Bosch GPL 3 Professional Handleiding

Categorie
Afstandsmeters
Type
Handleiding
Nederlands | 47
Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08)
nl
Veiligheidsvoorschriften
Puntlaser
Alle aanwijzingen moeten worden
gelezen om zonder gevaren en
veilig met het meetgereedschap te
werken. Maak waarschuwings-
plaatjes op het meetgereedschap
nooit onleesbaar. BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN GOED.
f Voorzichtig – wanneer andere dan de hier
vermelde bedienings- en instelvoorzienin-
gen worden gebruikt of andere procedures
worden uitgevoerd, kan dit tot gevaarlijke
stralingsblootstelling leiden.
f Het meetgereedschap wordt geleverd met
een waarschuwingsplaatje in het Engels (in
de weergave van het meetgereedschap op
de pagina met afbeeldingen aangeduid met
nummer 5).
f Plak over de Engelse tekst van het waar-
schuwingsplaatje de meegeleverde sticker
in uw eigen taal voordat u het gereedschap
voor het eerst gebruikt.
Richt de laserstraal niet op per-
sonen of dieren en kijk niet zelf
in de laserstraal. Dit meetgereed-
schap brengt laserstraling van la-
serklasse 2 volgens IEC 60825-1
voort. Daardoor kunt u personen
verblinden.
f Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril.
De laserbril dient voor het beter herkennen
van de laserstraal, maar biedt geen bescher-
ming tegen de laserstralen.
f Gebruik de laserbril niet als zonnebril en
niet in het verkeer. De laserbril biedt geen
volledige bescherming tegen ultravioletstra-
len en vermindert de waarneming van kleuren.
f Laat het meetgereedschap repareren door
gekwalificeerd, vakkundig personeel en al-
leen met originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veilig-
heid van het meetgereedschap in stand blijft.
f Laat kinderen het lasermeetgereedschap
niet zonder toezicht gebruiken. Anders kun-
nen personen worden verblind.
Houder
Breng de houder 8 niet in de
buurt van een pacemaker. De
magneten 12 brengen een veld
voort dat de functie van een pace-
maker nadelig kan beïnvloeden.
f Houd de houder 8 uit de buurt van magne-
tische gegevensdragers en magnetisch ge-
voelige apparatuur. Door de werking van de
magneten 12 kan onherroepelijk gegevens-
verlies optreden.
Functiebeschrijving
Vouw de uitvouwbare pagina met de afbeelding
van het meetgereedschap open en laat deze pa-
gina opengevouwen terwijl u de gebruiksaanwij-
zing leest.
Gebruik volgens bestemming
Het meetgereedschap is bestemd voor het
bepalen en controleren van horizontale en verti-
cale lijnen en loodpunten.
IEC 60825-1:2007-03
<
1 mW, 635 nm
OBJ_BUCH-807-002.book Page 47 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
48 | Nederlands
1 609 929 S08 | (30.9.08) Bosch Power Tools
Technische gegevens
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de
afbeelding van het meetgereedschap op de
pagina met afbeeldingen.
1 Opening voor laserstraal
2 Vergrendeling van het batterijvakdeksel
3 Deksel van batterijvak
4 Aan/uit-schakelaar
5 Laser-waarschuwingsplaatje
6 Statiefopname 1/4"
7 Serienummer
8 Houder
9 Vastzetschroef van houder
10 Schroefgaten van houder
11 Riemgeleiding
12 Magneten
13 Statiefopname 1/4" op houder
14 Statiefopname 5/8" op houder
15 Meetplaat met voet*
16 Beschermetui
17 Laserbril*
18 Statief*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt
standaard meegeleverd. Het volledige toebehoren
vindt u in ons toebehorenprogramma.
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap
wordt het gebruik van alkalimangaanbatterijen
geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 3 wilt openen, draait
u de vergrendeling 2 met de wijzers van de klok
mee in stand en trekt u het batterijvakdeksel
los. Plaats de meegeleverde batterijen. Let daar-
bij op de juiste poolaansluitingen, zoals aange-
geven op de binnenzijde van het batterijvak.
Zet het batterijvakdeksel onder op de behuizing
en druk het vervolgens omhoog. Draai de ver-
grendeling 2 tegen de wijzers van de klok in stand
om het batterijvakdeksel te vergrendelen.
