ProForm PFEVEX71316 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PFEVEX71316.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Sticker met
Serienummer
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN ...............................................13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
PROFORM is een geregistreerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc. IFIT is een geregistreerd handels-
merk van ICON Health & Fitness, Inc. LE TOUR DE FRANCE is een geregistreerd handelsmerk van Société du
Tour de France. App Store is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android
en Google Play zijn handelsmerken van Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo's zijn geregis-
treerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of een
geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de
Engelse waarschuwingen op de aangegeven
locatie. De stickers met waarschuwing hier
getoond zijn op de aangegeven plaatsen
geplakt. Bel, wanneer een sticker ont-
breekt of niet leesbaar is, het nummer
op de voorkant van deze handleiding en
vraag om een gratis vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Let op: De stickers worden mogelijk niet op
ware grootte weergegeven.
3
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt om het risico
op brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is
niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de oefenfiets
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De oefenfiets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de oefenfiets door iemand die
voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de oefenfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
5. Deze oefenfiets is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de trainingsfiets niet com-
mercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsfiets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de oefenfiets vandaan.
10. Steek de stekker alleen in een geaard
stopcontact.
11. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik
geen adapter om het stroomsnoer op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buurt van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
12. Gebruik de trainingsfiets niet wanneer het
elektrische snoer of de stekker beschadigd
is. Gebruik de trainingsfiets niet als hij niet
goed werkt.
13. GEVAARLIJK: Verwijder altijd
de sleutel, trek de stekker uit het stopcon-
tact, en druk de stroomschakelaar in de
Off (uit) -stand wanneer u de trainingsfiets
niet gebruikt en voordat u de trainingsfiets
reinigt. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
14. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
15. De trainingsfiets mag alleen door mensen die
minder dan 150 kg wegen gebruikt worden.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
16. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
17. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
fiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
18. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het
oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en
af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
PROFORM
®
LE TOUR DE FRANCE
®
trainingsfiets.
De LE TOUR DE FRANCE trainingsfiets is anders dan
elke andere trainingsfiets. De LE TOUR DE FRANCE
trainingsfiets heeft een hellingssysteem waarmee u
echt terrein simuleert en een reeks andere functies en
is ontwikkeld om u binnen te laten genieten van het
buiten fietsen.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienum-
mer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Zitting
Knop van het Handvat
Knop van de Zitting
Buisknoppen
Drager van de Zitting
Handvat
Waterfleshouder*
*Waterfles niet inbegrepen
Schakelcontrole
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Hellingcontrole
Stelvoet
Stroomschakelaar
Lengte: 150 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 58 kg
Drager van het Handvat
Armleuning
Tablethouder
Stroomsnoer
VOORDAT U BEGINT
6
#8 x 6mm
Schroef (92)–1
#8 x 10mm
Schroef (110)–2
M10 x 58mm Schroef (74)–4
M4 x 12mm
Schroef (94)–4
M6 x 16mm
Schroef (103)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met alle montagestappen.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
2
23
1
A
74
2. Verwijder en gooi het inzetstuk voor verzen-
ding (A) weg. Als er verzendschroeven in de
Achterste Stabilisator (23) zitten verwijdert u
deze en gooit u deze weg.
Maak de Achterste Stabilisator (23) aan de Basis
(1) vast met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
2
8
110
3
3. Als er verzendschroeven in de Voorste
Stabilisator (22) zitten verwijdert u deze en
gooit u deze weg.
Bevestig de Voorste Stabilisator (22) aan de
Basis (1) met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
74
22
1
4. Bevestig de Waterfleshouder (8) aan het
Onderstel (2) met twee #8 x 10mm Schroeven
(110); draai alle Schroeven eerst aan en draai
ze daarna vast.
4
5
3
2
47
5. Zoek de Buisknop (47) aan de achterkant van
het Onderstel (2). Maak de Buisknop los en trek
deze naar buiten.
Schuif de Buis van de Zitting (3) in het Onderstel
(2) en laat de Buisknop (47) in een van de afstel-
gaten los in de Buis van de Zitting. Zorg ervoor
dat de Buisknop goed vastzit in een afstelgat.
Maak vervolgens de Buisknop goed vast.
74
9
6. Maak de Knop van de Zitting (29) los en trek
deze naar buiten.
Schuif de Drager van de Zitting (4) in de Buis
van de Zitting (3) en laat de Knop van de Zitting
(29) in een van de afstelgaten los in de Drager
van de Zitting. Zorg ervoor dat de Knop van de
Zitting goed vastzit in een afstelgat. Draai dan
de Knop van de Zitting vast.
Zie de inzet-tekening. Draai een #8 x 6mm
Schroef (92) in de onderkant van de Drager van
de Zitting (4).
6
29
3
4
92
4
7
7. Zorg dat een tweede persoon de Buis van het
Handvat (6) vasthoudt naast het Onderstel (2).
Vind het lange binddraad (B) in de Buis van het
Handvat (6). Bevestig de onderkant van het
lange binddraad aan de Hoofddraad (68).
Zoek vervolgens het midden van de lange bind-
draad (B) in het toegangsgat (C) in de Drager
van het Handvat (105). Trek op de aangege-
ven locatie (D), de lange binddraad omhoog
tot het einde van de Hoofddraad (68) in het
toegangsgat.
Zie de inzet-tekening. Trek vervolgens het
vrije uiteinde van de lange binddraad tot de
Hoofddraad (68) door de Drager van het
Handvat (105) loopt zoals afgebeeld. Maak
vervolgens het lange binddraad los en gooi het
weg; verwijder niet de korte binddraad.
105
68
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (68)
B
B
C
D
6
105
2
68
B
10
8
47
68
6
2
8. Tip: Vermijd het afknellen van de Hoofddraad
(68) bij deze stap.
Zoek de Buisknop (47) aan de voorkant van het
Onderstel (2). Maak de Buisknop los en trek
deze naar buiten.
Schuif vervolgens de Buis van het Handvat (6)
in het Onderstel (2) en laat de Buisknop (47) in
een van de afstelgaten los in de Buis van het
Handvat. Zorg ervoor dat de Buisknop goed
vastzit in een afstelgat. Maak vervolgens de
Buisknop goed vast.
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (68)
9
105
7
9. Laat een tweede persoon het Handvat (7) bij de
Drager van het Handvat (105) houden.
Vind het resterende binddraad (E) in de Drager
van het Handvat (105). Maak het aangegeven
eind van het binddraad vast aan twee draden (F)
op het Handvat (7).
Trek vervolgens het andere eind van het bind-
draad (E) omhoog totdat de twee draden (F)
door de Drager van het Handvat (105) worden
geleid. Maak dan los en gooi het opbinddraad
weg.
E
F
11
10. Tip: Vermijd het knellen van de draden tij-
dens deze stap.
Bevestig het Handvat (7) aan de Drager van het
Handvat (105) met vier M6 x 16mm Schroeven
(103); draai al de Schroeven aan en draai ze
vast.
10
105
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
7
103
11
9
11. Tip: Vermijd het knellen van de draden tij-
dens deze stap.
Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(9) bij de Drager van het Handvat (105) houden.
Sluit de draden van het bedieningspaneel aan op
de Hoofddraad (68) en de twee draden (F) van
het Handvat (7); zorg ervoor dat u het draad
van het bedieningspaneel met een “L” -label
aansluit op het draad met een “L”-label, en
het draad van het bedieningspaneel met
een “R”-label aansluit op het draad met een
“R”-label. Stop het overmatige draad in de
Drager van het Handvat (105).
Bevestig vervolgens het Bedieningspaneel
(9) aan de Drager van het Handvat (105) met
vier M4 x 12mm Schroeven (94); draai al de
Schroeven aan en draai ze vast.
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
105
68
94
7
F
12
13. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer niet te beschadigen.
61
12. Zoek naar het Rechter Pedaal (62).
Draai met gebruik van de meegeleverde platte
sleutel het Rechter Pedaal (62) stevig naar
rechts goed vast in de Rechter Crankarm (64).
Draai het Linker Pedaal (61) stevig naar
links in de Linker Crankarm (niet getoond).
BELANGRIJK: U moet het Linkerpedaal naar
links draaien om het te bevestigen.
Om de riemen op de pedalen (61,62) af te stel-
len, zie DE PEDALEN GEBRUIKEN op bladzijde
15.
12
64
62
13
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Steek dan het stroomsnoer in het juiste stopcontact
dat goed is geïnstalleerd en geaard volgens de lokale
codes en verordeningen. Het stopcontact moet op een
nominale 120-volt circuit.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
14
DE HOOGTE VAN DE ZITTING AFSTELLEN
Voor een effectieve oefening moet de zitting op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het etsen wat
gebogen zijn.
Om de hoogte
van de zitting af
te stellen, maakt
u de buisknop
los en duwt u
deze naar buiten.
Beweeg de zitting
naar omhoog
of omlaag in de
gewenste positie,
laat de buisknop
in een van de
afstelgaten in de buis van de zitting los en draai de
buisknop opnieuw stevig vast. Zorg ervoor dat de
buisknop goed vastzit in een afstelgat.
DE HORIZONTALE STAND VAN DE ZITTING
AFSTELLEN
Om de horizon-
tale stand van het
zitting af te stellen,
draait u de knop
van de zitting los
duwt hem omlaag.
Beweeg de drager
van de zitting naar
voren of naar
achteren in de
gewenste positie,
laat de knop van
de zitting in een van de afstelgaten in de drager van de
zitting los en draai de knop van de zitting opnieuw vast.
