Nice Automation Tub de handleiding

Type
de handleiding
62
1) Aanbevelingen
Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor de veiligheid van
mensen. Alvorens u met de installatie gaat beginnen, dient u alle in deze
handleiding vervatte informatie te lezen.
Bewaar deze handleiding ook voor later gebruik.
Met het oog op gevaarlijke situaties die zich tijdens de installatie en het
gebruik van TUB3500 kunnen voordoen, moeten ook tijdens de installa-
tie de wetten, voorschriften en regels volledig in acht genomen worden.
In dit hoofdstuk zullen algemene aanbevelingen gegeven worden; ande-
re belangrijke aanbevelingen vindt u in de hoofdstukken “3.1 Controles
vooraf”; “5 Opleveringstest en inbedrijfstelling”.
Volgens de meest recente Europese wetgeving valt het aanleg-
gen van een automatische deur of poort onder wat voorzien is in
de Europese Richtlijn 98/37/EG (Richtlijn Machines) en met name
onder de voorschriften: EN 12445; EN 12453 en EN 12635, waar-
door het mogelijk is de vermoedelijke conformiteit te verklaren.
Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van risico’s en het samen-
stellen van het technisch dossier zijn beschikbaar op: “www.nicefory-
ou.com”.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat
voor de installatie gekwalificeerd is. Behalve de specifieke los te halen
bijlage welke de installateur dient te verzorgen, namelijk “Aanwijzingen
en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor
TUB3500” kan andere informatie die in dit dossier is vervat, niet als
interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd!
• Ieder ander gebruik van TUB3500 dat niet in deze aanwijzingen voor-
zien is, is verboden; oneigenlijk gebruik kan gevaar opleveren of letsel
en schade aan mensen en zaken veroorzaken.
•Voordat u met de installatie begint dient u een analyse van de risico’s te
maken waarvan de lijst van essentiële veiligheidseisen zoals die in Bijlage
I van de Richtlijn Machines zijn voorzien, deel uitmaakt; hierin geeft u de
toegepaste oplossingen aan.
Wij maken u erop attent dat de risicoanalyse één van de documenten is
die deel uit maken van het “technisch dossier” van de automatisering.
• Controleer of er verdere inrichtingen nodig zijn om de automatisering
met TUB3500 op basis van de specifieke toepassingssituatie en aan-
wezige gevaren te completeren; u dient daarbij bijvoorbeeld risico’s op
het gebied van botsen, beknelling, scharen, etc. en andere algemene
gevaren in acht te nemen.
!
Tub
4.3 Controle manoeuvre van de poort 66
5 Opleveringstest en inbedrijfstelling 67
5.1 Opleveringstest 67
5.2 Inbedrijfstelling 67
6 Onderhoud en afvalverwerking 68
6.1 Onderhoud 68
6.2 Afvalverwerking 68
7 Technische gegevens 68
Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de
gebruiker van de reductiemotor TUB3500 69
Inhoud: pag.
1 Aanbevelingen 62
2 Productbeschrijving en gebruiksbestemming 63
2.1 Gebruikslimieten 63
2.2 Typische installatie 63
2.3 Lijst kabels 64
3 Installatie 64
3.1 Controles vooraf 64
3.2 Bevestiging van de reductiemotor 65
3.3 Installering van de verschillende inrichtingen
op de besturingseenheid. 66
3.4 Elektrische aansluitingen 66
4 Functioneringscontrole 66
4.1 Aansluiting op het elektriciteitsnet 66
4.2 Controle van de richting 66
NL
63
TUB3500 is een reductiemotor voor schuifpoorten van aanzienlijke
afmetingen voor industriële toepassingen, met een ingebouwde
besturingseenheid voorbereid voor het inpluggen van NICE-ontvan-
gers.
Deze motor werkt op elektriciteit, in geval van stroomuitval kunt u de
reductiemotor met behulp van een speciale sleutel ontgrendelen en
de poort handmatig manoeuvreren.
•Breng geen wijzigingen aan onderdelen aan, indien dit niet in deze
handleiding is voorzien. Dergelijke handelingen kunnen alleen maar
storingen veroorzaken. NICE wijst elke aansprakelijkheid voor schade
tengevolge van gewijzigde artikelen van de hand.
Zorg ervoor dat er tijdens het installeren niets, ook geen vloeistof, in de
besturings-eenheid of andere open inrichting kan komen; neem even-
tueel contact op het het technisch servicecentrum van NICE; het
gebruik van TUB3500 in deze situaties kan een gevaarlijke situatie
doen ontstaan.
• Het automatisme mag niet gebruikt worden voordat de inbedrijfstelling
heeft plaats gevonden zoals dat in hoofdstuk: “5 Opleveringstest en
inbedrijfstelling” is aangegeven.
• De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van TUB3500 moet
geheel en al volgens de plaatselijk geldende regels plaats vinden.
• Indien er zich een storing voordoet die u niet kunt oplossen onder
gebruikmaking van de in deze handleiding vervatte informatie gelieve u
contact op te nemen met de technische servicedienst van NICE.
• Wanneer er een automatische schakelaar of zekering in werking is
getreden, dient u alvorens die terug te stellen, de storing op te zoeken
en die te verhelpen.
• Voordat u met de interne klemmetjes van TUB3500 gaat werken, dient
u alle stroomcircuits los te koppelen; bijvoorbeeld met behulp van de
beveiligingsschakelaar op de besturingseenheid.
2) Productbeschrijving en gebruiksbestemming
2.1) Gebruikslimieten
De gegevens met betrekking tot de prestaties van TUB3500 vindt u
in het hoofdstuk “7 Technische gegevens” en dit zijn de enige waar-
den waarmee u correct kunt beoordelen of de motor voor de toe-
passing in kwestie geschikt is.
Over het algemeen is TUB3500 in staat poorten met een gewicht tot
3500 kg of met een lengte tot 30 m te automatiseren volgens het-
geen in tabel 1 is weergegeven.
1
Lengte vleugel in meters Maximaal aantal cycli per uur
Tot 5 30
5÷10 15
10÷15 10
15÷20 7
20÷25 6
25÷30 5
Tabel 1: limieten op grond van de lengte van de vleugel
2.2) Typische installatie
Op de afbeelding ziet u een typische installatie van de automatisering van een schuifpoort waarbij TUB3500 gebruikt is.
2
1. Sleutelschakelaar
2. Fotocellen op zuiltje
3. Fotocellen FOTO
4. Primaire vaste lijst (apart verkrijgbaar)
5. Primaire mobiele lijst
6. Beugel eindschakelaar “Open”
7. Tandheugel
8. Secundaire vaste lijst (apart verkrijgbaar)
9. Knipperlicht
10. Antenne
11. Motor
12. Beugel eindschakelaar “Dicht”
13. Secundaire mobiele lijst (apart verkrijg-
baar)
14. Radiozender
64
2.3) Lijst kabels
In de typische installatie op afbeelding 2 zijn ook de kabels aange-
geven die nodig zijn om de aansluitingen van de verschillende inrich-
tingen mogelijk te maken; in tabel 2 worden de kenmerken van deze
kabels aangegeven.
De gebruikte kabels dienen voor het soort installatie
geschikt te zijn; zo is het bijvoorbeeld raadzaam een kabel
van het type H05VV-F binnen en H07RN-F buiten te gebrui-
ken.
!
N.B. 1: als de netkabel langer dan 30 m is, dient u een kabel met een grotere doorsnede, bijvoorbeeld 4x2,5mm
2
te gebruiken en dient u
voor aarding in de nabijheid van de automatisering te zorgen.
N.B. 2: de twee kabels 2x0,25mm
2
kunnen door één enkele kabel 4x0,25mm
2
vervangen worden
N.B. 3: gebruik afgeschermde kabeltjes indien de lengte de 30 m overschrijdt, waarbij u de mantel alleen aan de kant van de besturing-
seenheid aardt.
N.B. 4: bij speciale toepassingen kan het noodzakelijk zijn meerdere contactlijsten te gebruiken. Als er meer dan een lijst aanwezig is, gelie-
ve u de handleiding met aanwijzigen te raadplegen voor het aanbevolen type aansluiting.
N.B. 5: voor aansluiting van mobiele lijsten op schuifpoorten dienen inrichtingen gebruikt te worden waarmee het mogelijk is ook een bewe-
gende vleugel aan te sluiten.
N.B. 6: het aantal draden dat noodzakelijk is om de mobiele of vaste lijsten aan te sluiten is afhankelijk van de techniek welke toegepast
wordt om de verlangde veiligheidscategorie te waarborgen. Het voorbeeld heeft betrekking op de lijsten TCB65 welke op de inter-
faces TCE aangesloten zijn.
Aansluiting Type kabel Maximaal toegestane lengte
A. Netkabel 1 kabel 4 x 1,5 mm
2
30 m (1)
B. Knipperlicht 1 kabel 2 x 1,5 mm
2
20 m
C. Antenne 1 afgeschermde kabel type RG58 (beter korter dan 5 meter)
D. Fotocellen zender 1 kabel 2 x 0,25 mm
2
30 m (3)
E. Sleutelschakelaar 2 kabels 2 x 0,25 mm
2
50 m (2)
F. Vaste lijsten 1 kabel 2 x 0,5 mm
2
30 m (4) (6)
G. Mobiele lijsten 1 kabel 2 x 0,5 mm
2
30 m (4) (5) (6)
H. Fotocellen ontvanger 2 kabels 2 x 0,25 mm
2
30 m (2) (3)
Tabel 2: lijst kabels
De installatie van TUB3500 mag uitsluitend door gekwalificeerde technici uitgevoerd te worden waarbij wetten, voorschrif-
ten en regels en hetgeen in deze aanwijzingen staat, in acht worden genomen.