Als de laserstralen tijdens het gebruik in een
langzaam ritme knipperen, zijn de batterijen
bijna leeg. Nadat de laserstralen voor het eerst
knipperen, kan het meetgereedschap nog ca.
8 uur worden gebruikt.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Ge-
bruik alleen batterijen van één fabrikant en met
dezelfde capaciteit.
f Neem de batterijen uit het meetgereed-
schap als u het langdurig niet gebruikt. Als
de batterijen lang worden bewaard, kunnen
deze gaan roesten en leegraken.
Puntlaser GPL 3
Professional
Zaaknummer
3 601 K66 1..
Werkbereik
30 m
Waterpasnauwkeurigheid
± 0,3 mm/m
Zelfwaterpasbereik
kenmerkend langs de
– lengteas
– breedteas
±
±
Waterpastijd kenmerkend
<4 s
Bedrijfstemperatuur
10 °C ... +50 °C
Bewaartemperatuur
20 °C ... +70 °C
Relatieve luchtvochtig-
heid max.
90 %
Laserklasse
2
Lasertype
635 nm, <1 mW
Statiefopname
1/4"
Batterijen
3x1,5VLR6(AA)
Gebruiksduur ca.
24 h
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
0,25 kg
Afmetingen
104 x 80 x 40 mm
Beschermingsklasse
IP 5X
Let op het zaaknummer op het typeplaatje van het
meetgereedschap. De handelsbenamingen van afzon-
derlijke meetgereedschappen kunnen afwijken.
Het serienummer 7 op het typeplaatje dient voor de
eenduidige identificatie van uw meetgereedschap.
OBJ_BUCH-807-002.book Page 48 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
Nederlands | 49
Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08)
Gebruik
Ingebruikneming
f Bescherm het meetgereedschap tegen
vocht en fel zonlicht.
f Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet
lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschomme-
lingen eerst op de juiste temperatuur komen
voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme
temperaturen of temperatuurschommelin-
gen kan de nauwkeurigheid van het meetge-
reedschap nadelig worden beïnvloed.
f Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap. Na sterke externe inwer-
kingen op het meetgereedschap dient u,
voordat u de werkzaamheden voortzet, altijd
een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren
(zie „Waterpasnauwkeurigheid”).
f Schakel het meetgereedschap uit wanneer
u het verplaatst of vervoert. Bij het uitscha-
kelen wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Anders kan deze bij heftige bewegingen be-
schadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen
duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omhoog, zodat op
de schakelaar „I” verschijnt. Onmiddellijk na het
inschakelen zendt het meetgereedschap uit elk
van de laserstraalopeningen 1 één laserstraal.
f Richt de laserstraal niet op personen of
dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook
niet vanaf een grote afstand.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen
duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omlaag, zodat op
de schakelaar „0” verschijnt. Als u het meetge-
reedschap uitschakelt, wordt de pendeleenheid
vergrendeld.
Automatische uitschakeling instellen
Standaard wordt het meetgereedschap
20 minuten na het inschakelen automatisch
uitgeschakeld.
Deze automatische uitschakeling kan van 20 mi-
nuten op 8 uur worden omgeschakeld. Schakel
daarvoor het meetgereedschap in, onmiddellijk
weer uit en binnen 4 seconden opnieuw in. Ter
bevestiging van de wijziging knipperen alle laser-
stralen na de tweede keer inschakelen gedurende
2 seconden in een snel ritme.
f Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Als u het meetgereedschap de volgende keer in-
schakelt, is de automatische uitschakeling weer
op 20 minuten ingesteld.
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
Plaats het meetgereedschap op een rechte en
stabiele ondergrond of bevestig het op de hou-
der 8 of het statief 18.
Na het inschakelen worden door het automa-
tisch waterpassen oneffenheden binnen het
zelfwaterpasbereik van
± 5° (lengteas) resp.
± 3° (breedteas) automatisch gecompenseerd.
Het waterpassen is afgesloten zodra de punten
van de laserstraal niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is,
bijvoorbeeld omdat het oppervlak waarop het
meetgereedschap staat meer dan 5° bzw. 3°
van de waterpaslijn afwijkt, knipperen de laser-
stralen in een snel ritme. Stel in dit geval het
meetgereedschap horizontaal op en wacht het
zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap
zich binnen het zelfwaterpasbereik van
±
resp.
