Kromschroder BCU 46x, BCU 480 Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Cert. Version 03.19 · Edition 02.23 · NL · 03251582
DE, EN, FR, NL, IT, ES, DA, SV, NO, PT, EL, TR, CS, PL, RU, HU – www.docuthek.com
Branderbesturing BCU46x, 480
1 Veiligheid .............................1
2 Gebruik controleren .....................2
3 Inbouwen .............................3
4 Vermogensmodule/busmodule/parameter-
chip-card vervangen ......................4
5 Leidingen kiezen en installeren .............5
6 Bedraden .............................5
7 Aansluitschema ........................7
8 Instellen .............................13
9 In bedrijf stellen .......................14
10 Handbedrijf..........................15
11 Hulp bij storingen .....................16
12 Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldingen
of parameters ..........................26
13 Parameters en waarden ................27
14 Legenda ............................30
15 Technische gegevens ..................31
16 Veiligheidsrichtlijnen ...................32
17 Logistiek ............................32
18 Toebehoren .........................33
19 Certificering .........................34
20 Verwijdering van afvalstoffen ............35
1 VEILIGHEID
1.1 Lezen en bewaren
Deze handleiding voor montage en
werking zorgvuldig doorlezen. Na het monteren de
handleiding aan de exploitant doorgeven. Dit ap-
paraat moet volgens de geldende voorschriften en
normen worden geïnstalleerd en in bedrijf worden
gesteld. Deze handleiding vindt u ook op www.
docuthek.com.
1.2 Legenda
1, 2,3, a, b, c = bewerkingsfase
= aanwijzing
1.3 Aansprakelijkheid
Voor schade op grond van veronachtzaming van de
handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden
wij geen aansprakelijkheid.
1.4 Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze hand-
leiding als volgt aangeduid:
GEVAAR
Duidt op levensgevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING
Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op licha-
melijk letsel.
OPGELET
Duidt op mogelijke materiële schade.
Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een
gekwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd.
Elektrowerkzaamheden uitsluitend door een gekwa-
lificeerde elektromonteur.
1.5 Ombouwen, reserveonderdelen
Iedere technische verandering is verboden. Uitslui-
tend originele onderdelen gebruiken.
BEDIENINGSVOORSCHRIFT
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-2
2 GEBRUIK CONTROLEREN
De branderbesturingen BCU460, 465 en480
dienen voor de besturing, ontsteking en bewaking
van gasbranders in het intermitterend bedrijf of con-
tinubedrijf. Ze vervangen de schakelkast ter plaatse.
Optioneel met lucht- en gasstroombewaking.
Via de uitwisselbare vermogensmodule LM400 wor-
den de uitgangen, bijv. stelaandrijving en kleppen,
voor de besturing van de branders geschakeld. Op
de geïntegreerde parameter-chip-card zijn alle voor
de werking noodzakelijke parameters opgeslagen.
BCU460, BCU465
Voor direct ontstoken branders met onbeperkt
vermogen.
BCU480
Voor aansteek- en hoofdbranders met onbeperkt
vermogen. Aansteek- en hoofdbranders kunnen
onafhankelijk van elkaar worden bewaakt.
LM..F0
Vermogensmodule zonder interface voor de lucht-
besturing.
LM..F1, LM..F3
Vermogensmodule met interfaces voor de luchtbe-
sturing voor een luchtklep (LM..F3) of stelaandrijving
IC40 (LM..F1).
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven gren-
zen gewaarborgd, zie pagina 31 (15 Technische
gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk
gebruik.
2.1 Typeaanduiding
BCU46x, BCU480
BCU Branderbesturing
4 Serie 400
60 Standaardversie
65 Uitgebreide luchtbesturing
80 Versie voor aansteek- en hoofdbrander
Q Netspanning 120V~, 50/60Hz
W Netspanning 230V~, 50/60Hz
0 Zündtransformator
1 Ontstekingstransformator 5 kV, 15mA,
inschakelduur 100%
2 Ontstekingstransformator 8 kV, 20mA,
inschakelduur 19%
3 Ontstekingstransformator 8 kV, 12mA,
inschakelduur 100%
8 Ontstekingstransformator 8 kV, 20mA,
inschakelduur 33%
P0 Zonder flensplaat
P1 Flensplaat: standaard
P2 Flensplaat: M32
P3 Flensplaat: industriële connector, 16-polig
P6 Flensplaat: PROFIBUS
P7 Flensplaat: conduit
C0 Zonder klepbewakingssysteem
C1 Klepbewakingssysteem: TC en POC
C2 Klepbewakingssysteem: POC
D0 Zonder hoogtemperatuurbedrijf
D1 Hoogtemperatuurbedrijf
D2 Vlamloze werking
0 Zonder ingangsfunctie
1 Ingangsfunctie: extra gas
2 Ingangsfunctie: LDS
3 Ingangsfunctie: extra gas en LDS
0 Zonder drukschakelaar
1 Luchtdrukschakelaar
2 Gasdrukschakelaar
3 Gas- en luchtdrukschakelaars
0
K0 Zonder aansluitstekkers
K1 Aansluitstekkers met schroefklemmen
K2 Aansluitstekkers met veerkrachtklemmen
E0- Energietoevoer: via voorwaardencircuit
E1- Energietoevoer: via L1
LM 400
LM Vermogensmodule
400 Serie 400
Q Netspanning: 120V~, 50/60Hz
W Netspanning: 230V~, 50/60Hz
F0 Luchtactuator: zonder
F1 Luchtactuator: met interface voor IC40
F3 Luchtactuator: met luchtklepbesturing
O0 Optionele uitgang: zonder
O1 Optionele uitgang: niet foutloos
O2 Optionele uitgang: foutloos
E0- Energietoevoer: via voorwaardencircuit
E1- Energietoevoer: via L1
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-3
2.2 Benamingen onderdelen
2
5
6
3
1
78
9
4
10
10
1 Led-weergave voor programmastatus en
foutmelding
2 Aan-/Uitknop
3 Ontgrendelings-/info-drukknop
4 Aansluiting voor opto-adapter
5 Typeplaatje BCU
6 Vermogensmodule, vervangbaar
7 Typeplaatje vermogensmodule
8 Parameter-chip-card, vervangbaar
9 Busmodule, vervangbaar
10 M5-schroefklem voor branderaarding
Typeaanduiding ( A), identificatienummer( B), bouw-
serie( C), productiejaar/-week( D), apparaatnum-
mer( E), identificatie( F), spanning( G), frequentie(
H), omgevingstemperatuur Celsius( I)/Fahrenheit(
J), beschermingswijze( K)– zie typeplaatje.
Elster GmbH
Osnabrück, Made in Germany
-
A
B
F
D EC
G
H
I
J
K
L
3 INBOUWEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de BCU niet beschadigd
raakt, moet er op het volgende gelet worden:
Het apparaat niet op een openbare plaats
inbouwen, alleen voor bevoegd personeel
toegankelijk maken. Onbevoegd personeel zou
wijzigingen aan kunnen brengen, die tot onveilig
of gevaarlijk gedrag van de installatie leiden.
Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules vervangen.
De volgende componenten zijn verzegeld:
1bovendeel behuizing, 2vermogensmodule,
3busmodule,
4HMI-bedieningsmodule. De BCU mag alleen
met onbeschadigde zegels ingebouwd en
gebruikt worden.
1
4
2
3
Inbouwpositie: verticaal (kabelwartels naar on-
der) of vlak liggend.
8888
8888
8888
Afstand BCU – brander: aanbevolen <1m
(3,3ft), max.5m (16,4ft).
Sticker talenset (met beschrijving program-
mastap/storingsmelding) in de gewenste taal
opplakken (als toebehoren leverbaar).
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-4
3.1 BCU vastschroeven
Van binnen:
1 Het deksel van de BCU openen.
2 BCU met vier schroeven Ø 4mm, lengte
minstens 15mm, vastschroeven.
Of
Aan de achterkant:
Apparaat blijft gesloten.
1 BCU met vier tapschroeven aanschroeven.
163 mm
185 mm
7.28"
6.42"
Tapschroeven (M6 x 20mm) worden met het
apparaat meegeleverd.
Overige bevestigingsmogelijkheden zijn als
toebehoren leverbaar:
Bevestiging Bestelnr.
Montageset 74960422
Buitenbevestiging 74960414
3.2 Kenmerken
Iedere branderbesturing kan individueel worden
gekenmerkt.
1 Indicatieplaatje rechtsboven uit de behuizing
trekken.
8888
2 Opschriften aanbrengen en er weer inschuiven.
4 VERMOGENSMODULE/BUSMO-
DULE/PARAMETER-CHIP-CARD
VERVANGEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de BCU niet beschadigd
raakt, moet er op het volgende gelet worden:
Verschillende stroomvoorziening voor de
gaskleppen. De volgende combinaties van BCU
en LM zijn toegestaan:
BCU4xx..E1 + LM..E1:
stroomvoorziening via L1,
BCU4xx..E0 + LM..E1:
stroomvoorziening via klem35,
stroomvoorziening luchtuitgangen viaL1,
BCU4xx..E0 + LM..E0:
stroomvoorziening via klem35.
1 Apparaat spanningsvrij maken.
2 Het deksel van de BCU openen.
3 Aansluitstekkers uit de vermogens- en busmo-
dule trekken.
Vermogensmodule en busmodule zijn door
bevestigingsstrips A in de BCU geborgd. De
bevestigingsstrips moeten voorzichtig door de
betreffende module weggedrukt worden om
de vermogensmodule en busmodule eruit te
kunnen trekken.
4 Voor eenvoudiger gebruik de modules er in de
volgende volgorde uittrekken:
1. Vermogensmodule,
2. Busmodule,
3. Parameter-chip-card (PCC).
A
3.
2.
1.
Inbouw van de modules in omgekeerde volgorde.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-5
5 LEIDINGEN KIEZEN EN INSTALLE-
REN
Signaal- en stuurleiding bij aansluitklemmen met
schroef aansluiting max. 2,5mm2 (min. AWG24,
max. AWG12), met veerkracht aansluiting max.
1,5mm2 (min. AWG24, max. AWG12).
Voor de ionisatie- en ontstekingskabel niet-afge-
schermde hoogspanningskabel gebruiken:
FZLSi 1/7 tot 180°C,
bestelnr. 04250410, of
FZLK 1/7 tot 80°C,
bestelnr. 04250409.
De keuze van de stuurleidingen moet volgens
de plaatselijke/landelijke voorschriften worden
gemaakt.
Elektrische invloeden van buitenaf voorkomen.
De bedrading van de BCU niet met samen met
bedrading van frequentieregelaars en andere
sterk stralende bedrading in dezelfde kabelgoot
leggen.
Ionisatie-, uv-kabel
Kabellengte:
bij interne ontsteking max. 5m (16,4ft), bij exter-
ne ontsteking (bij bedrijf met twee elektroden of
uv-bewaking) max. 50m (164ft), de eisen voor
de ontstekingstransformator in acht nemen.
Door EMC-invloeden wordt het vlamsignaal
gestoord.
