Compex Mi-Sport de handleiding

Type
de handleiding
1. Contra-indicaties
Belangrijke contra-indicaties
Hartstimulator (pacemaker)
Epilepsie
Zwangerschap (geen elektroden
plaatsen in de buurt van de buik)
Ernstige stoornissen van de bloed-
somloop in de onderste ledematen
Buik- of liesbreuk
Voorzichtigheid bij het gebruik
van de Compex
Na een recente verwonding of
chirurgische ingreep (minder dan 6
maanden geleden)
Spieratrofie
Aanhoudende pijnen
Indien spierrevalidatie nodig is
Osteosynthese materiaal
De aanwezigheid van osteosynthese
materiaal (metalen ter hoogte van de
botten: pennen, schroeven, platen,
prothesen, enz.) vormt geen contra-
indicatie voor het gebruik van de
programma's van de Compex. De
elektrische stroom van de Compex is
speciaal ontwikkeld om geen enkel
schadelijk effect uit te oefenen op het
osteosynthese materiaal.
In al deze gevallen is het aanbevolen:
Nooit de Compex gedurende langere
tijd te gebruiken zonder medisch
advies
Uw arts te raadplegen bij de minste
twijfel;
Deze handleiding en de specifieke
toepassingshandleiding waarin u
informatie vindt over de effecten en
indicaties van elk stimulatieprogramma.
2. Veiligheidsmaatregelen
Wat u niet moet doen met de
Compex en het
m-4-systeem
Gebruik de Compex of het m-4-
systeem niet in het water of in een
vochtige omgeving (sauna, hydrothe-
rapie, enz.).
Nooit een eerste stimulatiesessie
uitvoeren op een staande persoon. De
eerste vijf minuten van de stimulatie
moeten altijd gebeuren terwijl de
persoon zit of ligt. In enkele gevallen,
ontwikkelen zich bij uitermate gevoe-
lige personen vagale reacties. Deze
hebben een psychologische oorsprong
en worden veroorzaakt door de angst
voor de stimulatie of door de schrik
van het zien bewegen van een spier
zonder vrijwillige controle. Deze vagale
reacties uiten zich in een gevoel van
zwakheid met een syncopale tendens
(lipothymie), een afname van de hart-
frequentie en een verlaging van de
arteriële bloeddruk. In een dergelijke
situatie, is het voldoende de stimulatie
stop te zetten en te gaan liggen met
de benen omhoog. Na 5 à 10 minuten
zal het gevoel van zwakte verdwijnen.
Nooit de beweging toelaten die
resulteert uit de spiercontractie tijdens
een stimulatiesessie. Er moet altijd
isometrisch gestimuleerd worden; dat
wil zeggen dat de uiteinden van de
ledematen waarvan een spier wordt
gestimuleerd goed tegengehouden
moeten worden om de beweging die
resulteert uit de contractie te blokkeren.
De Compex of het m-4-systeem
niet gebruiken op minder dan 1,5
meter van een kortegolf- of microgol-
fapparaat of een chirurgische uitrus-
ting met hoge frequentie (H.F.), zoniet
bestaat het gevaar dat u huidirritaties
of -verbrandingen onder de elektroden
veroorzaakt.
I. WAARSCHUWINGEN
I. WAARSCHUWINGEN 145
1. Contra-indicaties 145
2. Veiligheidsmaatregelen 145
II. WEERGAVE 147
1. Materiaal en accessoires 147
2. Garantie 148
3. Onderhoud 148
4. Opberg- en transportvoorwaarden 148
5. Gebruiksvoorwaarden 148
6. Verwijdering 149
7. Normen 149
8. Patent 149
9. Genormaliseerde symbolen 149
10. Technische eigenschappen 149
III. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE? 150
IV. PRAKTISCHE TOEPASSINGSREGELS 152
1. Plaatsing van de elektroden 152
2. Positie van de persoon 152
3. Instellen van de stimulatie-energie 153
4. Vooruitgang in de niveaus 153
5. Afwisseling stimulatiesessies / conventionele trainingen 154
V. WAT IS DE
m-TECHNOLOGIE? 155
1. Praktische regels voor het gebruik met het m-4-systeem 156
2. Praktische regels voor het gebruik in de m-1-werkwijze 158
VI. GEBRUIKSAANWIJZING 162
1. Beschrijving van het apparaat 162
2. Aansluitingen 163
3. Voorafgaande instellingen van de taal, het contrast en het
geluidsvolume 164
4. Kiezen van een programmacategorie 165
5. Selecteren van een programma 165
6. Individualiseren van een programma 166
7. Tijdens de stimulatiesessie 167
8. Elektrisch verbruik en heropladen 170
9. Problemen en oplossingen 171
INHOUDSOPGAVE
Nederlands
145
Nederlands
144
zoeker niet in het water onderdompelen.
Oplosmiddelen van welke aard dan
ook mogen niet op de elektroden/
motorische punt zoeker worden
aangebracht.
De elektroden niet in het water
onderdompelen.
Oplosmiddelen van welke aard dan
ook mogen niet op de elektroden
worden aangebracht.
Het wordt aangeraden de huid voor
het opplakken van de elektroden te
wassen en te ontvetten en vervolgens
te drogen.
Let erop dat de gehele oppervlakte
van de elektrode contact maakt met
de huid.
De elektroden mogen niet voor
verschillende personen worden
gebruikt. Omwille van de hygiëne is
het heel belangrijk dat elke gebruiker
over zijn eigen elektroden beschikt.
Gebruik een set elektroden niet
meer dan vijftien sessies, aangezien
het contact tussen de elektrode en
de huid – een belangrijke factor voor
het comfort en de efficiëntie van de
stimulatie – geleidelijk aan afneemt.
Bij personen met een gevoelige huid
kan na een stimulatiebehandeling een
lichte roodheid van de huid optreden
onder de elektroden. In het algemeen
is deze roodheid volledig onschuldig
en verdwijnt na 10 à 20 minuten.
Aangeraden wordt echter geen nieuwe
stimulatiesessie te beginnen op dezelfde
plaats, zolang de roodheid niet volle-
dig verdwenen is.
Voor elk gebruik van de motorische
punt zoeker is het nodig om het uiteinde
dat in contact komt met de huid te
reinigen en desinfecteren.
Gebruik uitsluitend de elektrodeka-
bels die door Compex worden geleverd.
De elektrodekabels van de stimulator
niet losmaken zolang het apparaat
nog onder spanning staat. Schakel
eerst de stimulator uit.
Nooit de stimulatiekabels aan een
externe elektrische bron aansluiten.
Er bestaat een risico op een elektrische
schok.
Nooit een accu gebruiken die niet
door Compex is geleverd.
Nooit het apparaat opladen wanneer
de kabels nog aan de stimulator zijn
verbonden.
Nooit de accu opladen met een
oplader die niet door Compex is
geleverd.
Nooit het apparaat of de oplader
gebruiken als ze beschadigd zijn
(stimulator, kabels enz.) of als de
batterijen niet zijn beschermd Er
bestaat een kans voor een elektrische
ontlading.
Het direct uitschakelen van de
oplader als er het apparaat een door-
lopend geluid maakt, met een niet
normale opwarming, niet normale
geur of rook uit de oplader of de
stimulator. Niet opladen in een geslo-
ten ruimte ( koffertje, enz ) Er is een
kans op brandgevaar of een elektrische
ontlading.
De Compex en de accessoires buiten
bereik van kinderen houden.
Let op het niet inbrengen of pene-
treren van aarde, water, of metaal enz,
in de oplader en de Compex stimulator.
Plotselinge temperatuurverschillen
kunnen het vormen van condensatie
druppeltjes aan de binnenzijde van
het apparaat veroorzaken. Gebruik
het apparaat alleen indien het de
omgevingstemperatuur heeft aange-
nomen.
Nooit de Compex gebruiken terwijl
u autorijdt of op een machine werkt.
Het apparaat niet in de bergen
gebruiken op een hoogte boven de
3.000 meter.
Waar mag u de elektroden en
de motorische punt zoeker
nooit aanbrengen...
Ter hoogte van het hoofd.
Op contralaterale wijze: nooit de
twee polen van eenzelfde kanaal aan
beide zijden van de middellijn van het
lichaam gebruiken (bijv: rechterarm /
elektrode aangesloten op de positieve
/rode pool en linkerarm / elektrode
aangesloten op de negatieve/zwarte
pool).
Ter hoogte van of in de buurt van
huidverwondingen (wonden, ontste-
kingen, brandwonden, irritaties,
eczeem, enz.).
Voorzorgen bij het gebruik van
het
m-4-systeem
Om toegang te krijgen tot de functies
van de
m-technologie van de Compex,
moet de elektrodenkabel voorzien van
het
m-4-systeem aangesloten zijn
vóór het apparaat wordt ingeschakeld.
Vermijd het aansluiten van de elek-
trodenkabel voorzien van het
m-4-
systeem wanneer de Compex onder
spanning staat.
Niet de elektrodekabel voorzien
van het
m-4-systeem losmaken
tijdens gebruik.
Om correct te kunnen werken, mag
het
m-4-systeem niet geblok-
keerd zijn of onder fysieke druk staan.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de elektroden en
de motorische punt zoeker…
Gebruik uitsluitend de elektroden/
motorische punt zoeker die door
Compex worden geleverd. Andere
elektroden/motorische punt zoekers
kunnen elektrische eigenschappen
bezitten die niet aangepast zijn aan
de Compex stimulator.
Indien men de elektroden tijdens
een stimulatie wil verplaatsen of
wegnemen, moet men eerst het
apparaat uitzetten.
De elektroden/motorische punt
Uw set wordt geleverd met:
Een stimulator
Een oplader
Een set elektronenkabels met gekleurde markerin-
gen (blauw, groen, geel, rood)
Een elektrodenkabel voorzien van het m-4-
systeem
Zakjes met elektroden (kleine (5x5 cm) en grote
elektroden (5x10 cm))
Een gebruiksaanwijzing
II. WEERGAVE
1. Materiaal en accessoires
Een specifieke toepassingshandleiding met de
elektrodenplaatsingen
Een gordelklip
Een motorische puntzoeker en zijn gelstaal
Een quick start leidraad "Test uw Compex in 5
minuten"
Een dvd met uitleg over het gebruik van uw
Compex en de oefenplanner
Een reiszak
Nederlands
147
Nederlands
146
6. Verwijdering
De richtlijn 2002/96/CEE (AEEA) heeft
als eerste prioriteit de preventie van
afgedankte elektrische of elektronische
apparatuur, evenals hun hergebruik,
de recycling en andere vormen van
nuttige toepassing van dit afval, met
als doel het verminderen van de
hoeveelheid te verwijderen afval. De
tekening met de doorgestreepte afval-
bak betekent dat de apparatuur niet
met het gewone huisvuil mag worden
meegegeven, maar gescheiden moet
worden ingezameld.
Het materiaal dient naar het geschikte
speciale afval te worden gebracht voor
specifieke behandeling. Door dit
gebaar, draagt u bij aan de handhaving
van het milieu en de bescherming van
de gezondheid van de mens.
Voor het wegwerpen van de batterijen
dient u de regels van uw land in
beschouwing te nemen.
7. Normen
De Compex is direct afgeleid van de
medische techniek.
Om uw veiligheid te waarborgen,
stemmen het concept, de fabricage
en de distributie van de Compex
overeen met de eisen van de Europese
Richtlijn 93/42/CEE.
Het apparaat voldoet aan de norm op
de algemene veiligheidsregels voor
elektromedische apparaten IEC 60601-1.
Het volgt eveneens de norm op de
elektromagnetische compatibiliteit IEC
60601-1-2 en de norm voor de bijzon-
dere veiligheidsregels voor zenuw- en
spierstimulatoren IEC 60601-2-10.
De geldende internationale normen
(IEC 60601-2-10 AM1 2001) eisen dat
wordt gewaarschuwd tegen het aan-
brengen van de elektroden ter hoogte
van de borstkas (verhoogd gevaar
voor hartfibrillatie).
Richtlijn 2002/96/CEE Betreffende af-
gedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA).
8. Patent
m-4:
Patent US 6,324,432. Patentaanvragen
in behandeling in de Verenigde Staten,
Japan en Europa.
Snap-elektrode:
Patentaanvraag in behandeling
9. Genormaliseerde symbolen
Let op: onder bepaalde condities
kan de effectieve waarde van
de stimulatie impulsen 10 mA of 10 V
hoger liggen. De richtlijnen in deze
gebruiksaanwijzing dienen dan ook
strikt te worden nageleefd.
De Compex is een apparaat van
klasse II met interne elektrische
bron en aangebrachte delen van het
type BF.
Betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur
(AEEA).
De knop “Aan/Uit” is een multi-
functionele knop:
Functies N° van het symbool (volgens CEI 878)
Aan/Uit (twee vaste posities) 01-03
Wacht (Stand-by) of voorbereidende toets
voor een deel van het apparaat 01-06
Stop (uitschakelen) 01-10
10. Technische eigenschappen
Algemeen
Voeding: Oplaadbare accumulator
nikkelmetaal hybride (NIMH) (4,8 V
1200 mA/h).
Oplader: Voor het opladen van de
Compex kunnen alleen opladers met
de volgende referenties gebruikt
worden:
Type TR503-02-E-133A03
Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 400mA / 6W
Type TR1509-06-E-133A03
Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 1.4A / 15W
2. Garantie
De Compex stimulatoren hebben
standaard een garantietermijn van 2
(twee) jaar: schrijf u in op onze inter-
net pagina: www.compex.info (rubriek
“Inschrijven voor de garantie”).
Deze garantie geldt voor de stimulator
en de elektrodenkabel voorzien van
het
m-4-systeem (onderdelen
en manuren) maar geldt niet voor de
kabels en elektroden. Zij dekt alle
defecten die een gevolg zijn van een
probleem met de kwaliteit van het
materiaal of productiefouten. De
garantie is niet van toepassing als het
apparaat beschadigd is als gevolg van
een schok, een ongeval, een onjuist
gebruik, een onvoldoende bescherming
tegen vochtigheid en water of door
een reparatie die niet is uitgevoerd
door onze after-sales-service.
Hij kan alleen worden ingeroepen op
voorlegging van het aankoopbewijs.
De wettelijke rechten worden niet
beïnvloed door deze waarborg.
3. Onderhoud
Gebruik een zachte doek en een
reinigingsproduct op basis van alcohol,
maar zonder oplosmiddel, om uw
apparaat te reinigen.
Geen enkele reparatie van het apparaat
of één van de accessoires mag door
de gebruiker worden gedaan. Nooit
de Compex, of de oplader, die onder
spanning staat, openmaken. Er bestaat
een risico op een elektrische ontlading.
Compex Médical SA neemt geen
enkele verantwoordelijkheid op zich
voor schades die het resultaat zijn van
een poging tot openen, wijzigen of
repareren van het apparaat of een van
de accessoires hiervan door een
persoon of een instantie die niet
officieel door Compex Médical SA is
toegelaten.
De Compex stimulatoren hoeven niet
gekalibreerd te worden of op functio-
neren gecontroleerd te worden. De
karakteristieken worden systematisch
geverifieerd en gevalideerd voor elk
gefabriceerd apparaat. Deze karakte-
ristieken zijn stabiel en variëren niet,
bij normaal gebruik en in een standaard
omgeving.
Indien het apparaat, voor om het even
welke reden, een disfunctioneren
vertoont, neem dan contact op met
een door Compex gerenommeerde
klantenservice.
Professionals dienen zich overeen te
stemmen met de wetgeving in het
land betreffende onderhoud van het
apparaat. Met regelmatige intervallen
dienen de prestaties en de veiligheid
van het apparaat gecontroleerd te
worden.
4. Opberg- en
transportvoorwaarden
De Compex bevat oplaadbare batterijen
en kan daarom het beste bewaard
worden in de opberg- en transport-
voorwaarden die de volgende waarden
in acht houdt:
Opberg- en transporttemperatuur:
-20°C tot 45°C
Vochtigheidsgraad: 75%
Luchtdruk: 700 hPa tot 1060 hPa
5. Conditions d’utilisation
Gebruikstemperatuur: 0°C tot 40°C
Vochtigheidsgraad: 30% tot 75%
Luchtdruk: 700 hPa tot 1060 hPa
Nooit de Compex gebruiken in een
zone met risico op explosie.
EUROPA
Nederlands
149
Nederlands
148
gelijk verschillende soorten arbeid aan
de spieren op te leggen, afhankelijk
van het type spiervezel. Er zijn inder-
daad verschillende types spiervezels
te onderscheiden afhankelijk van de
snelheid waarmee ze samentrekken:
langzame, halfsnelle en snelle vezels.
Een sprinter heeft meer snelle vezels,
terwijl een marathonloper meer lang-
zame vezels heeft.
Dankzij de kennis van de menselijke
fysiologie en een perfecte beheersing
van de stimulatieparameters van de
programma's kan men de spieroefening
zeer precies afstemmen op het gewenste
doel (spierversterking, verhoging van
de doorbloeding, versteviging, enz.).
2. Stimuleren van de
gevoelszenuwen
De elektrische impulsen kunnen eve-
neens de gevoelszenuwen prikkelen,
om een pijnstillend effect te verkrijgen.
Het stimuleren van de sensibele
zenuwvezels voor tastzin blokkeert het
overbrengen van pijn door het zenuw-
stelsel. Het stimuleren van een ander
type gevoelszenuwen verhoogt de
productie van endorfine en vermindert
zo de pijn.
Dankzij de pijnstillende programma's
kan de elektrostimulatie plaatselijke
acute of chronische pijnen en spierpijn
behandelen.
Opgelet: gebruik de pijnstillende
programma's niet langdurig zonder
een arts te raadplegen.
Type TR503-02-A-133A03
Input 90-264 VAC /47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 400mA / 6W
Type TR1509-06-A-133A03
Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 1.4A / 15W
Type TR503-02-U-133A03
Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 400mA / 6W
Type TR1509-06-U-133A03
Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max.
Output 9V / 1.4A / 15W
Neurostimulatie
Alle elektrische specificaties worden
gegeven voor een weerstand tussen
500 en 1000 ohm per kanaal.
