelgoed! A 1 3 - Storingen: zodra u afwijkingen in de werking van de automatiseringsinstallatie constateert, dient u de stroomtoevoer naar de installatie te onderbreken en hem handmatig te ontgrendelen. Probeer niet zelf te repareren, maar roep de hulp van uw installateur in: intussen kan de installatie werken als een niet geautomatiseerde toegang, nadat u de reductiemotor op de hieronder beschreven manier ontgrendeld hebt. Bij breuk of uitval van de stroomtoevoer, kan de automatisering, in afwachting van de assistentie van de installateur of de terugkeer van de elektrische energie, als de installatie niet is uitgerust met bufferbatterijen, toch gebruikt worden. Hiervoor dient u de reductiemotor handmatig te ontgrendelen (zie stap 9 - handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor) en de slagboom handmatig in de gewenste stand te verplaatsen. Open Stop Set Close L1 L2 L4 L3 L5 L6 3 Fuse 1AT Open Stop Set Close L1 L2 L5 L4 L3 L7 L6 L8 6 - De eindtest, het periodieke onderhoud en de eventuele reparaties moeten worden gedocumenteerd door degene die deze werkzaamheden uitvoert en de eigenaar van de installatie dient deze documenten te bewaren. De enige werkzaamheden die de gebruiker zelf kan uitvoeren en die periodiek behoren te worden gedaan zijn het reinigen van de glaasjes van de fotocellen en van de automatisering zelf. Om te voorkomen dat iemand de barrière in beweging kan zetten, dient u voordat u dit gaat doen, de automatisering (zoals verderop beschreven) te ontgrendelen. Gebruik voor het schoonmaken alleen een enigszins vochtige in water gedrenkte doek. Fuse 1AT L7 5 - Ook als u denkt het zelf te kunnen doen, dient u toch geen wijzigingen in de installatie en de parameters voor programmering en instelling van de automatisering aan te brengen: het is uw installateur die verantwoordelijk is. 2 L8 4 - Bediening met buiten werking gestelde veiligheidsinrichtingen: als de veiligheidsinrichtingen van de barrière niet correct werken, is het toch mogelijk de barrière aan te sturen: - activeer de bediening van de barrière (met de zender, sleutelschakelaar etc.); als alles in orde is, zal de slagboom normaal open of dicht gaan, anders zal het knipperlicht een aantal maal knipperen en zal de manoeuvre niet starten (het aantal maal dat het licht knippert is afhankelijk van de reden waarom de manoeuvre niet kan starten). - In dit geval dient u de bediening binnen drie seconden nog een keer activeren en de bediening ingedrukt houden. - na ongeveer 2 seconden zal de beweging van de barrière in de modus “persoon aanwezig” beginnen, dat wil zeggen zo lang de bediening geactiveerd is, zal de slagboom blijven bewegen, ZODRA DE BEDIENING WORDT LOSGELATEN, ZAL DE SLAGBOOM STOPPEN. Wanneer de beveiligingen buiten gebruik zijn, moet de automatisering zo snel mogelijk gerepareerd worden. NL 2 - Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (inclusief kinderen) wier fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens beperkt zijn of die niet over genoeg ervaring of kennis beschikken, tenzij deze personen onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is of instructies hebben ontvangen over het gebruik van het product. 7 - Vervanging van het boordlicht: om de lamp op de besturingseenheid te vervangen is het, op de eerste plaats, belangrijk X-Bar los te koppelen van alle elektrische voedingsbronnen (ook de bufferbatterij) en te werk te gaan zoals getoond op afb. A; vervang de lamp door een andere lamp met dezelfde eigenschappen (12 V / 10 W - fitting BA15S). Nederlands – 17 8 - Afvalverwerking: als de automatisering niet meer gebruikt kan worden, dient u zich ervan te vergewissen dat de ontmanteling ervan door gekwalificeerd personeel wordt uitgevoerd en dat het materiaal volgens de plaatselijk geldende voorschriften wordt hergebruikt of naar de afvalverwerking wordt gezonden. 9 - Handmatige ontgrendeling en vergrendeling van de reductiemotor: de reductiemotor is uitgerust met een mechanisch systeem dat het mogelijk maakt de slagboom met de hand te openen en te sluiten. Dit moet gedaan worden in het geval van een stroomuitval of van storingen in de werking. BELANGRIJK! – Het ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor mag alleen gebeuren wanneer de slagboom stilstaat en horizontaal is. – De handmatige ontgrendeling kan aan beide zijden van de barrière plaatsvinden. 01. Draai aan het deksel dat de sleutel afdekt (afb. B - 1); 02. Steek de bijgeleverde sleutel in en draai de sleutel 180° (afb. B - 2); 03. Verplaats de slagboom in de gewenste stand (afb. B - 3); 04. Om de reductiemotor te vergrendelen draait u de sleutel nog 180° verder. NL B ° 0 18 1 2 3 3 18 – Nederlands Onderhoudsplan (te overhandigen aan de eindgebruiker van X-Bar) ONDERHOUDSREGISTER Belangrijk ­– Dit onderhoudsregister moet worden overhandigd aan de eigenaar van de automatisering, na het volledig te hebben ingevuld In dit register moeten alle uitgevoerde onderhouds- en, reparatiewerkzaamheden en aangebrachte wijzigingen vermeld worden. Het register moet bij iedere ingreep worden bijgewerkt en moet zorgvuldig bewaard worden zodat het altijd beschikbaar is voor inspectie door de bevoegde instanties. Dit “Onderhoudsregister” heeft betrekking op de volgende automatisering: mod. X-Bar. - serienummer ......................... - geïnstalleerd op (datum) ......................... - bij ............................................................................. De volgende bijgevoegde documenten maken deel uit van dit “Onderhoudsregister”: 1) - Onderhoudsplan 2) - ............................................................................................ 3) - ............................................................................................ 4) - ............................................................................................ 5) - ............................................................................................ 6) - ............................................................................................ ONDERHOUDSPLAN Let op! – Het onderhoud van de installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel, in overeenstemming met de door de geldende wetten voorziene veiligheidsnormen en de veiligheidsvoorschriften uit hoofdstuk 1 - “Algemene aanbevelingen en voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid”, aan het begin van deze handleiding. Over het algemeen behoeft X-Bar geen bijzonder onderhoud; maar door regelmatige controles uit te voeren houdt u de installatie altijd in goede staat van werking en bent u verzekerd van een reguliere werking van de geïnstalleerde veiligheidssystemen. Voor het onderhoud van de inrichtingen die aan X-bar werden toegevoegd volgt u de aanwijzingen in de betreffende onderhoudsplannen. Als algemene regel wordt aangeraden eens in de 6 maanden een periodieke controle te doen. Het is ook mogelijk het onderhoudsinterval als volgt te bepalen: • Als X-Bar is ingesteld voor hoge snelheden, met hoge krachtniveaus of met een slagboom die verzwaard is door accessoires, zal het nodig zijn vaker te controleren. Over het algemeen dient, om het aantal cycli tot aan de volgende onderhoudsbeurt te berekenen, een schatting te worden gemaakt van de duur volgens tabel 4 en een onderhoudsbeurt te plannen bij iedere 10% van de resulterende manoeuvres; bijv. bij een totale duur van 500.000 (*); moet het onderhoud iedere 50.000 cycli worden uitgevoerd. (*) Bijzondere aanbeveling met betrekking tot de vervanging van de veer: het balanssysteem is gebaseerd op het gebruik van een veer. De duur van deze veer is gemiddeld langer dan 500.000 cycli, maar om een adequate veiligheidsmarge te hebben wordt aanbevolen de veer te vervangen voordat deze termijn bereikt is. Bij benadrukken dat ook in geval van breuk van de veer de X-BAR blijft voldoen aan de vereiste die voorzien is in 4.3.4 van de norm EN 12604: 2000. • Het balanssysteem van de slagboom moet minstens 2 maal per jaar gecontroleerd worden, bij voorkeur bij het wisselen van de seizoenen. Op het voorziene tijdstip dienen bij de onderhoudsbeurt de volgende controles en vervangingen te worden uitgevoerd: 1 Controleer of de aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid uit hoofdstuk 1 strikt in acht zijn genomen. 2 Controleer of de slagboom correct uitgebalanceerd is, zie paragraaf 3.8. 3 Controleer of de handmatige ontgrendeling goed werkt, zie paragraaf 3.6. 4 Gebruik de zender of de sleutelschakelaar om tests van de opening, sluiting en stop van de barrière te doen en controleer of de beweging van de slagboom zoals voorzien is. Het is goed om meerdere tests uit te voeren om de beweging van de slagboom te beoordelen en te controleren op eventuele montage- of instelfouten of de aanwezigheid van wrijvingspunten. 