Master DH 745 de handleiding

Type
de handleiding
NL
1. PLAATSING (tek. 1.)
Vochtige lucht verspreidt zich, net als hinderlijke (kook)luchtjes,
door het gehele huis. Het is dan ook raadzaam om de
luchtontvochtiger op een centrale plaats neer te zetten, zodat de
vochtige lucht van alle kanten uit het gehele huis kan worden
aangezogen. Heeft u een serieus vochtprobleem in een vertrek,
begin dan in die ruimte. Later als het vochtprobleem is opgelost,
kunt u de luchtontvochtiger desgewenst verplaatsen naar een
meer centrale plaats.
Zet de luchtontvochtiger stabiel op een vlakke ondergrond. Zet
de luchtontvochtiger zoveel mogelijk waterpas en zorg ervoor dat
de lucht onbelemmerd kan worden aangezogen en uitgeblazen.
Zorg er dus voor dat aan alle kanten van het apparaat minstens
10 cm (4") vrije ruimte wordt behouden.
Voor extra praktisch gebruik en mobiliteit heeft uw
luchtontvochtiger 4 draaiwieltjes.
Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te
zetten, het snoer uit het stopcontact te halen en de watertank te
legen.
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden. Zorg er dus
voor dat het apparaat niet te ver van een stopcontact wordt
geplaatst. Indien een verlengsnoer toch noodzakelijk blijkt te zijn,
let erop dat de diameter van de stroomkabels minstens 1 mm2
bedraagt.
Het beste effect wordt verkregen in een ruimte met gesloten
buitendeuren en ramen wanneer de luchtontvochtiger aan staat.
2. INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
LET OP!
Het apparaat moet altijd rechtop staan.
Vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze
minimaal 1 uur rechtop hebben gestaan na het transport
ervan of nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging ervan).
Blokkeer de openingen (lucht in- en uitlaten) niet.
Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is uitsluitend
geschikt voor de aansluitspanningen die staan aangegeven
op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is beschadigd,
dient deze vervangen te worden door een deskundige
servicemonteur om ieder risico te voorkomen.
Zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik hiervoor altijd
de schakelaar op het bedieningspaneel.
Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te
zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en de watertank
te legen.
Gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brandbare
schoonmaakmiddelen.
Reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water
te besproeien of in water te dompelen.
DIT APPARAAT IS NIET BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR
PERSONEN (INCLUSIEF KINDEREN) MET EEN BEPERKT
LICHAMELIJK, ZINTUIGLIJK OF GEESTELIJK VERMOGEN
OF DOOR PERSONEN ZONDER ERVARING DIE NIET ZIJN
GETRAIND DOOR IEMAND DIE VERANTWOORDELIJK IS
VOOR HUN VEILIGHEID. LET ER OP DAT KINDEREN NIET
MET HET APPARAAT SPELEN.
BELANGRIJK!
Het apparaat mag niet worden gebruikt bij temperaturen
onder 5°C, om zo ijsafzetting op de verdamper te
voorkomen.
3. ONDERDELEN (tek. 2.)
1. Voorplaat
2. Bedieningspaneel
3. Luchtuitlaat
4. Handgreep van het apparaat
5. Achterplaat
6. Voedingskabels
7. Filterinlaat
8. Opening voor
waterafvoerslang voor
vaste waterafvoer
9. Watertank
10. Draaiwieltjes
4. WERKING (tek. 3.)
1. Knop
vochtigheidsgehalte
2. Knop ventilatorsnelheid
3. Display
4. Knop temperatuurdisplay
5. Knop ON/OFF
8. Controlelampje lage
snelheid
9. Timer
10. Controlelampje
“watertank vol”
11. Controlelampje ON/OFF
6. Controlelampje
vochtigheidsgehalte
7. Controlelampje hoge
snelheid
12. Controlelampje TiO2
13. Knop TiO2 (optioneel)
1. Steek de netstekker van het apparaat in het stopcontact.
Controleer eerst of de netspanning overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje aan de achterkant van het
apparaat.