±3° bevindt, schijnen de laserstralen weer
continu.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens
het gebruik vindt automatisch opnieuw water-
passen van het meetgereedschap plaats. Con-
troleer na het waterpassen de positie van de la-
serstralen met betrekking tot referentiepunten
om fouten door een verschuiving van het meet-
gereedschap te voorkomen.
OBJ_BUCH-807-002.book Page 49 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
50 | Nederlands
1 609 929 S08 | (30.9.08) Bosch Power Tools
Waterpasnauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstempe-
ratuur uit. Vooral vanaf de grond naar boven toe
verlopende temperatuurverschillen kunnen de
laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt
van de grond of vloer het grootst zijn, dient u het
meetgereedschap indien mogelijk op een in de
handel verkrijgbaar statief te monteren en het in
het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook appa-
raatspecifieke invloeden (zoals een val of een
hevige schok) tot afwijkingen leden. Controleer
daarom altijd voor het begin van de werkzaam-
heden de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap.
Als het meetgereedschap bij een van de contro-
les de maximale afwijking overschrijdt, dient u
het door een Bosch-klantenservice te laten repa-
reren.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van
20 meter op een vaste ondergrond tussen twee
muren A en B nodig.
Monteer het meetgereedschap dicht bij muur
A op de houder resp. een statief of plaats het
op een stabiele en vlakke ondergrond. Scha-
kel het meetgereedschap in.
Richt de horizontale laserstraal op de nabij-
gelegen muur A en laat het meetgereedschap
waterpassen. Markeer het midden van de
punt van de laserstraal op de muur (punt I).
Draai het meetgereedschap 180°, laat het
nivelleren en markeer het midden van de
punt van de laserstraal op muur B aan de
andere kant (punt II).
Plaats het meetgereedschap
zonder het te
draaien dicht bij muur B, schakel het in en
laat het waterpassen.
Stel het meetgereedschap in hoogte zo af
(met behulp van het statief of indien nodig
door er iets onder te plaatsen), dat het mid-
den van de punt van de laserstraal precies de
eerder gemarkeerde punt II op muur B raakt.
A
B
20 m
A
B
180˚
A
B
OBJ_BUCH-807-002.book Page 50 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
Nederlands | 51
Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08)
Draai het meetgereedschap 180° zonder de
hoogte te veranderen. Laat het waterpassen
en markeer het midden van de punt van de la-
serstraal op muur A (punt III). Let erop dat
punt III zoveel mogelijk recht boven of recht
onder punt I ligt.
Het verschil d tussen beide gemarkeerde pun-
ten I en III op muur A levert de feitelijke hoog-
teafwijking van het meetgereedschap op.
Op het meettraject van 2 x 20 m = 40 m be-
draagt de maximaal toegestane afwijking:
40 m x
± 0,3 mm/m = ± 12 mm.
Het verschil d tussen de punten I en III mag
daarom hoogstens 12 mm bedragen.
Verticale waterpasnauwkeurigheid controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject op
een vaste ondergrond met een afstand van ca.
5 m tussen vloer en plafond nodig.
Teken een rechte streep op het plafond.
Monteer het meetgereedschap op de houder
of een statief. Schakel het meetgereedschap
in en draai het zo dat de onderste loodstraal
op de vloer zichtbaar is.
Positioneer het meetgereedschap zodanig
dat de bovenste loodstraal de streep op het
plafond raakt. Laat het meetgereedschap wa-
terpassen. Markeer het midden van de bo-
venste laserstraalpunt op de streep op de
muur (punt I). Markeer bovendien het mid-
den van de onderste laserstraalpunt op de
vloer (punt II).
Draai het meetgereedschap 180°. Positio-
neer het zo dat het midden van de onderste
laserstraalpunt op het reeds gemarkeerde
punt II en de bovenste laserstraalpunt op de
streep op het plafond liggen. Laat het meet-
gereedschap waterpassen. Markeer het mid-
den van de bovenste laserstraalpunt op de
streep op de muur (punt III).
Het verschil d tussen beide gemarkeerde
punten I en III op het plafond levert de feite-
lijke afwijking van het meetgereedschap van
de verticale lijn op.
