Kromschroder FDU 510, FDU 520 Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
· Edition 11.22 · NL · 03251625
DE, EN, FR, NL, IT, ES, DA, SV, NO, PT, EL, TR, CS, PL, RU, HU – www.docuthek.com
Vlamrelais FDU510, FDU520
1 Veiligheid .............................1
2 Gebruik controleren .....................2
3 Inbouwen .............................3
4 Bedrading kiezen .......................3
5 Bedraden .............................3
6 Instellen ..............................5
7 In bedrijf stellen.........................5
8 Hulp bij storingen .......................6
9 Vlamsignaal, parameterisatie, statistiek aflezen/
instellen................................8
10 Parameters en waarden .................9
11 Legenda .............................9
12 Technische gegevens ...................9
13 Veiligheidsrichtlijnen ...................10
14 Logistiek ............................10
15 Toebehoren .........................11
16 Certificering .........................11
17 Verwijdering van afvalstoffen.............12
1 VEILIGHEID
1.1 Lezen en bewaren
Deze handleiding voor montage en werking
zorgvuldig doorlezen. Na het monteren de handleiding
aan de exploitant doorgeven. Dit apparaat moet vol-
gens de geldende voorschriften en normen worden
geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Deze hand-
leiding vindt u ook op www.docuthek.com.
1.2 Legenda
1, 2,3, a, b, c = bewerkingsfase
= aanwijzing
1.3 Aansprakelijkheid
Voor schade op grond van veronachtzaming van de
handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden wij
geen aansprakelijkheid.
1.4 Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze handlei-
ding als volgt aangeduid:
GEVAAR
Duidt op levensgevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING
Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op licha-
melijk letsel.
OPGELET
Duidt op mogelijke materiële schade.
Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een ge-
kwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd. Elektro-
werkzaamheden uitsluitend door een gekwalificeerde
elektromonteur.
1.5 Ombouwen, reserveonderdelen
Iedere technische verandering is verboden. Uitsluitend
originele onderdelen gebruiken.
BEDIENINGSVOORSCHRIFT
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
De vlamrelais FDU510 en FDU520 dienen voor het
bewaken van gasbranders in intermitterend bedrijf
(FDU510) of continubedrijf (FDU520). Ze kunnen als
vervanging voor de vlamrelais IFW, R4343 of BC1000
worden ingezet. De vlamrelais kunnen in combinatie
met geschikte branderbesturingen (bijv. BCU560)
of samen met een storingsbeveiligde PLC met een
normconforme vlambewaking worden gebruikt. De
FDU’s kunnen voor meervlambewaking of voor meer-
puntsbewaking (bijv. op een lijn- of kanaalbrander)
worden ingezet.
FDU510
Voor het bewaken van gasbranders in intermitterend
bedrijf
FDU520
Voor het bewaken van gasbranders in continubedrijf
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd– zie pagina 9 (12 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding
FDU Vlamrelais
510 Serie 510 voor intermitterend bedrijf
520 Serie 520 voor continubedrijf
Q Netspanning: 120V~, 50/60Hz
W Netspanning: 230V~, 50/60Hz
1 Vlambewaking met ionisatiepen of UVC
2 Vlambewaking met UVS
3 Vlambewaking met serie C7027, C7035,
C7044
T2 Uitschakeldrempel: 2 µA
T5 Uitschakeldrempel: 5 µA
T7 Uitschakeldrempel: 7 µA
1 Veiligheidstijd in bedrijf: 1s
4 Veiligheidstijd in bedrijf: 4s
O1 1 maakcontact, 1 verbreekcontact
O2 2 maakcontacten
-0 Geen uitgang
-1 Uitgang 0–5V
K0 Zonder aansluitstekkers
K1 Aansluitstekkers met schroefklemmen
K2 Aansluitstekkers met veerkrachtklem-
men
2.2 Benamingen onderdelen
1 2 345678910
3
2
1
45
1 Led rood/groen voor bedrijfstoestand
2 Led geel voor vlammelding
3 Ontgrendelingsknop
4 Typeplaatje
5 Aansluiting voor opto-adapter
2.3 Typeplaatje
Ingangsspanning: zie typeplaatje.
