ProForm PFEVEX72916 de handleiding

Type
de handleiding
Modelnr. PFEVEX72916.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Sticker met
Serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder) of
neem contact op met de winkel waar
u dit product gekocht heeft wanneer
u nog vragen heeft of wanneer er
onderdelen ontbreken of beschadigd
zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2
PROFORM en IFIT zijn handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handelsmerk van Apple
Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google Inc. Het
woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie
worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen
en wordt onder licentie gebruikt.
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE TRAININGFIETS TE GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE ...........................................................Achterzijde
De hier afgebeelde waarschuwingssticker wordt meege-
leverd bij dit product. Bevestig de waarschuwingssticker
bovenop de Engelse waarschuwing op de aange-
geven locatie. Deze tekening toont de locatie van de
waarschuwingssticker. Bel, wanneer een sticker ont-
breekt of niet leesbaar is, het nummer op de voorkant
van deze handleiding en vraag om een gratis ver-
vangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Let op: De sticker wordt mogelijk niet op ware
grootte weergegeven.
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de trainingsfiets
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De trainingsfiets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de trainingsfiets door iemand
die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
5. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel, voor verhuur of institutui-
nele situatie.
6. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsfiets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
11. De trainingsfiets kan alleen gebruikt wor-
den door mensen die niet zwaarder zijn dan
125 kg.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
13. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
14. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
fiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
15. Met de trainingsfiets kan men niet freewhee-
len; de pedalen blijven ronddraaien totdat
het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid
op een gecontroleerde manier.
16. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het
oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en
af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op
uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
4
Hartslagmonitor
Zitting
Stelvoet
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Handvat
Knop van de Zitting
Houder voor de waterfles*
*Waterfles niet inbegrepen
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
 210 CSX-trainingsfiets. Fietsen is een
effectieve oefening voor het verbeteren van hart en
vaten, het opbouwen van uithoudingsvermogen en
het vormgeven aan het gehele lichaam. De 210 CSX
trainingsfiets heeft een indrukwekkend aantal moge-
lijkheden die ontwikkeld zijn om uw oefeningen thuis
effectiever en leuker te maken.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de trainingsfiets gebruikt.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt door-
gelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf
het productnummer en serienummer even op. De
plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke-
ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Lengte: 89 cm
Breedte: 58 cm
Gewicht: 28 kg
Tablethouder
VOORDAT U BEGINT
5
M8 x 18mm
Schroef (42)–8
M10 x 68mm
Schroef (44)–4
M4 x 12mm
Schroef (57)–2
M8 Borgmoer
(51)–4
#8 x 15mm
Schroef (13)–4
M4 x 16mm
Schroef (52)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
2. Als er zich verzendbeugels (niet afgebeeld)
aan de achterkant van het Onderstel (1)
bevinden, verwijdert u de schroeven van de
verzendbeugels en gooit u de schroeven en de
verzendbeugels weg.
Zoek naar de Achterste Stabilisator (3), welke
is voorzien van een Stelvoet (28) aan beide
kanten.
Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal
(niet afgebeeld) onder de achterkant van het
Onderstel (1).
Draai de Achterste Stabilisator (3) zoals op
de sticker afgebeeld. Bevestig de Achterste
Stabilisator aan het Onderstel (1) met twee
M10 x 68mm Schroeven (44).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal.
44
28
28
3
1
2
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
1
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
7
3. Als er zich verzendbeugels (niet afgebeeld) aan
de voorkant van het Onderstel (1) bevinden, ver-
wijdert u de schroeven van de verzendbeugels
en gooit u de schroeven en de verzendbeugels
weg.
Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal (niet
afgebeeld) onder de voorkant van het Onderstel
(1).
Draai de Voorste Stabilisator (2) zoals op de stic-
ker afgebeeld. Bevestig de Voorste Stabilisator
aan het Onderstel (1) met twee M10 x 68mm
Schroeven (44).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal.
4. Richt de Staander (4) zoals is afgebeeld.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (41). Bevestig de Staander (4)
aan het Onderstel (1) met vier M8 x 18mm
Schroeven (42); draai alle Schroeven aan en
draai ze vast.
Vind het draadband (A) in de Staander (4).
Bevestig de onderkant van de draadband aan
de Hoofddraad (41). Trek vervolgens aan de
bovenkant van de draadband tot de Hoofddraad
helemaal door de Staander loopt.
Tip: Om te voorkomen dat de Hoofddraad
(41) in de Staander (4) valt, zet u de
Hoofddraad vast met de draadband (A).
Steek het overschot aan Hoofddraad (41) in de
Staander (4).
4
44
1
2
4
3
42
41
42
1
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (41)
A
A
8
5. Richt de Achterste en Voorste Kap van de
Staander (19, 20) zoals afgebeeld .
Druk de Achterste en Voorste Kap van de
Staander (19, 20) samen rond de Staander
(4) en maak ze vast met twee M4 x 12mm
Schroeven (57).
Druk vervolgens de Achterste en Voorste Kap
van de Staander (19, 20) omlaag op de Linker
en Rechter Schermen (21, 22).
5
19
20
21, 22
57
57
4
6
14
42
42
6
4
6. Draai het Handvat (6) zoals afgebeeld.
Tip: Vermijd het afklemmen van het Draad
van de Hartslagsensor (14). Bevestig het
Handvat (6) aan de Staander (4) met vier M8 x
18mm Schroeven (42); draai alle Schroeven
aan en draai ze vast.
Vermijd het afklemmen van het
Draad van de Hartslagsensor (14)
42
9
Vermijd dat de draden
bekneld raken
8
5
52
41
14
4
8. Maak het draadband rond de Hoofddraad (41)
los en gooi weg.
Sluit terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (5) bij de Staander (4) houdt,
de Hoofddraad (41) en het Draad van de
Hartslagsensor (14) aan op de aansluitingen op
het Bedieningspaneel.
De connectoren op de Draden (41, 14) moe-
ten makkelijk in de aansluitingen glijden en
op hun plaats klikken. Indien een connector
niet makkelijk in een aansluiting glijdt, draait u de
connector en probeert u het opnieuw. Als u de
verbindingsstukken niet goed verbindt, kan
het Bedieningspaneel (5) beschadigd raken
als u de trainingsfiets gebruikt.
Stop het overmatige draad in de Staander (4).
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (5) aan de
Staander (4) met vier M4 x 16mm Schroeven
(52); draai alle Schroeven eerst aan en draai
ze daarna vast.
7
7. Het Bedieningspaneel (5) werkt met vier
D-batterijen (niet meegeleverd); alkalinebatte-
rijen worden aanbevolen. Gebruik geen oude
en nieuwe batterijen of alkaline, standaard en
oplaadbare batterijen samen. BELANGRIJK:
Als het Bedieningspaneel aan koude tempe-
raturen is blootgesteld geweest, laat deze
dan eerst op kamertemperatuur komen
voordat u er batterijen insteekt. Anders kunt
u de displays van het bedieningspaneel of
andere elektrische onderdelen beschadigen.
Verwijder de schroeven (B) en de batterijdeksels
(C), steek de batterijen in de batterijvakjes, en
maak de deksels weer vast. Zorg ervoor dat de
batterijen gedraaid worden zoals aangegeven
op de grafieken aan de binnenkant van de
batterijvakjes.
Bel met het telefoonnummer vermeld op
de kaft van deze handleiding om een opti-
onele stroomadapter aan te schaffen.
Gebruik alleen een door de fabrikant gele-
verde stroomadapter om schade aan het
Bedieningspaneel (5) te voorkomen. Steek
het ene uiteinde van de stroomadapter in de
aansluiting (D) in het aangegeven batterijvak;
leid de stroomadapter door de inkeping (E) in de
batterijdeksel. Steek dan de stroomadapter in
het juiste stopcontact dat goed is geïnstalleerd
volgens de lokale codes en verordeningen.
5
B
C
D
E
10
10
10
11
51
10. Maak de Zitting (11) aan het Buis van de Zitting
(10) vast met vier M8 Borgmoeren (51). Let op:
De Slotmoeren kunnen vooraf bevestigd zijn
aan de Zitting.
5
12
13
9
9. Bevestig vervolgens de Tablethouder (12) aan
de achterkant van het Bedieningspaneel (5) met
vier #8 x 15mm Schroeven (13).
11
12
29
G
H
12. Zoek naar het Rechter Pedaal (29).
Draai met gebruik van een instelbare sleutel het
Rechter Pedaal (29) naar rechts goed vast in
de Rechter Crankarm (60).
Draai het Linker Pedaal (niet afgebeeld )
stevig naar links in de Linker Crankarm
(niet afgebeeld ). BELANGRIJK: U moet het
Linker Pedaal naar links draaien om het te
bevestigen.
Stel vervolgens het riempje (G) op het Rechter
Pedaal (29) in de gewenste stand en druk het
uiteinde van het riempje op het lipje (H) op het
Rechter Pedaal. Stel het riempje op het Linker
Pedaal (niet afgebeeld) op dezelfde manier af.
13. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer niet te beschadigen.
11. Oriënteer de Buis van de Zitting (10) zoals
afgebeeld . Maak de Buisknop (18) een paar
slagen los en steek de Buis van de Zitting in het
Onderstel (1).
Schuif vervolgens de Buis van de Zitting (10)
naar boven of naar beneden in de gewenste
positie en laat de Buisknop (18) los in een
afstelgaten (F) in de Buis van de Zitting. Schuif
de Buis van de Zitting wat naar boven of
naar beneden om ervoor te zorgen dat de
Buisknop in een van de bijstelgaten is gesto-
ken. Maak vervolgens de Buisknop goed vast.
11
18
1
10
F
60
12
DE HOOGTE VAN DE ZITTING AFSTELLEN
Voor een effectieve oefening moet de zitting op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om de hoogte
van de Zitting af te
stellen, maakt u de
buisknop (A) een
paar slagen los.
Vervolgens trekt u
de buisknop eruit,
schuift u de buis
van de zitting naar
boven of naar bene-
den in de gewenste
positie en zet u de knop vast in een van de afstelga-
ten in de buis van de zitting. Schuif de buis van de
Zitting wat naar boven of naar beneden om ervoor
te zorgen dat de buisknop in een van de bijstelga-
ten is gestoken. Draai de knop vast.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Trek eerst de uitein-
den van de riempjes
(B) van de lipjes (C)
op de pedalen om
de pedaalriemen bij
te stellen. Stel dan
de riempjes bij in de
gewenste stand, en
druk de uiteinden van
de riempjes op de
lipjes.
DE TRAININGSFIETS WATERPAS STELLEN
Als de trainingsfiets
enigszins schommelt
tijdens het gebruik,
draai dan aan één of
beide stelvoeten (D)
onder de achterste
stabilisator tot de trai-
ningsfiets niet meer
schommelt.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onderste
rand van de tablet in
de houder om een
tablet in de tablethou-
der (E) te steken.
Zorg ervoor dat de
tablet stevig vastzit
in de tablethouder.
Doe deze handelin-
gen in omgekeerde
volgorde om de tablet
uit de tablethouder te
halen.
A
C
B
E
D
D
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN
13
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk
op de toets bijstellen wanneer de handmatige instel-
ling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het
bedieningspaneel zal tijdens het oefenen doorlopend
feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de handgreep met hartslag-
monitor of door middel van een compatibele borstkas
hartslagmonitor. Zie bladzijde 20 voor informatie
over het kopen van een borstkas hartslagmonitor.
U kunt ook uw tablet op het bedieningspaneel aanslui-
ten en een iFit
®
Bluetooth Tablet app gebruiken om uw
oefening-informatie vast te leggen en bij te houden.
Verlies ongewenste kilo´s met het progressieve
8-weken afvalprogramma. Iedere oefening van het
programma regelt automatisch de weerstand van de
pedalen terwijl u een doeltreffende oefening uitvoert.
Het bedieningspaneel kent ook een selectie aan
vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening verandert
automatisch de weerstand van de pedalen en zal u
aansporen uw fietssnelheid te behouden, terwijl u door
een effectieve oefensessie geleid wordt.
De watt-oefening past de weerstand van de peda-
len aan om uw watt-vermogen bij een doelniveau te
houden.
U kunt zelfs uw persoonlijke audiospeler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en naar
uw favoriete muziek of audioboeken luisteren terwijl u
oefent.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 14. Voor gebruik van een 8-weken durende
afvaloefening zie bladzijde 16. Om een vooraf inge-
stelde oefening te gebruiken, zie bladzijde 17. Voor
gebruik van een watts-oefening, zie bladzijde 19.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie blad-
zijde 20. Om uw tablet aan te sluiten op het
bedieningspaneel, zie bladzijde 20. Om uw hartslag-
monitor aan te sluiten op het bedieningspaneel, zie
bladzijde 21. Voor gebruik van de instellingenmo-
dus zie bladzijde 21.
Let op: Zorg ervoor voordat u het bedieningspaneel
gebruikt dat de batterijen goed zijn geinstalleerd (zie
montage stap 7 op bladzijde 9). Als er een laagje plas-
tic op het display ligt, moet u dat verwijderen.
Glock
EBPE72916
PFEVEX72916
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
14
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
trappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het apparaat aan zet, zullen de displays
aangaan, zal een geluid te horen en is het bedie-
ningspaneel klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedienings-
paneel aanzet zal de hand-
matige instelling automatisch
gekozen worden.
Selecteer opnieuw de
handmatige modus door te
drukken op de toets Manual
(handmatig) als u een oefe-
ning heeft gekozen.
3. Begin te trappen en verander desgewenst de
weerstand van de pedalen.
Verander tijdens het trap-
pen de weerstand van de
pedalen door op de toena-
metoets en de afnametoets
Resistance (weerstand) te
drukken.
Let op: Wanneer u de toetsen indrukt, duurt het
even voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
De snelheidsmeter: Deze
display toont een visuele
weergave van uw trapsnel-
heid. Er zullen balkjes op de
snelheidsmeter verschijnen
of verdwijnen wanneer u uw
trapsnelheid verhoogt of verlaagt.
Let op: Tijdens een vooraf ingestelde oefening
geeft dit scherm een doelsnelheidszone aan voor
ieder segment van de oefening.
De bovenste display: Deze
display toont uw trapsnel-
heid in rotaties per minuut
(RPM) en uw tempo in watt.
De display zal iedere paar
seconden veranderen.
Deze display toont ook het weerstandsniveau van
de trappers gedurende enkele seconden telkens
wanneer het weerstandsniveau verandert.
Deze display toont uw
hartslag (BPM) als u de hart-
slagmonitor met handgreep
gebruikt of een geschikte
hartslagmonitor (zie stap 5).
De middelste display: Deze
display toont de afstand
(Dist.) die u heeft gefietst
in mijlen of kilometer en de
verstreken tijd. De display
zal iedere paar seconden
veranderen.
Let op: Tijdens een vooraf ingestelde oefening, zal
het display de resterende tijd in de oefening weer-
geven in plaats van de verstreken tijd.
De onderste display: Deze
display toont uw fietssnelheid
in mijlen per uur of kilometer
per uur en het geschatte
aantal calorieën (Cals.) dat
u heeft verbrand. De display
zal iedere paar seconden veranderen.
15
Om het volume van het
bedieningspaneel te wijzigen,
drukt u op de toenametoets
en afnametoets volume.
Stop met het trappen om het bedieningspaneel
tot stilstand te brengen. Wanneer het bedienings-
paneel wordt stilgezet, stopt de display. Om met
uw oefening door te gaan, begin gewoon weer te
trappen.
Druk op de toets On/Reset (aan/resetten) om de
displays op nul te resetten.
Let op: Het bedieningspaneel kan de gestapte
snelheid en afstand in mijlen of kilometers aange-
ven. Zie DE INSTELLINGMODUS op bladzijde 21
om van eenheid te wisselen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep met
hartslagmonitor of door middel van de bijbeho-
rende borstkas hartslagmonitor. Zie bladzijde
20 voor informatie over het kopen van een
optionele borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 21.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes plastic
op de metalen con-
tactpunten (A) van de
handgreep met hart-
slagmonitor zitten,
verwijder die dan.
Zorg er ook voor dat
uw handen schoon
zijn. Om uw hartslag te
meten, houd uw handen
op de hartslagmonitor
met de palmen van uw
hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg uw
handen niet en houd de contacten niet te stevig
vast.
Een hartsymbooltje zal, wanneer uw hartslag
gemeten kan worden, in de bovenste display knip-
peren en dan zal uw hartslag aangegeven worden.
Voor een correcte hartslagmeting, houdt u de
contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet weergegeven wordt, zorg er
dan voor dat u uw handen geplaatst zijn zoals
beschreven. Zorg ervoor dat u uw handen niet te
veel beweegt of houd de contacten niet te stevig
vast. Voor de beste werking maakt u de contact-
punten schoon met een zachte doek; gebruik
nooit alcohol, schuur- of chemische middelen
om de contactpunten schoon te maken.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft hoge en
lage snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk op de
toename- en afnametoetsen
van de ventilator om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan-
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet
bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een serie geluidjes te horen, zal het bedienings-
paneel pauzeren en zal de tijd op het display
knipperen.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe-
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zullen de
displays zich resetten.
A
16
HET GEBRUIKEN VAN EEN 8-WEKEN DURENDE
AFVALOEFENING
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
trappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het apparaat aan zet, zullen de displays
aangaan, zal een geluid te horen en is het bedie-
ningspaneel klaar voor gebruik.
2. Selecteer de gewenste week van het
programma.
Voor het selecteren van
de gewenste week van het
programma, drukt u her-
haaldelijk op de toets Select
Week (selecteer week)
tot het nummer van de
gewenste week verschijnt in de display.
3. Selecteer de gewenste dag van het programma.
Er zijn driedagoefeningen
voor elke week van het
programma. Voor het selec-
teren van de gewenste dag
van het programma, drukt
u herhaaldelijk op de toets
Select Day (selecteer dag) tot het nummer van de
gewenste dag verschijnt in de onderste display.
De duur van de oefening zal dan op de middelste
display verschijnen.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start en begin met fietsen om de
oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1 minuut-segmenten.
Een weerstandsniveau en een na te streven
snelheid zijn voor elk segment geprogrammeerd.
Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doel-
temponiveau programmeren voor opeenvolgende
segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Het weer-
standsniveau voor het volgende segment zal een
paar seconden lang op de bovenste display ver-
schijnen om u te waarschuwen. De weerstand van
de pedalen zal dan veranderen.
De snelheidsmeter
(B) toont twee knip-
perende balkjes die
de doelsnelheidszone
voor dat segment
vertegenwoordigen;
de doelsnelheidszone
omvat een reeks snel-
heden die zich binnen een aantal RPM’s van de
doelsnelheid van het segment bevinden. De niet
knipperende balkjes vertegenwoordigen uw feite-
lijke trapsnelheid.
Als u traint, dient u uw trapsnelheid binnen de
doelsnelheidszone te houden voor het huidige seg-
ment door uw trapsnelheid te verhogen of verlagen
of door het verhogen of verlagen van de weerstand
van de pedalen.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Zorg ervoor dat u
op een tempo stapt en een weerstandsniveau
hebt dat aangenaam voor u is.
B
17
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instel-
ling handmatig veranderen door op de toetsen
Resistance (weerstand) drukken. BELANGRIJK:
De pedalen zullen, wanneer het huidig segment
van de oefening eindigt, automatisch aan de
geprogrammeerde weerstandsinstelling van het
volgend segment aangepast worden.
Als u enkele seconden lang stopt met trappen, dan
zal een serie tonen te horen zijn en zal de oefening
stilvallen.
Begin gewoon weer te trappen om de oefening
opnieuw te starten. De oefening zal zo doorgaan
totdat het laatste segment van de oefening is
voltooid.
5. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 14.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 15.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 15.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 15.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
trappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het apparaat aan zet, zullen de displays
aangaan, zal een geluid te horen en is het bedie-
ningspaneel klaar voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Druk, om een vooraf inge-
stelde oefening te kiezen,
herhaaldelijk op de toets Wt.
Loss (gewichtsverlies) of
op de toets Intensity (inten-
siteit) tot het nummer van
de gewenste oefening in de
onderste display verschijnt. De duur van de oefe-
ning zal dan op de middelste display verschijnen.
3. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1 minuut-segmenten.
Een weerstandsniveau en een na te streven
snelheid zijn voor elk segment geprogrammeerd.
Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doel-
temponiveau programmeren voor opeenvolgende
segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Het weer-
standsniveau voor het volgende segment zal een
paar seconden lang op de bovenste display ver-
schijnen om u te waarschuwen. De weerstand van
de pedalen zal dan veranderen.
De snelheidsmeter
(B) toont twee knip-
perende balkjes die
de doelsnelheidszone
voor dat segment
vertegenwoordigen;
de doelsnelheidszone
omvat een reeks snel-
heden die zich binnen een aantal RPM’s van de
doelsnelheid van het segment bevinden. De niet
knipperende balkjes vertegenwoordigen uw feite-
lijke trapsnelheid.
B
18
Als u traint, dient u uw trapsnelheid binnen de
doelsnelheidszone te houden voor het huidige seg-
ment door uw trapsnelheid te verhogen of verlagen
of door het verhogen of verlagen van de weerstand
van de pedalen.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Zorg ervoor dat u
op een tempo stapt en een weerstandsniveau
hebt dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instel-
ling handmatig veranderen door op de toetsen
Resistance (weerstand) drukken. BELANGRIJK:
De pedalen zullen, wanneer het huidig segment
van de oefening eindigt, automatisch aan de
geprogrammeerde weerstandsinstelling van het
volgend segment aangepast worden.
Als u enkele seconden lang stopt met trappen, dan
zal een serie tonen te horen zijn en zal de oefening
stilvallen.
Begin gewoon weer te trappen om de oefening
opnieuw te starten. De oefening zal zo doorgaan
totdat het laatste segment van de oefening is
voltooid.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 14.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 15.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 15.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 15.
19
EEN WATT-OEFENING GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
trappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het apparaat aan zet, zullen de displays
aangaan, zal een geluid te horen en is het bedie-
ningspaneel klaar voor gebruik.
2. Selecteer de watt-oefening.
Voor het selecteren van
de watt-oefening, drukt u
herhaaldelijk op de toets
Wt. Loss (gewichtsverlies)
tot u bij de laatste oefening
in het menu komt. De naam
van de watt-oefening en de
doelwatt-instelling voor de
oefening verschijnt in de
displays.
3. Voer een doelwattinstelling in.
Druk op de toename- of
afnametoetsen Resistance
(weerstand) om een doel-
watt-instelling in te voeren.
4. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening
regelmatig uw wattvermogen vergelijken met de
doelwatt-instelling.
Als u trapt dient u uw wattvermogen in de buurt van
de doelwatt-instelling te houden door uw trapsnel-
heid aan te passen.
De weerstand van de pedalen zal, wanneer uw
watt-vermogen veel te laag of boven uw doel-
watt-instelling ligt, automatisch toenemen of
afnemen om uw watt-vermogen in lijn te brengen
met uw doelwatt-instelling.
Druk op de toename- of afnametoetsen
Resistance (weerstand) om de doelwatt-
instelling op elk mogelijk moment tijdens de
oefening te wijzigen.
De oefening zal zo door blijven gaan. Stop met
trappen om het bedieningspaneel tot stilstand te
brengen. Als het bedieningspaneel wordt gepau-
zeerd, zal de tijd zal op de display knipperen. Om
met uw oefening door te gaan, begin gewoon weer
te trappen.
5. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 14.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 15.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 15.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 15.
20
HET GELUIDSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het
volume aan met de toename-
en afnametoetsen Volume op
het bedieningspaneel of de
volumeregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas hartslagmoni-
tor zie de kaft van de deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
HOE UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH-
verbindingen naar tablets via de iFit Bluetooth app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere
BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit Bluetooth Tablet
app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit Bluetooth Tablet app, en installeer dan
de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de optie
BLUETOOTH op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit Bluetooth Tablet app en volg de
instructies om een iFit-account aan te maken en
instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart-
slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten.
Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP
HET BEDIENINGSPANEEL hieronder.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync button op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit Bluetooth
Tablet app om uw tablet op het bedieningspaneel
aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
4. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app
om uw oefeninginformatie vast te leggen en bij te
houden.
21
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit Bluetooth Tablet app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel
om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer
van het bedieningspaneel zal in het display verschij-
nen. Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hart-
slagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel
bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding
maken met de hartslagmonitor met het sterkste
signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft een instellingenmodus
zodat u een meeteenheid voor het bedieningspaneel
kunt kiezen en om de gebruikersinformatie van het
bedieningspaneel te kunnen bekijken.
Houd de toets On/Reset (aan/resetten) een paar
seconden ingedrukt om de instellingenmodus te
selecteren, tot de instellingenmodus op het scherm
verschijnt.
Het bedieningspaneel kan de
gestapte snelheid en afstand in
mijlen of kilometers aangeven.
De bovenste display zal de geko-
zen meeteenheid aangeven. Er
verschijnt een E voor Engelse
mijlen of een M voor metrische kilometers op de
display. Druk herhaaldelijk op de toets Intensity (inten-
siteit) om de meeteenheid te wijzigen.
Let op: U moet wanneer u de batterijen vervangt
opnieuw een eenheid kiezen.
Druk op de toets Wt. Loss
(gewichtsverlies) om de totale
afstand en de totale tijd te zien.
De middelste display zal de
totale tijd (in uren) aangeven dat
het bedieningspaneel sinds de
aankoop van de trainingsfiets in
gebruik is. De onderste display zal de totale afstand (in
mijlen of kilometers) op de trainingsfiets aangeven.
Druk herhaaldelijk op de toets Wt. Loss (gewichtsver-
lies) om de instellingenmodus te verlaten.
22
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer-
king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de trainingsfiets en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de oefenfiets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
De meeste problemen met het bedieningspaneel
ontstaan door lege batterijen. Zie montage stap 7 op
bladzijde 9 om de batterijen te vervangen.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont wan-
neer u de handgreep hartslagmonitor gebruikt, zie stap
5 op bladzijde 15.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
U moet eerst de onderdelen verwijderen die hieronder
staan beschreven om de snelheidssensor bij te stellen.
Zie stap 5 op bladzijde 8. Gebruik een standaard
schroevendraaier om de lipjes langs de rand aan de
onderkant van de Achterste en Voorste Kap van de
Staander (19, 20) los te maken, verwijder de twee M4
x 12mm Schroeven (57) en verwijder de Achterste en
Voorste Kappen van de Staander.
Zoek naar de Snelheidssensor (35). Draai aan een
Crankarm (60) totdat de Magneet (39) op gelijke
hoogte komt met de Snelheidsensor. Draai de twee
aangegeven M4.5 x 12mm Flensschroeven (36) wat
los. Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of
verder van de Magneet. Maak de Flensschroeven weer
vast.
Draai de Crankarm (60) zodat de Magneet (39) meer-
dere keren langs de Snelheidssensor (35) schuift.
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel de
juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u
de onderdelen die u heeft verwijderd weer vast.
36
35
39
60
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
23
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
De drijfriem moeten bijgesteld worden wanneer de
pedalen slippen tijdens het trappen, ook wanneer de
weerstand tot de hoogste stand is ingesteld.
U moet eerst de onderdelen verwijderen die hieronder
staan beschreven om de aandrijfriem bij te stellen.
Om de Buis van de Zitting (10) te verwijderen, draait
u de Buisknop (18) een paar draaien los, trekt u de
Buisknop naar buiten en verwijdert u de Buis van de
Zitting. Verwijder vervolgens de Buisknop met een
instelbare sleutel.
Maak met een standaard schroevendraaier de lipjes
los langs de onderrand van de Buiskap (16) en verwij-
der deze dan. Draai met gebruik van een instelbare
sleutel het Rechter Pedaal (29) naar links en haal eraf.
Maak met een standaard schroevendraaier de lipjes
los langs de rand van de rechter Toegangsschijf (24)
en verwijder het van het Rechter Scherm (22).
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING op bladzijde
27. Zoek de Linker en Rechter Schermen (21, 22).
Verwijder vervolgens alle schroeven van de linker en
rechter Schermen; er zijn twee maten schroeven in
de Schermen—let op welke maat schroef u ver-
wijdert uit welk gat. Verwijder dan voorzichtig het
Rechterscherm.
Maak vervolgens de M6 x 20mm Inbusschroef (47) los.
Draai vervolgens de Schroef van het Tussenweil (45)
vast totdat de Aandrijfriem (15) strak staat.
Als de Aandrijfriem (15) vastzit, draait u de M6 x 20mm
Inbusschroef aan (47).
Bevestig vervolgens weer de onderdelen die u heeft
verwijderd.
18
10
29
22
24
16
15
45
47
24
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
25
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts afgebeeld . Beweeg langzaam bij het
strekken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
26
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Bedieningspaneel
6 1 Handvat
7 2 Hartslagsensor
8 2 Kap van het Handvat
9 1 Waterfleshouder
10 1 Buis van de Zitting
11 1 Zitting
12 1 Tablethouder
13 4 #8 x 15mm Schroef
14 1 Draad voor de Hartslagsensor
15 1 Aandrijfriem
16 1 Buiskap
17 1 Koker van de Buis
18 1 Buisknop
19 1 Achterste Kap van de Staander
20 1 Voorste Kap van de Staander
21 1 Linker Scherm
22 1 Rechter Scherm
23 5 Boomsnelbinder
24 2 Toegangsschijf
25 2 Kapje van de Crankarm
26 2 Achterste Kap van de Stabilisator
27 2 Wielkap
28 2 Stelvoet
29 1 Rechterpedaal/Riem
30 1 Linker Pedaal/Riem
31 1 Eddymechanisme
32 1 Tussenwiel
33 1 Weerstandmotor
34 1 Weerstandkabel
35 1 Snelheidssensor/Draad
36 2 M4.5 x 12mm Flensschroef
37 1 Klem
38 2 Cranklager
39 2 Magneet
40 1 Katrol
41 1 Hoofddraad
42 8 M8 x 18mm Schroef
43 2 Klip
44 4 M10 x 68mm Schroef
45 1 Schroef van het Tussenwiel
46 1 M6 x 20mm Hechtschroef
47 1 M6 x 20mm Inbusschroef
48 1 M6 Tussenring
49 2 M10 Tussenring
50 2 M10 Dunne Borgmoer
51 8 M8 Borgmoer
52 10 M4 x 16mm Schroef
53 6 M3 x 12mm Schroef
54 3 M4 x 25mm Schroef
55 5 M4 x 12mm Flensschroef
56 1 M8 x 32mm Schroef
57 2 M4 x 12mm Schroef
58 2 M4 x 22mm Schroef
59 2 Paddestoelbinder
60 1 Rechter Crankarm
61 1 Linker Crankarm
62 2 Borgring
63 2 Crankkap
64 2 M8 Flensschroef
65 4 M8 x 18mm Bout
66 1 Crank
* Gebruikershandleiding
* Gereedschap voor het Monteren
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr PFEVEX72916.0 R1116A
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie de achter-
kant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet
afgebeeld .
27
59
23
23
23
59
10
12
11
13
51
1
3
6
8
14
15
5
2
4
7
7
9
16
18
19
17
20
21
26
26
28
30
32
25
22
24
24
27
27
31
34
62
61
63
36
55
38
62
38
39
63
60
64
65
51
51
65
66
39
33
35
37
40
41
43
46
48
50
50
56
58
52
52
52
52
57
57
45
42
42
42
42
44
44
47
49
49
54
52
54
55
25
53
53
29
64
GEDETAILLEERDE TEKENING
Modelnr PFEVEX72916.0 R1116A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 381593 R1116A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEVEX72916 de handleiding

Type
de handleiding