NordicTrack Gxr 4.2 Bike Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. NTEVEX74913.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
www.iconeurope.com
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met
uw dit product inbegrepen. Plak de sticker op de
aangegeven plaats over de Engelse waarschuwing
heen. De hier getoonde sticker(s) met
waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en)
geplakt. Raadpleeg de laatste pagina van deze
handleiding wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is en vraag om een vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Aandacht: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN ....................................................13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de trainingsfiets goed zijn geïnformeerd
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
6. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig
aan. Vervang versleten onderdelen direct.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
10. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
minder dan 136 kg wegen worden gebruikt.
11. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
12. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij uw oefeningen.
13. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
fiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
14. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Dank u dat u heeft gekozen voor deze revolutionaire
NORDICTRACK
®
GXR 4.2 trainingsets. Fietsen is
een effectieve oefening voor het verbeteren van hart
en vaten, het opbouwen van uithoudingsvermogen
en het vormgeven aan het gehele lichaam. The GXR
4.2 trainingsets biedt een reeks aan indrukwekkende
functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen thuis
effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
de omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Zitting
Hartslagmonitor
Handvat van de Zitting
Pedaal/Riem
Wiel
Stelvoet
Handleuning
Rugleuning
Accessoireshouder
Lengte: 132 cm
Breedte: 64 cm
VOORDAT U BEGINT
5
M8 x 16mm
Schroef (60)–10
M8 Gespleten
Tussenring
(61)–12
M6
Tussenring
(66)–4
M4 x 16mm
Schroef
(56)–4
M10 x 95mm Schroef (62)–4
M6 x 50mm Schroef (65)–4
M8 x 45mm Schroef (63)–2
M4 x 22mm
Schroef (90)–4
M6 x 20mm
Schroef
(88)–4
M6 Gespleten
Tussenring
(50)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
2. Plaats een stevig stuk verpakkingsmateri-
aal onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden tot deze stap is voltooid om te
voorkomen dat het valt.
Zoek de Voorste Stabilisator (2). Aandacht: de
Voorste Stabilisator heeft wielen; de Achterste
Stabilisator (niet afgebeeld) heeft geen wielen.
Bevestig de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 95mm Schroeven
(62).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het ver-
pakkingsmateriaal pas weg als u helemaal klaar
bent met de montage.
Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen zijn met een “R”
of “Right” aangegeven.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op page 5.
Naast het inbegrepen gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een Philips schroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels. Om
schade aan de onderdelen te vermijden, dient u
nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
62
2
1
2
Wiel
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet opne-
men met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
MONTAGE
7
3. Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal
onder de achterkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden tot deze stap is voltooid om te
voorkomen dat het valt.
Richt de Achterste Stabilisator (3) zodat
de gelaste buizen niet gericht zijn naar het
Onderstel (1).
Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Schroeven (62).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
3
3
62
1
Gelaste
buizen
4. Schuif de Deksel van het Scherm (5) omhoog op
de Staander (4).
Laat iemand de Deksel van het Scherm (5) vast-
houden rond de Staander (4) tot stap 5 voltooid
is.
Tip: vermijd het afklemmen van de draden in
het Onderstel (1). Schuif de Staander (4) op het
Onderstel.
Bevestig de Staander (4) met vijf M8 x
16mm Schroeven (60) en vijf M8 Gespleten
Tussenringen (61).
4
60
60
60
61
61
61
4
5
1
Vermijd het
afklemmen van
de draden
8
5. Zoek naar de binddraad in de Staander (4). Zoek
vervolgens de Hoofddraad (76), de Sensordraad
van de Zitting (75) en de Polssensordraad van
het Onderstel (91) in het Onderstel (1).
Maak het onderste eind van de binddraad vast
aan de uiteinden van de Draden (75, 76, 91).
Trek dan aan het andere eind van de binddraad
totdat de Draden (75, 76, 91) door de Staander
zijn geleid (4).
Schuif vervolgens de Deksel van het Scherm (5)
omlaag en duw deze op de Linker- en Rechter
Voorschermen (21, 22).
5
76
75
21
4
5
Binddraad
Bind-
draad
1
22
6. Tip: vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig de Handleuning (6) aan de Staander
(4) met vier M6 x 20mm Schroeven (88) en vier
M6 Gespleten Tussenringen (50).