Op het meettraject van 2 x 5 m = 10 m bedraagt
de maximaal toegestane afwijking:
10 m x
± 0,3 mm/m = ± 3 mm.
Het verschil d tussen de punten I en III mag
daarom hoogstens 3 mm bedragen.
d
180˚
A
B
5 m
d
OBJ_BUCH-807-002.book Page 51 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
52 | Nederlands
1 609 929 S08 | (30.9.08) Bosch Power Tools
Tips voor de werkzaamheden
f Gebruik altijd alleen het midden van de la-
serpunt voor het markeren. De grootte van
de laserpunt verandert met de afstand.
Bevestigen met houder
Als u het meetgereedschap op de houder 8 wilt
bevestigen, draait u de vastzetschroef 9 van de
houder in de 1/4"-statiefopname 6 op het meet-
gereedschap vast. Als u het meetgereedschap
op de houder wilt draaien, draait u de schroef 9
iets los.
Draai het meetgereedschap op de houder 8
opzij of naar achteren om de onderste lood-
straal zichtbaar te maken.
Draai het meetgereedschap op de houder 8
om met de horizontale laserstraal hoogten
over te brengen.
Met de houder 8 heeft u de volgende mogelijk-
heden om het meetgereedschap te bevestigen:
Monteer de houder 8 met de 1/4"-statiefop-
name 13 op het statief 18 of een in de handel
verkrijgbaar fotostatief. Voor de bevestiging
op een in de handel verkrijgbaar bouwstatief
gebruikt u de 5/8"-statiefopname 14.
Aan stalen delen kan de houder 8 met de
magneet 12 worden bevestigd.
Op droogbouw- of houten wanden kan de
houder 8 met schroeven worden vastge-
schroefd. Steek daarvoor schroeven met een
lengte van minstens 50 mm door de schroef-
gaten 10 van de houder.
Aan buizen en dergelijke kan de houder 8
worden bevestigd met een in de handel ver-
krijgbare riem die door de riemvoering 11
wordt getrokken.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Een statief 18 biedt een stabiele, in hoogte in-
stelbare meetondergrond. Plaats het meetge-
reedschap met de statiefopname 6 op de 1/4"-
schroefdraad van het statief en schroef het met
de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met de meetplaat
(toebehoren)
Met de meetplaat 15 kunt u de lasermarkering
op de vloer resp. de laserhoogte op een muur
overbrengen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de
verplaatsing ten opzichte van de gewenste
hoogte meten en op een andere plaats aanteke-
nen. Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen
van het meetgereedschap op de over te brengen
hoogte.
De meetplaat 15 heeft een reflecterende laag
die de zichtbaarheid van de laserstraal op een
grote afstand resp. bij fel zonlicht verbetert. De
helderheidsversterking is alleen zichtbaar als u
parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daar-
door lijkt het rode licht van de laser voor het oog
helderder.
f Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril.
De laserbril dient voor het beter herkennen
van de laserstraal, maar biedt geen bescher-
ming tegen de laserstralen.
f Gebruik de laserbril niet als zonnebril en
niet in het verkeer. De laserbril biedt geen
volledige bescherming tegen ultravioletstra-
len en vermindert de waarneming van kleuren.
OBJ_BUCH-807-002.book Page 52 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM
Nederlands | 53
Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08)
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Bewaar en transporteer het meetgereedschap
alleen in het meegeleverde beschermetui.
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of
andere vloeistoffen.
Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser
regelmatig en let daarbij op pluizen.
Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldi-
ge fabricage- en testmethoden toch defect ra-
ken, dient de reparatie te worden uitgevoerd
door een erkende klantenservice voor Bosch
elektrische gereedschappen.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen altijd het uit tien cijfers be-
staande zaaknummer volgens het typeplaatje
van het meetgereedschap.
Verzend het meetgereedschap in het bescher-
metui 16 in het geval van een reparatie.
Klantenservice en advies
Onze klantenservice beantwoordt uw vragen
over reparatie en onderhoud van uw product en
over vervangingsonderdelen. Explosietekenin-
gen en informatie over vervangingsonderdelen
vindt u ook op:
www.bosch-pt.com
De medewerkers van onze klantenservice advi-
seren u graag bij vragen over de aankoop, het
gebruik en de instelling van producten en toebe-
horen.
Nederland
Tel.: +31 (076) 579 54 54
Fax: +31 (076) 579 54 94
België en Luxemburg
Tel.: +32 (070) 22 55 65
Fax: +32 (070) 22 55 75
Afvalverwijdering
Meetgereedschappen, toebehoren en verpak-
kingen dienen op een voor het milieu verant-
woorde manier te worden hergebruikt.
Alleen voor landen van de EU:
Gooi meetgereedschappen niet
bij het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG over elektrische en
elektronische oude apparaten en
de omzetting van de richtlijn in na-
tionaal recht moeten niet meer bruikbare meet-
gereedschappen apart worden ingezameld en
op een voor het milieu verantwoorde wijze wor-
den hergebruikt.
Accu’s en batterijen:
Gooi accu’s of batterijen niet bij het huisvuil en
evenmin in het vuur of het water. Accu’s en bat-
terijen moeten worden ingezameld, gerecycled
of op een voor het milieu verantwoorde wijze
worden afgevoerd.
Alleen voor landen van de EU:
Volgens richtlijn 91/157/EEG moeten defecte of
versleten accu’s en batterijen worden gerecycled.
Wijzigingen voorbehouden.
OBJ_BUCH-807-002.book Page 53 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM

Documenttranscriptie

OBJ_BUCH-807-002.book Page 47 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM Nederlands | 47 Veiligheidsvoorschriften nl Puntlaser Alle aanwijzingen moeten worden gelezen om zonder gevaren en veilig met het meetgereedschap te werken. Maak waarschuwingsplaatjes op het meetgereedschap nooit onleesbaar. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED. f Voorzichtig – wanneer andere dan de hier vermelde bedienings- en instelvoorzieningen worden gebruikt of andere procedures worden uitgevoerd, kan dit tot gevaarlijke stralingsblootstelling leiden. f Het meetgereedschap wordt geleverd met een waarschuwingsplaatje in het Engels (in de weergave van het meetgereedschap op de pagina met afbeeldingen aangeduid met nummer 5). IEC 60825-1:2007-03 < 1 mW, 635 nm f Plak over de Engelse tekst van het waarschuwingsplaatje de meegeleverde sticker in uw eigen taal voordat u het gereedschap voor het eerst gebruikt. Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk niet zelf in de laserstraal. Dit meetgereedschap brengt laserstraling van laserklasse 2 volgens IEC 60825-1 voort. Daardoor kunt u personen verblinden. f Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het verkeer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren. f Laat het meetgereedschap repareren door gekwalificeerd, vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het meetgereedschap in stand blijft. f Laat kinderen het lasermeetgereedschap niet zonder toezicht gebruiken. Anders kunnen personen worden verblind. Houder Breng de houder 8 niet in de buurt van een pacemaker. De magneten 12 brengen een veld voort dat de functie van een pacemaker nadelig kan beïnvloeden. f Houd de houder 8 uit de buurt van magnetische gegevensdragers en magnetisch gevoelige apparatuur. Door de werking van de magneten 12 kan onherroepelijk gegevensverlies optreden. Functiebeschrijving Vouw de uitvouwbare pagina met de afbeelding van het meetgereedschap open en laat deze pagina opengevouwen terwijl u de gebruiksaanwijzing leest. Gebruik volgens bestemming Het meetgereedschap is bestemd voor het bepalen en controleren van horizontale en verticale lijnen en loodpunten. f Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar biedt geen bescherming tegen de laserstralen. Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08) OBJ_BUCH-807-002.book Page 48 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM 48 | Nederlands 7 Serienummer Technische gegevens 8 Houder Puntlaser Zaaknummer 10 Schroefgaten van houder 3 601 K66 1.. 11 Riemgeleiding 30 m Werkbereik ± 0,3 mm/m Waterpasnauwkeurigheid 9 Vastzetschroef van houder GPL 3 Professional 12 Magneten 13 Statiefopname 1/4" op houder 14 Statiefopname 5/8" op houder Zelfwaterpasbereik kenmerkend langs de – lengteas – breedteas ± 5° ± 3° 16 Beschermetui Waterpastijd kenmerkend <4 s 18 Statief* 15 Meetplaat met voet* Bedrijfstemperatuur – 10 °C ... +50 °C Bewaartemperatuur – 20 °C ... +70 °C Relatieve luchtvochtigheid max. 2 635 nm, <1 mW Lasertype 1/4" Statiefopname 3 x 1,5 V LR6 (AA) 24 h Gebruiksduur ca. Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003 Afmetingen 0,25 kg 104 x 80 x 40 mm Beschermingsklasse IP 5X Let op het zaaknummer op het typeplaatje van het meetgereedschap. De handelsbenamingen van afzonderlijke meetgereedschappen kunnen afwijken. Het serienummer 7 op het typeplaatje dient voor de eenduidige identificatie van uw meetgereedschap. Afgebeelde componenten De componenten zijn genummerd zoals op de afbeelding van het meetgereedschap op de pagina met afbeeldingen. 1 Opening voor laserstraal 2 Vergrendeling van het batterijvakdeksel 3 Deksel van batterijvak 4 Aan/uit-schakelaar 5 Laser-waarschuwingsplaatje 6 Statiefopname 1/4" 1 609 929 S08 | (30.9.08) * Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt standaard meegeleverd. Het volledige toebehoren vindt u in ons toebehorenprogramma. 90 % Laserklasse Batterijen 17 Laserbril* Montage Batterijen inzetten of vervangen Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het gebruik van alkalimangaanbatterijen geadviseerd. Als u het batterijvakdeksel 3 wilt openen, draait u de vergrendeling 2 met de wijzers van de klok mee in stand en trekt u het batterijvakdeksel los. Plaats de meegeleverde batterijen. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen, zoals aangegeven op de binnenzijde van het batterijvak. Zet het batterijvakdeksel onder op de behuizing en druk het vervolgens omhoog. Draai de vergrendeling 2 tegen de wijzers van de klok in stand om het batterijvakdeksel te vergrendelen. Als de laserstralen tijdens het gebruik in een langzaam ritme knipperen, zijn de batterijen bijna leeg. Nadat de laserstralen voor het eerst knipperen, kan het meetgereedschap nog ca. 8 uur worden gebruikt. Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit. f Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen lang worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en leegraken. Bosch Power Tools OBJ_BUCH-807-002.book Page 49 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM Nederlands | 49 Gebruik Ingebruikneming f Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht. f Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig worden beïnvloed. f Voorkom heftige schokken of vallen van het meetgereedschap. Na sterke externe inwerkingen op het meetgereedschap dient u, voordat u de werkzaamheden voortzet, altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren (zie „Waterpasnauwkeurigheid”). f Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het verplaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de pendeleenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewegingen beschadigd raken. In- en uitschakelen Als u het meetgereedschap wilt inschakelen duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omhoog, zodat op de schakelaar „I” verschijnt. Onmiddellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap uit elk van de laserstraalopeningen 1 één laserstraal. f Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand. Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen duwt u de aan/uit-schakelaar 4 omlaag, zodat op de schakelaar „0” verschijnt. Als u het meetgereedschap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld. Bosch Power Tools Automatische uitschakeling instellen Standaard wordt het meetgereedschap 20 minuten na het inschakelen automatisch uitgeschakeld. Deze automatische uitschakeling kan van 20 minuten op 8 uur worden omgeschakeld. Schakel daarvoor het meetgereedschap in, onmiddellijk weer uit en binnen 4 seconden opnieuw in. Ter bevestiging van de wijziging knipperen alle laserstralen na de tweede keer inschakelen gedurende 2 seconden in een snel ritme. f Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en schakel het meetgereedschap na gebruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal verblind worden. Als u het meetgereedschap de volgende keer inschakelt, is de automatische uitschakeling weer op 20 minuten ingesteld. Werkzaamheden met automatisch waterpassen Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele ondergrond of bevestig het op de houder 8 of het statief 18. Na het inschakelen worden door het automatisch waterpassen oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ± 5° (lengteas) resp. ± 3° (breedteas) automatisch gecompenseerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de punten van de laserstraal niet meer bewegen. Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat meer dan 5° bzw. 3° van de waterpaslijn afwijkt, knipperen de laserstralen in een snel ritme. Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich binnen het zelfwaterpasbereik van ± 5° resp. ± 3° bevindt, schijnen de laserstralen weer continu. Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik vindt automatisch opnieuw waterpassen van het meetgereedschap plaats. Controleer na het waterpassen de positie van de laserstralen met betrekking tot referentiepunten om fouten door een verschuiving van het meetgereedschap te voorkomen. 1 609 929 S08 | (30.9.08) OBJ_BUCH-807-002.book Page 50 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM 50 | Nederlands Waterpasnauwkeurigheid A Nauwkeurigheidsinvloeden De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit. Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende temperatuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen. Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen. Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werkzaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap. Als het meetgereedschap bij een van de controles de maximale afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klantenservice te laten repareren. B 180˚ – Draai het meetgereedschap 180°, laat het nivelleren en markeer het midden van de punt van de laserstraal op muur B aan de andere kant (punt II). – Plaats het meetgereedschap – zonder het te draaien – dicht bij muur B, schakel het in en laat het waterpassen. A B Horizontale waterpasnauwkeurigheid controleren Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig. – Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de houder resp. een statief of plaats het op een stabiele en vlakke ondergrond. Schakel het meetgereedschap in. A – Stel het meetgereedschap in hoogte zo af (met behulp van het statief of indien nodig door er iets onder te plaatsen), dat het midden van de punt van de laserstraal precies de eerder gemarkeerde punt II op muur B raakt. B 20 m – Richt de horizontale laserstraal op de nabijgelegen muur A en laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het midden van de punt van de laserstraal op de muur (punt I). 1 609 929 S08 | (30.9.08) Bosch Power Tools OBJ_BUCH-807-002.book Page 51 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM Nederlands | 51 A 180˚ B d – Positioneer het meetgereedschap zodanig dat de bovenste loodstraal de streep op het plafond raakt. Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het midden van de bovenste laserstraalpunt op de streep op de muur (punt I). Markeer bovendien het midden van de onderste laserstraalpunt op de vloer (punt II). d – Draai het meetgereedschap 180° zonder de hoogte te veranderen. Laat het waterpassen en markeer het midden van de punt van de laserstraal op muur A (punt III). Let erop dat punt III zoveel mogelijk recht boven of recht onder punt I ligt. – Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten I en III op muur A levert de feitelijke hoogteafwijking van het meetgereedschap op. Op het meettraject van 2 x 20 m = 40 m bedraagt de maximaal toegestane afwijking: 40 m x ± 0,3 mm/m = ± 12 mm. Het verschil d tussen de punten I en III mag daarom hoogstens 12 mm bedragen. Verticale waterpasnauwkeurigheid controleren Voor de controle heeft u een vrij meettraject op een vaste ondergrond met een afstand van ca. 5 m tussen vloer en plafond nodig. – Teken een rechte streep op het plafond. – Monteer het meetgereedschap op de houder of een statief. Schakel het meetgereedschap in en draai het zo dat de onderste loodstraal op de vloer zichtbaar is. – Draai het meetgereedschap 180°. Positioneer het zo dat het midden van de onderste laserstraalpunt op het reeds gemarkeerde punt II en de bovenste laserstraalpunt op de streep op het plafond liggen. Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het midden van de bovenste laserstraalpunt op de streep op de muur (punt III). – Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten I en III op het plafond levert de feitelijke afwijking van het meetgereedschap van de verticale lijn op. Op het meettraject van 2 x 5 m = 10 m bedraagt de maximaal toegestane afwijking: 10 m x ± 0,3 mm/m = ± 3 mm. Het verschil d tussen de punten I en III mag daarom hoogstens 3 mm bedragen. 5m Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08) OBJ_BUCH-807-002.book Page 52 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM 52 | Nederlands Tips voor de werkzaamheden Werkzaamheden met de meetplaat (toebehoren) f Gebruik altijd alleen het midden van de laserpunt voor het markeren. De grootte van de laserpunt verandert met de afstand. Met de meetplaat 15 kunt u de lasermarkering op de vloer resp. de laserhoogte op een muur overbrengen. Bevestigen met houder Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de verplaatsing ten opzichte van de gewenste hoogte meten en op een andere plaats aantekenen. Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen van het meetgereedschap op de over te brengen hoogte. Als u het meetgereedschap op de houder 8 wilt bevestigen, draait u de vastzetschroef 9 van de houder in de 1/4"-statiefopname 6 op het meetgereedschap vast. Als u het meetgereedschap op de houder wilt draaien, draait u de schroef 9 iets los. – Draai het meetgereedschap op de houder 8 opzij of naar achteren om de onderste loodstraal zichtbaar te maken. – Draai het meetgereedschap op de houder 8 om met de horizontale laserstraal hoogten over te brengen. Met de houder 8 heeft u de volgende mogelijkheden om het meetgereedschap te bevestigen: – Monteer de houder 8 met de 1/4"-statiefopname 13 op het statief 18 of een in de handel verkrijgbaar fotostatief. Voor de bevestiging op een in de handel verkrijgbaar bouwstatief gebruikt u de 5/8"-statiefopname 14. – Aan stalen delen kan de houder 8 met de magneet 12 worden bevestigd. – Op droogbouw- of houten wanden kan de houder 8 met schroeven worden vastgeschroefd. Steek daarvoor schroeven met een lengte van minstens 50 mm door de schroefgaten 10 van de houder. – Aan buizen en dergelijke kan de houder 8 worden bevestigd met een in de handel verkrijgbare riem die door de riemvoering 11 wordt getrokken. De meetplaat 15 heeft een reflecterende laag die de zichtbaarheid van de laserstraal op een grote afstand resp. bij fel zonlicht verbetert. De helderheidsversterking is alleen zichtbaar als u parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt. Laserbril (toebehoren) De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het rode licht van de laser voor het oog helderder. f Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar biedt geen bescherming tegen de laserstralen. f Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het verkeer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren. Werkzaamheden met het statief (toebehoren) Een statief 18 biedt een stabiele, in hoogte instelbare meetondergrond. Plaats het meetgereedschap met de statiefopname 6 op de 1/4"schroefdraad van het statief en schroef het met de vastzetschroef van het statief vast. 1 609 929 S08 | (30.9.08) Bosch Power Tools OBJ_BUCH-807-002.book Page 53 Tuesday, September 30, 2008 1:13 PM Nederlands | 53 Onderhoud en service Onderhoud en reiniging Bewaar en transporteer het meetgereedschap alleen in het meegeleverde beschermetui. Houd het meetgereedschap altijd schoon. Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloeistoffen. Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen. Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en let daarbij op pluizen. Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldige fabricage- en testmethoden toch defect raken, dient de reparatie te worden uitgevoerd door een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen. Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens het typeplaatje van het meetgereedschap. Verzend het meetgereedschap in het beschermetui 16 in het geval van een reparatie. Klantenservice en advies Onze klantenservice beantwoordt uw vragen over reparatie en onderhoud van uw product en over vervangingsonderdelen. Explosietekeningen en informatie over vervangingsonderdelen vindt u ook op: www.bosch-pt.com De medewerkers van onze klantenservice adviseren u graag bij vragen over de aankoop, het gebruik en de instelling van producten en toebehoren. Afvalverwijdering Meetgereedschappen, toebehoren en verpakkingen dienen op een voor het milieu verantwoorde manier te worden hergebruikt. Alleen voor landen van de EU: Gooi meetgereedschappen niet bij het huisvuil. Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG over elektrische en elektronische oude apparaten en de omzetting van de richtlijn in nationaal recht moeten niet meer bruikbare meetgereedschappen apart worden ingezameld en op een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt. Accu’s en batterijen: Gooi accu’s of batterijen niet bij het huisvuil en evenmin in het vuur of het water. Accu’s en batterijen moeten worden ingezameld, gerecycled of op een voor het milieu verantwoorde wijze worden afgevoerd. Alleen voor landen van de EU: Volgens richtlijn 91/157/EEG moeten defecte of versleten accu’s en batterijen worden gerecycled. Wijzigingen voorbehouden. Nederland Tel.: +31 (076) 579 54 54 Fax: +31 (076) 579 54 94 E-mail: [email protected] België en Luxemburg Tel.: +32 (070) 22 55 65 Fax: +32 (070) 22 55 75 E-mail: [email protected] Bosch Power Tools 1 609 929 S08 | (30.9.08)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242

Bosch GPL 3 Professional Handleiding

Categorie
Afstandsmeters
Type
Handleiding