UVC1 · Edition 01.24
NL-9
10 TECHNISCHE GEGEVENS
Omgevingsomstandigheden
Condensatie en condensatiewater in en aan het
apparaat is niet toegestaan.
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlak-
ken op het apparaat voorkomen.
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO2, vermijden.
Toegestane relatieve vochtigheid: min. 5%, max.
95%.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimtes/gebou-
wen opgeslagen/ingebouwd worden.
Omgevingstemperatuur: -20 tot +80°C (-4 tot
+176°F), geen condensatie/ijsvorming toegestaan.
Transporttemperatuur = omgevingstemperatuur.
Opslagtemperatuur: -20 tot +60°C (-4 tot +140°F).
Beschermingswijze: IP 65.
Beschermingsklasse: 1.
Vervuilingsgraad: binnen: 2, buiten: 4.
Toelaatbare bedrijfshoogte: < 2000m boven zeeni-
veau.
Mechanische gegevens
Behuizing: aluminium.
Wartel voor leiding-Ø 7 tot 13mm.
Klembereik van de aansluitklemmen:
0,5 tot 1,5mm2 (AWG26 tot AWG16).
Gewicht: 1kg.
Elektrische gegevens
Voedingsspanning:
100 tot 230V~, -15/+10%, 50/60Hz
(klemmen L en N).
Kabellengte uv-vlamrelais – branderbesturing:
min.2m, max.100m (op de gegevens van de
aangesloten branderbesturing letten).
Afstand uv-vlamrelais – vlam:
300 tot 400mm.
Uv-diode: R16388,
spectraal bereik: 185 tot 280nm,
max. gevoeligheid: 210nm±10nm.
Min. gelijkstroomsignaal: 1 μA.
11 LEVENSDUUR
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd
op een gebruik van het product conform deze
bedieningshandleiding. Het is noodzakelijk de veilig-
heidsrelevante producten na het bereiken van hun
levensduur te vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van produc-
tie) voor UVC1: 10jaar.
Levensduur van de uv-diode:
ca. 10.000 bedrijfsuren (ca.1jaar).
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
12 VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Toepassingsgebied:
volgens “Industriële installaties voor warmtebehan-
delingsprocessen– Deel2: Veiligheidseisen voor
verbrandings- en brandstofsystemen” (EN746-2) in
combinatie met brandstoffen en oxidanten, die bij
oxidatie uv-straling uitstoten.
Werkingswijze:
Type 2 volgens EN60730-1.
Storingsgedrag:
al naar gelang het type 2.AD2.Y. Tijdens een storing
schakelt de UVC1 af en gebruikt een vrij active-
ringsmechanisme, dat niet gesloten kan worden.
Foutherkenningstijd:
≤10min tijdens bedrijf, afhankelijk van het aantal
controlecycli voor de uv-diode door de geïntegreer-
de shutter.
Veiligheidstijd in bedrijf (bij vlamstoring):
< 0,5s.
Intermitterend bedrijf:
Volgens EN298 hoofdstuk 7.101.2.9 mogelijk. Op
grond van de foutherkenningstijd kan het afhankelijk
van de procestijd zo zijn, dat bij de zelfdiagnose
door middel van de shutter een defecte diode niet
herkend wordt. Er moet voor het opstarten van de
branderbesturing op vreemd licht gecontroleerd
worden.
Softwareklasse: komt overeen met softwareklasse
C, die in een gelijksoortig, dubbelkanaals architec-
tuur met vergelijk werkt.
Uitsluiten van de fout kortsluiting:
Nee. Interne spanningen zijn noch SELV noch PELV.
Interfaces
Bedradingswijze:
Aanbrengvorm typeX volgens EN60730-1.
Aansluitklemmen:
Voedingsspanning: 100 tot 230V~, 50/60Hz, tus-
sen klem L en N,
ionisatiesignaal: 230V~ tussen klem ION (ionisa-
tie-uitgang) en BM (massa van de brander). De
spanning wordt door de branderbesturing/brander-
automaat beschikbaar gesteld.
Gelijkstroomsignaal:
geen vlam: <1μA,
actieve vlam: 5 tot 25 μA, afhankelijk van de vlam-
kwaliteit.
Aarding:
Via aansluiting aardleiding, galvanisch met de behui-
zing verbonden.