FDU
230 VAC 50/60 Hz
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-3
3 INBOUWEN
OPGELET
Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
Inbouwpositie: rechtop, liggend of gekanteld naar
links of rechts.
De bevestiging van het apparaat is ontworpen voor
horizontaal uitgelijnde montagerails 35×7,5mm.
Bij verticale uitlijning van de montagerail zijn
eindhouders nodig (bijv. Clipfix35 van de firma
PhoenixContact), om het verschuiven van het
apparaat te voorkomen.
In een schone omgeving (bijv. schakelkast) inbou-
wen, met een beschermingswijze ≥IP54. Daarbij
is geen condensatie toegestaan.
1
4 BEDRADING KIEZEN
Toepassingsafhankelijke bedrading overeenkomstig
de toepasselijke voorschriften gebruiken.
Signaal- en stuurleiding bij aansluitklemmen met
schroef aansluiting max. 2,5mm2 (min. AWG24,
max. AWG12), met veerkracht aansluiting max.
1,5mm2 (min. AWG24, max. AWG12).
De leidingen van het apparaat niet met samen met
bedrading van frequentieregelaars en andere sterk
stralende bedrading in dezelfde kabelgoot leggen.
Elektrische invloeden van buitenaf voorkomen.
Ionisatie-, uv-, C70xx-kabel
Door EMC-invloeden wordt het vlamsignaal ge-
stoord.
Is er geen sprake van EMC-beïnvloeding, dan zijn
kabellengtes van 50m mogelijk.
Met een toenemende lengte van de ionisatie-, uv-,
C70xx-kabel kan de vlamsignaalsterkte afnemen.
Bedrading afzonderlijk (capaciteitsarm) en bij voor-
keur niet in een metalen buis installeren.
5 BEDRADEN
1 Installatie spanningsvrij maken.
Voor de FDU zijn schroefklemmen of
veerkrachtklemmen leverbaar:
schroefklem, bestelnr.: 74924898,
veerkrachtklem, bestelnr.: 74924899.
2 Bedraden volgens het aansluitschema– zie pagi-
na 4 (5.1 Aansluitschema).
Een goede aardleiding tussen de brandermassa
(klem8) van de FDU en de branders aanbrengen.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-4
5.1 Aansluitschema
Zie hiervoor pagina 9 (11 Legenda).
Standaard
N
FDU 5x0..O2
FDU 5x0..O1
L1 N
810
L1
19 20
µC µC
21 23 31 33
21 23 31 33
79
UVS
1
2
3
C 7027
L (220/240 V~)
wit
µA
blauw
Met 0–5V-uitgang
NL1 N
810
L1
19 20
µC µC
12
0-5 V
A
D
21 23 31 33
21 23 31 33
79
FDU 5x0..O2
FDU 5x0..O1
12
C 7027
+ -
UVS
1
2
3
L (220/240 V~)
wit
blauw
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-5
6 INSTELLEN
Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn om de fabrieks-
matige parameters te veranderen. Met behulp van
de afzonderlijke software BCSoft en de opto-adapter
PCO200 is het mogelijk, parameters van de FDU te
modificeren, zoals bijv. de uitschakeldrempel of het
type vlambewaking, zie hiervoor ook pagina 11 (15
Toebehoren) en de bedieningshandleiding BCSoft op
www.docuthek.com.
1 Parameterinstellingen via BCSoft veranderen.
Om netwerkbeveiliging te waarborgen, heeft BCSoft
geen toegang tot het apparaat via het netwerk.
De fabrieksmatige instelling is met een te parame-
teriseren wachtwoord (1234) beveiligd.
Wanneer het wachtwoord wordt veranderd, moet
het in de documentatie van het apparaat worden
genoteerd.
2 Op de knop “Confirm Changes” klikken om para-
meterwijzigingen van BCSoft aan de FDU door te
geven.
Er verschijnt een pop-upvenster met de aanwijzing
dat de gegevensoverdracht is voltooid.
3 In het pop-upvenster op “OK” klikken.
In BCSoft opent een venster om de parameterwij-
ziging te bevestigen.
De groene led van de FDU knippert tot de para-
meterwijziging is bevestigd.
4 Op “Accept” in het venster klikken om de parame-
terwijziging te bevestigen of op “Reject” klikken om
de wijzigingen ongedaan te maken.
De parameterwijzigingen moeten worden aangeno-
men, opdat de FDU de nieuwe parameterinstellin-
gen overneemt. Anders behoudt de FDU de oude
parameterinstelling.
Uitschakeldrempel
De uitschakeldrempel kan tussen 2 en 20 µA wor-
den ingesteld.
Bij gebruik van de FDU aan een branderbesturing
kan de uitschakeldrempel niet aan de branderbe-
sturing worden ingesteld.
Para-
me-
ter
Parameterwaarde
Fa-
brieksin-
stellingen
A001
2–20 = uitschakeldrempel
vlamsignaal brander 1 in µA
(afhankelijk van parameter
I004)
> 2 µA bij
I004 = 0,
> 5 µA bij
I004 = 1,
5 µA bij
I004 = 2,
> 2 µA bij
I004 = 9
7 IN BEDRIJF STELLEN
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar! Installatie voor inbedrijfname
op lekkage controleren.
Om ervoor te zorgen dat er geen schade ontstaat,
voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat op de
FDU de parameter I004 (= keuze van de vlam-
voeler) zo is ingesteld dat deze op het voor het
gebruik vrijgegeven bereik is afgestemd.
1 Installatie inschakelen.
De leds (geel, rood en groen) knipperen tijdens de
initialisatie van de FDU.
Zodra de groene led brandt, is de FDU gereed
voor gebruik.
Zodra de gele led brandt, wordt een vlam herkend
(vertraging ≤1s).
Bij een storing brandt de rode led.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-6
8 HULP BIJ STORINGEN
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te
werken de elektrische bedrading spanningsvrij
maken!
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen!
Geen reparaties aan het apparaat uitvoeren, de
garantie komt dan te vervallen!! Ondeskundige
reparaties en verkeerde elektrische aansluitingen
kunnen het apparaat beschadigen.
Het ontgrendelen mag alleen door deskundig
personeel worden uitgevoerd. Daarbij moet de
brander voortdurend worden gecontroleerd.
Storingsvergrendeling/technische fout
De rode led gaat aan.
De FDU ontgrendelen door op de ontgrendelingsknop
>5s te drukken.
? Storing
! Oorzaak
Remedie
Wanneer de FDU niet reageert, alhoewel alle fouten
verholpen zijn, het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? De gele led “Vlammelding” brandt zonder
aanwezige vlam.
! Het vlamrelais wordt door vlammen van andere
branders, bijv. door reflectie aan muren, ge-
stoord.
De uv-sensor moet zo geplaatst worden
dat alleen de eigen vlam “gezien” wordt (bijv.
kijkbuis gebruiken).
! Het vlamrelais is te gevoelig.
Uitschakeldrempel met BCSoft verhogen.
! De uv-diode is defect.
De uv-diode vervangen, zie daartoe de
informatie in de bedieningshandleiding van de
gebruikte uv-sensor.
?
? Bij uv-bewaking: de gele led “Vlammelding”
brandt niet, ondanks een aanwezige vlam.
! Het uv-sensor is vuil, bijv. door roet.
Kwartsglas/lens reinigen.
! Vocht in de branderadapter.
Branderadapter ventileren.
! Het uv-sensor is te ver van de vlam verwijderd.
Afstand verminderen.
! Er is geen uv-diode geplaatst.
Uv-diode plaatsen.
! Na veel bedrijfsuren wordt het vlamsignaal zwak-
ker, de uv-diode veroudert.
De uv-diode vervangen, zie daartoe de
informatie in de bedieningshandleiding van de
gebruikte uv-sensor.
? De gele led “Vlammelding” brandt, maar de
branderbesturing herkent geen vlamsignaal.
! Kortsluiting of onderbreking in de bedrading
tussen vlamrelais en branderbesturing/besturing-
seenheid.
! Het uv-vlamrelais of de branderbesturing is niet
correct bedraad.
! De vlamsignaalkabel is te lang.
! Storingsbronnen, bijv. ontstekingstransformato-
ren, beïnvloeden het vlamsignaal.