Uitgangen: Vier onafhankelijke, individueel
instelbare kanalen, elektrisch geïsoleerd van
elkaar en de aarde
Impulsvorm: Rechthoekig; gecompenseerde
constante stroom, om elke component van
gelijkstroom uit te sluiten, zodat geen restpolari-
satie van de huid kan voorkomen
Maximale stroomsterkte van een impuls:
120 milliampère
Stap bij verhoging van de intensiteit:
Manuele instelling van de stimulatie-intensiteit:
0-999 (energie)
Minimaal verschil: 0.5 mA
Duur van een impuls: 60 tot 400 microseconden
Maximale hoeveelheid elektriciteit per impuls:
96 microcoulombs (2 x48µC gecompenseerd)
Typische stijgtijd van een impuls:
3 microseconde (tussen 20 en 80% van de
maximale stroomsterkte)
Frequentie van de impulsen: 1 tot 150 Hertz
USA
UK
Het principe van elektrostimulatie
bestaat uit de stimulatie van de ze-
nuwvezels met behulp van elektrische
pulsen die worden overgebracht door
elektroden.
De door de Compex-stimulatoren
opgewekte elektrische pulsen zijn van
een hoge kwaliteit – ze zijn veilig,
comfortabel en efficiënt – en geschikt
om verschillende types zenuwvezels
te stimuleren:
1. de motorische zenuwen, om spierarbeid op te
leggen, waarbij de hoeveelheid en de uitwerking
worden bepaald door de stimulatieparameters; men
spreekt dan over elektrische spierstimulatie (ES).
2. bepaalde types gevoelszenuwen, om pijnver-
schijnselen tegen te gaan.
1. Stimuleren van de
motorische zenuw (ES)
Bij een vrijwillige contractie, komt het
bevel voor de spieractiviteit van de
hersenen, die een bevel naar de
Elektrische
impuls
Motorische
zenuw
Gestimuleerde
spier
Prikkeling
Voortgeleiding van
de prikkeling
III. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE?
zenuwvezels zenden in de vorm van
een elektrisch signaal. Dit signaal wordt
doorgegeven aan de spiervezels, die
samentrekken.
Het elektrostimulatieprincipe bootst
het proces van de spiersamentrekking
getrouw na. De stimulator zendt een
elektrische stroompuls naar de ze-
nuwvezels, die een prikkeling op deze
vezels veroorzaakt. Deze prikkeling
wordt overgebracht op de spiervezels,
die hierop reageren met een elemen-
taire mechanische respons (= spierschok).
Deze laatste vormt het basiselement
voor de spiercontractie.
Deze spierrespons is volledig gelijk
aan de spierbeweging die door de
hersenen wordt opgelegd. Met andere
woorden, de spier maakt geen onder-
scheid tussen een bevel van de herse-
nen of een bevel van de stimulator.
De parameters van de Compex-
programma's (aantal pulsen per seconde,
contractieduur, rustduur, totale duur
van het programma) maken het mo-
De voordelen van de elektrostimulatie
De elektrostimulatie biedt een zeer doeltreffende
manier om uw spieren te oefenen:
met een duidelijke verbetering van de verschil-
lende spierkwaliteiten,
zonder cardiovasculaire of psychische
vermoeidheid,
zonder uw gewrichten en pezen te zwaar te
belasten.
Op deze wijze maakt de elektrostimulatie het
mogelijk meer werk op te leggen aan de spieren
dan met vrijwillige oefeningen.
Om efficiënt te zijn, moet dit werk worden opgelegd
aan een zo groot mogelijk aantal spiervezels. Het
aantal vezels die werken, hangt af van de stimulatie-
energie. U moet dus gebruik maken van de maxi-
maal verdraagbare energie. De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor dit aspect van de stimulatie.
Hoe hoger de stimulatie-energie, hoe meer spier-
vezels zullen werken en des te groter de vooruitgang.
Om maximaal van de behaalde resultaten te
profiteren, raadt Compex u aan uw elektrostimu-
latie sessies aan te vullen met:
een regelmatige lichamelijke activiteit,
een gezonde en gevarieerde voeding,
een evenwichtig leven.
Nederlands
151
Nederlands
150
Elementaire mechanische antwoord = Spierschok
Voor de andere programmatypes
bijvoorbeeld de programma's
Pijnbes-
trijding en Recuperatie), die niet leiden
tot spiercontracties, neemt u de meest
comfortabele houding aan.
3.Instellen van de
stimulatie-energie
In een gestimuleerde spier, hangt het
aantal van de vezels die werken af van
de stimulatie-energie. U moet dus
absoluut een maximale stimulatie-
energie gebruiken, om zoveel mogelijk
vezels te activeren. Beneden een
zekere stimulatie-energie, hebben
stimulatiesessies geen zin voor een
gemiddelde persoon. Het aantal geac-
tiveerde vezels in de gestimuleerde
spier is dan te laag om een beduidende
vooruitgang van de prestaties van de
spier te veroorzaken.
De vooruitgang van een gestimuleerde
spier zal groter zijn naarmate een
hoger percentage van de vezels de
door de Compex opgewekte arbeid
uitvoeren. Als slechts 1/10e van de
vezels van een spier gestimuleerd
worden, zal ook alleen dit 1/10e deel
vooruitgang boeken; hetgeen uiteraard
veel minder gunstig is dan wanneer
9/10e deel van de vezels werken en
dus vooruitgang kunnen boeken.
Zorg er dus voor dat u werkt met een
hoge stimulatie-energie, namelijk
altijd tegen de grens van wat u kunt
verdragen. Het is uiteraard niet moge-
lijk om de maximale stimulatie-energie
te bereiken vanaf de eerste contractie
tijdens de eerste sessie van de eerste
cyclus. Wie nog nooit een stimulatie
met de Compex ervaren heeft, zal
eerst enkel de helft van het gewenste
programma tijdens de 3 eerste sessies
uitvoeren met een energie toereikend
om krachtige spiercontracties te
veroorzaken, om te wennen aan de
elektrostimulatietechniek. Vervolgens
kan hij beginnen met een eerste
stimulatiecyclus met zijn specifiek
programma en niveau. Na de warming-
up, die duidelijke spierschokken
moet veroorzaken, moet de stimulatie-
energie geleidelijk aan worden opge-
voerd, van contractie tot contractie,
gedurende de drie tot vier eerste
minuten van de werkfase. Men moet
ook van sessie tot sessie de gebruikte
energie verhogen, vooral tijdens de
eerste drie sessies van een cyclus.
Een normaal gebouwde persoon zal
reeds tijdens de vierde sessie een
beduidend hoge stimulatie-energie
bereiken.
4.Vooruitgang in de niveaus
In het algemeen is het niet aan te
raden de niveaus te snel te doorlopen
om zo snel mogelijk op niveau 5. te
geraken. De verschillende niveaus zijn
voorzien op een geleidelijke opbouw
van de elektrostimulatietraining.
De meest begane fout bestaat erin,
van niveau naar niveau te gaan naar-
mate men zich stimuleert met steeds
hogere stimulatie-energieën. Het aan-
tal vezels dat de stimulatie ondergaat,
hangt af van de stimulatie-energie; de
aard en de hoeveelheid van het werk
die deze vezels leveren hangen af van
het programma en het niveau. Het
doel is, om eerst vooruit te gaan in
de gebruikte stimulatie-energie, en
vervolgens in de niveaus. Immers,
hoe meer vezels u stimuleert, hoe
meer vezels vooruitgang boeken.
Maar de snelheid van de vooruitgang
van deze vezels en hun geschiktheid
om met een hoger regime te functio-
neren, hangen af van het gebruikte
programma en niveau, van het aantal
wekelijkse sessies, van de duur van
deze sessies evenals van de intrinsieke
factoren van de persoon.
Het eenvoudigst en het meest voorko-
mend is het, te beginnen met niveau
1 en om naar het volgend niveau over
te gaan zodra men aan een nieuwe
stimulatiecyclus begint.
1.Plaatsing van de elektroden
Wij raden u aan de aanbevolen plaat-
singen voor de elektroden te gebruiken.
Hiervoor verwijzen wij u naar de tekeningen
en pictogrammen op de flap van de cover van
de specifieke toepassingshandleiding.
Een stimulatiekabel heeft twee polen:
een positieve pool (+) = rode connectie
een negatieve pool (–) = zwarte connectie
O
p elk van de twee polen moet een
verschillende elektrode aangesloten
zijn.
Opmerking: bij bepaalde plaatsingen
van de elektroden, is het volstrekt
mogelijk en normaal dat een elektrode-
uitgang ongebruikt blijft.
Afhankelijk van de kenmerken van de
gebruikte stroom voor elke programma,
kan de elektrode die is aangesloten
op de positieve pool (rode aansluiting)
baat hebben bij een “strategische”
plaatsing.
Voor alle programma's met elektrosti-
mulatie van de spieren, dat wil zeggen
voor de programma's die de spieren
doen samentrekken, is het belangrijk
dat de elektrode met de positieve
polariteit wordt geplaatst op het
motorische punt van de spier.
De keuze van de grootte van de elek-
troden (groot of klein) en hun correcte
plaatsing op de spiergroep die men
wil stimuleren, zijn bepalende en es-
sentiële factoren voor de doeltreffen-
dheid van de elektrostimulatietechniek.
Houd u dus altijd aan de op de teke-
ningen aangeduide grootte van de
elektroden. Behalve bij een bijzonder
medisch advies, moet u steeds de op
de tekeningen aangeduide plaatsing
naleven. Indien nodig zoekt u de
beste positie door de positieve elek-
trode lichtjes te verplaatsen, tot u de
beste spiercontractie of de meest
comfortabele plaatsing vindt.
Voor een stimulatie met het m-4-
systeem, zijn alle aanbevolen plaat-
singen optimale plaatsingen voor dit
systeem. Het is dus aanbevolen deze
aanwijzingen strikt op te volgen.
De Groep Compex wijst elke verant-
woordelijkheid af voor andere
positioneringen.
2.Positie van de persoon
Om de stimulatiehouding te bepalen
afhankelijk van de plaatsing van de
elektroden en het gekozen programma,
verwijzen wij u naar de tekeningen en
pictogramman op de flap van de cover
van de specifieke toepassingshandleiding.
De positie van de persoon hangt af
van de spiergroep die men wil stimu-
leren en van het gekozen programma.
Voor de programma’s die sterke spier-
contracties (tetanische contracties)
veroorzaken, is het aanbevolen om de
spier isometrisch te werken. Daarvoor
moet u het uiteinde van de gestimu-
leerde extremiteit(en) stevig vastmaken.
Zo zorgt u voor een maximale weers-
tand tegen de beweging en voorkomt
u dat de spier verkort tijdens de con-
tractie, en voorkomt u het optreden
van krampen en ernstige spierpijnen
na de sessie. Bijvoorbeeld bij het
stimuleren van de quadriceps, om te
voorkomen dat de knieën worden
gestrekt, gaat de persoon zitten, met
de enkels vastgebonden.
IV. PRAKTISCHE TOEPASSINGSREGELS
De in deze rubriek uiteengezette gebruiksprincipes gelden als algemene regels.
Voor alle programma’s is het raadzaam de informatie en gebruiksadviezen in
de specifieke toepassingshandleiding van deze gebruiksaanwijzing aandachtig
te lezen.
Nederlands
153
Nederlands
152
m—4
Dit is een kleine sensor die de stimula-
tor verbindt met de elektroden. m—
4 is de sleutel die het mogelijk
maakt om bepaalde fysiologische ken-
merken van de spier te meten, ze te
analyseren en de stimulatieparameters
hieraan aan te passen. Dankzij deze
sensor kan de spier spreken.
m—3
Deze functie past de elektrostimula-
tiesessie aan aan de fysiologie van
elkeen. Net voordat u begint met de
werksessie, tast m—3 de gekozen
spiergroep af en past automatisch de
parameters van de stimulator aan aan
de gevoeligheid van deze lichaamszone.
Dit is echt een geïndividualiseerde
meting.
m—1
Dit is een werkwijze waarbij een
vrijwillige spiercontractie automatisch
begeleid wordt door een contractie
door elektrostimulatie. De contractie
door elektrostimulatie wordt dus
perfect gecontroleerd, de werksessie
wordt comfortabeler (psychologisch
en op spierniveau), meer doorgedre-
ven (de spier werkt meer en dieper)
en vollediger (verbeterd coördinatie-
vermogen).
m—5
Hierbij gaat het erom, de optimale
stimulatie-energie te vinden en te
gebruiken tijdens het programma
TENS (pijnstillend). Uitgaande van de
regelmatig tijdens de sessie geregis-
treerde metingen, past het apparaat
voortdurend en automatisch de stimu-
latie-energie aan om elke spiercontractie
te vermijden hetgeen voor programma’s
van dit type – niet gewenst is.
m—6
Deze functie duidt de ideale zone aan
voor het regelen van de energie voor
de programma’s met lage frequenties.
Dankzij de functie m—6, hoeft u
zich niet meer af te vragen of de
energie te hoog of te laag is: deze
functie vertelt het u en vergroot zo de
efficiëntie van uw behandeling of van
uw training.
… alsof elke sessie
speciaal op u is afgestemd …
Aan het einde van een cyclus kunt u
ofwel een nieuwe cyclus beginnen
met het eerstvolgende hogere niveau,
ofwel een onderhoudscyclus volgen
van 1 sessie per week op het laatst
gebruikte niveau.
5.Afwisseling
stimulatiesessies /
conventionele trainingen
De stimulatiesessies kunnen worden
uitgevoerd buiten of gedurende de
conventionele training.
Als men de conventionele training en
de stimulatie tijdens dezelfde sessie
uitvoert, is het in het algemeen aan-
bevolen de stimulatie te laten volgen
op de conventionele training. Op
die manier wordt de conventionele
oefening niet uitgevoerd op vermoeide
spiervezels. Dit is vooral belangrijk
voor krachttraining en trainingen op
explosieve kracht.
Bij weerstandstrainingen kan het
echter zeer interessant zijn om omge-
keerd te werk te gaan. Vóór de
conventionele training voert men
dan, dankzij de weerstandsstimulatie,
een “specifieke voorvermoeidheid”
van de spiervezels uit, zonder algemene
of cardiovasculaire vermoeidheid. Op
die manier maakt de conventionele
inspanning van de “voorbereide”
vezels het mogelijk het glycolytisch
metabolisme sneller verder te duwen.
V. WAT IS DE -TECHNOLOGIE?
m staat voor “muscle intelligence”™ (alle elementen met betrekking tot deze technologie
worden voorafgegaan door het symbool m).
Deze technologie maakt het mogelijk rekening te houden met de eigenheid van elk van
onze spieren en zo de stimulatie aan te passen aan hun kenmerken.
Eenvoudig … omdat de transmissie van deze gegevens naar de stimulator automatisch
gebeurd!
Geïndividualiseerd… omdat elk van onze spieren uniek is!
De aanduiding van de eigenlijke spierstimulator.
m
Nederlands
155
Nederlands
154
Na een zekere tijdperiode – afhankelijk van het pro-
gramma – waarin zeer gespreide “bieps” klinken,
gaat het apparaat automatisch over naar de “Pauze”-
stand, als geen contractiefase werd geïnitieerd (zie
punt 8.3e van hoofdstuk IV om te weten hoe u de
sessie opnieuw kunt starten).
Voor de functie m—1 is het
noodzakelijk dat de spier aan het
einde van elke contractie dezelfde
omstandigheden terugvindt als tijdens
de vorige rustfase. U moet er dus op
letten dat u telkens exact dezelfde
niveau van ontspanning en dezelfde
positie terugvindt, zodra elke contractie
beëindigd is. Als aan deze voorwaarde
niet voldaan wordt, stopt de chrono-
meter. Om hem opnieuw op te starten,
volstaat het dat u de stimulatie-energie
verhoogt of wacht tot de stimulator
rekening houdt met de nieuwe positie
van uw spier (dit gebeurt na 6 seconden).
Om een nieuwe spiercontractie op
te wekken tijdens de actieve rustfase,
moet het m—4-systeem goede
spierschokken registreren. Hiervoor
vraagt het apparaat u, indien nodig,
om de stimulatie-energie te verhogen
tijdens de actieve rustfase. Indien het
m—4-systeem desondanks geen
voldoende grote spierschokken
registreert binnen een tijdsspanne van
20 seconden, schakelt het apparaat in
“Pauze”-stand.
Functie m—5
De functie m—5 maakt het moge-
lijk het optreden van ongewenste
spiercontracties beduidend te beperken,
en zorgt zo voor een maximum aan
comfort en efficiëntie.
De functie m—5 is alleen beschik-
baar in de programma’s
TENS gemo-
duleerd en Epicondylitis.
Tijdens deze programma’s, maakt
de functie m—5 het mogelijk de
stimulatie-energie te controleren door
ze op een efficiënt niveau te houden
en tegelijk de verschijning van spier-
contracties beduidend te beperken.
Regelmatig worden korte meettesten
(van 2 tot 3 seconden) uitgevoerd
tijdens de volledige duur van het
programma.
Na elke verhoging van de stimulatie-
energie vindt een testfase plaats. Om
deze tests goed te laten verlopen, is
het noodzakelijk dat u perfect onbe-
weeglijk blijft gedurende deze periode.
Afhankelijk van de resultaten van
de door het apparaat geregistreerde
meettesten, kan het niveau van de
stimulatie-energie automatisch licht
worden verlaagd.
Het is belangrijk dat u altijd de meest
comfortabele positie inneemt. Ook
moet u onbeweeglijk blijven en de
spieren van de gestimuleerde spiergroep
niet samentrekken.
Functie m6
Deze functie duidt de ideale zone
aan voor het instellen van de energie
voor de programma's die om krachtige
spierschokken vragen om efficiënt te
zijn.
De m—6-functie is dus uitsluitend
beschikbaar voor programma's die
lage stimulatiefrequenties (lager dan
10 Hertz) gebruiken.
Voor de programma's die beschikken
over de m—6-functie, controleert
de stimulator of u in uw ideale ener-
giezone zit. Als u onder deze zone zit,
vraagt de stimulator u de energie te
verhogen door het afbeelden van het
teken .