Zorg ervoor dat de knop van de zitting goed vastzit
in een afstelgat.
DE HOOGTE VAN HET HANDVAT AFSTELLEN
Om de hoogte van
het handvat af
te stellen, maakt
u de buisknop
los en trekt u
deze naar buiten.
Beweeg de buis
van de hand-
vat omhoog of
omlaag, laat de
buisknop in een
van de afstelgaten
in de buis van de
handvat los en
draai de buisknop
opnieuw vast. Zorg ervoor dat de buisknop goed
vastzit in een afstelgat.
DE POSITIE VAN HET HANDVAT HORIZONTAAL
AFSTELLEN
Om de positie
van het handvat
zijwaarts bij te
stellen, draait u
de knop van het
handvat eerst los.
Verschuif dan
de drager van
het handvat naar
voren of naar
achteren in de
gewenste positie,
en maak de knop
van het handvat
weer vast.
Buisknop
Drager
van de
Zitting
Knop
van de
Zitting
Buis van de
Handvat
Buisknop
Knop
van het
Handvat
Drager van
het Handvat
15
DE PEDALEN GEBRUIKEN
Om pedalen te
gebruiken, steekt
u uw schoenen
in de teenkooien
en trekt u aan de
uiteinden van de
teenriemen. Om
de teenriemen af
te stellen, houdt
u de lipjes op de
gespen ingedrukt,
stelt u de teenrie-
men af op de gewenste stand en laat u de lipjes los.
DE TRAININGSFIETS WATERPAS STELLEN
Draai, wanneer
de trainingsfiets
tijdens het gebruik
wat wiebelt, aan
één of aan beide
stelvoeten onder
de achterste sta-
bilisator totdat het
toestel niet meer
wiebelt.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meeste kleine tablets. Plaats
geen ander elektronisch apparaat of object in de
tablethouder.
Plaats de onder-
ste rand van de
tablet in de houder
om een tablet
in de tablethou-
der te steken.
Zorg ervoor
dat de tablet
stevig vastzit
in de tablethou-
der. Doe deze
handelingen in
omgekeerde volgorde om de tablet uit de tablethouder
te halen.
Teenkooi
Stelvoeten
Tablethouder
16
Iceman
EBPF01215
EBPE71316
PFEX01215
PFEVEX71316
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de helling (weerstand) van de trainingsfiets
wijzigen en van versnelling veranderen door een druk
op de knop, wanneer de handmatige instelling van het
bedieningspaneel gekozen wordt.
U kunt ook aangepaste handmatige oefeningen doen
met afwisselend hoge en lage intensiteits intervallen.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlo-
pend trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw
hartslag meten met een optionele hartslagmonitor. Zie
bladzijde 23 voor informatie over het kopen van
een borstkas hartslagmonitor.
U kunt ook uw smart-toestel op het bedieningspaneel
aansluiten en een iFit
®
app gebruiken om uw oefe-
ning-informatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook een keuze aan vooraf
ingestelde oefeningen. Elke oefening verandert auto-
matisch de helling (weerstand) van de trainingsfiets en
u kunt van versnelling wisselen om uw pedaalsnelheid
te handhaven.
De watt-oefening past de weerstand van de peda-
len aan om uw watt-vermogen bij een doelniveau te
houden.
U kunt ook terwijl u oefent, naar uw favoriete
oefening-muziek of audioboeken luisteren via de
geluidsinstallatie van het bedieningspaneel.
Om het inschakelen van de stroom, zie bladzijde 17.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 17. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 20. Om een watt-oefening te
gebruiken, zie bladzijde 21.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
22. Om uw smart-toestel aan te sluiten op het
bedieningspaneel, zie bladzijde 23. Om uw hartslag-
monitor aan te sluiten op het bedieningspaneel, zie
bladzijde 24. Voor gebruik van de instellingenmo-
dus, zie bladzijde 21.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand weer-
geven in mijlen of kilometers en gewicht in ponden of
kilogram. Om te zien welk meetsysteem is gekozen,
kijkt u naar stap 3 op bladzijde 24.
Als er een laagje plastic op het display ligt, moet u dat
verwijderen.
17
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsiets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische onder-
delen beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HOE DE SNOER IN
STOPCONTACT TE STE-
KEN op pagina 13). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
bij het stroomsnoer. Druk
de stroomschakelaar in de
reset-stand.
Het display gaat dan aan en het bedieningspaneel is
klaar voor gebruik.
Let op: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer
aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk automa-
tisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren, beweegt de
trainingsfiets naar voren en naar achteren. Wanneer de
trainingsfiets stopt met bewegen, is het gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet auto-
matisch kalibreert, zie stap 3 op bladzijde 24 en
kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
HOE DE HANDMATIGE MODUS TE GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 17.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de
handmatige modus automatisch gekozen worden.
