Kromschroder BCU 56x, 580 Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Cert. Version 11.21 · Edition 05.22 · NL · 03251355
DE, EN, FR, NL, IT, ES, DA, SV, NO, PT, EL, TR, CS, PL, RU, HU – www.docuthek.com
Branderbesturing BCU56x, 580
1 Veiligheid .............................1
2 Gebruik controleren .....................2
3 Inbouwen .............................3
4 Vermogensmodule/parameter-chip-card
vervangen ..............................3
5 Bedrading kiezen .......................4
6 Bedraden .............................4
7 Aansluitschema ........................5
8 Instellen .............................14
9 In bedrijf stellen .......................14
10 Handbedrijf..........................15
11 Hulp bij storingen .....................16
12 Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldingen of
parameters ............................24
13 Legenda ............................26
14 Technische gegevens .................. 27
15 Logistiek ............................28
16 Toebehoren .........................28
17 Certificering .........................29
18 Verwijdering van afvalstoffen.............30
1 VEILIGHEID
1.1 Lezen en bewaren
Deze handleiding voor montage en werking
zorgvuldig doorlezen. Na het monteren de handleiding
aan de exploitant doorgeven. Dit apparaat moet vol-
gens de geldende voorschriften en normen worden
geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Deze hand-
leiding vindt u ook op www.docuthek.com.
1.2 Legenda
1, 2,3, a, b, c = bewerkingsfase
= aanwijzing
1.3 Aansprakelijkheid
Voor schade op grond van veronachtzaming van de
handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden wij
geen aansprakelijkheid.
1.4 Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze handlei-
ding als volgt aangeduid:
GEVAAR
Duidt op levensgevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING
Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op licha-
melijk letsel.
OPGELET
Duidt op mogelijke materiële schade.
Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een ge-
kwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd. Elektro-
werkzaamheden uitsluitend door een gekwalificeerde
elektromonteur.
1.5 Ombouwen, reserveonderdelen
Iedere technische verandering is verboden. Uitsluitend
originele onderdelen gebruiken.
BEDIENINGSVOORSCHRIFT
BCU5xx · Edition 05.22
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
De branderbesturingen BCU560, 565 en580 dienen
voor de bewaking en besturing van gasbranders in het
intermitterend bedrijf of continubedrijf.
Via de uitwisselbare vermogensmodule worden de
veiligheidsgerelateerde uitgangen, bijv. ventilator,
stelaandrijving en kleppen, voor de besturing van de
branders geschakeld. Op de geïntegreerde parame-
ter-chip-card zijn alle voor de werking noodzakelijke
parameters opgeslagen.
BCU560, BCU565
Voor direct ontstoken branders met onbeperkt ver
-
mogen.
BCU580
Voor aansteek- en hoofdbranders met onbeperkt
vermogen. Aansteek- en hoofdbranders kunnen on-
afhankelijk van elkaar worden bewaakt.
BCU..F1, BCU..F2, BCU..F3
Branderbesturingen met interfaces voor de luchtbe-
sturing voor een luchtklep of stelaandrijvingen IC20,
IC40, RBW.
BCU565..F1, BCU565..F2, BCU565..F3
Met luchtstroombewaking en lucht voor-/naspoelen
voor de besturing en bewaking van een recuperatieve
brander.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd, zie pagina 27 (14 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
BCU Branderbesturing
5 Serie 500
60 Standaardversie
65 Uitgebreide luchtbesturing
80 Versie voor aansteek- en hoofdbrander
Q Netspanning: 120V~, 50/60Hz
W Netspanning: 230V~, 50/60Hz
C0 Zonder klepbewakingssysteem
C1 Klepbewakingssysteem
F0 Zonder vermogensregeling
F1 Modulerend met IC-interface
F2 Modulerend met RBW-interface
F3 Luchtklepbesturing
U0 Ionisatie- of uv-bewaking bij werking met
gas
D0 Zonder hoogtemperatuurbedrijf
D1 Hoogtemperatuurbedrijf
K0 Zonder aansluitstekkers
K1 Aansluitstekkers met schroefklemmen
K2 Aansluitstekkers met veerkrachtklem-
men
-E Individuele verpakking
2.1 Benamingen onderdelen
3
5
2
6
8
1
7
4
1 Led-weergave voor programmastatus en
foutmelding
2 Ontgrendelings-/info-drukknop
3 Aan-/Uitknop
4 Typeplaatje
5 Aansluiting voor opto-adapter
6 Vermogensmodule, vervangbaar
7 Typeplaatje vermogensmodule
8 Parameter-chip-card, vervangbaar
Ingangsspanning – zie typeplaatje.
BCU
BCU5xx · Edition 05.22
NL-3
3 INBOUWEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de BCU niet beschadigd
raakt, moet er op het volgende gelet worden:
Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules vervangen.
Inbouwpositie: rechtop, liggend of gekanteld naar
links of rechts.
De bevestiging van de BCU is ontworpen voor
horizontaal geplaatste montagerail 35×7,5mm.
Bij verticale uitlijning van de montagerail zijn
eindhouders nodig (bijv. Clipfix35 van de firma
PhoenixContact), om het verschuiven van de BCU
te voorkomen.
In een schone omgeving (bijv. schakelkast) inbou-
wen, met een beschermingswijze ≥IP54. Daarbij
is geen condensatie toegestaan.
1
4 VERMOGENSMODULE/PARAME-
TER-CHIP-CARD VERVANGEN
1 Apparaat spanningsvrij maken.
2
3 BCU van de montagerail losmaken.
4 5
6 De oude parameter-chip-card uit de BCU nemen,
de nieuwe parameter-chip-card weer in de BCU
steken.
Op de parameter-chip-card zijn alle parameterin-
stellingen van de BCU opgeslagen.
7 De vermogensmodule er weer op schuiven.
8 De aansluitklemmen weer aanbrengen.
9 BCU weer aan de montagerail bevestigen.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-4
5 BEDRADING KIEZEN
Signaal- en stuurleiding bij aansluitklemmen met
schroef aansluiting max. 2,5mm2 (min. AWG24,
max. AWG12), met veerkracht aansluiting max.
1,5mm2 (min. AWG24, max. AWG12).
De bedrading van de BCU niet met samen met de
bedrading van frequentieregelaars en andere sterk
stralende bedrading in dezelfde kabelgoot leggen.
De keuze van de stuurleidingen moet volgens de
plaatselijke/landelijke voorschriften worden ge-
maakt.
Elektrische invloeden van buitenaf voorkomen.
Ionisatie-, uv-kabel
Is er geen sprake van EMC-beïnvloeding, dan zijn
kabellengtes van 100m mogelijk.
Door EMC-invloeden wordt het vlamsignaal ge-
stoord.
Bedrading afzonderlijk (capaciteitsarm) en bij voor-
keur niet in een metalen buis installeren.
6 BEDRADEN
Fase L1 en nul N niet onderling verwisselen.
Op de ingangen niet de verschillende fasen van
een draaistroomnet aansluiten.
Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van de
uitwisselbare zekeringen in werking.
Op de 24V=-voedingsspanning (klem 61, 62)
een laagspanningsbeveiliging met 24V= ±10%
aansluiten.
Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automatisch)
aansturen.
De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
De begrenzers in het voorwaardencircuit (bijv. vei-
ligheidstemperatuurbegrenzer, noodstop) moeten
klem46 en indien overeenkomstig geparametreerd
de optionele veiligheidsrelevante ingangen op de
klemmen 65 tot en met 68 spanningsvrij schakelen.
Als het voorwaardencircuit onderbroken is, knippert
op het display 51 als waarschuwingsmelding en
alle stuuruitgangen van de BCU zijn spanningsvrij
geschakeld.
Aangesloten aandrijvingen met beschermende be
-
drading overeenkomstig de opgave van de fabrikant
uitvoeren. De beschermende bedrading voorkomt
hoge spanningspieken die een storing van de BCU
veroorzaken kunnen.
Bij de ontstekingstransformator de maximale in-
schakelduur in acht nemen (zie de informatie van
de fabrikant). Zo nodig de minimale pauzetijdtBP
(parameter62) aanpassen.