!
3) Installatie
3.1) Controles vooraf
Voordat u met de installatie van TUB3500 begint, dient u onder-
staande controles uit te voeren:
•Vergewis u ervan dat al het te gebruiken materiaal in een optimale
staat is en geschikt is voor gebruik en conform de voorschriften.
Controleer of de structuur van de poort ervoor geschikt is geauto-
matiseerd te worden.
Controleer dat de poort een ten hoogste een gewicht van 3500 kg
en een lengte van 30 m heeft.
Controleer of er op de loop van de poort, zowel bij sluiting als ope-
ning, geen punten met een grotere wrijving zijn.
Controleer of er geen ontsporingsgevaar van de vleugel bestaat en
dat er geen gevaar bestaat dat de vleugel uit de geleiderails komt
Controleer of de mechanische stops voorbij de loop van de vleu-
gel sterk genoeg zijn waarbij u erop dient te letten dat er geen ver-
vormingen ontstaan ook indien de vleugel hard op de stop mocht
slaan.
Controleer of de vleugel goed uitgebalanceerd is, d.w.z. de vleugel
mag niet in beweging komen wanneer de manoeuvre ergens tij-
dens het openen of sluiten onderbroken wordt.
Controleer of de plaats van bevestiging van de reductiemotor niet
aan overstromingen blootgesteld is.; monteer de reductiemotor
eventueel zo dat hij voldoende hoog van de grond is.
Controleer of de bevestigingszone van de reductiemotor zodanig
is dat de reductiemotor ontgrendeld kan worden en de manoeuvre
gemakkelijk en veilig kan verlopen.
Controleer dat de bevestigingspunten van de verschillende inrich-
tingen zich bevinden op een plaats die tegen schokken
beschermd is en die voldoende stevig is.
Zorg ervoor dat er geen enkel deel van het automatisme in water
of een andere vloeistof terecht kan komen.
Plaats TUB3500 niet in de nabijheid van open vuur of warmte-
bronnen; in een omgeving waar ontploffingsgevaar bestaat of die
buitengewoon zuur of zout is; dit zou immers schade aan de
TUB3500 kunnen veroorzaken en storingen of gevaarlijke situaties
veroorzaken.
Indien een voetgangersdoorgang deel uitmaakt van de vleugel of
dat er een deur is binnen het gebied waarin de vleugel zich
beweegt, dient u zich ervan te vergewissen dat deze de vleugel
niet in diens beweging belemmert en zorg eventueel voor een ade-
quaat systeem van onderling gekoppelde vergrendeling.
•Sluit de besturingseenheid aan op een geaarde elektriciteitsleiding.
•De leiding van de stroomvoorziening moet door een adequate
beveiligingsschakelaar en aardlekschakelaar beschermd zijn.3
NL
65
3.2) Bevestiging van de reductiemotor
Als er een reeds bestaand bevestigingsvlak is, dient de reductiemo-
tor rechtstreeks op dat bevestigingsvlak aangebracht te worden, en
wel met de juiste middelen zoals bijvoorbeeld keilbouten.
Anders gaat u voor bevestiging van de reductiemotor als volgt te
werk:
1. Maak een funderingsput met de juiste afmetingen.
2. Leg een of meer buizen klaar waar de elektriciteitkabels doorheen
moeten lopen zoals op afbeelding 5 te zien is.
3. Assembleer de 4 ankers op de funderingsplaat waarbij u een
moer onder de plaat en een erboven plaatst (zie afbeelding 3)
zodat het deel met de schroefdraad zover mogelijk buiten de
plaat steekt.
4. Stort het cement en plaats de funderingsplaat voordat het
cement gaat drogen; controleer dat de plaat parallel loopt aan de
vleugel en volkomen waterpas ligt (zie afb. 5). Wacht totdat het
cement volkomen droog is.
5. Verwijder de behuizing van de reductiemotor; hiertoe voert u de
handeling in omgekeerde richting uit ten opzichte van die welke u
op afbeelding 7 ziet.
6. Laat de reductiemotor op de funderingsplaat rusten en plaats
hem perfect parallel aan de vleugel om hem vervolgens met toe-
passing van kracht aan de 4 meegeleverde ankers met de 4 moe-
ren en de bijbehorende borgringen te bevestigen zoals dat op
afbeelding 6 te zien is.
7. Ontgrendel het rondsel zoals dat in paragraaf “Ontgrendeling en
handmatige manoeuvre” van het hoofdstuk “Aanwijzingen en
aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor
TUB3500”, beschreven is.
8. Zet de vleugel helemaal open, laat het eerste deel van de tand-
heugel op het rondsel rusten en controleer of het begin van de
tandheugel overeenkomt met het begin van de vleugel. Contro-
leer of er tussen rondsel en tandheugel een speling van 2÷3 mm
is, bevestig vervolgens de tandheugel met de juiste middelen op
de vleugel.
Om te voorkomen dat het gewicht van de vleugel op de
reductiemotor kan komen te rusten is het van belang dat er
tussen de tandheugel en het rondsel een speling is van
2÷3mm.
9. Verplaats de vleugel en gebruik steeds het rondsel als referentie-
punt voor de bevestiging van de andere elementen van de tand-
heugel.
10. Zaag het laatste overbodige deel van de tandheugel af.
11. Laat de vleugel meerdere keren open en dicht gaan en contro-
leer of de tandheugel op één lijn op het rondsel loopt met een
afwijking van ten hoogste 10-15 mm en dat er over de gehele
lengte een speling van 2-3mm tussen rondsel en tandheugel is.
12. Bevestig de beugels van de eindschakelaars “Opening” en “Slui-
ting” met de desbetreffende stiften aan de uiteinden van de tand-
heugel (zie afbeelding 4). Denk eraan dat wanneer de eindscha-
kelaars in werking komen, de vleugel nog ongeveer 2÷3 cm door
schuift; het is dus raadzaam de beugels van de eindschakelaar
met de juiste marge op de mechanische stops te bevestigen.
13. Voer de handeling van punt 7 in omgekeerde richting uit en zet
het rondsel vast.
14. Bevestig de behuizing op TUB3500 zoals op afbeelding 7 aan-
gegeven is en vergewis u ervan dat het hendeltje van de eind-
schakelaar boven het rondsel vrijelijk kan bewegen.
15. Sluit de deur van de reductiemotor en vergewis u ervan dat de
veiligheidsmicroschakelaar die zich rechts van de elektromotor
bevindt, ingeschakeld is.
!
3
6 7
4 5
66
3.3) Installering van de verschillende inrichtingen op de besturingseenheid.
Installeer alle inrichtingen volgens de aanwijzingen in kwestie. Controleer in de handleiding “MindyA500” welke inrichtingen op de TUB3500
kunnen worden aangesloten.
3.4) Elektrische aansluitingen.
Alle elektrische aansluitingen moeten zonder dat er
stroom op de installatie staat en door ervaren en gekwalifi-
ceerd personeel in bezit van de vereiste capaciteiten met
inachtneming van de wetten, voorschriften en regels uitge-
voerd worden.
1. Om de deur van de besturingskast te openen en bij de elektroni-
sche besturingskaart van TUB3500 te kunnen komen dient u de 2
gele plastic schroeven te verwijderen.
2. Snijd de doorvoerbuizen onder de besturingseenheid op de juiste
lengte af en voer daar alle elektriciteitkabels doorheen.
3. Zet alle kabels met een paar bandjes vast.
4. Volg bij het uitvoeren van de elektrische aansluitingen van de
besturingseenheid alle aanwijzingen in de handleiding “Min-
dyA500” nauwgezet op.!
!
Voordat u met de fase van controle en inbedrijfstelling van de automatisering start, is het raadzaam de vleugel ongeveer halverwege te zet-
ten zodat deze vrijelijk open of dicht kan gaan.
4) Functioneringscontrole
4.1) Aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluiting op het elektriciteitsnet van TUB3500 dient
uitgevoerd te worden door ervaren en gekwalificeerd perso-
neel, in bezit van de vereiste capaciteiten, met inachtneming
van de wetten, voorschriften en regels.
Zodra de stroomtoevoer naar TUB3500 tot stand komt door de
beveiligingsschakelaar op de schakelkast in te schakelen, dient u
te controleren dat het ledlampje OK midden op de besturingseen-
heid begint te knipperen en dat het ledlampje van de ingang Foto
brandt.
•Druk nu op het hendeltje van de microschakelaar rechts van de
elektromotor en controleer of ook de ledlampjes STOP en van de
eindschakelaars FCA en FCC gaan branden.
Mocht hier iets niet van gebeuren, dan dient u onmiddellijk de
stroomtoevoer te onderbreken en de elektrische aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
•Meer nuttige informatie voor het zoeken en diagnosticeren van sto-
ringen vindt u in de handleiding van de besturingseenheid “Min-
dyA500”.
!
4.2) Controle van de richting
Bij een driefasenmotor hangt de draairichting van de motor af van de
verbinding van de 3 stroomfasen, waardoor het dus niet mogelijk is
al bij voorbaat te weten of de motor in de gewenste richting loopt en
of de eindschakelaars in werking treden in de richting van de
gevraagde manoeuvre. Voor het afstellen van de richting waarin de
poort loopt dient u een en ander te controleren waarbij u de hieron-
der beschreven procedure volgt.
a. Controle draairichting motor:
Zet de poort halverwege en geeft vervolgens een instructie-
impuls op de ingang Open van de besturingseenheid A500 (klem-
metje 20) en controleer dat de poort ook daadwerkelijk een ope-
ningsmanoeuvre uitvoert. Als dat in orde blijkt te zijn, gaat u naar
het volgende punt; anders sluit u onmiddellijk de stroom op de
besturingskast af en keert u de aansluiting van de kabels op de
klemmetjes 3 en 4 van het klemmenbord van de A500 om; con-
troleer opnieuw de draairichting van de motor.
b. Controle inwerkingtreding eindschakelaars:
Tijdens de openingsmanoeuvre van de motor voordat de poort
helemaal open staat dient u te simuleren dat de eindschakelaar in
de gevraagde richting in werking komt en te controleren of de
manoeuvre onderbroken wordt. Als dat niet gebeurt, dient u
onmiddellijk de stroom op de besturingskast te onderbreken en
de aansluiting van de klemmetjes 10 en12 van het klemmenbord
van de A500 om te keren; controleer opnieuw of de eindschake-
laars in werking komen.
4.3) Controle manoeuvre van de poort
Nadat u de beugels van de eindschakelaars (afbeelding 4) correct in
de tandheugel hebt bevestigd, is het raadzaam enkele manoeuvres
uit te voeren om te controleren of de poort correct functioneert.
1. Voer een openingsmanoeuvre uit:
a. controleer dat de poort bij opening een constante snelheid heeft;
b. controleer dat de beugel van de eindschakelaar (afbeelding 4) de
microschakelaar in werking stelt waardoor de vleugel stopt; hier-
bij mag de vleugel maximaal nog 2-3cm doorlopen (let op want
bij warmte zou het langer kunnen duren dat de vleugel stopt).
c. Wanneer de vleugel stil staat controleert u of de poort op 4-5cm
van de aanslag tot stilstand is gekomen.
2. Voer een sluitmanoeuvre uit zoals punt 1.
3. Indien de vleugel meer dan 2-3 cm nodig heeft om tot stilstand te
komen dient u de mechanische rem af te stellen zoals dat in para-
graaf "5.1 Opleveringstest" is aangegeven.
4. Voer meerdere openings- en sluitmanoeuvres uit teneinde even-
tuele montage- of afstellingsfouten of andere niet normale zaken
zoals bijvoorbeeld punten met een grotere wrijving vast te stellen.
5. Controleer of de bevestiging van de reductiemotor TUB3500,
tandheugel en de beugels van de eindschakelaar sterk en stevig
zijn en ook tegen abrupte bewegingen bij het starten en stoppen
van de poort bestand zijn.
NL
67
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering
teneinde een zo groot mogelijke veiligheid te garanderen. De ople-
veringstest kan ook als periodieke controle voor de verschillende
inrichtingen van de automatisering gebruikt worden
De opleveringstest van de gehele installatie moet door
vakbekwaam en deskundig personeel uitgevoerd worden. Dat
moet ook bepalen welke tests noodzakelijk zijn in functie van
de bestaande gevaren en controleren of de wettelijke voor-
schriften, regelgeving en regels en met name alle vereisten
van norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van
automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn.
!
5) Opleveringstest en inbedrijfstelling
5.1) Opleveringstest
Voor elk afzonderlijk onderdeel van het automatisme, zoals bijvoor-
beeld contactlijsten, fotocellen, noodstop, etc. is een specifieke fase
in de opleveringstest vereist; voor deze inrichtingen zullen de proce-
dures uit de desbetreffende handleidingen met aanwijzingen gevolgd
moeten worden.
Voor de opleveringstest van TUB3500 dient u de volgende reeks
handelingen te verrichten:
1. Controleer of de voorschriften van deze handleiding” en met
name die uit hoofdstuk “1 Aanbevelingen” nauwgezet in acht
genomen zijn;
2. Voer onder gebruikmaking van de aansturings- of onderbrekings-
inrichtingen (sleutelschakelaar, bedieningsknoppen of radiozen-
ders), tests uit in verband met hen openen, sluiten en stoppen
van de poort om na te gaan of de poort zich naar behoren
gedraagt;
3. Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie (fotocellen,
contactlijsten, noodstop, etc.) één voor één, of ze goed werken;
4. Gevaarlijke situaties welke door de bewegende vleugel veroor-
zaakt kunnen worden, worden voorkomen door de stootkracht
van de vleugel te beperken; meet de stootkracht volgens de
voorschriften van de norm EN 12445;
5. Controleer dat de afstand die de vleugel nodig heeft om tot stil-
stand te komen 2-3 cm is, stel anders de mechanische rem op
de volgende manier af (afbeelding 8):
a. Draai de moer in de motoras met de wijzers van de kolk onge-
veer een halve draai om;
b. Als een halve draai nog niet voldoende mocht blijken te zijn,
draai de moer dan nog wat vaster;
c. Let erop de moer niet al te veel aan te draaien, omdat de elek-
tromotor helemaal zou kunnen vastlopen.
Let op: voordat u de mechanische rem gaat afstellen, is
het absoluut noodzakelijk de elektriciteit uit te schakelen
door de beveiligingsschakelaar op de besturingseenheid op
“OFF” te zetten.
!
5.2) Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de ople-
veringstest van TUB3500 en de andere aanwezige inrichtingen met
succes zijn afgesloten.
Gedeeltelijke inbedrijfstelling of inbedrijfstelling in “tijdelijke” situaties
is verboden.
1. Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar
dat tenminste 10 jaar, dat tenminste bestaat uit: de overzichtste-
kening van de automatisering, het schema van de elektrische
aansluitingen), een analyse van de risico’s en de toegepaste
oplossing daarvoor, de conformiteitsverklaringen van alle fabri-
kanten voor alle gebruikte inrichtingen (gebruik voor TUB3500 de
bijgevoegde CE-Conformiteitsverklaring); kopie van de gebruiks-
aanwijzingen en het onderhoudsplan van de automatisering.
2. Breng een plaatje op de deur aan met daarop tenminste de vol-
gende gegevens: type automatisering, naam en adres van de
fabrikant (verantwoordelijk voor de “inbedrijfstelling”), serienum-
mer, bouwjaar en “CE”-keurmerk.
3. Breng op de deur een niet te verwijderen etiket of plaatje aan
waarop de handelingen zijn aangegeven voor het ontgrendelen
en handmatig bewegen van de poort
4. Stel de conformiteitsverklaring voor de automatisering op en geef
deze aan de eigenaar van de automatisering.
5. Maak de handleiding “Aanwijzingen en aanbevelingen voor het
gebruik van de automatisering” en geef deze aan de eigenaar van
de automatisering.
6. Maak een onderhoudsplan (met daarin de voorschriften voor het
onderhoud van alle inrichtingen van de automatisering) en geef dit
aan de eigenaar van de automatisering
7. Informeer vóór de inbedrijfstelling van de automatisering de eige-
naar uitvoerig en schriftelijk (bijvoorbeeld in de handleiding met
aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automa-
tisering) over de nog aanwezige gevaren en risico’s.
8
68
7) Technische gegevens
Teneinde haar producten steeds meer te perfectioneren behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht
wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming echter gehandhaafd blijven.
N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (±5%)
Technische gegevens: TUB3500
Typologie Elektromechanische reductiemotor zelfremmend voor de automatische manoeuvre van
schuifpoorten voor industriële toepassing compleet met elektronische besturingskast
Rondsel Z= 18; Module=6; Breedte=18.8; Flankdiameter =108mm
Maximaal koppel bij de start 418Nm; overeenkomende met de capaciteit een vleugel in beweging te laten komen waarvan de
statische wrijving een weerstand ontwikkelt tot 7740N
Nominaal koppel 190Nm; overeenkomende met de capaciteit een vleugel te laten bewegen als deze eenmaal loopt
waarvan de dynamische wrijving een weerstand ontwikkelt tot 3520N
Snelheid bij nominaal koppel 0,167m/s (10m/min)
Maximaal aantal werkingscycli 200 cycli/dag
Maximumduur continue werking 30 minuten (de besturingseenheid voorziet in een continue werking van 120 seconden die in een
andere werkingsduur van maximaal 210 seconden veranderd kan worden).
Gebruikslimieten Over het algemeen kunt u met TUB3500 poorten met een maximumgewicht van 3500 kg en een
maximumlengte van 30 m te automatiseren.
Stroomvoorziening Driefasen 400Vac +/-10%; 50Hz.
Maximaal geabsorbeerd vermogen 550 W
Isoleringsklasse 1 (veiligheidsaarding is noodzakelijk)
Bedrijfstemperatuur -20°C ÷ 50°C
Gebruik in bijzonder zure of zoute
omgeving of met mogelijk ontploffingsgevaar Nee
Beveiligingsklasse IP 44
Afmetingen en gewicht 580X480X240; 60 kg
Andere technische gegevens vindt u in de aanwijzingen voor de besturingseenheid A500
6.1) Onderhoud
Om de veiligheid op een constant niveau te houden en een zo lang
mogelijke levensduur van de gehele automatisering te waarborgen is
regelmatig onderhoud vereist.
Het onderhoud moet uitgevoerd worden met volledige ina-
chtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze handlei-
ding en volgens de van kracht zijnde wettelijke voorschriften
en regelgeving.
Volg voor de andere inrichtingen die niet tot de TUB3500 behoren de
aanwijzingen van het desbetreffende onderhoudsplan daarvoor.
1. Voor TUB3500 is een geprogrammeerde onderhoudsbeurt verei-
st die tenminste binnen 6 maanden of 3000 manoeuvres na de
vorige onderhoudsbeurt uitgevoerd moet worden.
2. Koppel alle bronnen van elektrische stroomvoorziening los.
3. Controleer alle materialen waaruit de automatisering bestaat op
kwaliteitsvermindering en let daarbij met name op aantasting of
roestvorming van de structurele delen; vervang die delen welke
onvoldoende garantie bieden.
4. Controleer de staat van slijtage van alle bewegende delen: rond-
sel, tandheugel en alle delen van de vleugel; vervang de versleten
onderdelen.
5. Sluit de elektrische stroomvoorziening weer aan en voer alle test
en controles uit zoals die in paragraaf “5.1 Opleveringstest” voor-
zien zijn.
!
6.2) Afvalverwerking
TUB3500 bestaat uit verschillende soorten materiaal, waarvan som-
mige hergebruikt kunnen worden (aluminium, kunststof, elektrici-
teitskabels); voor andere is afvalverwerking vereist.
Sommige elektronische componenten evenals de batterij-
en zouden vervuilende stoffen kunnen bevatten. Laat ze niet
in het milieu achter. Stel u op de hoogte van de recyclingsys-
temen of afvalverwerking en houd u daarbij aan de plaatselijk
geldende voorschriften.
1. Koppel alle bronnen van elektrische stroomvoorziening voor de
automatisering los.
2. Demonteer alle inrichtingen en accessoires, waarbij u de proce-
dure in omgekeerde volgorde volgt ten opzichte van die welke in
hoofdstuk “3 Installatie” beschreven is
3. Scheid voor zover mogelijk die onderdelen die hergebruikt of ver-
werkt kunnen of moeten worden, zoals bijvoorbeeld de metalen
delen van de kunststof delen, elektronische kaarten, etc.
4. Sorteer de diverse elektrische en recycleerbare materialen en
geef deze aan bedrijven die zich met het hergebruik en de afval-
verwerking daarvan bezighouden.
!
In dit hoofdstuk vindt u de benodigde informatie voor uitvoering van
het onderhoudsplan en de afvalverwerking van TUB3500.
6) Onderhoud en afvalverwerking
NL
69
Proficiat met de keuze van een product Nice voor uw
automatisering!
Nice S.p.a. produceert componenten voor het automatise-
ren van poorten, deuren, rolpoorten, rolluiken en zonwering:
reductiemotors, besturingseenheden, afstandsbedienin-
gen, waarschuwingslichten, fotocellen en accessoires.
Nice gebruikt uitsluitend kwaliteitsmateriaal en -bewerkin-
gen, en geroepen als zij zich voelt, zoekt ze naar vernieu-
wende oplossingen die haar apparaten - verzorgd in de
technische esthetische en ergonomische aspecten - zo
gebruiksvriendelijk mogelijk maakt: in het uitgebreide pro-
gramma van Nice zal uw installateur ongetwijfeld dat pro-
duct uitgekozen hebben dat het meest aan uw eisen
beantwoordt.
Nice is echter niet de fabrikant van uw automatiseringsin-
stallatie, die daarentegen het resultaat is van analyse, eva-
luatie, keuze van materialen, en het aanleggen daarvan
door uw vertrouwensinstallateur.
Elke automatisering is uniek en alleen uw installateur bezit
de ervaring en het vakmanschap dat nodig is om een
installatie volgens uw verlangens uit te voeren, veilig en
betrouwbaar in de tijd, en vooral volgens de regelen der
kunst, dat wil zeggen conform de geldende voorschriften.
Een automatiseringsinstallatie is een groot gemak, een
waardevol veiligheidssysteem en kan met een beetje aan-
dacht tot in lengte van dagen duren.
Ook al beantwoordt de automatisering in uw bezit aan het
in normen en wetten voorgeschreven veiligheidsniveau, dit
sluit niet uit dat er een “restrisico” bestaat, dat wil zeggen
de mogelijkheid dat er gevaarlijke situaties kunnen ont-
staan, die gewoonlijk te wijten zijn aan onverantwoordelijk
of zelfs verkeerd gebruik; hierom willen wij u enige advie-
zen geven hoe u met de automatisering dient om te gaan
teneinde elk eventueel probleem te voorkomen:
Voordat u de automatisering voor de eerste maal
gaat gebruiken, is het raadzaam u door de installateur
te laten uitleggen waar de restrisico's ontstaan, en enke-
le minuten van uw tijd te besteden aan het lezen van
deze handleiding met aanwijzingen en aanbevelingen
voor de gebruiker die de installateur u overhandigd
heeft. Bewaar deze handleiding voor eventuele toekom-
stige twijfels en geef haar aan een eventuele nieuwe eige-
naar van de automatisering.
Uw automatisering is een machine die getrou-
welijk uw instructies opvolgt; onverantwoordelijk en
oneigenlijk gebruik kan maken dat het een gevaarlijke
machine wordt: laat de automatisering niet werken als er
zich mensen, dieren of zaken binnen haar bereik bevin-
den.
Kinderen: een automatiseringsinstallatie biedt een hoge
graad van veiligheid, doordat ze met haar beveiligings-
systemen de manoeuvre bij aanwezigheid van mensen of
zaken onderbreekt en altijd een voorspelbare en veilige
activering garandeert. Het is in ieder geval verstandig kin-
deren te verbieden in de buurt van de installatie te spe-
len en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te hou-
den om te voorkomen dat de installatie per ongeluk in
werking komt: het is geen speelgoed!
Storingen: Zodra u constateert dat de automatise-
ringsinstallatie niet werkt zoals ze dat zou moeten doen,
dient u de stroomtoevoer naar de installatie te onderbre-
ken en haar handmatig te ontgrendelen. Probeer niet zelf
te repareren, maar roep de hulp van uw vertrouwensin-
stallateur in: intussen kan de installatie werken als een
niet geautomatiseerde toegang, wanneer u de reductie-
motor op de hieronder beschreven manier ontgrendeld
hebt.
Onderhoud: Zoals elke machine heeft uw installatie
periodiek onderhoud nodig om haar zo lang mogelijk en
geheel veilig te laten werken. Stel met uw installateur een
onderhoudsplan met periodieke frequentie op; Nice
raadt bij normaal gebruik bij een woning een onder-
houdsbezoek om het half jaar aan, maar dit tijdsbestek
kan variëren in functie van een meer of minder intensief
gebruik. Alle controle-, onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd.
•Ook al bent u van mening dit te kunnen doen, breng
geen wijzigingen aan de installatie en de programme-
rings- en afstellingsparameters van uw automatiserings-
installatie aan: uw installateur is aansprakelijk.
•De opleveringstest, de periodieke onderhoudswerk-
zaamheden en de eventuele reparatiewerkzaamheden
dienen gedocumenteerd te worden door wie die uitvoert
en de documenten dienen door de eigenaar van de
installatie bewaard te worden.
Afvalverwerking: Als de automatisering niet meer
gebruikt kan worden, dient u zich ervan te vergewissen
dat de sloop daarvan door gekwalificeerd personeel
wordt uitgevoerd en dat het materiaal volgens de plaat-
selijk geldende voorschriften wordt hergebruikt of naar
de afvalverwerking wordt gezonden.
In geval van defecten of stroomuitval: in afwach-
ting van het bezoek van uw installateur, (of het terugke-
ren van de elektrische stroom als de installatie niet van
bufferbatterijen voorzien is), mag de installatie gebruikt
worden als elke andere niet-geautomatiseerde toegang.
Hiertoe dient u de automatisering handmatig te ontgren-
delen: aan deze handeling, die de enige is die de gebrui-
ker van de automatisering mag uitvoeren, heeft Nice bij-
zonder veel aandacht besteed om u altijd een maximum
aan gebruiksvriendelijkheid te garanderen, zonder dat u
gereedschap moet gebruiken of fysieke kracht moet
aanwenden.
Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor TUB3500
70
9 10
11 12
Ontgrendeling en manoeuvre met de hand: voordat u deze handeling gaat uitvoeren dient u er aan te denken
dat ontgrendeling alleen kan plaats vinden wanneer de vleugel stil staat.
1. Open de deur van TUB3500 met de meegeleverde sleutel van afbeelding 9.
2. Pak de inbussleutel en steek die in de as van afbeelding 10.
3. Draai de schroef die in de as zit helemaal vast, zoals op afbeelding 11 aangegeven is.
4. Verwijder de inbussleutel en sluit de deur van TUB3500 weer.
5. Beweeg de vleugel met de hand zoals op afbeelding 12 aangegeven is.
Voor vergrendeling: voer dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit
In geval van storing dient u de automatisering zo snel mogelijk te laten repareren.
Bent u tevreden? Indien u in uw huis nog een nieuwe automatiseringsinstallatie zou willen, kunt u zich, wanneer u
zich tot dezelfde installateur en Nice wendt, van de adviezen van een specialist en de meest geavanceerde producten
op de markt verzekeren. Het resultaat: een automatisering die het best functioneert en een maximale compatibiliteit met
de andere automatiseringen heeft.
Wij bedanken u voor het lezen van deze aanbevelingen, en wij hopen dat u veel plezier van uw nieuwe installatie zult
hebben: wend u voor elke vraag, nu of in de toekomst, vol vertrouwen tot uw installateur.

Documenttranscriptie

Tub Inhoud: pag. 1 Aanbevelingen 62 4.3 Controle manoeuvre van de poort 66 2 Productbeschrijving en gebruiksbestemming 63 5 Opleveringstest en inbedrijfstelling 67 2.1 Gebruikslimieten 63 5.1 Opleveringstest 67 2.2 Typische installatie 63 5.2 Inbedrijfstelling 67 2.3 Lijst kabels 64 6 Onderhoud en afvalverwerking 68 3 Installatie 64 6.1 Onderhoud 68 3.1 Controles vooraf 64 6.2 Afvalverwerking 68 3.2 Bevestiging van de reductiemotor 65 3.3 Installering van de verschillende inrichtingen 7 Technische gegevens 68 op de besturingseenheid. 66 3.4 Elektrische aansluitingen 66 4 Functioneringscontrole 66 4.1 Aansluiting op het elektriciteitsnet 66 4.2 Controle van de richting 66 Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor TUB3500 69 1) Aanbevelingen Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor de veiligheid van mensen. Alvorens u met de installatie gaat beginnen, dient u alle in deze handleiding vervatte informatie te lezen. Bewaar deze handleiding ook voor later gebruik. Met het oog op gevaarlijke situaties die zich tijdens de installatie en het gebruik van TUB3500 kunnen voordoen, moeten ook tijdens de installatie de wetten, voorschriften en regels volledig in acht genomen worden. In dit hoofdstuk zullen algemene aanbevelingen gegeven worden; andere belangrijke aanbevelingen vindt u in de hoofdstukken “3.1 Controles vooraf”; “5 Opleveringstest en inbedrijfstelling”. ! Volgens de meest recente Europese wetgeving valt het aanleggen van een automatische deur of poort onder wat voorzien is in de Europese Richtlijn 98/37/EG (Richtlijn Machines) en met name onder de voorschriften: EN 12445; EN 12453 en EN 12635, waardoor het mogelijk is de vermoedelijke conformiteit te verklaren. Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van risico’s en het samenstellen van het technisch dossier zijn beschikbaar op: “www.niceforyou.com”. 62 • Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie gekwalificeerd is. Behalve de specifieke los te halen bijlage welke de installateur dient te verzorgen, namelijk “Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor TUB3500” kan andere informatie die in dit dossier is vervat, niet als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd! • Ieder ander gebruik van TUB3500 dat niet in deze aanwijzingen voorzien is, is verboden; oneigenlijk gebruik kan gevaar opleveren of letsel en schade aan mensen en zaken veroorzaken. • Voordat u met de installatie begint dient u een analyse van de risico’s te maken waarvan de lijst van essentiële veiligheidseisen zoals die in Bijlage I van de Richtlijn Machines zijn voorzien, deel uitmaakt; hierin geeft u de toegepaste oplossingen aan. Wij maken u erop attent dat de risicoanalyse één van de documenten is die deel uit maken van het “technisch dossier” van de automatisering. • Controleer of er verdere inrichtingen nodig zijn om de automatisering met TUB3500 op basis van de specifieke toepassingssituatie en aanwezige gevaren te completeren; u dient daarbij bijvoorbeeld risico’s op het gebied van botsen, beknelling, scharen, etc. en andere algemene gevaren in acht te nemen. • Breng geen wijzigingen aan onderdelen aan, indien dit niet in deze handleiding is voorzien. Dergelijke handelingen kunnen alleen maar storingen veroorzaken. NICE wijst elke aansprakelijkheid voor schade tengevolge van gewijzigde artikelen van de hand. • Zorg ervoor dat er tijdens het installeren niets, ook geen vloeistof, in de besturings-eenheid of andere open inrichting kan komen; neem eventueel contact op het het technisch servicecentrum van NICE; het gebruik van TUB3500 in deze situaties kan een gevaarlijke situatie doen ontstaan. • Het automatisme mag niet gebruikt worden voordat de inbedrijfstelling heeft plaats gevonden zoals dat in hoofdstuk: “5 Opleveringstest en inbedrijfstelling” is aangegeven. • De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van TUB3500 moet geheel en al volgens de plaatselijk geldende regels plaats vinden. • Indien er zich een storing voordoet die u niet kunt oplossen onder gebruikmaking van de in deze handleiding vervatte informatie gelieve u contact op te nemen met de technische servicedienst van NICE. • Wanneer er een automatische schakelaar of zekering in werking is getreden, dient u alvorens die terug te stellen, de storing op te zoeken en die te verhelpen. • Voordat u met de interne klemmetjes van TUB3500 gaat werken, dient u alle stroomcircuits los te koppelen; bijvoorbeeld met behulp van de beveiligingsschakelaar op de besturingseenheid. 2) Productbeschrijving en gebruiksbestemming TUB3500 is een reductiemotor voor schuifpoorten van aanzienlijke afmetingen voor industriële toepassingen, met een ingebouwde besturingseenheid voorbereid voor het inpluggen van NICE-ontvangers. Deze motor werkt op elektriciteit, in geval van stroomuitval kunt u de reductiemotor met behulp van een speciale sleutel ontgrendelen en de poort handmatig manoeuvreren. 1 2.1) Gebruikslimieten De gegevens met betrekking tot de prestaties van TUB3500 vindt u in het hoofdstuk “7 Technische gegevens” en dit zijn de enige waarden waarmee u correct kunt beoordelen of de motor voor de toepassing in kwestie geschikt is. Over het algemeen is TUB3500 in staat poorten met een gewicht tot 3500 kg of met een lengte tot 30 m te automatiseren volgens hetgeen in tabel 1 is weergegeven. Tabel 1: limieten op grond van de lengte van de vleugel Lengte vleugel in meters Tot 5 5÷10 10÷15 15÷20 20÷25 25÷30 Maximaal aantal cycli per uur 30 15 10 7 6 5 NL 2.2) Typische installatie Op de afbeelding ziet u een typische installatie van de automatisering van een schuifpoort waarbij TUB3500 gebruikt is. 2 1. 2. 3. 4. 5. Sleutelschakelaar Fotocellen op zuiltje Fotocellen FOTO Primaire vaste lijst (apart verkrijgbaar) Primaire mobiele lijst 6. Beugel eindschakelaar “Open” 7. Tandheugel 8. Secundaire vaste lijst (apart verkrijgbaar) 9. Knipperlicht 10. Antenne 11. Motor 12. Beugel eindschakelaar “Dicht” 13. Secundaire mobiele lijst (apart verkrijgbaar) 14. Radiozender 63 2.3) Lijst kabels In de typische installatie op afbeelding 2 zijn ook de kabels aangegeven die nodig zijn om de aansluitingen van de verschillende inrichtingen mogelijk te maken; in tabel 2 worden de kenmerken van deze kabels aangegeven. ! De gebruikte kabels dienen voor het soort installatie geschikt te zijn; zo is het bijvoorbeeld raadzaam een kabel van het type H05VV-F binnen en H07RN-F buiten te gebruiken. Tabel 2: lijst kabels Aansluiting A. Netkabel B. Knipperlicht C. Antenne D. Fotocellen zender E. Sleutelschakelaar F. Vaste lijsten G. Mobiele lijsten H. Fotocellen ontvanger N.B. 1: N.B. 2: N.B. 3: N.B. 4: N.B. 5: N.B. 6: Type kabel 1 kabel 4 x 1,5 mm2 1 kabel 2 x 1,5 mm2 1 afgeschermde kabel type RG58 1 kabel 2 x 0,25 mm2 2 kabels 2 x 0,25 mm2 1 kabel 2 x 0,5 mm2 1 kabel 2 x 0,5 mm2 2 kabels 2 x 0,25 mm2 Maximaal toegestane lengte 30 m (1) 20 m (beter korter dan 5 meter) 30 m (3) 50 m (2) 30 m (4) (6) 30 m (4) (5) (6) 30 m (2) (3) als de netkabel langer dan 30 m is, dient u een kabel met een grotere doorsnede, bijvoorbeeld 4x2,5mm2 te gebruiken en dient u voor aarding in de nabijheid van de automatisering te zorgen. de twee kabels 2x0,25mm2 kunnen door één enkele kabel 4x0,25mm2 vervangen worden gebruik afgeschermde kabeltjes indien de lengte de 30 m overschrijdt, waarbij u de mantel alleen aan de kant van de besturingseenheid aardt. bij speciale toepassingen kan het noodzakelijk zijn meerdere contactlijsten te gebruiken. Als er meer dan een lijst aanwezig is, gelieve u de handleiding met aanwijzigen te raadplegen voor het aanbevolen type aansluiting. voor aansluiting van mobiele lijsten op schuifpoorten dienen inrichtingen gebruikt te worden waarmee het mogelijk is ook een bewegende vleugel aan te sluiten. het aantal draden dat noodzakelijk is om de mobiele of vaste lijsten aan te sluiten is afhankelijk van de techniek welke toegepast wordt om de verlangde veiligheidscategorie te waarborgen. Het voorbeeld heeft betrekking op de lijsten TCB65 welke op de interfaces TCE aangesloten zijn. 3) Installatie ! De installatie van TUB3500 mag uitsluitend door gekwalificeerde technici uitgevoerd te worden waarbij wetten, voorschriften en regels en hetgeen in deze aanwijzingen staat, in acht worden genomen. 3.1) Controles vooraf Voordat u met de installatie van TUB3500 begint, dient u onderstaande controles uit te voeren: • Vergewis u ervan dat al het te gebruiken materiaal in een optimale staat is en geschikt is voor gebruik en conform de voorschriften. • Controleer of de structuur van de poort ervoor geschikt is geautomatiseerd te worden. • Controleer dat de poort een ten hoogste een gewicht van 3500 kg en een lengte van 30 m heeft. • Controleer of er op de loop van de poort, zowel bij sluiting als opening, geen punten met een grotere wrijving zijn. • Controleer of er geen ontsporingsgevaar van de vleugel bestaat en dat er geen gevaar bestaat dat de vleugel uit de geleiderails komt • Controleer of de mechanische stops voorbij de loop van de vleugel sterk genoeg zijn waarbij u erop dient te letten dat er geen vervormingen ontstaan ook indien de vleugel hard op de stop mocht slaan. • Controleer of de vleugel goed uitgebalanceerd is, d.w.z. de vleugel mag niet in beweging komen wanneer de manoeuvre ergens tijdens het openen of sluiten onderbroken wordt. • Controleer of de plaats van bevestiging van de reductiemotor niet aan overstromingen blootgesteld is.; monteer de reductiemotor eventueel zo dat hij voldoende hoog van de grond is. • Controleer of de bevestigingszone van de reductiemotor zodanig is dat de reductiemotor ontgrendeld kan worden en de manoeuvre gemakkelijk en veilig kan verlopen. • Controleer dat de bevestigingspunten van de verschillende inrichtingen zich bevinden op een plaats die tegen schokken beschermd is en die voldoende stevig is. • Zorg ervoor dat er geen enkel deel van het automatisme in water of een andere vloeistof terecht kan komen. 64 • Plaats TUB3500 niet in de nabijheid van open vuur of warmtebronnen; in een omgeving waar ontploffingsgevaar bestaat of die buitengewoon zuur of zout is; dit zou immers schade aan de TUB3500 kunnen veroorzaken en storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken. • Indien een voetgangersdoorgang deel uitmaakt van de vleugel of dat er een deur is binnen het gebied waarin de vleugel zich beweegt, dient u zich ervan te vergewissen dat deze de vleugel niet in diens beweging belemmert en zorg eventueel voor een adequaat systeem van onderling gekoppelde vergrendeling. • Sluit de besturingseenheid aan op een geaarde elektriciteitsleiding. • De leiding van de stroomvoorziening moet door een adequate beveiligingsschakelaar en aardlekschakelaar beschermd zijn.3 3.2) Bevestiging van de reductiemotor Als er een reeds bestaand bevestigingsvlak is, dient de reductiemotor rechtstreeks op dat bevestigingsvlak aangebracht te worden, en wel met de juiste middelen zoals bijvoorbeeld keilbouten. Anders gaat u voor bevestiging van de reductiemotor als volgt te werk: 1. Maak een funderingsput met de juiste afmetingen. 2. Leg een of meer buizen klaar waar de elektriciteitkabels doorheen moeten lopen zoals op afbeelding 5 te zien is. 3. Assembleer de 4 ankers op de funderingsplaat waarbij u een moer onder de plaat en een erboven plaatst (zie afbeelding 3) zodat het deel met de schroefdraad zover mogelijk buiten de plaat steekt. 4. Stort het cement en plaats de funderingsplaat voordat het cement gaat drogen; controleer dat de plaat parallel loopt aan de vleugel en volkomen waterpas ligt (zie afb. 5). Wacht totdat het cement volkomen droog is. 5. Verwijder de behuizing van de reductiemotor; hiertoe voert u de handeling in omgekeerde richting uit ten opzichte van die welke u op afbeelding 7 ziet. 6. Laat de reductiemotor op de funderingsplaat rusten en plaats hem perfect parallel aan de vleugel om hem vervolgens met toepassing van kracht aan de 4 meegeleverde ankers met de 4 moeren en de bijbehorende borgringen te bevestigen zoals dat op afbeelding 6 te zien is. 7. Ontgrendel het rondsel zoals dat in paragraaf “Ontgrendeling en handmatige manoeuvre” van het hoofdstuk “Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor TUB3500”, beschreven is. 8. Zet de vleugel helemaal open, laat het eerste deel van de tandheugel op het rondsel rusten en controleer of het begin van de tandheugel overeenkomt met het begin van de vleugel. Controleer of er tussen rondsel en tandheugel een speling van 2÷3 mm is, bevestig vervolgens de tandheugel met de juiste middelen op de vleugel. ! Om te voorkomen dat het gewicht van de vleugel op de reductiemotor kan komen te rusten is het van belang dat er tussen de tandheugel en het rondsel een speling is van 2÷3mm. 9. Verplaats de vleugel en gebruik steeds het rondsel als referentiepunt voor de bevestiging van de andere elementen van de tandheugel. 10. Zaag het laatste overbodige deel van de tandheugel af. 11. Laat de vleugel meerdere keren open en dicht gaan en controleer of de tandheugel op één lijn op het rondsel loopt met een afwijking van ten hoogste 10-15 mm en dat er over de gehele lengte een speling van 2-3mm tussen rondsel en tandheugel is. 12. Bevestig de beugels van de eindschakelaars “Opening” en “Sluiting” met de desbetreffende stiften aan de uiteinden van de tandheugel (zie afbeelding 4). Denk eraan dat wanneer de eindschakelaars in werking komen, de vleugel nog ongeveer 2÷3 cm door schuift; het is dus raadzaam de beugels van de eindschakelaar met de juiste marge op de mechanische stops te bevestigen. 13. Voer de handeling van punt 7 in omgekeerde richting uit en zet het rondsel vast. 14. Bevestig de behuizing op TUB3500 zoals op afbeelding 7 aangegeven is en vergewis u ervan dat het hendeltje van de eindschakelaar boven het rondsel vrijelijk kan bewegen. 15. Sluit de deur van de reductiemotor en vergewis u ervan dat de veiligheidsmicroschakelaar die zich rechts van de elektromotor bevindt, ingeschakeld is. NL 3 6 4 5 7 65 3.3) Installering van de verschillende inrichtingen op de besturingseenheid. Installeer alle inrichtingen volgens de aanwijzingen in kwestie. Controleer in de handleiding “MindyA500” welke inrichtingen op de TUB3500 kunnen worden aangesloten. 3.4) Elektrische aansluitingen. ! Alle elektrische aansluitingen moeten zonder dat er stroom op de installatie staat en door ervaren en gekwalificeerd personeel in bezit van de vereiste capaciteiten met inachtneming van de wetten, voorschriften en regels uitgevoerd worden. 1. Om de deur van de besturingskast te openen en bij de elektronische besturingskaart van TUB3500 te kunnen komen dient u de 2 gele plastic schroeven te verwijderen. 2. Snijd de doorvoerbuizen onder de besturingseenheid op de juiste lengte af en voer daar alle elektriciteitkabels doorheen. 3. Zet alle kabels met een paar bandjes vast. 4. Volg bij het uitvoeren van de elektrische aansluitingen van de besturingseenheid alle aanwijzingen in de handleiding “MindyA500” nauwgezet op.! 4) Functioneringscontrole Voordat u met de fase van controle en inbedrijfstelling van de automatisering start, is het raadzaam de vleugel ongeveer halverwege te zetten zodat deze vrijelijk open of dicht kan gaan. 4.1) Aansluiting op het elektriciteitsnet ! De aansluiting op het elektriciteitsnet van TUB3500 dient uitgevoerd te worden door ervaren en gekwalificeerd personeel, in bezit van de vereiste capaciteiten, met inachtneming van de wetten, voorschriften en regels. • Zodra de stroomtoevoer naar TUB3500 tot stand komt door de beveiligingsschakelaar op de schakelkast in te schakelen, dient u te controleren dat het ledlampje OK midden op de besturingseenheid begint te knipperen en dat het ledlampje van de ingang Foto brandt. • Druk nu op het hendeltje van de microschakelaar rechts van de elektromotor en controleer of ook de ledlampjes STOP en van de eindschakelaars FCA en FCC gaan branden. • Mocht hier iets niet van gebeuren, dan dient u onmiddellijk de stroomtoevoer te onderbreken en de elektrische aansluitingen nauwkeuriger te controleren. • Meer nuttige informatie voor het zoeken en diagnosticeren van storingen vindt u in de handleiding van de besturingseenheid “MindyA500”. 4.2) Controle van de richting Bij een driefasenmotor hangt de draairichting van de motor af van de verbinding van de 3 stroomfasen, waardoor het dus niet mogelijk is al bij voorbaat te weten of de motor in de gewenste richting loopt en of de eindschakelaars in werking treden in de richting van de gevraagde manoeuvre. Voor het afstellen van de richting waarin de poort loopt dient u een en ander te controleren waarbij u de hieronder beschreven procedure volgt. a. Controle draairichting motor: Zet de poort halverwege en geeft vervolgens een instructieimpuls op de ingang Open van de besturingseenheid A500 (klemmetje 20) en controleer dat de poort ook daadwerkelijk een openingsmanoeuvre uitvoert. Als dat in orde blijkt te zijn, gaat u naar het volgende punt; anders sluit u onmiddellijk de stroom op de besturingskast af en keert u de aansluiting van de kabels op de klemmetjes 3 en 4 van het klemmenbord van de A500 om; controleer opnieuw de draairichting van de motor. b. Controle inwerkingtreding eindschakelaars: Tijdens de openingsmanoeuvre van de motor voordat de poort helemaal open staat dient u te simuleren dat de eindschakelaar in de gevraagde richting in werking komt en te controleren of de manoeuvre onderbroken wordt. Als dat niet gebeurt, dient u onmiddellijk de stroom op de besturingskast te onderbreken en de aansluiting van de klemmetjes 10 en12 van het klemmenbord van de A500 om te keren; controleer opnieuw of de eindschakelaars in werking komen. 4.3) Controle manoeuvre van de poort Nadat u de beugels van de eindschakelaars (afbeelding 4) correct in de tandheugel hebt bevestigd, is het raadzaam enkele manoeuvres uit te voeren om te controleren of de poort correct functioneert. 1. Voer een openingsmanoeuvre uit: a. controleer dat de poort bij opening een constante snelheid heeft; b. controleer dat de beugel van de eindschakelaar (afbeelding 4) de microschakelaar in werking stelt waardoor de vleugel stopt; hierbij mag de vleugel maximaal nog 2-3cm doorlopen (let op want bij warmte zou het langer kunnen duren dat de vleugel stopt). c. Wanneer de vleugel stil staat controleert u of de poort op 4-5cm van de aanslag tot stilstand is gekomen. 2. Voer een sluitmanoeuvre uit zoals punt 1. 3. Indien de vleugel meer dan 2-3 cm nodig heeft om tot stilstand te komen dient u de mechanische rem af te stellen zoals dat in paragraaf "5.1 Opleveringstest" is aangegeven. 66 4. Voer meerdere openings- en sluitmanoeuvres uit teneinde eventuele montage- of afstellingsfouten of andere niet normale zaken zoals bijvoorbeeld punten met een grotere wrijving vast te stellen. 5. Controleer of de bevestiging van de reductiemotor TUB3500, tandheugel en de beugels van de eindschakelaar sterk en stevig zijn en ook tegen abrupte bewegingen bij het starten en stoppen van de poort bestand zijn. 5) Opleveringstest en inbedrijfstelling Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een zo groot mogelijke veiligheid te garanderen. De opleveringstest kan ook als periodieke controle voor de verschillende inrichtingen van de automatisering gebruikt worden ! De opleveringstest van de gehele installatie moet door vakbekwaam en deskundig personeel uitgevoerd worden. Dat moet ook bepalen welke tests noodzakelijk zijn in functie van de bestaande gevaren en controleren of de wettelijke voorschriften, regelgeving en regels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn. 5.1) Opleveringstest Voor elk afzonderlijk onderdeel van het automatisme, zoals bijvoorbeeld contactlijsten, fotocellen, noodstop, etc. is een specifieke fase in de opleveringstest vereist; voor deze inrichtingen zullen de procedures uit de desbetreffende handleidingen met aanwijzingen gevolgd moeten worden. Voor de opleveringstest van TUB3500 dient u de volgende reeks handelingen te verrichten: 1. Controleer of de voorschriften van deze handleiding” en met name die uit hoofdstuk “1 Aanbevelingen” nauwgezet in acht genomen zijn; 2. Voer onder gebruikmaking van de aansturings- of onderbrekingsinrichtingen (sleutelschakelaar, bedieningsknoppen of radiozenders), tests uit in verband met hen openen, sluiten en stoppen van de poort om na te gaan of de poort zich naar behoren gedraagt; 3. Controleer alle veiligheidsinrichtingen van de installatie (fotocellen, contactlijsten, noodstop, etc.) één voor één, of ze goed werken; 4. Gevaarlijke situaties welke door de bewegende vleugel veroorzaakt kunnen worden, worden voorkomen door de stootkracht van de vleugel te beperken; meet de stootkracht volgens de voorschriften van de norm EN 12445; 5. Controleer dat de afstand die de vleugel nodig heeft om tot stilstand te komen 2-3 cm is, stel anders de mechanische rem op de volgende manier af (afbeelding 8): a. Draai de moer in de motoras met de wijzers van de kolk ongeveer een halve draai om; b. Als een halve draai nog niet voldoende mocht blijken te zijn, draai de moer dan nog wat vaster; c. Let erop de moer niet al te veel aan te draaien, omdat de elektromotor helemaal zou kunnen vastlopen. 8 ! Let op: voordat u de mechanische rem gaat afstellen, is het absoluut noodzakelijk de elektriciteit uit te schakelen door de beveiligingsschakelaar op de besturingseenheid op “OFF” te zetten. NL 5.2) Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de opleveringstest van TUB3500 en de andere aanwezige inrichtingen met succes zijn afgesloten. Gedeeltelijke inbedrijfstelling of inbedrijfstelling in “tijdelijke” situaties is verboden. 1. Maak een technisch dossier van de automatisering en bewaar dat tenminste 10 jaar, dat tenminste bestaat uit: de overzichtstekening van de automatisering, het schema van de elektrische aansluitingen), een analyse van de risico’s en de toegepaste oplossing daarvoor, de conformiteitsverklaringen van alle fabrikanten voor alle gebruikte inrichtingen (gebruik voor TUB3500 de bijgevoegde CE-Conformiteitsverklaring); kopie van de gebruiksaanwijzingen en het onderhoudsplan van de automatisering. 2. Breng een plaatje op de deur aan met daarop tenminste de volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijk voor de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE”-keurmerk. 3. Breng op de deur een niet te verwijderen etiket of plaatje aan waarop de handelingen zijn aangegeven voor het ontgrendelen en handmatig bewegen van de poort 4. Stel de conformiteitsverklaring voor de automatisering op en geef deze aan de eigenaar van de automatisering. 5. Maak de handleiding “Aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering” en geef deze aan de eigenaar van de automatisering. 6. Maak een onderhoudsplan (met daarin de voorschriften voor het onderhoud van alle inrichtingen van de automatisering) en geef dit aan de eigenaar van de automatisering 7. Informeer vóór de inbedrijfstelling van de automatisering de eigenaar uitvoerig en schriftelijk (bijvoorbeeld in de handleiding met aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering) over de nog aanwezige gevaren en risico’s. 67 6) Onderhoud en afvalverwerking In dit hoofdstuk vindt u de benodigde informatie voor uitvoering van het onderhoudsplan en de afvalverwerking van TUB3500. 6.1) Onderhoud Om de veiligheid op een constant niveau te houden en een zo lang mogelijke levensduur van de gehele automatisering te waarborgen is regelmatig onderhoud vereist. ! Het onderhoud moet uitgevoerd worden met volledige inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze handleiding en volgens de van kracht zijnde wettelijke voorschriften en regelgeving. Volg voor de andere inrichtingen die niet tot de TUB3500 behoren de aanwijzingen van het desbetreffende onderhoudsplan daarvoor. 1. Voor TUB3500 is een geprogrammeerde onderhoudsbeurt vereist die tenminste binnen 6 maanden of 3000 manoeuvres na de vorige onderhoudsbeurt uitgevoerd moet worden. 2. Koppel alle bronnen van elektrische stroomvoorziening los. 3. Controleer alle materialen waaruit de automatisering bestaat op kwaliteitsvermindering en let daarbij met name op aantasting of roestvorming van de structurele delen; vervang die delen welke onvoldoende garantie bieden. 4. Controleer de staat van slijtage van alle bewegende delen: rondsel, tandheugel en alle delen van de vleugel; vervang de versleten onderdelen. 5. Sluit de elektrische stroomvoorziening weer aan en voer alle test en controles uit zoals die in paragraaf “5.1 Opleveringstest” voorzien zijn. 6.2) Afvalverwerking TUB3500 bestaat uit verschillende soorten materiaal, waarvan sommige hergebruikt kunnen worden (aluminium, kunststof, elektriciteitskabels); voor andere is afvalverwerking vereist. ! Sommige elektronische componenten evenals de batterijen zouden vervuilende stoffen kunnen bevatten. Laat ze niet in het milieu achter. Stel u op de hoogte van de recyclingsystemen of afvalverwerking en houd u daarbij aan de plaatselijk geldende voorschriften. 2. Demonteer alle inrichtingen en accessoires, waarbij u de procedure in omgekeerde volgorde volgt ten opzichte van die welke in hoofdstuk “3 Installatie” beschreven is 3. Scheid voor zover mogelijk die onderdelen die hergebruikt of verwerkt kunnen of moeten worden, zoals bijvoorbeeld de metalen delen van de kunststof delen, elektronische kaarten, etc. 4. Sorteer de diverse elektrische en recycleerbare materialen en geef deze aan bedrijven die zich met het hergebruik en de afvalverwerking daarvan bezighouden. 1. Koppel alle bronnen van elektrische stroomvoorziening voor de automatisering los. 7) Technische gegevens Teneinde haar producten steeds meer te perfectioneren behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming echter gehandhaafd blijven. N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (±5%) Technische gegevens: TUB3500 Typologie Rondsel Maximaal koppel bij de start Nominaal koppel Snelheid bij nominaal koppel Maximaal aantal werkingscycli Maximumduur continue werking Gebruikslimieten Elektromechanische reductiemotor zelfremmend voor de automatische manoeuvre van schuifpoorten voor industriële toepassing compleet met elektronische besturingskast Z= 18; Module=6; Breedte=18.8; Flankdiameter =108mm 418Nm; overeenkomende met de capaciteit een vleugel in beweging te laten komen waarvan de statische wrijving een weerstand ontwikkelt tot 7740N 190Nm; overeenkomende met de capaciteit een vleugel te laten bewegen als deze eenmaal loopt waarvan de dynamische wrijving een weerstand ontwikkelt tot 3520N 0,167m/s (10m/min) 200 cycli/dag 30 minuten (de besturingseenheid voorziet in een continue werking van 120 seconden die in een andere werkingsduur van maximaal 210 seconden veranderd kan worden). Over het algemeen kunt u met TUB3500 poorten met een maximumgewicht van 3500 kg en een maximumlengte van 30 m te automatiseren. Driefasen 400Vac +/-10%; 50Hz. 550 W 1 (veiligheidsaarding is noodzakelijk) -20°C ÷ 50°C Stroomvoorziening Maximaal geabsorbeerd vermogen Isoleringsklasse Bedrijfstemperatuur Gebruik in bijzonder zure of zoute omgeving of met mogelijk ontploffingsgevaar Nee Beveiligingsklasse IP 44 Afmetingen en gewicht 580X480X240; 60 kg Andere technische gegevens vindt u in de aanwijzingen voor de besturingseenheid A500 68 Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor TUB3500 Proficiat met de keuze van een product Nice voor uw automatisering! Nice S.p.a. produceert componenten voor het automatiseren van poorten, deuren, rolpoorten, rolluiken en zonwering: reductiemotors, besturingseenheden, afstandsbedieningen, waarschuwingslichten, fotocellen en accessoires. Nice gebruikt uitsluitend kwaliteitsmateriaal en -bewerkingen, en geroepen als zij zich voelt, zoekt ze naar vernieuwende oplossingen die haar apparaten - verzorgd in de technische esthetische en ergonomische aspecten - zo gebruiksvriendelijk mogelijk maakt: in het uitgebreide programma van Nice zal uw installateur ongetwijfeld dat product uitgekozen hebben dat het meest aan uw eisen beantwoordt. Nice is echter niet de fabrikant van uw automatiseringsinstallatie, die daarentegen het resultaat is van analyse, evaluatie, keuze van materialen, en het aanleggen daarvan door uw vertrouwensinstallateur. Elke automatisering is uniek en alleen uw installateur bezit de ervaring en het vakmanschap dat nodig is om een installatie volgens uw verlangens uit te voeren, veilig en betrouwbaar in de tijd, en vooral volgens de regelen der kunst, dat wil zeggen conform de geldende voorschriften. Een automatiseringsinstallatie is een groot gemak, een waardevol veiligheidssysteem en kan met een beetje aandacht tot in lengte van dagen duren. Ook al beantwoordt de automatisering in uw bezit aan het in normen en wetten voorgeschreven veiligheidsniveau, dit sluit niet uit dat er een “restrisico” bestaat, dat wil zeggen de mogelijkheid dat er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, die gewoonlijk te wijten zijn aan onverantwoordelijk of zelfs verkeerd gebruik; hierom willen wij u enige adviezen geven hoe u met de automatisering dient om te gaan teneinde elk eventueel probleem te voorkomen: •Storingen: Zodra u constateert dat de automatiseringsinstallatie niet werkt zoals ze dat zou moeten doen, dient u de stroomtoevoer naar de installatie te onderbreken en haar handmatig te ontgrendelen. Probeer niet zelf te repareren, maar roep de hulp van uw vertrouwensinstallateur in: intussen kan de installatie werken als een niet geautomatiseerde toegang, wanneer u de reductiemotor op de hieronder beschreven manier ontgrendeld hebt. •Voordat u de automatisering voor de eerste maal gaat gebruiken, is het raadzaam u door de installateur te laten uitleggen waar de restrisico's ontstaan, en enkele minuten van uw tijd te besteden aan het lezen van deze handleiding met aanwijzingen en aanbevelingen voor de gebruiker die de installateur u overhandigd heeft. Bewaar deze handleiding voor eventuele toekomstige twijfels en geef haar aan een eventuele nieuwe eigenaar van de automatisering. •Afvalverwerking: Als de automatisering niet meer gebruikt kan worden, dient u zich ervan te vergewissen dat de sloop daarvan door gekwalificeerd personeel wordt uitgevoerd en dat het materiaal volgens de plaatselijk geldende voorschriften wordt hergebruikt of naar de afvalverwerking wordt gezonden. •Onderhoud: Zoals elke machine heeft uw installatie periodiek onderhoud nodig om haar zo lang mogelijk en geheel veilig te laten werken. Stel met uw installateur een onderhoudsplan met periodieke frequentie op; Nice raadt bij normaal gebruik bij een woning een onderhoudsbezoek om het half jaar aan, maar dit tijdsbestek kan variëren in functie van een meer of minder intensief gebruik. Alle controle-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. •Ook al bent u van mening dit te kunnen doen, breng geen wijzigingen aan de installatie en de programmerings- en afstellingsparameters van uw automatiseringsinstallatie aan: uw installateur is aansprakelijk. •De opleveringstest, de periodieke onderhoudswerkzaamheden en de eventuele reparatiewerkzaamheden dienen gedocumenteerd te worden door wie die uitvoert en de documenten dienen door de eigenaar van de installatie bewaard te worden. NL •Uw automatisering is een machine die getrouwelijk uw instructies opvolgt; onverantwoordelijk en oneigenlijk gebruik kan maken dat het een gevaarlijke machine wordt: laat de automatisering niet werken als er zich mensen, dieren of zaken binnen haar bereik bevinden. •Kinderen: een automatiseringsinstallatie biedt een hoge graad van veiligheid, doordat ze met haar beveiligingssystemen de manoeuvre bij aanwezigheid van mensen of zaken onderbreekt en altijd een voorspelbare en veilige activering garandeert. Het is in ieder geval verstandig kinderen te verbieden in de buurt van de installatie te spelen en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te houden om te voorkomen dat de installatie per ongeluk in werking komt: het is geen speelgoed! •In geval van defecten of stroomuitval: in afwachting van het bezoek van uw installateur, (of het terugkeren van de elektrische stroom als de installatie niet van bufferbatterijen voorzien is), mag de installatie gebruikt worden als elke andere niet-geautomatiseerde toegang. Hiertoe dient u de automatisering handmatig te ontgrendelen: aan deze handeling, die de enige is die de gebruiker van de automatisering mag uitvoeren, heeft Nice bijzonder veel aandacht besteed om u altijd een maximum aan gebruiksvriendelijkheid te garanderen, zonder dat u gereedschap moet gebruiken of fysieke kracht moet aanwenden. 69 Ontgrendeling en manoeuvre met de hand: voordat u deze handeling gaat uitvoeren dient u er aan te denken dat ontgrendeling alleen kan plaats vinden wanneer de vleugel stil staat. 1. Open de deur van TUB3500 met de meegeleverde sleutel van afbeelding 9. 2. Pak de inbussleutel en steek die in de as van afbeelding 10. 3. Draai de schroef die in de as zit helemaal vast, zoals op afbeelding 11 aangegeven is. 4. Verwijder de inbussleutel en sluit de deur van TUB3500 weer. 5. Beweeg de vleugel met de hand zoals op afbeelding 12 aangegeven is. 9 10 11 12 Voor vergrendeling: voer dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit In geval van storing dient u de automatisering zo snel mogelijk te laten repareren. Bent u tevreden? Indien u in uw huis nog een nieuwe automatiseringsinstallatie zou willen, kunt u zich, wanneer u zich tot dezelfde installateur en Nice wendt, van de adviezen van een specialist en de meest geavanceerde producten op de markt verzekeren. Het resultaat: een automatisering die het best functioneert en een maximale compatibiliteit met de andere automatiseringen heeft. Wij bedanken u voor het lezen van deze aanbevelingen, en wij hopen dat u veel plezier van uw nieuwe installatie zult hebben: wend u voor elke vraag, nu of in de toekomst, vol vertrouwen tot uw installateur. 70
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Nice Automation Tub de handleiding

Type
de handleiding