5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie één voor 6 7 8 9 één om te zien of ze correct werken (fotocellen, contactlijsten etc.). Wanneer een inrichting in werking treedt, zal de led “BlueBus” op de besturingseenheid 2 maal sneller knipperen om te bevestiging dat de inrichting herkend werd. Controleer als volgt of de fotocellen goed werken: afhankelijk van of er één of twee koppels fotocellen gemonteerd zijn, heeft u één of twee parallellepipedums van star materiaal nodig (bijv. houten panelen) met afmetingen van 70 x 30 x 20 cm. Elk parallellepipedum moet drie zijden hebben, één voor iedere dimensie, van reflecterend materiaal (bijv. spiegel of witte hoogglanslak) en drie zijden van mat materiaal (bijv. geverfd met matte zwarte lak). Voor de test van de fotocellen op 50 cm van de grond, moet het parallellepipedum op de grond worden geplaatst of op een hoogte 50 cm om fotocellen te testen die zich op 1 m van de grond bevinden. Bij het testen van één koppel fotocellen moet het testvoorwerp exact onder het midden van de slagboom worden geplaatst, met de zijden van 20 cm naar de fotocellen toe gericht, en over de hele lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 46). Bij het testen van twee koppels fotocellen moet de test eerst apart voor ieder koppel fotocellen worden uitgevoerd met behulp van 1 testvoorwerp en vervolgens herhaald worden met 2 testvoorwerpen. Ieder testvoorwerp moet opzij van het midden van de slagboom worden geplaatst, op een afstand van 15 cm, en vervolgens over de hele lengte van de slagboom verplaatst worden (afb. 47). Gedurende deze tests moet het testvoorwerp op iedere willekeurige positie gedetecteerd worden door de fotocellen. Controleer of er geen interferentie is tussen de fotocellen en andere inrichtingen door met een cilinder (diameter 5 cm, lengte 30 cm) de optische as te onderbreken die het koppel fotocellen met elkaar verbindt (afb. 48): laat de cilinder eerst vlak voor de fotocel TX langs gaan, vervolgens voor RX en tot slot in het midden, tussen de twee fotocellen in. Verzeker u er vervolgens van dat de inrichting in alle gevallen in werking treedt, en van de actieve status naar de alarmstatus gaat en omgekeerd; controleer tot slot of dit in de besturingseenheid de voorziene actie veroorzaakt (bijvoorbeeld omkering van de beweging in de Sluitmanoeuvre). Controle van de beveiliging tegen het gevaar van het mee omhoog trekken van voorwerpen; bij automatiseringen met verticale beweging dient men altijd te controleren of dit gevaar niet aanwezig is. Deze test kan als volgt worden uitgevoerd: hang halverwege de lengte van de slagboom een gewicht van 20 kg (bijvoorbeeld een zak grint), geef instructie voor een openingsmanoeuvre en controleer of de slagboom gedurende deze manoeuvre niet hoger dan 50 cm vanaf de sluitstand gaat. Indien de slagboom deze hoogte overschrijdt, dient de motorkracht te worden gereduceerd (zie hoofdstuk 6 - Tabel 7). Indien men de gevarensituaties, veroorzaakt door de beweging van de slagboom, heeft beveiligd door middel van beperking van de stootkracht, dient de kracht te worden gemeten in overeenstemming met de norm EN 12445 en dient men eventueel, als Nederlands – 19 NL Volgens het bijgevoegde “Onderhoudsplan”, moeten de onderhoudswerkzaamheden met de volgende tussenpozen worden uitgevoerd: iedere 6 maanden of iedere 10% van de voorziene duur - manoeuvreercycli, wat het eerst is. de controle van de “motorkracht” gebruikt wordt als hulp voor het systeem voor de reductie van de stootkracht, uit te proberen welke afstelling de beste resultaten geeft. 10 Controle van de doeltreffende werking van het ontgrendelingssysteem: zet de slagboom in de sluitstand en voer een handmatige ontgrendeling van de reductiemotor uit (zie paragraaf 3.6) en controleer of dit zonder problemen gebeurt. Controleer of de handmatige kracht die nodig is om de slagboom in openingsstand te zetten niet groter is dan 200 N (circa 20 kg); de kracht wordt loodrecht op de slagboom en op 1 m van de draaias gemeten. Datum Controleer tot slot of de sleutel die nodig is voor de handmatige ontgrendeling beschikbaar is in de nabijheid van de automatisering. 11 Controle van het systeem voor afkoppeling van de voeding: activeer de inrichting voor afkoppeling van de voeding en koppel de eventuele bufferbatterijen af en ga na of alle led’s op de besturingseenheid uit zijn en of de slagboom ook bij het versturen van een bedieningsinstructie stil blijft staan. Controleer de doeltreffende werking van het vergrendelingssysteem om er zeker van te zijn dat het niet mogelijk is dat de installatie wanneer onbedoeld of door onbevoegden weer onder stroom kan worden gezet. Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden (Beschrijving van de controles, afstellingen, reparaties, wijzigingen…) NL q Alle door het onderhoudsplan voorgeschreven handelingen zijn uitgevoerd 20 – Nederlands Handtekening Handtekening van de Technicus van de Eigenaar
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180

Nice Automation XBAR de handleiding

Type
de handleiding