Functies op klemmen 51, 65, 66, 67 en68 zijn
afhankelijk van parameterwaarden:
Klem Afhankelijk van parameter
51 69
65 70
66 71
67 72
68 73
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Voor het bedraden ervoor zorgen, dat de gele pa-
rameter-chip-card zich in de BCU bevindt.
Voor de BCU zijn schroefklemmen of
veerkrachtklemmen leverbaar:
schroefklem, bestelnr.: 74923998,
veerkrachtklem, bestelnr.: 74924000.
3 Bedraden volgens het aansluitschema– zie pagi-
na 5 (7 Aansluitschema).
Goede aardleiding op de BCU en op de branders
aansluiten.
Voor het beveiligen van de veiligheidsstroom-ingan-
gen (klemmen 45 tot 52 en 65 tot 68) de zekering
zo aanbrengen, dat de sensor met het kleinste
schakelvermogen beveiligd is.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-5
7 AANSLUITSCHEMA
BCU560..F0
Legenda– zie pagina 26 (13 Legenda).
BCU 560..F0
L1
V1
V2
V3
45
65
46
66
68
49
50
51
N
0,6 x IN
67
13
14
15
17
18
11
12
3
1
2
5
7
P69
P72
P70
P71
P73
38
37
pu
2
PZ GZL
61
62
+24 V
41
42
0 V
A
9
+24 V DC
F1:T3,15AT
FS
HT
c
BCU5xx · Edition 05.22
NL-6
BCU560..F3
Legenda– zie pagina 26 (13 Legenda).
BCU 560..F3
53
54
52
10
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS
FS
P
c
V1
V2
V3
A
0,6 x IN
L1 N
+24 V
0 V
45
65
46
66
68
49
50
51
67
13
14
15
17
18
11
12
3
1
2
5
7
38
37
61
62
41
42
9
P69
P72
P70
P71
P73
pu
2
PZ GZL
HT
+24 V DC
BCU5xx · Edition 05.22
NL-7
BCU565..F3
Legenda– zie pagina 26 (13 Legenda).
BCU 565..F3
53
54
52
10
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS
FS
P
c
V1
V2
V3
A
0,6 x IN
L1 N
+24 V 0 V
45
65
46
47
48
66
68
49
50
51
67
13
14
15
17
18
11
12
3
1
2
5
7
38
37
61
62
41
42
9
P69
P72
P70
P71
P73
pu
2
PZ GZL
HT
+24 V DC
44
PZL
Luchtmin
BCU5xx · Edition 05.22
NL-8
BCU580..F3
Legenda– zie pagina 26 (13 Legenda).
BCU 565..F3
53
54
52
57
10
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS
FS
P
c
V1
V2
V3
A
0,6 x IN
L1 N
+24 V 0 V
45
65
46
47
48
66
68
49
50
51
67
13
14
15
17
18
11
12
3
1
2
5
7
38
37
61
62
41
42
9
8
P69
P72
P70
P71
P73
pu
2
PZ GZL
HT
+24 V DC
44
PZL
V3
12
I
IZ
BCU5xx · Edition 05.22
NL-9
IC20 aan BCU..F1
Parameter 40 = 1.
Continue regeling via 3-punts stappenregelaar.
PE
L1
N
3 2 116 67 4812 1115 13
S3 S4
S11 S10
90°
M
IC 20
PE
S1S2
S1
Min Max
BCU..F1
65
46
66
47 48
68
53 54 55 56 5749 50 51 52
67
13 14 15 17 181110 12
7
3837
9
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS FS
BCU5xx · Edition 05.22
NL-10
IC20..E aan BCU..F1
Parameter 40 = 1.
Continue regeling via analoog signaal (direct op de
regelbare aandrijving aangesloten).
20 19 18 3 2 167 4812 11
S3 S4
S10
OUT
90°
90°
90°
IC 20..E
S1
S2
517
+ +
IN
OK
RR
PE
A
D
A
D
R
123456
ON
µC
131516
M
PE
L1
N
S1
Min Max
65
46
66
47 48
68
53 54 55 56 5749 50 51 52
67
13 14 15 17 181110 12
7
3837
9
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS FS
BCU..F1
BCU5xx · Edition 05.22
NL-11
IC40 aan BCU..F1
Parameter 40 = 2.
IC 40 op gebruiksmodus 27 instellen,
zie bedieningshandleiding/technische informatie
stelaandrijving IC40 op www.docuthek.com.
IC 40
PE
19 18 16 15 14 12 11 10 8 7 5 4 2 1
AAC
DDC
M
mA
L
N
22 21 20
R..
65
46
66
47 48
68
53 54 55 56 5749 50 51 52
67
13 14 15 17 181110 129
7
3837
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS FS
BCU..F1
BCU5xx · Edition 05.22
NL-12
RBW-klep aan BCU..F2
Parameter 40 = 3.
Continue regeling via 3-punts stappenregelaar
N
RBW
M
R B W
L1
BCU..F2
45
65
46
66
47 48
68
53 54 55 56 5749 50 51 52
67
13 14 15 17 181110 129
5 7
3837
F2:T2AH
F1:T3,15AH
FS FS
COM
HI
LO
AUTO
Continue regeling via PLC
N
M
+ F -
L1
mA
AD
OUT
+
-
RBW
BCU..F2
45
65
46
66
47 48
68
53 54 55 56 5749 50 51 52
67
13 14 15 17 181110 129
5 7
3837
FS FS
F2:T2AH
F1:T3,15AH
COM
HI
LO
AUTO
PLC
BCU5xx · Edition 05.22
NL-13
Vlambewaking
BCU560, 565 = 1 vlamversterker
BCU580 = 2 vlamversterkers
Bij uv-bewaking uv-sondes voor intermitterend
bedrijf (UVS5,10) of vlamrelais voor continubedrijf
(UVC1) gebruiken.
BCU560, 565
Bedrijf met twee elektroden
Zie pagina 5 (7 Aansluitschema), BCU560/LM..
F0, BCU560/LM..F3 en BCU565/LM..F3.
Ionisatie/bedrijf met één elektrode:
Parameter 04 = 0.
1110
5 7 9
c
Z
UV-bewaking:
UVS5, 10
Parameter 01 ≥ 5µA.
Parameter 04 = 3.
9 12
UVS
1
2
3
765
Z
UVC1
Parameter 04 = 2.
9
765
Z
UVC 1
4
3
2
1
N
PE
L
BCU580
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met ionisatie:
Aansteekbrander werkt met één elektrode
Hoofdbrander met ionisatiebewaking
Parameter 04 = 0
1110 1298
5 7 9
c
I
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met UVS:
Parameter 01 ≥ 5 μA
Parameter 04 = 3
9 12
7 865
UVS
1
2
3
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met UVC1:
Parameter 04 = 4
9
7 865
UVC 1
4
3
2
1
N
PE
L
Aansteekbrander met UVS/hoofdbrander met
ionisatie:
Parameter 02 ≥ 5 μA
Parameter 04 = 5
I
9 12
7 865
UVS
1
2
3
BCU5xx · Edition 05.22
NL-14
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
UVC:
Parameter 04 = 6
9
7 865
UVC 1
4
3
2
1
N
PE
L
UVC 1
4
3
2
1
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
ionisatie:
Parameter 04 = 7
I
9
7 865
N
PE
L
UVC 1
4
3
2
1
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
UVS:
Parameter 02 ≥ 5 μA
Parameter 04 = 8
9
7 865
N
PE
L
UVC 1
4
3
2
1
UVS
1
2
3
8 INSTELLEN
Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn om de fabrieks-
matige parameters te veranderen. Met behulp van de
afzonderlijke software BCSoft en een opto-adapter is
het mogelijk, parameters van de BCU te modificeren,
zoals bijvoorbeeld de voorspoeltijd of het gedrag bij
vlamstoring.
WAARSCHUWING
Levensgevaar!
Na het modificeren van de parameters met
behulp van de software BCSoft moet de cor-
recte overname van de parameters door op de
ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU of (bij
aangesloten bedieningsmodule OCU) op de OCU
gecontroleerd worden. Meer informatie over het
oproepen van de parameterwaarden, zie pagina
24 (12 Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldin-
gen of parameters).