2. Druk op de AAN/UIT knop om het apparaat aan te zetten.
De compressor zal starten (zonder ingestelde tijd werkt
het apparaat onafgebroken). De ionisator (optioneel) start
automatisch.
3. Druk op de HUMI knop om het gewenste
vochtigheidsgehalte in de ruimte in te stellen:
voortdurende ontvochtiging, 40%, 50%, 60% of 70%. (
Indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte minder dan
35% bedraagt, zal het symbool ‘LO’ op de display
verschijnen en indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte
meer dan 95% bedraagt, zal het symbool ‘HI’ op de
display verschijnen.)
4. Druk op de knop voor het instellen van de
ventilatorsnelheid en kies de gewenste snelheid – hoog of
laag.
5. Druk op de knop temperatuurdisplay om de temperatuur
van de omgeving weer te geven. Na 12 seconden zal de
display weer het vochtigheidsgehalte van de omgeving
weergeven.
6. Drup op de timer voor het instellen van de tijd van de
werking van het apparaat (1-24 uur). Zonder ingestelde tijd
werkt de luchtontvochtiger onafgebroken.
7. Drup op de knop TiO2 om TiO2 te starten (optioneel).
8. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat uit te
schakelen.
5. WATERAFVOER
Zodra de watertank vol is, zal de compressor stoppen met
werken en het controlelampje “watertank vol” zal (rood) gaan
branden.
Het controlelampje“watertank vol” zal (rood) gaan
branden.
Het apparaat zal gaan piepen.
* Om deze waarschuwingssignalen uit te zetten, kunt u de
AAN/UIT knop gebruiken of het apparaat geheel uitschakelen
Om de watertank te legen, dient deze gewoon uit het apparaat te
worden gehaald met behulp van de handgreep op de watertank
(tek. 4.).
Leeg de tank en schuif de tank voorzichtig weer op zijn plaats.
Controleer of de indicator “tank vol” uit is en of de
luchtontvochtiger het weer doet. Indien dit niet zo is, controleer of
de tank goed op zijn plaats zit en corrigeer indien nodig.
Indien de watertank vol is of niet juist is geplaatst, zal het
controlelampje “watertank vol” (rood) gaan branden (tek. 5.)
Let op:
Let op: Indien de watertank niet juist is teruggezet, zal het
controlelampje “watertank vol” (rood) gaan branden.
VASTE WATERAFVOER (tek. 6.)
Wanneer de luchtontvochtiger wordt gebruikt in een ruimte met
een hoge relatieve luchtvochtigheid, zal het nodig zijn om het
waterreservoir vaker te legen. In dat geval verdient het
aanbeveling om een aansluiting te maken met vaste afvoer. Dit is
mogelijk op de volgende manier:
1. Schuif een waterslang (binnendiameter 12 mm) door de
opening tot aan de wateraansluiting
* Let op: De waterslang wordt niet geleverd als vast onderdeel
van het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de waterslang over de hele lengte afloopt
en niet geknikt of verstopt is, zodat het water veilig en
ongehinderd kan aflopen. Controleer of de waterslang nog
goed vastzit.
* Let op! Zorg ervoor dat de afvoerslang bij koude
weersomstandigheden niet kan bevriezen.
6. ONDERHOUD
Alvorens (onderdelen van) het apparaat te reinigen resp. te
vervangen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
SCHOONMAKEN VAN DE BUITENKANT
Gebruik alleen een zachte doek om de buitenkant van het
apparaat schoon te maken.
Gebruik geen bijtende of agressieve schoonmaakmiddelen in
spray, benzine, of stoffen met chemische middelen. Deze
middelen kunnen het apparaat blijvend beschadigen.
SCHOONMAKEN VAN HET LUCHTFILTER (Stoffilter)
Verwijder het filter dat zich aan de achterkant van het
apparaat bevindt. (tek. 7.)
Reinig het uitwasbaar stoffilter met een stofzuiger of klop het
voorzichtig uit. Indien het filter erg vuil is, kan het worden
schoongemaakt in een warm sopje met een zacht (niet
agressief) schoonmaakmiddel. (tek. 8.)
Zorg ervoor dat het filter volledig droog is alvorens deze terug
te plaatsen.
Stel het filter niet wordt bloot aan direct zonlicht.
Actief koolstoffilter (tek. 9.) – Het actief koolstoffilter is niet
uitwasbaar en mag niet met water in aanraking komen. De
duurzaamheid ervan is afhankelijk van de omgeving waarin
het apparaat wordt gebruikt. Dit filter moet regelmatig worden
gecheckt (ongeveer om de 6 maanden) en indien nodig
vervangen.
OPSLAG
Volg de onderstaande instructies op indien u de luchtontvochtiger
gedurende een langere periode niet wilt gebruiken:
Het apparaat uitschakelen, de voedingskabel uit het
stopcontact trekken en netjes oprollen.
Watertank legen en alle onderdelen goed drogen.
De luchtontvochtiger bedekken en het apparaat op een plaats
bewaren waar het niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
7. VERHELPEN VAN STORINGEN
DE LUCHTONTVOCHTIGER WERKT NIET:
Controleer of de regelaar van het vochtigheidsgehalte zich
binnen de werkingspositie bevindt
Controleer of de watertank juist is geïnstalleerd en niet vol is
Controleer of de luchtinlaat of –uitlaat niet is verstopt
Is de stekker aangesloten op een stopcontact?
Is er stroomaansluiting in het gebouw?
Bedraagt de kamertemperatuur minder dan 5°C of meer dan
35°C? Zo ja, dan is valt dit buiten de werkingstemperatuur
van het apparaat.
HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI:
Controleer of het apparaat stabiel staat op een effen
oppervlak.
HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI:
Controleer of het apparaat stabiel staat op een effen
oppervlak.
DE LUCHTONTVOCHTIGER LIJKT NIET GOED TE WERKEN:
Is het filter vuil of verstopt?
Zijn de luchtinlaat of -uitlaat geblokkeerd?
Is het vochtigheidsgehalte van de omgeving al redelijk laag?
DE LUCHTONTVOCHTIGER ONTVOCHT NIET OF SLECHTS
HEEL WEINIG:
Zijn er te veel deuren en ramen open?
Is er iets in de kamer dat voor een hoog vochtigheidsgehalte
zorgt?

Documenttranscriptie

NL 1. PLAATSING (tek. 1.) Vochtige lucht verspreidt zich, net als hinderlijke (kook)luchtjes, door het gehele huis. Het is dan ook raadzaam om de luchtontvochtiger op een centrale plaats neer te zetten, zodat de vochtige lucht van alle kanten uit het gehele huis kan worden aangezogen. Heeft u een serieus vochtprobleem in een vertrek, begin dan in die ruimte. Later als het vochtprobleem is opgelost, kunt u de luchtontvochtiger desgewenst verplaatsen naar een meer centrale plaats. Zet de luchtontvochtiger stabiel op een vlakke ondergrond. Zet de luchtontvochtiger zoveel mogelijk waterpas en zorg ervoor dat de lucht onbelemmerd kan worden aangezogen en uitgeblazen. Zorg er dus voor dat aan alle kanten van het apparaat minstens 10 cm (4") vrije ruimte wordt behouden. Voor extra praktisch gebruik en mobiliteit heeft uw luchtontvochtiger 4 draaiwieltjes. Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, het snoer uit het stopcontact te halen en de watertank te legen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden. Zorg er dus voor dat het apparaat niet te ver van een stopcontact wordt geplaatst. Indien een verlengsnoer toch noodzakelijk blijkt te zijn, let erop dat de diameter van de stroomkabels minstens 1 mm2 bedraagt. Het beste effect wordt verkregen in een ruimte met gesloten buitendeuren en ramen wanneer de luchtontvochtiger aan staat. 2. INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK LET OP! • Het apparaat moet altijd rechtop staan. • Vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze minimaal 1 uur rechtop hebben gestaan na het transport ervan of nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging ervan). • Blokkeer de openingen (lucht in- en uitlaten) niet. • Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor de aansluitspanningen die staan aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat. • Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is beschadigd, dient deze vervangen te worden door een deskundige servicemonteur om ieder risico te voorkomen. • Zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik hiervoor altijd de schakelaar op het bedieningspaneel. • Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en de watertank te legen. • Gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brandbare schoonmaakmiddelen. • Reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water te besproeien of in water te dompelen. • DIT APPARAAT IS NIET BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR PERSONEN (INCLUSIEF KINDEREN) MET EEN BEPERKT LICHAMELIJK, ZINTUIGLIJK OF GEESTELIJK VERMOGEN OF DOOR PERSONEN ZONDER ERVARING DIE NIET ZIJN GETRAIND DOOR IEMAND DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. LET ER OP DAT KINDEREN NIET MET HET APPARAAT SPELEN. BELANGRIJK! Het apparaat mag niet worden gebruikt bij temperaturen onder 5°C, om zo ijsafzetting op de verdamper te voorkomen. 3. ONDERDELEN (tek. 2.) 6. Voedingskabels 1. Voorplaat 7. Filterinlaat 2. Bedieningspaneel 8. Opening voor 3. Luchtuitlaat waterafvoerslang voor 4. Handgreep van het apparaat vaste waterafvoer 5. Achterplaat 9. Watertank 10. Draaiwieltjes 4. WERKING (tek. 3.) 8. Controlelampje lage 1. Knop snelheid vochtigheidsgehalte 9. Timer 2. Knop ventilatorsnelheid 10. Controlelampje 3. Display “watertank vol” 4. Knop temperatuurdisplay 11. Controlelampje ON/OFF 5. Knop ON/OFF 6. Controlelampje vochtigheidsgehalte 7. Controlelampje hoge snelheid 12. Controlelampje TiO2 13. Knop TiO2 (optioneel) 1. Steek de netstekker van het apparaat in het stopcontact. Controleer eerst of de netspanning overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat. 2. Druk op de AAN/UIT knop om het apparaat aan te zetten. De compressor zal starten (zonder ingestelde tijd werkt het apparaat onafgebroken). De ionisator (optioneel) start automatisch. 3. Druk op de HUMI knop om het gewenste vochtigheidsgehalte in de ruimte in te stellen: voortdurende ontvochtiging, 40%, 50%, 60% of 70%. ( Indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte minder dan 35% bedraagt, zal het symbool ‘LO’ op de display verschijnen en indien het vochtigheidsgehalte in de ruimte meer dan 95% bedraagt, zal het symbool ‘HI’ op de display verschijnen.) 4. Druk op de knop voor het instellen van de ventilatorsnelheid en kies de gewenste snelheid – hoog of laag. 5. Druk op de knop temperatuurdisplay om de temperatuur van de omgeving weer te geven. Na 12 seconden zal de display weer het vochtigheidsgehalte van de omgeving weergeven. 6. Drup op de timer voor het instellen van de tijd van de werking van het apparaat (1-24 uur). Zonder ingestelde tijd werkt de luchtontvochtiger onafgebroken. 7. Drup op de knop TiO2 om TiO2 te starten (optioneel). 8. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat uit te schakelen. 5. WATERAFVOER Zodra de watertank vol is, zal de compressor stoppen met werken en het controlelampje “watertank vol” zal (rood) gaan branden. Het controlelampje“watertank vol” zal (rood) gaan branden. Het apparaat zal gaan piepen. * Om deze waarschuwingssignalen uit te zetten, kunt u de AAN/UIT knop gebruiken of het apparaat geheel uitschakelen Om de watertank te legen, dient deze gewoon uit het apparaat te worden gehaald met behulp van de handgreep op de watertank (tek. 4.). Leeg de tank en schuif de tank voorzichtig weer op zijn plaats. Controleer of de indicator “tank vol” uit is en of de luchtontvochtiger het weer doet. Indien dit niet zo is, controleer of de tank goed op zijn plaats zit en corrigeer indien nodig. Indien de watertank vol is of niet juist is geplaatst, zal het controlelampje “watertank vol” (rood) gaan branden (tek. 5.) Let op: Let op: Indien de watertank niet juist is teruggezet, zal het controlelampje “watertank vol” (rood) gaan branden. VASTE WATERAFVOER (tek. 6.) Wanneer de luchtontvochtiger wordt gebruikt in een ruimte met een hoge relatieve luchtvochtigheid, zal het nodig zijn om het waterreservoir vaker te legen. In dat geval verdient het aanbeveling om een aansluiting te maken met vaste afvoer. Dit is mogelijk op de volgende manier: 1. Schuif een waterslang (binnendiameter 12 mm) door de opening tot aan de wateraansluiting * Let op: De waterslang wordt niet geleverd als vast onderdeel van het apparaat. 2. Zorg ervoor dat de waterslang over de hele lengte afloopt en niet geknikt of verstopt is, zodat het water veilig en ongehinderd kan aflopen. Controleer of de waterslang nog goed vastzit. * Let op! Zorg ervoor dat de afvoerslang bij koude weersomstandigheden niet kan bevriezen. 6. ONDERHOUD Alvorens (onderdelen van) het apparaat te reinigen resp. te vervangen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen. SCHOONMAKEN VAN DE BUITENKANT Gebruik alleen een zachte doek om de buitenkant van het apparaat schoon te maken. Gebruik geen bijtende of agressieve schoonmaakmiddelen in spray, benzine, of stoffen met chemische middelen. Deze middelen kunnen het apparaat blijvend beschadigen. SCHOONMAKEN VAN HET LUCHTFILTER (Stoffilter) • Verwijder het filter dat zich aan de achterkant van het apparaat bevindt. (tek. 7.) • Reinig het uitwasbaar stoffilter met een stofzuiger of klop het voorzichtig uit. Indien het filter erg vuil is, kan het worden schoongemaakt in een warm sopje met een zacht (niet agressief) schoonmaakmiddel. (tek. 8.) • Zorg ervoor dat het filter volledig droog is alvorens deze terug te plaatsen. • Stel het filter niet wordt bloot aan direct zonlicht. • Actief koolstoffilter (tek. 9.) – Het actief koolstoffilter is niet uitwasbaar en mag niet met water in aanraking komen. De duurzaamheid ervan is afhankelijk van de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt. Dit filter moet regelmatig worden gecheckt (ongeveer om de 6 maanden) en indien nodig vervangen. OPSLAG Volg de onderstaande instructies op indien u de luchtontvochtiger gedurende een langere periode niet wilt gebruiken: • Het apparaat uitschakelen, de voedingskabel uit het stopcontact trekken en netjes oprollen. • Watertank legen en alle onderdelen goed drogen. • De luchtontvochtiger bedekken en het apparaat op een plaats bewaren waar het niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. 7. VERHELPEN VAN STORINGEN DE LUCHTONTVOCHTIGER WERKT NIET: • Controleer of de regelaar van het vochtigheidsgehalte zich binnen de werkingspositie bevindt • Controleer of de watertank juist is geïnstalleerd en niet vol is • Controleer of de luchtinlaat of –uitlaat niet is verstopt • Is de stekker aangesloten op een stopcontact? • Is er stroomaansluiting in het gebouw? • Bedraagt de kamertemperatuur minder dan 5°C of mee r dan 35°C? Zo ja, dan is valt dit buiten de werkingstemp eratuur van het apparaat. HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI: • Controleer of het apparaat stabiel staat op een effen oppervlak. HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI: • Controleer of het apparaat stabiel staat op een effen oppervlak. DE LUCHTONTVOCHTIGER LIJKT NIET GOED TE WERKEN: • Is het filter vuil of verstopt? • Zijn de luchtinlaat of -uitlaat geblokkeerd? • Is het vochtigheidsgehalte van de omgeving al redelijk laag? DE LUCHTONTVOCHTIGER ONTVOCHT NIET OF SLECHTS HEEL WEINIG: • Zijn er te veel deuren en ramen open? • Is er iets in de kamer dat voor een hoog vochtigheidsgehalte zorgt?
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Master DH 745 de handleiding

Type
de handleiding