Bedrading afzonderlijk (capaciteitsarm) en bij
voorkeur niet in een metalen buis installeren.
PROFIBUS, PROFINET, EtherNet/IP
Voor leidingen en stekkers uitsluitend com-
ponenten gebruiken, die aan de betreffende
veldbus-specificaties voldoen.
PROFIBUS, PROFINET en EtherNet/IP zijn
onversleutelde veldbusprotocollen zonder verifi-
catiemechanismen.
RJ45-stekkers met afscherming gebruiken.
Kabellengte: max. 100m tussen 2deelnemers.
PROFINET-/PROFIBUS-installatierichtlijnen, zie
www.profibus.com.
Ethernet-installatierichtlijnen, zie www.odva.org.
6 BEDRADEN
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat de BCU niet beschadigd
raakt, moet er op het volgende gelet worden:
Op de BCU absoluut de branderaarding aanslui-
ten om bij bedrijf met één elektrode ongecontro-
leerde vonkvorming te voorkomen.
Verschillende stroomvoorziening voor de
gaskleppen. De volgende combinaties van BCU
en LM zijn toegestaan:
BCU4xx..E1 + LM..E1:
stroomvoorziening via L1,
BCU4xx..E0 + LM..E1:
stroomvoorziening via klem 35,
stroomvoorziening luchtuitgangen via L1,
BCU4xx..E0 + LM..E0:
stroomvoorziening via klem 35.
Bij gebruik in een netstroomcircuit zonder
geaarde leidingen of bij een netvoeding tussen
de fasen een aan één zijde geaarde scheidings-
transformator gebruiken.
Fase L1 en nul N niet onderling verwisselen.
Op de ingangen niet de verschillende fasen van
een draaistroomnet aansluiten.
Voor een veilige aarding van behuizing, deksel,
(aansluit-)flensplaat, elektronicablok en een
goede aardleiding tussen BCU en brander de
volgende schroefverbindingen op het juiste
aanhaalkoppel controleren:
2
1
3
4
1 Dekselschroeven met 2,4Nm
2 Aansluitingen voor randaarde en functionele
aarde
3 Flensplaatschroeven met 2,4Nm
4 M5-schroefklem voor branderaarding met
1,8Nm
Plastic/conduit-wartels met meervoudige
kabeldoorvoer gebruiken. Deze kunnen samen
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-6
met de insteekbare aansluitklemmen worden
verwijderd.
Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van
de uitwisselbare zekeringen in werking.
Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automa-
tisch) aansturen.
De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
De begrenzers in het voorwaardencircuit (bijv.
veiligheidstemperatuurbegrenzer, noodstop)
moeten klem35 en indien overeenkomstig
geparametreerd de optionele veiligheidsrele-
vante ingangen, bijv. op de klemmen 36 tot
en met 41, spanningsvrij schakelen. Als het
voorwaardencircuit onderbroken is, knippert op
het display 51 als waarschuwingsmelding en alle
gasklep-uitgangen van de BCU zijn spanningsvrij
geschakeld.
Aangesloten aandrijvingen met beschermende
bedrading overeenkomstig de opgave van de
fabrikant uitvoeren. De beschermende bedrading
voorkomt hoge spanningspieken die een storing
van de BCU veroorzaken kunnen.
Ontstekingskabel in de BCU in de daarvoor be-
stemde kabelgoot 1 leggen en langs de kortste
weg via de kabelwartel 2 uit de BCU leiden.
1
2
Bij de ontstekingstransformator de maximale in-
schakelduur in acht nemen (zie de informatie van
de fabrikant). Zo nodig de minimale pauzetMP
(parameterA062) aanpassen.
Alle functies van de ingangen op klem 1t/m7,
35t/m41 evenals van de contacten 80t/m82,
85t/m87, 90t/m92 en 95t/m97 zijn afhanke-
lijk van de parameters I050t/mI074.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Voor het bedraden ervoor zorgen, dat de gele
parameter-chip-card zich in de BCU bevindt.
Voor de BCU zijn schroefklemmen of veerkracht-
klemmen leverbaar:
schroefklemmen, bestelnr. 74924876,
veerkrachtklemmen, bestelnr. 74924877.
3 Bedraden volgens het aansluitschema– zie
pagina 7 (7 Aansluitschema).
4 Na het bedraden het deksel van de behuizing
weer sluiten en de dekselschroeven met 2,4Nm
vastdraaien.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-7
7 AANSLUITSCHEMA
BCU460/LM..F0
Aansluitschema toont BCU..E1 met LM..E1.
Legenda– zie pagina 30 (14 Legenda).
LM 400..F0
LN
L1 N PE
61
31
60
30
62
32
37
TC
36
38
F3 3,15 A
O
I
F 3,15 A
UA-Sk V1
V2
V3
82
81
80
95
96
97
51
21
23
22
85
86
87
92
91
90
54
24
52
53
55
25
56
26
F1
(BCU..E1)
1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
pU
2
230 V
UVS
IZ
3
1
2
4
6
5
7
40
41
35
39
LDS
Start 1
(BCU..E0)
F2
HT
BCU 460
V3
PE
V2
PE
V1
PE
N 29
L 59
N 28
L 58
N 27
L 57
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-8
BCU460/LM..F3
Aansluitschema toont BCU..E1 met LM..E1.
Legenda– zie pagina 30 (14 Legenda).
P
A
65
34
66
N1
67
IZ
Start 1
LDS
HT
TC
pU
2
V3
PE
PE
V2
PE
V1
PE
LM 400..F3
LN
L1 N PE
61
31
60
30
62
32
37
36
38
F3 3,15 A
O
I
F 3,15 A
UA-Sk V1
V2
V3
82
81
80
95
96
97
51
21
23
22
85
86
87
92
91
90
54
24
52
53
55
25
56
26
F1
(BCU..E1)
1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
230 V
UVS
3
1
2
4
6
5
7
40
41
35
39
(BCU..E0)
F2
BCU 460
N 29
L 59
N 28
L 58
N 27
L 57
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-9
BCU465/LM..F3
Aansluitschema toont BCU..E1 met LM..E1.
Legenda– zie pagina 30 (14 Legenda).
DW 2
DW 1
P
A
65
34
66
N1
67
IZ
Start 1
LDS
HT
menox
TC
pU
2
V3
PE
PE
V2
PE
V1
PE
LM 400..F3
LN
L1 N PE
61
31
60
30
62
32
37
36
38
F3 3,15 A
O
I
F 3,15 A
UA-Sk V1
V2
V3
82
81
80
95
96
97
51
21
23
22
85
86
87
92
91
90
54
24
52
53
55
25
56
26
F1
(BCU..E1)
1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
230 V
UVS
3
1
2
4
6
5
7
40
41
35
39
(BCU..E0)
F2
BCU 465
N 29
L 59
N 28
L 58
N 27
L 57
PE
PE
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-10
BCU480/LM..F3
Aansluitschema toont BCU..E1 met LM..E1.
Legenda– zie pagina 30 (14 Legenda).
P
A
Start 1
Start 2
LDS
HT
65
34
66
N1
67
LM 400..F3
LN
L1 N PE
61
31
60
30
37
36
38
F3 3,15 A
O
I
F 3,15 A
UA-Sk V1
V2
V3
V4
82
81
80
95
96
97
51
21
23
22
85
86
87
92
91
90
54
24
52
53
55
25
56
26
F1
(BCU..E1)
1
2
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
N1
230 V
UVS
3
1
2
4
6
5
7
40
41
35
39
(BCU..E0)
F2
BCU 480
N 29
L 59
N 28
L 58
N 27
L 57
TC
pU
2
V3
PE
V4
PE
PE
V2
PE
V1
PE
62
32
63
33
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-11
BCU..B1 met industriële stekkerverbinding
Aansluitingen van de klemmen
Klem Functie BCU
2 Operationele melding brander 2 97
3 Externe luchtbesturing 4
4 Spoelen 3
5 Start brander 2 5
6 Hoge temperatuur 6
7 Voorwaardencircuit 35
8 Start brander 1 1
9 Storingssignaleringscontact sluiter 82
10 Storingssignaleringscontact sluiter 80
11 Voedingsspanning voor operatio-
nele meldingen 95
12 Operationele melding brander 1 96
14 Ontgrendeling op afstand 2
15 Nulleider N
16 Fase L
PE Aardleiding PE
L1
N
PE
HT
16 15 14 12 11 10 9
876 43
P A
5 2
2
1
1 2
IC40 aan BCU/LM..F1 (trapsgewijze regeling)
Parameter I020 = 2.
IC40 op gebruiksmodus11 instellen,
zie bedieningshandleiding/technische informatie
stelaandrijving IC40 op www.docuthek.com.
BCU..F1
N
28
L
58 37
N
27
L
57 36 N
29
L
59 38
25
N1
56 26
N1 N1 N1 N1
IC 40
PE
19 18 16 15 14 12 11 10 8 7 5 4 2 1
AAC
DDC
M
mA
L
N
22 21 20
R..
66 67
64 6540 41 56 26
N1
90°
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-12
Vlambewaking
BCU460, 465 = 1 vlamversterker
BCU480 = 2 vlamversterkers
Bij uv-bewaking uv-sondes van de firma Elster
voor intermitterend bedrijf (UVS5,10) of vlamre-
lais voor continubedrijf (UVC1) gebruiken.
BCU460, 465
Bedrijf met twee elektroden
Zie pagina 7 (7 Aansluitschema), BCU460/
LM..F0, BCU460/LM..F3 en BCU465/LM..F3.
Ionisatie/bedrijf met één elektrode:
Parameter I004 = 0.
5222
Z
51 21
N1
230 V
UVS
1
Uv-bewaking:
UVS5, 10
Parameter A001 ≥ 5µA.
Parameter I004 = 1.
UVS
1
2
3
5222
Z
51 21
N1
230 V
UVS
1
UVC1
Parameter I004 = 2.
UVC 1
4
3
2
1
54 24
22
Z
51 21
N1
1
N1
BCU480
Aansteekbrander werkt met twee elektroden/
hoofdbrander met ionisatie:
Aansteekbrander werkt met twee elektroden
Hoofdbrander met ionisatiebewaking
Parameter I004 = 0.
22 23
51 21
N1
12
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met ionisatie:
Aansteekbrander werkt met één elektrode
Hoofdbrander met ionisatiebewaking
Parameter I004 = 0.
N
I
51 21
2322 54 24
N1
52 53
1
230 V
UVS
2
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met UVS:
Parameter A001 ≥ 5 μA.
Parameter I004 = 3.
UVS
1
2
3
5222 23
51 21
N1
230 V
UVS
12
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-13
Aansteekbrander werkt met één elektrode/
hoofdbrander met UVC1:
Parameter I004 = 4.
N1
22 23
51 21
N1
12
UVC 1
4
3
2
1
54 24
PEN1
Aansteekbrander met UVS/hoofdbrander met
ionisatie:
Parameter A002 ≥ 5 μA.
Parameter I004 = 5.
UVS
1
2
3
5222 23
51 21
N1
230 V
UVS
12
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
UVC:
Parameter I004 = 2.
N1
22 23
51 21
N1
12
UVC 1
4
3
2
1
54 24
PEN1
UVC 1
4
3
2
1
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
ionisatie:
Parameter I004 = 7.
N1
22 23
51 21
N1
12
54 24
PEN1
UVC 1
4
3
2
1
Aansteekbrander met UVC/hoofdbrander met
UVS:
Parameter A002 ≥ 5 μA.
Parameter I004 = 8.
N1
22 23
51 21
N1
12
54 24
PEN1
UVC 1
4
3
2
1
UVS
1
2
3
52
230 V
UVS
8 INSTELLEN
Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn om de fa-
brieksmatige parameters te veranderen. Met behulp
van de afzonderlijke software BCSoft en een op-
to-adapter is het mogelijk, parameters van de BCU
te modificeren, zoals bijvoorbeeld de veiligheidstijd
of het gedrag bij vlamstoring.
1 Parameterinstellingen via BCSoft uitvoeren.
Vanwege de netwerkbeveiliging is het niet moge-
lijk om via het netwerk het apparaat met BCSoft
te bedienen.
De software en de opto-adapter zijn als toebe-
horen verkrijgbaar.
Gewijzigde parameters worden op de geïnte-
greerde parameter-chip-card opgeslagen.
De fabrieksmatige instelling is met een te
parameteriseren wachtwoord beveiligd. Het
fabriekswachtwoord is1234. Wij adviseren het
wachtwoord bij inbedrijfstelling te veranderen.
Hardwareparameters (bijv. type vlambewaking
of type luchtactuator) worden ingesteld via de
interfaceparameters I004 t/mI074.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-14
Na het veranderen van parameters wordt de
overname automatisch gecontroleerd, het dis-
play toont“UrFy”.
2 Ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
De eerste veranderde parameterwaarde wordt
weergegeven.
3 Opnieuw op de ontgrendelings-/info-drukknop
drukken.
De volgende veranderde parameterwaarde
wordt weergegeven.
Het proces herhalen tot het display “rdY” toont.
4 Ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken om de nieuwe parameterinstelling te
bevestigen.
9 IN BEDRIJF STELLEN
Tijdens het bedrijf geeft het 7-segmentsdisplay
de programmastatus weer:
00 Stand-by
H0 Vertraging
AcOp min. vermogen zetten
A0 Koeling
01 Ventilator voorlooptijd
A1 Lucht voorspoelen
AoOp max. vermogen zetten
H1 Vertraging
P0 Voorspoelen
P1 Voorspoelen
AiOp ontsteking zetten
tc Klepbewaking
02 Veiligheidstijd 1 tSA1
A2 Veiligheidstijd 1 tSA1
03 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
A3 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
04 Bedrijf brander 1
A4 Bedrijf brander 1
05 Wachttijd brander 2
A5 Vertraging
H5 Vertragingstijd tijdens wachttijd brander2
06 Veiligheidstijd 2 tSA2
A6 Veiligheidstijd 2 tSA2
07 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
A7 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
08 Bedrijf brander 2
A8 Bedrijf brander 2
H8 Vertraging
–– Apparaat uit
Datatransmissie (programmeermodus)
0.0. (knipperende punten) Handbedrijf
l XX Low-NOx-bedrijf tijdens program-
mastapXX
h XX Hoogtemperatuurbedrijf tijdens program-
mastapXX
Apparaten met SafetyLink-functie (BCU met
busmodule BCM..S1) kunnen alleen via BCSoft
in bedrijf gesteld worden. Meer informatie, zie
Technische informatie BCU46x of BCU480.
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar!
Installatie voor inbedrijfname op lekkage contro-
leren.
De BCU pas in bedrijf nemen, wanneer de cor-
recte parameterinstelling en bedrading evenals de
optimale verwerking van alle in- en uitgangssigna-
len aan de lokaal geldende normen voldoen.
1 Installatie inschakelen.
Het display toont ––.
2 De BCU door op de Aan-/Uitknop te drukken
inschakelen.
Het display toont 00.
Het display knippert en toont E. Er is een ont-
grendelbare uitschakeling wegens storing. Door
op de ontgrendelings-/info-drukknop te drukken
de BCU ontgrendelen.
Het display knippert zonder “ E” weer te geven.
Er is een waarschuwing. Na het verhelpen van
de storing stopt het display met knipperen en de
BCU vervolgt zijn programmaloop.
BCU460..F0
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01.
Het display toont 02. De kleppen voor gas
openen en de brander ontsteekt, veiligheidstijd1
loopt.
Het display toont 03 tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04. De brander is in bedrijf.
BCU46x..F1, BCU46x..F3
Wanneer de luchtactuator voor de koeling in de
aanloopstand extern wordt aangestuurd, toont
het display A0.
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01, bij aangestuurde luchtac-
tuator A1.
Het display toont 02, bij geopende luchtactuator
A2. De kleppen voor gas openen en de brander
ontsteekt, veiligheidstijd1 loopt.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-15
Het display toont 03, bij geopende luchtactuator
A3, tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04, bij geopende luchtactuator
A4. De brander is in bedrijf.
BCU480..F1/F3
Wanneer de luchtactuator voor de koeling in de
aanloopstand extern wordt aangestuurd, toont
het display A0.
a Aanloopsignaal op klem1 geven.
Het display toont 01, bij geopende luchtactuator
A1.
Het display toont 02, bij geopende luchtactuator
A2. De kleppen voor gas openen, de aansteek-
brander (brander1) ontsteekt, veiligheidstijd1
loopt.
Het display toont 03, bij geopende luchtactuator
A3, tijdens vlamstabilisatietijd1.
Het display toont 04, bij geopende luchtactuator
A4. De aansteekbrander is in bedrijf.
Het display toont 06, bij geopende luchtactua-
tor A6. De hoofdbrander (brander2) ontsteekt,
veiligheidstijd2 loopt.
Het display toont 07, bij geopende luchtactuator
A7, tijdens vlamstabilisatietijd2.
Het display toont 08, bij geopende luchtactuator
A8. De hoofdbrander is in bedrijf. De vrijgave
regelaar is uitgevoerd.
10 HANDBEDRIJF
Voor het instellen van de branderbesturing of
voor het zoeken naar storingen.
In handbedrijf werkt de BCU onafhankelijk van
de toestand van de ingangen aanloopsignaal
(klem1), externe luchtbesturing (klem4) en op
afstand ontgrendelen (klem2). De functie van
de ingang vrijgave/noodstop (klem35) blijft
behouden.
De BCU beëindigt door uitschakelen of het weg-
vallen van de spanning het handbedrijf.
Parameter A067 = 0: handbedrijf onbeperkte
duur.
Parameter A067 = 1: de BCU beëindigt 5minu-
ten na de laatste keer drukken op de ontgren-
delings-/info-drukknop het handbedrijf. De BCU
gaat naar de aanloopstand/stand-by (weergave
00).
1 Met ingedrukte ontgrendelings-/info-drukknop
de BCU inschakelen. De ontgrendelings-/
info-drukknop zolang indrukken totdat op het
display vier punten knipperen.
Wordt de ontgrendelings-/info-drukknop kort
ingedrukt, dan wordt de actuele stap in handbe-
drijf afgebeeld, op het display verschijnt “ 5. . . .”.
Wordt de ontgrendelings-/info-drukknop >1s
ingedrukt, dan gaat de BCU naar de volgende
programmastap.
BCU460/LM..F0
1 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .2.” (stap2).
De BCU start de eerste trap van de brander.
De aanduiding loopt tot “ . .0.2.” of “ . .0.3.”.
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
2 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .3.” (stap3).
De BCU start de tweede trap van de brander.
De aanduiding loopt tot “ . .0.4.”.
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
BCU46x/LM..F1/F3
1 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .1.” (stap1).
De BCU start de spoeling van de brander.
Het display toont “ . .P.0.”.
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar!
De voorspoeltijd is geen bestanddeel van de pro-
grammarun. De toestand P.0. zolang handhaven
totdat de branderkamer voldoende geventileerd is.
2 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .2.” (stap2).
De BCU start de eerste trap van de brander.
De aanduiding loopt tot “ . .0.2.” of “ . .0.3.” (in
plaats van de“ 0” verschijnt er een“ A”, wanneer
de luchtactuator aangestuurd wordt).
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
3 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .3.” (stap3).
De BCU start de tweede trap van de brander.
De aanduiding loopt tot “ . .0.4.” (“ . .A.4.”).
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
Luchtactuatorbesturing:
De luchtactuator wordt extern aangestuurd
(parameter A048 = 0).
a Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .4.” (stap4).
De BCU opent de luchtactuator.
Met elke hernieuwde druk kan de luchtactuator
weer worden gesloten of geopend.
De luchtactuator opent programmagestuurd
(parameter A048 = 1, 2, 3, 4, 5 of 6).
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-16
De luchtactuator opent programmagestuurd
met de kleppen V1, V2 ofV3 of wanneer hij de
werkstand bereikt heeft.
a Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .4.” (stap4).
De BCU start de uitschakelprocedure.
BCU480
1 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .1.” (stap1).
De BCU start de spoeling van de brander.
Het display toont “ . .P.0.”.
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar!
De voorspoeltijd is geen bestanddeel van de pro-
grammarun. De toestand P.0. zolang handhaven
totdat de branderkamer voldoende geventileerd is.
2 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .2.” (stap2).
De BCU start de aansteekbrander.
De aanduiding loopt tot “ . .0.4.” (in plaats van de“
0” verschijnt er een“ A”, wanneer de luchtactua-
tor aangestuurd wordt).
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
3 Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .3.” (stap3).
De BCU start de eerste trap van de hoofdbran-
der.
De aanduiding loopt tot “ . .0.8.”.
Na 3s in deze stand wordt i.p.v. de program-
mastatus de μA-waarde van het vlamsignaal
aangegeven “ XXX”.
Luchtactuatorbesturing:
De luchtactuator wordt extern aangestuurd
(parameter A048 = 0).
a Ontgrendelings-/info-drukknop 1s indrukken.
Het display toont “ 5. . .4.” (stap4).
De BCU opent de luchtactuator.
Het display toont “ . .A.4.”.
Met elke hernieuwde druk kan de luchtactuator
weer worden gesloten of geopend.
Om uit te schakelen op de Aan-/Uitknop druk-
ken.
De luchtactuator opent programmagestuurd
(parameter A048 = 1, 2, 3, 4, 5 of 6).
De luchtactuator opent programmagestuurd met
de kleppen V1, V2, V3 ofV4 of wanneer hij de
werkstand bereikt heeft.
Wanneer de ontgrendelings-/info-drukknop 1s
lang ingedrukt wordt, toont het display“ 5. . .4.
(stap4) en de BCU start de uitschakelprocedure.
11 HULP BIJ STORINGEN
GEVAAR
Om schade aan mens en apparaat te voorkomen,
het volgende in acht nemen:
Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens
aan stroomvoerende onderdelen te werken de
elektrische bedrading spanningsvrij maken!
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
Storingen alleen door middel van de hier be-
schreven maatregelen opheffen.
Reageert de BCU niet, hoewel alle storingen
verholpen zijn: apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
Het display knippert en toont “ E”. Er is een
ontgrendelbare uitschakeling wegens storing.
Bij uitschakeling wegens een storing sluit het
storingssignaleringscontact, het display knippert
en geeft de huidige programmastap aan. De
gaskleppen zijn spanningsvrij geschakeld.
Na uitschakeling wegens een storing moet de
BCU met de knop aan de voorkant of via de
ingang van de afstandsontgrendeling (klem2)
handmatig worden ontgrendeld.
De BCU kan niet door stroomuitval ontgrendeld
worden (niet veranderbare uitschakeling wegens
storing). Maar het storingssignaleringscontact
opent zodra de netspanning uitvalt.
Het display knippert zonder “ E” weer te geven.
Er is een waarschuwing. Na het verhelpen van
de storing stopt het display met knipperen en de
BCU vervolgt zijn programmaloop.
? Storingen
! Oorzaak
Remedie
? Het 7-segmentsdisplay brandt niet?
! Geen netspanning aangelegd.
Bedrading controleren, netspanning (zie type-
plaatje) aanleggen.
? Het display knippert en toont E 01 of E A1?
! De BCU herkent een verkeerd vlamsignaal zon-
der dat de brander ontstoken is (vreemd licht).
Uv-sonde precies op de te bewaken brander
uitlijnen.
! De uv-diode in de uv-sonde is defect (levensduur
overschreden) en zendt continu een vlamsignaal
uit.
Uv-diode vervangen, zie daartoe de bedie-
ningshandleiding van de uv-sonde.
! Vlamsignaal door geleidende keramische isolatie.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-17
Waarde voor parameterA001 verhogen om
de uitschakeldrempel van de vlamversterker
voor brander1 aan te passen.
? Opstarten – er ontstaat geen ontstekings-
vonk – het display knippert en toont E 02 of
E A2?
! Ontstekingskabel is te lang.
Tot 1m (max. 5m) inkorten.
! Afstand van de ontstekingselektrode t.o.v. de
branderkop is te groot.
Een afstand van max. 2mm instellen.
! Ontstekingskabel heeft geen contact in de elek-
trodenstekker.
De bedrading stevig vastschroeven.
! Ontstekingskabel heeft geen contact op de
ontstekingstransformator.
Aansluiting controleren.
! Ontstekingskabel tegen massa kortgesloten.
Installatie controleren, ontstekingselektrode
reinigen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Opstarten zonder vlam– er komt geen gas –
het display knippert en toont E 02 of E A2?
! Een gasklep gaat niet open.
Gasdruk controleren.
Spanningstoevoer naar de gasklep controle-
ren.
! Er is nog lucht in de leiding, bijv. na montage-
werk of wanneer de installatie langdurig niet heeft
gewerkt.
Leiding “ontluchten” – BCU ontgrendelen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Opstarten – de vlam van de aansteekbran-
der/brander1 brandt– desondanks knippert
het display en toont E 02 of E A2?
! Vlamstoring tijdens het opstarten.
Vlamsignaal aflezen.
! Fout in de bedrading voor bedrijf met één elek-
trode.
Bedrading voor bedrijf met één elektrode
controleren, zie pagina 12 (Vlambewaking).
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Opstarten – de vlam brandt– desondanks
knippert het display en toont E 02 of E 03
de aansteekbrander/brander (brander1) of
E 06 of E 07 bij de hoofdbrander (brander2)?
! Vlamstoring tijdens het opstarten.
Vlamsignaal aflezen.
Wanneer het vlamsignaal beneden de uitscha-
keldrempel voor het vlamsignaal van brander1
(parameterA001) of brander2 (parameterA002)
ligt, kunnen de volgende oorzaken aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoe-
ligheid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Stekker op ionisatiepen niet goed aangesloten.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde uv-sonde.
! Fout in de bedrading van de uv-sonde.
Fout verhelpen.
? Bedrijf – de vlam brandt – brander 1 scha-
kelt uit– het display knippert en toont E 04
of E A4?
! Vlamstoring tijdens bedrijf.
Vlamsignaal aflezen, zie pagina 26 (12
Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldingen of
parameters).
Wanneer het vlamsignaal beneden de uitscha-
keldrempel voor het vlamsignaal van brander1
(parameterA001) ligt, kunnen de volgende
oorzaken aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoe-
ligheid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-18
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde uv-sonde.
Fout verhelpen.
? Het display knippert en toont E 05 of E A5?
! De BCU herkent een verkeerd vlamsignaal
zonder dat brander2 (hoofdbrander) ontstoken
is (vreemdlicht).
Uv-sonde precies op de te bewaken brander2
uitlijnen.
! De uv-diode in de uv-sonde is defect (levensduur
overschreden) en zendt continu een vlamsignaal
uit.
Uv-diode vervangen, zie daartoe de bedie-
ningshandleiding van de uv-sonde.
! Vlamsignaal door geleidende keramische isolatie.
Waarde voor parameterA002 verhogen om
de uitschakeldrempel van de vlamversterker
voor brander2 aan te passen.
? Bedrijf – de vlam brandt – brander 2 scha-
kelt uit– het display knippert en toont E 08
of E A8?
! Vlamstoring tijdens bedrijf of tijdens de vertraag-
de vrijgave regelaar.
Vlamsignaal aflezen, zie pagina 26 (12
Aflezen van het vlamsignaal, foutmeldingen of
parameters).
Wanneer het vlamsignaal beneden de uitscha-
keldrempel voor het vlamsignaal van brander2
(parameterA002) ligt, kunnen de volgende
oorzaken aanwezig zijn:
! De ingestelde waarde voor de uitschakelgevoe-
ligheid is te groot.
! Kortsluiting op de ionisatiepen door roet, veront-
reiniging of vocht op de isolator.
! Ionisatiepen zit niet juist in de vlam.
! Gas-lucht-verhouding klopt niet.
! Vlam heeft geen contact met de massa van de
brander, door te hoge gas- of luchtdruk.
! Brander of BCU zijn niet (voldoende) geaard.
! Kortsluiting of onderbreking aan de vlamsignaal-
kabel.
! Verontreinigde uv-sonde.
Fout verhelpen.
? Het display knippert en toont E 10?
! Fout in de aansturing van de ingang voor het
ontgrendelen op afstand.
! Te vaak op afstand ontgrendeld. Binnen 15mi-
nuten werd er meer dan 5x automatisch of
handmatig op afstand ontgrendeld.
! Vervolgfout van een voorgaande fout waarvan de
eigenlijke oorzaak niet weggenomen is.
Op voorgaande foutmeldingen letten.
De oorzaak verhelpen.
De oorzaak wordt niet verholpen door telkens na
een storingsuitschakeling opnieuw te ontgren-
delen.
Ontgrendeling op afstand op normconformiteit
(EN746 staat alleen een ontgrendeling onder
toezicht toe) controleren en eventueel corrige-
ren.
De BCU alleen handmatig onder toezicht ont-
grendelen.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 11?
! Te veel herstarts brander1. Binnen 15minuten
werd er meer dan 5x herstart.
Instelling van de branders controleren.
Ervoor zorgen dat het vlamsignaal tijdens het
bedrijf boven de uitschakeldrempel ligt.
De instellingen voor de vermogensregeling
tijdens het bedrijf controleren.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 12?
! Te veel herstarts brander2. Binnen 15minuten
werd er meer dan 5x herstart.
Instelling van de branders controleren.
Ervoor zorgen dat het vlamsignaal tijdens het
bedrijf boven de uitschakeldrempel ligt.
De instellingen voor de vermogensregeling
tijdens het bedrijf controleren.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-19
? Het display knippert en toont E 21?
! De ingangen 40 en41 worden gelijktijdig aange-
stuurd.
Ingang41 controleren.
Ingang41 mag alleen bij een geopende klep
worden aangestuurd.
Ingang40 controleren.
Ingang40 mag alleen aangestuurd worden,
wanneer de klep zich in de positie voor het
ontstekingsvermogen bevindt.
? Het display knippert en toont E 23?
! De regelkleppositie wordt niet continu aan de
BCU terug gemeld.
De bedrading controleren en ervoor zorgen
dat de positie voor max. vermogen/ont-
stekingsvermogen van de regelklep via de
klemmen 41,42 continu terug gemeld wordt.
? Het display knippert en toont E 30, E 31?
! Abnormale gegevenswijziging bij de instelbare
parameters van de BCU.
Parameters met de software BCSoft op de
oorspronkelijke waarden terugzetten.
Oorzaak van de storing ophelderen om herha-
lingsfouten te voorkomen.
Op deskundige montage van de leidingen
letten– zie pagina 5 (5 Leidingen kiezen
en installeren).
Helpen de beschreven maatregelen niet meer,
het apparaat demonteren en in de fabriek
laten nakijken.
? Het display knippert en toont E 32?
! De voedingsspanning is te laag of te hoog.
De BCU binnen het aangegeven netspan-
ningsbereik (netspanning +10/-15%,
50/60Hz) laten werken.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
? Het display knippert en toont E 33?
! Foutieve parameterisatie.
Parameterinstelling met BCSoft controleren en
eventueel veranderen.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
? Het display knippert en toont E 34?
! Verkeerde aansturing van de luchtklep.
! De uitgangen (65–67) voor de luchtklep worden
in omgekeerde richting onder spanning gelegd.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat niet in omgekeerde richting
onder spanning gelegd wordt.
! Zekering F3 defect.
Zekering F3 vervangen.
! Er is een interne technische fout aanwezig.
De vermogensmodule vervangen.
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
? Het display knippert en toont E 35?
! De busmodule en de besturingseenheid zijn
incompatibel.
Het bussysteem en PLC op compatibiliteit
controleren.
! De busmodule ondersteunt de gekozen functio-
naliteit niet.
De instelling van parameterA075 controleren.
? Het display knippert en toont E 36?
! De uitgangen voor de gaskleppen worden in
omgekeerde richting onder spanning gelegd.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat niet in omgekeerde richting
onder spanning gelegd wordt.
! Zekeringen defect.
Zekeringen vervangen
! Er is een interne technische fout aanwezig.
! De verkeerde vermogensmodule wordt gebruikt.
De vermogensmodule vervangen.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-20
! Storing door tijdelijke EMC-invloed.
Op deskundige montage van de ontstekings-
kabel letten– zie pagina 5 (5 Leidingen
kiezen en installeren).
Op nakoming van de voor de installatie gel-
dende EMC-richtlijnen letten– met name bij
installaties met frequentieregelaars– zie pagi-
na 5 (5 Leidingen kiezen en installeren).
Apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
? Het display knippert en toont E 40?
! Gasmagneetklep V1 is lek.
Gasmagneetklep V1 controleren.
! De gasdrukschakelaar DGpu/2 voor de lektest is
verkeerd ingesteld.
Inlaatdruk controleren.
DGpu/2 op correcte inlaatdruk instellen.
Bedrading controleren.
! De testdruk tussen V1 en de gasmagneetklep
aan de uitgang (V2, V3 of V4) wordt niet vermin-
derd.
Installatie controleren.
! De controleduur is te lang.
Parameter A056 (meettijd Vp1) controleren en
met BCSoft veranderen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E 41?
! De gasmagneetklep aan de uitgang (V2, V3 of
V4) is lek.
De magneetklep aan de uitgang controleren.
! De gasdrukschakelaar DGpu/2 voor de lektest is
verkeerd ingesteld.
Inlaatdruk controleren.
DGpu/2 op correcte druk instellen.
Bedrading controleren.
! De controleduur is te lang.
Parameter A056 (meettijd Vp1) controleren en
met BCSoft veranderen.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E 44?
! Verkeerd drukschakelaarsignaal.
Bedrading en instelling van de drukschakelaar/
gasklep controleren.
? Het display knippert en toont 51?
! Signaalonderbreking aan de ingang “voorwaar-
dencircuit/vrijgave/noodstop” (afhankelijk van de
parametrering op klem 1 tot 7 of klem35).
Aansturing van de ingang “voorwaardencircuit/
vrijgave/noodstop” (klem 1 tot 7 of klem35)
controleren.
? Het display knippert en toont 52?
! De BCU is permanent op afstand ontgrendeld.
Ansturing ontgrendeling op afstand (in de
fabriek geparametreerde klem=2 of bus)
controleren.
Signaal voor het ontgrendelen slechts ca. 1s
lang versturen.
? Het display knippert en toont 53?
! De min. tijd (taktcyclus) tussen twee starts is
onderschreden.
Het max. aantal starts (n) per minuut aanhou-
den:
tSA
[s]
Apparaattype1)
Max. antaal
[n/min]
3 BCU..Q1 BCU..W1 6
5 BCU..Q1 BCU..W1 6
10 BCU..Q1 BCU..W1 3
3 BCU..Q2 BCU..W2 3
5 BCU..Q2 BCU..W2 2
10 BCU..Q2 BCU..W2 1
3 BCU..Q3 BCU..W3 6
5 BCU..Q3 BCU..W3 4
10 BCU..Q3 BCU..W3 3
3 BCU..Q8 BCU..W8 4
5 BCU..Q8 BCU..W8 3
10 BCU..Q8 BCU..W8 2
1) Identificatienummer ontstekingstransformator:
BCU..Q1: 34340581, BCU..Q2: 34340582
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-21
BCU..Q3: 34340583, BCU..Q8: 34340584
BCU..W1: 34340585, BCU..W2: 34340586
BCU..W3: 34340587, BCU..W8: 34340588
? Het display knippert en toont 54?
! Verkeerd terugmeldsignaal van de positie Ontste-
kingsvermogen van de aandrijving.
Bedrading van de centrale stelaandrijving naar
de BCU (klem39) controleren.
Controleren of parameter I072 = 13 (LDS
opvraag positie Ontsteking) en A089=2.
? Het display knippert en toont E 57?
! Verkeerde aansturing van de ingang voor hoog-
temperatuurbedrijf. De BCU moet in menox-be-
drijf gaan, hoewel er geen signaal voor hoogtem-
peratuurbedrijf (>750°C) aanwezig is.
Bedrading controleren.
? Het display knippert en toont E 80?
! Fout in de vlamversterker brander 1.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 85?
! Fout in de vlamversterker brander 2.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 89, E 94, E 95,
E 96, E 97, E 98 of E 99?
! Systeemfout – de BCU heeft een veiligheidsuit-
schakeling uitgevoerd. Oorzaak kan een defect
in het apparaat of een extreme EMC-invloed zijn.
Op deskundige montage van de ontstekings-
kabel letten– zie pagina 5 (5 Leidingen
kiezen en installeren).
Op nakoming van de voor de installatie gel-
dende EMC-richtlijnen letten– met name bij
installaties met frequentieregelaars– zie pagi-
na 5 (5 Leidingen kiezen en installeren).
Het apparaat ontgrendelen.
Branderbesturing van het net loskoppelen–
en weer inschakelen.
De netspanning en frequentie controleren.
Helpen de boven beschreven maatregelen niet,
dan is er vermoedelijk een interne hardware
fout aanwezig – het apparaat demonteren en
in de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E 90?
! Fout aan de NTC (interne temperatuurmeting).
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 91?
! Ontstekingsuitgang wordt in omgekeerde rich-
ting onder spanning gelegd.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat niet in omgekeerde richting
onder spanning gelegd wordt.
! Fout op de ontstekingsuitgang.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 92?
! Fout in de communicatie met vlamversterkermo-
dule.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
! Zekering F3 defect.
Zekering F3 vervangen.
? Het display knippert en toont E 94?
! Fout aan de digitale ingangen.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
! Op de ingangen is gelijkspanning aangelegd.
! Op de signaalingangen en L zijn verschillende
fasen van een draaistroomnet aangesloten.
De bedrading controleren en ervoor zorgen,
dat het apparaat en de ingangen uit dezelfde
fase worden gevoed.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-22
? Het display knippert en toont E 95?
! Fout aan de digitale uitgangen.
De ontgrendelings-/info-drukknop op de BCU
indrukken.
? Het display knippert en toont E 97?
! PCC ontbreekt.
Passende PCC erin steken.
! Vermogensmodule heeft contactproblemen.
Contactproblemen verhelpen.
! Vermogensmodule is defect.
De vermogensmodule vervangen.
Helpen de boven beschreven maatregelen niet,
dan is er vermoedelijk een interne hardware
fout aanwezig – het apparaat demonteren en
in de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E Ac?
! De melding “Minimaal vermogen bereikt” van de
stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E Ao?
! De melding “Maximaal vermogen bereikt” van de
stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E Ai?
! De melding “Ontstekingsvermogen bereikt” van
de stelaandrijving ontbreekt.
Regelklep en werking van de eindschakelaars
in de stelaandrijving controleren.
Bedrading controleren.
Stelaandrijving controleren.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? Het display knippert en toont E b E?
! Interne communicatie met busmodule is ge-
stoord.
Aansluiting van de busmodule controleren.
De aangesloten aandrijvingen moeten van
beschermende bedrading overeenkomstig de
opgave van de fabrikant worden voorzien.
Daardoor worden hoge spanningspieken voorko-
men, die een storing van de BCU veroorzaken
kunnen.
Ontstoorde elektrodenstekkers (1kΩ) gebrui-
ken.
Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
! Busmodule is defect.
De busmodule vervangen.
? Het display knippert en toont E b 0?
! Verbinding met de master verkeerd.
Verbinding controleren.
Controleren of de slave in de master geconfi-
gureerd is.
? Het display knippert en toont E b 1?
! K-SafetyLink-adres verkeerd.
Het ingestelde adres op het voor K-SafetyLink
geconfigureerde adres afstemmen.
Alleen adressen binnen het bereik 0x001 tot
0xFEF gebruiken.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-23
? Het display knippert en toont E b 2?
! Plausibiliteitscontrole was niet succesvol, K-Safe-
tyLink-configuratie ongeldig.
SafetyLink-configuratie in BCSoft controleren
en nogmaals aan het apparaat doorgeven.
? Het display knippert en toont E b 4?
! K-SafetyLink wacht op configuratie.
Met BCSoft een SafetyLink-project aanmaken
en de configuratie in het apparaat invoeren.
? Het display knippert en toont E b 5?
! Controle van de slave-configuratie ontbreekt of is
mislukt.
Met BCSoft op de aan de slave toegekende
SafetyLink-master de verificatie van de confi-
guratie starten en uitvoeren.
? Het display knippert en toont E b 7?
! Incompatibele of defecte busmodule.
Busmodule door functioneel apparaat (voor
K-SafetyLink) vervangen.
? Het display knippert en toont E b 8?
! Het apparaat wordt door twee of meerdere
apparaten met hetzelfde adres aangesproken.
Configuratie in BCSoft controleren.
Elk apparaat moet een eenduidig adres hebben.
Het apparaat met de verkeerde adresconfigu-
ratie uit het netwerk verwijderen of opnieuw
configureren.
De juiste toewijzing van de master- en
slave-apparaten met de verificatieprocedure
controleren.
? Het display knippert en toont E b 9?
! Het apparaat wordt door een of meerdere appa-
raten met een onbekend adres aangesproken.
Configuratie in BCSoft controleren.
Elke slave mag slechts aan één master zijn
toegekend.
Het apparaat met de verkeerde adresconfigu-
ratie uit het netwerk verwijderen of opnieuw
configureren.
De juiste toewijzing van de master- en
slave-apparaten met de verificatieprocedure
controleren.
? Het display knippert en toont E CC?
! Verkeerde of defecte parameter-chip-card (PCC).
Alleen een hiervoor bestemde parame-
ter-chip-card gebruiken.
Actuele parametrering opnieuw importeren.
Defecte parameter-chip-card vervangen.
? Het display knippert en toont E c 1?
! Ingangssignaal van de klepeindschakelaar (POC)
ontbreekt wanneer de installatie bedrijfsklaar is.
Bedrading controleren.
Parametrering van de ingangen klem 36, 37
of38 controleren.
Bij gesloten klep moet er netspanning op de
BCU (klemmen 36, 37, 38) aanwezig zijn.
De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
? Het display knippert en toont E c 8?
! De BCU krijgt geen informatie, dat het eindscha-
kelaarcontact nog geopend is.
Bedrading controleren.
Parametrering van de ingangen klem 36, 37
of38 controleren.
Tijdens bedrijf mag bij geopende klep geen
netspanning op de BCU (klemmen 36, 37,38)
aanwezig zijn.
De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
? Het display knippert en toont E d 0?
! De rustcontrole van de luchtdrukschakelaar is
mislukt.
Functie van de luchtdrukschakelaar controle-
ren.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-24
Voor het inschakelen van de ventilator mag er bij
geactiveerde luchtbewaking geen high signaal
op de ingang van de luchtbewaking (klemmen
36/37) aanwezig zijn.
? Het display knippert en toont E d 1?
! De functiecontrole van de luchtdrukschakelaar is
mislukt. Na het starten van de luchttoevoer heeft
de luchtbewaking niet geschakeld.
Bedrading van de luchtbewaking controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
Functie van de ventilator of luchttoevoer con-
troleren.
? Het display knippert en toont E d P?
! Het ingangssignaal (klem37) van de luchtdruk-
schakelaar is tijdens de voorspoeling gedaald.
Luchtvoorziening tijdens de spoeling controle-
ren.
Elektrische bedrading van de luchtdrukscha-
kelaar controleren.
De aansturing van klem37 controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
? Het display knippert en toont E d 2, E d 3, E d
4, E d 5, E d 6, E d 7 of E d 8?
! Het ingangssignaal van de luchtdrukschakelaar
is tijdens het opstarten/tijdens bedrijf naar pro-
grammastapX (02tot08) gedaald.
! Uitval van de luchtvoorziening in program-
mastapX.
Luchtvoorziening controleren.
Het instelpunt van de luchtdrukschakelaar
controleren.
? Het display knippert en toont n 0?
! Geen verbinding tussen BCU en PLC (controller).
Bedrading controleren.
In het PLC-programma de BCU op de juiste
netwerknaam en IP-configuratie controleren.
PLC inschakelen.
Of
? Op het automatiseringssysteem wordt een
busstoring aangegeven?
! Het PROFIBUS-DP-dataverkeer is gestoord.
! Busleiding onderbroken.
Dataleiding controleren.
! Ingaande en uitgaande busleiding in de stekker
onderling verwisseld.
Bedrading controleren.
! A en B leiding onderling verwisseld.
Bedrading controleren.
! Afsluitweerstanden verkeerd geschakeld.
Afsluitweerstanden bij de eerste en laatste
deelnemer in het segment inschakelen, bij alle
andere deelnemers uitschakelen.
! Verkeerd PROFIBUS-adres ingesteld.
Adresinstelling corrigeren – voor de overname
van het adres het apparaat uit-/inschakelen.
! Te lange busleidingen.
Leidingen inkorten of baudrate reduceren – zie
daartoe pagina 14 (9 In bedrijf stellen).
Bij een vermindering van de transmissiesnelheid
dient erop te worden gelet dat de signaalloop-
tijden naar en van de afzonderlijke apparaten
langer worden.
! Slechte afscherming.
Controleren of de afscherming doorgaand en
over het gehele oppervlak met de schermbeu-
gels in de PROFIBUS-DP-stekkers verbonden
is.
! Slechte potentiaalvereffening.
Controleren of de afscherming van de PROFI-
BUSDP via de aardleiding van de apparaten
overal met hetzelfde aardpotentiaal verbonden
is.
Indien nodig, een potentiaalvereffeningskabel
installeren.
Bij sporadisch optredende fouten in het PRO-
FIBUS-DP-systeem, die slechts kort op de
busmaster aangegeven worden, met name de
volgende punten controleren:
afsluitweerstanden,
afscherming,
kabellengte/-geleiding,
potentiaalvereffening,
gebruik van ontstoorde elektrodenstekkers
(1kΩ).
Informatie over de planning en de opbouw van
een netwerk evenals de te gebruiken componen-
ten (bijv. kabels, leidingen, switches) voor PROFI-
NET, zie www.profibus.com of in de handleiding
van het automatiseringssysteem.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-25
? Het display knippert en toont n 1?
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veld-
buscommunicatie met adrescontrole (A080=1).
! Ongeldig of verkeerd adres op de busmodule
ingesteld.
Het juiste adres op de busmodule (001
totFEF) instellen.
? Het display knippert en toont n 2?
! De busmodule heeft een verkeerde configuratie
van de PLC ontvangen.
Controleren of het juiste GSD-bestand is
ingelezen.
? Het display knippert en toont n 3?
De fout verschijnt alleen bij apparaten met veld-
buscommunicatie met adrescontrole (A080=1).
! Er werd een ongeldige of geen netwerknaam
voor de BCU aan de PLC verstrekt.
Een netwerknaam geven, die met de
default-netwerknaam (bcu-460-xxx) overeen-
komt of deze heeft als postfix van een indi-
vidueel gegeven naam in de volgende vorm:
“klantspecifiek-naamgedeeltebcu-460-xxx”.
“xxx” staat voor het op het apparaat ingestelde
adres (bijv.4A5).
? Het display knippert en toont n 4?
! PLC in STOPP-toestand.
Controleren of de PLC gestart kan worden.
? Het display knippert en toont OT?
! De omgevingstemperatuur is te hoog voor de
BCU (overtemperatuur).
Zodra de temperatuur weer tot de gespecificeer-
de streefwaarde daalt, verdwijnt de melding.
? Het display knippert en toont UT?
! De omgevingstemperatuur is te laag voor de
BCU (te lage temperatuur).
Zodra de temperatuur weer tot de gespecificeer-
de streefwaarde stijgt, verdwijnt de melding.
? Het display knippert en toont E u 1, E u 2, E u
3, E u 4, E u 5, E u 6, E u 7, E u 8 of E u 9?
! In programmastapX (00tot09) is het signaal
voor de bewaking van de min. gasdruk (klem-
men 36, 37,38) uitgevallen.
Bedrading controleren.
Gasdruk controleren.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-26
Zekering vervangen
De zekeringen F1/F2/F3 van het apparaat kun-
nen er voor controle uitgehaald worden.
De zekeringen bevinden zich onder de vermo-
gensmodule.
OPGELET
BCU..E0 en BCU..E1 hebben een verschillende
stroomvoorziening.
Zekering F1 of F2 altijd zo vervangen dat de ver-
eiste stroomvoorziening gegarandeerd is.
F1 = BCU..E1: stroomvoorziening/voeding via
L1.
F2 = BCU..E0: stroomvoorziening/voeding via
voorwaardencircuit.
1 De installatie/BCU spanningsvrij maken.
2 BCU openen.
3 De vermogensmodule eruit nemen.
4 Zekering F1, F2 of F3 eruit nemen en de werking
ervan controleren.
F1 F2 F3
F1 F2 F3
F1 F2 F3
Bij het vervangen alleen het toegelaten type
gebruiken:
F1, F2, F3: T 3,15A H,
volgens IEC 60127-2/5.
12 AFLEZEN VAN HET VLAMSIG-
NAAL, FOUTMELDINGEN OF PARA-
METERS
Bij een ingeschakeld apparaat kan via de
ontgrendelings-/info-drukknop door herhaald
drukken informatie over de vlamsignaalsterkte,
de laatste 10voorvalmeldingen (bijv. Power ON,
fout E002) en de parameterwaarden opgevraagd
worden.
Weerga-
ve Informatie
F1
F2*
Vlamsignaalsterkte
brander 1
brander 2*
H0
t/m
H9
Laatste voorvalmelding
t/m
de laatste voorvalmelding op negen
na
001
t/m
999
Waarde van parameter 001
t/m
waarde van parameter 999
* Alleen bij BCU480
1 Ontgrendelings-/info-drukknop ca. 2s indrukken,
tot het display F1 toont.
2 De drukknop loslaten. Het display geeft de
vlamsignaalsterkte in μA aan.
3 Opnieuw 2s lang op de ontgrendelings-/
info-drukknop drukken, om naar de volgende
informatie (voorvalmelding, parameterwaarde) te
gaan.
Telkens wanneer de knop losgelaten wordt,
wordt de betreffende voorvalmelding of parame-
terwaarde weergegeven.
Om sneller naar een van de laatste voorvalmel-
dingen of een parameter te gaan, de ontgren-
delings-/info-drukknop langer ingedrukt houden
(≥2s).
Als de drukknop kort ingedrukt wordt, wijst het
display aan, om welk parameternummer het
gaat.
Ca. 60s na de laatste druk op de knop wordt de
normale programmastatus weer aangegeven.
Parameters en de bijbehorende waarden, zie
Technische informatie BCU46x en BCU480.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-27
13 PARAMETERS EN WAARDEN
Toepassingsparameters
Parameter
Nr. Naam
Waarde
A001 Uitschakeldrempel 1
2–20 = μA
A002 Uitschakeldrempel 2
2–20 = μA
A003
Controle op vreemd licht
0 = in stand-by
1 = tijdens het opstarten
A006
Hoogtemperatuurbedrijf
0 = uit
2 = brander 1 UVS, brander 2 UVS
3 = continubedrijf
6 = brander 1 UVS, brander 2 ionisatie
A007
Startpogingen brander 1
1 = 1 startpoging
2 = 2 startpogingen
3 = 3 startpogingen
A008
Startpogingen brander 2
1 = 1 startpoging
2 = 2 startpogingen
3 = 3 startpogingen
A009
Herstart
0 = uit
1 = brander 1
2 = brander 2
3 = brander 1 en brander 2 (aansteek- en
hoofdbrander)
4 = brander 1 max. 5x in 15min
5 = brander 2 max. 5x in 15min
6 = brander 1 en brander 2 max. 5x in
15min
A016
Luchtgebrekbeveiliging vertraagd
0 = uit
1 = aan
A019 Veiligheidstijd in bedrijf
0; 1; 2; 3; 4 = tijd in seconden
A028 Lucht voorspoelen vlamloos
0–250 = tijd in seconden
A029
Prioriteit koelen
0 = opstarten voorrang voor koelen
1 = koelen voorrang voor opstarten
A030
Koelen in niveaus
0 = opstarten voorrang voor koelen
1 = niveau 2 via signaal klem 5
2 = na vertragingstijd
A031 Vertragingstijd koelen in niveaus
0–6000 = tijd in seconden
A034 Voorspoeltijd tPV
0–6000 = tijd in seconden
A036 Lucht voorspoelen
0–250 = tijd in seconden
A039 Uitloopduur
0–60 = tijd in seconden
Parameter
Nr. Naam
Waarde
A041
Looptijdkeuze
0 = uit, opvragen van de posities
1 = aan, voor min./max. vermogen
2 = aan, voor max. vermogen
3 = aan, voor min. vermogen
A042 Looptijd
0–250 = tijd in seconden
A043
Uitloop
0 = uit
1 = lucht naspoelen
2 = min. capaciteit, terugmelding actuator
3 = min. capaciteit, tijdgebonden
A044 Vertragingstijd vrijgave regelaartRF
0–250 = tijd in seconden
A048
Luchtactuatorbesturing
0 = opent bij externe aansturing
1 = opent met gastrap 1
2 = opent met gastrap 2
4 = opent met V4 brander 1
6 = opent met gastrap 3
A049
Luchtactuator bij het opstarten extern
aanstuurbaar
0 = niet aanstuurbaar
1 = extern aanstuurbaar
A050
Luchtactuator bij storingen
0 = niet aanstuurbaar
1 = extern aanstuurbaar
A051
Klepbewakingssysteem
0 = uit
1 = TC voor opstarten
2 = TC na uitschakeling
3 = TC voor opstarten en na uitschakeling
A052
Afblaasklep (VPS)
0 = V0
1 = V1
2 = V2
3 = V3
4 = V4
5 = V5
A056 Meettijd Vp1
0–3600 = tijd in seconden
A059 Klepopeningstijd 1 tL1
2–25 = tijd in seconden
A060 POC controleduur
0–250 = tijd in seconden
A061 Minimale bedrijfsduur tB
0–6000 = tijd in seconden
A062 Minimale pauze tMP
0–3600 = tijd in seconden
A064
Vlamloze werking
0 = bij de volgende branderstart
1 = directe branderstart
2 = directe omschakeling
A067
Bedrijfsduur in handbedrijf
0 = onbeperkt
1 = 5 minuten
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-28
Parameter
Nr. Naam
Waarde
A074
Bedrijfsmodus verbranding
0 = vlamwerking
1 = vlamloos/menox®
2 = HT zonder ontsteking
3 = HT zonder opstart brander1
A075
Luchtactuator (bus)
0 = uit
1 = MAX tot MIN
2 = MAX tot MIN. CAPACITEIT
3 = MAX tot ONTSTEKING
4 = MAX tot MIN; gereduc. voorspoelhoe-
veelheid
5 = MAX tot ONTSTEKING; gereduc.
voorspoelhoeveelheid
A076
Functie V5
0 = uit
1 = vlamwerking
2 = vlamloze werking
3 = bedrijf
A077
Functie extra gas
0 = uit
1 = vlamwerking
2 = vlamloze werking
3 = bedrijf
A078
Brandertoepassing
0 = brander 1
1 = brander 1 met aansteekgas
2 = brander 1 & brander 2
3 = br. 1 & br. 2 met aansteekgas
4 = tweetraps brander 1
5 = br. 1 & tweetraps br. 2
13 = vlamloos 1/0 met 2 gaswegen
A079
Aansteekbrander
0 = met uitschakeling
1 = in continubedrijf
2 = met uitschakeling & herstart
A080
Veldbuscommunicatie
0 = uit
1 = met adrescontrole
2 = zonder adrescontrole
A081
K-SafetyLink
0 = uit
1 = aan
A085
Voorwaardencircuit (bus)
0 = uit
1 = via FS-bus
2 = via klem
3 = via NFS-bus
4 = via FS-bus of klem
5 = via FS-bus en klem
A087
Spoeling (bus)
0 = uit
1 = via FS-bus
2 = via klem
3 = via NFS-bus
4 = via NFS-, FS-bus of klem
5 = via NFS-, FS-bus en klem
Parameter
Nr. Naam
Waarde
A088
Hoogtemperatuurbedrijf (bus)
0 = uit
1 = via FS-bus
2 = via klem
3 = via NFS-bus
4 = via FS-bus of klem
5 = via FS-bus en klem
A089
LDS (bus)
0 = uit
1 = via FS-bus
2 = via klem
3 = via NFS-bus
4 = via FS-bus of klem
5 = via FS-bus en klem
A093 Voorontstekingstijd
0–5 = tijd in seconden
A094 Veiligheidstijd 1 tSA1
2–15 = tijd in seconden
A095 Vlamstabilisatietijd 1 tFS1
0–25 = tijd in seconden
A096 Veiligheidstijd 2 tSA2
2–10 = tijd in seconden
A097 Vlamstabilisatietijd 2 tFS2
0–25 = tijd in seconden
A101
Functie sensor 1
0 = geen functie
1 = LuchtDS spoeling
4 = LuchtDS trap 2
5 = LuchtDS spoeling & trap 2
6 = LuchtDS trap 1 & trap 2
7 = LuchtDS spoeling & trap1 & trap2
8 = LuchtDS vlamloos
9 = LuchtDS spoeling & vlamloos
12 = LuchtDS trap 2 & vlamloos
13 = LuchtDS spoeling & trap 2 &
vlamloos
14 = LuchtDS trap 1&2 & vlamloos
15 = LuchtDS spoeling & trap 1&2 &
vlamloos
34 = LuchtDS extern high
35 = LuchtDS extern high & spoeling
48 = POC V1
49 = POC V2
50 = POC V3
51 = POC V4
52 = POC V5
53 = TC
54 = GasDS vlamwerking
55 = GasDS bedrijf vlamloos
56 = GasDS bedrijf
A102 Functie sensor 2
Parameterwaarden, zie parameter A101
A103 Functie sensor 3
Parameterwaarden, zie parameter A101
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-29
Parameter
Nr. Naam
Waarde
A129
Actieve koelingsuitgangen
0 = uit
1 = luchtactuator
2 = koellucht
3 = luchtactuator & koellucht
4 = rookgas
5 = luchtactuator & rookgas
6 = koellucht & rookgas
7 = luchtactuator & koellucht & rookgas
A139 Uitloopduur vlamloos tNL
0–60 = tijd in seconden
Interfaceparameters
De interfaceparameters I040 t/m I099 zijn in de
fabriek ingesteld en hoeven normaal gesproken
niet aangepast te worden.
OPGELET
Een verandering van de fabrieksinstellingen van de
interfaceparameters leidt tot veranderde functies
van de ingangen op de klemmen 1t/m41 en de
klemmen 85t/m90, zie daartoe pagina 7 (7
Aansluitschema).
Parameter
Nr. Naam
Waarde
I004
Vlambewaking
0 = ionisatie
1 = UVS
2 = UVC
3 = ionisatie 1 en UVS2
4 = ionisatie 1 en UVC2
5 = UVS1 en ionisatie 2
6 = UVC1 en UVC2
7 = UVC1 en ionisatie 2
8 = UVC1 en UVS2
I020
Luchtactuator
1 = IC20
2 = IC40
3 = RBW
4 = frequentieregelaar
5 = luchtklep
I040
Functie klem 64
0 = uit
1 = vrijgave regelaar
2 = V5
3 = bus uitgang 1
I050
Functie contact 80, 81/82
0 = uit
1 = gereedmelding
2 = luchtmelding
3 = spoelmelding
4 = koelluchtklep
5 = rookgasklep
6 = storingsmelding
7 = operationele melding brander1
8 = operationele melding brander2
I051 Functie contact 90, 91/92
Parameterwaarden, zie parameter I050
I052 Functie contact 95/96
Parameterwaarden, zie parameter I050
Parameter
Nr. Naam
Waarde
I053 Functie contact 95/97
Parameterwaarden, zie parameter I050
I054 Functie contact 85/86, 87
Parameterwaarden, zie parameter I050
I061
Functie ingang 1
0 = uit
1 = sensor 1
2 = sensor 2
3 = sensor 3
4 = voorwaardencircuit
5 = lucht
6 = koellucht
7 = luchtactuator R1
8 = luchtactuator R2
9 = start 1
10 = start 2
11 = reset
12 = spoelen
13 = startvoorwaarden LDS
14 = hoogtemperatuurbedrijf
15 = vlamwerking
16 = vlamloze werking
17 = menox
19 = extra gas
I062 Functie ingang 2
Parameterwaarden, zie parameter I061
I063 Functie ingang 3
Parameterwaarden, zie parameter I061
I064 Functie ingang 4
Parameterwaarden, zie parameter I061
I065 Functie ingang 5
Parameterwaarden, zie parameter I061
I066 Functie ingang 6
Parameterwaarden, zie parameter I061
I067 Functie ingang 7
Parameterwaarden, zie parameter I061
I068 Functie ingang 35
Parameterwaarden, zie parameter I061
I069 Functie ingang 36
Parameterwaarden, zie parameter I061
I070 Functie ingang 37
Parameterwaarden, zie parameter I061
I071 Functie ingang 38
Parameterwaarden, zie parameter I061
I072 Functie ingang 39
Parameterwaarden, zie parameter I061
I073 Functie ingang 40
Parameterwaarden, zie parameter I061
I074 Functie ingang 41
Parameterwaarden, zie parameter I061
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-30
14 LEGENDA
Sym-
bool Beschrijving
Gereed voor gebruik
Voorwaardencircuit
Vraag naar de positie van de regelklep
Ventileren
Ontgrendeling op afstand
LDS Veiligheidsgrenzen (limits during startup)
Gasklep
Luchtklep
Gelijkdrukklep
Brander
P
Spoeling
A
Externe luchtbesturing
Vlammelding brander
Operationele melding brander
Storingsmelding
Start 1 Aanloopsignaal BCU
FLO
Ingang voor signaal vlamloze/
menox®-werking
Ingang voor hoogtemperatuurbedrijf
PZ
Drukschakelaar lektest (TC)
PZH
Drukschakelaar maximale druk
PZL
Drukschakelaar minimale druk
PDZ
Verschildrukschakelaar
M
Stelaandrijving met regelklep
GZL
Klep met eindschakelaar (proof of
closure)
Ventilator
Driepunts stappenschakelaar
In- en uitgang veiligheidsstroomcircuit
TC Lektester
pu/2 Halve inlaatdruk
puInlaatdruk
pdUitlaatdruk
Vp1 Testvolume
Sym-
bool Beschrijving
INStroomopname sensor/veiligheidsscha-
kelaar
tLOpeningstijd lektest
tMMeettijd tijdens lektest
tPControleduur lektest (= 2 x tL + 2 x tM)
tFS Vlamstabilisatietijd
tMP Minimale pauze
tNL Uitloopduur
tSA Veiligheidstijd bij opstarten
tSB Veiligheidstijd in bedrijf
tVZ Voorontstekingstijd
tPV Voorspoeltijd
tRF Vertragingstijd vrijgave regelaar
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-31
15 TECHNISCHE GEGEVENS
WAARSCHUWING
Informatie volgens REACH-verordening nr.
1907/2006, artikel33.
Het apparaat bevat zeer zorgwekkende stoffen die
in de kandidatenlijst van de Europese REACH-ver-
ordening nr. 1907/2006 zijn opgenomen.
15.1 Omgevingsomstandigheden
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlak-
ken op het apparaat voorkomen.
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO2, vermijden.
Het apparaat mag alleen in gesloten, niet openbaar
toegankelijke ruimtes/gebouwen opgeslagen/inge-
bouwd worden.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
Omgevingstemperatuur:
-20 tot +70°C (-4 tot +158°F),
geen condensatie toegestaan.
Beschermingswijze: IP 65 volgens IEC 529.
Beschermingsklasse: 1.
Vervuilingsgraad: binnen 2, buiten 4.
Toelaatbare bedrijfshoogte: < 2000m boven zeeni-
veau.
15.2 Mechanische gegevens
Gewicht: 5,5kg.
Afmetingen (B x H x D): 200 x 230 x 135mm.
Aansluitingen:
Schroef aansluiting:
nominale diameter 2,5mm²,
leidingdoorsnede star min. 0,2mm²,
leidingdoorsnede star max. 2,5mm²,
leidingdoorsnede AWG/kcmil min.24,
leidingdoorsnede AWG/kcmil max.12.
Veerkracht aansluiting:
nominale diameter 2 x 1,5mm²,
leidingdoorsnede min. 0,2mm²,
leidingdoorsnede AWG min.24,
leidingdoorsnede AWG max.16,
leidingdoorsnede max. 1,5mm².
15.3 Elektrische gegevens
Netspanning:
BCU..Q: 120V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%,
BCU..W: 230V~, -15/+10%, 50/60Hz, ±5%.
Eigen verbruik: 10 VA,
voor geaarde en niet geaarde netten.
Vlambewaking:
door uv-sonde of ionisatievoeler.
Voor intermitterend of continubedrijf.
Vlamsignaalstroom:
ionisatiebewaking: 1–25A,
uv-bewaking: 1–35A.
Ionisatie-/uv-kabel:
max. 50m (164ft).
Contactbelasting:
Klepuitgangen V1, V2, V3 en V4 (klemmen60, 61,
62, 63 en64): telkens max. 1A, cosφ=1.
Uitgangen stelaandrijving (klemmen 65, 66, 67):
telkens max. 1A, cosφ=1.
Luchtklepuitgang (klem 65): max.1A, cosφ=1.
Ontstekingstransformator (klem 51): max. 2A.
Somstroom voor gelijktijdige aansturing van de kle-
puitgangen (klemmen 60, 61, 62, 63 en64) en van
de ontstekingstransformator (klem51), gezekerd via
F1/F2: max.2,5A.
Somstroom voor gelijktijdige aansturing van de uit-
gangen voor luchtklep en stelaandrijving (klemmen
65, 66,67): max. 2A.
Bedrijfs- en storingssignaleringscontact:
max.1A, cosφ=1 (externe zekering vereist).
Aantal schakelcycli: de fail-safe-uitgangen (klepuit-
gangen V1, V2, V3 enV4) en de uitgang voor de
luchtklep worden voor wat betreft hun werking be-
waakt en vallen daarom niet onder een max. aantal
schakelcycli.
Regelbare aandrijving (klemmen60, 61, 62, 63
en64):
1.000.000,
bedrijfssignaleringscontact (klemmen 95, 96 en97):
1.000.000,
storingssignaleringscontact (klemmen 80, 81 en82):
max. 25.000,
Aan-/Uitknop:
max. 10.000,
ontgrendelings-/info-drukknop:
max. 10.000.
Ingangsspanning signaalingangen:
Nominale
waarde 120V~ 230V~
Signaal “1” 80–132V 160–253V
Signaal “0” 0–20V 0–40V
Stroom signaalingang:
Signaal “1” max. 5mA
Zekeringen, uitwisselbaar, F1/F2/F3: T 3,15A H,
volgens IEC 60127-2/5.
Voldoet niet aan de eisen voor laagspanningsbeveili-
ging (SELV/PELV).
15.4 Levensduur
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd
op een gebruik van het product conform deze
bedieningshandleiding. Het is noodzakelijk de veilig-
heidsrelevante producten na het bereiken van hun
levensduur te vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van produc-
tie):
10 jaar.
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-32
16 VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Toepassingsgebied: volgens “Industriële installaties
voor warmtebehandelingsprocessen– Deel2: Vei-
ligheidseisen voor verbrandings- en brandstofsyste-
men” (EN746-2) in combinatie met brandstoffen en
oxidanten. De BCU4 kan continu worden gebruikt
(volgens EN298:2012-12, hoofdstuk3.126) en
is geschikt voor intermitterend bedrijf (volgens
EN298:2012-11, hoofdstuk3.127).
Werkingswijze:
Type 2 volgens EN60730-1.
Storingsgedrag:
De uitgangssignalen worden elektronisch uitgescha-
keld volgens de karakteristiek van de automatische
werkingswijze B.V.AC.AD.AF.AG.AH (volgens
EN60730-2-5:2015, hoofdstuk6.4.3.).
Hoogste waarde van de reactietijd bij vlamstoring:
Deze komt overeen met de veiligheidstijd in bedrijf
en kan tussen 1tot 4s geparametreerd worden.
Softwareklasse:
Komt overeen met softwareklasse C, die in een
gelijksoortige, dubbelkanaals architectuur met
vergelijk werkt.
Interfaces
Bedradingswijze:
Aanbrengvorm typeX volgens EN60730-1.
Aarding: via aangesloten aardleiding.
Interne spanningen zijn noch SELV noch PELV.
Potentiaalvrije contacten voldoen aan de eisen voor
SELV.
Communicatie
Voor de communicatie K-SafetyLink wordt de Safety
over EtherCAT®-technologie (FSoE, FailSafe over
EtherCAT) gebruikt. Safety over EtherCAT® is een
geregistreerd merk en gepatenteerde technologie
die door Beckhoff Automation GmbH, Duitsland
gelicentieerd wordt.
De technologie K-SafetyLink voldoet aan SIL3
volgens EN61508 en is gestandaardiseerd volgens
IEC61784-3-12 en ETG5100.
Safety over EtherCAT® maakt gebruik van het
Fail-Safe-principe, waarbij een inactief signaal de
veilige toestand tot stand brengt. Bij communicatie-
fouten worden alle signalen als inactief geïnterpre-
teerd.
De overdracht van de veiligheidsrelevante gegevens
maakt gebruik van het Black-Channel-principe.
Alle met het communicatiesysteem verbonden ap-
paraten moeten aan de eisen voor laagspannings-
beveiliging (SELV/PELV) voldoen (EN60730-1).
De eindgebruiker moet zorgen voor de eenduidige
instelling en de parametrering van het Safety-
Link-adres binnen het Ethernet-netwerk.
De instelling en toewijzing van de adressen moeten
voor de inbedrijfstelling gecontroleerd worden door
middel van een in de uitgebreide documentatie
beschreven verificatieprocedure.
17 LOGISTIEK
Transport
Het apparaat beschermen tegen belasting van
buitenaf (schok, klap, trillingen).
Transporttemperatuur: zie pagina 31 (15 Techni-
sche gegevens).
De voor het transport beschreven omgevingsom-
standigheden zijn van toepassing.
Transportschade aan het apparaat of de verpakking
direct melden.
Leveringsomvang controleren.
Opslag
Opslagtemperatuur: zie pagina 31 (15 Technische
gegevens).
De voor de opslag beschreven omgevingsomstan-
digheden zijn van toepassing.
Opslagduur: 6 maanden voordat het apparaat voor
het eerst gebruikt wordt, in de originele verpakking.
Mocht de opslagtijd langer zijn, dan wordt de totale
levensduur met deze extra periode verkort.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-33
18 TOEBEHOREN
18.1 BCSoft4
De betreffende actuele software kan op internet
onder www.docuthek.com gedownload worden.
Daartoe moet u zich in de DOCUTHEK aanmelden.
18.2 Opto-adapter PCO 200
Inclusief cd-rom BCSoft,
bestelnr.: 74960625.
18.3 Montageset
Voor afstand van de BCU ten opzichte van de be-
vestigingsondergrond bij hogere temperaturen.
74960422
174 mm
263 mm
222 mm
45 mm
230 mm
20 mm
16.5 mm
12 mm
22 mm
7 mm
18.4 Buitenbevestiging
Vastschroeven van de buitenbevestiging van binnen-
uit.
74960414
Ø 4mm
225 mm
212 mm
185 mm
200 mm
18.5 Busmodule BCM 400
Communicatie-interface voor de aansluiting van de
BCU op een automatiseringssysteem.
Busmodule Bussys-
teem Bestelnr.
BCM 400S0B1/1-1 PROFIBUS 74960730
BCM 400S0B1/1-0 PROFIBUS 74960690
BCM 400S0B2/3-0 PROFINET 74960691
Busmodule Bussys-
teem Bestelnr.
BCM 400S0B3/3-0 EtherNet/IP 74960692
18.6 Stickers talenset
Om op het deksel te plakken, met beschrijving van
de programmastap/storingsmelding in het Engels,
Frans, Nederlands, Spaans en Italiaans,
bestelnr. 34339360.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-34
19 CERTIFICERING
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als fabrikant dat de producten
BCU460, BCU465 en BCU480 aan het gestelde
in de vermelde richtlijnen en normen voldoen.
Richtlijnen:
2014/35/EU – LVD1)
2014/30/EU – EMC
Verordening:
(EU) 2016/426 – GAR
Normen:
EN298:2012
EN1643:2014
EN60730-2-5
EN61508:2010, suitable for SIL3
De productie is volgens de controleprocedure
conform de verordening (EU) 2016/426 Annex III
paragraph3.
Elster GmbH
Scan van de conformiteitsverklaring (D,GB)– zie
www.docuthek.com
1) Er is geen extra EMC-meting in ingebouwde
toestand nodig.
SIL, PL
Voor systemen tot SIL 3 volgens EN61508.
Volgens EN ISO 13849-1, tabel4, kan de BCU tot
PLe ingezet worden.
Veiligheidsspecifieke specificaties
Foutendekking DC 91,3%
Type van het subsys-
teem
Type B volgens
EN61508-2:2010
Gebruiksmodus
met hoge schakelfre-
quentie volgens
EN61508-4:2010
Gemiddelde waarschijn-
lijkheid van een
gevaarlijke fout PFHD
32,9 × 10-9 1/h bij
BCU4xx..F1,
38,3 × 10-9 1/h bij
BCU4xx..F3
Gemiddelde tijd tot het
optreden van een
gevaarlijke fout MTTFd
1/PFHD
Aandeel veilige fouten
SFF 99,0%
Gemiddelde waarschijnlijkheid van een
gevaarlijke fout PFHD (70°C) van afzonderlij-
ke veiligheidsfuncties
Branderbesturing twee
gaskleppen 23,2 × 10-9 1/h
Branderbesturing drie gasklep-
pen 28,5 × 10-9 1/h
Klepbewaking 15,0 × 10-9 1/h
Proof of closure 3,3 × 10-9 1/h
Vlambewaking 8,4 × 10-9 1/h
Temperatuurbewaking 2,2 × 10-9 1/h
Bewaking luchtdrukschakelaar 3,3 × 10-9 1/h
Bewaking gasdrukschakelaar 3,3 × 10-9 1/h
Spoelen met luchtdrukschake-
laar 4,3 × 10-9 1/h
K-SafetyLink 1,0 × 10-9 1/h
Voorwaardencircuit 2,2 × 10-9 1/h
Klepbewaking met redundante
drukschakelaar 12,9 × 10-9 1/h
Bewaking luchtdrukschakelaar
met red. drukschakelaar 1,3 × 10-9 1/h
Bewaking gasdrukschakelaar
met red. drukschakelaar 1,3 × 10-9 1/h
Spoelen met red. drukschakelaar 2,3 × 10-9 1/h
FM-goedgekeurd
Factory Mutual (FM) Research klasse:
7610 Verbrandingsbeveiliging en vlamrelaisinstalla-
ties.
Passend voor toepassingen conform NFPA 86.
19.1 Eurazische douane-unie
De producten BCU460, BCU465, BCU480 vol-
doen aan de technische richtlijnen van de Eurazi-
sche douane-unie.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-35
20 VERWIJDERING VAN AFVAL-
STOFFEN
Apparaten met elektronische componenten:
AEEA-richtlijn 2012/19/EU – richtlijn betreffen-
de afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur
Het product en de verpakking ervan na afloop
van de levensduur van het product (aantal schakel-
cycli) bij een recyclingcentrum inleveren. Het appa-
raat niet bij het gewone huisvuil doen. Het product
niet verbranden.
Indien gewenst worden oude apparaten door de
fabrikant in het kader van de afvalrechtelijke bepalin-
gen, bij levering franco huis, teruggenomen.
BCU46x, BCU480 · Edition 02.23
NL-36
© 2023 Elster GmbH
Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten voorbehouden.
Het productspectrum van Honeywell Thermal Solutions omvat
Honeywell Combustion Safety, Eclipse, Exothermics, Hauck,
Kromschröder en Maxon. Kijk voor meer informatie over onze
producten op de site ThermalSolutions.honeywell.com of neem
contact op met uw Honeywell verkoopingenieur.
Elster GmbH
Strotheweg 1, D-49504 Lotte
T +49 541 1214-0
www.kromschroeder.com
Leiding van de wereldwijde centrale servicedienst:
T +49 541 1214-365 of -555
Vertaling uit het Duits
VOOR MEER INFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Kromschroder BCU 46x, BCU 480 Handleiding

Type
Handleiding