NL
Nederlands – 5
4.6.2 - Zelflering in handmatige modus:
Let op! – Vanaf stap 03:
– om van led L1 naar L6 te gaan, dient u de toetst of u kort in te drukken
(de led knippert, om de actuele positie aan te geven);
– om de motor
in één van beide richtingen te laten bewegen houd u de toets
of u ingedrukt
.
01. Druk
de toetsen “Set” en “u” tegelijk in en houd ze ingedrukt;
02. Laat de toetsen los wanneer del led “L1” begint te knipperen (na ongeveer 1
seconde); Opmerking – Als de toetsen “Set” en “u” na 3 seconden niet wor-
den losgelaten, wordt de procedure voor “automatische zelflering
” geactive-
erd, en niet de handmatige procedure.
03. • de led
L1 knippert: positie 0 van M1
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie 0 (afb. B): te brengen: houd
de toets “” of “u”. ingedrukt. Nadat de positie bereikt is, de toets losla-
ten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden
en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L1 branden en bij het loslaten van de
toets “Set” begint de led L2 te knipperen).
• de led
L2 knippert: positie 0 van M2
Om de motor 2 aan te sturen en in de positie 0 (afb. B): te brengen: de
toets “” of “u”. indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de
toets loslaten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheu-
gen op te slaan, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden en ver-
volgens weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L2 branden en bij het loslaten
van de toets “Set” begint de led L3 te knipperen).
• de led
L3 knippert: positie SA van M2
Om de motor 2 aan te sturen en in de positie SA (afb. B): te brengen: de
toets “” of “u”. indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de
toets loslaten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheu-
gen op te slaan, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden en ver-
volgens weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L3 branden en bij het loslaten
van de toets “Set” begint de led L4 te knipperen).
• de led
L4 knippert: positie SC van M1
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie SC (afb. B): te brengen: de
toets “” of “u” indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de
toets loslaten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheu-
gen op te slaan, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden en ver-
volgens weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L4 branden en bij het loslaten
van de toets “Set” begint de led L5 te knipperen);
• de led
L5 knippert: positie 1 van M1
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie 1 (afb. B): te brengen: de
toets “” of “u” indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de
toets loslaten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheu-
gen op te slaan, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden en ver-
volgens weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L5 branden en bij het loslaten
van de toets “Set” begint de led L6 te knipperen).
• de led
L6 knippert: positie 1 van M2
Om de motor 2 in de positie 1 (afb. B): te brengen: de toets “” of “u”
indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets loslaten
om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te sla-
an, de toets “Set” minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens losla-
ten om de programmering te verlaten (na 2 sec. blijft de led L6 branden
tot u de toets “Set” loslaat).
Opmerking– Handmatige programmering van een installatie met
één enkele reductiemotor: ga te werk zoals beschreven aan het begin van
deze paragraaf, vanaf stap 01. Bij stap 03 gaat u als volgt te werk:
- programmeer de posities die betrekking hebben op de led's L1 (0 van
M1) en L5 (1 van M1) als volgt: houd de toets “Set” minstens 3 seconden
ingedrukt en laat hem vervolgens weer los (na 2 sec. blijft de led branden en
bij het loslaten van de toets “Set” begint de volgende led te knipperen).
- de posities die betrekking hebben op de led's L3 (SA van M2) - L4 (SC
van M1) moeten niet geprogrammeerd worden
: om u te verplaatsen tus-
sen de posities drukt u kort op de toets “” of “u”.
4.6.3 - Zelflering in gemengde
modus
Voer deze procedure uit nadat u de automatische zelfleringprocedure heeft uit-
gevoerd:
01. Druk
de toetsen “Set” en “u” tegelijk in en houd ze ingedrukt;
02. Laat de toetsen los wanneer del led “L1” begint te knipperen (na ongeveer 1
seconde); Opmerking – Als de toetsen “Set” en “u” na 3 seconden niet wor-
den losgelaten, wordt de procedure voor “automatische zelflering
” geactive-
erd, en niet de handmatige procedure.
03. Door kort indrukken van de toets “” of “u” verplaatst u de knipperende
led (L1… L6) naar de positie die u wilt programmeren; ga voor iedere
afzonderlijke positie te werk zoals beschreven bij stap 03 van de handma-
tige zelflering (paragraaf 4.7.2).
Herhaal deze handeling voor alle andere posities die u wilt veranderen.
Om de handmatige zelflering af te sluiten, drukt u meerdere malen op de toets
“u”, om de knipperende led tot voorbij de positie L6 te verplaatsen.
4.7 - Controle van de beweging van de vleugels van de poort
Het wordt aangeraden om de besturingseenheid na afloop van de zelfleringfa-
se enkele openings- en sluitmanoeuvres uit te laten voeren, om te controleren
of de beweging van de poort correct is en om eventuele montage- en afstelfou-
ten te corrigeren.
