NordicTrack E9 Zl Elliptical Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raad-
pleging.
Modelnr. NTEVEL99909.3
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hie-
ronder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbre-
ken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
B
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE HARTSLAGMONITOR GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond zijn
op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de kaft van deze handleiding en
vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker
op de aangegeven plaats. Opmerking: De sti-
cker(s) worden niet op ware groote weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in
deze handleiding beschreven.
3. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen dat
allen die de elliptische trainer gebruiken
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. De elliptische trainer is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische
trainer niet commercieel, niet voor verhuur of
in een instelling.
5. Gebruik de elliptische trainer enkel
binnenshuis en uit de buurt van vocht en
stof. Plaats de elliptische trainer niet in een
garage, niet op een overdekt terras, of bij
water.
6. Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje er onder om uw
vloer of vloerbedekking te beschermen. Zorg
ervoor dat voor en achter de elliptische
trainer minstens 0,9 m ruimte is en aan de
iedere kant van de trainer 0,6 m ruimte is.
7. Controleer alle delen en draai ze regelmatig
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
8. Houd kinderen jonger dan 12 jaar en
huisdieren altijd uit de buurt van de
elliptische trainer.
9. De elliptische trainer is niet geschikt voor
gebruik door personen die meer dan 150 kg
wegen.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
elliptische trainer gebruikt; draag geen losse
kleding die in de elliptische trainer verstrikt
kunnen raken. Draag altijd gymschoenen om
uw voeten tijdens het trainen te beschermen.
11. Houd de hendels of de armhendels vast bij
het opstappen, afstappen of het gebruik van
de elliptische trainer.
12. De polssensor is geen medisch instrument.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
de nauwkeurigheid van de hartslagmetingen.
De polssensor dient slechts om een
algemene hartslag te meten, als hulpmiddel
bij uw workouts.
13. De elliptische trainer heeft een vliegwiel; de
pedalen blijven in beweging totdat het
vliegwiel tot stilstand komt. Stop op een
gecontrolleerde manier met stappen.
14. Houd uw rug recht terwijl u de elliptische
trainer gebruikt, en buig uw rug niet.
15. Te veel oefenen kan leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Als u zich duizelig voelt of
pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen
en begin met een afkoeling.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
s
chade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Polssensor
Arm van het Bovendeel
Handleuning
Pedaalschijf
Wiel
Pedaal
Bedieningspaneel
Houder voor de Waterfles*
Niveauvoet
Hendel
* Drinkfles niet inbegrepen
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe
NORDICTRACK
®
E9 ZL elliptische trainer. De E9 ZL
elliptische trainer biedt een reeks functies die zijn
o
ntwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en
leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw eigen profijt aan-
dachtig door voordat u de elliptische trainer gaat
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact
opneemt, schrijf het productnummer en serienummer
e
ven op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden
wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Lengte: 168 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 66 kg
5
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde inbussleutel zult u ook een kruiskop schroevendraaier .
Gebruik de tekening hieronder om de kleine onderdelen te onderscheiden bij het monteren van de elliptische
trainer. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel van de LIJST
MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor
de montage. Aandacht: als een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al
vooraf is gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij
het monteren gebruiken.
M10 x 48mm Schroef (75)–6
M10 x 95mm Schroef (82)–4
M4 x 28mm
Schroef (99)–4
M8 x 45mm Bout
met Ronde Kop
(76)–4
M4 x 16mm
Schroef (92)–6
M10 x 20mm
Schroef (79)–6
M8 x 20mm
Schroef
(80)–2
Schouderbout (31)–2
M8 Tussenring
(33)–2
M10 Gespleten
Tussenring
(78)–10
M8 Klemmoer
(77)–4
6
1.
Terwijl een tweede persoon de achterkant van
het Onderstel (1) optilt, maak de Achterste
Stabilisator (70) vast aan het Onderstel met
t
wee M10 x 95mm Schroeven (82).
2. Terwijl een tweede persoon de voorkant van het
Onderstel (1) optilt, maak de Voorste
Stabilisator (73) vast aan het Onderstel met
twee M10 x 95mm Schroeven (82).
70
82
1
1
2
1
Om het monteren wat gemakkelijk te
maken, lees dan voordat u begint de
i
nformatie op pagina 5.
82
73
7
3
Draad
band
2
42
37
4. Schuif de Staander (2) op het Onderstel (1).
Tip: laat een tweede persoon de Bovenste
Schildkap uit de weg vasthouden.
Tip: zorg ervoor dat de Draadharnas (42) niet
bekneld raakt. Maak de Staander (2) vast met
vier M10 x 20mm Schroeven (79) en vier M10
Gespleten Tussenringen (78).
Schuif de Bovenste Schildkap (37) naar bene-
den en druk deze in het Onderstel (1).
4
1
1
78
78
79
79
1
2
42
Draad
band
Zorg ervoor dat de
Draadharnas (42)
niet bekneld raakt
3. Plaats de Staander (2) en de Bovenste
Schildkap (37) zoals afgebeeld. Schuif de
Bovenste Schildkap naar boven op de
S
taander.
L
aat een tweede persoon de Staander (2) bij
het Onderstel (1) vasthouden.
Bekijk de inzet-tekening. Zoek naar de draad-
band in de Staander (2). Maak het onderste
eind van de draadband vast aan de
Draadharnas (42). Trek vervolgens het boven-
ste eind van de draadband naar boven en uit de
Staander. Maak de draadband los en gooi deze
weg.
Tip: om er voor te zorgen dat de Draad-
harnas (42) niet in de Staander (2) valt,
bevestig de Draadharnas met een elastiek of
een stukje plakband.
2
42
37
8
5. Draai de Kap van het Bedieningspaneel (32)
zoals afgebeeld. Schuif dan de Kap van het
Bedieningspaneel op de Staander (2).
Draai het Handvat (39) zoals afgebeeld. Zorg
e
rvoor dat u de Draad voor de Hartslag (28)
en de Draad voor de Monitor (103) uit het
Handvat trekt.
Tip: zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Handvat (39) vast aan de
Staander (2) met twee M10 x 20mm Schroeven
(79).
79
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
5
2
6
4
2
6. Terwijl een tweede persoon het Bedienings-
paneel (4) bij de Staander (2) vasthoudt, sluit
de draden van het bedieningspaneel op de
Draadharnas (42), de Draad voor de Hartslag
(28) en de Draad voor de Monitor (103).
Steek het extra hoeveelheid draad in de
Staander (2) of in het Bedieningspaneel (4).
Tip: zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Bedieningspaneel (4) vast aan
de Staander (2) met vier M4 x 28mm
Schroeven (99).
28
103
32
39
99
99
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
Draden van het
Bedieningspaneel
42
103
28
9
7. Schuif de Kap van het Bedieningspaneel (32)
naar boven naar het Bedieningspaneel (4).
M
aak de Kap van het Bedieningspaneel (32)
vast aan de Staander (2) met een M4 x 16mm
Schroef (92).
M
aak dan de Kap van het Bedieningspaneel
(32) vast aan het Bedieningspaneel (4) met
twee M4 x 16mm Schroeven (92).
7
4
2
32
92
9
2
8. Zoek van de Linker and Rechter Bovenarmen
(8, 9). Deze worden met “Left” en “Right” stick-
ers aangegeven. (L of Left geeft links aan; R of
Right geeft rechts aan).
Plaats de Linker Bovenarm (8) en een
Bovenbeen (6) zoals afgebeeld. Zorg ervoor
dat de hexagonale gaten op de aangegeven
plaatsen zitten.
Steek de Linker Bovenarm (8) in het
Bovenbeen (6).
Maak de Linker Bovenarm (8) vast met twee M8
x 45mm Bouten met Ronde Koppen (76) en
twee M8 Klemmoeren (77). Zorg ervoor dat de
Klemmoeren in de hexagonale gaten zitten.
Draai de Bouten met Ronde Koppen nog niet
te vast.
Maak de Rechter Bovenarm (9) op dezelfde
manier vast aan het andere Bovenbeen (6).
8
Hexagonale
Gaten
8
6
6
9
77
77
76
76
10
9. Smeer de assen van de Staander (2) goed in
met het inbegrepen vet.
P
laats de Linker en Rechter Bovenarmen (8, 9)
zoals afgebeeld en schuif deze op de linker en
r
echter kanten van de Staander (2).
Maak iedere Bovenarm (8, 9) vast met een M8
x 20mm Schroef (80) en een M8 Tussenring
(33).
9
2
33
80
31
76
76
49
80
33
10
8
9
6
6
Vet
Vet
10. Smeer een klein hoeveelheid vet op de
Schouderbout (31).
Terwijl een tweede persoon het voorste eind
van de Rechter Pedaalarm (49) in de beugel
van het rechter Bovenbeen (6) vasthoudt, schuif
de Schouderbout (31) door het rechter
Bovenbeen en de Rechter Pedaalarm.
Draai de Schouderbout (31) in de gelaste moer
op het rechter Bovenbeen (6) vast.
Herhaal deze stap om de Linker Pedaalarm
(niet getoond) vast te maken aan het linker
Bovenbeen (6).
Draai de M8 x 45mm Bouten met Ronde
Koppen (76) vast.
11
11. Bekijk de inzet-tekening. Zoek naar een
Zwenkaskap A (19), deze is voorzien met haak-
en, en een Zwenkaskap B (22), deze is
v
oorzien met randjes.
D
ruk een Zwenkaskap A (19) en een
Zwenkaskap B (22) samen rond de Rechter
Bovenarm (9).
Herhaal deze stap voor de andere zijde van
de elliptische trainer.
Tip: zorg ervoor dat de Zwenkaskappen (19,
22) geplaats worden zoals afgebeeld.
11
22
22
19
12
12. Maak de Kap van de Achterste Staander (3)
vast aan de Staander (2) met drie M4 x 16mm
Schroeven (92).
Draai de Kap van de Voorste Staander (16)
zodanig dat het aangegeven pijltje naar boven
wijst.
Druk de Kap van de Voorste Staander (16) in
de Kap van de Achterste Staander (3).
Druk een Waterfleshouder (5) in de Kap van de
Achterste Staander (3).
9
8
19
92
5
92
16
Pijl
3
2
Rand-
jes
Haaken
Haaken
19
22
12
49
13
78
75
14
14. Zoek naar het Rechter Pedaal (13). Deze wordt
met een “Right” sticker aangegeven. (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan).
Maak het Rechter Pedaal (13) vast aan de
Rechter Pedaalarm (49) met drie M10 x 48mm
Schroeven (75) en drie M10 Gespleten
Tussenringen (78). Zorg ervoor dat u het mid-
delste gat en de gaten aan de buitenzijde
gebruikt om het Rechter Pedaal vast te
maken.
Maak het Linker Pedaal (niet getoond) op
dezelfde manier vast aan het Linker Pedaal
(niet getoond).
13
20
21
13. Druk een Kap van het Voorbeen (20) en een
Kap van het Achterbeen (21) samen rond het
rechter Bovenbeen (6).
Herhaal deze stap voor de andere zijde van
d
e elliptische trainer.
6
13
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed zijn vastgedraaid. Opmerking: het kan
zijn dat er nog wat onderdelen over zijn na het voltooien van de montage. Leg een mat onder de elliptische
exerciser om uw vloer of vloerbedekking te beschermen.
15. Druk de Achterste Schildkap (59) op de Linker
a
nd Rechter Schilden (44, 45).
Steek de Stroomadapter (100) in de
Stroomcontactdoos (104) van het Onderstel (1).
Mocht het nodig zijn, steek de Stroomadapter
(
100) in de Stekkeradapter (101).
Om de Stroomadapter (100) in het stopcontact
te stekken, raadpleeg dan HOE DE STROOM-
ADAPTER IN TE STEKKEN op pagina 15.
Zie de onderste tekening. Het Bedieningspa-
neel (4) werkt op vier D-batterijen (niet inbegre-
pen). Het is aan te raden om alkaline batterijen
te gebruiken. Maak de schroeven los, verwijder
de batterijdeksel, steek de batterijen in het bat-
terijvakje en maak de batterijdeksel weer vast.
Zorg ervoor dat de batterijen geplaatst wor-
den zoals op het plaatje in het batterijvakje
wordt aangegeven.
15
59
101
100
44
104
1
45
Batterijdeksel
Batterijen
Batterijen
Schroeven
4
14
D
E HARTSLAGMONITOR DRAGEN
De hartslagmonitor bestaat uit twee delen: de borst-
kas-band en de sensor. Steek de flap van de borst-
kas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals
afgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van de
sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap
moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
hartslagmonitor om
uw borstkas en maak
het andere eind van
de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De
hartslagmonitor moet onder uw kleding gedragen wor-
den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie-
ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor
naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant
(de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat
speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de
sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de hartslagmonitor goed af na ieder gebruik.
De hartslagmonitor wordt ingeschakeld wanneer u
de elektrodes nat maakt en de hartslagmonitor
draagt. De hartslagmonitor gaat uit wanneer deze
wordt afgedaan en de elektrodes gedroogd worden.
De sensor blijft langer dan nodig branden en zodo-
ende zullen de batterijen leeg lopen als de hartslag-
monitor elektrodes niet goed gedroogd worden.
Bewaar de hartslagmonitor op een warme en droge
plaats. Bewaar de hartslagmonitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
Stel de hartslagmonitor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het
opbergen van de hartslagmonitor niet te veel.
Maak de hartslagmonitor schoon met een zachte
doek en een beetje niet agressief schoonmaakmid-
del. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of che-
mische producten. U kunt de borstkas-band met de
hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit
hoe u de hartslagmonitor met het bedieningspa-
neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de hartslagmonitor niet
goed werkt.
Zorg ervoor dat u de hartslagmonitor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opmerking: Verplaats
de sensor wat naar boven of naar beneden wan-
neer de hartslagmonitor niet goed werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei-
stof voor contact lenzen om de elektrodes van de
sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw
wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij-
nen nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De hartslagmonitor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartklop-
pingen, of aritmie.
De werking van de hartslagmonitor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen die veroorzaakt
worden door hoogspanningsdraden en andere elek-
tromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als
u vermoedt dat dit de oorzaak is.
HOE DE HARTSLAGMONITOR GEBRUIKEN
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
15
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE STROOMADAPTER IN TE STEKKEN
BELANGRIJK: wanneer uw elliptsiche trainer aan
koude temparturen is blootgesteld, laat deze dan
eerst op kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter insteekt. Als u dit niet doet, kunt u
de displays van het bedieningspaneel en andere
elektronische elementen beschadigen.
Steek de
stroomadapter in
het contacpunt op
het onderstel van
de elliptische
trainer. Steek ver-
volgens de
stroomadapter in
de stekker-
adapter. Steek
daarna de
stekkeradapter in
een stopcontact
die geinstalleerd
is in overeemkomst met de plaatselijke voorschriften
en wetten.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
V
ERPLAATSEN
Aangezien de omvang en de zwaarte van de ellip-
tische trainer moeten twee mensen deze verplaat-
sen. Ga aan de voorkant van de elliptische trainer
staan, neem de staander vast en plaats een voet
tegen een van de voorwieltjes. Trek aan de staander
en laat de tweede persoon de hendel optillen totdat de
elliptische trainer op de wieltjes kan rollen. Verplaats
de elliptische trainer voorzichtig naar de gewenste
plaats en laat deze weer naar de vloer zakken.
Stroomadapter
Stekker
adapter
Plaats
uw voet
hier
Hendel
Staander
16
HOE OP DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
OEFENEN
O
m op de elliptische trainer te stappen, moet u zich
aan de handvatten of de bovenarmen vasthouden en
o
p het pedaal in de laagste stand stappen. Stap dan
vervolgens op het andere pedaal.
Duw op de pedalen totdat een continu motie bereikt
wordt. Opmerking: de pedaalschijven kunnen in
beide richtingen draaien. Het is aan te raden om
d
e pedaalschijven in de richting van de pijlen te
draaien. U kunt echter, om uw oefening wat te ver-
a
nderen, de pedaalschijven in de omgekeerde
richting draaien.
Om van de elliptische trainer af te stappen moet u
eerst wachten totdat de pedalen tot een volledige stil-
stand komen. Opmerking: de elliptische trainer
heeft geen vrijwiel. De pedalen blijven draaien tot-
dat het vliegwiel tot stilstand komt. Wanneer de
pedalen stil staan, stap dan van het hoogtste pedaal
af. Stap dan van het laagste pedaal af.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER GELIJK TE
STELLEN
Als de elliptische
trainer wat op uw
vloer wiebelt wan-
neer u deze geb-
ruikt, draai dan
een of beide stel-
knoppen van de
achterste stabili-
sator en stel de
stelvoetjes bij tot-
dat de exerciser
niet meer wiebelt.
Stelknop
pen
Pedalen
Pedaal
schijf
Bovenarmen
Handvatten
17
Weerstandknop
D
IAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het moderne bedieningspaneel is voorzien van verschil-
lende functies om doeltreffender en met meer plezierig
te kunnen oefenen.
U kunt, wanneer de handmatige instelling van het bedi-
eningspaneel wordt gekozen, de weerstand van de ped-
alen met een draai aan de knop veranderen. Het bedi-
eningspaneel zal tijdens uw oefening continu informatie
weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik
te maken van de ingebouwde handgreep met polssen-
sor of door middel van de optionele hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel biedt 12 voorafingestelde oefenin-
gen–zes oefeningen om af te slanken en zes oefenin-
gen om te presteren. Elke oefening wijzigt automatisch
de weerstand van de pedalen en vraagt u om de
pedaalsnelheid te variëren terwijl deze u begeleidt tij-
dens een effectieve oefening.
Tevens biedt het bedieningspaneel ook nog acht
oefeningen voor de hartslag. Oefeningen die de weer-
stand van de pedalen veranderen en u vraagt om de
trapsnelheid stipt te variëren om uw hartslag bij uw na te
streven hartslag te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook nog drie watts oefenin-
gen die de weerstand van de pedalen veranderen en u
vraagt om de pedaalsnelheid stipt te variëren om uw
krachtsinspanning bij uw na te streven inspanning te
houden.
Het bedieningspaneel biedt ook het nieuwe iFit interac-
tieve oefensysteem waarbij het bedieningspaneel iFit
kaarten accepteert met trainingsoefeningen die
ontwikkeld zijn om u te helpen specifieke fitnessdoelen
te bereiken. Bijvoorbeeld, ongewenste kils te verliezen
met de 8-weken Weight Loss (afslanken) oefening. iFit
regelt automatisch de loopband terwijl de stem van een
persoonlijke trainer u door iedere stap van uw oefening
leidt. iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om iFit kaarten
te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u het tele-
foonnummer, dat vermeld staat op de voorkant van
deze handleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalza-
ken verkrijgbaar.
U kunt ook naar uw favoriete oefen-muziek of
audioboeken luisteren op het extra stereo geluidssys-
teem van het bedieningspaneel.
Raadpleeg pagina 18 om hoe het apparaat aan te
zetten. Zie pagina 18 om de handmatige instelling te
gebruiken. Zie pagina 20 om een voorangesteld
oefening te gebruiken. Zie pagina 21 om een oefen-
ing voor de hartslag te gebruiken. Zie pagina 22 om
een watts oefening te gebruiken. Zie pagina 23 om
een iFit oefening te gebruiken. Zie pagina 23 om het
stereo geluidssysteem te gebruiken. Zie pagina 23
om de instellingen van het bedieningspaneel te
veranderen.
Opmerking: als er een doorzichtig plastic velletje op het
bedieningspaneel zit, moet u dat verwijderen.
18
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de elliptische trainer tot
k
amertemperatuur komen, wanneer de elliptische
trainer aan koude temperaturen bloodgestelt is
g
eweest, voordat u de elektriciteit inschakelt. Als
u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of
andere elektrische onderdelen beschadigen.
Steek de stroomadapter in (HOE DE
STROOMADAPTER IN TE STEKKEN op pagina 15).
De displays zullen, wanneer de stroomadapter is
ingestoken, gaan oplichten en het bedieningspaneel
kan dan gebruikt worden.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
boven.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het bedieningspaneel aanzet, zal de
handmatige instelling worden geactiveerd.
Als u een
oefening hebt
gekozen, druk
dan meerdere
keren op een
van de oefen-
toetsen
[WORKOUTS]
om de hand-
matige
instelling
opnieuw te
kiezen totdat nullen op de display verschijnen.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
A
ls u fietst, kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door de weerstandknop te draaien.
Om de weerstand te verhogen, draait u de weer-
standknop naar rechts, om de weerstand te verla-
gen draait u de weerstandknop naar links.
Opmerking: het zal even duren wanneer u de
stapsgewijze weerstandstoetsen hebt ingedrukt
voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display
instellingen. De door u gekozen display instelling
zal bepalen welke oefeninformatie weergeven
wordt. Druk meerdere keren op de Display toets
[DISPLAY] om de gewenste display instelling te
kiezen.
De displays geven de volgende informatie aan:
Tijd [TIME]—De display zal, wanneer de hand-
matige instelling gekozen wordt, de verlopen tijd
aangegeven. Indien u een oefening kiest, zal het
display de resterende tijd in de oefening
weergeven in plaats van de verlopen tijd.
Snelheid [SPEED]—Deze display geeft de
getrapte snelheid aan, in revoluties per minuut
(rpm).
Afstand [DISTANCE]—Deze display geeft de
getrapte afstand aan (totaal nummer in revoluties).
Caloriëen [CALORIES]—Deze display geeft bij
benadering het aantal verbruikte calorieen aan.
Watts [WT.]—Deze display geeft bij benadering
uw krachtinspanning aan in watts.
19
Hartslag—Deze display geeft uw hartslag aan
wanneer u de handgreep met polssensor of de
meegeleverde hartslagmonitor (zie stap 5 hieron-
d
er) gebruikt.
Weerstand [RESISTANCE]—Deze display geeft
iedere keer dat het weerstandsniveau verandert
e
en paar seconden lang de weerstand van de
pedalen aan.
Profiel—Deze display zal, wanneer een oefening
gekozen wordt, een profiel van de weerstandsin-
stellingen van de oefening aangeven.
Pas het volume van het bedieningspaneel aan
door op de Volume toetsname- en afnametoetsen
[VOLUME] te drukken.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie pagina 14, om de inbegrepen borstkaspolssen-
sor te gebruiken. Volg de instructies hieronder om
de handgreep met hartslagsensor te gebruiken.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel kan geen
nauwkeurige hartslagmeting aangeven wan-
neer u tegelijkertijd de borstkaspolssensor
draagt en de handgreep met hartslagsensor
vasthoudt.
Het kan zijn dat er
op de metalen
contactpunten
van de handgreep
met polssensor
een plastic vel zit.
Haal deze van de
handvaten af.
Zorg er tevens
voor dat u schone
handen hebt. Om
uw hartslag te meten, houd de handsensoren vast
met uw palmen tegen de metalen contactpunten.
Uw handpalmen moeten op de metalen con-
t
actpunten rusten.
Uw hartslag zal, wanneer deze gemeten kan wor-
den, in de display verschijnen. Voor een correcte
h
artslagmeting, houd de contactpunten ongeveer
15 seconden lang vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg dat u uw han-
den niet te veel beweegt of dat u de metalen con-
tactpunten te hart knijpt. Voor de beste werking,
maak de metalen contactpunten schoon met een
zacht doek; gebruik nooit alcohol, schurende of
chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
U zult een pieptoon horen als de pedalen enkele
seconden niet bewegen en het bedieningspaneel
zal blijven stilstaan.
Het bedieningspaneel gaat uit als de pedalen
enkele minuten niet bewegen en de displays wor-
den gereset.
Contactpunten
20
HOE EEN VOORAFINGESTELD OEFENING TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
s
chakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Kies een voorafingestelde oefening.
Druk, om een voorafïngestelde oefening te kiezen,
eerst op de afslanken [WEIGHT LOSS] Oefening
of op prestatie [PERFORMANCE WORKOUTS]
Oefening toets.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt.
Druk dan de
Enter toets
[ENTER] om
de oefening te
kiezen. De
oefeningentijd
en een profiel
van de weer-
standsin-
stellingen van
de oefening
verschijnen
ook in de display.
Dan zal de na te streven snelheid en de maximum
weerstand van de oefening in de display verschij-
nen.
3. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Ledere oefening is verdeeld in segmenten van 1-
minuut. Een weerstand en tempo instelling zijn
voor iedere periode geprogrammeerd. Opmerking:
u kunt dezelfde weerstand- en/of hetzelfde na te
streven temponiveau programmeren voor verschil-
lende segmenten.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Wanneer het eerste segment van de oefening
eindigt, dan zal de weerstand en de na te streven
snelheid een paar seconden lang op de display
verschijnen om u waakzaam te houden. Het profiel
van het volgende segment zal opflikkeren, en de
d
e weerstand van de pedalen zullen automatisch
worden bijgesteld.
Terwijl u oefent, wordt u
aangegeven uw tempo
zo dicht mogelijk bij het
na te streven snelheid
voor het huidige seg-
ment te houden. U moet
uw snelheid verhogen wanneer een pijl naar
boven wijst of wanneer het woord FASTER
(sneller) in de display verschijnt. U moet uw snel-
heid verlagen wanneer een pijl naar beneden wijst
of wanneer het woord SLOWER (langzamer) in de
display verschijnt. Houdt dezelfde snelheid aan
wanneer er geen pijl of wanneer de woorden ON
TARGET (op peil) in de display verschijnen.
BELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door de weerstandknop te
draaien. BELANGRIJK: als het huidige segment
van het programma voltooid is, dan zal de
weerstand van de pedalen automatisch naar de
instellingen van het volgende segment worden
gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 18–19.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 19.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 19.
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Kies een oefening voor de hartslag.
Druk eerst, om een oefening voor de hartslag te
kiezen, op toets voor de oefeningen voor de
Hartslag.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt. Druk dan de Enter toets [ENTER] om de
oefening te kiezen.
3. Toets een na te streven hartslag in.
De oefentijd en
de woorden
ENTER TAR-
GET (na te
streven hart-
slag invoeren)
zullen een paar
seconden
nadat u een na
te streven hart-
slag hebt
gekozen op de
display verschijnen.
Een ander na te streven hartslag wordt geprogram-
meerd voor elk segment van de oefening voor de
hartslag. Draai de weerstandsknop om de gewenste
maximum hartslag voor de oefening in te voeren
(zie INTENSITEIT VAN OEFENINGEN op pagina
26). Druk dan de Enter toets.
4. Neem de handgreep met hartslagsensor vast of
draag de inbegrepen borstkassensor.
U moet, om de oefening voor de hartslag te
gebruiken, de inbegrepen borstkassensor dragen of
de handgreep met polssensor vasthouden (zie stap
5 op pagina 19).
Het is niet nodig wanneer u de handgreep met
pulssensor gebruikt om continu de handgreep met
pulssensor vast te houden. U moet echter de hand-
greep met pulssensor vaak vasthouden zodat de
oefening goed verloopt. Telkens als u de handsen-
soren vasthoudt, houd dan uw handen minstens
15 seconden op de contactpunten.
5. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Elke oefening voor de hartslag is verdeeld in seg-
menten van 1-minuut. Er wordt een na te streven
hartslag geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: dezelfde na te streven hartslag kan wor-
den geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
m
enten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening uw
hartslag vergelijken met de na te streven hartslag
v
an het huidige segment van de oefening. Als uw
hartslag te ver onder of boven van de na te streven
hartslag ligt, dan zal de weerstand van de pedalen
automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag
dichter bij uw na te streven hartslag te brengen. Elke
keer als de weerstand wijzigt, zal het weerstand-
niveau gedurende enkele seconden in de display
verschijnen om u waakzaam te houden.
U wordt gevraagd om
met een constant tempo
tijdens de oefening te
trappen.U moet uw snel-
heid verhogen wanneer
een pijl naar boven wijst
of wanneer het woord FASTER (sneller) in de dis-
play verschijnt. U moet uw snelheid verlagen wan-
neer een pijl naar beneden wijst of wanneer het
woord SLOWER (langzamer) in de display verschi-
jnt. Houdt dezelfde snelheid aan wanneer er geen
pijl of wanneer de woorden ON TARGET (op peil) in
de display verschijnen.
BELANGRIJK: zorg ervoor dat u op een aange-
naam tempo oefent. U kunt wanneer de weerstand
van het huidige segment te hoog of te laag ligt
handmatig veranderen door de weerstandknop te
draaien. Het kan echter zijn dat wanneer u de weer-
stand verandert u niet uw na te streven hartslag kunt
behouden.
Als het bedieningspaneel uw hartslag met de na te
streven hartslag vergelijkt, dan kan de weerstand
van de pedalen automatisch verhogen of verlagen
om uw hartslag dichter bij de na te streven hartslag
te brengen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult een
pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen
te flikkeren. Om verder te gaan met de oefening,
dient u eenvoudigweg weg verder te gaan met trap-
pen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 18–19.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 19.
21
HOE EEN WATTS OEFENING UIT TE GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
p
en van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op pagina
18.
2. Kies een watts oefening.
Druk, om een watts oefening te kiezen, eerst op de
oefeningen [WATTS WORKOUTS] toets. Draai ver-
volgens aan de totdat het nummer van de gewenste
oefening in de display verschijnt. Druk dan de Enter
toets om de oefening te kiezen.
De oefentijd en
de woorden
ENTER
WATTS TAR-
GET (de na te
streven watts
invoeren)
zullen op de
display ver-
schijnen wan-
neer u watts
oefening 1
kiest.
De oefentijd en
een profiel van
de weer-
standsinstel-
lingen van de
oefening zullen
de display ver-
schi-
jnen wanneer
u watts oefen-
ing 2 of 3
kiest.
3. Voer een na te streven watts instelling in wan-
neer u watts oefening 1 kiest.
Tijdens watts oefening 1 wordt dezelfde na te
streven watts instelling voor alle segmenten van de
oefening geprogrammeerd. Draai aan de weerstand-
sknop om de gewenste na te streven watts instelling
in te voeren.
4. Begin de oefening door te gaan trappen.
Watts oefening 1 is verdeeld in 40 segmenten van
1-minuut. Het bedieningspaneel zal tijdens de oefen-
ing uw watts inspanning met de na te streven watts
instelling die u hebt ingevoerd vergelijken.
Als uw watts inspanning teveel onder of boven de
na te streven instelling ligt zal de weerstand van de
trappers automatisch toe- of afnemen om uw watts
i
nspanning dichter bij de na te streven watts
instelling te brengen. Telkens wanneer de weerstand
v
erandert, zal het weerstandsniveau enkele
momenten in de display verschijnen om u te
waarschuwen.
Watts oefening 2 of 3 is verdeeld in 40 segmenten
van 1 minuut. Een weerstandsniveau en een na te
streven watt niveau worden voor ieder segment
geprogrammeerd. Opmerking: hetzelfde weerstand-
sniveau en/of het na te streven watts niveau kunnen
voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd
worden.
Het profiel van de oefening zal uw vordering
aangeven (zie tekening links). Het flikkerende seg-
ment van het profiel geeft het huidige segment van
de oefening aan. De hoogte van het flikkerend seg-
ment geeft het weerstandsniveau van het huidige
segment aan.
Terwijl u oefent, wordt u aangespoord uw tempo zo
dicht mogelijk bij een na te streven snelheid te
houden. U moet uw snelheid verhogen wanneer een
pijl naar boven wijst of wanneer het woord FASTER
(sneller) in de display verschijnt. U moet uw snelheid
verlagen wanneer een pijl naar beneden wijst of
wanneer het woord SLOWER (langzamer) in de dis-
play verschijnt. Houdt dezelfde snelheid aan wan-
neer er geen pijl of wanneer de woorden ON TAR-
GET (op peil) in de display verschijnen.
BELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager liggen dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het eerste segment eindigt dan zullen,
om u te waarschuwen, de weerstand en de na te
streven snelheid van het tweede segment een
paar seconden lang in de display verschijnen. Het
volgende segment zal beginnen te flikkeren en de
pedalen zullen automatisch op het weerstand-
sniveau van het volgende segment ingesteld wor-
den.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door aan de weerstand-
knop te draaien. BELANGRIJK: als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
in de instellingen van het volgende segment
gewijzigd worden.
22
23
Stop, op welk moment dan ook met trappen, om
een oefening te beëindigen. U zult een pieptoon
horen en de tijd zal op de display beginnen te
f
likkeren. Om verder te gaan met de oefening, dient
u eenvoudigweg weg verder te gaan met trappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 18–19.
6. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 19.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 19.
HOE EEN IFIT OEFENING TE GEBRUIKEN
iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om Fit kaarten te
kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer dat vermeld staat op de voorkant van deze
handleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalzaken verkri-
jgbaar.
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Steek in een iFit kaart en kies een oefening.
Steek een iFit kaart in de gleuf om een iFit oefening
uit te voeren; zorg ervoor dat de iFit kaart zodanig
geplaatst is dat de metalen contactpunten naar
beneden en naar de gleuf wijzen. Wanneer de iFit
kaart goed ingestoken is zal de indicator naast de
gleuf gaan oplichten en zal er tekst in de display te
zien zijn.
Vervolgens kiest u een iFit oefening door te drukken
op de iFit toename- en afnametoetsen naast de
gleuf.
Even nadat u een van de oefeningen hebt gekozen
zal de stem van een persoonlijke trainer u tijdens uw
oefening begeleiden.
iFit oefeningen functioneren net zoals de voorafin-
g
estelde oefeningen. Zie stappen 3 tot en met 6 op
pagina 20 om een oefening te doen.
3. Als u klaar bent met de oefening dient u de iFit
kaart uit het bedieningspaneel te trekken.
Haal de iFit kaart uit de gleuf wanneer u klaar bent
met oefenen. Bewaar de iFit kaart op een veilige
plaats.
HOE HET STEREOGELUIDSYSTEEM TE
GEBRUIKEN
Steek de audio/geluidssnoer in de aansluiting van het
bedieningspaneel en in de aansluiting van uw MP3-spel-
er of CD-speler om muziek of audioboeken te kunnen
afspelen tijdens het oefenen. Zorg ervoor dat het
audiosnoer goed is ingestoken.
Druk dan op de Afspelen [PLAY] toets van uw MP3-spel-
er of CD-speler. Pas het volume aan op uw MP-3 speler
of CD-speler of druk op de Volume toetsen op het bedi-
eningspaneel.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel biedt een gebruikersinstelling aan
zodat u de meeteenheid en optie voor een achtergrond-
verlichting voor het bedieningspaneel kunt kiezen.
Druk om de gebruikersinstelling te kiezen een paar sec-
onden lang op de Display toets [DISPLAY] totdat de
informatie voor de gebruikersinstelling in de display ver-
schijnt.
Het bedieningspaneel biedt
drie onderverlichting opties.
De ON optie houdt de
onderverlichting aaan terwijl
het bedieningspaneel aan is.
De AUTO optie houdt de
onderverlichting tijdens het trappen aan. De OFF optie
doet de onderverlichting uit.
De huidige gekozen onderverlichting optie zal op de dis-
play verschijnen. Druk meerdere keren op de Volume-
afnametoets om de gewenste onderverlichting optie te
kiezen.
Druk op de Display toets om de instellingen van het
bedieningspaneel op te slaan en de gebruikersinstelling
te verlaten.
iFit Gleuf
iFit Kaart
24
Bekijk de onderdelen van de fiets regelmatig en draai
z
e goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoon-
maakmiddel om de fiets schoon te maken. BELAN-
G
RIJK: houd vloeistoffen weg bij het bedieningspa-
neel. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Zie stap 5 op pagina 19 wanneer de handgreep met
polssensor niet goed werkt.
HOE DE AANDRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Als u voelt dat de pedalen tijdens het trappen wat slip-
pen, al is de weerstand op de hoogste stelling
ingesteld, dan kan het zijn dat de aandrijfriem
bijgesteld moet worden.
Verwijder, om de aandrijfriem bij te stellen, het linker
pedaal, de kap van het bovenste schild, de kap van
het actherste schild, en het linker schild.
Zie eerst stap 14 op pagina 12 om het linker pedaal te
verwijderen.
Zie vervolgens stap 15 op pagina 13 en maak de kap
van het achterste schild los.
Zie dan stap 4 op pagina 7 en maak de kap van het
bovenste schild van het linker schild los. Schuif de kap
het bovenste schild naar boven.
Verwijderen de M4 x 16mm Schroeven (92) uit het
Linker Schild (44) en verplaats het Linker Schild
voorzichtig naar buiten over de Linker Pedaalarm (14).
Maak vervolgens de Zwenkschroef (88) los. Draai dan
de Bijstelschroef van de Aandrijfriem (72) vast totdat
de Aandrijriem (46) strak is.
Draai, wanneer de Drijfriem (46) strak staat, de
Zwenkschroef (88) vast.
Maak het linker schild, de kap van het achterste
schild, de kap van het bovenste schild, en het linker
pedaal weer vast.
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
92
14
44
92
92
88
72
46
25
HOE HET REED-CONTACT BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel de informatie niet
goed weergeeft dan moet het reed-contact bijgesteld
worden.
U moet eerst, om het reed-contact bij te stellen, de
k
ap van de rechter schijf en de rechter pedaalschijf
losmaken.
Verwijder met gebruik van een schroevendraaier de
rechter Kap van de Schijf (18).
Verwijder dan de M8 x 14mm Schroeven met Ronde
Kop (81) van de Rechter Pedaalschijf (27), en draai
de Rechter Pedaalschijf voorzichtig uit de weg.
Zoek naar het Reed-contact (58). Maak de M4 x
1
6mm Schroef (92) los, maar verwijder deze echter
niet.
Draai vervolgens de Crank (24) totdat een Magneet
(41) op gelijke hoogte staat met het Reed-contact
(58). Schuif het Reed-contact wat tegen of verder weg
van de Magneet. Draai dan de M4 x 16mm Schroef
(92) weer vast.
Draai de Crank (24) wat. Herhaal deze procedure tot-
dat het bedieningspaneel goede informatie weergeeft.
Maak, wanneer het reed-contact goed is bijgesteld, de
rechter pedaalschijf en de rechter kap van de schijf
weer vast.
18
27
81
24
92
58
41
26
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
e
nergie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo-
ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
d
e 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
27
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
S
ta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespe-
zen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespe-
zen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
28
11Onderstel
2
1 Staander
31Kap van de Achterste Staander
41Bedieningspaneel
51Waterfleshouder
62Bovenste Been
71Weerstandswiel
81Linker Bovendeel van de Arm
91Rechter Bovendeel van de Arm
10 2 Schuimrubberengreep
11 2 Bovenste Kap
12 1 Linker Pedaal
13 1 Rechter Pedaal
14 1 Linker Pedaalarm
15 2 Pedaalbeugel
16 1 Kap van de Voorste Staander
17 4 Zwenkpacking
18 2 Kap van de Schijf
19 2 Zwenkaskap A
20 2 Kap van het Voorste Been
21 2 Kap van het Achterste Been
22 2 Zwenkaskap B
23 4 Zwenkaspacking
24 1 Katrol
25 1 Rechtercrankarm
26 1 Linkercrankarm
27 2 Pedaalschijf
28 1 Draad voor de Hartslag
29 4 Packing
30 2 Kap van de Pedaalarm
31 2 Schouderbout
32 1 Kap van het Bedieningspaneel
33 4 M8 Tussenring
34 2 Bijstelmoer
35 1 M5 Tussenring
36 1 Kleine Snapring
37 1 Kap van het Bovenste Schild
38 2 Crankpacking
39 1 Handvat
40 2 Grote Snapring
41 2 Magneet
42 1 Draadharnas
43 2 M6 Tussenring
44 1 Linker Schild
45 1 Rechter Schild
46 1 Aandrijfriem
4
7 2 Stelvoet
48 2 Kap van de Achterste Stabilisator
49 1 Rechter Pedaalarm
50 2 Wiel
51 1 Vliegwiel
52 1 Spanrol
53 1 C-magneet
54 1 Weerstandsmotor
55 1 Motorbeugel
56 1 Weerstandsarm
57 1 Klem
58 1 Reed-contact/Draad
59 1 Kap van het Achterste Schild
60 1 Sleutel
61 1 M8 Borgmoer
62 1 M6 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
63 2 Voet
64 1 Vliegwielas
65 1 C-magneet Bout
66 1 Spanrolbout
67 1 Sleutelschroef
68 1 Schroef van de Crankarm
69 4 Bout van de Weerstandsmotor
70 1 Achterste Stabilisator
71 2 Schroef van de Motorbeugel
72 1 Bijstelschroef van de Aandrijfriem
73 1 Voorste Stabilisator
74 1 M6 Borgmoer
75 6 M10 x 48mm Schroef
76 4 M8 x 45mm Bout met Ronde Kop
77 6 M8 Klemmoer
78 10 M10 Gespleten Tussenring
79 6 M10 x 20mm Schroef
80 2 M8 x 20mm Schroef
81 8 M8 x 12mm Schroef met Ronde
Kop
82 4 M10 x 95mm Schroef
83 1 M5 x 7mm Schroef
84 10 #10 x 16mm Schroef
85 2 M8 x 18mm Hexagonale Schroef
86 1 Tussenstuk van de Crankarm
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 Zwenkschroef
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. NTEVEL99909.3 R0113A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
29
Opmerking: specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
89 2 M4 x 16mm Schroef met Platte Kop
90 1 M4 x 16mm Geaarde Schroef
91 1 Crank
92 23 M4 x 16mm Schroef
93 1 Polssensor
94 1 Vliegwielpacking
95 2 Stelknop
96 2 M4 x 19mm Schroef
97 1 Kap van de Achterste Stabilisator
98 1 Kap van de Linker Stabilisator
99 4 M4 x 28mm Schroef
100 1 Stroomadapter
101 1 Stekkeradapter
102 1 Weerstandbeugel
103 1 Ontvanger/Draad
104 1 Stroomcontactpunt/Draad
105 4 M8 x 10mm Schroef
106 4 M8 x 15mm Schroef
107 1 Hartslagmonitor
*–Gebruikershandleiding
*–Montagegereedschap
*–Pakje met Vet
*–Draadband
N
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
30
GEDETAILLEERDE TEKENING A Modelnr. NTEVEL99909.3 R0113A
29
29
30
85
33
29
29
33
85
30
84
84
15
13
21
20
20
21
15
84
84
49
31
75
75
23
23
31
6
6
12
23
23
79
78
79
79
78
78
79
22
19
19
22
17
17
33
80
17
17
33
80
76
77
76
77
8
9
11
5
10
10
2
4
32
99
92
92
92
3
16
93
14
78
78
78
78
78
78
39
28
79
89
103
107
89
31
52
72
65
66
88
43
77
25
61
60
43
62
67
68
81
27
92
92
92
42
38
40
57
92
58
90
38
92
92
92
92
92
44
18
73
50
50
45
48
70
82
82
37
47
63
59
1
48
92
92
95
95
96
97
92
96
92
98
46
101
100
104
51
77
53
55
54
69
7
87
56
64
83
71
71
34
35
36
74
94
102
105
105
106
106
41
41
91
26
24
86
40
81
81
27
63
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. NTEVEL99909.3 R0113A
Onderdeel Nr. 342618 R0113A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

NordicTrack E9 Zl Elliptical Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor