UVS10 · Edition 11.23
NL-4
8 HULP BIJ STORINGEN
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
– Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te
werken de elektrische bedrading spanningsvrij
maken!
– Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen!
– Geen reparaties aan de uv-sonde uitvoeren, de
garantie komt dan te vervallen! Ondeskundige
reparaties en verkeerde elektrische aansluitingen
kunnen de uv-sonde beschadigen– een
betrouwbare werking kan dan niet meer worden
gegarandeerd!
– Het (op afstand) ontgrendelen mag alleen door
deskundig personeel worden uitgevoerd. Daarbij
moet de brander voortdurend worden gecontro-
leerd.
– Veilige werking, alleen in combinatie met Elster
Kromschröder branderautomaten, vlamrelais en
branderbesturingen.
1 Stroommeting in de vlamsignaalkabel uitvoeren
(pluspool van de meetapparatuur in de van de
branderautomaat komende leiding, minpool in
de leiding van de uv-sonde).
➔De gemeten gelijkstroom moet >1µA (typisch
20µA) zijn.
UVS 3
2
1PE –+
µA Signaal
? Storingen
! Oorzaak
• Remedie
? Er stroomt een gelijkstroom zonder dat er
een vlam aanwezig is.
! De uv-sonde wordt door vlammen van andere
branders, bijv. door reflectie aan muren, ge-
stoord.
• De sonde moet zo geplaatst worden dat
deze alleen de eigen vlam “ziet” (bijv. kijkbuis
gebruiken).
! Vocht in de sonde.
• Sonde ventileren.
! De levensduur van de uv-sonde is overschreden.
• Uv-diode in de uv-sonde vervangen, zie pagi-
na 3 (7 Onderhoud).
! De vlamversterker in de branderautomaat is te
gevoelig.
• Bij branderautomaten met instelbare uitscha-
keldrempel de schakeldrempel aanpassen.
? Er stroomt geen gelijkstroom ondanks vlam.
! De uv-sonde is vuil, bijv. door roet.
• Sonde of kwartsglas schoonmaken.
! Vocht in de uv-sonde.
• Sonde ventileren.
! De uv-sonde is te ver van de vlam verwijderd.
• Afstand verminderen.
? De branderautomaat ontsteekt pulserend.
! De sonde “ziet” de ontstekingsvonk.
• De uv-sonde anders plaatsen zodat deze de
ontstekingsvonk niet meer kan “zien”.
• Een branderautomaat gebruiken, dat ont-
stekingsvonken van een vlamsignaal kan
onderscheiden.
? Het vlamsignaal wordt, na langdurig bedrijf,
steeds zwakker.
! Defect in de diode door verkeerde aansluiting
van de uv-sonde.
• De uv-sonde demonteren en ter reparatie
opsturen.
• De uv-sonde overeenkomstig bedradings-
schema aansluiten.
? De branderautomaat gaat tijdens het op-
starten of tijdens bedrijf op storing.
! Sterk schommelend vlamsignaal daalt kortston-
dig onder de uitschakeldrempel.
• Afstand van de uv-sonde t.o.v. de vlam ver-
minderen.
• De uv-sonde zo plaatsen dat deze zonder
nadelige beïnvloeding (bijv. rooksluier) de vlam
kan “zien”.
• De kwartsglasplaat in de uv-sonde door een
plaat in lensvorm vervangen, zie pagina 5
(9 Toebehoren).
! De uitschakeldrempel in de branderautomaat is
te hoog ingesteld, bijv. BCU, PFU of IFD258.
• De uitschakeldrempel aanpassen.