De software en de opto-adapter zijn als toebehoren
verkrijgbaar– zie pagina 28 (16 Toebehoren).
Gewijzigde parameters worden op de geïntegreer-
de parameter-chip-card opgeslagen.
De fabrieksmatige instelling is met een te parame-
teriseren wachtwoord beveiligd.
Indien het wachtwoord is veranderd, kan de klant
dit in de documentatie van het apparaat nalezen
of bij de systeemleverancier opvragen.
9 IN BEDRIJF STELLEN
Tijdens het bedrijf geeft het 7-segmentsdisplay de
programmastatus weer:
00 Stand-by
H0 Vertraging
AcOp min. vermogen zetten
A0 Koeling
01 Ventilator voorlooptijd
A1 Lucht voorspoelen
AoOp max. vermogen zetten
H1 Vertraging
P0 Voorspoelen
P1 Voorspoelen
AiOp ontsteking zetten
tc Klepbewaking
02 Veiligheidstijd 1 tSA1
A2 Veiligheidstijd 1 tSA1
03 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
A3 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
04 Bedrijf brander 1
A4 Bedrijf brander 1
05 Wachttijd brander 2
A5 Vertraging
H5 Vertragingstijd tijdens wachttijd brander2
BCU5xx · Edition 05.22
NL-15
06 Veiligheidstijd 2 tSA2
A6 Veiligheidstijd 2 tSA2
07 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
A7 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
08 Bedrijf brander 2
A8 Bedrijf brander 2
H8 Vertraging
–– Apparaat uit
Datatransmissie (programmeermodus)
0.0. (knipperende punten) Handbedrijf
l UI Op afstand bediend (metOCU)
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar!
Installatie voor inbedrijfname op lekkage contro-
leren.
De BCU pas in bedrijf nemen, wanneer de cor-
recte parameterinstelling en bedrading evenals de
optimale verwerking van alle in- en uitgangssigna-
len aan de lokaal geldende normen voldoen.
1 Installatie inschakelen.
Het display toont ––.
2 De BCU door op de Aan-/Uitknop te drukken in-
schakelen.
Het display toont 00.
Bij een knipperende weergave (storing) door het
indrukken van de ontgrendelings-/info-drukknop
de BCU ontgrendelen.
BCU560..F0
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01.
Het display toont 02. De kleppen voor gas openen
en de brander ontsteekt, veiligheidstijd1 loopt.
Het display toont 03 tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04. De brander is in bedrijf.
BCU56x..F1, BCU56x..F3
Wanneer de luchtactuator voor de koeling in de
aanloopstand extern wordt aangestuurd, toont
het display A0.
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01, bij aangestuurde luchtac-
tuator A1.
Het display toont 02, bij geopende luchtactuator
A2. De kleppen voor gas openen en de brander
ontsteekt, veiligheidstijd1 loopt.
Het display toont 03, bij geopende luchtactuator
A3, tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04, bij geopende luchtactuator
A4. De brander is in bedrijf.
BCU580..F1/F3
Wanneer de luchtactuator voor de koeling in de
aanloopstand extern wordt aangestuurd, toont
het display A0.
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01, bij geopende luchtactuator A1.
Het display toont 02, bij geopende luchtactuator A2.
De kleppen voor gas openen, de aansteekbrander
(brander1) ontsteekt, veiligheidstijd1 loopt.
Het display toont 03, bij geopende luchtactuator
A3, tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04, bij geopende luchtactuator
A4. De aansteekbrander is in bedrijf.
Het display toont 06, bij geopende luchtactuator
A6. De hoofdbrander (brander2) ontsteekt, veilig-
heidstijd2 loopt.
Het display toont 07, bij geopende luchtactuator
A7, tijdens vlamstabilisatietijd2.
Het display toont 08, bij geopende luchtactuator A8.
De hoofdbrander is in bedrijf. De vrijgave regelaar
is uitgevoerd.
10 HANDBEDRIJF
Voor het instellen van de branderbesturing of voor
het zoeken naar storingen.
In handbedrijf werkt de BCU onafhankelijk van de
toestand van de ingangen aanloopsignaal (klem1),
ventileren (klem2) en op afstand ontgrendelen
(klem3). De functie van de ingang vrijgave/nood-
stop (klem46) blijft behouden.
De BCU beëindigt door uitschakelen of het weg-
vallen van de spanning het handbedrijf.
Parameter 67 = 0: handbedrijf onbeperkte duur.
De branderbesturing kan bij uitval van de regeling
of van de bus handmatig verder gebruikt worden.
Parameter 67 = 1: de BCU beëindigt 5minuten
na de laatste keer drukken op de ontgrendelings-/
info-drukknop het handbedrijf. De BCU gaat naar
de aanloopstand/stand-by (weergave 00).
1 Met ingedrukte ontgrendelings-/info-drukknop de
BCU inschakelen. De ontgrendelings-/info-druk-
knop zolang indrukken totdat op het display twee
punten knipperen.
Wordt de ontgrendelings-/info-drukknop kort in-
gedrukt, dan wordt de actuele programmastap in
handbedrijf afgebeeld.
Wordt de ontgrendelings-/info-drukknop >1s
ingedrukt, dan gaat de BCU naar de volgende
programmastap.
2 De ontgrendelings-/info-drukknop zo vaak indruk-
ken (telkens >1s), tot de BCU de programmastap
Bedrijf brander (BCU560, 565= weergave 04/
BCU580= weergave 08) bereikt heeft.
BCU..F1 met IC20
Na de operationele melding brander (BCU56x=
weergave 04, BCU580= weergave 08) kan de
stelaandrijving IC20 willekeurig open en dicht ge-
zet worden.
3 Op de ontgrendelings-/info-drukknop drukken.
Zolang de knop ingedrukt wordt, opent de ste-
laandrijving verder tot de positie voor maximaal
vermogen.
Het display toont Ao met knipperende punten.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-16
Na het loslaten van de drukknop stopt de regelklep
in de desbetreffende positie.
4 Opnieuw op de ontgrendelings-/info-drukknop
drukken.
Zolang de knop ingedrukt wordt, sluit de stelaandrij-
ving verder tot de positie voor minimaal vermogen.
Het display toont Ac met knipperende punten.
Een richtingswissel gebeurt telkens na het loslaten
van de drukknop en het hernieuwde indrukken.
Heeft de regelklep telkens de eindpositie bereikt,
dan verdwijnen de punten.
BCU..F1 met IC40, BCU..F2 met RBW
Na de vrijgave regelaar (BCU56x = weergave 04,
BCU580= weergave 08) kan binair tussen de
posities voor maximaal en minimaal vermogen
verplaatst worden.
11 HULP BIJ STORINGEN
GEVAAR
Om schade aan mens en apparaat te voorkomen,
het volgende in acht nemen:
Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens
aan stroomvoerende onderdelen te werken de
elektrische bedrading spanningsvrij maken!
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
Storingen alleen door middel van de hier beschre-
ven maatregelen opheffen.
Reageert de BCU niet, hoewel alle storingen ver-
holpen zijn: apparaat demonteren en in de fabriek
laten nakijken.
Systeemfouten (fouten 10, 20, 23, 24, 30, 31, 32,
33, 36, 51, 52, 80, 89, 94–99, bE, bc) kunnen
alleen via de ontgrendelings-/info-drukknop op de
BCU worden bevestigd.
Waarschuwingsmeldingen (n0 tot n4) vertoont de
BCU op het display. Het gebruik van de BCU is
verder via de stuuringangen mogelijk.
Bij parametrering als uitschakeling wegens een sto-
ring moet om de fouten d1 tot d8 te bevestigen op
de ontgrendelings-/info-drukknop gedrukt worden.
Bij parametrering als veiligheidsuitschakeling volgt
geen signalering via de storingssignaleringscontact.
Zodra de fouten niet meer aanwezig zijn, verdwijnt
de storingsmelding op het display. De fouten hoe-
ven niet via de ontgrendelings-/info-drukknop te
worden bevestigd.
? Storingen
! Oorzaak
Remedie
? Het 7-segmentsdisplay brandt niet?
! Geen netspanning aangelegd.
Bedrading controleren, netspanning (zie type-
plaatje) aanleggen.
0 1 A 1
? Het display knippert en toont 01 of A1?
! De BCU herkent een verkeerd vlamsignaal zon-
der dat de brander ontstoken is (vreemd licht).
Uv-sonde precies op de te bewaken brander
uitlijnen.
! De uv-diode in de uv-sonde is defect (levensduur
overschreden) en zendt continu een vlamsignaal
uit.
Uv-diode vervangen, zie daartoe de bedie-
ningshandleiding van de uv-sonde.
! Vlamsignaal door geleidende keramische isolatie.
Waarde voor parameter01 verhogen om de
uitschakeldrempel van de vlamversterker voor
brander1 aan te passen.
0 2 A 2
? Opstarten – er ontstaat geen ontstekings-
vonk – het display knippert en toont 02 of
A2?
! Ontstekingskabel is te lang.
Tot 1m (max. 5m) inkorten.
! Afstand van de ontstekingselektrode t.o.v. de
branderkop is te groot.
Een afstand van max. 2mm instellen.
! Ontstekingskabel heeft geen contact in de elek-
trodenstekker.
De bedrading stevig vastschroeven.
! Ontstekingskabel heeft geen contact op de
ontstekingstransformator.
Aansluiting controleren.
! Ontstekingskabel tegen massa kortgesloten.
Installatie controleren, ontstekingselektrode
reinigen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Opstarten zonder vlam– er komt geen gas –
het display knippert en toont 02 of A2?
! Een gasklep gaat niet open.
Gasdruk controleren.
Spanningstoevoer naar de gasklep controle-
ren.
! Er is nog lucht in de leiding, bijv. na montage-
werk of wanneer de installatie langdurig niet heeft
gewerkt.
Leiding “ontluchten” – BCU ontgrendelen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-17
0 2 0 3 0 6 0 7
A 2 A 3 A 6 A 7
? Opstarten – de vlam brandt– desondanks
knippert het display en toont 2 of 3 bij de
aansteekbrander/brander (brander1) of 6 of
7 bij de hoofdbrander (brander2)?
! Vlamstoring tijdens het opstarten.
Vlamsignaal aflezen.
Wanneer het vlamsignaal beneden de uitschakeld-
rempel voor het vlamsignaal van brander1 (para-
meter01) of brander2 (parameter02) ligt, kunnen
de volgende oorzaken aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoe-
ligheid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Stekker op ionisatiepen niet goed aangesloten.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde uv-sonde.
! Fout in de bedrading van de uv-sonde.
Fout verhelpen.
0 5 A 5
? Het display knippert en toont 05 of A5?
! De BCU herkent een verkeerd vlamsignaal
zonder dat brander2 (hoofdbrander) ontstoken
is (vreemdlicht).
Uv-sonde precies op de te bewaken brander2
uitlijnen.
! De uv-diode in de uv-sonde is defect (levensduur
overschreden) en zendt continu een vlamsignaal
uit.
Uv-diode vervangen, zie daartoe de bedie-
ningshandleiding van de uv-sonde.
! Vlamsignaal door geleidende keramische isolatie.
Waarde voor parameter02 verhogen om de
uitschakeldrempel van de vlamversterker voor
brander2 aan te passen.
0 8 A 8
? Bedrijf – de vlam brandt – brander 2 scha-
kelt uit– het display knippert en toont 08 of
A8?
! Vlamstoring tijdens bedrijf of tijdens de vertraag-
de vrijgave regelaar.
Vlamsignaal aflezen, zie pagina 24 (12
Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldingen of
parameters).
Wanneer het vlamsignaal beneden de uitschakeld-
rempel voor het vlamsignaal van brander2 (pa-
rameter02) ligt, kunnen de volgende oorzaken
aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoe-
ligheid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde uv-sonde.
Fout verhelpen.
1 0
? Het display knippert en toont 10?
! Fout in de aansturing van de ingang voor het
ontgrendelen op afstand.
! Te vaak op afstand ontgrendeld. Binnen 15mi-
nuten werd er meer dan 5x automatisch of
handmatig op afstand ontgrendeld.
! Vervolgfout van een voorgaande fout waarvan de
eigenlijke oorzaak niet weggenomen is.
Op voorgaande foutmeldingen letten.
De oorzaak verhelpen.
De oorzaak wordt niet verholpen door telkens na
een storingsuitschakeling opnieuw te ontgrendelen.
Ontgrendeling op afstand op normconformiteit
(EN746 staat alleen een ontgrendeling onder
toezicht toe) controleren en eventueel corrige-
ren.
De BCU alleen handmatig onder toezicht ontgren-
delen.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-18
1 1
? Het display knippert en toont 11?
! Te veel herstarts brander1. Binnen 15minuten
werd er meer dan 5x herstart.
Instelling van de branders controleren.
De instellingen voor de vermogensregeling
tijdens het bedrijf controleren.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
1 2
? Het display knippert en toont 12?
! Te veel herstarts brander2. Binnen 15minuten
werd er meer dan 5x herstart.
Instelling van de branders controleren.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
2 0
? Het display knippert en toont 20?
! De uitgang op klem56 wordt in omgekeerde
richting onder spanning gelegd.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat niet in omgekeerde richting
onder spanning gelegd wordt.
! Er is een interne technische fout in de vermo-
gensmodule aanwezig.
De vermogensmodule vervangen.
2 1
? Het display knippert en toont 21?
! De ingangen 51 en52 worden gelijktijdig aange-
stuurd.
Ingang51 controleren.
Ingang51 mag alleen bij een geopende klep wor-
den aangestuurd.
Ingang52 controleren.
Ingang52 mag alleen aangestuurd worden, wan-
neer de klep zich in de positie voor het ontstekings-
vermogen bevindt.
2 2
? Het display knippert en toont 22?
! Servomotor IC20 is verkeerd bedraad.
Bedrading controleren. De uit- en ingangen
van de aansluitklemmen 52–55 volgens het
aansluitschema bedraden– zie pagina 9
(IC20 aan BCU..F1).
! Er is een interne technische fout in de vermo-
gensmodule aanwezig.
De vermogensmodule vervangen.
2 3
? Het display knippert en toont 23?
! De regelkleppositie wordt niet continu aan de
BCU terug gemeld.
De bedrading controleren en ervoor zorgen
dat de positie voor max. vermogen/ontste-
kingsvermogen/Dicht van de regelklep via
klem52 continu terug gemeld wordt.
2 4
? Het display knippert en toont 24?
! Verkeerde aansturing via de bus. De eisen voor
“Open” en “Dicht” gelijktijdig gezet.
Ervoor zorgen, dat “Open” en “Dicht” niet
tegelijk aangestuurd worden.
3 0 3 1
? Het display knippert en toont 30 of 31?
! Abnormale gegevenswijziging bij de instelbare
parameters van de BCU.
Parameters met de software BCSoft op de
oorspronkelijke waarden terugzetten.
Oorzaak van de storing ophelderen om herha-
lingsfouten te voorkomen.
Op deskundige montage van de leidingen
letten– zie pagina 4 (5 Bedrading kiezen).
Helpen de beschreven maatregelen niet meer,
het apparaat demonteren en in de fabriek
laten nakijken.
3 2
? Het display knippert en toont 32?
! De voedingsspanning is te laag of te hoog.
De BCU binnen het aangegeven netspan-
ningsbereik (netspanning +10/-15%,
50/60Hz) laten werken.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-19
3 3
? Het display knippert en toont 33?
! Foutieve parameterisatie.
Parameterinstelling met BCSoft controleren en
eventueel veranderen.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
3 4
? Het display knippert en toont 34?
! Verkeerde aansturing van de luchtklep.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
3 5
? Het display knippert en toont 35?
! De busmodule en de besturingseenheid zijn
incompatibel.
Het bussysteem en PLC op PROFIBUS-com-
patibiliteit controleren.
! De busmodule ondersteunt de gekozen functio-
naliteit niet.
De instelling van parameter75 controleren.
3 6
? Het display knippert en toont 36?
! De uitgangen voor de gaskleppen worden in
omgekeerde richting onder spanning gelegd.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat niet in omgekeerde richting
onder spanning gelegd wordt.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
De vermogensmodule vervangen.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
3 9
? Het display knippert en toont 39?
! Kortsluiting op een van de uitgangen van het
veiligheidsstroomcircuit.
Bedrading controleren.
Miniatuurzekering F1 (3,15A, traag,H) contro-
leren.
De miniatuurzekering kan na het demonteren van
de vermogensmodule weggenomen worden.
Vervolgens de correcte verwerking van alle in-
en uitgangssignalen controleren.
! Er is een interne technische fout in de vermo-
gensmodule aanwezig.
De vermogensmodule vervangen.
4 0
? Het display knippert en toont 40?
! Gasmagneetklep V1 is lek.
Gasmagneetklep V1 controleren.
! De gasdrukschakelaar DGpu/2 voor de lektest is
verkeerd ingesteld.
Inlaatdruk controleren.
DGpu/2 op correcte inlaatdruk instellen.
Bedrading controleren.
! De testdruk tussen V1 en V2 wordt niet vermin-
derd.
Installatie controleren.
! De controleduur is te lang.
Parameter 56 (meettijd Vp1) controleren en
met BCSoft veranderen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
4 1
? Het display knippert en toont 41?
! De gasmagneetklep aan de uitgang (V2) is lek.
De magneetklep aan de uitgang controleren.
! De gasdrukschakelaar DGpu/2 voor de lektest is
verkeerd ingesteld.
Inlaatdruk controleren.
DGpu/2 op correcte druk instellen.
Bedrading controleren.
! De controleduur is te lang.
Parameter 56 (meettijd Vp1) controleren en
met BCSoft veranderen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
4 2
? Het display knippert en toont 42?
! Een van de gasmagneetkleppen aan de brander-
kant (V2/V3) is lek.
De magneetkleppen aan de branderkant
controleren.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-20
! De gasdrukschakelaar DGpu/2 voor de lektest is
verkeerd ingesteld.
Inlaatdruk controleren.
DGpu/2 op correcte inlaatdruk instellen.
Bedrading controleren.
! De controleduur is te lang.
Parameter 56 (meettijd Vp1) met BCSoft ver-
anderen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
4 5
? Het display knippert en toont 45?
! De aansturing van de kleppen is verkeerd, de
kleppen zijn verwisseld aangesloten.
De bedrading van de magneetkleppen contro-
leren.
5 1
? Het display knippert en toont 51?
! Signaalonderbreking aan de ingang “voorwaar-
dencircuit/vrijgave/noodstop” (klem46).
Aansturing van de ingang “voorwaardencircuit/
vrijgave/noodstop” (klem46) controleren.
5 2
? Het display knippert en toont 52?
! De BCU is permanent op afstand ontgrendeld.
De aansturing van de ontgrendeling op
afstand (klem3) controleren.
Signaal op klem3 alleen geven voor het ont-
grendelen gedurende ca.1s.
5 3
? Het display knippert en toont 53?
! De min. tijd (taktcyclus) tussen twee starts is
onderschreden.
Het max. aantal starts (n) per minuut aanhouden:
tZmin [s] = (tVZ + 0,6 × tSA1) + 9
Voorbeeld:
Voorontstekingstijd tVZ = 2s
1eveiligheidstijd bij opstarten tSA1 = 3s
tzmin = (2 + 0,6 × 3) + 9 = 12,8s
5 4
? Het display knippert en toont 54?
! Verkeerd terugmeldsignaal van de positie Ontste-
kingsvermogen van de aandrijving.
Bedrading van de centrale stelaandrijving naar
de BCU (klem66) controleren.
Controleren of parameter 71=20 (LDS op-
vraag positie Ontsteking).
5 6
? Het display knippert en toont 56?
! Verkeerde bedrading van de meervlambewaking.
Op de BCU wordt tegelijkertijd een aanwezige
vlam en een verkeerde vlam weergegeven.
Bedrading controleren.
5 7
? Het display knippert en toont 57?
! Verkeerde aansturing van de ingang op klem44.
De BCU moet in menox-bedrijf gaan, hoewel
er geen signaal voor hoogtemperatuurbedrijf
(>750°C) op klem49 aanwezig is.
Bedrading controleren.
8 9 9 4 9 5 9 6
9 8 9 9
? Het display knippert en toont 89, 94, 95, 96,
97, 98 of 99?
! Systeemfout – de BCU heeft een veiligheidsuit-
schakeling uitgevoerd. Oorzaak kan een defect
in het apparaat of een extreme EMC-invloed zijn.
Op deskundige montage van de ontstekings-
kabel letten– zie pagina 4 (5 Bedrading
kiezen).
Op nakoming van de voor de installatie
geldende EMC-richtlijnen letten– met name
bij installaties met frequentieregelaars– zie
pagina 4 (5 Bedrading kiezen).
Het apparaat ontgrendelen.
Branderbesturing van het net loskoppelen–
en weer inschakelen.
De netspanning en frequentie controleren.
Helpen de boven beschreven maatregelen niet,
dan is er vermoedelijk een interne hardware
fout aanwezig – het apparaat demonteren en
in de fabriek laten nakijken.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-21
9 4
? Het display knippert en toont 94?
! Op de ingangen zijn verschillende fasen van een
draaistroomnet aangesloten.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat en de ingangen uit dezelfde
fase worden gevoed.
9 7
? Het display knippert en toont 97?
! PCC ontbreekt.
Passende PCC erin steken.
! Vermogensmodule heeft contactproblemen.
Contactproblemen verhelpen.
! Vermogensmodule is defect.
De vermogensmodule vervangen.
Helpen de boven beschreven maatregelen niet,
dan is er vermoedelijk een interne hardware
fout aanwezig – het apparaat demonteren en
in de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont d 0?
! De rustcontrole van de luchtdrukschakelaar is
mislukt.
Functie van de luchtdrukschakelaar controle-
ren.
Voor het inschakelen van de ventilator mag er bij
geactiveerde luchtbewaking geen high signaal op
de ingang van de luchtbewaking (klem47) aan-
wezig zijn.
1
? Het display knippert en toont d 1?
! De functiecontrole van de luchtdrukschakelaar
is mislukt. Na het starten van de ventilator heeft
de luchtbewaking, afhankelijk van de parame-
terisatie van ingang 47 of 48 (P15 en P35), niet
geschakeld.
Bedrading van de luchtbewaking controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
Functie van de ventilator controleren.
P
? Het display knippert en toont d P?
! Het ingangssignaal (klem48) van de luchtdruk-
schakelaar is tijdens de voorspoeling gedaald.
Luchtvoorziening tijdens de spoeling controle-
ren.
Elektrische bedrading van de luchtdrukscha-
kelaar controleren.
De aansturing van klem48 controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
8 0
? Het display knippert en toont 80?
! Fout in de vlamversterker brander 1.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
8 5
? Het display knippert en toont 85?
! Fout in de vlamversterker brander 2.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
2 3 4 5
6 7 8
? Het display knippert en toont d 2, d 3, d 4, d
5, d 6, d 7 ofd 8?
! Het ingangssignaal van de luchtdrukschakelaar
is tijdens het opstarten/tijdens bedrijf naar pro-
grammastapX (02tot08) gedaald.
! Uitval van de luchtvoorziening in program-
mastapX.
Luchtvoorziening controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
A
? Het display knippert en toont Ac?
! De melding “Minimaal vermogen bereikt” van de
stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-22
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
A
? Het display knippert en toont Ao?
! De melding “Maximaal vermogen bereikt” van de
stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
A
? Het display knippert en toont Ai?
! De melding “Ontstekingsvermogen bereikt” van
de stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
E
? Het display knippert en toont b E?
! Interne communicatie met busmodule is ge-
stoord.
Aansluiting van de busmodule controleren.
De aangesloten aandrijvingen moeten van
beschermende bedrading overeenkomstig de
opgave van de fabrikant worden voorzien.
Daardoor worden hoge spanningspieken voor-
komen, die een storing van de BCU veroorzaken
kunnen.
Ontstoorde elektrodenstekkers (1kΩ) gebrui-
ken.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
! Busmodule is defect.
De busmodule vervangen.
? Het display knippert en toont bc?
! Verkeerde of defecte parameter-chip-card (PCC).
Alleen een hiervoor bestemde parame-
ter-chip-card gebruiken.
Defecte parameter-chip-card vervangen.
1
? Het display knippert en toont c 1?
! Ingangssignaal van de klepeindschakelaar (POC)
ontbreekt wanneer de installatie bedrijfsklaar is.
Bedrading controleren.
Bij gesloten klep moet er netspanning en bij
geopende klep geen netspanning op de BCU
(klem45) aanwezig zijn.
De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
8
? Het display knippert en toont c 8?
! De BCU krijgt geen informatie, dat het eindscha-
kelaarcontact nog geopend is.
Bedrading controleren.
Parametrering van de ingangen klem 36, 37
of38 controleren.
Tijdens de start moet bij gesloten klep netspanning
en bij geopende klep geen netspanning op de BCU
(klem45) aanwezig zijn.
De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
F 1
? Het display knippert en toont F1?
! Een van de externe vlamrelais herkent vreemd
licht (een verkeerd vlamsignaal).
Het vreemde licht wegnemen.
! De aansturing van klem67 is verkeerd.
De aansturing van klem67 controleren.
F 2
? Het display knippert en toont F2?
! Een van de externe vlamrelais herkent geen
vlamsignaal gedurende de veiligheidstijd.
De aansturing van klem68 controleren.
F 3
BCU5xx · Edition 05.22
NL-23
? Het display knippert en toont F3?
! Een van de externe vlamrelais herkent geen
vlamsignaal gedurende de vlamstabilisatietijd.
De aansturing van klem68 controleren.
F 4
? Het display knippert en toont F4?
! Een van de externe vlamrelais herkent geen
vlamsignaal tijdens bedrijf.
De aansturing van klem68 controleren.
0
? Het display knippert en toont n 0?
! Geen verbinding tussen BCU en PLC (controller).
Bedrading controleren.
In het PLC-programma de BCU op de juiste
netwerknaam en IP-configuratie controleren.
PLC inschakelen.
1
? Het display knippert en toont n 1?
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veldbus-
communicatie met adrescontrole (P80=1).
! Ongeldig of verkeerd adres op de busmodule
ingesteld.
Het juiste adres op de busmodule (001
totFEF) instellen.
2
? Het display knippert en toont n 2?
! De busmodule heeft een verkeerde configuratie
van de PLC ontvangen.
Controleren of het juiste GSD-bestand is
ingelezen.
3
? Het display knippert en toont n 3?
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veldbus-
communicatie met adrescontrole (P80=1).
! Er werd een ongeldige of geen netwerknaam
voor de BCU aan de PLC verstrekt.
Een netwerknaam geven, die met de
default-netwerknaam (bcu-560-xxx) overeen-
komt of deze heeft als postfix van een indi-
vidueel gegeven naam in de volgende vorm:
“klantspecifiek-naamgedeeltebcu-560-xxx”.
“xxx” staat voor het op de busmodule ingestelde
adres (bijv.4A5).
4
? Het display knippert en toont n 4?
! PLC in STOP-toestand.
Controleren of de PLC gestart kan worden.
Zekering vervangen
De zekeringen F1 en F2 van het apparaat kunnen
er voor controle uitgehaald worden.
1 De installatie/BCU spanningsvrij maken.
2 De aansluitklemmen van de BCU aftrekken.
De aansluitleidingen blijven daarbij op de aansluit-
klemmen vastgeschroefd.
3 De vermogensmodule eraf trekken, zie daartoe
pagina 3 (4 Vermogensmodule/parame-
ter-chip-card vervangen).
4 Zekeringhouder (met miniatuurzekering F1 ofF2)
eruit nemen.
F1:T3,15A H
F2:T5A H
5 De werking van de miniatuurzekering F1 ofF2 con-
troleren.
6 Defecte miniatuurzekering vervangen.
Bij het vervangen alleen het toegelaten type ge
-
bruiken (F1: 3,15A, traag,H, F2: 5A, traag,, H;
volgens IEC60127-2/5).
7 Eerst de vermogensmodule en vervolgens de aan-
sluitklemmen weer aansluiten en de installatie/BCU
weer in bedrijf nemen, zie daartoe pagina 14 (9
In bedrijf stellen).
BCU5xx · Edition 05.22
NL-24
12 AFLEZEN VAN HET VLAMSIGNAAL,
FOUTMELDINGEN OF PARAMETERS
Tijdens bedrijf (BCU56x= weergave 04, BCU580 =
weergave 08) kan via de ontgrendelings-/info-druk-
knop door herhaald drukken informatie over de
vlamsignaalsterkte, de laatste 10foutmeldingen en
de parameterwaarden opgevraagd worden.
Weerga-
ve Informatie
F1
F2*
Vlamsignaalsterkte
brander 1
brander 2*
E0
t/m
E9
Laatste foutmelding
t/m
de laatste foutmelding op negen na
01
t/m
99
Waarde van parameter 01
t/m
waarde van parameter 99
* Alleen bij BCU580
1 Ontgrendelings-/info-drukknop ca. 2s indrukken,
tot het display F1 toont.
2 De drukknop loslaten. Het display geeft de vlam-
signaalsterkte in μA aan.
3 Opnieuw 2s lang op de ontgrendelings-/info-druk-
knop drukken, om naar de volgende informatie
(foutmelding, parameterwaarde) te gaan.
Telkens wanneer de knop losgelaten wordt, wordt
de betreffende foutmelding of parameterwaarde
weergegeven.
Om sneller naar een van de laatste foutmeldingen
of een parameter te gaan, de ontgrendelings-/in-
fo-drukknop langer ingedrukt houden (≥2s).
Als de drukknop kort ingedrukt wordt, wijst het
display aan, om welk parameternummer het gaat.
Ca. 60s na de laatste druk op de knop wordt
de normale programmastatus weer aangegeven.
Bij een aangesloten bedieningsmodule OCU kan
de informatie over de vlamsignaalsterkte, foutmel-
dingen en parameterwaarden alleen via de OCU
worden opgevraagd.
12.1 Parameters en waarden
Parameters
Nr. Naam
Waarde
01 Uitschakeldrempel 1
2–20 = μA
02 Uitschakeldrempel 2
2–20 = μA
04
Vlambewaking
0 = ionisatie
1 = UVS
2 = UVC
3 = ionisatie 1 en UVS2
4 = ionisatie 1 en UVC2
5 = UVS1 en ionisatie 2
6 = UVC1 en UVC2
7 = UVC1 en ionisatie 2
8 = UVC1 en UVS2
06
Hoogtemperatuurbedrijf
0 = uit
2 = intermitterend bedrijf met UVS
3 = continubedrijf met ionisatie/UVC
5 = menox intermitterend
07
Startpogingen brander 1
1 = 1 startpoging
2 = 2 startpogingen
3 = 3 startpogingen
08
Startpogingen brander 2
1 = 1 startpoging
2 = 2 startpogingen
3 = 3 startpogingen
09
Herstart
0 = uit
1 = brander 1
2 = brander 2
3 = brander 1 en brander 2 (aansteek- en
hoofdbrander)
4 = brander 1 max. 5x in 15min
5 = brander 2 max. 5x in 15min
6 = brander 1 en brander 2 max. 5x in
15min
15
Luchtgebrekbeveiliging
0 = uit
1 = met veiligheidsuitschakeling
2 = met storingsvergrendeling
16
Luchtgebrekbeveiliging vertraagd
0 = uit
1 = aan
19 Veiligheidstijd in bedrijf
0; 1; 2 = tijd in seconden
28 Lucht voorspoelen menox tVLM
0–250 = tijd in seconden
34 Voorspoeltijd tPV
0–6000 = tijd in seconden
35
Luchtstroombewaking bij voorspoeling
0 = uit
1 = met veiligheidsuitschakeling
2 = met storingsvergrendeling
36 Luchtvoorspoeltijd tVL
0–250 = tijd in seconden
39 Luchtnaspoeltijd tNL
0–60 = tijd in seconden
BCU5xx · Edition 05.22
NL-25
Parameters
Nr. Naam
Waarde
40
Vermogensregeling
1 = IC20
2 = IC40
3 = RBW
5 = luchtklep
41
Looptijdkeuze
0 = uit, opvragen van de posities
1 = aan, voor min./max. vermogen
2 = aan, voor max. vermogen
3 = aan, voor min. vermogen
42 Looptijd
0–250 = tijd in seconden
43
Min. capaciteit uitloop
0 = uit
1 = tot min. vermogen
44 Vertragingstijd vrijgave regelaartRF
0–250 = tijd in seconden
48
Luchtactuatorbesturing
0 = opent bij externe aansturing
1 = opent met klep V1 (1e trap)
2 = opent met klep V2 (2e trap)
3 = vrijgave regelaar bedrijf/stand-by
4 = opent met V4 brander
49
Luchtactuator bij het opstarten extern
aanstuurbaar
0 = niet aanstuurbaar
1 = extern aanstuurbaar
50
Luchtactuator bij storingen
0 = niet aanstuurbaar
1 = extern aanstuurbaar
51
Klepbewakingssysteem
0 = uit
1 = lektest voor opstarten
2 = lektest na uitschakeling
3 = lektest voor opstarten en na uitscha-
keling
4 = proof-of-closure-functie
52
Afblaasklep (VPS)
2 = V2
3 = V3
56 Meettijd Vp1
0–3600 = tijd in seconden
59 Klepopeningstijd 1 tL1
2–25 = tijd in seconden
61 Minimale bedrijfsduur tB
0–250 = tijd in seconden
62 Minimale pauze tMP
0–3600 = tijd in seconden
63 Inschakelvertragingstijd tE
0–250 = tijd in seconden
67
Bedrijfsduur in handbedrijf
0 = onbeperkt
1 = 5 minuten
68
Functie klem 50
0 = uit
23 = spoelen met low signaal
24 = spoelen met high signaal
Parameters
Nr. Naam
Waarde
69
Functie klem 51
0 = uit
8 = EN koppeling met ing. noodstop
(kl.46)
9 = EN koppeling met ing. DSlucht (kl.47)
10 = EN koppeling met ing. DSspoel
(kl.48)
11 = EN koppeling met ing. gas-max.
(kl.50)
12 = EN koppeling met ing. gas-min.
(kl.49)
13 = terugmelding IC40/RBW positie
Spoeling
70
Functie klem 65
0 = uit
8 = EN koppeling met ing. noodstop
(kl.46)
9 = EN koppeling met ing. DSlucht (kl.47)
10 = EN koppeling met ing. DSspoel
(kl.48)
71
Functie klem 66
0 = uit
8 = EN koppeling met ing. noodstop
(kl.46)
9 = EN koppeling met ing. DSlucht (kl.47)
10 = EN koppeling met ing. DSspoel
(kl.48)
20 = LDS opvraag positie Ontsteking
72
Functie klem 67
0 = uit
8 = EN koppeling met ing. noodstop
(kl.46)
9 = EN koppeling met ing. DSlucht (kl.47)
10 = EN koppeling met ing. DSspoel
(kl.48)
21 = startvoorwaarden meervlambewa-
king (MFC)
73
Functie klem 68
0 = uit
8 = EN koppeling met ing. noodstop
(kl.46)
9 = EN koppeling met ing. DSlucht (kl.47)
10 = EN koppeling met ing. DSspoel
(kl.48)
22 = startvoorwaarden meervlambewa-
king (MFC)
75
Vermogensregeling (bus)
0 = uit
1 = MIN. tot MAX. vermogen; stand-by in
positie voor MIN. vermogen
2 = MIN. tot MAX. vermogen; stand-by in
positie DICHT
3 = ONTSTEKING tot MAX. vermogen;
stand-by in positie DICHT
4 = MIN. tot MAX. vermogen; stand-by in
positie voor MIN. vermogen; bran-
der-snelstart
5 = ONTSTEKING tot MAX. vermogen;
stand-by in positie DICHT; bran-
der-snelstart
77 Wachtwoord
0000–9999
BCU5xx · Edition 05.22
NL-26
Parameters
Nr. Naam
Waarde
78
Brandertoepassing
0 = brander 1
1 = brander 1 met aansteekgas
2 = brander 1 & brander 2
3 = br. 1 & br. 2 met aansteekgas
4 = tweetraps brander 1
5 = br. 1 & tweetraps br. 2
11 = menox 1/0 en brander 1/0
12 = menox 1/0 en brander LAAG/HOOG/
UIT
13 = menox 1/0 met 2 gaswegen
14 = menox LAAG/HOOG/UIT met 2
gaswegen
79
Aansteekbrander
0 = met uitschakeling
1 = in continubedrijf
80
Veldbuscommunicatie
0 = uit
1 = met adrescontrole
2 = zonder adrescontrole
94 Veiligheidstijd 1 tSA1
2, 3, 5, 10 = tijd in seconden
95 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
0–20 = tijd in seconden
96 Veiligheidstijd 2 tSA2
2, 3, 5, 10 = tijd in seconden
97 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
0–20 = tijd in seconden
13 LEGENDA
Sym-
bool Beschrijving
Gereed voor gebruik
Voorwaardencircuit
Ventileren
Ontgrendeling op afstand
Gasklep
Luchtklep
Gelijkdrukklep
Brander
PSpoeling
A
Externe luchtbesturing
Operationele melding brander
Sym-
bool Beschrijving
Storingsmelding
Aanloopsignaal BCU
Ingang voor hoogtemperatuurbedrijf
PZ
Drukschakelaar lektest (TC)
PZH
Drukschakelaar maximale druk
PZL
Drukschakelaar minimale druk
PDZ
Verschildrukschakelaar
MStelaandrijving met regelklep
GZL
Klep met eindschakelaar (proof of
closure)
Driepunts stappenschakelaar
In- en uitgang veiligheidsstroomcircuit
TC Lektester
pu/2 Halve inlaatdruk
puInlaatdruk
pdUitlaatdruk
Vp1 Testvolume
INStroomopname sensor/veiligheidsscha-
kelaar
tLOpeningstijd lektest
tMMeettijd tijdens lektest
tPControleduur lektest (= 2 x tL + 2 x tM)
tFS Vlamstabilisatietijd
tMP Minimale pauze
tNL Uitloopduur
tSA Veiligheidstijd bij opstarten
tSB Veiligheidstijd in bedrijf
tVZ Voorontstekingstijd
tPV Voorspoeltijd
tRF Vertragingstijd vrijgave regelaar
BCU5xx · Edition 05.22
NL-27
14 TECHNISCHE GEGEVENS
14.1 Omgevingsomstandigheden
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlak-
ken op het apparaat voorkomen.
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO2, vermijden.
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimtes/gebou-
wen opgeslagen/ingebouwd worden.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
Omgevingstemperatuur:
-20 tot +60°C (-4 tot +140°F),
geen condensatie toegestaan.
Beschermingswijze: IP 20 volgens IEC 529.
Inbouwplaats: min. IP 54 (voor schakelkastmonta-
ge).
Toelaatbare bedrijfshoogte: < 2000m boven zeeni-
veau.
14.2 Mechanische gegevens
Gewicht: 0,7kg.
Afmetingen (B x H x D): 102 x 115 x 112mm.
Aansluitingen:
Schroef aansluiting:
nominale diameter 2,5mm2,
leidingdoorsnede star min. 0,2mm2,
leidingdoorsnede star max. 2,5mm2,
leidingdoorsnede AWG min. 24,
leidingdoorsnede AWG max. 12.
Veerkracht aansluiting:
nominale diameter 2 x 1,5mm2,
leidingdoorsnede min. 0,2mm2,
leidingdoorsnede AWG min.24,
leidingdoorsnede AWG max.16,
leidingdoorsnede: max. 1,5mm2,
nominale stroom 10A (8A UL), moet bij ‘Daisy
chain’ (keten) in acht genomen worden.
14.3 Elektrische gegevens
Netspanning:
BCU..Q: 120V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
BCU..W: 230V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
voor geaarde netten.
Vlambewaking:
door uv-sonde of ionisatievoeler.
Voor intermitterend bedrijf of continubedrijf.
Vlamsignaalstroom:
ionisatiebewaking: 1–25μA,
uv-bewaking: 1–35μA.
Ionisatie-/uv-kabel:
max. 100m (328ft).
Contactbelasting:
Klepuitgangen V1, V2, V3 en V4 (klemmen 13, 14,
15 en57):
telkens max. 1A, cosφ≥0,6.
Uitgangen stelaandrijving (klemmen 53, 54 en 55):
telkens max. 1A, cosφ=1.
Luchtklepuitgang (klem 10):
max. 1A, cosφ=1.
Ontstekingstransformator (klem 9):
max. 2A.
Somstroom voor gelijktijdige aansturing van de klep-
uitgangen (klemmen 13, 14, 15,57), van de ontste-
kingstransformator (klem 9) en van de stelaandrijving
(klemmen 53, 54,55):
max. 2,5A.
Bedrijfs- en storingssignaleringscontact:
max.1A (externe zekering vereist).
Aantal schakelcycli:
De fail-safe-uitgangen (klepuitgangen V1, V2, V3
enV4) worden voor wat betreft hun werking be-
waakt en vallen daarom niet onder een max. aantal
schakelcycli.
Regelbare aandrijving (klemmen 53, 54 en55):
max. 1.000.000,
bedrijfssignaleringscontact:
max. 1.000.000,
storingssignaleringscontact:
max. 10.000,
Aan-/Uitknop:
max. 10.000,
Ontgrendelings-/info-drukknop:
max. 10.000.
Ingangsspanning signaalingangen:
Nominale
waarde 120V~ 230V~
Signaal “1” 80–132V 160–253V
Signaal “0” 0–20V 0–40V
Stroom signaalingang:
Signaal “1” max. 5mA
Zekeringen, uitwisselbaar, F1: T 3,15AH,
F2: T 2A H, volgens IEC 60127-2/5.
14.4 Levensduur
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd op een
gebruik van het product conform deze bedienings-
handleiding. Het is noodzakelijk de veiligheidsrelevan-
te producten na het bereiken van hun levensduur te
vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van productie)
conform EN230 en EN298 voor BCU: 20jaar.
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-28
15 LOGISTIEK
Transport
Het apparaat beschermen tegen belasting van buitenaf
(schok, klap, trillingen).
Transporttemperatuur: zie pagina 27 (14 Technische
gegevens).
De voor het transport beschreven omgevingsomstan-
digheden zijn van toepassing.
Transportschade aan het apparaat of de verpakking
direct melden.
Leveringsomvang controleren.
Opslag
Opslagtemperatuur: zie pagina 27 (14 Technische
gegevens).
De voor de opslag beschreven omgevingsomstandig-
heden zijn van toepassing.
Opslagduur: 6 maanden voordat het apparaat voor
het eerst gebruikt wordt, in de originele verpakking.
Mocht de opslagtijd langer zijn, dan wordt de totale
levensduur met deze extra periode verkort.
16 TOEBEHOREN
Reserveonderdelen zie www.partdetective.de.
16.1 BCSoft4
De betreffende actuele software kan op internet onder
www.docuthek.com gedownload worden. Daartoe
moet u zich in de DOCUTHEK aanmelden.
16.2 Opto-adapter PCO 200
Inclusief cd-rom BCSoft,
bestelnr.: 74960625.
16.3 Bordjes voor opschriften
Voor het bedrukken met laserprinter, plotter of
graveermachine, 27× 18 mm of 28 ×17,5 mm.
Kleur: zilver.
16.4 Aansluitstekker-set
Voor het bedraden van de BCU5xx.
Aansluitstekkers met schroefklemmen voor
BCU5xx..K1
Bestelnr.: 74923998.
Aansluitstekkers met veerkrachtklemmen voor
BCU5xx..K2
Bestelnr.: 74924000.
16.5 OCU
Bedieningsmodule voor inbouw in de schakelkast-
deur. Via de OCU kunnen programmastatussen of
storingsmeldingen afgelezen worden. Bij handbedrijf
kunnen via de OCU de afzonderlijke bedrijfsstappen
geschakeld worden.
OK
OCU 500-1,
weergave omschakelbaar: D, GB, F, NL, E, I,
bestelnr. 84327030,
OCU 500-2,
weergave omschakelbaar: GB, DK, S, N, TR, P,
bestelnr. 84327031,
OCU 500-3,
weergave omschakelbaar: GB, USA, E, P (BR), F,
bestelnr. 84327032,
OCU 500-4,
weergave omschakelbaar: GB, RUS, PL, HR, RO,
CZ,
bestelnr. 84327033.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-29
17 CERTIFICERING
17.1 Downloaden certificaten
Certificaten, zie www.docuthek.com
17.2 Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als fabrikant dat de producten BCU5xx
aan het gestelde in de vermelde richtlijnen en normen
voldoen.
Richtlijnen:
2014/35/EU – LVD
2014/30/EU – EMC
Verordening:
(EU) 2016/426 – GAR
Normen:
EN298:2012
EN1643:2014
EN61508:2010, suitable for SIL3
Het betreffende product komt overeen met het ge-
controleerde type.
De productie is volgens de controleprocedure conform
de verordening (EU) 2016/426 Annex III paragraph3.
Elster GmbH
17.3 FM-goedgekeurd
Factory Mutual (FM) Research klasse:
7610 Verbrandingsbeveiliging en vlamrelaisinstalla-
ties.
Passend voor toepassingen conform NFPA86.
17.4 ANSI/CSA-goedgekeurd
Canadian Standards Association –
ANSI Z21.20 en CSA 22.2
17.5 UKCA-gecertificeerd
Gas Appliances (Product Safety and Metrology etc.
(Amendment etc.) (EU Exit) Regulations 2019)
BS EN298:2012
BS EN1643:2014
BS EN14459:2007
17.6 Eurazische douane-unie
De producten BCU560, BCU565, BCU580 voldoen
aan de technische richtlijnen van de Eurazische dou-
ane-unie.
17.7 REACH-verordening
Het apparaat bevat zeer zorgwekkende stoffen die
in de kandidatenlijst van de Europese REACH-veror-
dening nr.1907/2006 zijn opgenomen. Zie Reach list
HTS op www.docuthek.com.
17.8 China RoHS
Richtlijn betreffende de beperking van het gebruik
van gevaarlijke stoffen (RoHS) in China. Scan van de
blootstellingentabel (Disclosure Table China RoHS2),
zie certificaten op www.docuthek.com.
BCU5xx · Edition 05.22
NL-30
18 VERWIJDERING VAN AFVALSTOF-
FEN
Apparaten met elektronische componenten:
AEEA-richtlijn 2012/19/EU – richtlijn betreffende
afgedankte elektrische en elektronische appa-
ratuur
Het product en de verpakking ervan na afloop van
de levensduur van het product (aantal schakelcycli) bij
een recyclingcentrum inleveren. Het apparaat niet bij
het gewone huisvuil doen. Het product niet verbranden.
Indien gewenst worden oude apparaten door de fa-
brikant in het kader van de afvalrechtelijke bepalingen,
bij levering franco huis, teruggenomen.
© 2022 Elster GmbH
Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten voorbehouden.
Het productspectrum van Honeywell Thermal Solutions omvat
Honeywell Combustion Safety, Eclipse, Exothermics, Hauck,
Kromschröder en Maxon. Kijk voor meer informatie over onze
producten op de site ThermalSolutions.honeywell.com of neem
contact op met uw Honeywell verkoopingenieur.
Elster GmbH
Strotheweg 1, D-49504 Lotte
T +49 541 1214-0
www.kromschroeder.com
Leiding van de wereldwijde centrale servicedienst:
T +49 541 1214-365 of -555
Vertaling uit het Duits
VOOR MEER INFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Kromschroder BCU 56x, 580 Handleiding

Type
Handleiding