Master DH 716 720 de handleiding

Type
de handleiding
Alvorens het apparaat te gebruiken, dient de handleiding aandachtig te
worden bestudeerd en bewaard voor latere raadpleging.
PAGINA’S
Referentienummer van het model 1
Technische specificatie 2
Werking 3
Plaatsing 4
Instructies vóór het gebruik 4
Onderdelen 5
Bediening 6
Waterafvoer 8-10
Onderhoud 10-11
Verhelpen van storingen 12
REFERENTIENUMMER VAN HET MODEL
DH 716 16l/dag – luchtontvochtiger
DH 720 20l/dag – luchtontvochtiger
+ UV
INHOUDSOPGAV
1
Modelnummer DH 716 DH 720
Aansluitspanning 220V-240V,~50Hz
Ontvochtingscapaciteit 16l/ dag 20l/ dag
Stroomverbruik/ampèreverbruik *
280W/1.3A
370W/1.7A
Compressor Rotatie
Koelmiddel R134a
Werkingstemperatuur 5 ~ 35°C
Capaciteit watertank 5.5l
Afmetingen (B x D x H) 410x210x550 mm
Netto gewicht 12 kg 12.5 kg
Het apparaat bevat gefluoreerd broeikasgas, waarvan het aardopwarmingsvermogen (GWP) =
1300 (C0
2
=1) bedraagt.
Deze metingen worden bereikt bij een relatieve temperatuur
(RT) van 30 °C en een relatieve vochtigheid (RH) van 80%.
De gegevens gemarkeerd met een * kunnen voor technische
redenen variëren. Meer nauwkeurige informatie vindt u op het
typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
2
Werking
1 – uitlaat droge lucht
2 - condensor
3- verdamper
4 – inlaat vochtige lucht
5 - microschakelaar
6 - watertank
7- motor
8 - ventilator
9 - compressor
10 - watertank
Dit apparaat is een luchtontvochtiger. De luchtontvochtiger regelt de relatieve vochtigheid in
afgesloten ruimtes door lucht op te zuigen en over koelelementen te leiden. Het koude
oppervlak van de koelelementen laat het vocht in de lucht condenseren. Het condenswater
wordt opgevangen in de watertank. De gedroogde lucht wordt door de uitblaasrooster weer
in het vertrek geblazen. De lucht wordt nog iets opgewarmd, voordat deze door de
uitblaasrooster weer in het vertrek wordt geblazen.
3
Plaatsing
Vochtige lucht verspreidt zich,
net als hinderlijke
(kook)luchtjes, door het gehele
huis. Het is dan ook raadzaam
om de luchtontvochtiger op
een centrale plaats neer te
zetten, zodat de vochtige lucht
van alle kanten uit het gehele
huis kan worden aangezogen.
Heeft u een serieus
vochtprobleem in een vertrek,
begin dan in dit vertrek. Later
als het vochtprobleem is
opgelost, kunt u de
luchtontvochtiger desgewenst
verplaatsen naar een meer
centrale plaats.
Plaats de luchtontvochtiger
nooit te dicht bij een radiator
of andere warmtebron.
Zet de luchtontvochtiger
stabiel op een vlakke
ondergrond. Zet de
luchtontvochtiger zoveel
mogelijk waterpas en zorg
ervoor dat de lucht
onbelemmerd kan worden
aangezogen en uitgeblazen.
Zorg er dus voor dat aan alle
kanten van het apparaat
minstens 10 cm (4") vrije
ruimte wordt behouden. Voor
extra praktisch gebruik en
mobiliteit heeft uw
luchtontvochtiger 4 wieltjes.
Indien u het apparaat wilt
verplaatsen, dient u het eerst
uit te zetten, het snoer uit het
stopcontact te halen en de
watertank te legen.
Het gebruik van een
verlengsnoer wordt afgeraden.
Zorg er dus voor dat het
apparaat niet te ver van een
stopcontact wordt geplaatst.
Indien een verlengsnoer toch
noodzakelijk blijkt te zijn, let
erop dat de diameter van de
stroomkabels minstens 1 mm2
bedraagt. Het beste effect
wordt verkregen in een ruimte
met buitendeuren en ramen
gesloten wanneer de
luchtontvochtiger aan staat.
Instructies vóór het gebruik
LET OP!
het apparaat moet altijd rechtop staan;
vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze minimaal 1 uur rechtop hebben
gestaan na het transport ervan of nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging ervan);
Stop geen vreemde voorwerpen in de openingen (lucht in- en uitlaten);
Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor de
aansluitspanningen die staan aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van het
apparaat;
Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is beschadigd, dient deze vervangen te
worden door een deskundige servicemonteur om ieder risico te voorkomen;
4
zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de stekker uit het stopcontact te
trekken. Gebruik hiervoor altijd de schakelaar op het bedieningspaneel;
indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, de stekker uit het
stopcontact te halen en de watertank te legen;
gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brandbare schoonmaakmiddelen;
reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water te besproeien of in water te
dompelen.
BELANGRIJK!
Het apparaat mag niet worden gebruikt bij temperaturen onder 5 °C, om zo
ijsafzetting op de verdamper te voorkomen.
Onderdelen
Voorkant
1. Bedieningspaneel
2. Luchtinlaat /Filters
3. Kijkglas waterpeil
4. Handgreep
5. Watertank
Achterkant
6. Luchtuitlaatklep
7. Luchtuitlaat
8. Achterplaat
9. Opening voor
waterafvoerslang
10. Wieltje
11. Voedingskabel
5
Montage van de filters
Bediening
Display
1. Knop "HEAT" (alleen voor
modellen met verwarmingselement)
2. UV-licht ( alleen voor modellen
met de functie UV-licht)
3. TIMER
4. Display
5. Ventilatorsnelheid
6. Luchtvochtigheidsgraad
7. ON/OFF (aan/uit)
Rooster
Uitwasbaar
stoffilter
Actief
koolstoffilte
Filterhouder
6
Indicatoren
1. Vochtigheid: voortdurende ontvochtiging, 50%, 60%, 70%, 80%.
2. De vochtigheidsgraad in de omgeving is: goed , redelijk , slecht
betekent 50% vochtigheidsgraad in de omgeving 70%.
betekent 30% vochtigheidsgraad in de omgeving < 50% of 70% < vochtigheidsgraad
in de omgeving 80%.
betekent dat de vochtigheidsgraad in de omgeving meer bedraagt dan 80%.
3. De compressor is in werking. Indien de ontdooifunctie is geactiveerd, zullen de
druppeltjes water gaan knipperen.
De compressor is niet in werking.
De watertank is vol.
4. De verwarmingsindicator (alleen voor modellen met verwarmingselement): Op het moment
dat de verwarmingsfunctie wordt aangezet, indien de temperatuur van de omgeving lager
dan 25°C is, zal het lampje gaan branden en de verwarming aangaan. Tijdens de werking
van de verwarming zal de ventilatorsnelheid op een hoog niveau blijven. Indien de
temperatuur van de omgeving echter hoger is dan 25°C, zal het lampje van de
verwarmingsfunctie niet gaan branden en de verwarming zal niet aangaan. *Deze PTC-
verwarming heeft een ingebouwde thermostaat en thermische beveiliging tegen
overbelasting.
5. De UV-indicator (ultraviolette straling): uitsluitend voor het model met de functie UV-licht.
*UV kan bacterie in de lucht elimineren.
6. De TIMER, 1 tot 24 uur.
7. De temperatuurindicator geeft de temperatuur van de omgeving weer in graden Celsius (°C)
wanneer de knop "HUM" voor minstens twee seconden wordt ingedrukt.
8. Ventilatorsnelheid/ventilatorindicator: hoge snelheid, lage snelheid.
7
Bediening
1. Steek de netstekker in het stopcontact. Controleer eerst of de netspanning overeenkomt met
de gegevens op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
2. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat aan te zetten. De compressor begint vanaf nu te
werken (voortdurende ontvochtiging).
3. Druk op de knop HUMIDITY om de gewenste luchtvochtigheid in te stellen: voortdurende
ontvochtiging: 50%, 60%, 70% of 80%.
4. Druk op de knop die de ventilatorsnelheid instelt om de gewenste
snelheid in te stellen van hoog tot laag.
5. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat uit te schakelen.
6. De richting van de luchtuitlaat kan handmatig worden ingesteld.
Waterafvoer
Als de watertank vol is, wordt de luchtontvochtiger automatisch uitgeschakeld:
De indicator “tank vol” zal gaan branden.
Het apparaat zal gaan piepen. *Om het piepen te laten stoppen, kunt u de knop ON/OFF
indrukken en zo het apparaat uitschakelen.
De waterpeil display wordt rood.
Pak het ingebouwde handvat vast en trek de watertank voorzichtig volledig uit het apparaat.
Leeg de tank en schuif de tank voorzichtig weer op zijn plaats. Controleer of de indicator “tank vol”
uit is en of de luchtontvochtiger het weer doet.
Als de tank niet goed is geplaatst, wordt de waterpeil display rood en zal het apparaat gaan piepen.
8
Indien de watertank vol is of
niet goed geplaatst is, dan
wordt de waterpeil display
rood.
Pak het ingebouwde
handvat vast en trek de
watertank voorzichtig uit
het apparaat.
Aansluiten op een vaste waterafvoer
Wanneer de luchtontvochtiger wordt gebruikt in een ruimte met een hoge relatieve
luchtvochtigheid, zal het nodig zijn om de watertankvaker te legen. In dat geval verdient het
aanbeveling om een aansluiting te maken met vaste afvoer. Dit is mogelijk op de volgende manier:
Verwijder het dopje van de opening van de vaste waterafvoer aan de achterkant aan de
luchtontvochtiger (Afb. 1).
LET OP!
Zodra het dopje van de opening wordt verwijderd, kan deze niet weer worden afgesloten met de
dop. Indien deze opening wordt dichtgemaakt, dan kan is er geen waterafvoer naar de tank
meer mogelijk.
Schuif een waterslang (binnendiameter 12 mm) door de opening tot aan de wateraansluiting
en druk de slang vast op de wateraansluiting (Afb. 2).
* De waterslang wordt niet geleverd als vast onderdeel van het apparaat.
Zorg ervoor dat de waterslang over de hele lengte afloopt en niet geknikt of verstopt is, zodat
het water veilig en ongehinderd kan aflopen. Controleer of de waterslang nog goed vastzit.
LET OP!
Let erop dat bij koude weersomstandigheden de afvoerslang niet kan bevriezen.
9
Waterslang met een
binnendiameter van 12
mm.
De waterslang wordt
niet geleverd als vast
onderdeel van het
apparaat.
Onderhoud
Neem altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat of onderdelen hiervan
gaat reinigen of vervangen.
SCHOONMAKEN VAN DE BUITENKANT VAN HET APPARAAT
Gebruik alleen een zachte doek om de buitenkant van het apparaat schoon te maken.
Gebruik geen bijtende of agressieve schoonmaakmiddelen. Deze middelen kunnen het apparaat
blijvend beschadigen.
SCHOONMAKEN VAN HET LUCHTFILTER
In geval van een uitwasbaar stoffilter - reinig het filter met een stofzuiger of klop het voorzichtig uit.
Indien het filter erg vuil is, kan het worden schoongemaakt in een warm sopje met een zacht (niet
agressief) schoonmaakmiddel.
Afb. 1
Afb. 2
10
Het actief koolstoffilter mag niet met
water in aanraking komen. De
duurzaamheid ervan is afhankelijk
van de omgeving waarin het apparaat
wordt gebruikt. Dit filter moet
regelmatig worden gecheckt
(ongeveer om de 6 maanden) en
indien nodig vervangen.
ACTIEF KOOLSTOFFILTER
Opslag
Wanneer u de luchtontvochtiger langere tijd niet wilt gebruiken, dient het apparaat te worden
uitgeschakeld. Trek het snoer uit het stopcontact en reinig het apparaat.
Leeg de watertank en droog alle onderdelen goed.
Bedek de luchtontvochtiger en bewaar het apparaat op een plaats waar het niet wordt blootgesteld
aan direct zonlicht.
11
FILTERHOUDER
Rooster
Uitwasbaar
stoffilter
Actief
koolstoffilter
Filterhoude
r
Verhelpen van storingen
DE LUCHTONTVOCHTIGER WERKT NIET:
Is de stekker aangesloten op een stopcontact?
Is er stroomaansluiting in het gebouw?
Is de kamertemperatuur 35°C of hoger? Zo ja, dan is valt dit buiten de werkingstemperatuur
van het apparaat.
Check of de hygrostaat (of de ON/OFF knop) is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de watertank leeg is en goed in de luchtontvochtiger geplaatst.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat en -uitlaat vrij zijn.
DE LUCHTONTVOCHTIGER LIJKT NIET GOED TE WERKEN:
Is het filter vuil of verstopt?
Zijn de luchtinlaat of -uitlaat geblokkeerd?
Is het vochtigheidsgehalte van de omgeving niet al laag genoeg?
DE LUCHTONTVOCHTIGER ONTVOCHT NIET OF SLECHTS HEEL WEINIG:
Zijn er niet te veel deuren en ramen open?
Is er iets in de kamer dat voor een hoog vochtigheidsgehalte zorgt?
HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI:
Controleer of de luchtontvochtiger stabiel is en op een vlakke ondergrond staat.
ER LOOPT WATER UIT DE LUCHTONTVOCHTIGER:
Controleer of the apparaat in goede technische staat is.
Indien het apparaat niet op een vaste waterafvoer is aangesloten, dient te worden
gecontroleerd of de rubberen dop aan de onderkant van het apparaat goed vastzit.
12

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAV Alvorens het apparaat te gebruiken, dient de handleiding aandachtig te worden bestudeerd en bewaard voor latere raadpleging. Referentienummer van het model Technische specificatie Werking Plaatsing Instructies vóór het gebruik Onderdelen Bediening Waterafvoer Onderhoud Verhelpen van storingen PAGINA’S 1 2 3 4 4 5 6 8-10 10-11 12 REFERENTIENUMMER VAN HET MODEL DH 716 DH 720 16l/dag – luchtontvochtiger 20l/dag – luchtontvochtiger + UV 1 TECHNISCHE SPECIFICATIE Modelnummer DH 716 DH 720 Aansluitspanning 220V-240V,~50Hz Ontvochtingscapaciteit 16l/ dag 20l/ dag Stroomverbruik/ampèreverbruik * 280W/1.3A 370W/1.7A Compressor Rotatie Koelmiddel R134a Werkingstemperatuur 5 ~ 35°C Capaciteit watertank 5.5l Afmetingen (B x D x H) 410x210x550 mm Netto gewicht 12 kg 12.5 kg Het apparaat bevat gefluoreerd broeikasgas, waarvan het aardopwarmingsvermogen (GWP) = 1300 (C02=1) bedraagt. • Deze metingen worden bereikt bij een relatieve temperatuur (RT) van 30 °C en een relatieve vochtigheid (RH) van 80%. • De gegevens gemarkeerd met een * kunnen voor technische redenen variëren. Meer nauwkeurige informatie vindt u op het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt. 2 Werking 1 – uitlaat droge lucht 2 - condensor 3- verdamper 4 – inlaat vochtige lucht 5 - microschakelaar 6 - watertank 7- motor 8 - ventilator 9 - compressor 10 - watertank Dit apparaat is een luchtontvochtiger. De luchtontvochtiger regelt de relatieve vochtigheid in afgesloten ruimtes door lucht op te zuigen en over koelelementen te leiden. Het koude oppervlak van de koelelementen laat het vocht in de lucht condenseren. Het condenswater wordt opgevangen in de watertank. De gedroogde lucht wordt door de uitblaasrooster weer in het vertrek geblazen. De lucht wordt nog iets opgewarmd, voordat deze door de uitblaasrooster weer in het vertrek wordt geblazen. 3 Plaatsing Vochtige lucht verspreidt zich, net als hinderlijke (kook)luchtjes, door het gehele huis. Het is dan ook raadzaam om de luchtontvochtiger op een centrale plaats neer te zetten, zodat de vochtige lucht van alle kanten uit het gehele huis kan worden aangezogen. Heeft u een serieus vochtprobleem in een vertrek, begin dan in dit vertrek. Later als het vochtprobleem is opgelost, kunt u de luchtontvochtiger desgewenst verplaatsen naar een meer centrale plaats. Plaats de luchtontvochtiger nooit te dicht bij een radiator of andere warmtebron. Zet de luchtontvochtiger stabiel op een vlakke ondergrond. Zet de luchtontvochtiger zoveel mogelijk waterpas en zorg ervoor dat de lucht onbelemmerd kan worden aangezogen en uitgeblazen. Zorg er dus voor dat aan alle kanten van het apparaat minstens 10 cm (4") vrije ruimte wordt behouden. Voor extra praktisch gebruik en mobiliteit heeft uw luchtontvochtiger 4 wieltjes. Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, het snoer uit het stopcontact te halen en de watertank te legen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden. Zorg er dus voor dat het apparaat niet te ver van een stopcontact wordt geplaatst. Indien een verlengsnoer toch noodzakelijk blijkt te zijn, let erop dat de diameter van de stroomkabels minstens 1 mm2 bedraagt. Het beste effect wordt verkregen in een ruimte met buitendeuren en ramen gesloten wanneer de luchtontvochtiger aan staat. Instructies vóór het gebruik LET OP! • het apparaat moet altijd rechtop staan; • vóór het aansluiten van uw luchtontvochtiger moet deze minimaal 1 uur rechtop hebben gestaan na het transport ervan of nadat deze is gekanteld (bijv. tijdens reiniging ervan); • Stop geen vreemde voorwerpen in de openingen (lucht in- en uitlaten); • Controleer de netspanning. De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor de aansluitspanningen die staan aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat; • Als de stroomkabel van de luchtontvochtiger is beschadigd, dient deze vervangen te worden door een deskundige servicemonteur om ieder risico te voorkomen; 4 • zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik hiervoor altijd de schakelaar op het bedieningspaneel; • indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u het eerst uit te zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en de watertank te legen; • gebruik geen spray tegen ongedierte of anderen brandbare schoonmaakmiddelen; • reinig de luchtontvochtiger nooit door het apparaat met water te besproeien of in water te dompelen. BELANGRIJK! Het apparaat mag niet worden gebruikt bij temperaturen onder 5 °C, om zo ijsafzetting op de verdamper te voorkomen. Onderdelen Voorkant 1. Bedieningspaneel 2. Luchtinlaat /Filters 3. Kijkglas waterpeil 4. Handgreep 5. Watertank Achterkant 6. Luchtuitlaatklep 7. Luchtuitlaat 8. Achterplaat 9. Opening voor waterafvoerslang 10. Wieltje 11. Voedingskabel 5 Montage van de filters Filterhouder Rooster Uitwasbaar stoffilter Actief koolstoffilte Bediening 1. Knop "HEAT" (alleen voor modellen met verwarmingselement) 2. UV-licht ( alleen voor modellen met de functie UV-licht) 3. TIMER 4. Display 5. Ventilatorsnelheid 6. Luchtvochtigheidsgraad 7. ON/OFF (aan/uit) Display 6 Indicatoren 1. Vochtigheid: voortdurende ontvochtiging, 50%, 60%, 70%, 80%. 2. De vochtigheidsgraad in de omgeving is: goed , redelijk , slecht betekent 50% ≤ vochtigheidsgraad in de omgeving ≤ 70%. betekent 30% ≤ vochtigheidsgraad in de omgeving < 50% of 70% < vochtigheidsgraad in de omgeving ≤ 80%. betekent dat de vochtigheidsgraad in de omgeving meer bedraagt dan 80%. 3. De compressor is in werking. Indien de ontdooifunctie is geactiveerd, zullen de druppeltjes water gaan knipperen. De compressor is niet in werking. De watertank is vol. 4. De verwarmingsindicator (alleen voor modellen met verwarmingselement): Op het moment dat de verwarmingsfunctie wordt aangezet, indien de temperatuur van de omgeving lager dan 25°C is, zal het lampje gaan branden en de verwarming aangaan. Tijdens de werking van de verwarming zal de ventilatorsnelheid op een hoog niveau blijven. Indien de temperatuur van de omgeving echter hoger is dan 25°C, zal het lampje van de verwarmingsfunctie niet gaan branden en de verwarming zal niet aangaan. *Deze PTCverwarming heeft een ingebouwde thermostaat en thermische beveiliging tegen overbelasting. 5. De UV-indicator (ultraviolette straling): uitsluitend voor het model met de functie UV-licht. *UV kan bacterie in de lucht elimineren. 6. De TIMER, 1 tot 24 uur. 7. De temperatuurindicator geeft de temperatuur van de omgeving weer in graden Celsius (°C) wanneer de knop "HUM" voor minstens twee seconden wordt ingedrukt. 8. Ventilatorsnelheid/ventilatorindicator: hoge snelheid, lage snelheid. 7 Bediening 1. Steek de netstekker in het stopcontact. Controleer eerst of de netspanning overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat. 2. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat aan te zetten. De compressor begint vanaf nu te werken (voortdurende ontvochtiging). 3. Druk op de knop HUMIDITY om de gewenste luchtvochtigheid in te stellen: voortdurende ontvochtiging: 50%, 60%, 70% of 80%. 4. Druk op de knop die de ventilatorsnelheid instelt om de gewenste snelheid in te stellen van hoog tot laag. 5. Drup op de ON/OFF knop om het apparaat uit te schakelen. 6. De richting van de luchtuitlaat kan handmatig worden ingesteld. Waterafvoer Als de watertank vol is, wordt de luchtontvochtiger automatisch uitgeschakeld: • De indicator “tank vol” zal gaan branden. • Het apparaat zal gaan piepen. *Om het piepen te laten stoppen, kunt u de knop ON/OFF indrukken en zo het apparaat uitschakelen. • De waterpeil display wordt rood. Pak het ingebouwde handvat vast en trek de watertank voorzichtig volledig uit het apparaat. Leeg de tank en schuif de tank voorzichtig weer op zijn plaats. Controleer of de indicator “tank vol” uit is en of de luchtontvochtiger het weer doet. Als de tank niet goed is geplaatst, wordt de waterpeil display rood en zal het apparaat gaan piepen. 8 Indien de watertank vol is of niet goed geplaatst is, dan wordt de waterpeil display rood. Pak het ingebouwde handvat vast en trek de watertank voorzichtig uit het apparaat. Aansluiten op een vaste waterafvoer Wanneer de luchtontvochtiger wordt gebruikt in een ruimte met een hoge relatieve luchtvochtigheid, zal het nodig zijn om de watertankvaker te legen. In dat geval verdient het aanbeveling om een aansluiting te maken met vaste afvoer. Dit is mogelijk op de volgende manier: • Verwijder het dopje van de opening van de vaste waterafvoer aan de achterkant aan de luchtontvochtiger (Afb. 1). LET OP! Zodra het dopje van de opening wordt verwijderd, kan deze niet weer worden afgesloten met de dop. Indien deze opening wordt dichtgemaakt, dan kan is er geen waterafvoer naar de tank meer mogelijk. • Schuif een waterslang (binnendiameter 12 mm) door de opening tot aan de wateraansluiting en druk de slang vast op de wateraansluiting (Afb. 2). * De waterslang wordt niet geleverd als vast onderdeel van het apparaat. • Zorg ervoor dat de waterslang over de hele lengte afloopt en niet geknikt of verstopt is, zodat het water veilig en ongehinderd kan aflopen. Controleer of de waterslang nog goed vastzit. LET OP! Let erop dat bij koude weersomstandigheden de afvoerslang niet kan bevriezen. 9 Afb. 1 Waterslang met een binnendiameter van 12 mm. De waterslang wordt niet geleverd als vast onderdeel van het apparaat. Afb. 2 Onderhoud Neem altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat of onderdelen hiervan gaat reinigen of vervangen. SCHOONMAKEN VAN DE BUITENKANT VAN HET APPARAAT Gebruik alleen een zachte doek om de buitenkant van het apparaat schoon te maken. Gebruik geen bijtende of agressieve schoonmaakmiddelen. Deze middelen kunnen het apparaat blijvend beschadigen. SCHOONMAKEN VAN HET LUCHTFILTER In geval van een uitwasbaar stoffilter - reinig het filter met een stofzuiger of klop het voorzichtig uit. Indien het filter erg vuil is, kan het worden schoongemaakt in een warm sopje met een zacht (niet agressief) schoonmaakmiddel. 10 FILTERHOUDER Het actief koolstoffilter mag niet met water in aanraking komen. De duurzaamheid ervan is afhankelijk van de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt. Dit filter moet regelmatig worden gecheckt (ongeveer om de 6 maanden) en indien nodig vervangen. ACTIEF KOOLSTOFFILTER Rooster Uitwasbaar stoffilter Actief koolstoffilter Filterhoude r Opslag Wanneer u de luchtontvochtiger langere tijd niet wilt gebruiken, dient het apparaat te worden uitgeschakeld. Trek het snoer uit het stopcontact en reinig het apparaat. Leeg de watertank en droog alle onderdelen goed. Bedek de luchtontvochtiger en bewaar het apparaat op een plaats waar het niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. 11 Verhelpen van storingen DE LUCHTONTVOCHTIGER WERKT NIET: • Is de stekker aangesloten op een stopcontact? • Is er stroomaansluiting in het gebouw? • Is de kamertemperatuur 35°C of hoger? Zo ja, dan is valt dit buiten de werkingstemperatuur van het apparaat. • Check of de hygrostaat (of de ON/OFF knop) is ingeschakeld. • Zorg ervoor dat de watertank leeg is en goed in de luchtontvochtiger geplaatst. • Zorg ervoor dat de luchtinlaat en -uitlaat vrij zijn. DE LUCHTONTVOCHTIGER LIJKT NIET GOED TE WERKEN: • Is het filter vuil of verstopt? • Zijn de luchtinlaat of -uitlaat geblokkeerd? • Is het vochtigheidsgehalte van de omgeving niet al laag genoeg? DE LUCHTONTVOCHTIGER ONTVOCHT NIET OF SLECHTS HEEL WEINIG: • Zijn er niet te veel deuren en ramen open? • Is er iets in de kamer dat voor een hoog vochtigheidsgehalte zorgt? HET APPARAAT MAAKT VEEL LAWAAI: • Controleer of de luchtontvochtiger stabiel is en op een vlakke ondergrond staat. ER LOOPT WATER UIT DE LUCHTONTVOCHTIGER: • Controleer of the apparaat in goede technische staat is. • Indien het apparaat niet op een vaste waterafvoer is aangesloten, dient te worden gecontroleerd of de rubberen dop aan de onderkant van het apparaat goed vastzit. 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284

Master DH 716 720 de handleiding

Type
de handleiding