Fout verhelpen.
? De rode led “Storing” brandt.
! Het apparaat is defect.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
! Er is sprake van een interne fout.
Het apparaat via de ontgrendelingsknop
ontgrendelen.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-7
? De rode led “Storing” knippert.
! Onderspanning, overspanning of printplaattem-
peratuur overschrijden de grenswaarden, zie
pagina 9 (12 Technische gegevens).
De functie van de FDU wordt niet beperkt.
De levensduur van de FDU kan daardoor worden
verkort.
Voor een koelere omgevingstemparatuur
zorgen.
Voor een correcte netvoeding zorgen.
Zodra de FDU zich in het normale bedrijfstempera-
tuurbereik bevindt, stopt de rode led met knipperen.
?
? De groene led “Bedrijfsklaar” brandt niet.
! Foutieve bedrading.
Bedrading controleren, zie pagina 4 (5.1
Aansluitschema).
! Apparaat defect.
Het apparaat opsturen.
! Technische fout bij de FDU.
De fout met BCSoft uitlezen en hierop reage-
ren.
! FDUheeft een storingsvergrendeling.
De fout met BCSoft uitlezen en hierop reage-
ren.
? De brander ontsteekt pulserend.
! De FDU reageert op een ontstekingsvonk.
De uv-sensor anders plaatsen, zodat deze de
ontstekingsvonk niet meer “zien” kan.
Een branderbesturing gebruiken, die ont-
stekingsvonken van een vlamsignaal kan
onderscheiden.
? De branderbesturing gaat tijdens het op-
starten met de fout “Geen vlam” of tijdens
bedrijf met de fout “Vlamstoring” op storing.
! Sterk schommelend vlamsignaal daalt kortston-
dig onder de uitschakeldrempel.
Afstand van de uv-sensor t.o.v. de vlam ver-
minderen.
De uv-sensor zo positioneren, dat deze zonder
nadelige beïnvloeding (bijv. rooksluier) de vlam
kan “zien”.
! De uitschakeldrempel is te hoog ingesteld.
De uitschakeldrempel met BCSoft verlagen.
Storingsmeldingen via BCSoft uitlezen
Via de apart leverbare opto-adapter PCO200
kunnen met behulp van het programma BCSoft
storingsmeldingen uit de FDU gelezen worden, zie
daartoe pagina 11 (15 Toebehoren) en de bedie-
ningshandleiding BCSoft op www.docuthek.com.
3 2E
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt E 32weergegeven.
! De voedingsspanning is te laag of te hoog.
De FDU binnen het aangegeven netspan-
ningsbereik (netspanning +10/-15%,
50/60Hz) laten werken.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
3 3E
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt E 33weergegeven.
! Foutieve parameterisatie.
Parameterinstelling met BCSoft controleren.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
3 5E
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt E 35weergegeven.
! Incompatibele of defecte busmodule.
Busmodule door functioneel apparaat vervan-
gen.
5 2E
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt 52weergegeven.
! De FDU is permanent op afstand ontgrendeld.
Activering van de afstandsontgrendeling via de
bus controleren.
Om het apparaat te ontgrendelen geduren-
de ca.1s spanning op de ingang van de
afstandsontgrendeling geven.
0
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt n 0weergegeven.
! Geen verbinding tussen FDU en PLC (controller).
Bedrading controleren.
In het PLC-programma de FDU op de juiste
netwerknaam en IP-configuratie controleren.
PLC inschakelen.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-8
1
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt n 1weergegeven.
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veld-
buscommunicatie met adrescontrole (A080=1).
! Ongeldig of verkeerd adres op de busmodule
ingesteld.
Het juiste adres op de busmodule (001
totFEF) instellen.
2
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt n 2weergegeven.
! De busmodule heeft een verkeerde configuratie
van de PLC ontvangen.
Controleren of het juiste GSD-bestand is
ingelezen.
3
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt n 3weergegeven.
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veld-
buscommunicatie met adrescontrole (A080=1).
! Er werd een ongeldige of geen netwerknaam
voor de FDU aan de PLC verstrekt.
Een netwerknaam geven, die met de de-
fault-netwerknaam (fdu-510-xxx) overeenkomt
of deze heeft als postfix van een individueel
gegeven naam in de volgende vorm:
“klantspecifiek-naamgedeeltefdu-510-xxx”.
“xxx” staat voor het op de busmodule ingestelde
adres (bijv.4A5).
4
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt n 4weergegeven.
! PLC in STOP-toestand.
Controleren of de PLC gestart kan worden.
T
O
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt OTweergegeven.
! De omgevingstemperatuur is te hoog voor de
FDU (overtemperatuur).
Zodra de temperatuur weer tot de gespecificeerde
streefwaarde daalt, verdwijnt de melding.
T
U
? Op het BCSoft-tabblad “Eventhistory” of
“Statistics” wordt UTweergegeven.
! De omgevingstemperatuur is te laag voor de
FDU (te lage temperatuur).
Zodra de temperatuur weer tot de gespecificeerde
streefwaarde stijgt, verdwijnt de melding.
9 VLAMSIGNAAL, PARAMETERISATIE,
STATISTIEK AFLEZEN/INSTELLEN
Via een apart leverbare opto-adapter en met behulp
van het programma BCSoft kunnen de parameters
ingesteld worden en kan analyse- en diagnose-infor-
matie uit de FDU gelezen worden, zie daartoe pagina
11 (15 Toebehoren) en de bedieningshandleiding
BCSoft op www.docuthek.com.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-9
10 PARAMETERS EN WAARDEN
Instelbaar via BCSoft
Toepassingsparameters
Para-
meter-
nr.
Parameternaam
Parameterwaarde
A001 Uitschakeldrempel 1
2–20 = μA
A018
Reactietijd van het vlamrelais
1 = 0,7s
2 = 1,7s
3 = 2,7s
4 = 3,7s
A080
Veldbuscommunicatie
0 = uit
1 = met adrescontrole
2 = zonder adrescontrole
Interfaceparameters
Para-
meter-
nr.
Parameternaam
Parameterwaarde
I004
Vlambewaking
0 = ionisatie
1 = UVS
2 = UVC
9 = C7027, C7035, C7044
I058
Functie contact 31/33
9 = vlammelding maakcontact
10 = vlammelding verbreekcontact
11 LEGENDA
Gereed voor gebruik
Brander
Vlammelding brander
Storingsmelding
In-/uitgang veiligheidsstroomcircuit
12 TECHNISCHE GEGEVENS
WAARSCHUWING
Informatie volgens REACH-verordening nr.
1907/2006, artikel33.
Het apparaat bevat zeer zorgwekkende stoffen die
in de kandidatenlijst van de Europese REACH-ver-
ordening nr. 1907/2006 zijn opgenomen.
Omgevingsomstandigheden
Condensatie en condensatiewater in en aan het ap-
paraat is niet toegestaan.
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlakken
op het apparaat voorkomen.
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO2, vermijden.
Toegestane relatieve vochtigheid: min. 5%, max.
95%.
Het apparaat mag alleen in gesloten, niet openbaar
toegankelijke ruimtes/gebouwen opgeslagen/inge-
bouwd worden.
Omgevingstemperatuur: -20 tot +60°C (-4 tot
+140°F), geen condensatie/ijsvorming toegestaan.
Transporttemperatuur = omgevingstemperatuur.
Opslagtemperatuur: -20 tot +80°C (-4 tot +176°F).
Beschermingswijze: IP 20 volgens IEC 529.
Inbouwplaats: min. IP 54 (voor schakelkastmonta-
ge).
Toelaatbare bedrijfshoogte: < 2000m boven zeeni-
veau.
Mechanische gegevens
Afmetingen (B x H x D): 60 x 115 x 112mm.
Gewicht: 0,4kg.
Aansluitingen:
Schroef aansluiting:
nominale diameter 2,5mm²,
leidingdoorsnede star min. 0,2mm²,
leidingdoorsnede star max. 2,5mm²,
leidingdoorsnede AWG min.24,
leidingdoorsnede AWG max.12.
Veerkracht aansluiting:
nominale diameter 2 x 1,5mm²,
leidingdoorsnede min. 0,2mm²,
leidingdoorsnede AWG min.24,
leidingdoorsnede AWG max.16,
leidingdoorsnede max. 1,5mm²,
nominale stroom 10A (8A UL), moet bij ‘Daisy
chain’ (keten) in acht genomen worden.
Elektrische gegevens
Voedingsspanning:
FDU..Q: 120V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
FDU..W: 230V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
voor geaarde en niet geaarde netten.
Vlambewaking:
door uv-sonde of ionisatievoeler.
Voor intermitterend of continubedrijf.
Vlamsignaalstroom:
ionisatiebewaking: 0–25 μA,
UVS-/UVC-bewaking: 0–25 μA,
C70xx-bewaking: 0–15 μA.
Ionisatie-/uv-kabel:
max. 50m (164ft).
Contactbelasting:
max. 2A, cos φ ≥ 0,6,
min. 2mA, cos φ ≥ 0,6.
Nominaal vermogen bij SIL 3 toepassingen:
max. 0,1A, cos φ = 1 voor beide maak- en ver-
breekcontact-uitgangen, 230V~ of 24V=.
Aantal schakelcycli:
max. 250.000.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-10
12.1 Levensduur
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd op een
gebruik van het product conform deze bedieningshand-
leiding. Het is noodzakelijk de veiligheidsrelevante pro-
ducten na het bereiken van hun levensduur te vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van productie)
conform EN230, EN298 voorFDU: 20jaar.
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
13 VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Toepassingsgebied:
volgens “Industriële installaties voor warmtebehan-
delingsprocessen– Deel2:
Veiligheidseisen voor verbrandings- en brand-
stofsystemen” (EN746-2) in combinatie met
brandstoffen en oxidanten, die bij oxidatie uv-stra-
ling uitstoten.
Werkingswijze:
Type 2 volgens EN60730-1.
Storingsgedrag:
al naar gelang het type 2.AD2.Y. Tijdens een storing
schakelt de FDU af en gebruikt een vrij activerings-
mechanisme, dat niet gesloten kan worden.
De foutherkenningstijd (FFDT) is instelbaar via
parameter A018 in BCSoft:
min. 0,7s en max. 3,7s.
Intermitterend bedrijf:
Volgens EN298 hoofdstuk 7.101.2.9 mogelijk. Er
moet voor het opstarten van de branderbesturing
op vreemd licht gecontroleerd worden.
Softwareklasse: komt overeen met softwareklasse
C, die in een gelijksoortig, dubbelkanaals architec-
tuur met vergelijk werkt.
Uitsluiten van de fout kortsluiting:
Nee. Interne spanningen zijn noch SELV noch PELV.
Interfaces
Bedradingswijze:
Aanbrengvorm typeX volgens EN60730-1.
Aansluitklemmen:
Voedingsspanning:
FDU..Q: 120V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
FDU..W: 230V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%, tus-
sen klem L en N,
ionisatiesignaal: 230V~ tussen klem ION (ionisa-
tie-uitgang) en BM (massa van de brander). De
spanning wordt door de FDU beschikbaar gesteld.
Gelijkstroomsignaal:
geen vlam: <2μA,
actieve vlam: 2 tot 25 μA, afhankelijk van de vlam-
kwaliteit.
14 LOGISTIEK
Transport
Het apparaat beschermen tegen belasting van buitenaf
(schok, klap, trillingen).
Transporttemperatuur: zie pagina 9 (12 Technische
gegevens).
De voor het transport beschreven omgevingsomstan-
digheden zijn van toepassing.
Transportschade aan het apparaat of de verpakking
direct melden.
Leveringsomvang controleren.
Opslag
Opslagtemperatuur: zie pagina 9 (12 Technische
gegevens).
De voor de opslag beschreven omgevingsomstandig-
heden zijn van toepassing.
Opslagduur: 6 maanden voordat het apparaat voor
het eerst gebruikt wordt, in de originele verpakking.
Mocht de opslagtijd langer zijn, dan wordt de totale
levensduur met deze extra periode verkort.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-11
15 TOEBEHOREN
Reserveonderdelen zie www.partdetective.de.
15.1 BCSoft4
De betreffende actuele software kan op internet onder
www.docuthek.com gedownload worden. Daartoe
moet u zich in de DOCUTHEK aanmelden.
15.2 Opto-adapter PCO 200
Inclusief cd-rom BCSoft,
bestelnr.: 74960625.
15.3 Bordjes voor opschriften
12345 6 78910
FDU 510
Voor het bedrukken met laserprinter, plotter of gra-
veermachine, 27×18mm of 28×17,5mm.
Kleur: zilver.
15.4 Aansluitstekker-set
Voor het bedraden van de FDU510, FDU520.
Aansluitstekkers met schroefklemmen voor
FDU510, FDU520..K1
Bestelnr.: 74924898.
Aansluitstekkers met veerkrachtklemmen voor
FDU510, FDU520..K2
Bestelnr.: 74924899.
16 CERTIFICERING
16.1 Downloaden certificaten
Certificaten, zie www.docuthek.com
16.2 Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als fabrikant dat de producten FDU510,
FDU520 aan het gestelde in de vermelde richtlijnen
en normen voldoen.
Richtlijnen:
2006/42/EC
2014/35/EU – LVD
2014/30/EU – EMC
2011/65/EU – RoHS II
2015/863/EU – RoHS III
Normen:
EN298:2012
EN13611+A2:2011
EN61508:2010, suitable for SIL3
Elster GmbH
16.3 SIL, PL
Voor systemen tot SIL 3 volgens EN61508.
Volgens EN ISO 13849-1, tabel4, kan de FDU520
tot PLe ingezet worden.
Veiligheidsspecifieke specificaties
Foutendekking DC 91%
Type van het subsysteem Type B volgens
EN61508-2
Gebruiksmodus
met hoge
schakelfrequentie
volgens
EN61508-4,
continubedrijf
(volgens EN298)
Gemiddelde waarschijnlijk-
heid van een gevaarlijke fout
PFHD
16,9 x 10-9 1/h
Gemiddelde tijd tot het
optreden van een gevaarlijke
fout MTTFd
1/PFHD
Aandeel veilige fouten SFF 98,1%
16.4 UL-goedgekeurd
Voor USA: productcategorie MCCZ2, File No. MP268,
voor Canada: productcategorie MCCZ8, File No. MP268.
www.ul.com.
16.5 REACH-verordening
Het apparaat bevat zeer zorgwekkende stoffen die
in de kandidatenlijst van de Europese REACH-veror-
dening nr.1907/2006 zijn opgenomen. Zie Reach list
HTS op www.docuthek.com.
16.6 China RoHS
Richtlijn betreffende de beperking van het gebruik
van gevaarlijke stoffen (RoHS) in China. Scan van de
blootstellingentabel (Disclosure Table China RoHS2),
zie certificaten op www.docuthek.com.
FDU510, FDU520 · Edition 11.22
NL-12
17 VERWIJDERING VAN AFVALSTOF-
FEN
Apparaten met elektronische componenten:
AEEA-richtlijn 2012/19/EU – richtlijn betreffende
afgedankte elektrische en elektronische appa-
ratuur
Het product en de verpakking ervan na afloop van
de levensduur van het product (aantal schakelcycli) bij
een recyclingcentrum inleveren. Het apparaat niet bij
het gewone huisvuil doen. Het product niet verbranden.
Indien gewenst worden oude apparaten door de fa-
brikant in het kader van de afvalrechtelijke bepalingen,
bij levering franco huis, teruggenomen.
© 2022 Elster GmbH
Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten voorbehouden.
Het productspectrum van Honeywell Thermal Solutions omvat
Honeywell Combustion Safety, Eclipse, Exothermics, Hauck,
Kromschröder en Maxon. Kijk voor meer informatie over onze
producten op de site ThermalSolutions.honeywell.com of neem
contact op met uw Honeywell verkoopingenieur.
Elster GmbH
Strotheweg 1, D-49504 Lotte
T +49 541 1214-0
www.kromschroeder.com
Leiding van de wereldwijde centrale servicedienst:
T +49 541 1214-365 of -555
Vertaling uit het Duits
VOOR MEER INFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Kromschroder FDU 510, FDU 520 Handleiding

Type
Handleiding