Zodra de stimulator uw ideale ener-
giezone gevonden heeft, verschijnt
een haakje rechts van de balk van het
kanaal waarop het m—4-systeem
is aangesloten. Dit haakje toont u het
energiebereik waarbinnen u moet
werken voor een optimale stimulatie.
Als u de stimulatie-energie instelt
onder de ideale behandelingszone,
vraagt de stimulator u opnieuw deze
te verhogen door het voortdurend
laten knipperen van het tek en .
+
+
Functie m-3
De functie m-3 is alleen beschik-
baar voor de programma’s waarbij
een spiergroep moet worden gekozen.
De functie m-3 maakt het moge-
lijk de kenmerken van de stimulatie-
pulsen aan te passen aan de individuele
kenmerken van elke persoon en aan
de prikkelbaarheid kenmerken van
de gestimuleerde spier. Concreet
bestaat deze functie eruit dat, aan het
begin van het programma, een korte
fase optreedt waarin metingen worden
uitgevoerd (een horizontale balk
schuift over het figuurtje links op het
scherm).
Tijdens de volledige duur van de
meettest, is het noodzakelijk dat u
volledig onbeweeglijk en perfect onts-
pannen bent. Het m—4-systeem
is zeer gevoelig: de kleinste contractie
of de minste beweging kunnen de
meettest verstoren.
De duur van de m-3-test hangt
af van de betrokken spier en de indi-
viduele kenmerken van elke persoon.
Deze test duurt gemiddeld 12 seconden
en nooit langer dan 21 seconden.
Tijdens de test kunnen sommige
personen soms een onaangenaam
prikkend gevoel ervaren.
Na de test kan het programma
aanvangen.
m—1-werkwijze
Dankzij de m—1-werkwijze kunt
u zelf de spiercontractiefase starten
door de gestimuleerde spier vrijwillig
samen te trekken. Zo kunt u de
vrijwillige oefening combineren met
de stimulatie.
De m—1-werkwijze is alleen
mogelijk voor bepaalde programma’s
die hiervoor voorzien zijn.
De programma’s die de m—1-
werkwijze gebruiken, worden steeds
voorafgegaan door de m—3-meettest
(zie vorige rubriek).
De m—1-werkwijze is actief
tijdens de actieve rustfasen van een
werkfase. Ze is niet actief tijdens de
warming-up fase - en relaxatiefasen.
Na de opwarmingsfase wordt de
eerste spiercontractie automatisch
geactiveerd.
Het vrijwillig activeren van een
contractie (tijdens een actieve rustfase)
kan alleen binnen een bepaalde
tijdsspanne die afhangt van het
gebruikte programma. Een reeks
geluidssignalen bakent dit interval af
op de volgende wijze:
Een eerste geluidssignaal (bestaande uit steeds
sneller op elkaar volgende “bieps”) meldt dat de
vrijwillige contractiefase kan beginnen.
Het geluidssignaal klinkt ononderbroken: dit is het
ideale moment om de vrijwillige contractiefase te
beginnen.
Het geluidssignaal neemt af: de vrijwillige contrac-
tiefase kan nog steeds beginnen en het werkritme is
nog steeds voldoende hoog.
1. Praktische regels voor het gebruik met het
m—4
-
systeem
Om de functies van de m-technologie van de Compex te kunnen gebruiken, is het
noodzakelijk dat u de elektrodekabel met het m—4-systeem aansluit voordat
u het apparaat inschakelt.
Sluit de elektrodekabel met het
m—4-systeem nooit aan als de Compex onder span-
ning staat. Om correct te kunnen werken, mag het m—4-systeem niet geblokkeerd
zijn of aan druk blootstaan. Tijdens de stimulatiesessie, moeten de (zelfklevende) kleefe-
lektroden altijd “geklipt” blijven op de elektrodekabel met het m—4-systeem.
Nederlands
157
Nederlands
156
2. Praktische regels voor het gebruik in de
m—1
-werkwijze
Met het oog op een maximale efficiëntie, vergt de m—1-werkwijze dat u beschikt
over goede spierkwaliteiten. Onvoldoende krachtige spieren kunnen, in bepaalde
gevallen, de vrijwillige activering van de contractie tegenwerken.
De
m—1-werkwijze, gecombineerd met dynamisch uitgevoerde oefeningen (met een
geassocieerde beweging), is strikt voorbehouden aan sporters die de vrijwillige spiertraining
beheersen en ervaring hebben met spiertraining door elektrostimulatie. Sommige van deze
oefeningen (zoals de squats) zijn moeilijk uit te voeren met de m—1-werkwijze,
vanwege de bijzondere opeenvolging van de specifieke bewegingen voor deze oefeningen.
In geval van herhaaldelijk falen met de m—1-werkwijze, is het raadzaam dat u een
volledige werkcyclus met de “klassieke” werkwijze uitvoert, alvorens over te gaan tot een
nieuwe poging met de m—1-werkwijze.
Om al deze voordelen maximaal te
kunnen benutten, is het van groot
belang dat u bepaalde gebruiksregels
volgt.
In de tabel hieronder vindt u de een
overzicht van de verschillende spier-
groepen en belangrijke aanwijzingen
over de beste stimulatiepositie en de
wijze waarop u vrijwillig een
contractie kunt activeren.
Elektrostimulatie uitgevoerd met de
programma’s van het “klassieke”
type van de Compex geeft bijzonder
overtuigende resultaten. De m-tech-
nologie waarmee uw stimulator is
uitgerust, gaat nog verder en levert
nog vele bijkomende voordelen. Zo
beschikken de programma’s van het
type van de categorieën
Sport,
Cross-training, Voorbereiding en
Revalidatie, gebruikt in de m-1
werkwijze, over onmiskenbare troeven:
Ze zorgen ervoor dat het werk nog doeltreffender
wordt, door vrijwillige oefeningen te combineren
met elektrostimulatie, zodat de spiervezels beter
worden geoefend.
De gebruiker bepaalt zelf wanneer een contractie
optreedt, zodat het beoefenen van de elektrosti-
mulatie nog comfortabeler wordt.
Ze vergen een actieve deelname en zetten de
gebruiker ertoe aan zich maximaal in te zetten
voor zijn training.
Spiergroepen Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de
contractiefase
Plaatsingen van
de elektroden
Voetboog
Ga zitten, de voeten steunend
op de grond
Trek de spieren van de voetboog
samen, en probeer de tenen
krachtig in de grond te duwen
Peroneus
spieren
Ga zitten, de voeten steunend
op de grond
Trek de peroneus spieren samen
door de grote teen krachtig op
de grond te drukken en tegelijk
de kleine teen van de grond op
te heffen
Tibialis
anterior
Ga zitten, de voeten onder een
meubel, zodat de enkel niet kan
buigen
Trek de tibialis anterior samen
door te proberen de voetpunt
krachtig op te heffen tegen een
weerstand in die deze beweging
verhindert
Kuitspieren
Ga zitten, de rug en de voeten
stevig tegen een steun
aangedrukt
Deze houding kunt u gemakkelijk
bereiken door bijv. in een
deuropening te gaan zitten
Trek de kuitspieren krachtig
samen door te proberen de
voetpunt krachtig af te zetten
tegen een weerstand in die
deze beweging verhindert
Hamstrings
Ga liggen op de buik met de
enkels vastgemaakt met een
middel naar keuze
Trek de hamstrings krachtig
samen door te proberen de
knieën te buigen
Adductoren
Ga zetten en plaats een star
(maar wel comfortabel
aanvoelend) voorwerp tussen
de knieën
Trek de adductoren krachtig
samen, door te proberen de
knieën naar elkaar toe te
drukken
Quadriceps
Ga zitten
Deze oefening kan op twee
manieren worden uitgevoerd:
statisch, als u ervoor zorgt dat
de knieën niet meer kunnen
bewegen
dynamisch, als u wilt oefenen
met een beweging tegen een
weerstand in die u creëert met
behulp van zware gewichten
Trek de quadriceps energiek
samen, door te proberen de
benen te strekken
Nederlands
159
Nederlands
158
Spiergroepen Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de
contractiefase
Plaatsingen van
de elektroden
Bilspieren
Ga op de buik liggen of sta
rechtop
Bijzondere aanbevelingen:
De m—1-werkwijze voor de
bilspieren vergt zeer goede
spierkwaliteiten en is weinig
compatibel met bepaalde
morfologische configuraties
In geval van herhaaldelijk falen
met de m—1-werkwijze, is het
beter dat u de bilspieren oefent
met de “klassieke” werkwijze
Trek de bilspieren krachtig samen,
door te proberen de billen samen
te trekken en de bovenbenen
achter de romp op te trekken
Lage
rugspieren
Ga zitten
Bijzondere aanbevelingen:
Vanwege de bijzondere anatomisch-
morfologische kenmerken van de
lage rugspieren, moet u beschikken
over zeer krachtige spieren om te
oefenen met de m—1-werkwijze
Als deze werkwijze herhaaldelijk faalt,
is het aan te raden dat u werkt
volgens de “klassieke” methode of
de aanbevolen houding aanneemt
voor de gezamenlijke stimulatie van
de lage rugspieren en de erector
spinae (tekening 14); in dat geval
moet u het m—4-systeem altijd
plaatsen ter hoogte van de erector
spinea spieren, zoals aangeduid op
de tekening
Trek de spieren van de onderrug
krachtig samen, door te proberen
uzelf groter te maken dan u bent
Buikspieren
Ga liggen op de rug, waarbij
deze lichtjes opgericht moet zijn
Deze oefening kan op twee
manieren worden uitgevoerd:
statisch, als u gewoon de
vrijwillige spiercontractiefase
wilt beginnen
dynamisch, als u een oefening
wilt combineren met de beweging
die erin bestaat de romp naar de
dijen te brengen; in dat geval moet
u erop letten dat u de welving van
de lendenstreek niet overdrijft
(lordose); hiervoor is het
noodzakelijk dat u altijd oefent
met sterk gebogen knieën
Trek de buikspieren krachtig
samen, door te proberen het
hoofd en de schouders krachtig
van hun steunpunt op te heffen
Spiergroepen Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de
contractiefase
Plaatsingen van
de elektroden
Erector
spinae
Ga zitten Trek de erector spinae spieren
krachtig samen, door te proberen
uzelf groter te maken dan
u bent
Nekspieren
Ga zitten Trek de erector spinae spieren
krachtig samen, door te proberen
uzelf groter te maken dan
u bent
Trapezius
Ga zitten Trek de trapezius krachtig samen,
door te proberen de schouders
krachtig op te trekken
Deltoideus
Ga zitten, de ellebogen aan
de binnenzijde van armsteunen,
zodat de armen weerstand
ondervinden als u ze van het
lichaam wilt verwijderen
Trek de deltoideus krachtig
samen, door te proberen de
ellebogen krachtig van het
lichaam weg te drukken
Latissimus
dorsi
Ga zitten, de ellebogen aan
de buitenzijde van armsteunen,
zodat de armen weerstand
ondervinden als u ze tegen
het lichaam wilt aandrukken
Trek de latissimus dorsi krachtig
samen, door te proberen de
ellebogen krachtig tegen het
lichaam aan te drukken
Pectoralis
major
(Borst spieren)
Ga zitten, de handpalmen
tegen elkaar aangedrukt
Trek de pectoralis major krachtig
samen, door te proberen de
handpalmen krachtig tegen
elkaar aan te drukken
Triceps
Ga zitten, de onderarmen en
handen rustend op armsteunen
Trek de triceps krachtig samen,
door te proberen de handpalmen
krachtig in de armsteunen te
drukken
De geldende internationale normen eisen dat wordt gewaarschuwd tegen het aanbrengen
van de elektroden ter hoogte van de borstkas: verhoogd gevaar voor hartfibrillatie
Nederlands
161
Nederlands
160
VI. GEBRUIKSAANWIJZING
Voordat u het apparaat gaat gebruiken, is het ten zeerste aanbevolen dat u aandachtig
de contra-indicaties en veiligheidsmaatregelen aan het begin van deze gebruik-
saanwijzing leest (zie hoofdstuk I: “Waarschuwingen”). Dit krachtige apparaat is immers
geen speelgoed en geen gadget!
2. Aansluitingen
De door de Compex opgewekte elek-
trische pulsen worden doorgegeven
aan de zenuwen, via zelfklevende elektroden.
De keuze van de grootte, de aansluiting en
de correcte plaatsing van deze elektroden
bepaalt hoe efficiënt en comfortabel de
stimulatie is. U moet hieraan dan ook de
grootste zorg besteden. Hiervoor – en ook
om de aanbevolen stimulatiehoudingen te
kennen – verwijzen wij u naar de tekenin-
gen en pictogrammen op de flap van de
cover van de specifieke toepassingshand-
leiding. De specifieke toepassingen bevat-
ten eveneens belangrijke informatie
hierover.
1a Aansluitingen voor de vier elektrodekabels
1b Aansluiting voor de oplader
Aansluiten van de elektroden
en kabels
De elektrodekabels worden aangeslo-
ten op de stimulator via de aansluitin-
gen aan de voorzijde van het apparaat.
U kunt vier kabels tegelijk aansluiten
op de vier kanalen van het apparaat.
Voor meer gebruiksgemak en een
betere identificatie van de vier kanalen,
raden wij u aan de kleuren van de
elektrodekabels en de aansluitingen
van de stimulator te doen overeens-
temmen:
blauw = kanaal 1 geel = kanaal 3
groen = kanaal 2 rood = kanaal 4
N
aast de vier klassieke elektrodekabels,
wordt nog een vijfde elektrodekabel
bij uw Compex geleverd. Deze kabel
is uitgerust met het m—4-systeem,
waarmee u toegang krijgt tot de m-
functies (muscle intelligence) van uw
stimulator.
De kabel met het m—4-systeem
wordt aangesloten op om het even
welke van de vier aansluitingen van
de stimulatiekanalen aan de voorzijde
van het apparaat en er worden twee
elektroden op “geklipt” op dezelfde
manier als voor een klassieke kabel.
Spiergroepen Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de
contractiefase
Plaatsingen van
de elektroden
Biceps
Ga zitten, de onderarmen
rustend op armsteunen
en de handpalmen naar
boven gedraaid
Zorg voor een blokkeersysteem
om de beweging van de ellebogen
te verhinderen tijdens de
stimulatie
Trek de biceps krachtig samen,
door te proberen de handpalmen
met kracht naar de schouders
te bewegen
Handexten-
soren
Ga zitten, de onderarmen en
handpalmen rustend op
armsteunen
Maak de handen stevig vast aan
de armsteunen
Trek de handextensoren krachtig
samen, door te proberen de
handen naar boven te bewegen
Handflexoren
Ga zitten, de onderarmen rustend
op armsteunen
Plaats een niet-hervormbaar
voorwerp in uw handen, zodat
uw vingers licht geplooid zijn
Trek de handflexoren krachtig
samen, door krachtig te
knijpen in het voorwerp dat
u in uw handen heeft
Fig.1 – Aansluiten van de
elektroden en kabels
1a 1a
1b
1a
1a
A – “Aan/Uit” knop
B – Knop “i”. Maakt het mogelijk:
- o de energie op meerdere kanalen tegelij-
kertijd te verhogen
- toegang te krijgen tot het menu top 5
(de 5 laatste gebruikte programma’s)
- toegang te krijgen tot het menu info
contractie (contractietijd en – aantal)
C – Uitgangen van de 4 elektrodekabels
1. Beschrijving van het apparaat
D – Elektrodekabels
kanaal 1 = blauw kanaal 2 = groen
kanaal 3 = geel kanaal 4 = rood
E – Elektrodenkabel voorzien van het
m—4-
systeem
F – “+”/“–” knoppen van de 4 stimulatiekanalen
G – Vak met de accumulatoren
H – Ruimte om een gordelklip vast te zetten
Nederlands
163
Nederlands
162
B
A
F
C
D
1
1
2
2
3
3
4
4
E
G
H
2d Om de achtergrondverlichting in te stellen,
drukt u op de toets " + " / " - " van kanaal 4 (on :
de achtergrondverlichting is heel de tijd actief, off
: ze is inactief; auto : ze gaat aan telkens er een
toets wordt ingedrukt)
2e Om de geselecteerde parameters goed te
keuren, drukt u op de toets “Aan/Uit”. De stimulator
registreert uw opties. Nu is hij klaar om te werken
met de instellingen die u hebt bepaald.
4. Kiezen van een
programmacategorie
Om uw stimulator in te schakelen,
drukt u kort op de toets “Aan/Uit” links
op de Compex. U hoort een muziekje
en op het scherm verschijnen de ver-
schillende programma categorieën.
Voordat u het programma van uw
keuze kunt selecteren, moet u uw
categorie selecteren.
3a Om de gewenste categorie te selecteren,
drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1.
3b Om uw keuze te bevestigen en naar het
programma selectiescherm te gaan, drukt u op
de toets “+”/“–” van kanaal 4.
3c Om de stimulator uit te schakelen, drukt u op
de toets “Aan/Uit”.
5. Selecteren van een
programma
Voor de keuze van het programma,
raadpleeg u de specifieke toepassings-
handleiding.
Onafhankelijk van welke categorie u
hebt gekozen in de vorige stap,
verschijnt een lijst met een variabel
aantal programma's op het scherm.
4a Om het programma van uw keuze te selecteren,
drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1.
4b Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren
naar het vorig scherm.
4c Nadat u het programma van uw keuze hebt
geselecteerd, drukt u op de toets “+”/“–” van ka-
naal 4 die, afhankelijk van het gekozen programma
het symbool of .
TOP 5
Om het gebruik van uw Compex zo
aangenaam en efficiënt mogelijk te
maken, krijgt u via het menu TOP 5
rechtstreeks toegang tot de 5 laatste
uitgevoerde programma’s. Hiertoe drukt
u op de knop " i " wanneer u zich in
het scherm bevindt dat de verschillende
programmacategorieën voorstelt (fig. 3).
Het menu TOP 5 verschijnt op het
scherm met de lijst van uw 5 laatste
uitgevoerde programma’s.
4d Om het programma van uw keuze te selecteren,
drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1.
4e Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren
naar het vorig scherm.
4f-g Nadat u het programma van uw keuze
bevestigd heeft, drukt u op de toets " + " / " - "
van kanaal 3 om een instelscherm van de parame-
ters op het scherm te krijgen of drukt u op de toets
" + " / " - " van kanaal 4 om de stimulatiesessie
onmiddellijk te starten.
START
Het is belangrijk de elektroden goed vast te
maken aan de connecties van de kabels.
Hiervoor dient u de connectie stevig aan te
drukken op de elektrode, totdat u een “klik”
hoort.
Aansluiten van de motorisch
punt zoeker
De motorische punt zoeker dient
alleen gebruikt te worden voor het
vinden van het motorische punt,
zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing
en niet voor andere doeleinden. Voor elk
gebruik van de motorische punt zoeker is
het nodig om het uiteinde dat in contact
komt met de huid te reinigen en desinfecteren.
De Compex wordt geleverd met een
motorisch punt zoeker waarmee u de
precieze positie van het motorisch
punt van de te stimuleren spiergroep(en)
kunt bepalen. In het onderstaande
schema ziet u hoe u dit toebehoren
moet aansluiten.
1c Sluit de positieve (rode) aansluiting aan op
het uiteinde van de motorisch punt zoeker. De
andere aansluiting (zwart) moet bevestigd worden
aan de negatieve elektrode die al eerder geplaatst
is zoals voor de plaatsing van de stimuleren spier.
Voor het precieze gebruik van de stift
verwijzen wij u naar de specifieke toepas-
singshandleiding: Test categorie”, Zoeken
van een motorisch punt”.
Aansluiten van de lader
Met de Compex beschikt u over een
grote bewegingsvrijheid. Hij werkt
immers op oplaadbare accu’s. Om
deze opnieuw op te laden, gebruikt u
de bij het apparaat geleverde oplader,
die u op de voorzijde van het apparaat
aansluit, en daarna in een stopcontact
steekt.
U bent verplicht de kabels van het
apparaat af te halen.
Voor het eerste gebruik van uw sti-
mulator, is het ten zeerste aanbevolen
om de accu volledig op te laden, om
zijn werkingsduur en levensduur te
verlengen.
3. Voorafgaande instellingen
van de taal, het contrast en
het geluidsvolume
Voor het eerste gebruik van uw stimu-
lator, dient u de taal van functioneren
van uw apparaat te selecteren. Voor
meer informatie hierover zie hieronder.
Eveneens biedt de Compex, voor een
maximaal comfort, de mogelijkheid
om een reeks instellingen uit te voeren
(keuze van de taal, instellen van het
schermcontrast, instellen van de achter-
grondverlichting en instellen van het
geluidsvolume).
Hiervoor moet u het desbetreffende
optiescherm oproepen, door de toets
“Aan/Uit” links op de Compex in te
drukken en enkele seconden ingedrukt
te houden terwijl u de stimulator
aanzet.
2a Om de taal van uw keuze te selecteren, drukt
u op de toets “+”/“–” van kanaal 1.
2b Om het schermcontrast in te stellen, drukt u
op de toets “+”/“–” van kanaal 2.
2c Om het geluidsvolume in te stellen, drukt u op
de toets “+”/“–” van kanaal 3.
1c
2a
2e
2b 2c
2d
Fig.2
3a
3b
3c
Fig.3
4a
4c
4b
Fig.4
4d
4f-g
4e
Fig.4
Nederlands
165
Nederlands
164
a) = de stimulatiesessie start onmiddellijk;
b) = een scherm voor de parameterinstelling
verschijnt.
START
5b De opwarmingsfase, die bij bepaalde program-
ma's hoort, is standaard geactiveerd (warmte
stijgt op uit de radiator). Als u deze fase wilt
overslaan, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 2.
Opwarmingsfase Geen opwarmingsfase
5d Totale duur van het programma in minuten.
5e Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren
naar het vorige scherm.
5f Om uw keuze te bevestigen en het programma
te starten, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 4.
Afhankelijk van het geselecteerde programma, zal
deze handeling:
a) de stimulatiesessie opstarten;
b) de m—3-test starten om automatisch de
neuromusculaire kenmerken van de stimuleren
spiergroep te detecteren.
5a’ Als de elektrodekabel met het m—4-
systeem niet is aangesloten op de stimulator,
moet u in bepaalde programma's manueel de
spiergroep selecteren die u wilt stimuleren en
verschijnt er een figuurtje boven kanaal 1.
Om zelf een groep te kiezen, drukt u op de
toets “+”/“–” van kanaal 1 (omhoog/omlaag).
De zeven mogelijke spiergroepen worden
achtereenvolgens in het zwart op het figuurtje
aangeduid:
5a’ Indien het apparaat is uitgerust met een m—
4-kabel – en als het programma dat u gekozen
heeft de mogelijkheid heeft met m—1 te werken
– dan heeft u de keuze om te werken op de “klas-
sieke” manier of met m—1.
Standaard stelt Compex de selectie van de “klas-
sieke” manier voor (m—1 OFF). Indien u
m—1 wilt kiezen (m—1 ON), dient u op de
knop “+”/ “–“ van kanaal 1 te drukken.
Het geselecteerde programma wordt op
de “klassieke” manier uitgevoerd
Het geselecteerde programma wordt
met m—1 uitgevoerd
Onafhankelijk van welke werkwijze gekozen wordt,
de selectie van de spiergroep wordt automatisch
uitgevoerd. Het programma begint met een korte
sessie van automatische metingen van uw neuro-
musculaire spierkarakteristieken: functie m—3.
5a’’’ Indien het apparaat aangesloten is met de
m—4-kabel en als het programma dat u geko-
zen heeft niet m—1 aanbiedt is geen enkele
selectie mogelijk (het symbool boven kanaal 1 is
zwart en de ermee corresponderende zone is
leeg). Echter indien er een spiergroep dient te
worden gekozen, begint het programma met een
korte sessie van automatische metingen van uw
neuro-musculaire eigenschappen: functie m—3.
6. Individualiseren van een programma
Niet alle programma's beschikken over een personalisatiescherm!
Zonder
m—4
-kabel Med
m—4
-kabel
5a’ 5f
5d
vb
Buik en Onderrug
f
Bilspieren
c
Bovenbenen
j
Bovenbenen en Voeten
m
Onderarmen en Handen
e
Schouders en Bovenarmen
td
Borst en Rug
De geldende internationale normen eisen dat wordt gewaarschuwd tegen het aanbrengen
van de elektroden ter hoogte van de borstkas (verhoogd gevaar voor hartfibrillatie).
5b 5c5e
5a’’’ 5f
5d
5b 5c5e
5a’ 5f
5d
5b 5c5e
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5
7. Tijdens de stimulatiesessie
Voorafgaand m—3-test
De m—3-test wordt alleen uitgevoerd
als de elektrodekabel met het m—4-
systeem op voorhand werd aangesloten
op de stimulator!
Om storingen te voorkomen, is het
noodzakelijk dat u strikt onbeweeglijk
en volledig ontspannen blijft gedu-
rende de hele test!
Als het m—4-systeem actief is, start
de m—3-test onmiddellijk na het
selecteren en individualiseren van een
programma waarvoor de keuze van
een spiergroep nodig is. Dankzij de
m-technologie, wordt deze keuze
automatisch door de Compex bepaald,
door middel van een meettest van de
individuele neuromusculaire kenmer-
ken en de prikkelbaarheidkarakteris-
tieken van de te stimuleren spier.
5c Bepaalde programma's vragen u, het trainingsniveau in te stellen. Hiervoor drukt u op de toets
“+”/“–” van kanaal 3 tot het gewenste trainingsniveau wordt afgebeeld.
6a Het symbool verschijnt boven het kanaal
waarop de kabel met het m—4-systeem
om aan te duiden dat het systeem actief is (in
bovenstaand voorbeeld, is de m—4-kabel
verbonden met kanaal 1).
6b De toetsen “+”/“–” van de vier stimulatiekanalen
zijn inactief. U kunt de stimulatie-energie beïnvloe-
den gedurende de hele test. Het afgebeelde cijfer
van de stimulatie-energie van het kanaal waarop
de m—4-kabel is aangesloten, varieert echter
automatisch tijdens de test ten behoeve van de
verschillende metingen die aan de gang zijn.
6c Gedurende de hele test, scant een balkje het
figuurtje van boven naar beneden om te tonen dat
de m—3-functie actief is. De duur van de test
varieert afhankelijk van de kenmerken van de
spiergroep en de geteste persoon. De test duurt
maximaal 21 seconden.
6d Met een druk op de toets “Aan/Uit” (symbool
) kunt u de test stoppen. U kunt dan ofwel de
volledige test heruitvoeren door op de toets van
een stimulatiekanaal te drukken, ofwel nogmaals
op de toets “Aan/Uit” drukken.
Als de test afgelopen is, gaat u auto-
matisch naar het standaard begin-
scherm van het programma, waar u
gevraagd wordt de stimulatie-energie te
verhogen (zie volgende rubriek: “Instellen
van de stimulatie-energie”).
STOP
Fig. 6
Fig. 5
6a
6c
6d
Fig. 5
Fig. 5
6b
Nederlands
167
Nederlands
166
Tijdens de sessie gaat de Compex
“biepen” en er gaan symbolen knip-
peren boven de actieve kanalen (bovenop
de aangeduide energieaanduidingen):
de Compex stelt u voor het niveau van de
stimulatie-energie te verhogen. Als u geen
hogere energie meer kunt verdragen, negeert
u deze boodschap gewoon.
Info contractie
Voor de programma’s die spiercontrac-
ties veroorzaken laat het infoscherm
contractie u toe in real time het aantal
uitgevoerde contracties en de tijd in
contractie op het scherm weer te geven.
Om toegang tot deze informatie te
krijgen drukt u op de knop i en houdt
u deze ingedrukt tijdens het verloop
van het programma.
9a De totale tijd in contractie.
9b Het aantal contracties.
Skip-functie
Voor enkele programma’s, kunt u met
de skip-functie de huidige sequentie
beëindigen en automatisch overgaan
naar de volgende sequentie van het
programma.
Om toegang te krijgen tot de skip-functie,
moet u de stimulator eerst in pauzes-
tand zetten.
10a Drukt u op de toets “+” / “–” van kanaal 3
(skip-functie wordt weergegeven door het
symbool).
10b Als u een sequentie “skipt”, laat de stimulator
een biep horen en verplaatst de cursor onder de
voortgangsbalk zich naar het begin van de volgende
sequentie.
10c Om het programma op te vatten bij de
sequentie die u bereikt heeft drukt u op de toets
“+” / “–” van kanaal 4.
De skip-functie is niet beschikbaar
voor alle programma’s.
De skip-functie, die het mogelijk maakt de
duur van een of meer sequenties van het
gebruikte programma te verkorten, kan
leiden tot een verlaagde efficiëntie van dit
programma, met name indien de arbeids-
sequentie sterk ingekort wordt.
Statistieken
Uw stimulator is voorzien van een sta-
tistiekenmenu waarin u de belangrijke
informatie van een programma kunt
opvragen. Om toegang te krijgen tot
het statistiekenscherm, moet u de sti-
mulator eerst in pauzestand zetten of
het einde van het programma afwachten.
11a De indicatie “MAX” duidt het maximale
energieniveau aan dat per kanaal werd bereikt
tijdens de contractiefasen.
11b De indicatie “AVG” duidt het gemiddelde
energieniveau aan over alle tijdens de contractie-
Instellen van de stimulatie-
energie
In het begin van het programma en,
in voorkomend geval, na de m—3-
test, vraagt de Compex u de stimulatie-
energie, de sleutel voor de efficiëntie
van de stimulatie, te verhogen. Voor
het te bereiken energieniveau in func-
tie van de programma’s verwijzen wij
naar de tabel van de programma’s in
de specifieke toepassingshandleiding.
7a De Compex “biept” en de symbolen van de
vier kanalen knipperen en veranderen van “+” in
“000”: de vier kanalen leveren nu 0 energie. U
moet de stimulatie-energie verhogen om de
stimulatie te kunnen starten. Hiervoor drukt u op
de “+” van de toetsten van de betrokken kanalen
tot de gewenste instelling bereikt is. Als u de
energieniveaus op de vier kanalen tegelijk wilt
verhogen, drukt u op de knop “i”, onder de toets
“Aan/Uit”. U kunt ook de energieniveaus op slechts
de eerste drie kanalen verhogen; hiervoor drukt
u tweemaal op de knop “i”, of alleen op de eerste
twee kanalen, door drie keer op de deze knop te
drukken. Indien u de knop “i” inschakelt, verschijnen
de verbonden kanalen in witte letters op zwarte
achtergrond.
7b Duur van het programma in minuten en seconden.
7c De bewegende golven representeren de
opwarmingsfase.
7d Voortgangsbalk van de sessie. Voor details
over de “werking” hiervan, zie de volgende rubriek
(“Verloop van het programma”).
7e Door een druk op de toets “Aan/Uit” kunt u
terugkeren naar het vorige scherm.
Het symbool verschijnt tegenover
het betrokken kanaal, als de m—
4-kabel aangesloten is.
Verloop van het programma
De stimulatie begint nadat u de stimu-
latie-energie hebt verhoogd. De
hieronder afgebeelde voorbeelden
volstaan om de algemene hoofdregels
uit te leggen.
8a Resterende tijd (in minuten en seconden) vóór
het einde van het programma.
8b Bewegend symbool ter aanduiding van de
categorie waartoe het programma behoort.
8c Voortgangsbalk van de sessie:
De voortgangsbalk bestaat uit drie verschillende
delen: het programma bestaat uit drie stimulatie-
fasen, namelijk de opwarming (licht gearceerd/
links), de eigenlijke training (zwarte zone/midden)
en de relaxatie aan het einde van het programma
(zwaar gearceerd/rechts).
De voortgangsbalk kan ook volledig gearceerd zijn:
het programma bestaat dan uit één enkele stimu-
latiesessie.
De cursor net onder de balk en toont hoever het
programma precies gevorderd is.
8d Balk van de duur van de contractie- en actieve
rusttijd: Deze balk bevindt, uitsluitend tijdens de
trainingsfase. Hiermee kunt u de duur van de
contractie (zwarte gedeelte) en actieve rusttijd
(grijze gedeelte) volgen. De stimulatie energie
gedurende de actieve rustfase is automatisch
afgesteld op 50% van de energie gedurende de
contractiefase.
8e Verticale balken: De spiercontractiefase
wordt ook afgebeeld met behulp van de zwarte
balken. De grijze balk geeft de rustperiode aan.
De stimulatie energie gedurende de actieve
rustfase is automatisch afgesteld op 50% van
de energie gedurende de contractiefase.
8f U kunt het programma tijdelijk onderbreken
(= “PAUZE”) door op de aan/uit knop te drukken.
U wilt door gaan met het programma, dan is het
voldoende om op de toets “+”/“–” van kanaal 4 te
drukken. Na een onderbreking begint de stimulatie
opnieuw met een stimulatie-energie die 80%
bedraagt van de energie die ingesteld was vóór
de “STOP”.
STOP
Fig. 8
Fig. 7
Fig. 9
Fig. 10
Fig. 11
Fig. 11
7b
7c
7e
7d
8a
8b
8c
9a
10a
11b
11d
11d
11a
11c
10c
10b
9b
8d
8f
8e
7a
Nederlands
169
Nederlands
168
apparaat niet meer gebruiken. Laad het onmiddel-
lijk op (zie volgende rubriek).
Opladen
Om de Compex op te laden, moet u
absoluut vooraf de elektrodekabels
van het apparaat losmaken.
Stop de lader vervolgens in het stop-
contact en verbind de stimulator met
de lader. Automatisch verschijnt dan
het onderstaande laadmenu.
14a Le De Compex is aan het opladen sinds 3
minuten en 8 seconden (volledig opladen kan tussen
1h00 en 1h30 uur duren met de snelle oplader die
bij het apparaat wordt geleverd.
14b Het laden is bezig en het symbool van de
kleine batterij is niet helemaal vol. Als het opladen
beëindigd is, knippert de totale duur van de lading
en is de kleine batterij helemaal gevuld. Nu kunt u
de oplader uittrekken: de Compex schakelt auto-
matisch uit.
9. Problemen en oplossingen
Elektrodefout
15-14a De Compex “biept” en toont afwisselend
het symbool van een paar elektroden en dat van
een pijl die wijst naar het kanaal dat een probleem
vertoont. In het voorbeeld hierboven, heeft de
stimulator een elektrodefout gedetecteerd op
kanaal 2. Deze boodschap kan betekenen:
1) dat geen elektroden zijn aangesloten op dit kanaal;
2) dat de elektroden verlopen en/of versleten zijn
en/of dat het contact slecht is; probeer met
nieuwe elektroden;
3) dat de elektrodekabel defect is: controleer dit
door de kabel op een ander kanaal aan te sluiten.
Vervang de defecte kabel indien het probleem
voortduurt.
Defect van het oplaad systeem
Een probleem kan optreden tijdens
het opladen van de stimulator. De
Compex biept continu en het hieron-
der afgebeelde scherm verschijnt.
Indien dit scherm verschijnt, dient u de
oplader uit te nemen en het apparaat
uit te schakelen. Neem contact op met
de klantenservice en geef het nummer
van de fout door.
Mocht uw apparaat, om welke reden
ook, een andere defect vertonen dan
de hierboven genoemde problemen,
neem dan contact op met de klanten-
service.
fasen gebruikte kanalen.
11c De functie
m—6, weergegeven door een
haak, duidt het percentage van de stimulatietijd aan
die u hebt uitgevoerd binnen de ideale zone voor de
stimulatie-energie.
11d Nadat u dit scherm bekeken hebt, drukt u op
de toets “+” of “–” van kanaal 4 om het programma
te hervatten waar u het onderbroken had.
In functie van het programma, kunnen
de afgebeelde gegevens verschillen.
In enkele gevallen kan het ook gebeuren
dat geen enkele informatie verschijnt.
Einde van het programma
12a Aan het einde van de sessie, verschijnt een
vlag en klinkt een muziekje.
12b Het weergeven van een vlag en van het
symbool skip tegelijkertijd geeft aan dat u (een)
bepaald(e) fase(n) van het programma “geskipt”
hebt. U hebt het gebruikte programma dus
gewijzigd. Afhankelijk van het programma, kunnen
de afgebeelde gegevens verschillen. In enkele
gevallen, kan het ook gebeuren dat geen enkele
informatie verschijnt.
11a De indicatie “MAX” duidt het maximale
energieniveau aan dat per kanaal werd bereikt
tijdens de contractiefasen (fig. 11).
11b De indicatie“AVG” duidt het gemiddelde
energieniveau aan over alle tijdens de contractie-
fasen gebruikte kanalen (fig. 11).
11c De functie
m—6, weergegeven door een
haak, duidt het percentage van de stimulatietijd aan
die u hebt uitgevoerd binnen de ideale zone voor de
stimulatie-energie (fig. 11).
12c Nu kunt u de stimulator uitschakelen door
op de toets “Aan/Uit” te drukken ( ).
8. Elektrisch verbruik en
Heropladen
Laad het apparaat nooit op als de
kabels aangesloten zijn op de stimu-
lator. Laadt de accu's nooit op met
een andere oplader dan de oplader die
door Compex wordt geleverd.
De Compex functioneert op oplaad-
bare accu's. Hun autonomie varieert
afhankelijk van de gebruikte programma's
en stimulatie-energie.
Vóór het eerste gebruik van uw sti-
mulator, is het ten zeerste aanbevolen
om de accu volledig op te laden, om
zijn werkingsduur en levensduur te
verlengen. Indien u uw stimulator
niet gebruikt gedurende een langere
periode, raden wij aan regelmatig de
batterij op te laden.
Elektrisch verbruik
Le symbole d’une petite pile indique le
niveau de charge du bloc d'accumulateurs.
13a Twee streepjes in de kleine batterij knipperen:
het laadniveau van de accu's is laag. Beëindig de
sessie en laad het apparaat op (zie volgende
rubriek).
13b Het symbool dat normaal verschijnt
boven de toets “+”/“–” van kanaal 4 is verdwenen
( ): de accu's zijn volledig leeg. U kunt het
START
OFF
Fig. 12
Fig. 12
Fig. 13
Fig. 14
14a 14b
Fig. 15
15a
Fig. 16
13a
12a
12a
12c
12c
12b
13b
Nederlands
171
Nederlands
170

Documenttranscriptie

I. WAARSCHUWINGEN 1. Contra-indicaties 2. Veiligheidsmaatregelen Nederlands 144 145 145 145 II. WEERGAVE 1. Materiaal en accessoires 2. Garantie 3. Onderhoud 4. Opberg- en transportvoorwaarden 5. Gebruiksvoorwaarden 6. Verwijdering 7. Normen 8. Patent 9. Genormaliseerde symbolen 10. Technische eigenschappen 147 147 148 148 148 148 149 149 149 149 149 III. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE? 150 IV. PRAKTISCHE TOEPASSINGSREGELS 1. Plaatsing van de elektroden 2. Positie van de persoon 3. Instellen van de stimulatie-energie 4. Vooruitgang in de niveaus 5. Afwisseling stimulatiesessies / conventionele trainingen 152 152 152 153 153 154 V. WAT IS DE m-TECHNOLOGIE? 1. Praktische regels voor het gebruik met het m-4-systeem 155 156 2. Praktische regels voor het gebruik in de m-1-werkwijze 158 VI. GEBRUIKSAANWIJZING 1. Beschrijving van het apparaat 2. Aansluitingen 3. Voorafgaande instellingen van de taal, het contrast en het geluidsvolume 4. Kiezen van een programmacategorie 5. Selecteren van een programma 6. Individualiseren van een programma 7. Tijdens de stimulatiesessie 8. Elektrisch verbruik en heropladen 9. Problemen en oplossingen 162 162 163 164 165 165 166 167 170 171 1. Contra-indicaties 2. Veiligheidsmaatregelen Belangrijke contra-indicaties Wat u niet moet doen met de Compex en het m-4-systeem ■ Hartstimulator (pacemaker) ■ Epilepsie ■ Zwangerschap (geen elektroden plaatsen in de buurt van de buik) ■ Ernstige stoornissen van de bloedsomloop in de onderste ledematen ■ Buik- of liesbreuk Voorzichtigheid bij het gebruik van de Compex ■ Na een recente verwonding of chirurgische ingreep (minder dan 6 maanden geleden) ■ Spieratrofie ■ Aanhoudende pijnen ■ Indien spierrevalidatie nodig is Osteosynthese materiaal De aanwezigheid van osteosynthese materiaal (metalen ter hoogte van de botten: pennen, schroeven, platen, prothesen, enz.) vormt geen contraindicatie voor het gebruik van de programma's van de Compex. De elektrische stroom van de Compex is speciaal ontwikkeld om geen enkel schadelijk effect uit te oefenen op het osteosynthese materiaal. In al deze gevallen is het aanbevolen: ■ Nooit de Compex gedurende langere tijd te gebruiken zonder medisch advies ■ Uw arts te raadplegen bij de minste twijfel; ■ Deze handleiding en de specifieke toepassingshandleiding waarin u informatie vindt over de effecten en indicaties van elk stimulatieprogramma. ■ Gebruik de Compex of het m-4systeem niet in het water of in een vochtige omgeving (sauna, hydrotherapie, enz.). ■ Nooit een eerste stimulatiesessie uitvoeren op een staande persoon. De eerste vijf minuten van de stimulatie moeten altijd gebeuren terwijl de persoon zit of ligt. In enkele gevallen, ontwikkelen zich bij uitermate gevoelige personen vagale reacties. Deze hebben een psychologische oorsprong en worden veroorzaakt door de angst voor de stimulatie of door de schrik van het zien bewegen van een spier zonder vrijwillige controle. Deze vagale reacties uiten zich in een gevoel van zwakheid met een syncopale tendens (lipothymie), een afname van de hartfrequentie en een verlaging van de arteriële bloeddruk. In een dergelijke situatie, is het voldoende de stimulatie stop te zetten en te gaan liggen met de benen omhoog. Na 5 à 10 minuten zal het gevoel van zwakte verdwijnen. ■ Nooit de beweging toelaten die resulteert uit de spiercontractie tijdens een stimulatiesessie. Er moet altijd isometrisch gestimuleerd worden; dat wil zeggen dat de uiteinden van de ledematen waarvan een spier wordt gestimuleerd goed tegengehouden moeten worden om de beweging die resulteert uit de contractie te blokkeren. ■ De Compex of het m-4-systeem niet gebruiken op minder dan 1,5 meter van een kortegolf- of microgolfapparaat of een chirurgische uitrusting met hoge frequentie (H.F.), zoniet bestaat het gevaar dat u huidirritaties of -verbrandingen onder de elektroden veroorzaakt. Nederlands I. WAARSCHUWINGEN INHOUDSOPGAVE 145 Waar mag u de elektroden en de motorische punt zoeker nooit aanbrengen... ■ Ter hoogte van het hoofd. ■ Op contralaterale wijze: nooit de twee polen van eenzelfde kanaal aan beide zijden van de middellijn van het lichaam gebruiken (bijv: rechterarm / elektrode aangesloten op de positieve /rode pool en linkerarm / elektrode aangesloten op de negatieve/zwarte pool). ■ Ter hoogte van of in de buurt van huidverwondingen (wonden, ontstekingen, brandwonden, irritaties, eczeem, enz.). Voorzorgen bij het gebruik van het m-4-systeem ■ Om toegang te krijgen tot de functies van de m-technologie van de Compex, moet de elektrodenkabel voorzien van het m-4-systeem aangesloten zijn vóór het apparaat wordt ingeschakeld. ■ Vermijd het aansluiten van de elektrodenkabel voorzien van het m-4systeem wanneer de Compex onder spanning staat. ■ Niet de elektrodekabel voorzien van het m-4-systeem losmaken tijdens gebruik. ■ Om correct te kunnen werken, mag het m-4- systeem niet geblokkeerd zijn of onder fysieke druk staan. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de elektroden en de motorische punt zoeker… ■ Gebruik uitsluitend de elektroden/ motorische punt zoeker die door Compex worden geleverd. Andere elektroden/motorische punt zoekers kunnen elektrische eigenschappen bezitten die niet aangepast zijn aan de Compex stimulator. ■ Indien men de elektroden tijdens een stimulatie wil verplaatsen of wegnemen, moet men eerst het apparaat uitzetten. ■ De elektroden/motorische punt zoeker niet in het water onderdompelen. ■Oplosmiddelen van welke aard dan ook mogen niet op de elektroden/ motorische punt zoeker worden aangebracht. ■ De elektroden niet in het water onderdompelen. ■ Oplosmiddelen van welke aard dan ook mogen niet op de elektroden worden aangebracht. ■ Het wordt aangeraden de huid voor het opplakken van de elektroden te wassen en te ontvetten en vervolgens te drogen. ■ Let erop dat de gehele oppervlakte van de elektrode contact maakt met de huid. ■ De elektroden mogen niet voor verschillende personen worden gebruikt. Omwille van de hygiëne is het heel belangrijk dat elke gebruiker over zijn eigen elektroden beschikt. ■ Gebruik een set elektroden niet meer dan vijftien sessies, aangezien het contact tussen de elektrode en de huid – een belangrijke factor voor het comfort en de efficiëntie van de stimulatie – geleidelijk aan afneemt. ■Bij personen met een gevoelige huid kan na een stimulatiebehandeling een lichte roodheid van de huid optreden onder de elektroden. In het algemeen is deze roodheid volledig onschuldig en verdwijnt na 10 à 20 minuten. Aangeraden wordt echter geen nieuwe stimulatiesessie te beginnen op dezelfde plaats, zolang de roodheid niet volledig verdwenen is. ■ Voor elk gebruik van de motorische punt zoeker is het nodig om het uiteinde dat in contact komt met de huid te reinigen en desinfecteren. II. WEERGAVE 1. Materiaal en accessoires Uw set wordt geleverd met: Een stimulator Een oplader Een specifieke toepassingshandleiding met de elektrodenplaatsingen Een set elektronenkabels met gekleurde markeringen (blauw, groen, geel, rood) Een gordelklip Een elektrodenkabel voorzien van het m-4systeem Een quick start leidraad "Test uw Compex in 5 minuten" Zakjes met elektroden (kleine (5x5 cm) en grote elektroden (5x10 cm)) Een dvd met uitleg over het gebruik van uw Compex en de oefenplanner Een gebruiksaanwijzing Een reiszak Een motorische puntzoeker en zijn gelstaal Nederlands Nederlands 146 ■ Gebruik uitsluitend de elektrodekabels die door Compex worden geleverd. ■ De elektrodekabels van de stimulator niet losmaken zolang het apparaat nog onder spanning staat. Schakel eerst de stimulator uit. ■ Nooit de stimulatiekabels aan een externe elektrische bron aansluiten. Er bestaat een risico op een elektrische schok. ■ Nooit een accu gebruiken die niet door Compex is geleverd. ■ Nooit het apparaat opladen wanneer de kabels nog aan de stimulator zijn verbonden. ■ Nooit de accu opladen met een oplader die niet door Compex is geleverd. ■ Nooit het apparaat of de oplader gebruiken als ze beschadigd zijn (stimulator, kabels enz.) of als de batterijen niet zijn beschermd Er bestaat een kans voor een elektrische ontlading. ■ Het direct uitschakelen van de oplader als er het apparaat een doorlopend geluid maakt, met een niet normale opwarming, niet normale geur of rook uit de oplader of de stimulator. Niet opladen in een gesloten ruimte ( koffertje, enz ) Er is een kans op brandgevaar of een elektrische ontlading. ■ De Compex en de accessoires buiten bereik van kinderen houden. ■ Let op het niet inbrengen of penetreren van aarde, water, of metaal enz, in de oplader en de Compex stimulator. ■ Plotselinge temperatuurverschillen kunnen het vormen van condensatie druppeltjes aan de binnenzijde van het apparaat veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen indien het de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. ■ Nooit de Compex gebruiken terwijl u autorijdt of op een machine werkt. ■ Het apparaat niet in de bergen gebruiken op een hoogte boven de 3.000 meter. 147 Compex stimulatoren hebben standaard een garantietermijn van 2 (twee) jaar: schrijf u in op onze internet pagina: www.compex.info (rubriek “Inschrijven voor de garantie”). D eze garantie geldt voor de stimulator en de elektrodenkabel voorzien van het m-4-systeem (onderdelen en manuren) maar geldt niet voor de kabels en elektroden. Zij dekt alle defecten die een gevolg zijn van een probleem met de kwaliteit van het materiaal of productiefouten. De garantie is niet van toepassing als het apparaat beschadigd is als gevolg van een schok, een ongeval, een onjuist gebruik, een onvoldoende bescherming tegen vochtigheid en water of door een reparatie die niet is uitgevoerd door onze after-sales-service. Hij kan alleen worden ingeroepen op voorlegging van het aankoopbewijs. De wettelijke rechten worden niet beïnvloed door deze waarborg. 3. Onderhoud G ebruik Nederlands 148 een zachte doek en een reinigingsproduct op basis van alcohol, maar zonder oplosmiddel, om uw apparaat te reinigen. Geen enkele reparatie van het apparaat of één van de accessoires mag door de gebruiker worden gedaan. Nooit de Compex, of de oplader, die onder spanning staat, openmaken. Er bestaat een risico op een elektrische ontlading. C ompex Médical SA neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich voor schades die het resultaat zijn van een poging tot openen, wijzigen of repareren van het apparaat of een van de accessoires hiervan door een persoon of een instantie die niet officieel door Compex Médical SA is toegelaten. Compex stimulatoren hoeven niet gekalibreerd te worden of op functioneren gecontroleerd te worden. De karakteristieken worden systematisch geverifieerd en gevalideerd voor elk gefabriceerd apparaat. Deze karakteristieken zijn stabiel en variëren niet, bij normaal gebruik en in een standaard omgeving. Indien het apparaat, voor om het even welke reden, een disfunctioneren vertoont, neem dan contact op met een door Compex gerenommeerde klantenservice. Professionals dienen zich overeen te stemmen met de wetgeving in het land betreffende onderhoud van het apparaat. Met regelmatige intervallen dienen de prestaties en de veiligheid van het apparaat gecontroleerd te worden. 4. Opberg- en transportvoorwaarden De Compex bevat oplaadbare batterijen en kan daarom het beste bewaard worden in de opberg- en transportvoorwaarden die de volgende waarden in acht houdt: Opberg- en transporttemperatuur: -20°C tot 45°C Vochtigheidsgraad: 75% Luchtdruk: 700 hPa tot 1060 hPa 5. Conditions d’utilisation Gebruikstemperatuur: 0°C tot 40°C Vochtigheidsgraad: 30% tot 75% Luchtdruk: 700 hPa tot 1060 hPa Nooit de Compex gebruiken in een zone met risico op explosie. 6. Verwijdering 8. Patent De m-4: Patent US 6,324,432. Patentaanvragen in behandeling in de Verenigde Staten, Japan en Europa. richtlijn 2002/96/CEE (AEEA) heeft als eerste prioriteit de preventie van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur, evenals hun hergebruik, de recycling en andere vormen van nuttige toepassing van dit afval, met als doel het verminderen van de hoeveelheid te verwijderen afval. De tekening met de doorgestreepte afvalbak betekent dat de apparatuur niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven, maar gescheiden moet worden ingezameld. H et materiaal dient naar het geschikte speciale afval te worden gebracht voor specifieke behandeling. Door dit gebaar, draagt u bij aan de handhaving van het milieu en de bescherming van de gezondheid van de mens. Voor het wegwerpen van de batterijen dient u de regels van uw land in beschouwing te nemen. Snap-elektrode: Patentaanvraag in behandeling 9. Genormaliseerde symbolen Let op: onder bepaalde condities kan de effectieve waarde van de stimulatie impulsen 10 mA of 10 V hoger liggen. De richtlijnen in deze gebruiksaanwijzing dienen dan ook strikt te worden nageleefd. D e Compex is een apparaat van klasse II met interne elektrische bron en aangebrachte delen van het type BF. Betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). D e knop “Aan/Uit” is een multifunctionele knop: 7. Normen De Compex is direct afgeleid van de medische techniek. O m uw veiligheid te waarborgen, stemmen het concept, de fabricage en de distributie van de Compex overeen met de eisen van de Europese Richtlijn 93/42/CEE. Het apparaat voldoet aan de norm op de algemene veiligheidsregels voor elektromedische apparaten IEC 60601-1. Het volgt eveneens de norm op de elektromagnetische compatibiliteit IEC 60601-1-2 en de norm voor de bijzondere veiligheidsregels voor zenuw- en spierstimulatoren IEC 60601-2-10. De geldende internationale normen (IEC 60601-2-10 AM1 2001) eisen dat wordt gewaarschuwd tegen het aanbrengen van de elektroden ter hoogte van de borstkas (verhoogd gevaar voor hartfibrillatie). Richtlijn 2002/96/CEE Betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Functies N° van het symbool (volgens CEI 878) Aan/Uit (twee vaste posities) 01-03 Wacht (Stand-by) of voorbereidende toets voor een deel van het apparaat 01-06 Stop (uitschakelen) 01-10 10. Technische eigenschappen Algemeen V oeding: Oplaadbare accumulator nikkelmetaal hybride (NIMH) (4,8 V ≈ 1200 mA/h). Oplader: Voor het opladen van de Compex kunnen alleen opladers met de volgende referenties gebruikt worden: Type TR503-02-E-133A03 Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 400mA / 6W Type TR1509-06-E-133A03 Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 1.4A / 15W Nederlands De De EUROPA 2. Garantie 149 Neurostimulatie Duur van een impuls: 60 tot 400 microseconden A lle Maximale hoeveelheid elektriciteit per impuls: 96 microcoulombs (2 x48µC gecompenseerd) UK elektrische specificaties worden gegeven voor een weerstand tussen 500 en 1000 ohm per kanaal. Impulsvorm: Rechthoekig; gecompenseerde constante stroom, om elke component van gelijkstroom uit te sluiten, zodat geen restpolarisatie van de huid kan voorkomen Maximale stroomsterkte van een impuls: 120 milliampère Stap bij verhoging van de intensiteit: Manuele instelling van de stimulatie-intensiteit: 0-999 (energie) Minimaal verschil: 0.5 mA Typische stijgtijd van een impuls: 3 microseconde (tussen 20 en 80% van de maximale stroomsterkte) Frequentie van de impulsen: 1 tot 150 Hertz III. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE? H et principe van elektrostimulatie bestaat uit de stimulatie van de zenuwvezels met behulp van elektrische pulsen die worden overgebracht door elektroden. D e door de Compex-stimulatoren opgewekte elektrische pulsen zijn van een hoge kwaliteit – ze zijn veilig, comfortabel en efficiënt – en geschikt om verschillende types zenuwvezels te stimuleren: Nederlands 1. de motorische zenuwen, om spierarbeid op te leggen, waarbij de hoeveelheid en de uitwerking worden bepaald door de stimulatieparameters; men spreekt dan over elektrische spierstimulatie (ES). 2. bepaalde types gevoelszenuwen, om pijnverschijnselen tegen te gaan. 1. Stimuleren van de motorische zenuw (ES) Bij 150 een vrijwillige contractie, komt het bevel voor de spieractiviteit van de hersenen, die een bevel naar de zenuwvezels zenden in de vorm van een elektrisch signaal. Dit signaal wordt doorgegeven aan de spiervezels, die samentrekken. Het elektrostimulatieprincipe bootst het proces van de spiersamentrekking getrouw na. De stimulator zendt een elektrische stroompuls naar de zenuwvezels, die een prikkeling op deze vezels veroorzaakt. Deze prikkeling wordt overgebracht op de spiervezels, die hierop reageren met een elementaire mechanische respons (= spierschok). Deze laatste vormt het basiselement voor de spiercontractie. Deze spierrespons is volledig gelijk aan de spierbeweging die door de hersenen wordt opgelegd. Met andere woorden, de spier maakt geen onderscheid tussen een bevel van de hersenen of een bevel van de stimulator. De parameters van de Compexprogramma's (aantal pulsen per seconde, contractieduur, rustduur, totale duur van het programma) maken het mo- doel (spierversterking, verhoging van de doorbloeding, versteviging, enz.). Elektrische impuls Prikkeling Voortgeleiding van de prikkeling Motorische zenuw Gestimuleerde spier Elementaire mechanische antwoord = Spierschok gelijk verschillende soorten arbeid aan de spieren op te leggen, afhankelijk van het type spiervezel. Er zijn inderdaad verschillende types spiervezels te onderscheiden afhankelijk van de snelheid waarmee ze samentrekken: langzame, halfsnelle en snelle vezels. Een sprinter heeft meer snelle vezels, terwijl een marathonloper meer langzame vezels heeft. Dankzij de kennis van de menselijke fysiologie en een perfecte beheersing van de stimulatieparameters van de programma's kan men de spieroefening zeer precies afstemmen op het gewenste 2. Stimuleren van de gevoelszenuwen De elektrische impulsen kunnen eveneens de gevoelszenuwen prikkelen, om een pijnstillend effect te verkrijgen. Het stimuleren van de sensibele zenuwvezels voor tastzin blokkeert het overbrengen van pijn door het zenuwstelsel. Het stimuleren van een ander type gevoelszenuwen verhoogt de productie van endorfine en vermindert zo de pijn. Dankzij de pijnstillende programma's kan de elektrostimulatie plaatselijke acute of chronische pijnen en spierpijn behandelen. Opgelet: gebruik de pijnstillende programma's niet langdurig zonder een arts te raadplegen. De voordelen van de elektrostimulatie De elektrostimulatie biedt een zeer doeltreffende manier om uw spieren te oefenen: ■ met een duidelijke verbetering van de verschillende spierkwaliteiten, ■ zonder cardiovasculaire of psychische vermoeidheid, ■ zonder uw gewrichten en pezen te zwaar te belasten. Op deze wijze maakt de elektrostimulatie het mogelijk meer werk op te leggen aan de spieren dan met vrijwillige oefeningen. Om efficiënt te zijn, moet dit werk worden opgelegd aan een zo groot mogelijk aantal spiervezels. Het aantal vezels die werken, hangt af van de stimulatieenergie. U moet dus gebruik maken van de maximaal verdraagbare energie. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor dit aspect van de stimulatie. Hoe hoger de stimulatie-energie, hoe meer spiervezels zullen werken en des te groter de vooruitgang. Om maximaal van de behaalde resultaten te profiteren, raadt Compex u aan uw elektrostimulatie sessies aan te vullen met: ■ een regelmatige lichamelijke activiteit, ■ een gezonde en gevarieerde voeding, ■ een evenwichtig leven. Nederlands Uitgangen: Vier onafhankelijke, individueel instelbare kanalen, elektrisch geïsoleerd van elkaar en de aarde USA Type TR503-02-A-133A03 Input 90-264 VAC /47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 400mA / 6W Type TR1509-06-A-133A03 Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 1.4A / 15W Type TR503-02-U-133A03 Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 400mA / 6W Type TR1509-06-U-133A03 Input 90-264 VAC / 47-63Hz / 0.5A max. Output 9V / 1.4A / 15W 151 De in deze rubriek uiteengezette gebruiksprincipes gelden als algemene regels. Voor alle programma’s is het raadzaam de informatie en gebruiksadviezen in de specifieke toepassingshandleiding van deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. 1.Plaatsing van de elektroden Wij raden u aan de aanbevolen plaatsingen voor de elektroden te gebruiken. Hiervoor verwijzen wij u naar de tekeningen en pictogrammen op de flap van de cover van de specifieke toepassingshandleiding. Een stimulatiekabel heeft twee polen: een positieve pool (+) = rode connectie naleven. Indien nodig zoekt u de beste positie door de positieve elektrode lichtjes te verplaatsen, tot u de beste spiercontractie of de meest comfortabele plaatsing vindt. V oor een stimulatie met het m-4systeem, zijn alle aanbevolen plaatsingen optimale plaatsingen voor dit systeem. Het is dus aanbevolen deze aanwijzingen strikt op te volgen. een negatieve pool (–) = zwarte connectie Op Nederlands 152 elk van de twee polen moet een verschillende elektrode aangesloten zijn. O pmerking: bij bepaalde plaatsingen van de elektroden, is het volstrekt mogelijk en normaal dat een elektrodeuitgang ongebruikt blijft. A fhankelijk van de kenmerken van de gebruikte stroom voor elke programma, kan de elektrode die is aangesloten op de positieve pool (rode aansluiting) baat hebben bij een “strategische” plaatsing. Voor alle programma's met elektrostimulatie van de spieren, dat wil zeggen voor de programma's die de spieren doen samentrekken, is het belangrijk dat de elektrode met de positieve polariteit wordt geplaatst op het motorische punt van de spier. De keuze van de grootte van de elektroden (groot of klein) en hun correcte plaatsing op de spiergroep die men wil stimuleren, zijn bepalende en essentiële factoren voor de doeltreffendheid van de elektrostimulatietechniek. Houd u dus altijd aan de op de tekeningen aangeduide grootte van de elektroden. Behalve bij een bijzonder medisch advies, moet u steeds de op de tekeningen aangeduide plaatsing De Groep Compex wijst elke verantwoordelijkheid af voor andere positioneringen. 2. Positie van de persoon Om de stimulatiehouding te bepalen afhankelijk van de plaatsing van de elektroden en het gekozen programma, verwijzen wij u naar de tekeningen en pictogramman op de flap van de cover van de specifieke toepassingshandleiding. De positie van de persoon hangt af van de spiergroep die men wil stimuleren en van het gekozen programma. Voor de programma’s die sterke spiercontracties (tetanische contracties) veroorzaken, is het aanbevolen om de spier isometrisch te werken. Daarvoor moet u het uiteinde van de gestimuleerde extremiteit(en) stevig vastmaken. Zo zorgt u voor een maximale weerstand tegen de beweging en voorkomt u dat de spier verkort tijdens de contractie, en voorkomt u het optreden van krampen en ernstige spierpijnen na de sessie. Bijvoorbeeld bij het stimuleren van de quadriceps, om te voorkomen dat de knieën worden gestrekt, gaat de persoon zitten, met de enkels vastgebonden. Voor de andere programmatypes bijvoorbeeld de programma's Pijnbestrijding en Recuperatie), die niet leiden tot spiercontracties, neemt u de meest comfortabele houding aan. 3. Instellen van de stimulatie-energie In een gestimuleerde spier, hangt het aantal van de vezels die werken af van de stimulatie-energie. U moet dus absoluut een maximale stimulatieenergie gebruiken, om zoveel mogelijk vezels te activeren. Beneden een zekere stimulatie-energie, hebben stimulatiesessies geen zin voor een gemiddelde persoon. Het aantal geactiveerde vezels in de gestimuleerde spier is dan te laag om een beduidende vooruitgang van de prestaties van de spier te veroorzaken. De vooruitgang van een gestimuleerde spier zal groter zijn naarmate een hoger percentage van de vezels de door de Compex opgewekte arbeid uitvoeren. Als slechts 1/10e van de vezels van een spier gestimuleerd worden, zal ook alleen dit 1/10e deel vooruitgang boeken; hetgeen uiteraard veel minder gunstig is dan wanneer 9/10e deel van de vezels werken en dus vooruitgang kunnen boeken. Z org er dus voor dat u werkt met een hoge stimulatie-energie, namelijk altijd tegen de grens van wat u kunt verdragen. Het is uiteraard niet mogelijk om de maximale stimulatie-energie te bereiken vanaf de eerste contractie tijdens de eerste sessie van de eerste cyclus. Wie nog nooit een stimulatie met de Compex ervaren heeft, zal eerst enkel de helft van het gewenste programma tijdens de 3 eerste sessies uitvoeren met een energie toereikend om krachtige spiercontracties te veroorzaken, om te wennen aan de elektrostimulatietechniek. Vervolgens kan hij beginnen met een eerste stimulatiecyclus met zijn specifiek programma en niveau. Na de warmingup, die duidelijke spierschokken moet veroorzaken, moet de stimulatieenergie geleidelijk aan worden opgevoerd, van contractie tot contractie, gedurende de drie tot vier eerste minuten van de werkfase. Men moet ook van sessie tot sessie de gebruikte energie verhogen, vooral tijdens de eerste drie sessies van een cyclus. Een normaal gebouwde persoon zal reeds tijdens de vierde sessie een beduidend hoge stimulatie-energie bereiken. 4. Vooruitgang in de niveaus In het algemeen is het niet aan te raden de niveaus te snel te doorlopen om zo snel mogelijk op niveau 5. te geraken. De verschillende niveaus zijn voorzien op een geleidelijke opbouw van de elektrostimulatietraining. De meest begane fout bestaat erin, van niveau naar niveau te gaan naarmate men zich stimuleert met steeds hogere stimulatie-energieën. Het aantal vezels dat de stimulatie ondergaat, hangt af van de stimulatie-energie; de aard en de hoeveelheid van het werk die deze vezels leveren hangen af van het programma en het niveau. Het doel is, om eerst vooruit te gaan in de gebruikte stimulatie-energie, en vervolgens in de niveaus. Immers, hoe meer vezels u stimuleert, hoe meer vezels vooruitgang boeken. Maar de snelheid van de vooruitgang van deze vezels en hun geschiktheid om met een hoger regime te functioneren, hangen af van het gebruikte programma en niveau, van het aantal wekelijkse sessies, van de duur van deze sessies evenals van de intrinsieke factoren van de persoon. Het eenvoudigst en het meest voorkomend is het, te beginnen met niveau 1 en om naar het volgend niveau over te gaan zodra men aan een nieuwe stimulatiecyclus begint. Nederlands IV. PRAKTISCHE TOEPASSINGSREGELS 153 5. Afwisseling stimulatiesessies / conventionele trainingen De stimulatiesessies kunnen worden uitgevoerd buiten of gedurende de conventionele training. Als men de conventionele training en de stimulatie tijdens dezelfde sessie uitvoert, is het in het algemeen aanbevolen de stimulatie te laten volgen op de conventionele training. Op die manier wordt de conventionele oefening niet uitgevoerd op vermoeide spiervezels. Dit is vooral belangrijk voor krachttraining en trainingen op explosieve kracht. Bij weerstandstrainingen kan het echter zeer interessant zijn om omgekeerd te werk te gaan. Vóór de conventionele training voert men dan, dankzij de weerstandsstimulatie, een “specifieke voorvermoeidheid” van de spiervezels uit, zonder algemene of cardiovasculaire vermoeidheid. Op die manier maakt de conventionele inspanning van de “voorbereide” vezels het mogelijk het glycolytisch metabolisme sneller verder te duwen. Nederlands 154 V. WAT IS DE m -TECHNOLOGIE? m staat voor “muscle intelligence”™ (alle elementen met betrekking tot deze technologie worden voorafgegaan door het symbool m). Deze technologie maakt het mogelijk rekening te houden met de eigenheid van elk van onze spieren en zo de stimulatie aan te passen aan hun kenmerken. Eenvoudig … omdat de transmissie van deze gegevens naar de stimulator automatisch gebeurd! Geïndividualiseerd… omdat elk van onze spieren uniek is! De aanduiding van de eigenlijke spierstimulator. m—4 m—5 Dit is een kleine sensor die de stimulator verbindt met de elektroden. m— 4 is de sleutel die het mogelijk maakt om bepaalde fysiologische kenmerken van de spier te meten, ze te analyseren en de stimulatieparameters hieraan aan te passen. Dankzij deze sensor kan de spier spreken. Hierbij gaat het erom, de optimale stimulatie-energie te vinden en te gebruiken tijdens het programma TENS (pijnstillend). Uitgaande van de regelmatig tijdens de sessie geregistreerde metingen, past het apparaat voortdurend en automatisch de stimulatie-energie aan om elke spiercontractie te vermijden hetgeen voor programma’s van dit type – niet gewenst is. m—3 Deze functie past de elektrostimulatiesessie aan aan de fysiologie van elkeen. Net voordat u begint met de werksessie, tast m—3 de gekozen spiergroep af en past automatisch de parameters van de stimulator aan aan de gevoeligheid van deze lichaamszone. Dit is echt een geïndividualiseerde meting. m—6 m—1 Deze functie duidt de ideale zone aan voor het regelen van de energie voor de programma’s met lage frequenties. Dankzij de functie m—6, hoeft u zich niet meer af te vragen of de energie te hoog of te laag is: deze functie vertelt het u en vergroot zo de efficiëntie van uw behandeling of van uw training. Dit is een werkwijze waarbij een vrijwillige spiercontractie automatisch begeleid wordt door een contractie door elektrostimulatie. De contractie door elektrostimulatie wordt dus perfect gecontroleerd, de werksessie wordt comfortabeler (psychologisch en op spierniveau), meer doorgedreven (de spier werkt meer en dieper) en vollediger (verbeterd coördinatievermogen). … alsof elke sessie speciaal op u is afgestemd … Nederlands Aan het einde van een cyclus kunt u ofwel een nieuwe cyclus beginnen met het eerstvolgende hogere niveau, ofwel een onderhoudscyclus volgen van 1 sessie per week op het laatst gebruikte niveau. 155 m—4- Om de functies van de m-technologie van de Compex te kunnen gebruiken, is het noodzakelijk dat u de elektrodekabel met het m—4-systeem aansluit voordat u het apparaat inschakelt. Sluit de elektrodekabel met het m—4-systeem nooit aan als de Compex onder spanning staat. Om correct te kunnen werken, mag het m—4-systeem niet geblokkeerd zijn of aan druk blootstaan. Tijdens de stimulatiesessie, moeten de (zelfklevende) kleefelektroden altijd “geklipt” blijven op de elektrodekabel met het m—4-systeem. Nederlands 156 Functie m-3 m—1-werkwijze ■ De functie m-3 is alleen beschik- ■ Dankzij de m—1-werkwijze kunt u zelf de spiercontractiefase starten door de gestimuleerde spier vrijwillig samen te trekken. Zo kunt u de vrijwillige oefening combineren met de stimulatie. ■ De m—1-werkwijze is alleen mogelijk voor bepaalde programma’s die hiervoor voorzien zijn. ■ De programma’s die de m—1werkwijze gebruiken, worden steeds voorafgegaan door de m—3-meettest (zie vorige rubriek). ■ De m—1-werkwijze is actief tijdens de actieve rustfasen van een werkfase. Ze is niet actief tijdens de warming-up fase - en relaxatiefasen. ■ Na de opwarmingsfase wordt de eerste spiercontractie automatisch geactiveerd. ■ Het vrijwillig activeren van een contractie (tijdens een actieve rustfase) kan alleen binnen een bepaalde tijdsspanne die afhangt van het gebruikte programma. Een reeks geluidssignalen bakent dit interval af op de volgende wijze: baar voor de programma’s waarbij een spiergroep moet worden gekozen. ■ De functie m-3 maakt het mogelijk de kenmerken van de stimulatiepulsen aan te passen aan de individuele kenmerken van elke persoon en aan de prikkelbaarheid kenmerken van de gestimuleerde spier. Concreet bestaat deze functie eruit dat, aan het begin van het programma, een korte fase optreedt waarin metingen worden uitgevoerd (een horizontale balk schuift over het figuurtje links op het scherm). ■ Tijdens de volledige duur van de meettest, is het noodzakelijk dat u volledig onbeweeglijk en perfect ontspannen bent. Het m—4-systeem is zeer gevoelig: de kleinste contractie of de minste beweging kunnen de meettest verstoren. ■ De duur van de m-3-test hangt af van de betrokken spier en de individuele kenmerken van elke persoon. Deze test duurt gemiddeld 12 seconden en nooit langer dan 21 seconden. ■ Tijdens de test kunnen sommige personen soms een onaangenaam prikkend gevoel ervaren. ■ Na de test kan het programma aanvangen. Een eerste geluidssignaal (bestaande uit steeds sneller op elkaar volgende “bieps”) meldt dat de vrijwillige contractiefase kan beginnen. Het geluidssignaal klinkt ononderbroken: dit is het ideale moment om de vrijwillige contractiefase te beginnen. Het geluidssignaal neemt af: de vrijwillige contractiefase kan nog steeds beginnen en het werkritme is nog steeds voldoende hoog. Na een zekere tijdperiode – afhankelijk van het programma – waarin zeer gespreide “bieps” klinken, gaat het apparaat automatisch over naar de “Pauze”stand, als geen contractiefase werd geïnitieerd (zie punt 8.3e van hoofdstuk IV om te weten hoe u de sessie opnieuw kunt starten). ■ Voor de functie m—1 is het noodzakelijk dat de spier aan het einde van elke contractie dezelfde omstandigheden terugvindt als tijdens de vorige rustfase. U moet er dus op letten dat u telkens exact dezelfde niveau van ontspanning en dezelfde positie terugvindt, zodra elke contractie beëindigd is. Als aan deze voorwaarde niet voldaan wordt, stopt de chronometer. Om hem opnieuw op te starten, volstaat het dat u de stimulatie-energie verhoogt of wacht tot de stimulator rekening houdt met de nieuwe positie van uw spier (dit gebeurt na 6 seconden). ■ Om een nieuwe spiercontractie op te wekken tijdens de actieve rustfase, moet het m—4-systeem goede spierschokken registreren. Hiervoor vraagt het apparaat u, indien nodig, om de stimulatie-energie te verhogen tijdens de actieve rustfase. Indien het m—4-systeem desondanks geen voldoende grote spierschokken registreert binnen een tijdsspanne van 20 seconden, schakelt het apparaat in “Pauze”-stand. Functie m—5 ■ De functie m—5 maakt het moge- lijk het optreden van ongewenste spiercontracties beduidend te beperken, en zorgt zo voor een maximum aan comfort en efficiëntie. ■ De functie m—5 is alleen beschikbaar in de programma’s TENS gemoduleerd en Epicondylitis. ■ Tijdens deze programma’s, maakt de functie m—5 het mogelijk de stimulatie-energie te controleren door ze op een efficiënt niveau te houden en tegelijk de verschijning van spiercontracties beduidend te beperken. ■ Regelmatig worden korte meettesten (van 2 tot 3 seconden) uitgevoerd tijdens de volledige duur van het programma. ■ Na elke verhoging van de stimulatieenergie vindt een testfase plaats. Om deze tests goed te laten verlopen, is het noodzakelijk dat u perfect onbeweeglijk blijft gedurende deze periode. ■ Afhankelijk van de resultaten van de door het apparaat geregistreerde meettesten, kan het niveau van de stimulatie-energie automatisch licht worden verlaagd. ■ Het is belangrijk dat u altijd de meest comfortabele positie inneemt. Ook moet u onbeweeglijk blijven en de spieren van de gestimuleerde spiergroep niet samentrekken. Functie m—6 ■ Deze functie duidt de ideale zone aan voor het instellen van de energie voor de programma's die om krachtige spierschokken vragen om efficiënt te zijn. ■ De m—6-functie is dus uitsluitend beschikbaar voor programma's die lage stimulatiefrequenties (lager dan 10 Hertz) gebruiken. ■ Voor de programma's die beschikken over de m—6-functie, controleert de stimulator of u in uw ideale energiezone zit. Als u onder deze zone zit, vraagt de stimulator u de energie te verhogen door het afbeelden van het teken + . ■ Zodra de stimulator uw ideale energiezone gevonden heeft, verschijnt een haakje rechts van de balk van het kanaal waarop het m—4-systeem is aangesloten. Dit haakje toont u het energiebereik waarbinnen u moet werken voor een optimale stimulatie. ■ Als u de stimulatie-energie instelt onder de ideale behandelingszone, vraagt de stimulator u opnieuw deze te verhogen door het voortdurend laten knipperen van het tek en + . Nederlands 1. Praktische regels voor het gebruik met het systeem 157 m—1-werkwijze Met het oog op een maximale efficiëntie, vergt de m—1-werkwijze dat u beschikt over goede spierkwaliteiten. Onvoldoende krachtige spieren kunnen, in bepaalde gevallen, de vrijwillige activering van de contractie tegenwerken. De m—1-werkwijze, gecombineerd met dynamisch uitgevoerde oefeningen (met een geassocieerde beweging), is strikt voorbehouden aan sporters die de vrijwillige spiertraining beheersen en ervaring hebben met spiertraining door elektrostimulatie. Sommige van deze oefeningen (zoals de squats) zijn moeilijk uit te voeren met de m—1-werkwijze, vanwege de bijzondere opeenvolging van de specifieke bewegingen voor deze oefeningen. Spiergroepen Plaatsingen van de elektroden Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de contractiefase Voetboog Ga zitten, de voeten steunend op de grond Trek de spieren van de voetboog samen, en probeer de tenen krachtig in de grond te duwen Peroneus spieren Ga zitten, de voeten steunend op de grond Trek de peroneus spieren samen door de grote teen krachtig op de grond te drukken en tegelijk de kleine teen van de grond op te heffen Tibialis anterior Ga zitten, de voeten onder een meubel, zodat de enkel niet kan buigen Trek de tibialis anterior samen door te proberen de voetpunt krachtig op te heffen tegen een weerstand in die deze beweging verhindert Kuitspieren Ga zitten, de rug en de voeten stevig tegen een steun aangedrukt Trek de kuitspieren krachtig samen door te proberen de voetpunt krachtig af te zetten tegen een weerstand in die deze beweging verhindert In geval van herhaaldelijk falen met de m—1-werkwijze, is het raadzaam dat u een volledige werkcyclus met de “klassieke” werkwijze uitvoert, alvorens over te gaan tot een nieuwe poging met de m—1-werkwijze. Elektrostimulatie uitgevoerd met de programma’s van het “klassieke” type van de Compex geeft bijzonder overtuigende resultaten. De m-technologie waarmee uw stimulator is uitgerust, gaat nog verder en levert nog vele bijkomende voordelen. Zo beschikken de programma’s van het type van de categorieën Sport, Cross-training, Voorbereiding en Revalidatie, gebruikt in de m-1 werkwijze, over onmiskenbare troeven: Om al deze voordelen maximaal te kunnen benutten, is het van groot belang dat u bepaalde gebruiksregels volgt. In de tabel hieronder vindt u de een overzicht van de verschillende spiergroepen en belangrijke aanwijzingen over de beste stimulatiepositie en de wijze waarop u vrijwillig een contractie kunt activeren. Deze houding kunt u gemakkelijk bereiken door bijv. in een deuropening te gaan zitten Hamstrings Ga liggen op de buik met de enkels vastgemaakt met een middel naar keuze Trek de hamstrings krachtig samen door te proberen de knieën te buigen Adductoren Ga zetten en plaats een star (maar wel comfortabel aanvoelend) voorwerp tussen de knieën Trek de adductoren krachtig samen, door te proberen de knieën naar elkaar toe te drukken Quadriceps Ga zitten Trek de quadriceps energiek samen, door te proberen de benen te strekken Ze zorgen ervoor dat het werk nog doeltreffender wordt, door vrijwillige oefeningen te combineren met elektrostimulatie, zodat de spiervezels beter worden geoefend. De gebruiker bepaalt zelf wanneer een contractie optreedt, zodat het beoefenen van de elektrostimulatie nog comfortabeler wordt. Nederlands 158 Ze vergen een actieve deelname en zetten de gebruiker ertoe aan zich maximaal in te zetten voor zijn training. Deze oefening kan op twee manieren worden uitgevoerd: ■ statisch, als u ervoor zorgt dat de knieën niet meer kunnen bewegen ■ dynamisch, als u wilt oefenen met een beweging tegen een weerstand in die u creëert met behulp van zware gewichten Nederlands 2. Praktische regels voor het gebruik in de 159 Bilspieren Plaatsingen van de elektroden Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de contractiefase Spiergroepen Ga op de buik liggen of sta rechtop Trek de bilspieren krachtig samen, door te proberen de billen samen te trekken en de bovenbenen achter de romp op te trekken Bijzondere aanbevelingen: De m—1-werkwijze voor de bilspieren vergt zeer goede spierkwaliteiten en is weinig compatibel met bepaalde morfologische configuraties In geval van herhaaldelijk falen met de m—1-werkwijze, is het beter dat u de bilspieren oefent met de “klassieke” werkwijze Buikspieren Ga liggen op de rug, waarbij deze lichtjes opgericht moet zijn Deze oefening kan op twee manieren worden uitgevoerd: Trek de buikspieren krachtig samen, door te proberen het hoofd en de schouders krachtig van hun steunpunt op te heffen Plaatsingen van de elektroden Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de contractiefase Erector spinae Ga zitten Trek de erector spinae spieren krachtig samen, door te proberen uzelf groter te maken dan u bent Nekspieren Ga zitten Trek de erector spinae spieren krachtig samen, door te proberen uzelf groter te maken dan u bent Trapezius Ga zitten Trek de trapezius krachtig samen, door te proberen de schouders krachtig op te trekken Deltoideus Ga zitten, de ellebogen aan de binnenzijde van armsteunen, zodat de armen weerstand ondervinden als u ze van het lichaam wilt verwijderen Trek de deltoideus krachtig samen, door te proberen de ellebogen krachtig van het lichaam weg te drukken Latissimus dorsi Ga zitten, de ellebogen aan de buitenzijde van armsteunen, zodat de armen weerstand ondervinden als u ze tegen het lichaam wilt aandrukken Trek de latissimus dorsi krachtig samen, door te proberen de ellebogen krachtig tegen het lichaam aan te drukken Pectoralis major (Borst spieren) Ga zitten, de handpalmen tegen elkaar aangedrukt Trek de pectoralis major krachtig samen, door te proberen de handpalmen krachtig tegen elkaar aan te drukken ■ statisch, als u gewoon de vrijwillige spiercontractiefase wilt beginnen ■ dynamisch, als u een oefening wilt combineren met de beweging die erin bestaat de romp naar de dijen te brengen; in dat geval moet u erop letten dat u de welving van de lendenstreek niet overdrijft (lordose); hiervoor is het noodzakelijk dat u altijd oefent met sterk gebogen knieën Lage rugspieren Nederlands 160 Ga zitten Bijzondere aanbevelingen: Vanwege de bijzondere anatomischmorfologische kenmerken van de lage rugspieren, moet u beschikken over zeer krachtige spieren om te oefenen met de m—1-werkwijze Als deze werkwijze herhaaldelijk faalt, is het aan te raden dat u werkt volgens de “klassieke” methode of de aanbevolen houding aanneemt voor de gezamenlijke stimulatie van de lage rugspieren en de erector spinae (tekening 14); in dat geval moet u het m—4-systeem altijd plaatsen ter hoogte van de erector spinea spieren, zoals aangeduid op de tekening Trek de spieren van de onderrug krachtig samen, door te proberen uzelf groter te maken dan u bent De geldende internationale normen eisen dat wordt gewaarschuwd tegen het aanbrengen van de elektroden ter hoogte van de borstkas: verhoogd gevaar voor hartfibrillatie Triceps Ga zitten, de onderarmen en handen rustend op armsteunen Trek de triceps krachtig samen, door te proberen de handpalmen krachtig in de armsteunen te drukken Nederlands Spiergroepen 161 Plaatsingen van de elektroden Biceps Stimulatiehoudingen Vrijwillig activeren van de contractiefase Ga zitten, de onderarmen rustend op armsteunen en de handpalmen naar boven gedraaid Trek de biceps krachtig samen, door te proberen de handpalmen met kracht naar de schouders te bewegen E F Zorg voor een blokkeersysteem om de beweging van de ellebogen te verhinderen tijdens de stimulatie Handextensoren Ga zitten, de onderarmen en handpalmen rustend op armsteunen B A Trek de handextensoren krachtig samen, door te proberen de handen naar boven te bewegen G Maak de handen stevig vast aan de armsteunen Handflexoren Ga zitten, de onderarmen rustend Trek de handflexoren krachtig op armsteunen samen, door krachtig te knijpen in het voorwerp dat Plaats een niet-hervormbaar u in uw handen heeft voorwerp in uw handen, zodat uw vingers licht geplooid zijn VI. GEBRUIKSAANWIJZING Voordat u het apparaat gaat gebruiken, is het ten zeerste aanbevolen dat u aandachtig de contra-indicaties en veiligheidsmaatregelen aan het begin van deze gebruiksaanwijzing leest (zie hoofdstuk I: “Waarschuwingen”). Dit krachtige apparaat is immers geen speelgoed en geen gadget! Nederlands B – Knop “i”. Maakt het mogelijk: - o de energie op meerdere kanalen tegelijkertijd te verhogen - toegang te krijgen tot het menu top 5 (de 5 laatste gebruikte programma’s) - toegang te krijgen tot het menu info contractie (contractietijd en – aantal) C – Uitgangen van de 4 elektrodekabels 162 1 1 C 3 3 2 2 D – Elektrodekabels kanaal 1 = blauw kanaal 3 = geel 2. Aansluitingen Aansluiten van de elektroden en kabels De door de Compex opgewekte elektrische pulsen worden doorgegeven aan de zenuwen, via zelfklevende elektroden. De keuze van de grootte, de aansluiting en de correcte plaatsing van deze elektroden bepaalt hoe efficiënt en comfortabel de stimulatie is. U moet hieraan dan ook de grootste zorg besteden. Hiervoor – en ook om de aanbevolen stimulatiehoudingen te kennen – verwijzen wij u naar de tekeningen en pictogrammen op de flap van de cover van de specifieke toepassingshandleiding. De specifieke toepassingen bevatten eveneens belangrijke informatie hierover. De elektrodekabels worden aangesloten op de stimulator via de aansluitingen aan de voorzijde van het apparaat. U kunt vier kabels tegelijk aansluiten op de vier kanalen van het apparaat. V oor meer gebruiksgemak en een betere identificatie van de vier kanalen, raden wij u aan de kleuren van de elektrodekabels en de aansluitingen van de stimulator te doen overeenstemmen: 1b kanaal 2 = groen kanaal 4 = rood E – Elektrodenkabel voorzien van het m—4systeem F – “+”/“–” knoppen van de 4 stimulatiekanalen G – Vak met de accumulatoren H – Ruimte om een gordelklip vast te zetten 4 4 D 1. Beschrijving van het apparaat A – “Aan/Uit” knop H 1a 1a 1a 1a Fig. 1 – Aansluiten van de elektroden en kabels 1a Aansluitingen voor de vier elektrodekabels 1b Aansluiting voor de oplader blauw = kanaal 1 groen = kanaal 2 geel = kanaal 3 rood = kanaal 4 Naast de vier klassieke elektrodekabels, wordt nog een vijfde elektrodekabel bij uw Compex geleverd. Deze kabel is uitgerust met het m—4-systeem, waarmee u toegang krijgt tot de mfuncties (muscle intelligence) van uw stimulator. D e kabel met het m—4-systeem wordt aangesloten op om het even welke van de vier aansluitingen van de stimulatiekanalen aan de voorzijde van het apparaat en er worden twee elektroden op “geklipt” op dezelfde manier als voor een klassieke kabel. Nederlands Spiergroepen 163 Aansluiten van de motorisch punt zoeker De motorische punt zoeker dient alleen gebruikt te worden voor het vinden van het motorische punt, zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing en niet voor andere doeleinden. Voor elk gebruik van de motorische punt zoeker is het nodig om het uiteinde dat in contact komt met de huid te reinigen en desinfecteren. De Compex wordt geleverd met een motorisch punt zoeker waarmee u de precieze positie van het motorisch punt van de te stimuleren spiergroep(en) kunt bepalen. In het onderstaande schema ziet u hoe u dit toebehoren moet aansluiten. 1c 3. Voorafgaande instellingen van de taal, het contrast en het geluidsvolume Voor het eerste gebruik van uw stimulator, dient u de taal van functioneren van uw apparaat te selecteren. Voor meer informatie hierover zie hieronder. Eveneens biedt de Compex, voor een maximaal comfort, de mogelijkheid om een reeks instellingen uit te voeren (keuze van de taal, instellen van het schermcontrast, instellen van de achtergrondverlichting en instellen van het geluidsvolume). Hiervoor moet u het desbetreffende optiescherm oproepen, door de toets “Aan/Uit” links op de Compex in te drukken en enkele seconden ingedrukt te houden terwijl u de stimulator aanzet. Nederlands Voor het precieze gebruik van de stift verwijzen wij u naar de specifieke toepassingshandleiding: Test categorie”, Zoeken van een motorisch punt”. Aansluiten van de lader de Compex beschikt u over een grote bewegingsvrijheid. Hij werkt immers op oplaadbare accu’s. Om deze opnieuw op te laden, gebruikt u de bij het apparaat geleverde oplader, 2d Om de achtergrondverlichting in te stellen, drukt u op de toets " + " / " - " van kanaal 4 (on : de achtergrondverlichting is heel de tijd actief, off : ze is inactief; auto : ze gaat aan telkens er een toets wordt ingedrukt) 2e Om de geselecteerde parameters goed te keuren, drukt u op de toets “Aan/Uit”. De stimulator registreert uw opties. Nu is hij klaar om te werken met de instellingen die u hebt bepaald. 4b Fig. 4 4a 4c 4a Om het programma van uw keuze te selecteren, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1. 4. Kiezen van een programmacategorie Om uw stimulator in te schakelen, drukt u kort op de toets “Aan/Uit” links op de Compex. U hoort een muziekje en op het scherm verschijnen de verschillende programma categorieën. V oordat u het programma van uw keuze kunt selecteren, moet u uw categorie selecteren. 4b Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren naar het vorig scherm. 4c Nadat u het programma van uw keuze hebt geselecteerd, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 4 die, afhankelijk van het gekozen programma het symbool START of . a) START = de stimulatiesessie start onmiddellijk; b) = een scherm voor de parameterinstelling verschijnt. TOP 5 Om 3b 3c Fig. 3 3a 3a Om de gewenste categorie te selecteren, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1. het gebruik van uw Compex zo aangenaam en efficiënt mogelijk te maken, krijgt u via het menu TOP 5 rechtstreeks toegang tot de 5 laatste uitgevoerde programma’s. Hiertoe drukt u op de knop " i " wanneer u zich in het scherm bevindt dat de verschillende programmacategorieën voorstelt (fig. 3). Het menu TOP 5 verschijnt op het scherm met de lijst van uw 5 laatste uitgevoerde programma’s. 3b Om uw keuze te bevestigen en naar het programma selectiescherm te gaan, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 4. 1c Sluit de positieve (rode) aansluiting aan op het uiteinde van de motorisch punt zoeker. De andere aansluiting (zwart) moet bevestigd worden aan de negatieve elektrode die al eerder geplaatst is zoals voor de plaatsing van de stimuleren spier. Met 164 die u op de voorzijde van het apparaat aansluit, en daarna in een stopcontact steekt. U bent verplicht de kabels van het apparaat af te halen. Voor het eerste gebruik van uw stimulator, is het ten zeerste aanbevolen om de accu volledig op te laden, om zijn werkingsduur en levensduur te verlengen. 3c Om de stimulator uit te schakelen, drukt u op de toets “Aan/Uit”. 4e 5. Selecteren van een programma 2e Fig. 2 2a 2b 2c 2d 2a Om de taal van uw keuze te selecteren, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1. 2b Om het schermcontrast in te stellen, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 2. 2c Om het geluidsvolume in te stellen, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 3. V oor de keuze van het programma, raadpleeg u de specifieke toepassingshandleiding. Onafhankelijk van welke categorie u hebt gekozen in de vorige stap, verschijnt een lijst met een variabel aantal programma's op het scherm. Fig. 4 4d 4f-g 4d Om het programma van uw keuze te selecteren, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1. 4e Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren naar het vorig scherm. 4f-g Nadat u het programma van uw keuze bevestigd heeft, drukt u op de toets " + " / " - " van kanaal 3 om een instelscherm van de parameters op het scherm te krijgen of drukt u op de toets " + " / " - " van kanaal 4 om de stimulatiesessie onmiddellijk te starten. Nederlands Het is belangrijk de elektroden goed vast te maken aan de connecties van de kabels. Hiervoor dient u de connectie stevig aan te drukken op de elektrode, totdat u een “klik” hoort. 165 5b De opwarmingsfase, die bij bepaalde programma's hoort, is standaard geactiveerd (warmte stijgt op uit de radiator). Als u deze fase wilt overslaan, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 2. 6. Individualiseren van een programma N iet alle programma's beschikken over een personalisatiescherm! Zonder m—4-kabel Med m—4-kabel 5d Totale duur van het programma in minuten. 5e Druk op de toets “Aan/Uit” om terug te keren naar het vorige scherm. 5f Om uw keuze te bevestigen en het programma te starten, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 4. Afhankelijk van het geselecteerde programma, zal deze handeling: a) de stimulatiesessie opstarten; Opwarmingsfase Fig. 5 5e 5a’ 5b 5c 5f 5a’ Als de elektrodekabel met het m—4systeem niet is aangesloten op de stimulator, moet u in bepaalde programma's manueel de spiergroep selecteren die u wilt stimuleren en verschijnt er een figuurtje boven kanaal 1. Om zelf een groep te kiezen, drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 1 (omhoog/omlaag). De zeven mogelijke spiergroepen worden achtereenvolgens in het zwart op het figuurtje aangeduid: vb f Buik en Onderrug Bilspieren c j Bovenbenen Fig. 5 5e 5a’’ 5b 5c 5f Geen opwarmingsfase 5c Bepaalde programma's vragen u, het trainingsniveau in te stellen. Hiervoor drukt u op de toets “+”/“–” van kanaal 3 tot het gewenste trainingsniveau wordt afgebeeld. Niveau 1 5d Niveau 2 5a’’’ 5b 5c 5f Voorafgaand m—3-test m—3-test wordt alleen uitgevoerd als de elektrodekabel met het m—4systeem op voorhand werd aangesloten op de stimulator! De m e Onderarmen en Handen td Borst en Rug Bovenbenen en Voeten Schouders en Bovenarmen De geldende internationale normen eisen dat wordt gewaarschuwd tegen het aanbrengen van de elektroden ter hoogte van de borstkas (verhoogd gevaar voor hartfibrillatie). Nederlands 5a’’ Indien het apparaat is uitgerust met een m— 4-kabel – en als het programma dat u gekozen heeft de mogelijkheid heeft met m—1 te werken – dan heeft u de keuze om te werken op de “klassieke” manier of met m—1. Standaard stelt Compex de selectie van de “klassieke” manier voor (m—1 OFF). Indien u m—1 wilt kiezen (m—1 ON), dient u op de knop “+”/ “–“ van kanaal 1 te drukken. Het geselecteerde programma wordt op de “klassieke” manier uitgevoerd Het geselecteerde programma wordt met m—1 uitgevoerd Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 7. Tijdens de stimulatiesessie Fig. 5 5e Om storingen te voorkomen, is het noodzakelijk dat u strikt onbeweeglijk en volledig ontspannen blijft gedurende de hele test! het m—4-systeem actief is, start de m—3-test onmiddellijk na het selecteren en individualiseren van een programma waarvoor de keuze van een spiergroep nodig is. Dankzij de m-technologie, wordt deze keuze automatisch door de Compex bepaald, door middel van een meettest van de individuele neuromusculaire kenmerken en de prikkelbaarheidkarakteristieken van de te stimuleren spier. Als 166 b) de m—3-test starten om automatisch de neuromusculaire kenmerken van de stimuleren spiergroep te detecteren. 5d Onafhankelijk van welke werkwijze gekozen wordt, de selectie van de spiergroep wordt automatisch uitgevoerd. Het programma begint met een korte sessie van automatische metingen van uw neuromusculaire spierkarakteristieken: functie m—3. 5a’’’ Indien het apparaat aangesloten is met de m—4-kabel en als het programma dat u gekozen heeft niet m—1 aanbiedt is geen enkele selectie mogelijk (het symbool boven kanaal 1 is zwart en de ermee corresponderende zone is leeg). Echter indien er een spiergroep dient te worden gekozen, begint het programma met een korte sessie van automatische metingen van uw neuro-musculaire eigenschappen: functie m—3. Als de test afgelopen is, gaat u automatisch naar het standaard beginscherm van het programma, waar u gevraagd wordt de stimulatie-energie te verhogen (zie volgende rubriek: “Instellen van de stimulatie-energie”). 6c 6a 6d Fig. 6 6a Het symbool verschijnt boven het kanaal waarop de kabel met het m—4-systeem om aan te duiden dat het systeem actief is (in bovenstaand voorbeeld, is de m—4-kabel verbonden met kanaal 1). 6b De toetsen “+”/“–” van de vier stimulatiekanalen zijn inactief. U kunt de stimulatie-energie beïnvloeden gedurende de hele test. Het afgebeelde cijfer van de stimulatie-energie van het kanaal waarop de m—4-kabel is aangesloten, varieert echter automatisch tijdens de test ten behoeve van de verschillende metingen die aan de gang zijn. 6c Gedurende de hele test, scant een balkje het figuurtje van boven naar beneden om te tonen dat de m—3-functie actief is. De duur van de test varieert afhankelijk van de kenmerken van de spiergroep en de geteste persoon. De test duurt maximaal 21 seconden. 6d Met een druk op de toets “Aan/Uit” (symbool STOP ) kunt u de test stoppen. U kunt dan ofwel de volledige test heruitvoeren door op de toets van een stimulatiekanaal te drukken, ofwel nogmaals op de toets “Aan/Uit” drukken. 6b Nederlands 5d 167 In het begin van het programma en, in voorkomend geval, na de m—3test, vraagt de Compex u de stimulatieenergie, de sleutel voor de efficiëntie van de stimulatie, te verhogen. Voor het te bereiken energieniveau in functie van de programma’s verwijzen wij naar de tabel van de programma’s in de specifieke toepassingshandleiding. Verloop van het programma De stimulatie begint nadat u de stimulatie-energie hebt verhoogd. De hieronder afgebeelde voorbeelden volstaan om de algemene hoofdregels uit te leggen. 8a 8c 8d 8b 8f 7d Fig. 8 7b 7c 8a Resterende tijd (in minuten en seconden) vóór het einde van het programma. 7e Fig. 7 7a 7a De Compex “biept” en de symbolen van de vier kanalen knipperen en veranderen van “+” in “000”: de vier kanalen leveren nu 0 energie. U moet de stimulatie-energie verhogen om de stimulatie te kunnen starten. Hiervoor drukt u op de “+” van de toetsten van de betrokken kanalen tot de gewenste instelling bereikt is. Als u de energieniveaus op de vier kanalen tegelijk wilt verhogen, drukt u op de knop “i”, onder de toets “Aan/Uit”. U kunt ook de energieniveaus op slechts de eerste drie kanalen verhogen; hiervoor drukt u tweemaal op de knop “i”, of alleen op de eerste twee kanalen, door drie keer op de deze knop te drukken. Indien u de knop “i” inschakelt, verschijnen de verbonden kanalen in witte letters op zwarte achtergrond. 7b Duur van het programma in minuten en seconden. 7c De bewegende golven representeren de opwarmingsfase. Nederlands 168 8e 7d Voortgangsbalk van de sessie. Voor details over de “werking” hiervan, zie de volgende rubriek (“Verloop van het programma”). 7e Door een druk op de toets “Aan/Uit” kunt u terugkeren naar het vorige scherm. Het symbool verschijnt tegenover het betrokken kanaal, als de m— 4-kabel aangesloten is. 8b Bewegend symbool ter aanduiding van de categorie waartoe het programma behoort. 8c Voortgangsbalk van de sessie: De voortgangsbalk bestaat uit drie verschillende delen: het programma bestaat uit drie stimulatiefasen, namelijk de opwarming (licht gearceerd/ links), de eigenlijke training (zwarte zone/midden) en de relaxatie aan het einde van het programma (zwaar gearceerd/rechts). De voortgangsbalk kan ook volledig gearceerd zijn: het programma bestaat dan uit één enkele stimulatiesessie. De cursor net onder de balk en toont hoever het programma precies gevorderd is. 8d Balk van de duur van de contractie- en actieve rusttijd: Deze balk bevindt, uitsluitend tijdens de trainingsfase. Hiermee kunt u de duur van de contractie (zwarte gedeelte) en actieve rusttijd (grijze gedeelte) volgen. De stimulatie energie gedurende de actieve rustfase is automatisch afgesteld op 50% van de energie gedurende de contractiefase. 8e Verticale balken: De spiercontractiefase wordt ook afgebeeld met behulp van de zwarte balken. De grijze balk geeft de rustperiode aan. De stimulatie energie gedurende de actieve rustfase is automatisch afgesteld op 50% van de energie gedurende de contractiefase. 8f U kunt het programma tijdelijk onderbreken ( STOP = “PAUZE”) door op de aan/uit knop te drukken. U wilt door gaan met het programma, dan is het voldoende om op de toets “+”/“–” van kanaal 4 te drukken. Na een onderbreking begint de stimulatie opnieuw met een stimulatie-energie die 80% bedraagt van de energie die ingesteld was vóór de “STOP”. Tijdens de sessie gaat de Compex “biepen” en er gaan symbolen knipperen boven de actieve kanalen (bovenop de aangeduide energieaanduidingen): de Compex stelt u voor het niveau van de stimulatie-energie te verhogen. Als u geen hogere energie meer kunt verdragen, negeert u deze boodschap gewoon. Info contractie Voor de programma’s die spiercontracties veroorzaken laat het infoscherm contractie u toe in real time het aantal uitgevoerde contracties en de tijd in contractie op het scherm weer te geven. Om toegang tot deze informatie te krijgen drukt u op de knop i en houdt u deze ingedrukt tijdens het verloop van het programma. 10a Drukt u op de toets “+” / “–” van kanaal 3 (skip-functie wordt weergegeven door het symbool). 10b Als u een sequentie “skipt”, laat de stimulator een biep horen en verplaatst de cursor onder de voortgangsbalk zich naar het begin van de volgende sequentie. 10c Om het programma op te vatten bij de sequentie die u bereikt heeft drukt u op de toets “+” / “–” van kanaal 4. De skip-functie is niet beschikbaar voor alle programma’s. De skip-functie, die het mogelijk maakt de duur van een of meer sequenties van het gebruikte programma te verkorten, kan leiden tot een verlaagde efficiëntie van dit programma, met name indien de arbeidssequentie sterk ingekort wordt. Statistieken Uw 9a 9b Fig. 9 stimulator is voorzien van een statistiekenmenu waarin u de belangrijke informatie van een programma kunt opvragen. Om toegang te krijgen tot het statistiekenscherm, moet u de stimulator eerst in pauzestand zetten of het einde van het programma afwachten. 9a De totale tijd in contractie. 9b Het aantal contracties. 11b Skip-functie enkele programma’s, kunt u met de skip-functie de huidige sequentie beëindigen en automatisch overgaan naar de volgende sequentie van het programma. Om toegang te krijgen tot de skip-functie, moet u de stimulator eerst in pauzestand zetten. 11a Voor Fig. 11 11d 11c 10b Fig. 11 Fig. 10 10a 10c 11d Nederlands Instellen van de stimulatieenergie 11a De indicatie “MAX” duidt het maximale energieniveau aan dat per kanaal werd bereikt tijdens de contractiefasen. 11b De indicatie “AVG” duidt het gemiddelde energieniveau aan over alle tijdens de contractie- 169 fasen gebruikte kanalen. 11c De functie m—6, weergegeven door een haak, duidt het percentage van de stimulatietijd aan die u hebt uitgevoerd binnen de ideale zone voor de stimulatie-energie. 11d Nadat u dit scherm bekeken hebt, drukt u op de toets “+” of “–” van kanaal 4 om het programma te hervatten waar u het onderbroken had. In functie van het programma, kunnen de afgebeelde gegevens verschillen. In enkele gevallen kan het ook gebeuren dat geen enkele informatie verschijnt. Einde van het programma 11c De functie m—6, weergegeven door een haak, duidt het percentage van de stimulatietijd aan die u hebt uitgevoerd binnen de ideale zone voor de stimulatie-energie (fig. 11). 12c Nu kunt u de stimulator uitschakelen door op de toets “Aan/Uit” te drukken ( OFF ). 8. Elektrisch verbruik en Heropladen Laad het apparaat nooit op als de kabels aangesloten zijn op de stimulator. Laadt de accu's nooit op met een andere oplader dan de oplader die door Compex wordt geleverd. Opladen Om de Compex op te laden, moet u absoluut vooraf de elektrodekabels van het apparaat losmaken. Stop de lader vervolgens in het stopcontact en verbind de stimulator met de lader. Automatisch verschijnt dan het onderstaande laadmenu. 14a 2) dat de elektroden verlopen en/of versleten zijn en/of dat het contact slecht is; probeer met nieuwe elektroden; 3) dat de elektrodekabel defect is: controleer dit door de kabel op een ander kanaal aan te sluiten. Vervang de defecte kabel indien het probleem voortduurt. Defect van het oplaad systeem Een probleem kan optreden tijdens het opladen van de stimulator. De Compex biept continu en het hieronder afgebeelde scherm verschijnt. 14b De 12c Fig. 12 12b 12a 12c Elektrisch verbruik Fig. 12 Le symbole d’une petite pile indique le niveau de charge du bloc d'accumulateurs. Nederlands 170 14a Le De Compex is aan het opladen sinds 3 minuten en 8 seconden (volledig opladen kan tussen 1h00 en 1h30 uur duren met de snelle oplader die bij het apparaat wordt geleverd. 14b Het laden is bezig en het symbool van de kleine batterij is niet helemaal vol. Als het opladen beëindigd is, knippert de totale duur van de lading en is de kleine batterij helemaal gevuld. Nu kunt u de oplader uittrekken: de Compex schakelt automatisch uit. 9. Problemen en oplossingen Fig. 16 Indien dit scherm verschijnt, dient u de oplader uit te nemen en het apparaat uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice en geef het nummer van de fout door. Mocht uw apparaat, om welke reden ook, een andere defect vertonen dan de hierboven genoemde problemen, neem dan contact op met de klantenservice. Elektrodefout 12a Aan het einde van de sessie, verschijnt een vlag en klinkt een muziekje. 12b Het weergeven van een vlag en van het symbool skip tegelijkertijd geeft aan dat u (een) bepaald(e) fase(n) van het programma “geskipt” hebt. U hebt het gebruikte programma dus gewijzigd. Afhankelijk van het programma, kunnen de afgebeelde gegevens verschillen. In enkele gevallen, kan het ook gebeuren dat geen enkele informatie verschijnt. Fig. 14 15a 13a Fig. 13 13b Fig. 15 11a De indicatie “MAX” duidt het maximale energieniveau aan dat per kanaal werd bereikt tijdens de contractiefasen (fig. 11). 13a Twee streepjes in de kleine batterij knipperen: het laadniveau van de accu's is laag. Beëindig de sessie en laad het apparaat op (zie volgende rubriek). 11b De indicatie“AVG” duidt het gemiddelde energieniveau aan over alle tijdens de contractiefasen gebruikte kanalen (fig. 11). 13b Het symbool START dat normaal verschijnt boven de toets “+”/“–” van kanaal 4 is verdwenen ( ): de accu's zijn volledig leeg. U kunt het 15-14a De Compex “biept” en toont afwisselend het symbool van een paar elektroden en dat van een pijl die wijst naar het kanaal dat een probleem vertoont. In het voorbeeld hierboven, heeft de stimulator een elektrodefout gedetecteerd op kanaal 2. Deze boodschap kan betekenen: 1) dat geen elektroden zijn aangesloten op dit kanaal; Nederlands 12a Compex functioneert op oplaadbare accu's. Hun autonomie varieert afhankelijk van de gebruikte programma's en stimulatie-energie. Vóór het eerste gebruik van uw stimulator, is het ten zeerste aanbevolen om de accu volledig op te laden, om zijn werkingsduur en levensduur te verlengen. Indien u uw stimulator niet gebruikt gedurende een langere periode, raden wij aan regelmatig de batterij op te laden. apparaat niet meer gebruiken. Laad het onmiddellijk op (zie volgende rubriek). 171
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

Compex Mi-Sport de handleiding

Type
de handleiding