01. Druk op de toets “Open” en controleer of er gedurende de openingsma-
noeuvre een versnellingsfase, en fase met constante snelheid en een ver-
tragingsfase is. Controleer of het faseverschil van de vleugels in de openin-
gsbeweging correct is. Na afloop moeten de vleugels perfect geopend zijn
op de mechanische stop van de openingsbeweging;
02. Druk op de toets “Close” en controleer of er gedurende de sluitmanoeuvre
een versnellingsfase, en fase met constante snelheid en een vertragingsfa-
se is. Controleer of het faseverschil van de vleugels in de sluitbeweging
cor rect is. Na afloop moeten de vleugels perfect gesloten zijn op de
mechanische sluitstop;
03. Controleer gedurende de manoeuvres of het knipperlicht knippert met tus-
senpozen van 0,5 seconde bij brandend knipperlicht en van 0,5 seconden
bij gedoofd knipperlicht.
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de verwezenlijking van de automatisering, om
een maximale veiligheid van de installatie te garanderen. De test kan ook wor-
den gebruikt om de inrichtingen waar de automatisering uit bestaat, periodiek
te controleren. De test- en inbedrijfstellingsfasen van de automatisering moeten
door vakmensen worden verricht, die het op zich moeten nemen de tests te
bepalen, die nodig zijn om de aangenomen oplossingen ten opzichte van de
aanwezige gevaren te controleren en de inachtneming te controleren van wat
door wetten, voorschriften en wettelijke regels wordt voorgeschreven: in het bij-
zonder van alle vereisten van de norm EN 12445, die de testmethoden bepaalt
om de automatische systemen van hekken te controleren.
De bijkomende inrichtingen moeten een specifieke test ondergaan, zowel wat
betreft de functionaliteit, als hun goede interactie met POP; raadpleeg dus de
handleidingen van de afzonderlijke inrichtingen.
5.1 - Testen
De volgorde van de voor de test te verrichten handelingen heeft betrekking op
een standaardinstallatie (afb. 3):
1 Controleer of alle aanwijzingen uit het hoofdstuk ”Aanbevelingen voor de
installatie” strikt in acht zijn genomen.
2 Deblokkeer de reductiemotoren handmatig en controleer of het op het punt
dat voor de handmatige manoeuvre bestemd is mogelijk is de hekdeur ope-
nend of sluitend te bewegen met minder kracht dan 390 N.
3 Blokkeer de reductiemotoren (zie hoofdstuk 3.6).
4 Terwijl u de besturingsinrichtingen (zender, bedieningsknop, sleutelschake-
laar, enz.) gebruikt, verricht u openings-, sluitings- en stoptests van het hek
en verzekert u zich ervan dat de beweging van de hekdeuren overeenkomt
met wat voorzien is. Het is raadzaam verschillende tests te verrichten om
de beweging van de deuren te beoordelen en eventuele montage- en
afstelfouten en ook bijzondere wrijvingspunten vast te stellen.
5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen één voor één om te zien of ze correct
werken (fotocellen, contactlijsten etc.). Wanneer een inrichting in werking
treedt, zal de led “BLUEBUS”, op de besturingseenheid, 2 maal snel knip-
peren om te bevestiging dat de herkenning heeft plaatsgevonden.
6 Als de gevaarlijke situaties veroorzaakt door de beweging van de hekdeu-
ren beschermd zijn door de beperking van de botskracht moet de kracht
worden gemeten volgens norm EN 12445. Als de controle van de “kracht
van de reductiemotor” wordt gebruikt als hulpmiddel van het systeem om
de botskracht te verminderen, probeert en zoekt u tenslotte de afstelling,
die voor de beste resultaten zorgt.
7 Bevestig op een plek naast de automatisering een permanent etiket waarop
beschreven wordt hoe de reductiemotor handmatig ontgrendeld kan worden.
5.2 - Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling kan uitsluitend plaatsvinden na alle testfasen met
positief resultaat te hebben verricht.
1 Stel een technisch dossier van de automatisering samen, dat de volgende
documenten moet bevatten: een allesomvattende tekening van de automatise-
ring, het schema van de verrichte elektrische aansluitingen, het on derzoek van
de aanwezige gevaren en de bijbehorende aangenomen oplos singen, de ver-
klaring van overeenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen en
de verklaring van overeenstemming die door de installateur is opgemaakt.
2 Breng een plaatje op het hek aan met ten minste de volgende gegevens:
soort automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijke
van de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE” markering.
3 Stel de verklaring van overeenstemming op en geef ze aan de eigenaar van
de automatisering.
4 Stel de “Gebruikshandleiding” van de automatisering op en geef ze aan
de eigenaar van de automatisering.
5 Stel het “Onderhoudsprogramma” op, met de onderhoudsvoorschriften
van alle inrichtingen van de automatisering en geeft het aan de eigenaar van
de automatisering.
6 Voordat u de automatisering in bedrijft stelt, informeert u de eigenaar goed
over de gevaren en restrisico’s die er nog zijn.
Voor de geciteerde documentatie stelt Nice via haar technische service-
dienst het volgende ter beschikking: handleidingen, leidraden en reeds
ingevulde formulieren. Zie ook: www.nice-service.com
TESTEN EN INBEDRIJFSTELLING
5