ProForm PFEVEL73909 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u dit
apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Modelnr. PFEVEL73909.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn neem dan contact
op met de winkel waar u dit pro-
dukt hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
2
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
H
OE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterpagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing
hier getoond zijn op de aangege-
ven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is, het nummer op
de kaft van deze handleiding en
vraag voor een vervangsticker.
Plak de sticker op de aangege-
ven plaats. Opmerking: De
sticker(s) worden niet op ware
groote weergegeven.
3
WAARSCHUWING: L
ees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
3. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat alleen die gebruik maken van de elliptis-
che trainer voldoende op de hoogte zijn van
alle voorzorgsmaatregelen.
4. De elliptische trainer is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische
trainer niet commercieel, voor verhuur of
institutionele situatie.
5. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend bin-
nenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje onder de elliptis-
che trainer om uw vloer (bedekking) te
beschermen. Zorg ervoor dat er minstens 0,9
m ruimte is voor en achter de elliptische
trainer, en 0,6 m ruimte aan iedere zijkant.
6. Controleer en draai alle delen regelmatig
aan. Vervang versleten onderdelen direct.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de elliptische trainer
vandaan.
8. De elliptische trainer mag niet worden
gebruikt door mensen die meer dan 113 kg
wegen .
9. Draag geschikte kleding wanneer u de ellip-
tische trainer gebruikt. Draag altijd
gymschoenen voor de juiste
voetbescherming tijdens het trainen.
10. Houd de handleuningen of de armen van het
bovendeel vast bij montage, demonteren of
het gebruik van uw elliptische trainer.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe-
den. De polssensor dient slechts om een
algemene hartslag te meten, als hulpmiddel
bij uw oefeningen.
12. Houd tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
13. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
14. Als u stopt met fietsen moet u de pedalen
langzaam tot een volledige stop laten
komen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
VOORDAT U BEGINT
Polssensor
Arm van het
bovendeel
Pedaalschijf
Wiel
Pedaal
Bedieningspaneel
Houder voor de
waterfles*
Niveauvoet
Hendel
Vergrendelingsknop
Opklapmagneet
Pedaalarmgrendel
*Waterfles niet inbegrepen
D
ank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe PRO-
FORM
®
SPACE SAVER 895 ZLE elliptische trainer. De
SPACE SAVER 895 ZLE elliptische trainer biedt een
reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
t
huis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer
begint te gebruiken. Indien u vragen heeft na het
lezen van deze handleiding, raadpleeg dan de voor-
f
lap van deze handleiding. Noteer het product model-
nummer en het serienummer voordat u contact met
ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
d
e kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de vol-
gende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
5
M10 x 127mm Schroef met Ronde Kop (83)–2
M10 Slotmoer
(81)–2
M8 Slotmoer
(79)–5
M8 Tussenring
(88)–6
Gebogen
Tussenring
(111)–2
M8 x 23mm Schroef
met Ronde Kop (84)–4
M8 Gespleten
Tussenring
(90)–3
M8 x 41mm Bout met
Ronde Kop (78)–4
M4 x 32mm
Schroef met
Ronde Kop
(105)–6
M4 x 47mm
Schroef
(108)–2
M8 x 23mm
Schouderschroef
(115)–4
M8 x 69mm Bout met
Ronde Kop (80)–1
M10 x 80mm
Draagbout (82)–2
Naafschroef (87)–8
Transporthendelschroef
(117)–4
Tussenstuk
voor de Lager
(118)–4
M4
Tussenring
(102)–8
M4 Gespleten
Tussenring
(112)–8
M4 x 16mm
Schroef met
Ronde Kop
(101)–8
M4 x 16mm
Schroef
(104)–8
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder
het verpakkingsmateriaal. Do not dispose of the packing materials until assembly is completed.
N
aast de meegeleverde hulpmiddelen, vereist de montage een Phillips schroevendraaier ,
verstelbare moersleutel , en een Rubberen hamer .
As you assemble the elliptical exerciser, use the drawings below to identify small parts. The number in parenthe-
ses below each drawing is the key number of the part, from the PART LIST near the end of this manual. The
number following the parentheses is the quantity needed for assembly. Note: If a part is not in the hardware
kit, check to see if it has been preassembled.
6
1.
Terwijl een tweede persoon de Onderstel (1)
optilt, maak de Voorste Stabilisator (6) aan de
Basis vast met twee M10 x 80mm Draagbouten
(82) en twee M10 Nylon Slotmoeren (81).
2. Verwijder de aangegeven schroef en de trans-
porthouder van de Onderstel (1). Gooi de
schroef en de transporthouder weg.
Draai de Voet van het Onderstel (26) zover
mogelijk in het Onderstel (1).
6
81
81
82
1
1
Transpor
thouder
26
Schroef
2
1
Om de montage makkelijker te maken,
dient u de informatie op pagina 5 te lezen
v
oordat u begint.
7
3. Maak de Achterste Stabilisator (7) aan het
vouwbare Onderstel (2) vast met twee M10 x
127mm Schroeven met Ronde Kop (83).
Houd de hendel bij het Onderstel (2) vast en
d
ruk op de Vergrendelingsknop (68). Laat het
Onderstel dan zakken totdat de Achterste
Stabilisator (7) op de grond staat.
4. Houd een Naafdop (75) en een Crankarm (36)
tegen de linker Cranknaaf (38).
Lijn de gaten in de Naafdop (75) en de
Crankarm (36) uit met de ongebruikte gaten in
de linker Cranknaaf (38).
Plaats vier Naafschroeven (87) in de Naafdop
(75) en de Crankarm (36). Maak dan de
Naafschroeven vingervast in de linker
Cranknaaf (38). Tip: Draai eerst één
Naafschroef vast en draai dan de
Naafschroef die er het verst van verwijderd
is, vast. Draai dan de overige twee
Naafschroeven strak vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer. Zorg ervoor dat de
Crankarmen (36) georiënteerd zijn zodat de
Crankbushulzen (43) in de aangegeven posi-
ties staan.
Let op: Er zijn geen Katrolschroeven (98)
aan de rechterkant.
3
83
7
Hendel
2
68
4
36
38
98
75
87
87
36
43
43
8
5. Terwijl een tweede persoon de Staander (3) bij
het Onderstel (1) vasthoudt, maak de Bovenste
Draadharnas (48) aan op de Onderste
D
raadharnas (49).
P
laats de Staander in (3) in het Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Maak de Staander vast met een M8 x 69mm
Bout met Ronde Kop (80), een M8 Gespleten
Tussenring (90) en een M8 Slotmoer (79).
Draai de Bout met Ronde Kop nog niet vast;
zorg ervoor dat de Slotmoer in het
zeshoekige gat in het Onderstel zit.
Draai dan de twee M8 x 23mm Schroeven met
Ronde Kop (84) met M8 Gespleten tussenrin-
gen (90) met uw vingers in het Onderstel (1)
vast. Draai de Schroeven met Ronde Kop
nog niet vast.
Maak de Houder van de Waterfles (22) aan het
Onderstel (1) vast met twee M4 x 16mm
Schroeven (104).
3
80
Zeshoekig
Gat
48
49
22
84
84
90
90
90
104
79
1
5
6. Het bedieningspaneel (5) werkt met vier D-bat-
terijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen
worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
Bedieningspaneel is blootgesteld aan koude
temperaturen, dient u het op kamertemper-
atuur te laten komen voordat u er batterijen
in plaatst. Anders kunt u het bedieningspaneel
of andere elektrische onderdelen beschadigen.
Verwijder het deksel van de batterij, plaats de
batterijen in het batterijcompartiment en plaats
het deksel van de batterij weer terug. Richt de
batterijen zoals wordt aangegeven met de
markeringen aan de binnenkant van het bat-
terijcompartiment.
Voor de aanschaf van een optionele wissel-
stroomadapter, neemt u contact op met de
winkel waar u dit product heeft gekocht of
belt u met het nummer op de omslag van
deze handleiding. Om schade aan het bedi-
eningspaneel te voorkomen dient u alleen
een door de fabrikant geleverde
Wisselstroomadapter te gebruiken. Steek het
ene einde van de AC-adapter in de aansluiting
van het bedieningspaneel en het andere deel in
een stopcontact die voldoet aan de lokale nor-
men en bepalingen.
6
5
Batterijen
Kapje
Vermijd het afk-
lemmen van de
draden
9
7. Terwijl een tweede persoon het Bedienings-
paneel (5) vasthoudt naast de Staander (3),
dient u de draadkoker op het bedieningspaneel
t
e verbinden met de hogere draadkoker (48).
S
top het overmatige draad in de Staander (3).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (5) aan de
Staander (3) met vier M4 x 16mm Schroeven
met Ronde Kop (101).
4
8
5
3
101
Draadkoker
7
8
17
17
3
101
101
117
117
116
8. Maak de Transporthandgreep (116) aan de
Staander (3) vast met vier
Transporthandgreepschroeven (117). Zorg
ervoor dat de Transporthandgreep gericht is
zoals getoond.
Richt een van de Beschermingskapjes van de
Staanders (17) zoals getoond en houd het
tegen de Staander (3).
Bevestig de Kap van de Staander (17) met vier
M4 x 16mm Schroeven met ronde kop (101).
Maak het andere Beschermingskapje van de
Staander (17) op dezelfde manier vast.
V
ermijd het afk-
lemmen van de
draden
10
10. Smeer voldoende meegeleverd smeervet op de
Draai-as (74). Plaats de Zwenkas in de
Staander (3) en centreer het.
Richt het Linkerbeen van het Bovendeel (11)
zoals getoond en schuif het op het linkereind
van de Zwenkas (74).
Schuif dan het Rechterbeen van het Bovendeel
(12) op het rechtereinde van de Zwenkas (74).
Draai een M8 x 23mm Schroef met Ronde Kop
(84) met een M8 Tussenring (88) en een
Gegolfde Tussenring (111) in de uiteinden van
de Zwenkas (74). Zorg ervoor dat de
Gegolfde Tussenringen aan het uiteinde van
de Zwenkas zitten
9. Stel vast wat de LinkerArm (8) en Linkerbeen
(11) van het Bovendeel zijn, deze zijn gemar-
keerd met ʻLinksʼ stickers en richt ze zoals is
a
angegeven (L of Left geeft links aan; R of
Right geeft rechts aan).
Schuif de Linkerarm van het Bovendeel (8) op
het Been van het Bovendeel (11).
Bevestig de Linkerarm van het Bovendeel (8)
met twee M8 x 41mm Bouten met ronde kop
(78) en twee M8 Slotmoeren (79). Zorg ervoor
dat de Borgmoeren in de zeshoekige gaten
van het Linkerbeen van het Bovendeel
zitten.
Schuif de Rechterarm van het Bovendeel (9)
op dezelfde manier op het Rechterbeen van
het Bovendeel (12).
9
11
9
8
12
88
84
111
88
74
3
84
111
12
11
78
78
79
79
Hexagonal
Holes
Hexagonal
Holes
Smeervet
10
11
12. Neem de Linker Pedaal (13) en het Linker
Pedaalarm (14), die met “Links” stickers zijn
aangegeven (L of Left geeft links aan; R of
Right geeft rechts aan).
Maak de Linker Pedaal (13) aan de Linker
Pedaalarm (14) vast met een M4 x 47mm
Schroef (108), drie M4 x 16mm schroeven
(104), vier M4 Gespleten Tussenringen (112) en
vier M4 Tussenringen (102).
Maak de Rechter Pedaal (niet getoond) op
dezelfde manier aan de Rechter Pedaalarm
(niet getoond) vast.
13
14
104
104
112
112
112
112
108
102
102
102
12
11. Houd de Linker Voorste Armhendelkap (18) en
d
e Linker Achterste Armhendelkap (19) rond het
Linkerbeen van het Bovendeel (11).
Bevestig de Linkervoor en Achterkapjes (18, 19)
met drie M4 x 32mm Schroeven met ronde kop
(105).
Maak de Rechter Voorste kap (20) en de
Rechter Achterste kap (21) op dezelfde
manier aan het Rechterbeen van het
Bovendeel (12) vast.
20
21
105
12
19
11
18
11
12
15. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Let op: Het is
mogelijk dat u hardware na voltooiing van de montage overhoudt. Leg een matje onder de elliptische trainer
om uw vloer (bedekking) niet te beschadigen.
Vergrendeling
43
14
13. Breng vet aan op een Pedaalarmas (32) en op
d
e twee lagers van de Pedaalarmen (33) in de
Linkerpedaal Arm (14).
Draai een M8 x 23mm Schouderschroef (115)
met een M8 Tussenring (88) en een
Pedaalarmkapje (31) in een uiteinde van de
Z
wenkas (32). Maak de Schouderschroef nog
niet vast.
Plaats, terwijl een andere persoon het uiteinde
van de Linkerpedaalarm (14) in de beugel van
het Linkerbeen van het Bovendeel (11) zet, een
Tussenstuk van een Lager (118) aan elke kant
van de beugel.
Voeg de As van de Pedaalarm (32) in het
Rechterbeen van het bovendeel (11) en de
Linkerpedaalarm (14).
Draai een M8 x 23mm Schouderschroef (115)
met een M8 Tussenring (88) en een
Pedaalarmkapje (31) in het andere uiteinde van
de Zwenkas (32).
Draai beide M8 x 23 mm Schouderschroeven
vast (115).
Herhaal deze stap om de Rechter Pedaalarm
(niet getoond) op het Rechterbeen van het
Bovendeel (12) te monteren.
14. Trek aan het vergrendelingshendeltje aan de
onderkant van de Linker Pedaalarm (14) en
plaats de Linker Pedaalarm op de linker
Crankbushuls (43).
Laat de vergendeling los en zorg dat de
Linkerpedaal Arm (14) stevig vast zit aan de
Crankbushuls (43).
Maak de Rechter Pedaalarm (niet getoond)
op dezelfde manier vast.
Zie stap 5. Draai de M8 x 69mm Bout met
Ronde Kop (80) en de twee M8 x 23mm
Schroeven met Ronde Kop (84) vast.
Smeervet
13
115
32
88
31
118
118
12
11
14
115
88
33—Smeer
Beugel
31
14
13
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HET INVOUWEN EN UITVOUWEN VAN DE
ELLIPTISCHE TRAINER
A
ls de elliptische trainer niet wordt gebruikt kunt u het
onderstel invouwen. Trek eerst aan de vergrendeling-
s
hendeltjes onder elk pedaalbeen en verwijder de
pedaalbenen van de hulzen van de crankarmen.
Hef de pedaalbenen op totdat ze de magneten van de
armen van het bovendeel raken; de magneten zullen
de pedaalbenen op hun plaats houden. Houd dan de
handgreep vast en til het onderstel op totdat het in de
verticale positie vast klikt.
Om de elliptische trainer uit te vouwen, houdt u eerst
de hendel vast, drukt u op de ontgrendelingknop en
laat u het onderstel zakken.
Trek dan aan de pedaalarmen om ze los te maken
van de magneten op de armen voor het Bovendeel.
Trek aan de vergrendelingshendeltjes van de
pedaalarmen, en zet de pedaalarmen op de hulzen
van de crankarmen. Laat de vergrendelingshendeltjes
los en zorg ervoor dat de pedaalarmen goed vastzit-
ten op de crankarmen.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
V
ERPLAATSEN
Als u de elliptische trainer wilt verplaatsen dient u
deze eerst in te vouwen zoals aan de linkerkant staat
beschreven. Ga dan voor de elliptische trainer staan.
Houd de hendel op de Staander vast en plaats uw
voet tegen het midden van de voorste stabilisator.
Trek aan de hendel totdat de elliptische trainer op de
voorste wielen steunt. Breng de elliptische trainer
voorzichtig in de gewenste positie en laat het zakken.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE NIVELLEREN
Indien de elliptis-
che trainer
enigszins schom-
melt op de vloer
tijdens gebruik,
dient u één of
beide niveaupoten
onder de achter-
stabilisator te
draaien tot de
speling weg is.
Vergrendeling
Huls
Pedaalarm
Crank
arm
Hendel
Plaats
hier uw
voet
Magneet
Hendel
Vouwbaar
Onderstel
Vergrende-
lingsknop
Pedaalarm
Niveau-
voeten
14
OEFENINGEN DOEN OP DE ELLIPTISCHE
TRAINER
O
m de elliptische trainer te monteren houdt u de han-
dleuningen vast en stapt u op het pedaal dat zich in
d
e laagste positie bevindt. Stap vervolgens op het
andere pedaal. Duw op de pedalen tot u een
vloeiende beweging bereikt.
Let op: De crankarmen kunnen in beide richtingen
draaien. Het is aan te bevelen dat u de crankarmen
in de met de pijl aangegeven richting draait. U
kunt, echter, de crankarmen in de tegen-
overgestelde richting draaien voor afwisseling.
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt
voor u van de elliptische trainer afstapt. Let op: Met
de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de
pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel
stopt. Wanneer de pedalen stilhouden, stap dan eerst
van het hoogste pedaal af. Stap vervolgens van het
laagste pedaal.
Pedalen
Crankarm
Armen van het
Bovendeel
15
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever en leuker te maken.
De weerstand van de pedalen kan, wanneer de hand-
matige instelling gekozen wordt, door een druk op een
toets veranderd worden. Het bedieningspaneel zal tij-
dens uw oefening constant informatie geven. U kunt
zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de
ingebouwde handgreep met polssensor of door middel
van de optionele borstkas-sensor.
Het bedieningspaneel biedt ook vier vooraf ingestelde
oefeningen. Elke oefening wijzigt automatisch de
weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaal-
snelheid te verhogen of te verlagen terwijl deze u
begeleidt tijdens een effectieve oefening.
Bovendien heeft het bedieningspaneel twee hartsla-
goefeningen die de weerstand van de pedalen
wijzigen om uw hartslag in de buurt van de doelhart-
slaginstellingen te houden tijdens uw oefening.
Het bedieningspaneel heeft het iFIT-Interactieve work-
out-systeem waarmee het bedieningspaneel
iFit-kaarten accepteert die oefeningen bevatten die u
helpen bij het bereiken van specifieke fitnessdoelen.
Verlies, bijvoorbeeld, ongewenste ponden met de 8
weken Afslanken workout. iFit workouts controleren de
weerstand van de pedalen terwijl de stem van een
persoonlijke trainer u door de oefening begeleidt. iFit
kaarten zijn afzonderlijk beschikbaar. Omi Fit-kaarten
te kopen gaat u naar www.iFit.com of kijkt u op de
achterkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn
ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar.
U kunt ook een MP3- of een CD-speler op de gelu-
idsinstallatie van het bedieningspaneel aansluiten en
naar uw lievelingsmuziek of ingesproken boeken luis-
teren.
Kijk op pagina 16 voor de handmatige modus. Kijk
op pagina 18 voor een vooraf ingestelde oefening.
Kijk op pagina 19 vooreen hartslagoefening. Kijk op
pagina 20 voor een iFit-oefening. Voor gebruik van
het geluidsysteem, zie pagina 21.
Let op: Zorg ervoor voordat u het bedieningspaneel
gebruikt dat de batterijen goed zijn geinstalleerd (zie
montage stap 6 op pagina 8). Als er een doorzichtig
stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan
het plastic.
B
EDIENINGSPANEELDIAGRAM
16
D
E HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
t
e zetten.
A
ls u het bedieningspaneel aanzet, dan zal de dis-
play en de doeltempo-aangever oplichten. U zult
een pieptoon horen en dan kunt u het bedien-
ingspaneel gebruiken.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling wordt gekozen elke keer
dat u het bedieningspaneel in gebruik neemt. Als u
een oefenprogramma hebt geselecteerd, kunt u
opnieuw naar de handmatige modus gaan door
herhaaldelijk op een van de Sneltoetsen [QUICK
WORKOUTS] te drukken totdat een track aan de
linkerkant van de display verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Terwijl u fietst, kunt u
de weerstand van de
pedalen wijzigen door
op de weerstand-snel-
toetsen [QUICK
RESISTANCE] te
drukken. Let op: Als u de stapsgewijze weerstand-
stoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijdje duren
voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw voortgang op het display.
De display rechts-
boven kan de
verstreken tijd [TIME],
de afstand [DIS-
TANCE] (aantal
wentelingen) dat u
hebt gefietst, het geschatte aantal calorieën
[CALS.] dat u hebt verbrand en het geschatte aan-
t
al koolhydraten [CARBS.] dat u hebt verbrand
weergeven. De display zal iedere paar seconden
van modi veranderen.
D
e display rechtson-
der toont uw
f
ietstempo in wentelin-
gen per minuut [rpm]
en het weerstand-
sniveau
[RESISTANCE] van de pedalen. De display zal
iedere paar seconden van modi veranderen. De
display geeft ook uw hartslag [HEART RATE] weer
als u gebruik maakt van de handgreep polssensor
of de optionele borstkas polssensor (zie stap 5 op
pagina 17).
De linkerdisplay toont
een track dat 640
wentelingen (400
meter) weergeeft.
Terwijl u oefent, zullen
verschillende indica-
tors rond de piste
verschijnen totdat de
hele piste verdwijnt. De piste zal dan verdwijnen
en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar
verschijnen.
Om de displaymodus te wijzigen, drukt u her-
haaldelijk op de toets Display tot de gewenste
oefeninginformatie verschijnt in de rechter boven
of onderdisplay. Na verschillende seconden zoal
de displaymodus automatisch wijzigen zoals daar-
voor.
Druk, om de afstand te zien op de toets Odometer.
De informatie verschijnt enkele seconden in het
display. Om de afstand te resetten, dient u de
toets Odometer een aantal seconden ingedrukt te
houden. Druk om de totaal gestapte afstand te
zien sinds de aankoop van de elliptische exerciser
een tweede keer op de toets Odometer. (Let op:
Het getal aan de rechterkant van de display ver-
menigvuldigd met het getal aan de linkerkant is
gelijk aan de afstand of de totale afstand.
Om het geluidsniveau van het bedieningspaneel
aan te passen, drukt u eerst op de toets
Weergeven tot het display leeg wordt. Als u de
toets Weergeven loslaat, verschijnt het volu-
meniveau op het display. Druk de toetsen
verhogen en verlagen boven de hartslagtoetsen
[HEART RATE] in om een volumeniveau te
selecteren. Druk dan op de toets Weergeven.
17
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
h
andgreep polssensor of de optionele borstkas
polssensor (zie pagina 21 voor informatie over de
o
ptionele borstkas polssensor).
Let op: Het bedieningspaneel zal, wanneer u zich
vasthoudt aan de handgreep met polssensor en
de borstkassensor tegelijkertijd draagt, uw hartslag
niet goed weergeven.
Het kan zijn dat
er op de metalen
contactpunten
van de hand-
greep met
polssensor een
plastic vel zit.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn. Om
uw hartslagfre-
quentie te meten, houd de handsensoren vast met
uw palmen tegen de metalen contactpunten.
Beweeg uw handen niet en houd de handsen-
soren stevig vast.
Wanneer uw pols gemeten kan worden zal een
symbool in de vorm van een hartje bij iedere hart-
slag op de display knipperen. Uw hartslag wordt
dan aangegeven. Voor een correcte hartslagmet-
ing, houd de contactpunten ongeveer 15 seconden
vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt en houd de metalen
contactpunten ook niet te strak vast. Voor de beste
werking, maak de metalen contactpunten schoon
met een zacht doek; gebruik nooit alcohol,
schurende of chemische middelen om de con-
tactpunten schoon te maken.
6. De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
De ventilator heeft een hoge, lage en autosnelhei-
d
sinstellen; Als de automatische modus is
geselecteerd zal de snelheid van de ventilator ver-
h
ogen of verlagen als u sneller of langzamer fietst.
Druk herhaaldelijik op de ventilatortoets [FAN] om
een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventila-
tor aan of uit te zetten. Let op: Als de pedalen
gedurende 30 seconden niet bewegen, gaat de
ventilator automatisch uit.
Draai het duimtabblad
aan de rechterkant van
de ventilator om de
ventilatorhoek aan te
passen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en het bedien-
ingspaneel zal blijven stilstaan.
Als de pedalen gedurende vijf minuten niet bewe-
gen, dan zal het bedieningspaneel worden
uitgeschakeld en de displays worden gereset.
Contactpunten
Duimtabblad
18
EEN VOORAF INGESTELD OEFENPROGRAMMA
TE GEBRUIKEN
1
. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
t
e zetten.
Zie stap 1 op pagina 16.
2. Selecteer een vooraf ingesteld oefenpro-
gramma.
Om een van de vier vooraf ingestelde oefeningen
te kiezen, drukt u op de toets Gewicht verliezen
[WEIGHT LOSS], Aerobic 1, Aerobic 2 of Prestatie
[PERFORMANCE] aan de linkerkant van het bedi-
eningspaneel.
Als u een vooraf ingesteld programma hebt gese-
lecteerd, dan zullen de naam van het
oefenprogramma en het maximale weerstand-
niveau enkele seconden op de display
verschijnen. Het profiel van de weerstandniveaus
zal ook aan de linkerkant van de display worden
weergegeven.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in seg-
menten van 30 minuten. Voor elk segment is een
weerstand- en een doeltemponiveau geprogram-
meerd. Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/of
doeltemponiveau programmeren voor verschil-
lende segmenten.
Tijdens de oefening zal het oefeningprofiel uw
vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven).
De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knip-
perende segment geeft de weerstand van het
huidige segment aan. Aan het einde van elke seg-
ment van de oefening, zult u een aantal tonen
horen en het volgende segment zal beginnen te
flikkeren. Als een verschillend weerstandniveau
voor het volgende segment geprogrammeerd is,
dan zal het weerstandniveau enkele seconden op
de display verschijnen om u te waarschuwen. De
weerstand van de pedalen zal dan veranderen.
T
ijdens de oefening, zal de doeltempo-coach u
aanzetten om uw fietstempo zo dicht mogelijk bij
h
et doeltempo voor het huidige segment te
houden. Als de indicator links van de display
oplicht, moet u uw huidige tempo verhogen; als de
rechterindicator oplicht, dient u uw tempo te verla-
gen. Als de indicator in het midden van de display
oplicht, moet u uw huidige tempo aanhouden.
BELANGRIJK: De doeltempo coach is alleen
als motivatie bedoeld. Zorg ervoor dat u op
een tempo fietst dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door op de
Weerstandtoetsen [QUICK RESISTANCE]
drukken. Als het huidige segment van het pro-
gramma voltooid is, dan zal de weerstand van de
pedalen automatisch naar de instellingen van het
volgende segment worden gewijzigd.
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult
u enkele pieptonen horen en de oefening zal wor-
den stilgezet. Om de oefening opnieuw te starten,
moet u gewoon beginnen te fietsen. De oefening
zal doorgaan totdat het laatste segment van de
oefening voltooid is.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
.
19
EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
GEBRUIKEN
1
. Druk op een toets van het bedieningspaneel
of begin te fietsen om het bedieningspaneel
a
an te zetten.
Zie stap 1 op pagina 16.
2. Selecteer een hartslagoefening.
Om een van de vier vooraf ingestelde oefeningen
te kiezen, drukt u op de toets Hartslag 1 [HEART
RATE 1] of Hartslag 2 [HEART RATE 2] aan de
linkerkant van het bedieningspaneel.
3. Toets een doelhartslaginstelling in.
Een paar seconden
nadat u een hartsla-
goefening heeft
geselecteerd, knippert
de hartslaginstelling
voor de oefening in het
display rechtsonder.
Tijdens hartslagoefening 1, zal dezelfde hartsla-
ginstelling worden geprogrammeerd voor alle
segmenten van de oefening. Indien u hartslagoe-
fening 1 hebt geselecteerd, drukt u op de toetsen
verhogen en verlagen boven de toetsen Hartslag
om de gewenste hartslaginstelling in te voeren
(zie OEFENINGINTENSITEIT op pagina 23).
Tijdens hartslagoefening 2, worden verschil-
lende hartslaginstellingen geprogrammeerd voor
verschillende segmenten van de oefening. Indien
u hartslagoefening 2 hebt geselecteerd, drukt u
op de toetsen verhogen en verlagen boven de
toetsen Hartslag om de gewenste maximum hart-
slaginstelling in te voeren voor de oefening (zie
OEFENINGINTENSITEIT op pagina 23).
4. Houd de handgreep polssensor vast of
gebruik de optionele borstkassensor.
Om een hartslagprogramma te gebruiken, moet u
de handsensoren vasthouden of de optionele
borstkas-sensor gebruiken (raadpleeg pagina 21).
Let op: Het bedieningspaneel zal, wanneer u zich
vasthoudt aan de handgreep met polssensor en
de borstkassensor tegelijkertijd draagt, uw hart-
slag niet goed weergeven.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u ze niet
voortdurend vasthouden tijdens de hartslagoe-
feningen. U moet de handsensoren geregeld
v
asthouden om de oefeningen correct te laten
werken. Telkens als u de handsensoren
v
asthoudt, houd dan uw handen minstens 30
seconden op de contactpunten.
5. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Hartslagoefening 1 is verdeeld in 40 1-minuut
segmenten. Let op: Voor een kortere oefening
stopt u met de oefening of kiest u een andere
oefening voordat de oefening eindigt.
Elke hartslagoefening is verdeeld in 30 2-minuut
segmenten. Er wordt een doelhartslag gepro-
grammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde
doel hartslaginstelling kan worden geprogram-
meerd voor opeenvolgende onderdelen.
Tijdens het programma, zal het oefeningenprofiel
in de display uw vooruitgang laten zien. De
flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knip-
perende onderdeel geeft de doelhartslaginstelling
van het huidige onderdeel weer. Aan het einde
van elke segment van de oefening, zult u een
aantal tonen horen en het volgende segment zal
beginnen te flikkeren.
Tijdens beide oefeningen zal het bedieningspa-
neel regelmatig uw hartslag met de
doelhartslaginstelling van het huidige onderdeel
van de oefening vergelijken. Als uw hartslag te
ver onder of boven de doelhartslag ligt, dan zal
de weerstand van de pedalen automatisch ver-
hogen of verlagen om uw hartslag dichter bij uw
doelhartslag te brengen. Elke keer als de weer-
stand wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende
enkele seconden in de display verschijnen om u
te alarmeren.
20
De doelsnelheid coach zal u vertellen om een con-
stante fietssnelheid aan te houden tijdens de
oefening. Als de indicator links van de display
o
plicht, moet u uw huidige tempo verhogen; als de
rechterindicator oplicht, dient u uw tempo te verla-
g
en. Als de indicator in het midden van de display
oplicht, moet u uw huidige tempo aanhouden.
BELANGRIJK: De doeltempo coach is alleen
als motivatie bedoeld. Zorg ervoor dat u op
een tempo fietst dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door op de
Weerstandtoetsen drukken. Als het bedieningspa-
neel uw hartslag met de doelhartslag vergelijkt,
dan kan de weerstand van de pedalen automa-
tisch verhogen of verlagen om uw hartslag dichter
bij de doelhartslag te brengen.
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult
u enkele pieptonen horen en de oefening zal wor-
den stilgezet. Om de oefening opnieuw te starten,
moet u gewoon beginnen te fietsen. De oefening
zal doorgaan totdat het laatste segment van de
oefening voltooid is.
6. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 4 op pagina 16.
7. De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
IFit-kaarten zijn afzonderlijk beschikbaar. Omi Fit-
k
aarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of kijkt u
op de achterkant van deze handleiding. iFit-kaarten
z
ijn ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar.
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Zie stap 1 op pagina 16.
2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening.
Om een iFit workout te doen, steek een iFit kaart
in de iFit gleuf. Zorg ervoor dat de iFit kaart
zodanig gedraaid is dat de metalen contactpunten
naar beneden wijzen en tegen de gleuf aanwijzen.
De indicator zal, wanneer de iFit kaart goed is
ingestoken, naast de gleuf gaan branden en het
woord iFit zal op de display verschijnen.
Kies vervolgens de gewenste oefening op de iFit
kaart door op de toename- en afnametoetsen
naast de iFit gleuf te drukken.
Nadat u de oefening heeft geslecteerd zal de stem
van de personal trainer beginnen met u door de
oefening te begeleiden. iFit-oefeningen werken op
dezelfde manier als de vooraf ingestelde oefenin-
gen. Raadpleeg stap 3 to en met 7 op pagina 18
om de oefening uit te voeren.
3. Als u klaar bent met de oefening, haalt u de
iFit-kaart eruit.
Als u klaar bent met de oefening, haalt u de iFit-
kaart eruit. Berg de iFit-kaart goed op.
iFit-sleuf
iFit-kaart
21
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
s
tallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u de meegeleverde audiokabel aan op het bedien-
i
ngspaneel en uw MP3-speler of CD-speler. Zorg
ervoor dat de audiokabel goed aangesloten is.
Druk dan op de play-toets van uw MP3- of CD-speler.
Stel het volume van de luidsprekers bij door middel
van de volumetoets van uw MP3- of CD-speler. Let
op: U kunt ook het volume van het bedieningspaneel
aanpassen zoals beschreven in stap 4 op pagina 16.
OPTIONELE BORSTRIEM MET HARTSLAGSEN-
SOR
D
oor het gebruik van de optionele borstkas-sensor
krijt u uw handen en een constante weergave van uw
h
artslag tijdens het oefenen. Voor aankoop van de
optionele borstkas polssensor kijkt u op de
omslag van deze handleiding.
22
Controleer alle onderdelen van de elliptische trainer
r
egelmatig en draai ze vast. Vervang versleten
onderdelen direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
z
eep om de elliptische trainer te reinigen. BELAN-
GRIJK: Houd vloeistoffen weg bij het
bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit
direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL
Wanneer het bedieningspaneel niet goed meer oplicht
moeten de batterijen vervangen worden. De meeste
problemen ontstaan door lege batterijen. Zie montage
stap 6 op pagina 8.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont, wan-
neer u de handsensoren gebruikt, raadpleeg stap 5 op
pagina 17.
HET UITSLUITEN VAN BUIGING IN HET MIDDEN
V
AN DE ELLIPTISCHE TRAINER
Als de elliptische trainer in het midden doorbuigt tij-
dens gebruik, draait u aan het been van het onderstel
(
raadpleeg de tekening links) totdat het toestel niet
meer doorbuigt.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Onderstelvoet
23
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainings-
zone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
24
11Onderstel
21Vouwbaar Onderstel
31Staander
41Rechterkap
51Bedieningspaneel
61Voorste Stabilisator
71Achterste Stabilisator
81Linkerarm van het Bovendeel
91Rechterarm van het Bovendeel
10 2 Armkap van het Bovendeel
11 1 Linkerbeen van het Bovendeel
12 1 Rechterbeen van het Bovendeel
13 1 Linker Pedaal
14 1 Linker Pedaalarm
15 1 Rechter Pedaal
16 1 Rechter Pedaalarm
17 2 Beschermingskapje van de
Staander
18 1 Linkervoorkap
19 1 Linkerachterkap
20 1 Rechtervoorkap
21 1 Rechterachterkap
22 1 Waterfleshouder
23 2 Voorste Stabilisatorkap
24 2 Achterste Stabilisatorkap
25 2 Wiel
26 1 Voet van de Onderstel
27 2 Niveauvoet
28 1 Linkerscherm
29 1 Rechterscherm
30 6 Lager van het Bovendeel
31 4 Pedaalarmkap
32 2 As van de Pedaalarm
33 4 Lager van de pedaalarm
34 1 As van het Onderstel
35 2 Bus van het Onderstel
36 2 Crankarm
37 2 Binnenste Crankkap
38 2 Cranknaaf
39 1 Katroltussenstuk
40 1 Katrol
41 2 Crankbuskap
42 4 Crankarmbus
43 2 Crankbushuls
44 2 Cranklagerset
45 1 Crank
46 1 Tussenstuk van de Crank
47 2 Borgring van de Crank
48 1 Bovenste Draadkoker
49 1 Onderste Draadkoker
50 1 Snelheidssensor/Draad
51 1 Drijfriem
52 1 Vliegwiel
53 1 C-magneet
54 1 Kussenblok
55 1 Magneet
56 1 Veer
57 1 Spanrol
58 1 Beugel van de Spanrol
59 1 Klem
60 1 Snelheidssensorbeugel
61 1 Vergrendelingspen
62 2 Tussenring voor de
Vergrendelingsbeugel
63 2 Haarspeld wigpen
64 1 Vergrendelingsbeugel
65 1 Draaibeugel
66 2 Tussenstuk voor de Draaibeugel
67 1 Draaipen
68 1 Vergrendelingsknop
69 1 Rolpen
70 1 Weerstandmotor
71 1 Katrol voor de Weerstandskabel
72 1 Weerstandkabelset
73 2 Schuimgreep
74 1 Draai-as
75 2 Naafdop
76 2 Buitenste Crankkap
77 2 Vliegwielbeugel
78 4 M8 x 41mm Bout met Ronde Kop
79 7 M8 Slotmoer
80 1 M8 x 69mm Bout met Ronde Kop
81 4 M10 Slotmoer
82 2 M10 x 80mm Draagbout
83 2 M10 x 127mm Schroef met Ronde
Kop
84 6 M8 x 23mm Schroef met Ronde
Kop
85 1 M6 x 10mm Schroef met Ronde
Kop
86 2 Crankschroef
87 8 Naafschroef
88 10 M8 Tussenring
89 2 M10 x 60mm Schroef met ronde
kop
90 3 M8 Gespleten Tussenring
91 1 Vliegwieltussenstuk
92 1 Tussenring voor het Vliegwiel
93 1 Vliegwiel Borgring
94 4 Kussenblokschroef
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEL73909.0 R1009A
25
N
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
95 1 Stopschroef
96 1 M8 x 35mm Schroef
97 1 E-clip
9
8 4 Katrolschroef
99 2 Crank Tussenring
100 2 M4 x 25mm Schroef
101 8 M4 x 16mm Schroef met Ronde
K
op
102 12 M4 Tussenring
103 27 M4 x 16mm Schroef
104 8 M4 x 16mm Schroef
105 6 M4 x 32mm Schroef met Ronde
Kop
106 2 M8 x 31mm Schouderschroef
107 4 M4 x 12mm Schroef
108 2 M4 x 47mm Schroef
109 2 Grote Gegolfde Tussenring
110 2 M8 Kleine Tussenring
1
11 2 Gebogen Tussenring
112 8 M4 Gespleten Tussenring
113 1 M10 Tussenring
114 1 M6 Moer
1
15 4 M8 x 23mm Schouderschroef
116 1 Transporthendel
117 4 Transporthendelschroef
118 4 Tussenstuk voor de Lager
119 2 Transporthendelkap
*–Montagehulpstuk
*–Smeervetpakket
*–Gebruiksaanwijzing
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de
achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderde-
len worden niet getoond.
26
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PFEVEL73909.0R1009A
1
4
3
5
6
8
9
10
10
11
12
13
14
15
16
17
17
18
19
20
21
22
23
23
25
25
26
30
30
30
30
30
30
31
31
32
33
33
31
33
32
33
31
34
35
35
80
78
101
101
79
105
105
88
84
79
84
101
101
74
105
79
78
88
8
4
104
115
115
88
84
115
115
84
88
89
82
81
81
81
89
48
49
84
73
73
88
88
88
88
90
90
90
111
111
101
1
16
117
117
118
118
118
118
104
104
108
112
112
102
104
104
108
112
112
102
102
119
119
27
66
2
7
24
24
27
27
28
29
75
76
36
86
99
87
106
37
38
39
40
41
42
42
43
103
103
103
103
107
107
103
38
43
42
42
41
106
36
75
37
83
87
87
76
103
103
103
103
86
99
44
98
98
44
45
46
47
47
103
100
103
51
50
53
56
79
57
58
59
60
103
103
85
96
61
62
62
63
64
63
65
66
67
68
69
113
97
70
95
103
79
71
72
107
100
103
103
103
102
102
107
88
88
109
109
114
103
110
110
52
54
55
94
94
94
92
93
91
77
77
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PFEVEL73909.0R1009A
Onderdeel Nr. 287763 R1009A Gedrukt in China © 2009 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEVEL73909 de handleiding

Type
de handleiding