ProForm PFEVEX74016 de handleiding

Type
de handleiding
Modelnr. PFEVEX74016.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Sticker met
Serienummer
2
PROFORM is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc. IFIT is een geregistreerd handels-
merk van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en
andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en
de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een
handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt onder licentie
gebruikt.
De hier afgebeelde waarschuwingssticker wordt meegeleverd
bij dit product. Bevestig de waarschuwingssticker bovenop
de Engelse waarschuwing op de aangegeven locatie. Deze
tekening toont de locatie van de waarschuwingssticker. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de voorkant van deze handleiding en vraag
om een gratis vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De sticker wordt mogelijk niet op
ware grootte weergegeven.
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN ....................................................14
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de trainingsfiets
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De trainingsfiets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de trainingsfiets door iemand
die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
5. Deze trainingsfiets is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsfiets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
11. De trainingsfiets kan alleen gebruikt wor-
den door mensen die niet zwaarder zijn dan
130 kg.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
13. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
14. Houd uw rug tijdens het gebruik van de trai-
ningsfiets altijd recht. Krom uw rug niet.
15. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het
oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en
af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op
uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
4
Hartslagmonitor
Tablethouder
Zadel
Knop van het Zadel
Hendel
Stelvoet
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Handvat
Ventilator
Knop van de Buis van
het Zadel
Accessoireshouder
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
PROFORM
®
 225 CSX-trainingsfiets. Fietsen is een
effectieve oefening voor het verbeteren van het hart-
en vaatstelsel het opbouwen van uithoudingsvermogen
en het vormgeven aan het gehele lichaam. De 225
CSX trainingsfiets heeft een indrukwekkend aantal
mogelijkheden die ontwikkeld zijn om uw oefeningen
thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienum-
mer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Lengte: 99 cm
Breedte: 53 cm
Gewicht: 30 kg
VOORDAT U BEGINT
5
M4 x 16mm
Schroef (2)–7
M8 Borgmoer
(17)–2
M8 x 58mm Bout
(24)–2
M8 x 70mm Schroef
(46)–4
M8 x 20mm
Schroef (29)–4
#8 x 5/8"
Schroef (8)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een standaard schroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
7
2. Verwijder met een standaard schroevendraaier
de Kap van het Scherm (26) van de Linker- en
Rechterschermen (37, 58).
Als er zich een verzendhuls (niet afgebeeld) aan
de achterkant van het Onderstel (50) bevinden,
verwijdert u de schroeven van de verzendhuls
en gooit u de schroeven en de verzendhuls weg.
Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal
onder de achterkant van het Onderstel (50). Laat
de tweede persoon het Onderstel vasthouden
om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u
deze stap voltooit.
Zoek de Achterste Stabilisator (44) met een
handvat.
Maak de Achterste Stabilisator (44) aan het
Onderstel (50) vast met twee M8 x 70mm
Schroeven (46).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van de onderkant van het Onderstel (50).
2
44
26
37, 58
46
50
3. Als er zich een verzendhuls (niet afgebeeld) aan
de voorkant van het Onderstel (50) bevinden,
verwijdert u de schroeven van de verzendhuls
en gooit u de schroeven en de verzendhuls weg.
Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal
onder de voorkant van het Onderstel (50).
Maak de Voorste Stabilisator (63) aan het
Onderstel (50) vast met twee M8 x 70mm
Schroeven (46).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van onder de voorkant van het Onderstel (50).
3
63
46
50
8
4
5. Houd de Buis van het Zadel (18) bij het
Onderstel (50) en plaats de Bus van de Buis
van het Zadel (21) zo, dat de vergrendelingslip
(A) het ovale gat (B) in de Buis van het Zadel
bedekt.
Laat een tweede persoon de Knop van de Buis
van het Zadel (28) een paar draaien los maken
en naar buiten trekken.
Plaats de Buis van het Zadel (18) en de Bus van
de Buis van het Zadel (21) in het Onderstel (50)
tot de vergrendelingslip (A) in het aangegeven
gat (C) in het Onderstel klikt.
Schuif vervolgens de Buis van het Zadel (18)
naar boven of naar beneden in de gewenste
positie en laat de Knop van de Buis van het
Zadel (28) los in een afstelgat (D) in de Buis van
het Zadel. Maak vervolgens de Knop van de
Buis van het Zadel vast.
Beweeg de Buis van het Zadel (18) iets naar
boven of naar beneden om te controleren of
de Knop van de Buis van het Zadel (28) ste-
vig in een van de afstelgaten (D) vastzit.
D
A
B
5
15
14
19
18
18
28
50
21
4. Plaats de Drager van het Zadel (15) op de Buis
van het Zadel (18) en houd deze op zijn plaats.
Steek de Knop van het Zadel (19) omhoog in de
Buis van het Zadel (18) en maak de Knop van
het Zadel vast in de Beugel van het Zadel (14) in
de Drager van het Zadel (15).
C
9
6
27
Vermijd het afklemmen
van de Hoofddraad (25)
25
29
7
6. Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (25). Richt de Staander (27) zoals
getoond en houd het tegen het Onderstel (50).
Bevestig de Staander (27) met vier M8 x 20mm
Schroeven (29); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
7. Zoek de onderkant van het draadband (E) in
de Staander (27). Verbind de draadband met
de Hoofddraad (25). Trek vervolgens aan de
bovenkant van het draadband tot de Hoofddraad
helemaal door de Staander en uit het aangege-
ven gat (F) loopt.
Tip: Om te voorkomen dat de Hoofddraad
(25) in de Staander (27) valt, zet u de
Hoofddraad vast met de draadband (E).
27
25
E
E
50
F
10
8
9
26
37, 58
9. Richt de Kap van het Bedieningspaneel (3) zoals
afgebeeld en schuif het op de Staander (27).
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (25). Steek het Handvat (4) in de
Staander (27).
Bevestig het Handvat (4) vast met twee M8 x
58mm Bouten (24) en twee M8 Borgmoeren
(17). Zorg dat de Borgmoeren in de zeshoe-
kige gaten (G) zitten.
8. Richt vervolgens de Kap van het Scherm (26)
zoals is afgebeeld en duw deze op de Linker- en
Rechterschermen (37, 58).
24
24
17
17
25
G
3
27
4
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (25)
11
10
25
H
23
7
7
4
11
3
2
4
12
10. Maak het draadband rond de Hoofddraad (25)
los en gooi weg. Leid de Hoofddraad door het
Handvat (4) zoals getoond.
Terwijl een tweede persoon het Bediening-
spaneel (7) bij het Handvat (4) vasthoudt, sluit
u de draden (H) van het Bedieningspaneel aan
op de Hoofddraad (25) en op de Draad voor de
Hartslagsensoren (23).
Steek het overschot aan draad in het Handvat (4).
11. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (7) aan het
Handvat (4) met vier M4 x 16mm Schroeven (2);
draai alle Schroeven eerst aan en draai ze
daarna vast.
2
7
4
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
12. Schuif de Kap van het Bedieningspaneel (3)
omhoog tegen het Handvat (4). Bevestig de Kap
van het Bedieningspaneel aan het Handvat en
het Bedieningspaneel (7) met vier M4 x 16mm
Schroeven (2); draai alle Schroeven eerst aan
en draai ze daarna vast.
12
32
60
14
14. Zoek naar het Rechterpedaal (60).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechterpedaal (60) naar rechts goed vast in de
Rechtercrankarm (59).
Draai het Linkerpedaal (32) stevig naar
links in de Linkercrankarm (niet afgebeeld).
BELANGRIJK: U moet het Linkerpedaal naar
links draaien om het te bevestigen.
Stel de riem van het Rechterpedaal (60) in de
gewenste stand af en druk het uiteinde van de
riem (I) op de lipjes (J) van het Rechterpedaal.
Stel de beugel van het Linkerpedaal op
dezelfde manier af (niet afgebeeld).
J
I
59
7
8
1
13. Bevestig de Tablethouder (1) aan het
Bedieningspaneel (7) met vier #8 x 5/8"
Schroeven (8); draai alle Schroeven eerst aan
en draai ze daarna vast.
13
13
30
15. Steek de Stroomadapter (30) in de aansluiting
op het onderstel van de trainingsfiets.
Let op: Om de Stroomadapter (30) in een stop-
contact te gebruiken, zie DE STROOMADAPTER
IN TE STEKEN op bladzijde 14.
16. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Plaats een matje onder de trainingsfiets om de vloer of het tapijt te beschermen.
15
14
DE STROOMADAPTER IN TE STEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsfiets
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
deze tot kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de
stroomadapter
in de aansluiting
die zich op het
onderstel van
de trainings-
fiets bevindt.
Plaats, indien
nodig de juiste
stroomadapter
in het stopcon-
tact. Steek dan
de stroomadapter in het juiste stopcontact dat
goed is geïnstalleerd volgens de lokale codes en
verordeningen.
DE TRAININGSFIETS WATERPAS STELLEN
Draai, wanneer
de trainingsfiets
tijdens het gebruik
wat wiebelt, aan
één of aan beide
stelvoeten onder
de achterste sta-
bilisator totdat het
toestel niet meer
wiebelt.
DE HOOGTE VAN HET ZADEL AFSTELLEN
Voor een effectieve oefening moet het zadel op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Draai eerst de
knop van de buis
van het zadel een
paar slagen los
en trek deze naar
buiten om het
zadel bij te stellen.
Schuif vervolgens
de buis van het
zadel naar boven
of naar beneden
tot de gewenste
stand en laat de
knop van de buis
van het zadel weer los in een bijstelgat in de buis van
het zadel. Draai dan de knop van de buis van het zadel
vast. Schuif de buis van het zadel wat naar boven
of naar beneden om ervoor te zorgen dat de knop
van de buis van het zadel in een van de bijstelga-
ten is gestoken.
DE HORIZONTALE STAND VAN HET ZADEL
AFSTELLEN
Draai om de
horizontale stand
van het zadel bij
te stellen, de knop
van het zadel een
paar slagen los,
schuif het zadel
naar voren of naar
achteren tot de
gewenste stand
en draai dan de
knop van het
zadel stevig vast.
Stelvoeten
Knop
Knop
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN
15
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Trek eerst de
uiteinden van
de riempjes van
de lipjes op de
pedalen om de
pedaalriemen bij
te stellen. Stel
dan de riempjes
bij in de gewenste
stand, en druk de
uiteinden van de
riempjes op de
lipjes.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onder-
ste rand van de
tablet in de houder
om een tablet in
de tablethouder
te steken. Trek
vervolgens het
lipje over de
bovenrand van de
tablet. Zorg ervoor
dat de tablet
stevig vastzit in
de tablethouder.
Doe deze handelingen in omgekeerde volgorde om de
tablet uit de tablethouder te halen.
Draai de tablethouder in de gewenste hoek.
Lipje
Riempje
16
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk op
de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling
van het bedieningspaneel gekozen wordt.
U kunt ook aangepaste handmatige oefeningen doen
met afwisselend hoge en lage intensiteits intervallen.
Het bedieningspaneel zal tijdens het oefenen doorlo-
pend feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten
door gebruik te maken van de handgreep met hartslag-
monitor of door middel van een compatibele borstkas
hartslagmonitor. Zie bladzijde 21 voor informatie
over het kopen van een borstkas hartslagmonitor.
U kunt ook uw smart-toestel op het bedieningspaneel
aansluiten en een iFit
®
app gebruiken om uw oefe-
ning-informatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook een keuze aan vooraf
ingestelde oefeningen. Elke vooraf ingestelde oefening
verandert automatisch de weerstand van de pedalen
en zal u aansporen uw fietsvermogen te behouden,
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
U kunt ook terwijl u oefent, naar uw favoriete
oefening-muziek of audioboeken luisteren via de
geluidsinstallatie van het bedieningspaneel.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 17. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 20.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
21. Om uw smart-toestel aan te sluiten op het
bedieningspaneel, zie bladzijde 21. Om uw hartslag-
monitor aan te sluiten op het bedieningspaneel, zie
bladzijde 22. Voor gebruik van de instellingenmo-
dus, zie bladzijde 22.
Als er een laagje plastic op het display ligt, moet u dat
verwijderen.
Titanium
EBPF52915
EBPE74016
PFEX52915
PFEVEX74016
17
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal
de handmatige instelling automatisch gekozen
worden.
U kunt, als u een oefening gekozen heeft, de
handmatige instelling opnieuw kiezen door op de
Manual Control (handmatige bediening) toets te
drukken.
3. Voer u gewicht in.
Druk op de toename-
of afnametoetsen Wt
(gewicht) om uw gewicht
in te voeren.
Let op: Het bedieningspaneel gebruikt uw gewicht
om een geschat vermogen en verbrande calorieën
te berekenen. Als u uw gewicht niet invoert, zal het
bedieningspaneel een standaard waarde gebrui-
ken voor het berekenen van het vermogen en de
verbrande calorieën.
4. Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
Druk op de toets Begin of begin met fietsen om de
handmatige instelling te starten.
U kunt de weerstand
van de pedalen tijdens
het trappen aanpassen.
Om de weerstand te
wijzigen, drukt u op een
van de genummerde
toetsen Quick Resistance (snelle weerstand)
of drukt u op de toename- en afnametoetsen
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand).
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer-
standsniveau hebben bereikt.
5. Gebruik desgewenst intervaltraining.
Als u fiets kunt u desgewenst afwisselen tussen
lage intensiteit intervallen (herstel) en hoge intensi-
teit intervallen (werk).
Voor het creëren van een herstelinterval, dient u
eerste de weerstand van de pedalen af te stellen
op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets
Recovery (herstel) ingedrukt tot u twee geluidjes
hoort om de intervalinstelling op te slaan.
Voor het creëren van een werkinterval, dient u
eerste de weerstand van de pedalen af te stellen
op het gewenste niveau. Houd vervolgens de toets
Work (werk) ingedrukt tot u twee geluidjes hoort
om de intervalinstelling op te slaan.
Druk desgewenst tijdens het oefenen op de toetsen
Recovery en Work om af te wisselen tussen de
opgeslagen intervalinstellingen. De weerstand van
de pedalen zal automatisch afstellen op het niveau
dat u heeft opgeslagen als u op een toets drukt.
Herhaal deze stap simpelweg om de intervalin-
stellingen op enig moment tijdens uw oefening te
wijzigen.
6. Volg uw vooruitgang met de krachtring en stel
desgewenst een vermogendoel in.
De krachtring
biedt een visuele
representatie van
uw vermogen in
watt per kilogram
lichaamsgewicht.
Naarmate uw ver-
mogen toeneemt
of afneemt, zal een
ononderbroken
balkje verschijnen
of verdwijnen in de
krachtring.
Ononderbroken balk
18
Voor het instellen van een vermogendoel, drukt
u op de toename- of afnametoets Watts/Kg tot het
gewenste vermogendoel in de display verschijnt.
Let op: Na het instellen van een vermogendoel,
zal het weerstandsniveau automatische afstellen
op een vooraf ingesteld niveau. U kunt het vooraf
ingestelde niveau op elk moment overschrijven.
Indien u een vermogendoel instelt tijdens de
handmatige modus, verschijnt een knipperend
lampje in de krachtring om uw vermogendoel aan
te geven. U kunt uw trapsnelheid of de weerstand
van de pedalen tijdens het oefenen aanpassen om
uw vermogen in de buurt van uw vermogendoel te
houden.
Herhaal de hierboven genoemde acties simpelweg
tijdens uw oefening, om uw vermogendoel op enig
moment te wijzigen.
BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend
bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een
tempo stapt en een weerstandsniveau hebt dat
aangenaam voor u is.
Tijdens een vooraf ingestelde oefening, toont de
krachtring het vooraf ingestelde vermogendoel voor
elk segment van de oefening (zie stap 4 op blad-
zijde 20).
7. Volg uw vordering op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
CALS (calorieën): Het aantal bij benadering ver-
brande calorieën.
MI of KI (afstand): Deze display instelling zal de
getrapte afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Pace (tempo): Uw snelheid in minuten per mijl of
minuten per kilometer.
Pulse (hartsymbool): Uw hartslag als u de
hartslagmonitor met handgreep gebruikt of een
geschikte borstkashartslagmonitor (zie stap 8).
Resistance (weerstand): Het weerstandsniveau
van de pedalen. Let op: Deze oefeninginformatie
verschijnt een aantal seconden als u het weer-
standniveau wisselt.
MPH of KM/H (snelheid): Uw trapsnelheid in mij-
len of kilometers per uur.
Time (tijd): In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Wanneer een vooraf
ingestelde oefening wordt geselecteerd, de reste-
rende tijd van de oefening.
Watts: Uw vermogen in watts.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om de
gewenste oefeninginformatie op de display te zien.
Scan mode
(scanmodus): Het
bedieningspaneel
heeft ook een
scanmodus
waarmee oefenin-
ginformatie in een
herhalingscyclus
wordt getoond. Om
een scanmodus te
selecteren drukt
u herhaaldelijk op
de toets Display tot het woord SCAN in de display
verschijnt.
Doel vermogen
Feitelijke
vermogen
19
Druk op de toenametoets en
afnametoets Vol (volume) om
het volume van het bedie-
ningspaneel te veranderen.
Stop met trappen om het bedieningspaneel tot stil-
stand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt
gepauzeerd, zal de tijd zal op de display knipperen.
Om met uw oefening door te gaan, begin gewoon
weer te stappen.
Let op: Het bedieningspaneel kan gewicht,
trapsnelheid en afstand weergeven in stan-
daard of metrische meeteenheden. Zie DE
INSTELLINGMODUS op bladzijde 22 om van
eenheid te wisselen.
8. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep van de hartslagmonitor of de optio-
nele borstkas hartslagmonitor (zie bladzijde 21
voor informatie over de optionele borstkas
hartslagmonitor). Let op: Het bedieningspaneel
is compatibel met BLUETOOTH
®
Smart
hartslagmonitoren.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
hartslagmonitor
zitten, verwijder
die dan. Om uw
hartslag te meten,
houd uw handen
op de hartslagmo-
nitor met de palmen van uw hand leunend tegen de
contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
contacten niet te stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het display. Voor een
correcte hartslagmeting, houdt u de contact-
punten ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, ga dan
na of u uw handen zoals eerder beschreven op
de sensoren hebt geplaatst. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt of houd de contacten
niet te stevig vast. Voor de beste werking maakt
u de contactpunten schoon met een zachte doek;
gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische
middelen om de contactpunten schoon te
maken.
9. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil-
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk op de
Fan (ventilator) toename- en
afnametoetsen om een ventila-
torsnelheid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan-
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet
bewegen.
10. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een serie tonen te horen zijn, zal het
bedieningspaneel stilvallen en stoppen de display.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe-
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zal de
display zich resetten.
Contactpunten
20
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Voer u gewicht in.
Druk op de toename-
of afnametoetsen
Wt (gewicht) om uw
gewicht in te voeren.
Let op: Het bedieningspaneel gebruikt uw gewicht
om een geschat vermogen en verbrande calorieën
te berekenen. Als u uw gewicht niet invoert, zal het
bedieningspaneel een standaard waarde gebrui-
ken voor het berekenen van het vermogen en de
verbrande calorieën.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren
van een vooraf inge-
stelde oefening, drukt
u herhaaldelijk op de
toetsen Tempo Apps of
Intervl Apps totdat de
naam van de gewenste oefening op het scherm
verschijnt. Een paar seconden nadat u op een
toets drukt, verschijnt de duur van de oefening in
de display.
4. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1 minuut-segmenten.
Er wordt één weerstandsniveau en één vermogen-
doel geprogrammeerd voor elk segment. Let op:
U kunt hetzelfde weerstands- en/of vermogendoel
programmeren voor opeenvolgende segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Het weer-
standsniveau voor het volgende segment zal een
paar seconden lang op de display verschijnen om u
te waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal
dan veranderen.
De krachtring toont een knipperend lampje dat het
vermogendoel voor het segment weergeeft. Het
ononderbroken balkje vertegenwoordigt het daad-
werkelijke vermogen. Let op: In de krachtring wordt
het vermogen weergegeven in watt per kilogram
lichaamsgewicht.
Als u oefent dient u het vermogen in de buurt te
houden van het vermogendoel voor het huidige
segment door uw trapsnelheid te verhogen of te
verlagen.
BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend
bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een
tempo stapt en een weerstandsniveau hebt dat
aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instel-
ling handmatig veranderen door op de toetsen
Resistance (weerstand) drukken. BELANGRIJK:
De pedalen zullen, wanneer het huidig segment
van de oefening eindigt, automatisch aan de
geprogrammeerde weerstandsinstelling van het
volgend segment aangepast worden.
Stop met trappen om het bedieningspaneel tot stil-
stand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt
gepauzeerd, zal de tijd zal op de display knipperen.
Om met uw oefening door te gaan, begin gewoon
weer te stappen.
Doel Vermogen
Feitelijke
Vermogen
21
5. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 9 op bladzijde 19.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 10 op bladzijde 19.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoon-
lijke audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel
goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw
persoonlijke audio-speler. Pas
het volumeniveau aan met de
toenametoets of afnametoets Vol
(volume) op het bedieningspaneel
of met de volumeregelaar op uw
persoonlijke audio-speler.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas hartslagmoni-
tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
HOE UW SMART-TOESTEL OP HET
BEDIENINGSPANEEL AAN TE SLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFit app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere
BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
®
of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFit app, en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de BLUETOOTH-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFit app en volg de instructies om een
iFit account aan te maken en instellingen aan te
passen.
22
2. Sluit uw smart-toestel aan op het
bedieningspaneel.
Volg de instructies op de iFit app om uw smart-toe-
stel op het bedieningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel blauw
knipperen. Druk op de toets Bluetooth Smart op het
bedieningspaneel om de verbinding te bevestigen;
de LED-verlichting zal dan stevig blauw kleuren.
3. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit app om uw oefening-
informatie vast te leggen en bij te houden.
4. Ontkoppel desgewenst uw smart-toestel van
het bedieningspaneel.
Houd de toets Bluetooth Smart op het bedie-
ningspaneel 5 seconden lang ingedrukt om uw
smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel. De LED op het bedieningspaneel zal
gaan branden terwijl de toets is ingedrukt en zal
uitgaan wanneer de toets wordt losgelaten.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslag monitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
HOE UW HARTSLAGMONITOR TE VERBINDEN
MET HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets Bluetooth Smart op het
bedieningspaneel om uw BLUETOOTH Smart hart-
slagmonitor met het bedieningspaneel te verbinden.
Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal de
LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hart-
slagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel
bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding
maken met de hartslagmonitor met het sterkste
signaal.
Houd de toets Bluetooth Smart op het
bedieningspaneel 5 seconden ingedrukt om uw hart-
slagmonitor los te koppelen van het bedieningspaneel;
de LED-verlichting op het bedieningspaneel zal oplich-
ten terwijl de toets wordt ingedrukt en zal uitgaan als
de toets wordt losgelaten.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslag monitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft een instellingenmodus
zodat u een meeteenheid voor het bedieningspaneel
kunt kiezen en om de gebruikersinformatie van het
bedieningspaneel te kunnen bekijken.
Houd de toets Manual Control (handmatige bediening)
een paar seconden ingedrukt om de instellingenmodus
te selecteren, tot de informatie van de instellingenmo-
dus op het scherm verschijnt.
Het display zal afwisselend het versienummer van het
bedieningspaneel en de meeteenheid tonen.
Het bedieningspaneel
kan gewicht, trapsnel-
heid en afstand
weergeven in standaard of
metrische meeteenheden.
Er verschijnt een M voor
metrische kilometers of een E voor Engelse mijlen
op de display. Druk om van meeteenheid te wisselen
herhaaldelijk op de de toets Intervl Apps.
Druk eerst herhaaldelijk op de toets Tempo Apps tot de
gebruiksinformatie van het bedieningspaneel verschijnt
in de display.
De display wisselt af bij het
weergeven van de totale
tijd (in uren) dat het bedie-
ningspaneel is gebruikt
sinds de aanschaf van de
trainingsfiets en de totale
afstand (in mijlen of kilometers) waarop er op de trai-
ningsfiets is gefietst.
Druk opnieuw op de toets Tempo Apps om de instellin-
genmodus te verlaten.
23
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer-
king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de trainingsfiets en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de trainingsfiets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont
wanneer u de handgreep hartslagmonitor gebruikt,
raadpleegt u stap 8 op bladzijde 19.
Bel met het nummer op de kaft van deze hand-
leiding om een vervang stroomadapter aan te
schaffen. BELANGRIJK: Gebruik alleen een door
de fabrikant geleverde stroomadapter om schade
aan het bedieningspaneel te voorkomen.
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Trek eerst de
stroomadap-
ter uit om de
aandrijfriem bij te
stellen. Verwijder
vervolgens met
een standaard
schroevendraaier
voorzichtig de
Kap van het
Scherm (26)
van de Linker
en Rechter-
schermen (37, 58).
Zoek naar de Snelheidssensor (64). Draai de M4 x
19mm Schroef (65) iets los.
Draai aan de Linkercrankarm (35) totdat de Magneet
(54) op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor
(64). Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of
verder van de Magneet. Draai dan de M4 x 19mm
Schroef (65) weer vast.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en draai de
Linkercrankarm (35) even. Herhaal deze procedure tot
het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u
de kap van het scherm weer vast.
26
37, 58
65
35
64
54
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
24
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden bijgesteld
wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste stand staat.
Trek eerst de stroomadapter uit het stopcontact
om de aandrijfriem bij te stellen. Kantel vervolgens de
trainingsfiets op één kant zoals is afgebeeld.
Gebruik een M10 inbussleutel met verlenging (niet
meegeleverd), ga naar de opening in de onderkant
van het Rechterscherm (58) en draai de M10 x 50mm
Schroef (49) een paar slagen tot de aandrijfriem (niet
afgebeeld) is Aangedraaid; draai de Aandrijfriem niet
te strak.
Zet de trainingsfiets dan opnieuw recht. Herhaal
dit proces indien nodig tot de pedalen niet meer
wegslippen.
58
49
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
26
1 1 Tablethouder
2 9 M4 x 16mm Schroef
3 1 Kap van het Bedieningspaneel
4 1 Handvat
5 2 Kap van het Handvat
6 2 Hartslagsensor
7 1 Bedieningspaneel
8 4 #8 x 5/8" Schroef
9 3 Vergrendeling
10 1 M4 x 19mm Heldere Schroef
11 1 Klem
12 1 Zadel
13 2 Dop van de Drager
14 1 Beugel van het Zadel
15 1 Drager van het Zadel
16 8 M8 Gespleten Tussenring
17 10 M8 Borgmoer
18 1 Buis van het Zadel
19 1 Knop van het Zadel
20 2 #8 x 3/4" Schroef
21 1 Bus van de Buis van het Zadel
22 1 Dop van de Buis van het Zadel
23 1 Draad voor de Hartslagsensor
24 2 M8 x 58mm Bout
25 1 Hoofddraad
26 1 Kap van het Scherm
27 1 Staander
28 1 Knop van de Buis van het Zadel
29 9 M8 x 20mm Schroef
30 1 Stroomadapter
31 1 Contactpunt/Draad
32 1 Linkerpedaal/Riem
33 2 Crankkap
34 2 Crankmoer
35 1 Linkercrankarm
36 4 M4 x 19mm Zelftappende Schroef
37 1 Linkerscherm
38 2 Borgring
39 2 Lager
40 4 M4 x 12mm Schroef
41 1 Weerstandkabel
42 1 Weerstandmotor
43 2 Stabilisatorkap
44 1 Achterste Stabilisator
45 2 Stelvoet
46 4 M8 x 70mm Schroef
47 2 M10 Flensmoer
48 1 Eddymechanisme
49 1 M10 x 50mm Schroef
50 1 Onderstel
51 1 Spanrol
52 1 M6 Tussenring
53 1 M6 x 20mm Schroef
54 2 Magneet
55 1 Katrol
56 1 Krukas
57 1 Aandrijfriem
58 1 Rechterscherm
59 1 Rechtercrankarm
60 1 Rechterpedaal/Riem
61 2 M10 x 41mm Schroef
62 2 Wiel
63 1 Voorste Stabilisator
64 1 Snelheidssensor/Draad
65 2 M4 x 19mm Schroef
* Gereedschap voor het Monteren
* Gebruikershandleiding
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PFEVEX74016.0 R0416A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
27
36
1
3
6
8
8
10
12
5
2
2
2
2
4
7
11
14
16
16
16
16
18
19
28
13
13
15
17
17
17
17
17
17
20
20
21
23
9
26
30
32
25
22
24
24
27
29
29
29
29
31
34
34
36
36
36
38
38
39
39
33
33
35
37
40
43
46
46
48
52
45
42
44
47
41
47
49
51
50
54
56
58
59
53
55
57
60
61
63
65
62
64
GEDETAILLEERDE TEKENING
Modelnr. PFEVEX74016.0 R0416A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 381721 R0416A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEVEX74016 de handleiding

Type
de handleiding