6
6
88
50
4
Vermijd het
afklemmen van
de draden
91
9
7. Terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (7) bij de Staander (4)
vasthoudt, sluit u de draden van het bedie-
ningspaneel aan op de Hoofddraad (76), de
Sensordraad van de Zitting (75) en op de
Polssensordraad van het Onderstel (91).
Stop het draadoverschot in de Staander (4).
Tip: vermijd het afklemmen van de dra-
den. Bevestig het Bedieningspaneel (7) op de
Staander (4) met vier M4 x 16mm Schroeven
(56).
7
7
4
75
91
76
56
Vermijd het
afklemmen van
de draden
8. Zoek de Rechter en Linkerkapjes van de
Handleuning (8, 9).
Maak de Linker and Rechter Kapjes van het
Handleuning (8, 9) rond het Handleuning (6)
en de Staander (4) vast met vier M4 x 22mm
Schroeven (90).
8
6
4
90
8
9
90
10
9. Maak de Zitting (15) aan de Drager van de
Zitting (11) vast met vier M6 x 50mm Schroeven
(65) en vier M6 Tussenringen (66) (er zijn
slechts twee van elk afgebeeld). Aandacht: de
Schroeven en Tussenringen kunnen al aan de
onderkant van de Zitting vastgemaakt zijn.
9
15
11
65
66
66
10. Bevestig de Rugleuning (13) aan de Drager van
de Zitting (11) met vijf M8 x 16mm Schroeven
(60) en vijf M8 Gespleten Tussenringen (61).
Tip: het kan handig zijn om de zitting tij-
dens deze stap af te stellen. Zie DE ZITTING
AFSTELLEN op page 13.
10
13
11
61
60
11
11. Richt de Polsstang (12) zo dat de Polsgrepen
(41) omhoog gericht zijn.
Tip: vermijd het afklemmen van het
Sensordraad van de Sensorstang (72).
Terwijl een tweede persoon de Polsstang (12)
vasthoudt, bevestigt u de Polsstang aan de
Drager van de Zitting (11) met twee M8 x 45mm
Schroeven (63) en twee M8 Gespleten tussen-
ringen (61).
Tip: Het kan handig zijn om de zitting tij-
dens deze stap af te stellen. Zie DE ZITTING
AFSTELLEN op page 13.
11
72
41
12
11
61
63
41
Vermijd het afklemmen
van het draad van de
Polssensor (72)
12. Verbind het Sensordraad van de Sensorstang
(72) in de Ontvanger (75) in de linker Scherm
van de Zitting (24).
12
72
75
24
12
13. Zoek naar het Rechter Pedaal (16).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechter Pedaal (16) naar rechts goed vast in
de Rechter Crankarm (17).
Draai het Linker Pedaal (niet getoond) stevig
naar links in de Linker Crankarm (niet getoond).
Stel de rechterriem af op de gewenste stand
en druk de uiteinden van de riem in de lipjes
op de Rechterpedaal (16). Stel de beugel van
het Linkerpedaal op dezelfde manier af (niet
getoond).
16
17
Riem
Lipje
13
14. Steek de Stroomadapter (49) in de Aansluiting
op het onderstel van de trainingsfiets. Om de
stroomadapter in een stopcontact te gebruiken,
kijkt u bij DE STROOMADAPTER INSTEKEN op
page 13.
15. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Aandacht: er kunnen extra
onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer niet te beschadigen.
49
14
13
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de trainingsfiets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de stroom-
adapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische componen-
ten beschadigen.
Steek de stroom-
adapter in de
aansluiting die
zich op het
onderstel van
de trainings-
fiets bevindt.
Plaats, indien
nodig de juiste
stromadapter in
het stopcontact.
Steek dan de stroomadapter in het juiste stopcontact
dat goed is geïnstalleerd volgens de lokale codes en
verordeningen.
DE ZITTING AFSTELLEN
U kunt de zitting voorwaarts en achterwaarts afstel-
len in de meest comfortabele positie. Om de zitting af
te stellen duwt u de zittingshendel omlaag, schuift u
de zitting naar de gewenste stand en trekt u de zit-
tingshendel omhoog om de zitting op de locatie te
vergrendelen.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Om de pedaalrie-
men af te stellen
moet u eerst de
uiteinden van
de riemen van
de lipjes op de
pedalen trekken.
