NordicTrack 14.0 Elliptical Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. NTEVEL19813.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit
product inbegrepen. Plak de stickers op de aange-
geven plaatsen over de Engelse waarschuwingen
heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Raadpleeg de laatste pagina van deze handle-
iding wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is en vraag om een vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Aandacht: de sticker(s) worden niet op ware grootte
weergegeven.
317705
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN ...............................................18
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................35
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
INHOUD
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar
om zich ervan te vergewissen dat alle gebrui-
kers van de elliptische trainer voldoende op de
hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen van boven
de 35 jaar, of voor personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in
deze handleiding beschreven.
4. De elliptische trainer is alleen voor gebruik
thuis bedoeld. Gebruik de elliptische trainer
niet commercieel, niet voor verhuur of in een
instelling.
5. Gebruik de elliptische trainer enkel binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de elliptische trainer niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
6. Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond en zorg ervoor dat er minstens
0,9 m vrije ruimte voor en achter en 0,6 m
vrije ruimte aan zijkanten van de elliptische
trainer is. Leg een matje onder de elliptische
trainer om uw vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig aan.
Vervang versleten onderdelen direct.
8. Houd kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren
uit de buurt van de elliptische trainer.
9. Steek, bij het insteken van de stekker (zie
pagina 18), de stekker alleen in een geaard
stopcontact.
10. Pas de stroomadapter niet aan en gebruik geen
adapter om de stroomadapter op een onjuist
stopcontact aan te sluiten. Houd het stroom-
snoer uit de buur van verwarmde oppervlakken.
Gebruik geen verlengsnoer.
11. Gebruik de elliptische trainer niet wanneer het
elektrische snoer of de stekker beschadigd
is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed
werkt.
12.
GEVAARLIJK: Verwijder altijd de
sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en
zet de aan/uitschakelaar in de uitstand wanneer
u de elliptische trainer niet gebruikt en voor-
dat u de elliptische trainer reinigt. Onderhoud,
anders dan de procedures in deze handleiding
moeten uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
13. De elliptische trainer is niet geschikt voor per-
sonen die meer dan 180 kg wegen.
14. Draag geschikte kleding wanneer u de ellipti-
sche trainer gebruikt; draag geen losse kleding
die vast kan komen te zitten in de elliptische
trainer. Draag altijd gymschoenen tijdens het
oefenen om uw voeten te beschermen.
15. Houd de handgrepen of de armen van het
bovendeel vast bij het opstappen, het afstap-
pen of tijdens het gebruik van de elliptische
trainer.
16. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor dient slechts om de hart-
slag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw
oefeningen.
17. Met de elliptische trainer kan men niet free-
wheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat
het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid op
een gecontroleerde manier.
18. Houd tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
19. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of de
dood leiden. Als u pijn voelt of duizelig wordt
tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te
stoppen en af te koelen.
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok, of
persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze handleiding
en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk
voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
Dank u dat u heeft gekozen voor de NORDICTRACK
®
COMMERCIAL 14.0 elliptische trainer. De
COMMERCIAL 14.0 elliptische trainer kent een indruk-
wekkende reeks mogelijkheden die ontworpen zijn om
uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvul-
dig door voor gebruik van de elliptische trainer.
Raadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
vragen hebt. Noteer het productnummer en het serien-
ummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningsknop
voor de Weerstand
Instelling van de Hellingsgraad
Hartslagmonitor
Arm van het Bovendeel
Wiel
Pedaal
Pedaalknop
Bedieningspaneel
Knop van het Bedieningspaneel
Accessoireshouder
Hellingsplatform
Hendel
Lengte: 185 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 104 kg
Ultrasone
Sensor
(zie stap 11 op
pagina 32)
VOORDAT U BEGINT
5
M8 x 35mm
Bout (96)–4
M8 Slotmoer
(94)–4
Gebogen
Tussenring
(95)–2
M8 x 23mm
Tussenring (98)–2
M4 x 16mm
Schroef
(104)–17
M8 x 16mm
Schroef (72)–19
M10 x 16mm
Schroef (33)–2
M10 x 105mm
Schroef (84)–2
M10 x 25mm
Tussenring (148)–2
M6
Tussenring
(90)–8
M6 x 14mm
Schroef (121)–8
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
• De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal pas weg als u helemaal met
de montage klaar bent.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 5.
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een rubber hamer
Montage is makkelijker met een set sleutels. Om
schade aan de onderdelen te vermijden, dient u
nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
2. Plaats een stevig stuk verpakkingsmateri-
aal onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden tot deze stap is voltooid om te
voorkomen dat het valt.
Bevestig de Voorste Stabilisator (6) aan de
voorkant van het Onderstel (1) met twee M10 x
105mm Schroeven (84).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
2
6
1
84
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
• activeertuwgarantie
• bespaartutijdalsuooitcontactmoet
opnemen met de Klantendienst
• hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
MONTAGE
7
3
3. Plaats de Achterste Stabilisator (5) op de vloer
aan de achterkant van het Onderstel (1). Zoek
naar de binddraad in de Achterste Stabilisator.
Raadpleeg de inzet-tekening. Bevestig de
onderkant van het binddraad aan de Sensor
Draadkoker (155).
Trek dan aan de andere kant van het binddraad
tot de sensor Draadkoker helemaal door de
Achterste Stabilisator (5) is geleid.
1
5
155
Draad-
band
Draad-
band
155
Draadband
4
4. Tip: Vermijd het afklemmen van de Sensor
Draadkoker (155).
Plaats een stevig stuk verpakkingsmateriaal
onder de achterkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden tot deze stap is voltooid om te
voorkomen dat het valt.
Steek de Achterste Stabilisator (5) in het
Onderstel (1). Bevestig de Achterste Stabilisator
met vier M8 x 16mm Schroeven (72); draai alle
vier schroeven vast.
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
72
155
72
1
5
Vermijd het afklemmen van
de Sensor Draadkoker (155)
5. Maak de binddraad (niet afgebeeld) rond de
Sensor Draadkoker (155) los en gooi weg.
Terwijl een tweede persoon de Kap van de
Achterste Stabilisator (2) bij de Achterste
Stabilisator (5) houdt, verbindt u de draad op
de Ultrasone Sensor (147) met de Sensor
Draadkoker (155). Stop het draadoverschot in de
Achterste Stabilisator.
Tip: Vermijd het afklemmen van de Sensor
Draadkoker (155). Druk de vier Montagestukken
(117) aan de onderkant van de Kap van de
Achterste Stabilisator (2) op de Achterste
Stabilisator (5).
5
2
5
155
147
117
Vermijd het afklemmen van
de sensor Draadkoker (155)
8
6
6. Zoek de Kap van de Onderste Staander (80), die
een groot ovaal gat heeft.
Richt de Kap van de Onderste Staander (80),
de Kap van het Scherm (75) en de Staander (4)
zoals afgebeeld. Schuif de Kap van de Onderste
Staander en de Kap van het Scherm omhoog op
de Staander.
80
75
4
7
7. Terwijl een tweede persoon de Staander (4) bij
het Onderstel (1) houdt, zoekt u het binddraad in
de Staander.
Raadpleeg de inzet-tekening. Bevestig de
onderkant van het binddraad aan de Hoofd
Draadkoker (110).
Trek dan het uiteinde van het binddraad tot
de Hoofd Draadkoker (110) helemaal door de
Staander (4) is geleid.
Tip: Om te voorkomen dat de Hoofd
Draadkoker (110) in de Staander (4) valt, zet u
de Hoofd Draadkoker vast met het binddraad.
110
4
1
110
Binddraad
Binddraad
Bind-
draad
9
8. Tip: Vermijd het afklemmen van het draad
van de Hoofd Draadkoker (110).
Schuif de Staander (4) op het Onderstel (1).
Bevestig de Staander met zeven M8 x 16mm
Schroeven (72); draai de schroeven nog niet
vast.
Druk de Kapjes van het Scherm (75) nog niet
op hun plaats.
8
1
72
72
72
4
75
110
Vermijd het
afklemmen
van de Hoofd
Draadkoker (110)
9
49
58
90
90
121
121
14
44
139
9. Vind het Rechter Pedaal (49) en de Rechter
Pedaalarm (58) en richt deze zoals afgebeeld.
Maak de Rechter Pedaal (49) aan de Plaat van
het Rechter Pedaal (139) vast op de Rechter
Pedaalarm (58) met vier M6 x 14mm Schroeven
(121) en vier M6 Tussenringen (90).
Maak de Linker Pedaal (14) op dezelfde
manier aan de Linker Pedaalarm (44) vast.
10
10
10. Gebruik een plastic zak om uw vingers schoon te
houden, breng een royale hoeveelheid van het
meegeleverde smeervet aan op de As van de
Arm (35) en op de twee Gebogen Tussenringen
(95).
Steek de As van de Arm (35) in de Staander (4)
en leg deze in het midden. Schuif vervolgens
een Gebogen Tussenring (95) op elke uiteinde
van de As van de Arm.
Schuif met de hulp van een tweede persoon
het Rechterbeen van het Bovendeel (36) op de
Rechterkant van de As van de Arm (35) en steek
tegelijkertijd de as op de Rechter Pedaalarm
(58) in de Rechter Rollerarm (45).
Herhaal deze stappen voor de linkerkant van
de elliptische trainer.
11. Draai een M8 x 16mm Schroef (72) en een M8
x 23mm Tussenring (98) tegelijkertijd in iedere
uiteinde van de As van de Arm (35) vast.
Bevestig een M10 x 16mm Schroef (33) met een
M10 x 25mm Tussenring (148) in de Rechter
Rollerarm (45) en de Rechter Pedaalarm (58).
Draai dan de aangegeven M8 x 16mm Schroef
(72) weer vast.
Herhaal deze stappen voor de linkerkant van
de elliptische trainer.
35
Smeervet
Smeervet
95
95
36
46
58
44
44
46
12
12
45
Smeervet
4
11
35
98
148
98
72
45
33
72
58
72
11
12
12. Tip: Vermijd het afknellen van de draden in
de Rechter en Linker Handleuningen (83, 87).
Maak de Rechter Handleuning (83) vast aan de
Rechterkant van de Bedieningspaneelbeugel
(62) met drie M8 x 16mm Schroeven (72).
Herhaal deze stap voor de Linker
Handleuning (87).
Verwijder vervolgens de verpakkingen van de
draden in de Rechter en Linker Handleuningen
(83, 87).
13
13. Schuif de Rechterarm van het Bovendeel (61) op
de Rechterbeen van het Bovendeel (36).
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel
(61) met twee M8 x 35mm Bouten (96) en
twee M8 Slotmoeren (94). Zorg ervoor dat de
Borgmoeren in de zeshoekige gaten van de
Rechterarm van het Bovendeel zitten.
Maak de Linkerarm van het Bovendeel (47)
op dezelfde manier vast.
Vermijd het
afklemmen
van de draden
72
83
96
36
61
47
94
87
62
Zeshoekige Gaten
12
14
15
15. Aandacht: Voor de duidelijkheid worden het
Bedieningspaneel en de bedrading niet afge-
beeld bij deze stap.
Tip: Het kan nodig zijn om de Knop van het
Bedieningspaneel (52) te draaien en de hoek
van de Bedieningspaneelbeugel (62) af te
stellen.
Bevestig de Kap van de Bovenste Handleuning
(56) aan de Linker en Rechter Handleuningen
(83, 87) en aan de Bedieningspaneelbeugel (62)
met drie M4 x 16mm Schroeven (104); draai alle
vier de schroeven vast.
Zorg ervoor dat de bedrading (niet afgebeeld)
zich in de Kap van de Bovenste Handleuning
(56) bevindt.
Druk dan de Kap van de Onderste Handleuning
(60) op de Kap van de Bovenste Handleuning
(56).
14. Laat iemand het Bedieningspaneel (7) bij de
Bedieningspaneelbeugel (62) houden.
Sluit de Geaarde Draad (119) aan op de bijbeho-
rende draad op het Bedieningspaneel (7). Steek
vervolgens alle draden op het Bedieningspaneel
omlaag door het aangegeven gat in de
Bedieningspaneelbeugel (62).
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Maak de Bedieningspaneel (7) aan de
Bedieningspaneelbeugel (62) vast met vier M4 x
16mm Schroeven (104).
Maak de binddraad (niet afgebeeld) los van de
Hoofd Draadkoker (110) en gooi weg.
Raadpleeg de inzet-tekening. Sluit de Hoofd
Draadkoker (110), de Ontvanger Draadkoker
(146), en de twee aangegeven draden aan op de
bijbehorende draden op het Bedieningspaneel
(7). Zorg ervoor dat de draad met een merk-
teken verbonden wordt met het draad op het
Bedieningspaneel dat een merkteken heeft.
104
60
52
62
56
87
104
Gat
146
7
7
83
104
104
119
62
Vermijd het
afklemmen van
de draden
110
Draden
13
16
16. Schuif de Kap van de Onderste Staander (80)
omhoog en bevestig deze aan de Staander (4)
met twee M4 x 16mm Schroeven (104).
17
17. Maak de Basis van de Accessoireshouder (8)
aan de Staander (4) vast met twee M4 x 16mm
Schroeven (104).
18. Zie de linker inzet-tekening. Zoek de Basis van
de Accessoireshouder (8). Steek de draad op de
ontvanger in het aangegeven gat in de Kap van
de Onderste Staander (80).
Zie de rechter inzet-tekening. Zoek de
Ontvanger Draadkoker (146) die is bevestigd
aan de Staander (4) met vier binddraden. Sluit
de Ontvanger Draadkoker aan op het draad op
de ontvanger.
104
104
Draad
Bovenaanzicht
Gat
80
8
80
8
4
4
Ontvanger
146
Draad
4
18
14
19
19. Steek de Accessoireshouder (37) in de Basis
van de Accessoireshouder (8).
20
20. Druk de Kap van de Bovenste Staander (91) in
de Kap van de Onderste Staander (80).
8
37
91
80
15
21
21. Zoek naar de Bovenste Kap van de Rechterarm
(67) en de Onderste Kap van de Rechterarm
(68).
Maak de Bovenste Kap van de Rechterarm (67)
aan het Rechterbeen van het Bovendeel (36)
vast met een M4 x 16mm Schroef (104).
Druk vervolgens de Onderste Kap van de
Rechterarm (68) op de Bovenste Kap van de
Rechterarm (67).
Maak de Bovenste Kap van de Linkerarm
(niet getoond) op dezelfde manier aan
de Onderste Kap van de Linkerarm (niet
getoond) vast.
67
36
68
104
22. Zie stap 8. Draai de M8 x 16mm Schroeven (72)
vast.
Druk vervolgens de Kap van het Scherm
(75) omlaag op de Linker en Rechter Voorste
Schermen (73, 74).
22
75
73, 74
16
24. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed vastgedraaid zijn voordat u de elliptische trainer gaat gebruiken.
Aandacht: Er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de elliptische trainer om de
vloer te beschermen.
23. Bevestig, terwijl een tweede persoon de ellip-
tische trainer naar links laat leunen en hem
vasthoudt, een Stabilisatorkap (134) aan de
rechterkant van het Onderstel (1) met twee M4 x
16mm Schroeven (104).
Draai vervolgens een Stelpoot (92) in het
Onderstel (1) vast op de aangegeven locatie.
Herhaal deze stap voor de linkerkant van de
elliptische trainer.
23
1
92
104
134
17
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
18
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
FR
SP
PL
SK
PR
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
19
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE VERPLAATSEN
Gezien de afmeting en de zwaarte van de ellip-
tische trainer, moet deze door twee personen
verplaatst worden. Ga aan de voorkant van de
elliptische trainer staan, houd de staander vast en
plaats een voet tegen een van de wielen. Trek aan
de staander en laat een tweede persoon de achterste
stabilisator optillen totdat de elliptische trainer op de
wielen rolt. Verplaats de elliptische trainer voorzichtig
naar de gewenste plaats en laat hem dan op de vloer
zakken.
HOE DE STAND VAN DE PEDALEN TE
VERANDEREN
Ieder pedaal kan in verschillende standen worden
bijgesteld. Om elk pedaal af te stellen moet u eerst
pedaal optillen en de pedaalknop onder het pedaal los-
draaien. Zorg ervoor dat beide pedalen in dezelfde
stand staan.
HET BEDIENINGSPANEEL AFSTELLEN
Het bedieningspaneel kan in verschillende hoeken
worden afgesteld. Om het bedieningspaneel af te stel-
len, draait u de knop op het bedieningspaneel tot het
bedieningspaneel zich in de gewenste hoek bevindt.
Plaats
hier uw
voet
Trek aan de
staander
Pedaalknop
Knop van het
Bedieningspaneel
Til hier
op
20
DE ELLIPTISCHE TRAINER WATERPAS STELLEN
Als de elliptische trainer enigszins schommelt tijdens
het gebruik, draai dan aan één van de of beide
stelvoeten onder de achterste stabilisator tot het
toestel niet meer schommelt. Draai vervolgens de
stelvoet onder de middenste stabilisator tot de stelvoet
de vloer raakt.
HOE OP DE ELLIPTISCHE TRAINER TE OEFENEN
Houd, om op de elliptische trainer te stappen, de
bovenste armen of de handgrepen vast en stap op de
pedaal die in de laagste stand staat. Stap vervolgens
op het andere pedaal. Duw op de pedalen tot u een
vloeiende beweging bereikt. Aandacht: De armen
van de krukas kunnen in beide richtingen draaien.
Aanbevolen wordt om de armen van de krukas in
de richting van de pijl te draaien; u kunt echter om
af te wisselen de armen van de krukas in de tegen-
overgestelde richting draaien.
Wacht tot de pedalen helemaal gestopt zijn voordat u
van de elliptische trainer afstapt. Aandacht: Met de
elliptische trainer kan men niet freewheelen; de
pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel
stopt. Stap eerst van het hoogste pedaal wanneer de
pedalen tot stilstand gekomen zijn. Stap vervolgens
van de laagste pedaal.
Stelvoeten
Stelvoet
Pedalen
Crankarm
Armhendel
Hendels
21
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft de revolutionaire iFit
technologie die het mogelijk maakt om het bedie-
ningspaneel op uw draadloos netwerk aan te sluiten.
Met de iFit-technologie, kunt u uw eigen oefeningen
downloaden, eigen oefeningen creëren, uw oefening
resultaten bijhouden en toegang tot vele andere moge-
lijkheden krijgen. Zie www.iFit.com voor aanvullende
informatie.
Daarnaast, biedt het bedieningspaneel een reeks
vooraf ingestelde oefeningen die bedoeld zijn voor
verschillende spiergroepen. Elke vooraf ingestelde
oefening wijzigt automatisch de weerstand van de
pedalen en de graad van het hellingplatform en spoort
u aan om de stapsnelheid te variëren terwijl u door een
doeltreffende oefening geleid wordt. U kunt ook met de
stel-een-doel-in oefening uw eigen oefening doel instel-
len. Het bevat ook verschillende iFit-demo-oefeningen.
Het bedieningspaneel biedt ook door gebruikers afge-
stemde oefeningen waarmee u uw eigen oefeningen
kunt creëren en deze in het geheugen kan opslaan
voor toekomstig gebruik.
U kunt de weerstand van de trappers en de hel-
lingsgraad van het platform met een druk op de knop
wijzigen in de handmatige instelling van het bedie-
ningspaneel. Het bedieningspaneel zal tijdens het
oefenen doorlopend feedback geven. U kunt ook uw
hartslag meten door gebruik te maken van de inge-
bouwde handgreep met hartslagmonitor of door middel
van de borstkas hartslagmonitor.
U kunt zelfs terwijl u oefent, op internet surfen of met
de stereogeluidsinstallatie van het bedieningspaneel,
naar uw favoriete oefening-muziek of audioboeken
luisteren.
Aandacht: Het bedieningspaneel kan de afstand in
kilometers of mijlen aangeven. Om te zien welk meet-
systeem is gekozen, kijkt u naar stap 8 op pagina 31.
Tungston
ELNE19813
NTEVEL19813
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
22
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de elliptische trainer
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
deze tot kamertemperatuur komen voordat u hem
inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedie-
ningspaneel of andere elektrische onderdelen
beschadigen.
Steek het stroom-
snoer in (zie HOE HET
STROOMSNOER IN
TE STEKEN op pagina
18). Zoek vervolgens
naar de stroomschake-
laar op het onderstel bij
het stroomsnoer. Druk de
stroomschakelaar in de reset-stand.
Het scherm zal dan aan gaan en het bedieningspaneel
is klaar voor gebruik.
Aandacht: Het hellingplatform kan, wanneer de
elektriciteit voor het eerst ingeschakeld wordt,
automatisch geijkt worden. Tijdens het kalibreren,
beweegt het platform omhoog en omlaag. Wanneer het
hellingplatform stopt met bewegen, is het hellingplat-
form geijkt.
BELANGRIJK: Als de helling niet automatisch kali-
breert, zie dan stap 4 op pagina 32 en kalibreer
de helling handmatig.
HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een tablet met een kleuren
touchscreen. De volgende informatie zorgt ervoor dat
u bekend raakt met de geavanceerde technologie van
het apparaat:
• Het bedieningspaneel werkt op gelijksoortige wijze
als andere tablets. U kunt met uw vinger schuiven of
tikken op het scherm om bepaalde beelden op het
scherm, zoals de displays in een oefening (zie stap
4 op pagina 24), te bewegen. U kunt echter niet
in- en uitzoomen door uw vingers over het scherm te
schuiven.
• Het scherm is niet drukgevoelig. U hoeft niet hard op
het scherm te drukken.
• Tik, om informatie in een tekstveld te typen, op een
tekstveld om het toetsenbord te bekijken. Druk op
de ?123 toets, om cijfers of andere tekens op het
toetsenbord te gebruiken. Druk op de Alt-toets om
meer tekens te bekijken. Druk nogmaals op de
Alt-toets om naar het nummer toetsenbord terug
te keren. Druk op de ABC-toets om naar het letter
toetsenbord terug te keren. Druk op de toets met
de pijl naar boven om een hoofdletter te gebruiken.
Druk nogmaals op de toets met de pijl om meerdere
hoofdletters te gebruiken. Druk een derde keer op de
toets met de pijl om naar het gewone letter toet-
senbord terug te keren. Druk op de toets met een
pijl naar links en een X om het laatste teken uit te
wissen.
• Gebruik de toetsen onderaan het scherm om te
navigeren door de bedieningspaneelmenu´s. Druk
op de toets terug om naar het vorige scherm terug
te keren. Druk op de toets Home om naar het
hoofdmenu terug te keren. Druk op de toets met
het hardlopertje om het vooraf ingestelde oefe-
ningenmenu te kiezen. Druk op de toets met het
wereldbolletje om de internetbrowser te kiezen. Druk
op de toets met de raderen om het instellingenmenu
te kiezen. Druk op de toets Login (inloggen) om in te
loggen op iFit.
• Gebruik de toetsen op het bedieningspaneel om op
de tablet te navigeren. Druk dan op de toets Home
om naar het bureaublad van de tablet te gaan. Druk
op de toets terug om terug te gaan naar het vorige
scherm. De middelste toets werkt niet.
Reset-
stand
23
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat de elliptische
trainer voor de eerste keer gebruikt wordt.
1. Sluit op uw draadloos netwerk aan.
Aandacht: U moet op een draadloos netwerk
aangesloten zijn, om toegang tot internet te krijgen,
om iFit-oefeningen te downloaden, en om andere
mogelijkheden van het bedieningspaneel te gebrui-
ken. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op pagina 33, om het bedienings-
paneel aan te sluiten op uw draadloze netwerk.
2. Controleer op firmware updates.
Bekijk eerst stap 1 op pagina 31 en stap 2 op
pagina 32 en selecteer de onderhoudsmodus.
Raadpleeg dan stap 3 op pagina 32 en contro-
leer op firmware updates.
3. IIjk het hellingplatform.
Zie stap 4 op pagina 32 en kalibreer de helling
van het hellingsplatform.
4. Maak een iFit account.
Druk op het wereldbolletje onderaan het scherm en
raak de iFit-toets aan.
Aandacht: Zie pagina 34 voor meer informatie
over het navigeren met de internetbrowser.
De browser zal de iFit.com homepagina openen.
Volg dan de informatie op de website om u te
registreren voor uw iFit-lidmaatschap. Kies de code
optie activeren wanneer u een activeringscode
heeft.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trainen
kunt beginnen. De volgende pagina’s leggen de ver-
schillende oefeningen en andere mogelijkheden, die
het bedieningspaneel biedt, uit.
Om de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
pagina 24. Om een vooraf ingestelde oefening te
gebruiken, zie pagina 26. Om een oefening met
een ingesteld doel te gebruiken, raadpleeg pagina
27. Om een door de gebruiker ingestelde oefe-
ning te creëren, zie pagina 28. Om een door de
gebruiker ingestelde oefening te gebruiken, zie
pagina 29. Om een iFit-oefening te gebruiken, zie
pagina 30.
Om de apparatuurinstellingenmodus te gebrui-
ken, zie pagina 31. Om de onderhoudsmodus te
gebruiken, zie pagina 32. Voor gebruik van de
draadloze netwerkmodus, zie pagina 33. Om het
geluidssysteem te gebruiken, zie pagina 34. Om
de internetbrowser te gebruiken, zie pagina 34.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm ligt,
verwijder deze dan.
24
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Raak de toets home aan onderaan op het
scherm om te allen tijde terug te keren naar het
hoofdmenu.
3. Wijzig desgewenst de weerstand van de
pedalen en de graad van het hellingplatform.
Druk op de toets Start of begin met fietsen.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
trappen aanpassen. Druk om de weerstand te
wijzigen op een van de genummerde toetsen
Resistance (Weerstand) of druk op de toetsen
Resistance verhogen en verlagen op het bedie-
ningspaneel of op de rechter handleuning.
Aandacht: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het
een tijdje duren voordat de pedalen het gewenste
weerstandsniveau hebben bereikt.
U kunt om de snelheid van de trappers af te wis-
selen de helling van het platform wijzigen. Druk om
de helling te wijzigen op een van de genummerde
toetsen Ramp (Helling) of druk op de toetsen
Ramp verhogen en verlagen op het bedieningspa-
neel of op de rechter handleuning.
Aandacht: Als u op een toets drukt, dan zal het een
eventjes duren voordat het platform het gewenste
hellingniveau bereikt.
4. Volg uw vordering.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen display mode zal aangeven
welke informatie wordt weergegeven.
Tik op of schuif over het scherm om de gewenste
displaymodus te kiezen. U kunt ook de rode velden
op het scherm aanraken om aanvullende oefening-
informatie te bekijken.
Houd desgewenst uw trapsnelheid in de buurt
van de doel-tpm. De meter voor de doelzone zal
u aansporen om uw trapsnelheid te verhogen, te
verlagen, of aan te houden.
Indien gewenst kunt ook de volume bijstellen door
op de Volume verhogen of verlagen toetsen op het
bedieningspaneel te drukken.
Raak een van de menu-toetsen op het scherm aan
om de oefening te onderbreken. Raak de Resume
(hervatten) toets aan om met de oefening door te
gaan. Raak de End Workout (oefening eindigen)
toets aan om met de oefening te stoppen.
De elliptische trainer heeft een ultrasone sensor
die een voorwerp achter de elliptische trainer kan
detecteren. Als de ultrasone sensor een voorwerp
detecteert, zullen er één of meerdere berichten op
het scherm verschijnen om u te waarschuwen. Als
het voorwerp zich in de zone bevindt die het dichtst
bij de elliptische trainer is, dan wordt de weerstand
van de pedalen automatisch verhoogd. Om de
ultrasone sensor in- of uit te schakelen, zie stappen
1, 2, en 11 op pagina 32.
25
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Voor het gebruik van de meegeleverde borstkas
hartslagmonitor, zie pagina 17. Volg de instructies
hieronder om de hartslagmonitor met handgreep te
gebruiken. BELANGRIJK: Wanneer u beide hart-
slagmonitoren tegelijkertijd gebruikt dan zal het
bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig
aangeven.
Als er velletjes
plastic op
de metalen
contactpunten
van de
hartslagmonitor
met handgreep
zitten, verwijder
deze dan. Om uw
hartslag te meten,
houd uw handen op
de hartslagmonitor
met de palmen van
uw hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg
uw handen niet en houd de handsensoren
stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw
hartslag worden getoond. Voor een correcte
hartslagmeting, houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Als de display uw hartslag niet weergeeft, zorg er
dan voor dat u uw handen zoals beschreven op de
juiste wijze geplaatst heeft. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt of houd de contacten
niet te stevig vast. Voor de beste werking, maak
de contactpunten schoon met een zacht doek;
gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische
middelen om de contactpunten schoon te
maken.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator neeft meerdere snelheidsinstellingen
en een stand automatisch. De snelheid van de
ventilator zal, wanneer de auto-instelling gekozen
is, automatisch toenemen of afnemen wanneer u
uw trapsnelheid verhoogt of verlaagt. Druk herhaal-
delijk op de toename- en afnametoetsen van de
ventilator om een ventilatorsnelheid te kiezen of om
de ventilator uit te zetten.
Aandacht: Als de pedalen gedurende enige tijd niet
bewegen als het hoofdmenu is geselecteerd, gaat
de ventilator automatisch uit.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Wanneer u klaar bent met trainen, zet u de reset-/
uit-schakelaar op de stand uit en trekt u de stek-
ker uit. BELANGRIJK: Als u dit niet doet dan
kunnen de elektrische onderdelen van de ellip-
tische trainer voortijdig slijten.
Contact-
punten
26
HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te kiezen,
drukt u op het hardlopertje onderaan het scherm.
Het menu van de oefeningen zal op het scherm
verschijnen.
Aandacht: U kunt ook op de toetsen Intensity
(Intensiteit), Performance (Prestatie), Incline
(Helling) en Calore op het bedieningspaneel
drukken.
Selecteer de gewenste oefeningencategorie uit
het oefeningenmenu en selecteer de gewenste
oefening. Het scherm zal de naam, de duur, en de
afstand van de oefening weergeven. Het scherm
zal ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden en een profiel van de
weerstandsinstellingen van de oefening aangeven.
3. Begin met de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (Start
Oefening) om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Voor
elk segment is één weerstandsniveau, één hel-
lingsgraad en één doelgerichte tpm (snelheid)
geprogrammeerd. Let op: Dezelfde weerstandsni-
veau, hellingsgraad en/of na te streven opm doel
kunnen voor opeenvolgende segmenten gepro-
grammeerd worden.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge-
geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik op
of schuif over het scherm om de profielen te bekij-
ken. De verticaal gekleurde lijn geeft het huidige
onderdeel van de oefening aan. Het onderste pro-
fiel geeft het hellingniveau van het huidige segment
weer. Het bovenste profiel geeft het weerstandsni-
veau van het huidige segment weer.
Houd uw fietssnelheid dichtbij de doel-tpm tijdens
de oefening voor het huidige segment. De meter
voor de doelzone zal u aansporen om uw trapsnel-
heid te verhogen, te verlagen, of aan te houden.
Tik op of schuif over het scherm om de meter voor
de doelzone te bekijken.
BELANGRIJK: De doel-tpm is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snel-
heid kan langzamer zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt
dat aangenaam voor u is.
Als het weerstandsniveau of de hellingsgraad voor
het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de
instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen
Resistance (Weerstand) of Ramp (hellinggraad)
te drukken. BELANGRIJK: De pedalen zullen
wanneer het huidige segment van de workout
eindigt, automatisch aan het geprogrammeerde
weerstandsniveau van het volgende segment
aangepast worden en het hellingplatform zal
automatisch op de geprogrammeerde hellings-
graad van het volgende segment aangepast
worden.
Aandacht: Het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
workout zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschil-
lende factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
Bovendien zal een handmatige aanpassing van
de weerstand of de helling tijdens de oefening,
invloed hebben op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de toets
terug of home onderaan het scherm. Raak de
Resume (hervatten) toets aan om met de oefening
door te gaan. Raak de End Workout (oefening ein-
digen) toets aan om met de oefening te stoppen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Een samenvatting van de
oefening zal op het scherm verschijnen. Raak,
nadat u de samenvatting van de oefening bekeken
heeft, de Finish (eindigen) toets aan om naar het
hoofdmenu terug te keren. U kunt uw resultaten óf
bewaren óf bekend maken door een van de opties
van het scherm te gebruiken.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.
27
EEN VOORAF INGESTELDE DOELOEFENING
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op pagina 24.
3. Selecteer een set-a-goal oefening (ingesteld
doel).
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A
Goal (Ingesteld Doel) op het bedieningspaneel.
Om een aangepast doel voor uw oefening in t e
stellen, drukt u op de toets voor het gewenste doel.
Raak dan de toename- of afnametoetsen van het
scherm aan om uw doel in te voeren en om andere
mogelijkheden van de oefening te kiezen. Het
scherm zal de duur en de afstand van de oefening
weergeven en het geschatte aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden.
4. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start om met de oefening te
starten.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie pagina 24).
De oefening duurt zolang tot u uw ingestelde
doel bereikt. Een samenvatting van de oefening
zal op het scherm verschijnen. Raak, nadat u de
samenvatting van de oefening bekeken heeft, de
Finish (eindigen) toets aan om naar het hoofdmenu
terug te keren. U kunt uw resultaten óf bewaren
óf bekend maken door een van de opties van het
scherm te gebruiken.
Aandacht: Het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschillende
factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
5. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.
28
EEN DOOR DE GEBRUIKER AFGESTELDE
OEFENING CREËREN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Selecteer een door de gebruiker afgestelde
oefening.
Voor het selecteren van een door de gebruiker
ingestelde oefening, drukt u lichtjes op de toets
User Defined (Gebruiker afgestemd) op het
bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste oefening uit het menu met
door de Gebruiker afgestemde oefeningen. Druk
dan op de toets Record New (Nieuwe opnemen).
3. Begin met de oefening.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Voor elk
segment kunt u één weerstand- en één helling-
instelling programmeren.
Om een weerstandsniveau voor het eerste seg-
ment te programmeren kunt u de weerstand van de
pedalen aanpassen door te drukken op de toetsen
Resistance (Weerstand).
Om een hellingniveau voor het eerste segment te
programmeren kunt u de helling van de hellingplat-
form eenvoudigweg aanpassen door te drukken op
de toetsen Ramp (Helling).
Aan het einde van het eerste segment, zal de
oefening het huidige weerstandsniveau en helling-
niveau opslaan in het geheugen.
Programmeer een weerstandsniveau en een
hellingniveau voor het tweede segment zoals hier-
boven beschreven.
Oefen zo lang als u wenst door. Stop met trap-
pen als u klaar bent met uw oefening. De oefening
die u heeft gecreëerd wordt opgeslagen in het
geheugen.
Een oefeningsamenvatting zal dan op het scherm
verschijnen. Raak, nadat u de samenvatting van de
oefening bekeken heeft, de Finish (eindigen) toets
aan om naar het hoofdmenu terug te keren. U kunt
uw resultaten óf bewaren óf bekend maken door
een van de opties van het scherm te gebruiken.
4. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.
29
EEN DOOR DE GEBRUIKER AFGESTELDE
OEFENING GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Selecteer een door de gebruiker afgestelde
oefening.
Voor het selecteren van een door de gebruiker
ingestelde oefening, drukt u lichtjes op de toets
User Defined (Gebruiker afgestemd) op het
bedieningspaneel.
Selecteer de gewenste oefening uit het menu met
door de Gebruiker afgestemde oefeningen. Druk
dan op de toets Repeat (herhalen).
Aandacht: Druk op de toets Record New (Nieuw
opnemen) om een door de gebruiker afge-
stelde oefening te creëren. Zie EEN DOOR
DE GEBRUIKER AFGESTELDE OEFENING
CREËREN op pagina 28.
Het scherm toont ook de naam, duur en de afstand
van de oefening. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult
verbranden en een profiel van de weerstandsinstel-
lingen van de oefening aangeven.
3. Begin met de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (Start
Oefening) om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er
wordt een weerstandsniveau en een hellingniveau
geprogrammeerd voor elk segment. Let op: U kunt
hetzelfde weerstand- en/of hellingniveau program-
meren voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge-
geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik op
of schuif over het scherm om de profielen te bekij-
ken. De verticaal gekleurde lijn geeft het huidige
onderdeel van de oefening aan. Het onderste pro-
fiel geeft het hellingniveau van het huidige segment
weer. Het bovenste profiel geeft het weerstandsni-
veau van het huidige segment weer.
Als het weerstandsniveau of de hellingsgraad voor
het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de
instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen
Resistance (Weerstand) of Ramp (hellinggraad)
te drukken. BELANGRIJK: De pedalen zullen
wanneer het huidige segment van de oefening
eindigt, automatisch aan het geprogrammeerde
weerstandsniveau van het volgende segment
aangepast worden en het hellingplatform zal
automatisch op de geprogrammeerde hellings-
graad van het volgende segment aangepast
worden.
Aandacht: Het calorieëndoel is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal
calorieën dat u verbrandt zal van verschil-
lende factoren, zoals uw gewicht, afhangen.
Bovendien zal een handmatige aanpassing van
de weerstand of de helling tijdens de oefening,
invloed hebben op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de toets
terug of home onderaan het scherm. Raak de
Resume (hervatten) toets aan om met de oefening
door te gaan. Raak de End Workout (oefening ein-
digen) toets aan om met de oefening te stoppen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Een samenvatting van de
oefening zal op het scherm verschijnen. Raak,
nadat u de samenvatting van de oefening bekeken
heeft, de Finish (eindigen) toets aan om naar het
hoofdmenu terug te keren. U kunt uw resultaten óf
bewaren óf bekend maken door een van de opties
van het scherm te gebruiken.
4. Wijzig desgewenst de oefening.
Indien gewenst kunt u de oefening wijzigen. Zie
EEN DOOR DE GEBRUIKER AFGESTELDE
OEFENING CREËREN op pagina 28.
5. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.
30
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
Let op: Om een iFit-oefening te gebruiken, heeft u
toegang nodig tot een draadloos netwerk (zie DE
DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN op
pagina 33). Een iFit-account is ook vereist.
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 22.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op pagina 24.
3. Log in op uw iFit account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de
toets Login (Inloggen) aan om in te loggen op uw
iFit-account. Het scherm zal u naar uw iFit.com
gebruikersnaam en wachtwoord vragen. Voer deze
in en raak de Login toets aan. Raak de Cancel
(annuleren) toets aan om het inlogscherm te
verlaten.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart),
Train, Video of Lose Weight (Afvallen) om de
volgende oefening van dat type in uw schema te
downloaden. Let op: U kunt door deze opties toe-
gang hebben tot de demo-oefeningen, alhoewel u
niet op een iFit account ingelogd bent.
Druk op de toets Compete (Competitie) om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft. Raak de Track (spoor) toets aan om de
geschiedenis van de oefening te bekijken. Druk op
de toets Set A Goal (doel instellen) om een oefe-
ning met een doel in te stellen (zie pagina 27).
Let op: U kunt ook op een van de iFit toetsen op
het bedieningspaneel drukken.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw account,
drukt u op de toets gebruiker onderaan het scherm.
Aandacht: U moet enkele oefeningen aan uw lijst
op iFit.com toevoegen voordat sommige oefenin-
gen gedownload kunnen worden.
Voor meer informatie over de iFit oefeningen,
kijkt u op www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont het
scherm de naam, duur en afstand van de oefe-
ning. Het scherm zal ook het bij benadering aantal
calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden
aangeven. De display zal, als u een competitie
oefening kiest, aftellen totdat de race begint.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 26.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van een
persoonlijke trainer u geleiden.
6. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op pagina 24. Het scherm zal een
kaart van de route waarop u wandelt of loopt
aangeven.
Tijdens een competitie-oefening, toont het scherm
de snelheid van de hardlopers en de afstanden
die ze hebben afgelegd. Het scherm zal ook de
hoeveelheid seconden aangegeven die de andere
deelnemers op u voor of achter liggen.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 25.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 25.
9. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 25.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-instelling.
31
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zet eerst het bedieningspaneel aan en selecteer
het hoofdmenu (zie stappen 1 en 2 op pagina
24). Druk dan op de toets toestel onderaan het
scherm om het hoofdmenu van de instellingen te
selecteren.
2. Kies de standaard instellingen van het
apparaat.
Raak in het hoofdmenu van de instellin-
gen, lichtjes de toets Equipment Settings
(Apparatuurinstellingen) aan.
Aandacht: Het kan nodig zijn om het scherm naar
beneden te bladeren om alle menu-opties te zien.
3. Kies een taal.
Raak, om een taal te kiezen, de Language (taal)
toets aan en kies de gewenste taal. Let op: Deze
functie is mogelijk niet geactiveerd.
4. Selecteer een tijdzone.
Raak, om een tijd te kiezen, de Timezone (tijd-
zone) toets aan en kies de gewenste tijdzone. Druk
daarna lichtjes op de toets terug op het scherm.
5. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel heeft een demo-instelling,
die ontwikkeld is voor als de elliptische trainer in
een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo-
instelling aangezet wordt zal het scherm een demo
presentatie laten zien.
Om de display demostand aan of uit te zetten,
drukt u eerst lichtjes op de toets Demo Mode
(demostand). Raak vervolgens de On (aan) check-
box of de Off (uit) checkbox aan. Druk daarna
lichtjes op de toets terug op het scherm.
6. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids-
inlogcode ontworpen om onbevoegde gebruik van
de elliptische trainer te voorkomen.
Druk lichtjes op de toets Passcode (Inlogcode).
Druk lichtjes op het keuzevakje Enable
(Inschakelen) om een inlogcode in te schakelen.
Voer dan een 4-cijferige inlogcode in naar keuze.
Druk lichtjes op Save (Opslaan) om deze inlogcode
op te slaan. Druk op Cancel (Annuleren) om terug
te keren naar de instellingsmodus van de appa-
ratuur zonder een inlogcode te gebruiken. Druk
op het keuzevakje Disable (Uitschakelen) om de
inlogcode uit te schakelen.
Aandacht: Indien een inlogcode is uitgeschakeld,
zal het bedieningspaneel regelmatig om een
inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver-
grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet,
dient u de volgende master inlogcode in te vul-
len om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
7. Stel de internetbrowser in of schakel de inter-
netbrowser uit.
Voor het in- of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Raak vervol-
gens de Enable checkbox of de Disable checkbox
aan. Druk daarna lichtjes op de toets terug op het
scherm.
8. Kies de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/Metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekij-
ken. Raak vervolgens de checkbox aan voor de
gewenste meeteenheid. Druk daarna lichtjes op de
toets terug op het scherm.
9. Kies een tijd voor een update.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en
selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de
automatische update van het bedieningspaneel te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de toets terug
op het scherm.
BELANGRIJK: U moet nog steeds de stek-
ker eruit trekken wanneer u klaar bent met de
elliptische trainer. Stel de tijd voor een update
in op een tijdstip dat u normaal gesproken de
elliptische trainer gebruikt en u de stekker, na
een update, eruit kunt trekken.
10. Schakel de veiligheidssleutel in of uit.
Deze functie kan mogelijk niet zijn ingeschakeld op
uw elliptische trainer. Uw elliptische trainer heeft
geen veiligheidssleutel.
32
11. Schakel de ultrasone sensor in of uit.
De elliptische trainer heeft een ultrasone sensor
die een voorwerp achter de elliptische trainer kan
detecteren. Als de ultrasone sensor een voorwerp
detecteert, zullen er één of meerdere berichten op
het scherm verschijnen om u te waarschuwen. Als
het voorwerp zich in de zone bevindt die het dichtst
bij de elliptische trainer is, dan wordt de weerstand
van de pedalen automatisch verhoogd. Voor het
in- of uitschakelen van de ultrasone sensor, drukt
u eerst op de toets Safety zone (veiligheidszone).
Raak vervolgens de Enable (instellen) checkbox
of de Disable (uitschakelen) checkbox aan. Druk
daarna lichtjes op de toets terug op het scherm.
12. Stel het straatzicht in of schakel het straatzicht
uit.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in- of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(Straatzicht). Raak vervolgens de Enable (instellen)
checkbox of de Disable (uitschakelen) checkbox
aan. Druk daarna lichtjes op de toets terug op het
scherm.
13. Verlaat de instellingen van het apparaat.
Druk op de toets terug op het scherm om de stand
apparatuurinstellingen te verlaten.
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op pagina 31.
2. Kies de onderhoudsmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Maintenance (Onderhoud) om naar
de onderhoudsmodus te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont
informatie over het bedieningspaneel en het draad-
loze netwerk.
3. Update de firmware van het bedieningspaneel
Controleer voor de beste resultaten regelmatig op
firmware updates.
Druk lichtjes op de toets Firmware Update voor
firmware updates met gebruik van uw draadloze
netwerk. Het updaten zal automatisch beginnen.
BELANGRIJK: Zet de elliptische trainer niet uit
terwijl de firmware geupdated wordt om schade
aan de elliptische trainer te voorkomen.
Het scherm toont de voortgang van de update. Als
het bijwerken voltooid is, zal de elliptische trainer
uitgaan en dan weer aangaan. Druk de stroom-
schakelaar in de off (uit) stand als dat niet gebeurt.
Wacht een paar seconden en druk dan de stroom-
schakelaar in de reset-stand. Let op: Het kan een
paar minuten duren voordat het bedieningspaneel
klaar is voor gebruik.
4. De hellingstand van de helling kalibreren.
Druk lichtjes op de toets Calibrate Incline (Helling
Kalibreren). Raak dan de Begin (beginnen) toets
aan om het hellingplatform te ijken. Het platform zal
automatisch tot de maximum stand stijgen om dan
naar de minimum stand) te zakken en dan terug
naar de startstand. Dit zal de helling ijken. Druk op
de toets Cancel (Annuleren) om terug te gaan naar
de onderhoudsmodus. Raak de Finish (eindigen)
toets aan als de helling geijkt is.
BELANGRIJK: Houd altijd huisdieren, en
andere objecten bij de elliptische trainer van-
daan wanneer de helling geijkt wordt.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Raak de toets Machine Info (informatie van het
apparaat) aan om informatie over uw elliptische
trainer te bekijken. Druk daarna lichtjes op de
toets terug op het scherm als u de informatie hebt
gezien.
6. Zoek naar de sleutelcodes.
Deze optie is bedoeld om te worden gebruikt door
onderhoudsspecialisten om te onderzoeken of een
bepaalde toets goed werkt.
7. Verlaat de onderhoudsmodus.
Druk op de toets terug op het bedieningspaneel om
de onderhoudsmodus te verlaten.
33
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een draadloos netwerk
instelling zodat u een draadloos netwerk verbinding
kunt instellen.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op pagina 31.
2. Kies de draadloos netwerk-instelling.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u
lichtjes op de toets Wireless Network (Draadloos
Netwerk) om naar de draadloze netwerkmodus te
gaan.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Raak de Wi-Fi menuoptie één keer
aan en wacht een paar seconden als dat niet zo is.
Het bedieningspaneel zal naar beschikbare draad-
loze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op het
Netwerknotificatiemenu-optie een groen vinkje
heeft om het bedieningspaneel in te lichten als
een draadloos netwerk binnen het bereik is en
beschikbaar.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U zult de
naam van uw netwerk nodig hebben (SSID). Als
uw netwerk een wachtwoord heeft, dient u ook het
wachtwoord te weten.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding
wilt maken met het draadloze netwerk. Raak de
Connect (aansluiten) toets aan om op het netwerk
aan te sluiten of druk op de Cancel (annuleren)
toets om naar de lijst van netwerken terug te keren.
Raak, als het netwerk een wachtwoord heeft, het
invoerveld voor het wachtwoord aan. Er zal een
toetsenbord op het scherm verschijnen. Raak de
Show Password (laat wachtwoord zien) check-
box aan, om het wachtwoord tijdens het typen te
bekijken.
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op pagina
22.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi-menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden). Druk vervolgens op de
toets terug op het scherm om terug te keren naar
de draadloze netwerk modus.
Om het contact met een draadloos netwerk te ver-
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (Vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Aandacht: De iFit-instelling ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP, WPA en WPA2)
coderingen. Een breedbandverbinding wordt aan-
bevolen, werking hangt van de verbindingssnelheid
af.
Aandacht: Ga naar support.iFit.com voor hulp
als u na het volgen van deze instructies vragen
heeft.
5. Verlaat de draadloos netwerk-instelling.
Druk op de toets terug op het bedieningspaneel om
de draadloze netwerkmodus te verlaten.
34
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Steek een 3,5 mm mannelijk tot mannelijk audioka-
bel (niet meegeleverd) in de aansluiting op zowel het
bedieningspaneel als op uw MP3-speler, CD-speler, of
andere eigen audio-speler om via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel muziek of audioboeken
af te spelen. Zorg ervoor dat de audiokabel goed
ingestoken is. Let op: Ga naar uw plaatselijke elek-
tronicawinkel om een audiokabel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de play-toets van uw eigen audio-
speler. Pas het volume aan met de toetsen Volume
verhogen en verlagen op het bedieningspaneel of de
volumeregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de browser te kunnen gebruiken dient u
toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief
een 802.11b/g/n draadloze router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund).
Om de internetbrowser te openen, drukt u op het toets
met het wereldbolletje onderaan het scherm. Kies dan
een website.
Druk op de toetsen terug, vernieuwen en vooruit op het
scherm om te navigeren in de internet browser. Druk
op de toets terugkeren op het scherm om de internet
browser te verlaten.
Zie HET TOUSCHSCREEN GEBRUIKEN op pagina
22, om het toetsenbord te gebruiken.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URL-balk, schuift u eerst met uw vinger over het
scherm omlaag om, indien nodig, de URL-balk te
zien. Druk daarna lichtjes op de URL-balk, gebruik het
toetsenbord voor het invoeren van het adres en druk
vervolgens lichtjes op de toets Go (Ga).
Let op: De toetsen resistance, ramp, fan en volume
(weerstands-, ventilator-, helling en volumetoetsen)
zullen nog steeds werken wanneer u de internetbrow-
ser gebruikt, maar de toetsen oefeningen werken niet.
Let op: Ga naar support.iFit.com voor hulp als u na
het volgen van deze instructies vragen heeft.
35
BELANGRIJK: Ander onderhoud dan de procedu-
res die vermeld staan in deze handleiding moeten
door een bevoegde verkoopvertegenwoordiger uit-
gevoerd worden.
Controleer alle onderdelen van de elliptische trainer en
draai ze regelmatig vast. Vervang versleten onderde-
len direct.
Voor het reinigen van de elliptische trainer, drukt u
eerst de stroomschakelaar naar de uit-stand en
haalt u de stekker uit het stopcontact. Gebruik een
vochtige doek en een paar druppels milde zeep om de
buitenkant van de elliptische trainer te reinigen. Veeg
vervolgens de elliptische trainer af met een doek die
is bevochtigd met water en droog de elliptische trainer
daarna af met een zachte handdoek. BELANGRIJK:
Spray niet direct vloeistof op het bedieningspaneel
of andere delen van de elliptische trainer. Houd
het bedieningspaneel uit direct zonlicht om schade
aan het bedieningspaneel te voorkomen.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
Zie stap 5 op pagina 25 als het bedieningspaneel
uw hartslag niet aangeeft wanneer u de hartslagmo-
nitor met handgreep vasthoudt, of als de aangegeven
hartslag te hoog of te laag lijkt te zijn.
Raadpleeg PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 17
als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft
wanneer u de borstkas hartslagmonitor gebruikt.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
De drijfriem moeten bijgesteld worden wanneer de
pedalen slippen tijdens het stappen, ook wanneer de
weerstand tot de hoogste stand is ingesteld.
Druk de stroomschakelaar in de off (uit) stand en
trek het stroomsnoer uit.
Om de aandrijfriem af te stellen, kijk u eerst bij mon-
tagestap 11 op pagina 10. Verwijder de Rechter
Rollerarm (45) van de Rechter Pedaalarm (58).
Zie GEDETAILLEERDE TEKENING A op pagina 41
en GEDETAILLEERDE TEKENING B op pagina 42.
Verwijder de M8 x 16mm Schroeven (72), de Kap van
de As (53), en de M8 x 25mm Tussenring (149) uit
het onderste uiteinde van de Rechter Rollerarm (45).
Schuif vervolgens de Rechter Rollerarm van de rechter
Krukasarm (20). Plaats de Rechter Rollerarm weg.
Zie vervolgens montagestap 22 op pagina 15.
Gebruik een platte schroevendraaier om de lipjes op
het Deksel van het Scherm (75) los te maken en schuif
het omhoog.
Zie vervolgens de GEDETAILLEERDE TEKENING
C op pagina 43. Verwijder de M4 x 16mm Schroeven
(104) van het Rechter Voorste Scherm (74). Verwijder
vervolgens de M4 x 22mm Schroeven (127) van het
Linker Voorste Scherm (73). Verwijder dan voorzichtig
het Rechter Voorste Scherm.
Vind en maak vervolgens de Ruststandschroef (101)
los. Draai vervolgens de Aandrijfriem Instelschroef (88)
vaster, tot de Aandrijfriem (113) strak staat. Maak dan
de Ruststandschroef weer vast.
Daarna dient u het rechtervoorscherm, de kap van het
scherm en de rechterrollerarm weer vast te maken.
101
88
113
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
36
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Druk de stroomschakelaar in de off (uit) stand en
trek het stroomsnoer uit.
Om de snelheidssensor af te stellen, kijk u eerst bij
montagestap 11 op pagina 10. Verwijder de Linker
Rollerarm (12) van de Linker Pedaalarm (44).
Zie GEDETAILLEERDE TEKENING A op pagina 41
en GEDETAILLEERDE TEKENING B op pagina 42.
Verwijder de M8 x 16mm Schroeven (72), de Kap van
de As (53), en de M8 x 25mm Tussenring (149) uit
het bovenste uiteinde van de Linker Rollerarm (12).
Verwijder vervolgens de Linker Rollerarm van de linker
Krukasarm (20). Plaats de Linker Rollerarm weg.
Zie vervolgens de GEDETAILLEERDE TEKENING
C op pagina 43. Verwijder de linker Krukasarmkap
(71) met een platte schroevendraaier van het
Linkervoorscherm (73).
Zoek de Bladveerschakelaar (38). Draai aan de
linker Krukasarm (20) totdat een van de Magneten
(43) op de Katrol (19) op gelijke hoogte komt met de
Bladveerschakelaar.
Draai de twee M4 x 16mm Schroeven (104) los maar
verwijder deze niet. Schuif de Bladveerschakelaar (38)
wat dichter naar of verder van de Magneet (43). Maak
de schroeven weer vast. Steek de stekker in en druk
de aan/uitschakelaar naar de resetstand. Draai even
aan de linker Krukasarm (20).
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel
goede informatie weergeeft. Bevestig dan weer de Kap
van de Linker crankarm en de linker rollerarm.
HOE DE ROLLERS IN TE SMEREN
Bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind
van deze gebruikershandleiding. Als de Rollers (51)
piepen bij het bewegen op de Linker en Rechtersporen
(11, 124) dient u een klein beetje van het meegele-
verde PFTE-vet gelijkmatig te verdelen met een stukje
papier. Breng een dun laagje vet gelijkmatig aan op de
Linker en Rechtersporen. Veeg overmatig vet weg.
43
38
104
19
20
37
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
38
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
39
1 1 Onderstel
2 1 Kap van de Achterste Stabilisator
3 1 Hellingplatform
4 1 Staander
5 1 Achterste Stabilisator
6 1 Voorste Stabilisator
7 1 Bedieningspaneel
8 1 Basis van de Accessoireshouder/
Ontvanger
9 2 Hellingplatform Zijkap
10 1 Hellingplatform Bovenkap
11 1 Linkerspoor
12 1 Linker Rollerarm
13 1 Liftmotor
14 1 Linker Pedaal
15 1 Besturingspaneel
16 1 Stroomschakelaar
17 1 Stopcontact
18 1 Krukas
19 1 Katrol
20 2 Krukasarm
21 2 Kap van de Rollerarm
22 1 Ruststand
23 2 Voet van de Voorste Stabilisator
24 2 M8 Afgeschuinde Tussenring
25 1 Weerstandmotor
26 4 Kleine Standoff
27 2 M8 x 48mm Schroef
28 1 Weerstandmechanisme
29 1 As van het Mechanisme
30 4 Onderstel/Bus van de Staander
31 1 Onderste as van de Liftmotor
32 2 Inzetstuk van de Liftmotor
33 2 M10 x 16mm Schroef
34 2 Wiel
35 1 As van de Arm
36 1 Rechterbeen van het Bovendeel
37 1 Accessoireshouder
38 1 Bladveerschakelaar/Draad
39 1 Klem
40 2 Lager van het Onderstel
41 2 Armgreep
42 1 Tussenstuk
43 2 Magneet
44 1 Linker Pedaalarm
45 1 Rechter Rollerarm
46 1 Linkerbeen van het Bovendeel
47 1 Linkerarm van het Bovendeel
48 2 Armkap
49 1 Rechter Pedaal
50 1 Klein Blok
51 2 Roller
52 1 Knop van het Bedieningspaneel
53 6 Kap van de As
54 1 Bovenste Kap van de Linkerarm
55 1 Onderste Kap van de Linkerarm
56 1 Kapje van de Bovenste
Handleuning
57 4 Rollerarm/Bus van de Pedaalarm
58 1 Rechter Pedaalarm
59 4 Bus van de Flexibele Beugel
60 1 Kap van de Onderste handleuning
61 1 Rechterarm van het Bovendeel
62 1 Bedieningspaneelbeugel
63 1 Rechter Besturing/Draadkoker
64 1 Kap van de Knop van het
Bedieningspaneel
65 1 As van het Hellingplatform
66 1 As van de Handleuning
67 1 Bovenste Kap van de Rechterarm
68 1 Onderste Kap van de Rechterarm
69 1 Linker Besturing/Draadkoker
70 4 Bus van het Been van het
Bovendeel
71 2 Krukasarmkap
72 33 M8 x 16mm Schroef
73 1 Linker Voorste Scherm
74 1 Rechter Voorste Scherm
75 1 Kap van het Scherm
76 1 Linkerachterscherm
77 1 Rechterachterscherm
78 2 Sleutel
79 1 Stang van het Bedieningspaneel
80 1 Kap van de Onderste Staander
81 1 Groot Blok
82 2 M10 x 56mm Bout
83 1 Rechter Handleuning
84 2 M10 x 105mm Schroef
85 2 M10 x 54mm Bout
86 2 M6 x 12mm Schroef
87 1 Linker Handleuning
88 1 Aandrijfriem Instelschroef
89 1 Zwenkschroef
90 8 M6 Tussenring
91 1 Kap van de Bovenste Staander
92 4 Stelpoot
93 4 M4 x 12mm Schroef
94 6 M8 Slotmoer
95 2 Gebogen Tussenring
96 4 M8 x 35mm Bout
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NTEVEL19813.0 R0913A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
40
97 1 Bovenste As van de Liftmotor
98 12 M8 x 23mm Tussenring
99 4 M10 Borgmoer
100 4 M8 x 10mm Schroef
101 1 Ruststandschroef
102 4 M8 Borgmoer
103 1 Beugel van de Ultrasone Sensor
104 53 M4 x 16mm Schroef
105 2 M8 x 16mm Inbusschroef
106 1 Tussenstuk van de Kleine Katrol
107 4 Grote Standoff
108 2 M6 Kleine Tussenring
109 1 M6 Grote Tussenring
110 1 Hoofd Draadkoker
111 1 Tussenstuk van de Grote Katrol
112 1 Stroomsnoer
113 1 Aandrijfriem
114 2 M2,6 x 12mm Schroef
115 4 Spoorschroef
116 2 M10 x 108mm Bout
117 14 Montagestuk/Schroef
118 1 Beugel van het Besturingspaneel
119 1 Geaarde Draad
120 4 M8 x 18mm Bout
121 9 M6 x 14mm Schroef
122 2 Huls van de Staander
123 1 M6 x 16mm Tussenring
124 1 Rechterspoor
125 2 M6 x 12mm Schroef
126 1 Aardingsschroef
127 11 M4 x 22mm Schroef
128 2 Bus van de Handleuning
129 2 M4 x 13mm Schroef
130 1 Hartslagmonitor
131 2 Bus van de Liftmotor
132 2 Ronde Doorvoerhuls
133 4 Huls van de Rollerarm
134 6 Stabilisatorkap
135 1 Afstelbeugel van de Linkerpedaal
136 2 Flexibele beugel van de Pedaalarm
137 8 Kap van de Flexibele Beugel
138 1 Plaat van het Linker Pedaal
139 1 Plaat van het Rechter Pedaal
140 2 Veer van de Pedaalplaat
141 2 Kapje van de knop van het Pedaal
142 2 Pedaalknop
143 1 Afstelbeugel van de Rechterpedaal
144 4 Huls van de Pedaalarm
145 2 Schroef van de Pedaalplaat
146 1 Ontvanger Draadkoker
147 1 Ultrasone Sensor
148 2 M10 x 25mm Tussenring
149 2 M8 x 25mm Tussenring
150 2 M8 x 32mm Tussenring
151 4 M10 Gespleten Tussenring
152 2 Kleine Borgring
153 2 Moer van de Stang van het
Bedieningspaneel
154 1 Moer van de Tussenring van het
Bedieningspaneel
155 1 Sensor Draadkoker
156 5 Boomsnelbinder
157 2 Schuimkussen
158 2 Veerhuls
* Blauwe Draad
* Groene Draad
* Witte Draad
* Draadkoker A van de Liftmotor
* Draadkoker B van de Liftmotor
* Draadkoker van de Weerstandmotor
* Gereedschap voor het Monteren
* Pakje Vet
* – Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
41
93
25
23
157
104
104
104
104
104
104
22
29
92
5
92
92
92
30
30
27
6
116
134
134
134
134
134
134
116
34
34
84
1
28
94
94
132
129
20
113
98
72
72
31
132
98
72
72
117
16
17
40
85
86
78
99
105
13
125
32
32
97
125
108
24
108
131
131
107
127
127
127
124
127
147
15
104
118
38
104
39
18
120
120
111
102
102
19
43
43
23
104
104
2
65
89
109
101
88
40
105
150
150
106
20
85
86
78
99
103
114
112
26
26
115
115
3
10
11
9
151
151
155
24
42
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEL19813.0 R0913A
42
144
121
104
14
49
21
21
12
44
51
51
144
142
135
138
139
142
141
57
57
137
137
137
55
70
54
47
41
48
70
72
72
72
98
72
96
96
94
94
94
94
95
145
158
140
53
46
99
82
136
136
133
149
133
149
133
133
59
90
90
59
104
104
104
98
53
53
137
104
143
121
137
137
137
137
104
104
104
53
72
72
72
72
59
59
58
98
53
41
61
68
67
48
95
70
98
36
70
45
144
144
145
158
140
104
99
82
152
148
148
33
33
98
141
98
57
57
98
72
72
72
72
98
104
90
90
152
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEL19813.0 R0913A
43
104
104
104
127
127
104
104
156
156
74
117
117
117
119
100
100
153
154
100
122
122
128
128
100
126
73
76
77
71
71
104
117
72
72
72
72
62
104
104
104
104
104
104
146
104
104
50
81
79
64
121
123
52
87
35
98
98
56
30
30
66
8
60
72
72
75
83
91
80
37
4
7
69
63
110
130
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NTEVEL19813.0 R0913A
Onderdeel Nr. 349465 R0913A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

NordicTrack 14.0 Elliptical Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor