Documenttranscriptie
NL
1. Verklaring van de Symbolen153
2. Hoe werkt elektrostimulatie?154
3. Hoe werkt de MI-technologie (musculaire intelligentie)?156
4. Apparaatfunctie157
Inhoud van de set en accessoires157
Beschrijving van het apparaat158
Plaatsen van de batterij159
Aansluitingen159
Voorlopige instellingen160
Een categorie kiezen161
Een programma selecteren162
Individualiseren van een Programma162
MI-scantest163
Aanpassen van de stimulatie-intensiteiten163
Voortgang van het programma164
Einde van een programma165
Ladingsniveau en opladen van de batterij165
Ladingsniveau van de batterij165
Opladen165
5. Probleemoplossing167
6. Onderhoud van het apparaat170
7. Technische specificaties171
8. Tabel EMC173
9. Programma’s 177
Het wordt ten zeerste aanbevolen deze instructies en de contra-indicaties en veiligheidsmaatregelen
zorgvuldig door te lezen voordat u de stimulator gebruikt.
151
NL
1. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Zie de instructies
Toegepaste onderdelen van type BF.
Naam en adres van de fabrikant en fabricagedatum
Dit apparaat moet gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar speciale
inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoffen
De stand-byknop is multifunctioneel
Beschermen tegen zonlicht
Op een droge plaats bewaren
IP20
apparaat
IP02
draagkoffer
LATEX
Dit is een indicatie van de bescherming tegen indringen van water en fijnstof. Het IP20-teken op
uw apparaat betekent: het apparaat is beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen met
een diameter van 12,5 mm en groter. Niet beschermd tegen water.
IP02 op de draagkoffer betekent: beschermd tegen binnendringen van waterdruppels van een
douche of van regen.
Bevat geen latex
Referentienummer
Batchnummer
152
NL
2. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE?
Bij elektrostimulatie worden zenuwvezels gestimuleerd door elektrische impulsen die via elektroden worden afgegeven. De
elektrische impulsen van Compex-stimulatoren zijn van hoge kwaliteit, veilig, comfortabel en effectief, en stimuleren diverse
soorten zenuwvezels:
1. Motorische zenuwen, voor het stimuleren van een spiercontractie, elektromusculaire stimulatie
(EMS) genoemd.
2. Bepaalde soorten sensorische zenuwvezels, om analgetische effecten en pijnverlichting te verkrijgen.
1. STIMULATIE VAN MOTORISCHE ZENUWEN (EMS)
Bij willekeurige activiteit sturen de hersenen een signaal voor samentrekking van een spier, dat vervolgens aan zenuwvezels
wordt overgedragen in de vorm van een elektrisch signaal. Dit signaal wordt naar de spiervezels gestuurd, die daardoor
samentrekken. Het principe van elektrostimulatie bootst precies het proces na dat bij een willekeurige contractie plaatsvindt.
De stimulator stuurt een exciterende elektrische impuls naar de zenuwvezels. Deze excitatie wordt overgedragen aan de
spiervezels en leidt tot een eenvoudige mechanische respons (= een spiersamentrekking). Dit is de basisvoorwaarde voor
spiercontractie. De spierrespons is in alle opzichten identiek aan spierarbeid die door de hersenen wordt aangestuurd. Met
andere woorden, de spier maakt geen onderscheid tussen een door de hersenen of door de stimulator gestuurd signaal.
Programma-instellingen (aantal impulsen per seconde, duur van de contractie, rustduur, totale programmaduur)
bepalen de diverse soorten arbeid voor de spier, afhankelijk van de spiervezel. Diverse soorten spiervezels kunnen
worden onderscheiden, afhankelijk van hun respectievelijke contractiesnelheid: langzame, intermediaire en snelle vezels.
Een sprinter heeft duidelijk meer snelle spiervezels en een marathonloper heeft meer langzame vezels. Met een goede
kennis van de menselijke fysiologie en volledige controle over de stimulatie-instellingen van de diverse programma’s kan
spierarbeid specifiek worden afgestemd op het bereiken van het gewenste doel (spierversterking, verhoogde bloedcirculatie,
versteviging, enz.).
153
NL
2. STIMULATIE VAN SENSORISCHE ZENUWEN
Elektrische impulsen kunnen ook sensorische zenuwen exciteren om een analgetische werking of pijnverlichting te
bereiken. Stimulatie van tactiele sensorische zenuwvezels blokkeert de pijn die aan het zenuwstelsel wordt doorgegeven.
Stimulatie van een ander type zenuwvezel verhoogt de productie van endorfines en reduceert de pijn op die manier. Met
pijnverlichtingsprogramma’s kan elektrostimulatie worden gebruikt om acute of chronische gelokaliseerde pijn en spierpijn
te behandelen.
Let op: Gebruik pijnverlichtingsprogramma’s niet gedurende langere tijd zonder medisch advies.
VOORDELEN VAN ELEKTROSTIMULATIE
Elektrostimulatie is een zeer werkzame methode om spierarbeid te bewerkstelligen:
• met een aanzienlijke verbetering van diverse spiereigenschappen
• zonder cardiovasculaire of mentale vermoeidheid
• met geringe belasting van gewrichten en pezen. Elektrostimulatie maakt het daardoor mogelijk meer
spierarbeid te verrichten dan bij vrijwillige activiteit.
Compex adviseert uw elektrostimulatie voor optimale resultaten aan te vullen met andere activiteiten, zoals:
• regelmatige lichaamsbeweging
• een evenwichtig en gezond dieet
• een evenwichtige leefstijl
154
NL
3. HOE WERKT DE MI-TECHNOLOGIE (MUSCULAIRE
INTELLIGENTIE)?
Voor de MI-functies moet de MI-sensorkabel worden aangesloten op de stimulator.
MI-SCAN
Vlak voor het begin van een werksessie test de MI-scan de geselecteerde spiergroep en stelt de stimulator automatisch in op
de exciteerbaarheid van dat deel van het lichaam, afhankelijk van uw fysiologie.
Deze functie resulteert in een korte testsequentie aan het begin van het programma, waarbij metingen worden gedaan.
Aan het einde van de test moet de intensiteit worden verhoogd om het programma te starten.
MI-TENS
De MI-tensfunctie beperkt ongewilde spiercontracties op pijnlijke plekken.
Bij iedere verhoging door de gebruiker van de intensiteit vindt een testfase plaats, en als een spiercontractie wordt
gedetecteerd, reduceert het apparaat de intensiteit van de stimulatie automatisch.
MI-RANGE
De MI-rangefunctie geeft het ideale bereik aan voor instellen van de stimulatie-intensiteit, die in de volgende programma’s
moeten worden gebruikt: herstel, massage, capillarisatie en spierpijn.
Wanneer het apparaat het ideale intensiteitsbereik heeft vastgesteld, verschijnt een vinkje op het scherm. Voor optimale
arbeid moet de intensiteit binnen dit bereik worden gehouden.
155
NL
4. APPARAATFUNCTIE
INHOUD VAN DE SET EN ACCESSOIRES
REF.
AANT.
STIMULATOR
1518117
1
LADER
6830XX
1
SET VAN 4 DRUKKNOOPKABELS
001119
1
MI-SENSORKABEL
601160
1
ZAK MET KLEINE
5X5-ELEKTRODEN
42215
1
ZAK MET GROTE
5X10-ELEKTRODEN
42216-4
1
WAARSCHUWING LEAFLET
M307816
1
BEKNOPTE HANDLEIDING
4518163
1
DRAAGKOFFER
680029
1
BATTERIJSET
94121X
1
Gebruik dit apparaat alleen met de door Compex aanbevolen kabels, batterij, voedingsadapter en
accessoires.
156
NL
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
H
A
E
D
F
B
G
C
A Aan/uit-knop
B Aansluitingen voor de vier stimulatiekabels
C Stimulatiekabels
D +/- knoppen voor de vier stimulatiekanalen
E I-knop, waarmee:
• de intensiteiten op meerdere kanalen tegelijk kan worden verhoogd
• de laatstgebruikte programma kunnen worden opgeroepen
E Laadaansluiting (schuif de rode afdekking naar rechts om de laadaansluiting bloot te leggen)
F Batterijvak
G Houder voor riemclip
157
NL
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Open het batterijvakdeksel en plaats de batterij met het etiket naar boven, zodat de + en - tegenover de contacten van het
apparaat liggen. Plaats het batterijvakdeksel terug. Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt,
controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt,
controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de
batterij eruit neemt.
AANSLUITINGEN
AANSLUITING VAN DE LADER
COMPEX
Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit de
stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen. Het wordt ten
zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te optimaliseren.
AANSLUITEN VAN DE KABELS
De kabels van de stimulator worden aangesloten op de vier aansluitingen aan de voorkant van het apparaat. De MIsensorkabel kan op ieder contact van de stimulator worden aangesloten.
COMPEX
158
NL
VOORLOPIGE INSTELLINGEN
Voor het eerste gebruik kunt u diverse instellingen vastleggen. Dit instellingenscherm kan vervolgens worden opgeroepen
door het apparaat uit te schakelen en de aan/uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt te houden.
A
B
C
D
E
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de gewenste taal in te stellen.
C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om het schermcontrast in te stellen.
D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om het volume in te stellen.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de achtergrondverlichting in te stellen.
ON: achtergrondverlichting altijd aan.
OFF: achtergrondverlichting altijd uit.
AUTO: achtergrondverlichting wordt steeds geactiveerd wanneer een knop wordt ingedrukt.
A Druk op de aan/uit-knop om uw keuzes te bevestigen en op te slaan. De instellingen worden onmiddellijk toegepast.
159
NL
EEN CATEGORIE KIEZEN
NB De volgende schermen zijn algemene voorbeelden, maar ze werken op dezelfde manier, ongeacht welk apparaat u hebt.
Druk kort op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen.
Selecteer de gewenste categorie voordat u een programma selecteert.
A
B
E
A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een categorie te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om uw selectie te bevestigen.
LAST
Druk op de I-knop om naar de laatstgebruikte programma te gaan. Selecteer van daaruit het gewenste programma en start
het.
160
NL
EEN PROGRAMMA SELECTEREN
A
B
E
A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een programma te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen.
INDIVIDUALISEREN VAN EEN PROGRAMMA
N.B. Niet alle programma’s beschikken over een personalisatiescherm
A
B
C
D
E
A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de spiergroep die u wilt stimuleren te selecteren.
C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om de warming-up over te slaan.
D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om de stimulatie cyclus te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen en de stimulatiesessie te beginnen.
N.B. Wanneer de Compex uitgerust is met het MI-sensor-systeem, wordt de spiergroep automatisch geselecteerd.
N.B. Het wordt aanbevolen met de eerste cyclus te beginnen en de cyclus te wijzigen wanneer deze is voltooid, normaliter
na vier à zes weken bij drie sessies per week. Het is ook van belang dat tijdens de sessies aanzienlijke stimulatie-intensiteiten
zijn bereikt voordat u verdergaat met een andere cyclus. Aan het einde van de cyclus kunt u een nieuwe cyclus starten of een
onderhoudstraining uitvoeren, met een sessie per week.
161
NL
MI-SCAN TEST
NB Zie het hoofdstuk “Hoe MI-technologie werkt”.
Als de MI-sensorkabel is aangesloten, begint de MI-scantest onmiddellijk nadat het programma is geselecteerd.
A
A Druk op de aan/uit-knop om de test te stoppen
De +/- knoppen van de vier kanalen zijn gedurende de test inactief.
AANPASSEN VAN DE STIMULATIE-INTENSITEITEN
Wanneer u een programma start, wordt u gevraagd de stimulatie-intensiteiten te verhogen. Deze stap is essentieel voor het
succes van de sessie.
2
1
A
B
C
D
E
1
Programmaduur in minuten en seconden
2
Voortgangsbalk van het programma. Meer informatie over hoe het werkt, vindt u in de volgende paragraaf:
‘Voortgang van het programma’
A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in de pauzestand te zetten.
B C D E De vier kanalen knipperen van + tot 000. De stimulatie-intensiteit moet worden verhoogd om stimulatie te kunnen
starten. Druk daartoe op de +-knoppen van de desbetreffende kanalen totdat de gewenste instelling is bereikt.
NB Om de intensiteiten van meerdere kanalen tegelijk te verhogen, drukt u op de I-knop en verhoogt u vervolgens de
intensiteiten. De onderling afhankelijke kanalen worden in wit op een zwarte achtergrond weergegeven.
162
NL
VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA
De eigenlijke stimulatie start wanneer de intensiteit van de stimulatie is verhoogd.
De onderstaande voorbeelden verduidelijken de algemene regels. Afhankelijk van het programma kunnen er kleine
verschillen zijn.
4
5
6
3
1
A
B
2
C
D
E
1
Resterende tijd (in minuten en seconden) tot het einde van het programma
2
De balk die de duur van de contractie en de duur van de actieve rust aangeeft, wordt alleen tijdens de
arbeidssequentie weergegeven
3
Sessiesequenties
4
Warm-up
5
Arbeidsperiode
6
Ontspanning
A Druk op de aan/uit-knop om het programma tijdelijk te onderbreken. Om het programma te hervatten, hoeft u slechts op
de +/- knop van kanaal 4 te drukken. De sessie wordt hervat met 80% van de intensiteit van voor de onderbreking.
NB In de pauzestand, en afhankelijk van het programma, kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven:
MAX = de maximaal bereikte intensiteit per kanaal tijdens de contractiefasen
AVG = de gemiddeld bereikte intensiteit over alle kanalen die tijdens de contractiefasen werd toegediend
B C D E De diverse intensiteiten die tijdens de contractiefase werden bereikt, worden weergegeven door een reeks
verticale zwarte balken. De intensiteit tijdens de rustfase wordt weergegeven door gearceerde balken.
Zoals u ziet, worden de stimulatie-intensiteiten voor de actieve rustfase automatisch op 50% van de contractie-intensiteiten
ingesteld. Deze kunnen tijdens de rustfase worden veranderd. Als deze eenmaal zijn veranderd, zijn ze volledig onafhankelijk
van de contractie-intensiteiten.
163
NL
EINDE VAN EEN PROGRAMMA
Aan het einde van een sessie wordt het volgende scherm weergegeven. Om de stimulator te stoppen drukt u op de aan/
uit-knop.
NB Afhankelijk van het programma kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven (zie de vorige paragraaf, ‘Voortgang van
het programma’)
LADINGSNIVEAU EN OPLADEN VAN DE BATTERIJ
De prestaties van de batterij hangen af van het programma en de toegepaste stimulatie-intensiteit. Het wordt ten
zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te
optimaliseren. Gebruik altijd de door Compex meegeleverde lader om de batterij op te laden.
Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het
apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit
de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de batterij eruit neemt.
LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ
Het ladingsniveau van de batterij wordt weergegeven door een batterijpictogram, linksonder op het scherm. Het
batterijpictogram knippert wanneer de batterij helemaal leeg is. Het apparaat kan dan niet meer worden gebruikt. Laad de
batterij onmiddellijk op.
OPLADEN
Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit
de stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen.
164
NL
Het hieronder afgebeelde oplaadmenu wordt automatisch weergegeven.
De duur van het opladen wordt op het scherm weergegeven. Zodra het laden gereed is, begint het batterijpictogram te
knipperen. Ontkoppel de lader. De stimulator wordt dan automatisch uitgeschakeld.
165
NL
5. PROBLEEMOPLOSSING
ELEKTRODESTORING
Het apparaat laat een toon horen en geeft afwisselend het elektrodenpaarsymbool en een pijl naar het kanaal waarop het
probleem is gedetecteerd weer. In het bovenstaande voorbeeld heeft de stimulator een fout ontdekt op kanaal 1.
Controleer of de elektroden op dit kanaal zijn aangesloten.
Probeer het met nieuwe elektroden als de elektroden oud of versleten zijn, en/of als het contact slecht is.
Probeer de stimulatiekabel op een ander kanaal. Als de kabel nog steeds niet goed werkt, vervang deze dan
(www.compexstore.com).
STIMULATIE VEROORZAAKT NIET HET GEBRUIKELIJKE GEVOEL
Controleer of alle instellingen correct zijn en controleer of de elektroden juist geplaatst zijn.
Wijzig de positie van de elektroden enigszins.
STIMULATIE VEROORZAAKT EEN ONPRETTIG GEVOEL
De elektroden verliezen hun hechtkracht en maken niet meer voldoende contact met de huid.
De elektroden zijn versleten en moeten worden vervangen.
Wijzig de positie van de elektroden enigszins.
166
NL
DE STIMULATOR WERKT NIET
Wanneer tijdens het gebruik een foutmeldingsscherm wordt weergegeven, noteer dan het foutnummer (in het voorbeeld is
het foutnummer 1/0/0) en neem contact op met het door Compex erkende klantenservicecentrum.
HET LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ IS ERG LAAG
Als het volgende scherm verschijnt, schakel het apparaat dan uit en sluit de lader aan.
Als het ladingsniveau van de batterij erg laag is, begint een herstelcyclus die twee minuten duurt.
167
NL
Als die gereed is en de batterij naar behoren werkt, wordt het laden gestart; in dit geval wordt ten zeerste aanbevolen de
batterij op te laden en weer te ontladen door op de knop van kanaal 4
te drukken en deze cyclus, die maximaal 12 uur
kan duren, te starten. Als er echter een defect wordt gevonden, verschijnt het volgende scherm en moet de batterij worden
vervangen.
168
NL
6. ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
GARANTIE
Zie bijsluiter.
ONDERHOUD
Reinigen met een zachte doek en een reinigingsmiddel op alcoholbasis zonder oplosmiddelen. Gebruik bij het reinigen van
het apparaat zo weinig mogelijk vloeistof. Open de stimulator en de lader niet; ze bevatten hoogspanningscomponenten
die elektrocutie kunnen veroorzaken. Het openen moet worden uitgevoerd door door Compex erkende monteurs of
reparatiediensten. Uw stimulator hoeft niet gekalibreerd te worden. Als uw stimulator onderdelen bevat die er versleten of
defect uitzien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde klantenservicecentrum van Compex.
VOORWAARDEN VOOR OPSLAG/TRANSPORT EN GEBRUIK
OPSLAG EN TRANSPORT
GEBRUIK
TEMPERATUUR
-20 °C TOT 45 °C
0 °C TOT 40 °C
MAXIMALE RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID
75%
30% TOT 75%
ATMOSFERISCHE DRUK
TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA
TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA
Niet gebruiken op plaatsen met explosiegevaar.
AFVOEREN
Batterijen moeten worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende nationale regelgeving. Alle producten met een
AEEA-etiket (een doorgestreepte afvalbak met wielen) moeten gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar
speciale inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoffen.
169
NL
7. TECHNISCHE SPECIFICATIES
ALGEMENE INFORMATIE
94121x oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterij (NiMH) (4,8 V / ≥ 1200 mA/h).
Batterijladers: alleen laadapparaten met onderdeelnummer 6830xx mogen worden gebruikt om de met de stimulator
meegeleverde batterijen op te laden.
NEUROSTIMULATIE
Alle opgegeven elektrische specificaties gelden bij een weerstand van 500 tot 1000 ohm per kanaal.
Kanalen: vier onafhankelijke en individueel instelbare kanalen, elektrisch van elkaar geïsoleerd.
Impulsvorm: constante rechthoekstroom met pulscompensatie voor het elimineren van gelijkspanningscomponenten, om
restpolarisatie op huidniveau te voorkomen.
Maximale pulsintensiteit: 120 mA.
Verhoging van de pulsintensiteit: handmatige instelling van stimulatie-intensiteit tussen 0 en 999 (energie) in stappen van
minimaal 0,5 mA.
Pulsamplitude: tussen de 60 en 400 μs.
Maximale elektrische lading per puls: 96 microcoulomb (2 x 48 μC, gecompenseerd).
Standaard pulsstijgtijd: 3 μs (20%-80% van de maximale stroom).
Pulsfrequentie: 1 tot 150 Hz.
INFORMATIE OVER ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
DE stimulator is ontworpen voor gebruik in normale woonomgevingen, goedgekeurd in overeenstemming met
veiligheidsnorm EMC EN 60601-1-2.
Dit apparaat zendt slechts zeer zwakke golven in het radiospectrum (RF) uit en de kans op storing van nabijgelegen
elektronische apparatuur (radio’s computers, telefoons, enz.) is gering.
De stimulator is ontworpen om weerstand te bieden aan gebruikelijke storingen door elektrostatische ontlading, magnetische
velden van de stroomvoorziening en apparaten die radiogolven uitzenden.
Het is echter niet mogelijk om te garanderen dat de stimulator geen invloed ondervindt van krachtige RF (radiofrequente)
velden van bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Neem contact op met Compex voor meer gedetailleerde informatie over elektromagnetische emissies en immuniteit.
170
NL
NORMEN
Om uw veiligheid te waarborgen, is de stimulator ontworpen, gefabriceerd en gedistribueerd in overeenstemming met de
voorwaarden van de geamendeerde Europese Richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen.
De stimulator voldoet tevens aan de normen IEC 60601-1 betreffende de algemene veiligheid van medisch-elektrische
hulpmiddelen, IEC 60601-1-2 betreffende elektromagnetische compatibiliteit en IEC 60601-2-10 betreffende speciale
veiligheidseisen voor zenuw- en spierstimulatoren
In overeenstemming met de geldende internationale normen moet een waarschuwing worden gegeven over het aanbrengen
van elektroden op de borst (verhoogde kans op hartfibrillatie).
De stimulator voldoet tevens aan Richtlijn 2002/96/EEG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA).
171
NL
8. TABEL EMC
De Compex vereist bijzondere voorzorgen met betrekking tot de EMC en moet geïnstalleerd en in dienst gesteld worden volgens de
in deze handleiding verstrekte informatie over de EMC. Alle draadloze zendapparaten met RF kunnen de Compex beïnvloeden.
Het gebruik van andere dan door de fabrikant aanbevolen accessoires, sensors en kabels kan de emissies versterken of de
immuniteit van de Compex verminderen. De Compex mag niet gebruikt worden op of naast een ander apparaat.
Als het gebruik op of naast een ander apparaat onvermijdelijk is, moet men de goede werking van de Compex in deze configuratie
controleren.
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANT ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIE
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
EMISSIETEST
CONFORMITEIT
CISPR 11
Emissies RF
Groep 1
CISPR 11
Emissies RF
Klasse B
Harmonische emissies
IEC 61000-3-2
Klasse A
Spanningsschommelingen
/ emissieschommelingen
IEC 61000-3-3
Complies
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING
- GIDS
De Compex gebruikt RF-energie
uitsluitend voor zijn interne werking. Hij
geeft dan ook uiterst weinig straling af
en kan geen storing veroorzaken in een
naburig elektronisch apparaat.
De Compex is geschikt voor gebruik
in alle instellingen, met inbegrip van
privéwoningen en plaatsen die direct
aangesloten zijn op het openbare
laagspanningselektriciteitsnet dat
residentiële gebouwen voedt.
172
NL
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
IMMUNITEITSTEST
Electrostatic
discharges
immunity tests
CEI 61000-4-2
Electrical fast
transient/burst
immunity test
CEI 61000-4-4
NALEVINGSNIVEAU
± 6 kV bij contact
± 6 kV bij contact
± 8 kV in de lucht
± 8 kV in de lucht
± 2 kV voor
elektrische voedingslijnen
±2kV (power lines)
± 1 kV voor
ingangs/uitgangslijnen
± 1 kV
differentiaalmodus
Surge immunity test
CEI 61000-4-5
Voltage dips, short
interruptions and voltage
variations
immunity test
CEI 61000-4-11
Power frequency
magnetic field
immunity test (50/60
Hz) CEI 61000-4-8
TESTNIVEAU
IEC 60601
Not Applicable
(I/O lines)
±1kV Line to Line
± 2 kV
gemeenschappelijke
modus
Not Applicable
(Line to Earth)
<5% UT (dalen > 95%
van UT) gedurende 0,5
cyclus
<5% UT (dalen > 95%
van UT) gedurende 0,5
cyclus
<40% UT (dalen >
60% van UT)
gedurende 5 cycli
<40% UT (dalen >
60% van UT)
gedurende 5 cycli
<70% UT (dalen >
30% van UT)
gedurende 25 cycli
<70% UT (dalen >
30% van UT)
gedurende 25 cycli
<5% UT (dalen > 95%
van UT)
gedurende 5 cycli
<5% UT (dalen > 95%
van UT)
gedurende 5 cycli
3 A/m
3 A/m
ELEKTROMAGNETISCHE
OMGEVING - GIDS
De vloeren moeten van hout, beton of ceramische
tegels zijn. Als de vloeren met kunststof bekleed
zijn, moet de relatieve luchtvochtigheid minimum
30% bedragen.
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
Indien men de Compex wil blijven gebruiken
tijdens stroomonderbrekingen, is
het aanbevolen de Compex met een beveiligde
stroomvoorziening of met
batterijen te voeden.
De magnetische velden met de frequentie van het
stroomnet moeten de kenmerken bezitten
van een representatieve plaats in een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
OPMERKING: UT is de wisselspanning van het net voor de toepassing van een testniveau.
173
NL
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
IMMUNITEITSTEST
TESTNIVEAU
IEC 60601
NALEVINGSNIVEAU
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING AANBEVELINGEN
Draagbare en mobiele
communicatietoestellen met RF mogen
niet in de omgeving van de Compex en zijn kabels
gebruikt worden op een afstand die kleiner is
dan een aanbevolen afstand, berekend aan de
hand van de formule die overeenkomt met de
frequentie van de zender. Aanbevolen afstand
RF geleid
IEC 61000-4-6
RF gestraald
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3Vrms
3 V/m
80 MHz tot 2.5 GHz
3V/m
10 V/m
26 MHz tot 1 GHz
10V/m
d = 1.2 √P
d = 1.2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2.3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
Waarin P het maximale spanningsdebiet van
de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven
door de fabrikant, en d de aanbevolen afstand
in meter (m) is. De intensiteit van het veld
van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een
elektromagnetisch onderzoeka moet lager zijn dan
het nalevingsniveau binnen elk frequentiebereik
b. Parasietstoringen kunnen optreden in de
nabijheid van elk toestel dat door het volgende
symbool
geïdentificeerd wordt:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de hoogfrequentie-amplitude van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische
voortplanting wordt gewijzigd door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
De intensiteit van het veld dat wordt opgewekt door vaste zenders, zoals het basisstation van een radiotelefoon (gsm/draadloze
telefoon), een draagbare radio, een amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen, is niet nauwkeurig te voorspellen.
Het is mogelijk dat men de elektromagnetische omgeving van de plaats moet analyseren om de elektromagnetische omgeving te
berekenen die door vaste RF-zenders wordt geschapen. Als de intensiteit van het gemeten veld in de omgeving waar de Compex
zich bevindt groter is dan het bovenvermelde geschikte RF-niveau, moet men de goede werking van de Compex controleren. Bij een
abnormale werking kan het nodig zijn andere maatregelen te nemen, zoals een andere oriëntatie of het verplaatsen van de Compex.
b
Boven de frequentiebreedte van 150 kHz tot 80 MHz moet de intensiteit van de velden lager zijn dan 3 V/m.
174
NL
AANBEVOLEN RUIMTE TUSSEN EEN DRAAGBAAR COMMUNICATIETOESTEL EN DE COMPEX
De Compex is ontworpen voor een elektromagnetische omgeving met gecontroleerde RF-stralingsturbulenties. De koper of de gebruiker
van de Compex kan bijdragen tot het voorkomen van elektromagnetische parasieten door een minimale afstand te bewaren tussen
draagbare communicatietoestellen en mobiele RF-zenders en de Compex, volgens de onderstaande tabel met aanbevelingen en
afhankelijk van het maximale elektrische debiet van het telecommunicatietoestel.
AFSTAND AFHANKELIJK VAN DE FREQUENTIE VAN DE ZENDER MCISPR 11
MAXIMAAL
ELEKTRISCH DEBIET
VAN DE ZENDER W
150 KHZ TOT 80 MHZ
D = 1.2 √P
80 MHZ TOT 800
MHZ
D = 1.2 √P
800 MHZ TOT 2,5 GHZ
D = 2.3 √P
0,01
0,12
0,12
0,23
0,1
0,38
0,38
0,73
1
1,2
1,2
2,3
10
3,8
3,8
7,3
100
12
12
23
In het geval van zenders waarvan het maximale elektrische debiet niet in de bovenstaande tabel voorkomt, kan men de aanbevolen
afstand in meter (m) berekenen met behulp van de formule die overeenkomt met de frequentie van de zender, waarin P het maximale
elektrische debiet van de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven door de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de afstand van de hoogfrequentiebreedte van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische voortplanting wordt gewijzigd
door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen.
175
NL
9. PROGRAMMA’S
CATEGORIE PREVENTIE
PROGRAMMA’S
EFFECTEN
TOEPASSINGEN
STIMULATIEINTENSITEIT
PREVENTIE VAN
ENKELVERSTUIKINGEN
Verbetering van de
contractiesnelheid en
de kracht van de laterale
kuitbeenspieren
Om het te vermijden na
het verstuiken van de
enkel waarvan de initiële
behandeling het hervatten
van de sportactiviteit toelaat
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRAMPPREVENTIE
Verbetering van de
bloedsomloop om nachtelijke
krampen of krampen na
inspanningen te voorkomen
De stimulatie-energie
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
PREVENTIE VAN LAGE
RUGPIJN
Verbetering van de steun van
de onderrug door de buiken lumbale spieren
Maximaal verdraagbare
energie (0-999)
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
176
NL
CATEGORIE PIJNBESTRIJDING
PROGRAMMA’S
EFFECTEN
TOEPASSINGEN
STIMULATIEINTENSITEIT
ACUTE TENDINITIS
Verlichting van de pijn
door de transmissie van de
pijnsignalen te blokkeren
Eenmaal of verscheidene
keren per dag tijdens
de acute fase van de
aandoening
Verhoog de intensiteit van de
stimulatie geleidelijk aan, tot
een duidelijk tintelend gevoel
ontstaat
Verbetering van het herstel
van de pezen door de
plaatselijke stimulatie van de
CHRONISCHE TENDINITIS
bloedsomloop, pijnstillend
effect door het vrijmaken van
endorfine
Na de verdwijning van de
ontstekingssymptome n,
tijdens de chronische fase
van de aandoening
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
LAGE RUGPIJN
Pijnstillende werking door
het vrijkomen van endorfine
Verhoging van de
bloedstroom
Pijnstillende stroom,
specifiek geschikt voor
aanhoudende lage rugpijn
(lendenstreek)
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
ENKELVERSTUIKING
Verlichting van de pijn
door de transmissie van de
pijnsignalen te blokkeren
Verscheidene sessies per
dag, afgewisseld met
herhaald aanbrengen van ijs
Verhoog de intensiteit van de
stimulatie geleidelijk aan, tot
een duidelijk tintelend gevoel
ontstaat
CONTRACTUUR
Vermindering van
de spierspanning
Relaxerend en krampwerend
effect
Tegen recente en lokale
spierpijn
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
177
NL
CATEGORIE VOORBEREIDING
PROGRAMMA’S
EFFECTEN
TOEPASSINGEN
STIMULATIEINTENSITEIT
BUIK/RUGSTABILISATIE
Verbetering van de
stabilisatie van de romp
Tijdens de voorbereidingof de onderhoudsfasen
gedurende heel het
sportseizoen
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
Voor renners met minder
dan 5 conventionele
trainingen per week
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRACHT
Toename van de maximale
kracht die de spier
kan ontwikkelen
Betere loopprestaties en
betere krachtverdeling in de
wedstrijd
Voor renners met meer dan
4 conventionele trainingen
per week
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRACHT SPECIFIEK TRAIL
Verhoging van de kracht van
de spiercontractie
Betere prestaties op
hellingen en ruw terrein
Voor renners die zich
op een wedstrijd met
grote niveauverschillen
voorbereiden
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
OPTIMALISATIE LANGE
RIT
Sterke stijging van het
lokale bloeddebiet
Ontwikkeling van het
net van haarvaten in de
gestimuleerde spier
Na een lange trainingsrit, om
haar voordelen te versterken
zonder de gewrichten extra
te belasten
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
Verbetering van de
bloedstroom in de
gestimuleerde spier
2 sessies per dag, de 4 laatste
Ontwikkeling van het net van
dagen voor de wedstrijd
haarvaten in
de gestimuleerde spier
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
Aan het begin van het
seizoen, om de spieren
opnieuw in vorm te brengen
na een rustperiode en
vóór de meer intensieve
en specifieke trainingen
Tijdens het seizoen, voor
wie die niet alle aandacht
op één soort training wil
richten maar de spieren aan
verschillende werkregimes
wil onderwerpen
Maximaal verdraagbare
intensitei (0-999)
Verbetering van het
zuurstofverbruik door de
UITHOUDINGSVERMOGEN spieren Verbetering van de
prestaties tijdens langdurige
inspanningen
OVERCOMPENSATIE
FARTLEK
Training en voorbereiding
van de spieren voor
alle soorten spierarbeid
(uithoudingsvermoge n,
weerstand, kracht, explosieve
kracht), dankzij verschillende
arbeidssequenties
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
178
NL
CATEGORIE HERSTEL
EFFECTEN
TOEPASSINGEN
STIMULATIEINTENSITEIT
ACTIEVE RECUPERATIE
Sterke stijging van
de bloedstroom
Versnelde afvoer van het
afval van de spiercontractie
Endorfine-effect
Relaxend en
krampwerend effect
Om het spierherstel te
bevorderen na een
intense inspanning
Gebruiken binnen 3 uur na
een intensieve training of
een wedstrijd
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
HERSTEL INTENSE
INSPANNING
Sterke vergroting van het
Om na een zware inspanning
bloeddebiet, voor een betere
het beste, snelste
afvoer van de organische
spierherstel te krijgen Het
afvalstoffen van
bijzondere ritme van de
de inspanning
sessie vermindert het risico
Pijnstillend en krampwerend
op spierkrampen
effect
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
BESTRIJDING SPIERPIJN
Activeren van de
Vermindering van de duur
bloedsomloop Verlichting van
en intensiteit van spierpijn
de pijn door het
Tijdens de 2 of 3 dagen na de
endorfine-effect
wedstrijd
Herstel van de spiertonus
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
© 2019 DJO, LLC - 4518165 - REV C
PROGRAMMA’S
179