U kunt, als u een oefening gekozen heeft, de hand-
matige modus opnieuw kiezen door op de Manual
Control (handmatige bediening) toets te drukken.
3. Uw gewicht invoeren.
Druk op de toename-
toets en de afnametoets
Wt (gewicht) om uw
gewicht in te voeren.
Let op: Het bedie-
ningspaneel gebruikt uw gewicht om een geschat
vermogen en verbrande calorieën te berekenen.
Als u uw gewicht niet invoert, zal het bedie-
ningspaneel een standaard waarde gebruiken voor
het berekenen van het vermogen en de verbrande
calorieën.
4. De helling (weerstand) van de trainingsfiets
veranderen zoals gewenst.
Begin te fietsen om de handmatige modus te
starten.
U kunt de helling
(weerstand) van de
trainingsfiets tijdens het
trappen aanpassen.
Druk om het hellingni-
veau te wijzigen, op de
toenametoets en de afnametoets Incline (helling)
op het bedieningspaneel of druk op de toena-
metoets en de afnametoets Incline op het linker
handvat.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de trainingsfiets het gewenste
hellingsniveau bereikt. U hoort de hellingmotor
terwijl de helling wijzigt. Dit is normaal.
OPGELET: De trainingsfiets heeft een groot
aantal hellingniveaus. Houd de handvaten vast
en houd er rekening mee dat de trainingsfiets
gaat bewegen als u de helling verandert.
Reset-
stand
18
5. Wijzig desgewenst van versnelling.
Let op: De trainingsfiets simuleert versnellingen; er
is geen echte versnelling.
Als u fietst, kunt u van
versnelling wisselen om
het fietsen moeilijker of
makkelijker te maken.
Druk om van versnelling
te wijzigen, op de toena-
metoets en de afnametoets Gears (versnelling) op
het bedieningspaneel of druk op de toenametoets
en de afnametoets Gears op het linker handvat.
Let op: Na het drukken op een toets kan het even
duren voordat de trainingsfiets overgaat op de
geselecteerde versnelling.
6. Gebruik desgewenst intervaltraining.
Als u fiets kunt u desgewenst afwisselen tussen
lage intensiteit intervallen (herstel) en hoge intensi-
teit intervallen (werk).
Voor het creëren van een herstelinterval, dient
u eerste de helling af te stellen op het gewenste
niveau. Houd vervolgens de toets Recovery (her-
stel) ingedrukt tot u twee geluidjes hoort om de
intervalinstelling op te slaan.
Voor het creëren van een werkinterval, dient u eer-
ste de helling af te stellen op het gewenste niveau.
Houd vervolgens de toets Work (werk) ingedrukt tot
u twee geluidjes hoort om de intervalinstelling op te
slaan.
Druk desgewenst tijdens het oefenen op de toetsen
Recovery en Work om af te wisselen tussen de
opgeslagen intervalinstellingen. Het hellingniveau
van de trainingsfiets zal automatisch afstellen op
het niveau dat u heeft opgeslagen als u op een
toets drukt.
Herhaal deze stap simpelweg om de intervalin-
stellingen op enig moment tijdens uw oefening te
wijzigen.
7. Volg uw vooruitgang met de krachtring en stel
desgewenst een vermogendoel in.
De krachtring
biedt een visuele
representatie van
uw vermogen in
watt per kilogram
lichaamsgewicht.
Naarmate uw ver-
mogen toeneemt
of afneemt, zal een
ononderbroken
balkje verschijnen
of verdwijnen in de
krachtring.
Voor het instellen van een vermogendoel, drukt
u op de toenametoets en de afnametoets Watts/Kg
tot het gewenste vermogendoel in de display
verschijnt.
Indien u een vermogendoel instelt tijdens de
handmatige modus, verschijnt een knipperend
lampje in de krachtring om uw vermogendoel aan
te geven. U kunt uw trapsnelheid, de versnel-
ling en/of het hellingsniveau tijdens het oefenen
aanpassen om uw vermogen in de buurt van uw
vermogendoel te houden.
Herhaal de hierboven genoemde acties simpelweg
tijdens uw oefening, om uw vermogendoel op enig
moment te wijzigen.
Doel vermogen
Feitelijke
vermogen
Ononderbroken balk
19
BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend
bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een
tempo stapt, een versnellingsinstelling en een
hellingniveau hebt dat aangenaam voor u is.
Tijdens een vooraf ingestelde oefening, toont de
krachtring het vooraf ingestelde vermogendoel voor
elk segment van de oefening (zie stap 4 op blad-
zijde 20).
8. Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
CALS: Het aantal bij benadering verbrande
calorieën.
MI of KI: Deze display instelling zal de getrapte
afstand in mijlen of kilometers aangeven. Als de
handmatige modus is geselecteerd, wordt de
afstand opgeteld. Als een vooraf ingestelde oefe-
ning is geselecteerd, zal de afstand aftellen.
Gear: Het getal van de momenteel geselecteerde
versnelling. Let op: Deze oefeninginformatie ver-
schijnt een aantal seconden als u van versnelling
wisselt.
% GRD: Het hellingniveau van de trainingsfiets.
Pace: Uw snelheid in minuten per mijl of minuten
per kilometer.
Hartsymbooltje: Uw hartslag wanneer u een com-
patibele hartslagmonitor draagt (zie stap 9).
RPM: Uw snelheid in rotaties per minuut (rpm)
Speed: Uw trapsnelheid in mijlen of kilometers per
uur.
Time: De verstreken tijd.
Watts: Uw vermogen in watts.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om de
gewenste oefeninginformatie op de display te zien.
Scan mode: Het
bedieningspaneel
heeft ook een
scanmodus
waarmee oefenin-
ginformatie in een
herhalingscyclus
wordt getoond. Om
een scanmodus te
selecteren drukt u
herhaaldelijk op de
toets Display tot
het woord SCAN in de display verschijnt.
Stop met trappen om het bedieningspaneel tot stil-
stand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt
gepauzeerd, zal de tijd zal op de display knipperen.
Om met uw oefening door te gaan, begin gewoon
weer te stappen.
Let op: Het bedieningspaneel kan gewicht,
trapsnelheid en afstand weergeven in stan-
daard of metrische meeteenheden. Zie DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 24 om van
eenheid te wisselen.
20
9. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Voor meer informatie over
de optionele hartslagmonitor, zie bladzijde 23.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het hartslagdisplay.
10. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Als de pedalen een aantal seconden niet bewegen,
zal het bedieningspaneel pauzeren.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen en
niet op de toetsen gedrukt wordt, dan zal het bedie-
ningspaneel uitgeschakeld worden en zullen de
displays gereset worden.
Druk de stroomschakelaar in de Off (uit) -stand en
trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar
bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de trainingsets
voortijdig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 17.
2. Uw gewicht invoeren.
Druk op de toename-
toets en de afnametoets
Wt (gewicht) om uw
gewicht in te voeren.
Let op: Het bedie-
ningspaneel gebruikt uw gewicht om een geschat
vermogen en verbrande calorieën te berekenen.
Als u uw gewicht niet invoert, zal het bedie-
ningspaneel een standaard waarde gebruiken voor
het berekenen van het vermogen en de verbrande
calorieën.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van
een vooraf ingestelde
oefening, drukt u her-
haaldelijk op de toetsen
Temp Apps of Interval
Apps totdat de naam
van de gewenste oefening op het scherm ver-
schijnt. Een paar seconden nadat u op een toets
drukt, verschijnt de totale afstand van de oefening
in de display.
4. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1 minuut-segmenten.
Er wordt één hellingsniveau en één vermogendoel
geprogrammeerd voor elk segment. Let op: U kunt
hetzelfde helling- en/of vermogendoel programme-
ren voor opeenvolgende segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Het hel-
lingssniveau voor het volgende segment zal een
paar seconden lang op de display verschijnen om u
te waarschuwen. Het hellingniveau zal vervolgens
wijzigen.
21
De krachtring toont een knipperend lampje dat het
vermogendoel voor het segment weergeeft. Het
ononderbroken balkje vertegenwoordigt het daad-
werkelijke vermogen. Let op: In de krachtring wordt
het vermogen weergegeven in watt per kilogram
lichaamsgewicht.
Als u oefent dient u het vermogen in de buurt te
houden van het vermogendoel voor het huidige
segment door uw trapsnelheid en/of de versnelling
aan te passen.
BELANGRIJK: Het doelvermogen is uitsluitend
bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat u op een
tempo stapt, een versnellingsinstelling en een
hellingniveau hebt dat aangenaam voor u is.
Wanneer het hellingsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instelling
handmatig veranderen door op de toetsen Incline
(helling) te drukken. BELANGRIJK: De trainings-
fiets zal, wanneer het huidig segment van de
oefening eindigt, automatisch aan de gepro-
grammeerde hellingsniveau van het volgend
segment aangepast worden.
Stop met trappen om het bedieningspaneel tot stil-
stand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt
gepauzeerd, zal de tijd zal op de display knipperen.
Om met uw oefening door te gaan, begin gewoon
weer te stappen.
5. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 9 op bladzijde 20.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 10 op bladzijde 20.
EEN WATT-OEFENING GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 17.
2. Uw gewicht invoeren.
Druk op de toename-
toets en de afnametoets
Wt (gewicht) om uw
gewicht in te voeren.
Let op: Het bedie-
ningspaneel gebruikt uw gewicht om een geschat
vermogen en verbrande calorieën te berekenen.
Als u uw gewicht niet invoert, zal het bedie-
ningspaneel een standaard waarde gebruiken voor
het berekenen van het vermogen en de verbrande
calorieën.
3. Selecteer de watt-oefening.
Voor het selecteren van
de watt-oefening, drukt
u herhaaldelijk op de
toets Tempo Apps tot
u bij de laatste oefe-
ning in het menu komt.
De naam van de watt-oefening zal op de display
verschijnen. Een paar seconden later zal de
doelwatinstelling voor de oefening op het display
verschijnen.
Doel vermogen
Feitelijke
vermogen
22
4. Voer een doelwattinstelling in.
Druk op de toename-
toets en de afnametoets
Watts/Kg om een
doelwatt-instelling in te
voeren.
5. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Uw feitelijke wattvermogen verschijnt tijdens het
fietsen op het scherm. Het bedieningspaneel zal
regelmatig uw wattvermogen vergelijken met de
doelwatt-instelling.
Als u trapt dient u uw wattvermogen in de buurt van
de doelwatt-instelling te houden door uw trapsnel-
heid aan te passen.
Let op: Tijdens de watt-oefening, zal de weerstand
van de pedalen zich automatisch aanpassen.
Druk niet op de Versnellingstoetsen tijdens de
watt-oefening. Als u op de Versnellingstoetsen
drukt zal dit geen invloed hebben op uw
watt-vermogen.
Let op: U kunt de hellingstand van de trainingsfiets
veranderen zoals gewenst. Het veranderen van
de helling tijdens een watoefening heeft geen
effect op het vermogen.
De weerstand van de pedalen zal, wanneer uw
watt-vermogen veel te laag of boven uw doel-
watt-instelling ligt, automatisch toenemen of
afnemen om uw watt-vermogen in lijn te brengen
met uw doelwatt-instelling.
Druk op de toenametoets en de afname-
toets Watts/Kg om de doelwatt-instelling op
elk mogelijk moment tijdens de oefening te
wijzigen.
De oefening zal zo door blijven gaan. Stop met
trappen om het bedieningspaneel tot stilstand te
brengen. Als het bedieningspaneel wordt gepau-
zeerd, zal de tijd zal op de display knipperen. Om
met uw oefening door te gaan, begin gewoon weer
te stappen.
5. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 9 op bladzijde 20.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 10 op bladzijde 20.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidssys-
teem van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit u
een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw eigen audio-speler.
Pas het volumeniveau aan met de volumeknop op uw
persoonlijke audiospeler.
23
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas hartslagmoni-
tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
HOE UW SMART-TOESTEL OP HET
BEDIENINGSPANEEL AAN TE SLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH
verbindingen naar smart-toestellen via de iFit app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere
BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund
1. Download en installeer de iFit app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
®
of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFit app, en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de BLUETOOTH
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFit app en volg de instructies om een
iFit account aan te maken en instellingen aan te
passen.
2. Sluit uw smart-toestel aan op het
bedieningspaneel.
Volg de instructies op de iFit app om uw smart-toe-
stel op het bedieningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan
zal de LED verlichting op het bedieningspaneel
blauw opflikkeren. Druk op de Bluetooth Smart
knop op het bedieningspaneel om de verbinding te
bevestigen; de LED verlichting zal dan stevig blauw
kleuren.
3. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit app om uw oefening-
informatie vast te leggen en bij te houden.
4. Ontkoppel desgewenst uw smart-toestel van
het bedieningspaneel.
Houd de toets Bluetooth Smart op het bedie-
ningspaneel 5 seconden lang ingedrukt om uw
smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel. De LED op het bedieningspaneel zal
gaan branden terwijl de toets is ingedrukt en zal
uitgaan wanneer de toets wordt losgelaten.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslag monitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
24
HOE UW HARTSLAGMONITOR TE VERBINDEN
MET HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de Bluetooth Smart knop op het
bedieningspaneel om uw BLUETOOTH Smart hart-
slagmonitor met het bedieningspaneel te verbinden.
Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal de
LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood opflikkeren.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hart-
slagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel
bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding
maken met de hartslagmonitor met het sterkste
signaal.
Houd de toets Bluetooth Smart op het bedieningspaneel
5 seconden ingedrukt om uw hartslagmonitor los te
koppelen van het bedieningspaneel; de LED-verlichting
op het bedieningspaneel zal oplichten terwijl de knop
wordt ingedrukt en zal uitgaan als de knop wordt
losgelaten.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslag monitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE INSTELLINGENMODUS
1. Selecteer de instellingenmodus.
Houd de toets Manual Control (handmatige
bediening) een paar seconden ingedrukt om de
instellingenmodus te selecteren, tot de informatie
van de instellingenmodus op het scherm verschijnt.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Druk eerst herhaaldelijk op de toets Tempo Apps
tot de gewenste instellingsoptie verschijnt in de
display.
3. Verander desgewenst instellingen.
Verander de Meeteenheid: Het display zal
afwisselend het versienummer van het bedie-
ningspaneel en de meeteenheid tonen.
Het bedieningspaneel
kan gewicht, trapsnel-
heid en afstand
weergeven in standaard
of metrische meeteen-
heden. Er verschijnt een
M voor metrische kilometers of een E voor Engelse
mijlen op de display. Druk om van meeteenheid te
wisselen herhaaldelijk op de de toets Interval Apps.
Hellingsysteem
Kalibreren: De woorden
INC UPDN verschijnen
op het display.
Om het hellingsysteem te kalibreren, drukt u op de
toenametoets en de afnametoets Incline (helling).
De trainingsfiets zal automatisch naar voren en
naar achteren bewegen tot de maximale hellings-
en afdalingsniveaus en dan weer terugkeren naar
de uitgangspositie. Hierdoor wordt het hellingsys-
teem gekalibreerd.
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de trai-
ningsfiets als u het hellingsysteem kalibreert.
Gebruiksinformatie
Gebruiken: De display
wisselt af bij het weer-
geven van de totale tijd
(in uren) dat het bedie-
ningspaneel is gebruikt
sinds de aanschaf van de trainingsfiets en de totale
afstand (in mijlen of kilometers) waarop er op de
trainingsfiets is gefietst.
4. Verlaat de instellingenmodus.
Druk herhaaldelijk op de toets Temp Apps om de
instellingenmodus te verlaten.
25
DE TRAININGSFIETS ONDERHOUDEN
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale
werking en vermindering van slijtage. Inspecteer
alle onderdelen telkens wanneer de oefenfiets wordt
gebruikt en draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN VAN HET
HELLINGSYSTEEM
Als de trainingsfiets niet naar het juiste helling- of
afdalingsniveau gaat, zie dan stap 3 op bladzijde 24 en
kalibreer het hellingsysteem.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Om de snelheidssensor af te stellen, zet u eerst de
stroomschakelaar in de Off (uit) -stand en neemt u
het snoer uit het stopcontact.
Gebruik dan een platte
schroevendraaier om
de Kap van het Scherm
(10) van de trainings-
fiets af te schroeven.
Verwijder vervolgens de vier #8 x 1/2" Schroeven (95)
en het Elektronische Scherm (98). Zoek vervolgens de
Snelheidssensor (35), en maak de twee #8 x 19mm
Tekschroeven (97) los.
Draai vervolgens aan de Crankkatrol (53) tot-
dat een Katrolmagneet (55) op gelijke hoogte
komt met de Snelheidssensor (35). Schuif de
Snelheidssensor wat dichter naar of verder van de
Katrolmagneet. Maak vervolgens de #8 x 19mm
Tekschroeven (97) weer vast.
Steek het stroomsnoer weer in en druk de stroomscha-
kelaar in de resetstand. Draai even aan de Crankkatrol
(53). Herhaal deze procedure indien nodig tot het
bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Maak, wanneer de Snelheidssensor goed is bijgesteld,
het Elektronische Scherm en de Kap van het Scherm
weer vast. Steek dan het stroomsnoer weer in het
stopcontact.
10
97
55
95
53
98
35
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
26
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Indien de pedalen slippen tijdens het trappen, dient
de aandrijfriem te worden afgesteld.
Om de aandrijfriem af te stellen, zet u eerst de
stroomschakelaar in de Off (uit) -stand en neemt
u het stroomsnoer uit het stopcontact.
Zoek vervolgens het toegangsgat (G) aan de
onderkant van het Rechter Scherm (12). Steek
een inbussleutel in het toegangsgat en draai de
Instelschroef van de Spanrol (niet afgebeeld) lichtjes
vast.
Steek vervolgens het stroomsnoer weer in en druk
de stroomschakelaar in de reset-stand. Fiets even op
de trainingsfiets. Herhaal deze acties indien nodig tot
de pedalen niet langer slippen als u trapt.
12
66
G
27
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteit-
niveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een
aerobic- oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit
die gedurende langere perioden grote hoeveelheden
zuurstof vereist. Voor een aerobic-oefening past
u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hart-
slag in de buurt is van het hoogste nummer van uw
trainingszone.
HET METEN VAN UW HARTSLAG
Om uw hartslag te
meten dient u de
oefening minstens vier
minuten uit te voeren.
Stop dan met oefenen
en plaats twee vingers
op uw pols zoals
afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes seconden op en vermenigvul-
dig het resultaat met tien om uw hartslag te weten. Als
u bijvoorbeeld 14 hartslagen voelt in zes seconden tijd,
dan is uw hartslag 140 slagen per minuut.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt ter voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
28
1 1 Basis
2 1 Onderstel
3 1 Buis van de Zitting
4 1 Drager van de Zitting
5 1 Zitting
6 1 Buis van het Handvat
7 1 Handvat
8 1 Watereshouder
9 1 Bedieningspaneel
10 1 Kap van het Scherm
11 1 Linkerscherm
12 1 Rechter Scherm
13 2 Schijf van het Scherm
14 1 Kap van de Rechter Magneet
15 1 Kap van de Linker Magneet
16 1 Voorste Zwenkkap
17 1 Achterste Zwenkkap
18 1 Basisscherm
19 1 Flexibele Kap
20 2 Zwenkring
21 2 Zwenkschijf
22 1 Voorste Stabilisator
23 1 Achterste Stabilisator
24 4 Stabilisatorkap
25 2 Stelvoet
26 2 Voet
27 2 Wiel
28 2 Dop van de Drager van de Zitting
29 1 Knop van de Zitting
30 1 Liftmotor
31 1 Weerstandmotor
32 1 Weerstandmagneet
33 1 Arm
34 1 As van de Magneet
35 1 Snelheidssensor/Draad
36 1 Klem
37 1 Katrol van de Spanrol
38 1 Bout van de Spanrol
39 1 Bijstelschroef van het Tussenwiel
40 1 Ring van het Vliegwiel
41 1 Hub van het Vliegwiel
42 1 As van het Vliegwiel
43 1 Tussenstuk van het Vliegwiel
44 1 Drukring
45 1 Katrol van het Vliegwiel
46 2 Buishuls
47 2 Buisknop
48 1 Stroomschakelaar
49 1 Doorvoerhuls
50 1 Besturingspaneel
51 1 Beugel van het Besturingspaneel
52 4 Tussenstuk
53 1 Crankkatrol
54 1 Crank
55 2 Katrolmagneet
56 4 M8 x 16mm Schroef
57 2 Lager
58 1 Borgring
59 2 Huls van het Onderstel
60 1 Zwenkas
61 1 Linker Pedaal
62 1 Rechter Pedaal
63 1 Linkercrankarm
64 1 Rechtercrankarm
65 2 Kap van de Crankarm
66 1 Aandrijfriem
67 1 Stroomsnoer
68 1 Hoofddraad
69 1 Linker Armleuning
70 1 Linkergreep/Draad
71 3 3/8" Klemmoer
72 1 Rechter Armleuning
73 2 1/4" x 32mm Schroef
74 4 M10 x 58mm Schroef
75 2 5/16" x 1 3/4" Bout
76 2 5/16" Slotmoer
77 1 M10 x 35mm Inbusschroef
78 2 5/16" x 17mm Flensschroef
79 5 M8 x 30mm Schroef
80 5 M8 Moer
81 1 Rechtergreep/Draad
82 5 #10 x 1/2" Schroef met Platte Kop
83 1 1/4" x 125mm Schroef met Platte Kop
84 4 Tussenstuk van het Wiel
85 2 M10 Tussenring
86 2 M8 x 15mm Schroef
87 2 Bus van de Liftmotor
88 8 #8 x 13mm Schroef
89 9 #8 x 16mm Schroef
90 2 Montage/Schroef
91 2 M4 x 16mm Schroef
92 1 #8 x 6mm Schroef
93 2 8" Sterring
94 8 M4 x 12mm Schroef
95 10 #8 x 1/2" Schroef
96 4 M4 x 12mm Flensschroef
97 2 #8 x 19mm Tekschroef
98 1 Elektronische Scherm
99 2 1/4" Moer
100 1 M10 Borgmoer
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PFEVEX71316.0 R0316A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
29
101 1 Ontvanger/Draad
102 2 #8 x 1/2" Zelftappende Schroef
103 4 M6 x 16mm Schroef
104 1 Dop van de Drager van het Handvat
105 1 Drager van het Handvat
106 1 Remblok/Vergrendelingen
107 1 Knop van het Handvat
108 1 Veer
109 2 1/4" Slotmoer
110 2 #8 x 10mm Schroef
111 2 #8 x 6mm Schroef
112 4 #8 x 19mm Schroef
* Gereedschap voor het Monteren
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
30
67
17
95
66
24
39
94
59
59
57
2
93
50
52
47
34
16
95
71
37
85
58
89
49
48
51
57
19
18
88
100
109
25
74
77
23
21
21
89
26
76
75
60
73
88
24
20
20
79
80
80
95
98
30
87
84
27
84
1
22
71
42
40
41
82
44
45
85
71
82
43
96
31
8
53
54
97
36
35
95
108
95
15
33
32
14
83
38
86
86
55
55
74
27
110
99
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PFEVEX71316.0 R0316A
31
68
46
28
92
4
5
3
29
28
56
91
88
13
64
62
102
12
65
10
78
90
11
13
88
91
102
94
63
78
61
65
7
81
89
89
70
69
72
104
94
89
94
9
106
111
105
46
107
112
6
101
103
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PFEVEX71316.0 R0316A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 381196 R0316A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PFEVEX71316 de handleiding

Type
de handleiding