Stel de riemen af
op de gewenste
stand en steek
de einden van de
riemen weer in de
lipjes.
DE FIETS WATERPAS STELLEN
Draai, wanneer
de trainingsfiets
tijdens het gebruik
wat wiebelt, aan
één of aan beide
stelvoeten onder
de achterste sta-
bilisator totdat het
toestel niet meer
wiebelt.
Zitting
Hendel
Pedaal
Beugel
Lipje
Stelvoeten
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN
14
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk
op de knop bijstellen wanneer de handmatige instel-
ling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het
bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend
trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw hartslag
meten door gebruik te maken van de ingebouwde
handgreep met hartslagmonitor of door middel van een
optionele borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel biedt vierentwintig vooraf
ingestelde oefeningen - twaalf calorieoefeningen en
twaalf resultaatoefeningen. Iedere oefening verandert
automatisch de weerstand van de pedalen terwijl u een
doeltreffende oefening uitvoert. U kunt ook calorieën,
afstand of tijdsdoel instellen.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat het
bedieningspaneel op uw draadloze netwerk aange-
sloten kan worden door middel van een optionele
iFit-module. U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke
oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samen-
stellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen
andere iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes
raadplegen. Voor aankoop van de iFit module gaat
u naar www.ifit.com of belt u met het telefoonnum-
mer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt zelfs uw MP3-speler of CD-speler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en luis-
teren naar uw favoriete muziek of audioboeken terwijl u
oefeningen doet.
Om de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
page 15. Om het geluidssysteem te gebruiken,
kijkt u op page 16. Voor gebruik van een vooraf
ingestelde oefening, zie page 17. Om een vooraf
ingestelde doeloefening te gebruiken, kijk u op page
18. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie page
19. Voor het wijzigen van de bedieningspaneelin-
stellingen, kijkt u op page 20.
Aandacht: als er een laagje plastic op het display ligt,
moet u dat verwijderen.
Stinger
EBNE74913
NTEVEX74913
BEDIENINGSPANEEL-
DIAGRAM
15
HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual Control (Handmatige
Bediening) op het bedieningspaneel om de hand-
matige modus te kiezen.
Als een draadloze iFit-module niet in het bedie-
ningspaneel is geplaatst en aangesloten op
iFit, wordt de handmatige modus automatisch
geselecteerd.
3. Verander de weerstand van de pedalen als u dat
wilt.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van de
Pedalen veranderen door op de toetsen One Touch
Resistance (Weerstands) toename- en afname te
drukken.
Aandacht: als u op een toets drukt, zal het eventjes
duren voordat de pedalen de gewenste weerstand
bereikt hebben.
4. Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
Cals. (Calorieën): deze weergave toont bij bena-
dering het aantal calorieën dat u verbrand hebt.
Cals./Hr (Calorieën per uur): deze weergave
bevat bij benadering het aantal calorieën dat u
verbrandt per uur.
Distance (Afstand): deze display instelling zal de
getrapte afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Pulse (Hartslag): deze weergave toont uw hart-
slag wanneer u gebruik maakt van de handgreep
met hartslagsensor of de optionele borstkas hart-
slagmonitor (zie stap 5).
Resist. (Weerstand): deze display zal, telkens
wanneer het weerstandsniveau verandert, een
paar seconden lang de weerstandsinstelling van de
pedalen aangeven.
Speed (Snelheid): deze display geeft de fietssnel-
heid in mijlen of kilometers per uur aan.
Time (Tijd): in de manuele instelling toont deze
weergave de verlopen tijd. Deze display-instelling
zal, wanneer een oefening gekozen wordt, de res-
terende tijd van de oefening aangeven.
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toets Display (Weergeven) tot de gewenste
aangepaste oefening wordt weergegeven. U kunt
ook drukken op de toetsen increase/decrase (ver-
hogen en verlagen) naast de toets Enter.
Speed (Snelheid): dit tabblad zal een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening aange-
ven. Een nieuw segment zal aan het einde van
ieder minuut verschijnen.
My Trail (Mijn route): dit tabblad zal een route van
400 m (1/4 mijl) aangeven. De knipperende recht-
hoek geeft uw vordering aan tijdens uw oefening.
Het My Trail-tabblad zal het aantal rondjes aange-
ven dat u voltooit.
Calorie: dit tabblad zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De
hoogte van ieder segment geeft het aantal ver-
brande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
16
Druk op de Home-toets om naar het stan-
daardmenu terug te keren (raadpleeg HOE DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
TE VERANDEREN op page 20 om het stan-
daardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de toets Home.
Wanneer een draadloze iFit
module is aangesloten, zal
het symbool draadloos aan
de bovenkant van het scherm
de sterkte van het draadloze
signaal aangeven. Vier staafjes geven volle sterkte
aan.
Om de handmatige modus of een oefening te
verlaten, drukt u op de toets Home. Druk, indien
nodig, nogmaals op de toets Home.
Om het volume van het bedienings-
paneel te wijzigen, drukt u op toetsen
Volume.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep van de hartslagmonitor of de optio-
nele borstkas hartslagmonitor (zie page 21
voor informatie over de optionele borstkas
hartslagmonitor).
Aandacht: wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal het bedieningspa-
neel uw hartslag niet nauwkeurig aangeven.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, ver-
wijder deze dan.
Om uw hartslag
te meten, houd
uw handen op de
hartslagmonitor
met de palmen van uw hand leunend tegen de con-
tactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
handsensoren stevig vast.
Het hartsymbooltje in het caloriescherm zal met
elke hartslag knipperen als uw hartslag is gedetec-
teerd, een of twee streepjes zullen verschijnen en
uw hartslag wordt aangegeven. Voor een correcte
hartslagmeting, houd u de contactpunten onge-
veer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren
hebt geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt
en houd de contactpunten ook niet te strak vast.
Voor de beste werking, maakt u de contactpun-
ten schoon met een zacht doek; gebruik nooit
alcohol, schuur- of chemische middelen om de
contactpunten schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een geluid te horen, zal het bedieningspaneel
pauzeren en zal de tijd op de display knipperen.
Om verder te gaan met de oefening, dient u een-
voudigweg verder te gaan met trappen.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en
de displays worden gereset.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken via de geluidsinstallatie
van het bedieningspaneel af te spelen, moet u via de
audioaansluiting uw MP3-speler, CD-speler, of andere
persoonlijke audio-speler op het bedieningspaneel
aansluiten. Zorg ervoor dat het audiosnoer goed
ingestoken is.
Druk dan op de play-toets van uw MP3- of CD-speler.
Pas het volumeniveau aan met de toetsen volume
verhogen of verlagen op het bedieningspaneel of de
volumeregeltoets op uw MP3-speler of CD-speler.
Contactpunten
17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Kies een ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de toets 12 Calorie Workouts
(12 calorie-oefeningen) of 12 Performance
Workouts (12 prestatie-oefeningen) tot de
gewenste vooraf ingestelde oefening op het
scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en de naam van de
oefening aangeven. Een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening verschijnt in de matrix.
Het maximale weestandsniveau en de maximale
doelsnelheid voor de oefening zullen ook verschij-
nen in de display.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Een weerstand- en één tempo-instelling is voor
elk segment geprogrammeerd. Aandacht: u kunt
hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau pro-
grammeren voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op
het tabblad
snelheid
aangege-
ven zodat
u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van het knipperende segment
geeft de doelsnelheid van het huidige segment
aan.
Aan het einde van elke segment van de oefening,
zult u een aantal tonen horen en het volgende
segment zal beginnen te flikkeren. Als er een
andere weerstand- en/of doelsnelheid zijn gepro-
grammeerd voor het volgende segment, dan zal dit
een paar seconden lang in de display verschijnen
om u te waarschuwen. De weerstand van de peda-
len zal dan veranderen.
Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw loopsnel-
heid zo dicht mogelijk bij uw doelomwentelingen
voor het huidige segment te houden. Als er een
opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u
uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl ver-
schijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen
pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: de doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelike tempo
kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellin-
gen. Zorg ervoor dat u op een tempo fietst dat
aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instel-
ling handmatig veranderen door op de toetsen
One Touch Resistance (Weerstand) drukken.
BELANGRIJK: de pedalen zullen, wanneer
het huidig segment van de oefening eindigt,
automatisch aan de geprogrammeerde weer-
standsinstelling van het volgend segment
aangepast worden.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om de oefening te stoppen,
moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal op
de display knipperen. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met
trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op page 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 16.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op page 16.
Profiel
18
EEN VOORAF INGESTELDE DOELOEFENING
GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Stel calorieën, afstand of tijdsdoel in.
Druk allereerst op de toets Set A Goal (Vooraf inge-
steld doel), voor het instellen van calorieën, afstand
of tijdsdoel.
Druk dan op de toetsen verhogen en verlagen
naast de toets Enter tot de naam van het gewenste
doel in de display verschijnt. Druk dan op de
Enter-toets.
Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de
Enter-toets om het gewenst doel in te stellen.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmen-
ten. De doelsnelheid voor het huidige segment
verschijnt op de display aan het begin van elk
segment.
Houd uw fietssnelheid dichtbij de doelsnelheid
tijdens het oefenen. BELANGRIJK: de doelsnel-
heid is uitsluitend bedoeld om u te motiveren.
Uw feitelijke tempo kan langzamer zijn dat de
doelsnelheidinstellingen. Zorg ervoor dat u op
een tempo fietst dat aangenaam voor u is.
U kunt handmatig de weerstand van de pedalen
naar wens wijzigen tijdens de oefening door te
drukken op de toetsen One Touch Resistance
(Weerstand).
Aandacht: indien u handmatig de weerstand wijzigt
tijdens een caloriedoeloefening, dan wordt de duur
van de oefening automatisch afgesteld om ervoor
te zorgen dat u uw caloriedoel haalt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het feite-
lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast heeft een handmatige wijziging van
de snelheid tijdens de oefening effect op het
aantal calorieën dat u zult verbranden.
De oefening zal op deze wijze doorgaan tot u het
calorieën-, afstands- of tijdsdoel is bereikt. Stop
met het stappen om de oefening te pauzeren. De
tijd zal op de display pauzeren. Om verder te gaan
met de oefening, dient u eenvoudigweg verder te
gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Als u oefent telt de calorie, tijd of afstanddisplay
terug totdat het gewenste doel is bereikt.
Zie stap 4 op page 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 16.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op page 16.
19
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Steek, om een iFit-module te gebruiken, de iFit-
module in het bedieningspaneel. Voor aankoop
van een iFit module gaat u naar www.iFit.com
of kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
U heeft een iFit-module nodig om een iFit-oefening
te kunnen doen.
Aandacht: voor gebruik van een iFit module dient u
toegang te hebben tot een computer met een inter-
netverbinding en een USB-poort. Bovendien moet
u lid zijn van iFit. Om een iFit-module te gebruiken,
dient u ook uw eigen draadloos netwerk met een
802.11b router met ingeschakeld SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund) te
hebben.
Nadat u de iFit module in het bedieningspaneel
heeft geplaatst, drukt u op de toets Home. Het
hoofdscherm van iFit verschijnt op de display.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker is geregis-
treerd bij uw iFit-lidmaatschap, overschakelen op
andere gebruikers in het iFit-hoofdscherm. Druk op
de toetsen verhogen en verlagen naast de toets
Enter om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit oefening.
Selecteer een iFit-oefening door op een van de
iFit-toetsen te drukken. U moet, voordat oefeningen
worden gedownload, ze aan uw lijst op
www.iFit.com toevoegen.
Druk op de toets Map (Kaart), Train (Training) of
Lose Wt. (Gewicht verliezen) om de volgende oefe-
ning van dat type op uw lijst te downloaden.
Druk op de Compete (competitie) toets om aan een
race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Druk op de toets Track (route) om een recente-
lijke iFit-oefening van uw planning opnieuw te
doen. Gebruik vervolgens de toetsen verhogen en
verlagen om de gewenste oefening te selecteren.
Druk op de toets Enter om de oefening te laten
beginnen.
Voor meer informatie over de iFit-oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en het geschatte aan-
tal calorieën dat u zult verbranden, aangeven. De
display kan ook de naam van de oefening aange-
ven. De display zal, als u een competitie oefening
kiest, aftellen totdat de race begint.
Aandacht: de iFit -toetsen kunnen ook demo-
oefeningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen
te gebruiken, haalt u de iFit-module van het
bedieningspaneel af en drukt u op een van de
iFit-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op page 17.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt
een audio-instelling voor uw persoonlijke trainer
kiezen (zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op page
20).
Om de oefening te stoppen, moet u gewoon
stoppen met trappen. De tijd zal op de display knip-
peren. Om verder te gaan met de oefening, dient u
eenvoudigweg verder te gaan met trappen.
20
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op page 15.
Het tabblad My Trail (Mijn route) zal een kaart
van het pad waarop u loopt of rent weergeven, of
het toont een route met het aantal rondes dat u
voltooit.
Het tabblad Compete (Competitie), zal tijdens een
competitie-oefening, uw vordering tijdens de race
aangeven. De bovenste lijn in de matrix zal laten
zien hoeveel u van de race voltooid heeft tijdens de
race. De andere lijnen zullen andere concurrenten
aangeven. Het einde van de matrix geeft het einde
van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 16.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op page 16.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstellings-
vereisten, dienen de antenne en de zender in de
iFit-module minstens 20 cm afstand te hebben van
alle personen en mogen ze niet vlakbij of aangeslo-
ten zijn op een andere antenne of zender.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel beschikt over een gebruikersmo-
dus waarmee u gebruiksinformatie kunt bekijken, een
meeteenheid kunt selecteren en het contrastniveau
van de display kunt instellen.
Als een iFit-module is aangesloten op het bedienings-
paneel, kunt u ook de informatiemodus gebruiken om
een audio-instelling te kiezen voor de stem van de
personal trainer, een standaard menu instellen, de
status van de iFit-module controleren en controleren
op downloads.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatie-instelling te selecteren, houdt
u de Weergave-toets een paar seconden inge-
drukt tot de informatie-instelling op de weergave
verschijnt.
2. Gebruiksinformatie bekijken.
De display toont bovendien het totale aantal uren
dat de trainingsfiets is gebruikt. De display toont
ook de totale afstand (in mijlen of kilometers) die u
op de trainingsfiets hebt getrapt.
3. Kies, als u dat wilt, een meeteenheid.
De woorden ENGLISH voor Engelse mijlen of
METRIC voor metrische kilometers zal op de
display verschijnen om aan te geven welke maat-
eenheid momenteel is geselecteerd.
Om de meeteenheid te wijzigen, drukt u herhaalde-
lijk op de toets Enter om de gewenste meeteenheid
te kiezen.
4. Pas het contrastniveau van de display indien
gewenst aan.
Druk op de toets verlagen om het contrastniveau
te zien. Het huidig geselecteerde contrastniveau
verschijnt op de display. Druk op de toetsen One
Touch Resistance (Weerstand) verhogen en verla-
gen om het contrastniveau aan te passen.
5. Bepaal of een iFit module is aangesloten op het
bedieningspaneel.
Als een iFit module is aangesloten op het bedie-
ningspaneel, toont de display de woorden WIFI
MODULE, of USB MODULE.
21
Als er geen module is aangesloten, toont de
display de woorden NO IFIT MODULE (Geen iFit-
module). Als er geen module is aangesloten, gaat u
naar stap 10.
6. Selecteer desgewenst een audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer.
Druk op de toets verlagen om de audio-instelling
voor de stem van de personal trainer te zien. De
momenteel geselecteerde audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer verschijnt in de
display.
Druk dan herhaaldelijk op de toets Enter om de
stem van de persoonlijke trainer ON (aan) of OFF
(uit) te zetten.
7. Stel het standaard menu indien gewenst in.
Druk op de toets verlagen om de standaard
menu-instelling te zien. Het standaard menu is het
menu dat verschijnt als u het bedieningspaneel
aanzet. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om
het handmatige hoofdscherm of het iFit-menu als
standaardmenu te kiezen.
8 Controleer desgewenst de status van de
iFit-module.
Druk op de toets verlagen om de iFit-statusweer-
gave te zien. De woorden CHECK WIFI STATUS
(Controleer WIFI-status) of CHECK USB STATUS
verschijnen op de display.
Druk dan op de Enter-toets. Na een paar secon-
den verschijnt de status van de iFit-module op
het display. Om de display te verlaten houdt u de
Display-toets enkele seconden ingedrukt.
9. Controleer desgewenst op downloads.
Druk op de toets verlagen om de downloadweer-
gave te zien. De woorden SEND/RECEIVE DATA
(Gegevens versturen/ontvangen) zullen op de
display verschijnen.
Druk dan op de Enter-toets. Het bedieningspaneel
controleert dan op iFit-oefeningen en firmware
downloads.
10. Verlaat de informatiemodus.
Druk op de toets Display (Weergave) om de
informatie-instelling te verlaten.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of het nu uw
doel is om vet te
verbranden om
om uw bloed-
vatenstelsel te
versterken, het
belangrijkste
bij het bereiken
van de beste
resultaten is om
de juist hartslag
tijdens de oefeningen te behouden. De optionele hart-
slagmonitor stelt u in staat om voortdurend uw hartslag
te meten tijdens uw oefening, en dat zal u helpen u
persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor aankoop
van de optionele borstkas hartslagmonitor kijkt u
op de voorkant van deze handleiding.
22
Bekijk de onderdelen van de trainingsfiets regelmatig
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
Als er lijnen verschijnen in de display van het bedie-
ningspaneel, raadpleegt u stap 4 op page 20 en past
u het contrastniveau van de display aan.
Als de handgreep van de hartslagmonitor niet goed
werkt, raadpleegt u stap 5 op page 16.
Indien u een vervangend stroomsnoer nodig heeft,
belt u met het nummer op de voorpagina van deze
handleiding. BELANGRIJK: om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen dient u alleen
een door de fabrikant geleverde stroomadapter te
gebruiken.
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Haal eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om
de snelheidssensor af te stellen. Gebruik een platte
schroevendraaier om de lipjes op het Deksel van het
Scherm (5) los te maken en trek het Deksel van het
Scherm omhoog.
Vind de Snelheidsensor (46). Draai de Katrol (58)
totdat een Magneet (29) op dezelfde hoogte komt
als de Snelheidssensor. Draai de aangegeven M4 x
13mm Flensschroef (70) los maar verwijder deze niet.
Schuif de Snelheidssensor dichter bij of verder van de
Magneet en draai de Schroef opnieuw vast. Steek de
stroomadapter in het stopcontact en draai even aan de
katrol.
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel
goede informatie weergeeft. Wanneer de snelheids-
sensor juist is afgesteld, maakt u de kap van het
scherm weer vast.
70
58
5
46
29
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
23
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Als de pedalen glad zijn tijdens het etsen, zelfs als de
weerstand is afgesteld op de hoogste instelling, kan
het zijn dat de drijfriem moet worden afgesteld.
Haal eerst de stroomadapter uit het stopcontact om de
drijfriem af te stellen. Daarna dient u het rechterpedaal,
de deksel van het scherm en het rechter voorscherm
los te maken (zie onderstaande instructies).
Draai met gebruik van een spanner het rechterpedaal
tegen de klok in los en verwijder deze.
Gebruik vervolgens een platte schroevendraaier om
vervolgens de lipjes op het Deksel van het Scherm
(5) los te maken en trek het Deksel van het Scherm
omhoog.
Verwijder vervolgens alle schroeven van de linker en
rechter Voorschermen (22, niet afgebeeld); er zijn
drie maten schroeven in de Voorschermen - let
op welke maat schroef u verwijdert uit welk gat.
Verwijder dan voorzichtig het Rechter voorscherm van
het onderstel.
Maak vervolgens de M6 x 20mm Inbusschroef (78) los.
Draai vervolgens de M10 x 50mm Inbusschroef (84)
vast totdat de Drijfriem (34) strak staat. Als de Drijfriem
vastzit, draait u de M6 x 20mm Inbusschroef aan.
Daarna dient u het rechterpedaal, de deksel van het
scherm en de voorschermen weer vast te maken.
Steek de stroomadapter weer in het stopcontact.
5
22
78
34
84
24
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
25
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Deksel van het Scherm
6 1 Handleuning
7 1 Bedieningspaneel
8 1 Kapje van de Rechterhandleuning
9 1 Kapje van de Linkerhandleuning
10 1 Zittingbeugel
11 1 Drager van de Zitting
12 1 Polsstang
13 1 Rugleuning
14 1 Kap van de Rugleuning
15 1 Zitting
16 1 Rechterpedaal/Riem
17 1 Rechtercrankarm
18 1 Linkerpedaal/Riem
19 1 Linkercrankarm
20 1 Crank
21 1 Rechtervoorscherm
22 1 Linkervoorscherm
23 1 Scherm van de Rechterzitting
24 1 Scherm van de Linkerzitting
25 1 M4 x 16mm Philips-schroef
26 1 Kap van de Rechter voorste
Stabilisator
27 1 Kap van de Linker voorste
Stabilisator
28 2 Achterste Stabilisatiekap
29 2 Magneet
30 2 Stelvoet
31 2 Voet/bumper
32 2 Dop van de Drager van de Zitting
33 1 Rem
34 1 Drijfriem
35 1 Zittinghendel
36 1 Zittinghandvat
37 1 Beugel van de Zittingbeugel
38 4 As
39 2 Bovenste Rol
40 2 Onderste Rol
41 2 Polsgreep
42 2 Kap van de Handleuning
43 2 Lager
44 2 Borgring
45 1 Klem
46 1 Snelheidsensor/Draad
47 1 Ruststand
48 1 Eddy Mechanisme
49 1 Stroomadapter
50 14 M6 Gespleten Tussenring
51 1 Weerstandmotor
52 1 M6 Grote Tussenring
53 1 Borgvergrendeling
54 3 M4 x 25mm Schroef
55 2 M4 x 10mm Flensschroef
56 16 M4 x 16mm Schroef
57 3 M6 x 16mm Schroef
58 1 Katrol
59 2 Kapje van de Crankarm
60 10 M8 x 16mm Schroef
61 16 M8 Gespleten Tussenring
62 4 M10 x 95mm Schroef
63 2 M8 x 45mm Schroef
64 2 5/16" Flensschroef
65 4 M6 x 50mm Schroef
66 17 M6 Tussenring
67 2 1/4" x 14mm Schroef
68 1 M4 x 13mm Heldere Schroef
69 8 1/4" x 16mm Schroef
70 1 M4 x 13mm Flensschroef
71 4 M6 x 20mm Schroef met Platte Kop
72 1 Sensordraad van de Sensorstang
73 4 M8 x 20mm Bout
74 4 M8 Slotmoer
75 1 Draadsensor van de Zitting/
Ontvanger
76 1 Hoofddraad
77 1 M6 x 15mm Schouderschroef
78 1 M6 x 20mm Inbusschroef
79 20 M4 x 19mm Schroef
80 10 Vergrendeling
81 4 M4 x 12mm Flensschroef
82 2 M8 Slotmoer
83 2 Tussenstuk van de Rem
84 1 M10 x 50mm Inbusschroef
85 4 Klem van het Draad
86 2 Tussenstuk
87 1 Motorbeugel
88 4 M6 x 20mm Schroef
89 2 Schuimgreep
90 4 M4 x 22mm Schroef
91 1 Polssensordraad van het Onderstel
92 1 Hartslagsensorontvanger
* Gebruikershandleiding
* Montagegereedschap
* Smeerpakket
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NTEVEX74913.0 R0513A
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
16
16
17
18
19
20
27
26
28
28
30
30
31
31
33
83
83
35
36
37
39
38
38
39
40
40
41
41
42
42
50
50
43
43
44
44
45
46
47
48
51
58
59
59
60
61
60
61
61
60
61
60
60
61
60
61
61
62
62
63
64
64
61
61
66
66
66
69
69
69
69
67
57
73
73
74
74
61
61
52
77
78
81
84
34
82
56
82
86
56
89
90
90
56
88
56
56
56
79
56
56
76
75
70
72
66
66
50
68
66
50
50
50
50
50
50
50
49
32
85
79
79
79
85
85
87
55
85
79
29
29
79
86
91
92
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEX74913.0 R0513A
27
10
13
14
15
22
21
24
23
65
65
66
66
80
80
79
79
79
79
79
79
79
54
79
79
54
79
79
79
54
71
71
79
53
25
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEX74913.0 R0513A
Onderdeel Nr. 344557 R0513A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

NordicTrack Gxr 4.2 Bike Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor