OPSLAG
Volg de onderstaande instructies op indien u de luchtontvochtiger gedurende een
langere periode niet wilt gebruiken:
• Het apparaat uitschakelen, de snoer uit het stopcontact trekken en netjes
oprollen.
• Watertank legen en alle onderdelen goed drogen.
• HET UITWASBAAR STOFFILTER goed schoonmaken.
• De luchtontvochtiger bedekken en het apparaat op een plaats bewaren waar het
niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
VERHELPEN VAN STORINGEN
Voordat u contact opneemt met een servicemonteur, controleer de onderstaande
mogelijke oorzaken van storingen:
De luchtontvochtiger gaat niet aan.
• Is de stekker aangesloten op een stopcontact?
• Is er stroomaansluiting in het gebouw?
• Brandt het lampje „watertank vol”?
(Zo ja, dan is de watertank vol of incorrect gemonteerd.)
• Is de kamertemperatuur 5°C of lager?
De luchtontvochtiger doet niets.
• Is het fi lter vuil of verstopt?
• Zijn de luchtinlaat of -uitlaat geblokkeerd?
• Is het vochtigheidsgehalte van de omgeving niet al laag genoeg?
De luchtontvochtiger ontvocht niet of slechts heel weinig.
• Zijn er te veel ramen of deuren open?
• Is er iets in de kamer dat voor een hoog vochtgehalte zorgt?
De ventilator van de luchtontvochtiger draait niet.
• Is het fi lter verstopt?
De luchtontvochtiger maakt te vel lawaai.
• Is het apparaat instabiel en leidt dit tot trillingen?
• Is de grond waar het apparaat op staat oneffen?
Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig uit.