Rauch AXEO 2.1 / 6.1 / 18.1 Handleiding

Type
Handleiding
AXEO
Gebruikershandleiding
2.1/6.1/18.1
Vóór inbedrijfstelling
zorgvuldig
doorlezen!
Bewaren voor toekomstig
gebruik
Deze gebruiksaanwijzing/
montagehandleiding is een deel van de
machine. Leveranciers van nieuwe en
gebruikte machines zijn verplicht om
schriftelijk te documenteren dat de
gebruiksaanwijzing/ montagehandleiding
met de machine geleverd en aan de klant
overhandigd werd.
5900962-f-nl-0923
Oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
Voorwoord
Geachte klant,
Met de aankoop van de zand- en zoutstrooier met één strooischijf van de serie AXEO heeft u
vertrouwen in ons product getoond. Hartelijk dank! Dit vertrouwen willen wij rechtvaardigen. U hebt
een krachtige en betrouwbare machine gekocht.
Mochten er tegen de verwachting in problemen optreden: onze klantenservice staat altijd voor u
klaar.
Wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing vóór inbedrijfstelling van de zand- en zoutstrooier
met één strooischijf zorgvuldig door te lezen en goed nota te nemen van de aanwijzingen.
De gebruiksaanwijzing geeft u uitvoerig uitleg over de bediening en geeft u waardevolle
aanwijzingen voor de montage, het onderhoud en de verzorging.
In deze gebruiksaanwijzing kunnen ook uitrustingen zijn beschreven die niet tot de uitrusting van
uw machine horen.
Wij wijzen u erop dat voor schade die ontstaat uit bedieningsfouten of ondeskundige toepassing,
geen garantieclaims kunnen worden erkend.
Vul hier het type en serienummer evenals het bouwjaar van uw zand- en
zoutstrooier met één strooischijf in.
Deze informatie kunt u aflezen op het typeplaatje resp. op het frame.
Vermeld bij bestelling van reserveonderdelen, speciale uitbreidingsuitrusting of
reclamaties altijd deze gegevens.
Type:
Serienummer:
Bouwjaar:
Technische verbeteringen
Wij streven ernaar onze producten voortdurend te verbeteren. Daarom behouden wij ons het recht
voor om zonder voorafgaande aankondiging alle verbeteringen en veranderingen die wij aan onze
apparaten nodig achten, uit te voeren, echter zonder ons daartoe te verplichten deze verbeteringen
of veranderingen op reeds verkochte machines over te brengen.
Mocht u nog vragen hebben, dan beantwoorden wij die graag.
Met vriendelijke groeten,
RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH
Inhoudsopgave
1 Gebruik volgens de voorschriften 7
2Aanwijzingen voor de gebruiker 8
2.1 Over deze gebruiksaanwijzing 8
2.2 Opbouw van de gebruiksaanwijzing 8
2.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave 9
2.3.1 Handleidingen en instructies 9
2.3.2 Opsommingen 9
2.3.3 Verwijzingen 9
3Veiligheid 10
3.1 Algemene aanwijzingen 10
3.2 Betekenis van de waarschuwingen 10
3.3 Algemene informatie over de veiligheid van de machine 11
3.4 Aanwijzingen voor de exploitant 12
3.4.1 Kwalificatie van het personeel 12
3.4.2 Instructie 12
3.4.3 Ongevallenpreventie 12
3.5 Aanwijzingen voor de gebruiksveiligheid 12
3.5.1 Opheffen en bewegen van de machine 13
3.5.2 Machine parkeren 13
3.5.3 De machine vullen 13
3.5.4 Controles vóór de inbedrijfstelling 13
3.5.5 Gevarenzone 13
3.5.6 Lopend bedrijf 14
3.6 Gebruik van het strooimiddel 15
3.7 Hydraulisch systeem 15
3.8 Onderhoud en reparatie 16
3.8.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel 16
3.8.2 Slijtageonderdelen 16
3.8.3 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden 17
3.9 Verkeersveiligheid 17
3.9.1 Controle vóór aanvang van de rit 17
3.9.2 Transportrit met de machine 18
3.10 Veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies 19
3.10.1 Locatie van de veiligheidsinrichtingen en van de waarschuwingen en instructies 19
3.10.2 Functie van de veiligheidsinrichtingen 21
3.11 Stickers waarschuwingen en instructies 21
3.11.1 Stickers waarschuwingen 22
3.11.2 Stickers met instructies 23
3.12 Typeplaat en machine-aanduiding 23
3.13 Verlichtingsinstallatie, reflectoren aan voorkant, zijkant en achterkant 24
4Machinegegevens 25
4.1 Fabrikant 25
4.2 Beschrijving van de machine 25
Inhoudsopgave
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 3
4.2.1 Moduleoverzicht, achterkant 26
4.2.2 Moduleoverzicht, voorkant 27
4.3 Varianten 29
4.3.1 Aandrijving met aftakas 29
4.3.2 Aandrijving met hydraulische motor 29
4.4 Technische gegevens 30
4.4.1 Technische gegevens basisversie 30
4.4.2 Technische gegevens opzetstukken 31
4.5 Speciale uitrusting 31
4.5.1 Opzetstukken 32
4.5.2 Afdekzeil 32
4.5.3 Elektrische afstandsbediening 32
4.5.4 Hydraulische afstandsbediening (doseerschuif) 33
4.5.5 Spatbeschermer 33
4.5.6 Roerwerk 33
4.5.7 Adapter voor aanbouw categorie 1N 35
4.5.8 Verlichting BLO 18 36
4.5.9 Aftakas met sterslipkoppeling 36
5Aslastberekening 37
6Transport zonder tractor 40
6.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen 40
6.2 Be- en ontladen, parkeren 40
7Inbedrijfstelling 41
7.1 Overname van de machine 41
7.2 Trekkervereisten 41
7.3 Aftakas aan de machine monteren 42
7.4 Machine aanbouwen aan de tractor 44
7.4.1 Voorwaarden 44
7.4.2 Aanbouw 45
7.5 Roerwerk monteren 48
7.6 Hydraulische aandrijving aansluiten 48
7.7 Hydraulische schuifbediening aansluiten 49
7.8 Elektrische schuifbediening aansluiten 50
7.9 Elektrische schuifbediening aansluiten 50
7.10 Actuator voor de strooibreedtebeperking aansluiten 50
7.11 Verlichting aansluiten 51
7.12 Machine vullen 52
8Afdraaiproef 53
8.1 Uitloophoeveelheid bepalen 53
8.2 Afdraaiproef uitvoeren 54
9Strooibedrijf 56
9.1 Algemene aanwijzingen 56
9.2 Algemene aanwijzingen bij het roerwerk 57
9.3 Gebruiksaanwijzing voor het strooibedrijf 58
9.4 Machine instellen 60
Inhoudsopgave
45900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
9.4.1 Strooihoeveelheid instellen 61
9.4.2 Toerental van de strooischijven resp. het roerwerk instellen 62
9.4.3 Afgiftepunt instellen 64
9.4.4 Halfzijdeschuif instellen 66
9.4.5 Strooischoepen instellen 67
9.4.6 Strooibreedtebeperking instellen 68
9.4.7 Instellingsmogelijkheden met HydroControl 70
9.5 Strooitabel gebruiken 70
9.6 Split strooien 98
9.7 Zand of vochtig zout strooien 98
9.8 Droog zout strooien 99
9.9 Korrelige meststof strooien 100
9.10 Split-zoutmengsel strooien 101
9.11 Restvolumelediging 102
9.12 Machine parkeren en ontkoppelen 103
10 Storingen en mogelijke oorzaken 106
11 Onderhoud en reparatie 109
11.1 Veiligheid 109
11.2 Machine reinigen 111
11.3 Smeerschema 111
11.3.1 Aftakas smeren 111
11.3.2 Scharnieren, bussen smeren 111
11.3.3 Bajonetsluiting van het roerwerk smeren 111
11.3.4 Cardanscharnier van het roerwerk RWK 10 smeren 112
11.4 Slijtageonderdelen en schroefverbindingen 112
11.4.1 Slijtageonderdelen controleren 112
11.4.2 Boutverbindingen controleren 112
11.5 Doseerschuifinstelling kalibreren 112
11.6 Roerwerk op slijtage controleren 114
11.6.1 Roerwerk demonteren 114
11.6.2 Roerwerk RWK AX 140 op slijtage controleren 115
11.6.3 Roerwerk RWK AX 160 op slijtage controleren 115
11.6.4 Roerwerk RWK AX 165 op slijtage controleren 116
11.6.5 Roerwerk RWK AX180 op slijtage controleren 116
11.6.6 Roerwerk RWK AX 220 op slijtage controleren 116
11.6.7 Roerwerk RWK AX 240 op slijtage controleren 117
11.6.8 Framering op slijtage controleren 117
11.6.9 Aanslagring en reservoir op slijtage controleren 118
11.7 Strooischoepen vervangen 118
11.8 Drijfwerkolie 120
11.8.1 Hoeveelheid en soorten 120
11.8.2 Oliepeil controleren 120
11.8.3 Vullen met olie 121
12 Voorbereiden voor de winter en conserveren 122
12.1 Veiligheid 122
12.2 Voorbereiden voor de winter 122
Inhoudsopgave
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 5
12.3 Machine conserveren 122
13 Afvoer 124
13.1 Veiligheid 124
13.2 Machine afvoeren 124
14 Appendix 125
14.1 Aanhaalmoment 125
15 Garantie en vrijwaring 127
Inhoudsopgave
65900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
1 Gebruik volgens de voorschriften
De zand- en zoutstrooiers met één strooischijf van de serie AXEO enkel overeenkomstig de
aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing gebruiken.
De zand- en zoutstrooiers met één strooischijf van de serie AXEO zijn gebouwd overeenkomstig hun
beoogd gebruik.
Ze mogen uitsluitend worden gebruikt voor het strooien van goed naglijdende strooimiddelen
zoals split (3/5), zand en zout resp. in de landbouw voor het strooien van meststoffen in
korrelvorm.
De machine is bestemd voor driepuntsaanbouw aan een tractor en voor bediening door één persoon.
De zand- en zoutstrooier met één strooischijf wordt in de hiernavolgende hoofdstukken met “machine”
aangeduid.
Elk gebruik dat verder gaat dan deze bepalingen wordt beschouwd als niet volgens de voorschriften.
Voor hieruit resulterende schade kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Het risico ligt
uitsluitend bij de gebruiker.
Bij het gebruik volgens de voorschriften hoort ook het naleven van de door de fabrikant
voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en servicebepalingen. Als reserveonderdelen alleen
RAUCH originele reserveonderdelen van de fabrikant gebruiken.
De machine mag alleen worden gebruikt, onderhouden en gerepareerd door personen die vertrouwd
zijn met de eigenschappen van de machine en op de hoogte zijn van de gevaren.
De aanwijzingen met betrekking tot de werking, het onderhoud en een veilige omgang met de
machine zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing, en de vorm van de waarschuwingen en
waarschuwingstekens op de machine zoals aangegeven door de fabrikant, moeten tijdens het gebruik
van de machine worden opgevolgd. De toepasselijke voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
de overige algemeen erkende veiligheidstechnische, bedrijfsgeneeskundige en verkeersregels
moeten bij het gebruik van de machine worden opgevolgd.
Eigenmachtige veranderingen aan de machine zijn niet toegestaan. Voor uit de veranderingen
resulterende schade kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
nTe voorziene onjuiste toepassing
De fabrikant wijst door middel van de op de machine aangebrachte waarschuwingen en
waarschuwingstekens op te voorziene foutieve toepassingen. Neem altijd goed nota van deze
waarschuwingen en waarschuwingstekens. Zo voorkomt u dat de machine op een wijze gebruikt
wordt die niet conform de gebruiksaanwijzing is.
1. Gebruik volgens de voorschriften
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 7
2 Aanwijzingen voor de gebruiker
2.1 Over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de machine.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, deskundig en economisch
gebruik en onderhoud van de machine. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de ermee
bestuurde machine te verhogen.
De gehele documentatie, bestaande uit deze gebruiksaanwijzing en alle leveranciersdocumentatie,
binnen handbereik op de plaats van inzet van de machine (bijv. in de tractor) bewaren.
Bij verkoop van de machine de gebruiksaanwijzing eveneens worden doorgeven.
De gebruiksaanwijzing richt zich tot de gebruiker van de machine en diens bedienings- en
onderhoudspersoneel. Elke persoon die belast is met de volgende werkzaamheden aan de machine,
moet ze lezen, begrijpen en toepassen:
• bediening,
onderhoud en reiniging,
verhelpen van storingen.
Neem in het bijzonder het volgende in acht:
het hoofdstuk ‘Veiligheid’;
de waarschuwingen in de tekst van de afzonderlijke hoofdstukken.
De gebruiksaanwijzing vervangt niet uw eigen verantwoordelijkheid als exploitant en
bedieningspersoneel van de machinebesturing.
2.2 Opbouw van de gebruiksaanwijzing
De gebruiksaanwijzing is verdeeld in zes inhoudelijke zwaartepunten:
Aanwijzingen voor de gebruiker
• Veiligheidsaanwijzingen
• Machinegegevens
Instructies voor de bediening van de machine
Aanwijzingen voor het herkennen en verhelpen van storingen
Onderhouds- en reparatievoorschriften
2. Aanwijzingen voor de gebruiker
85900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
2.3 Aanwijzingen voor de tekstweergave
2.3.1 Handleidingen en instructies
Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn als volgt weergegeven.
uHandelingsinstructie stap 1
uHandelingsinstructie stap 2
2.3.2 Opsommingen
Opsommingen zonder dwingende volgorde zijn als lijst met opsommingspunten weergegeven:
Eigenschap A
Eigenschap B
2.3.3 Verwijzingen
Verwijzingen naar andere tekstpassages in het document zijn weergegeven met paragraafnummer,
titeltekst resp. paginavermelding:
Voorbeeld: Neem ook in acht 3 Veiligheid
Verwijzingen naar andere documenten zijn weergegeven als aanwijzing of instructie zonder
nauwkeurige hoofdstuk- of paginavermeldingen:
Voorbeeld: Neem de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de aftakas in acht.
2. Aanwijzingen voor de gebruiker
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 9
3 Veiligheid
3.1 Algemene aanwijzingen
Het hoofdstuk Veiligheid bevat fundamentele waarschuwingen, werk- en
verkeersveiligheidsvoorschriften voor de omgang met de aangebouwde machine.
Het opvolgen van de aanwijzingen in dit hoofdstuk is van fundamenteel belang voor een veilige
omgang met en een storingsvrij gebruik van de machine.
Bovendien zijn in de andere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing verdere waarschuwingen te
vinden, die u eveneens nauwkeurig in acht dient te nemen. De waarschuwingen zijn vóór de
betreffende handelingen geplaatst.
Waarschuwingen bij de leverancierscomponenten vindt u in de dienovereenkomstige
leveranciersdocumentatie. Neem eveneens goed nota van deze waarschuwingen.
3.2 Betekenis van de waarschuwingen
In deze gebruiksaanwijzing zijn de waarschuwingen systematisch gerangschikt overeenkomstig de
ernst van het gevaar en de waarschijnlijkheid van het optreden.
De gevarentekens attenderen u op restrisico’s bij de omgang met de machine. De gebruikte
waarschuwingen zijn hierbij als volgt opgebouwd:
Symbool + signaalwoord
Uitleg
Gevaarniveaus van de waarschuwingen
Het gevaarniveau wordt aangeduid met het signaalwoord. De gevaarniveaus zijn als volgt ingedeeld:
GEVAAR!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het
leven van personen.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
uDe beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
3. Veiligheid
10 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
WAARSCHUWING!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot ernstig letsel.
uDe beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
VOORZICHTIG!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor een mogelijk gevaarlijke situatie voor de gezondheid van
personen.
Het niet naleven van deze waarschuwingen leidt tot letsel.
uDe beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
LET OP!
Soort en bron van het gevaar
Deze waarschuwing waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot schade aan het product en in de omgeving.
uDe beschreven maatregelen ter vermijding van dit gevaar absoluut in acht nemen.
Dit is een aanwijzing:
Algemene aanwijzingen bevatten gebruikstips en bijzonder nuttige informatie, maar geen
waarschuwingen voor gevaren.
3.3 Algemene informatie over de veiligheid van de machine
De machine is gebouwd volgens de actuele stand van de techniek en de erkende technische
voorschriften. Toch kunnen bij het gebruik en het onderhoud ervan gevaren voor de gezondheid en
voor lijf en leven van gebruiker of derden resp. beschadigingen van de machine en andere materiële
zaken ontstaan.
Gebruik daarom de machine:
uitsluitend in correcte en verkeersveilige staat,
met besef van veiligheid en gevaren.
Voorwaarde hiervoor is dat u de inhoud van deze gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebt. U
kent de desbetreffende ongevallenpreventievoorschriften alsook de algemeen erkende
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 11
veiligheidstechnische, arbeidsgeneeskundige en verkeersregels, en u kunt de voorschriften en regels
ook toepassen.
3.4 Aanwijzingen voor de exploitant
De exploitant is verantwoordelijk voor het gebruik van de machine volgens de voorschriften.
3.4.1 Kwalificatie van het personeel
Personen die zich bezighouden met de bediening, het onderhoud of de reparatie van de machine
moeten vóór aanvang van de werkzaamheden deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen.
De machine mag uitsluitend worden gebruikt door geïnstrueerd en door de exploitant
geautoriseerd personeel.
Personeel in opleiding/cursus/instructie mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan
de machine werken.
Alleen gekwalificeerd onderhoudspersoneel mag onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitvoeren.
3.4.2 Instructie
Verkooppartners, fabrieksvertegenwoordigers of medewerkers van de firma instrueren de exploitant in
de bediening en het onderhoud van de machine.
De exploitant dient ervoor te zorgen dat nieuw bedienings- en onderhoudspersoneel zorgvuldig wordt
geïnstrueerd in de bediening en het onderhoud van de machine met inachtneming van deze
gebruiksaanwijzing.
3.4.3 Ongevallenpreventie
De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk geregeld. Voor het
naleven van de in het land van gebruik geldende voorschriften is de exploitant van de machine
verantwoordelijk.
Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen:
Laat de machine nooit zonder toezicht werken.
Tijdens het werk en het transport mag de machine in geen geval worden beklommen
(meerijverbod).
Gebruik de onderdelen van de machine niet als hulp bij het opstappen.
Draag geen wijde kleding. Vermijd werkkleding met riemen, franjes of andere delen die ergens
vast zouden kunnen haken.
Let bij de omgang met chemicaliën op de waarschuwingen van de desbetreffende fabrikant.
Mogelijkerwijze moet u persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dragen.
3.5 Aanwijzingen voor de gebruiksveiligheid
Gebruik de machine uitsluitend in gebruiksveilige toestand. Zo voorkomt u gevaarlijke situaties.
3. Veiligheid
12 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.5.1 Opheffen en bewegen van de machine
De machine wordt af fabriek staand op een pallet geleverd.
Hef de machine uitsluitend met een geschikte hefwagen of vorkheftruck op bij de pallet. Neem het
totale gewicht in acht.
Hef de machine nooit bij de voorraadbak op en tracht ze er nooit aan te bewegen, noch bij andere
gemarkeerde aanslagpunten.
3.5.2 Machine parkeren
Parkeer de machine alleen met lege voorraadbak op een horizontale, stevige ondergrond.
Wordt de machine alleen (zonder tractor) geparkeerd, dan opent u de doseerschuif volledig. De
terughaalveer wordt ontspannen; eventueel in de voorraadbak terechtgekomen water vloeit af.
3.5.3 De machine vullen
Vul de machine alleen wanneer de machine aan een tractor is gemonteerd resp. aangehangen
(afhankelijk van de machine).
Vul de machine alleen bij stilstaande motor van de tractor. Verwijder de contactsleutel om te
voorkomen dat de motor gestart kan worden.
Zorg ervoor dat er voldoende vrije ruimte is aan de vulzijde.
Gebruik geschikte hulpmiddelen voor het vullen (bijv. laadschop, transportschroef).
Vul de machine maximaal tot randhoogte. Controleer het vulpeil.
Gebruik de machine alleen met gesloten beschermroosters. U voorkomt zo storingen tijdens het
strooien door klonterend strooigoed of door vreemde voorwerpen.
3.5.4 Controles vóór de inbedrijfstelling
Controleer vóór de eerste en iedere verdere inbedrijfstelling de machine op gebruiksveiligheid.
Zijn alle veiligheidsvoorzieningen op de machine aanwezig en functioneren deze?
Zijn alle bevestigingsdelen en dragende verbindingen vast aangebracht en verkeren deze in
correcte staat?
Verkeren de strooischijven, de strooischoepen en hun bevestigingen in ordentelijke toestand?
Is het beschermrooster in de voorraadbak vergrendeld?
Zijn alle vergrendelingen goed gesloten?
Bevinden zich geen personen in de gevarenzone van de machine?
Verkeert de aftakasbescherming in correcte staat?
Controleer de aanbouwhoogte. De afstand van de onderkant van het frame tot de grond mag niet
groter dan 120 cm zijn.
3.5.5 Gevarenzone
Weggeslingerd strooimiddel kan leiden tot ernstig letsel (bijv. van de ogen).
Als men tussen de tractor en de machine gaat staan, bestaat ernstig tot dodelijk gevaar door
wegrollen van de tractor of door machinebewegingen.
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 13
De volgende afbeelding toont de gevarenzones van de machine.
Afb. 1: Gevarenzone bij aangehangen apparaten
A Gevarenzone tijdens het strooibedrijf B Gevarenzone bij het aankoppelen/
afkoppelen van de machine
Let er op dat zich niemand in het strooibereik [A] van de machine bevindt.
Zet de machine en de tractor onmiddellijk stil indien er zich personen in de gevarenzone van de
machine bevinden.
Als u de machine aan de tractor koppelt/ervan loskoppelt of de krachthendel moet bedienen,
stuurt u alle personen uit de gevarenzones [B]
3.5.6 Lopend bedrijf
Bij functiestoringen van de machine moet u de machine onmiddellijk stilzetten en beveiligen. Laat
de storingen direct verhelpen door hiervoor gekwalificeerd personeel.
Stap nooit bij ingeschakelde strooi-inrichting op de machine.
Gebruik de machine alleen met gesloten beschermroosters in de voorraadbak. Het
beschermrooster tijdens het bedrijf niet openen en niet verwijderen.
Gebruik de machine alleen met gesloten onderhoudsdeksel.
Roterende machineonderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Let er daarom op dat u nooit
met lichaamsdelen of kledingstukken in de buurt van roterende onderdelen komt.
Leg nooit vreemde voorwerpen (bijv. schroeven, moeren) in de voorraadbak.
Weggeslingerd strooimiddel kan leiden tot ernstig letsel (bijv. van de ogen). Let er daarom op dat
zich niemand in het strooibereik van de machine bevindt.
Bij te hoge windsnelheden moet u het strooien staken, daar het naleven van de strooizone niet
gewaarborgd kan worden.
Stap nooit onder elektrische hoogspanningsleidingen op de machine of de tractor.
3. Veiligheid
14 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.6 Gebruik van het strooimiddel
Onvakkundige keuze of toepassing van het strooimiddel kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of
milieuschade.
Informeer bij het kiezen van het strooimiddel naar de uitwerkingen ervan op mens, milieu en
machine.
Neem de instructies van de strooimiddelfabrikant in acht.
3.7 Hydraulisch systeem
Het hydraulisch systeem staat onder hoge druk.
Onder hoge druk ontsnappende vloeistoffen kunnen ernstig letsel veroorzaken en het milieu in gevaar
brengen. Neem goed nota van de volgende aanwijzingen om gevaren te vermijden:
Bedien de machine uitsluitend onder de maximaal toegestane bedrijfsdruk.
Maak de hydraulische installatie vóór alle onderhoudswerkzaamheden drukloos. Schakel de
motor van de tractor uit. Beveilig de motor tegen opnieuw inschakelen.
Draag bij het zoeken naar lekkages steeds een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
Zoek bij verwondingen met hydraulische olie onmiddellijk een arts op, aangezien zich ernstige
infecties voor kunnen doen.
Let er bij het aansluiten van de hydraulische slangen aan de tractor op dat het hydraulisch
systeem zowel aan de kant van de tractor als aan de kant van de machine drukloos is.
Verbind de hydraulische slangen van het tractor- en strooierhydrauliek enkel met de
voorgeschreven aansluitingen.
Vermijd verontreinigingen van de hydraulische kringloop. Hang de koppelingen altijd in de
daarvoor bestemde houders. Gebruik de stofkappen. Maak de verbindingen vóór het koppelen
schoon.
Controleer de hydraulische componenten en hydraulische slangleidingen regelmatig op
mechanische defecten, bijv. snij- en schuurplekken, beknellingen, knikken, scheurvorming,
poreusheid enz.
Ook bij juiste opslag en toegestane belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan
een natuurlijke veroudering. Daardoor is hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt.
De gebruiksduur van de slangleiding bedraagt maximaal 6 jaar inclusief een eventuele opslagtijd van
maximaal 2 jaar.
De productiedatum van de slangleiding is in maand en jaar vermeld op het slangkoppelstuk.
Laat de hydraulische leidingen bij beschadiging en na afloop van de voorgeschreven
gebruiksduur vervangen.
De vervangende slangleidingen moeten voldoen aan de technische eisen van de
apparaatfabrikant. Let in het bijzonder goed op de gegevens m.b.t. de maximale druk van de te
vervangen hydraulische leidingen.
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 15
3.8 Onderhoud en reparatie
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich
tijdens de bediening van de machine niet voordoen.
Voer derhalve onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst
zorgvuldig en met besef van gevaren.
3.8.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel
Alleen vakpersoneel mag laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en
hydraulische installatie uitvoeren.
3.8.2 Slijtageonderdelen
Houd de in deze gebruiksaanwijzing beschreven onderhouds- en reparatieintervallen nauwkeurig
aan.
Houd eveneens de onderhouds- en reparatieintervallen van de componenten van leveranciers
aan. Raadpleeg voor informatie hierover de betreffende leveranciersdocumentatie.
Wij adviseren u de toestand van de machine, in het bijzonder bevestigingsdelen,
veiligheidsrelevante kunststof onderdelen, hydraulisch systeem, doseerorganen en
strooischoepen, na elk seizoen door uw vakhandelaar te laten controleren.
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische
eisen. De technische eisen worden bv. door originele vervangingsonderdelen vervuld.
Zelfborgende moeren zijn uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Gebruik voor het
bevestigen van componenten (bijv. bij het vervangen van strooischoepen) steeds nieuwe
zelfborgende moeren.
3. Veiligheid
16 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.8.3 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
Zet vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en bij het verhelpen van
storingen de motor van de tractor uit. Wacht totdat alle draaiende delen van de machine tot
stilstand zijn gekomen.
Zorg ervoor dat niemand de machine onbevoegd kan inschakelen. Verwijder de contactsleutel
van de tractor.
Koppel voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden resp. voor werkzaamheden aan de
elektrische installatie de stroomtoevoer tussen de tractor en de machine los.
Controleer of de tractor met de machine correct is geparkeerd. Deze moeten met een lege
voorraadbak op een horizontale, stevige ondergrond staan en beveiligd zijn tegen wegrollen.
Beveilig de opgeheven machine aanvullend tegen vallen (bv. met een bok eronder), wanneer u
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden of inspecties onder de opgeheven machine moet
uitvoeren.
Maak vóór onderhouds- en reparatiewerkzaamheden het hydraulisch systeem drukloos.
Open het beschermrooster in de voorraadbak alleen wanneer de machine buiten werking is
gesteld.
Als u met de roterende aftakas moet werken, mag niemand in de buurt van de aftakas of de
cardanas verblijven.
Verhelp verstoppingen in de voorraadbak nooit met de hand of met de voet, maar gebruik
daarvoor altijd een geschikt gereedschap.
Richt bij de reiniging met hoge druk de waterstraal nooit direct op waarschuwingssymbolen,
elektrische inrichtingen, hydraulische componenten en glijlagers.
Controleer regelmatig of moeren en schroeven stevig zijn vastgeschroefd. Draai loszittende
verbindingen aan.
3.9 Verkeersveiligheid
Bij het rijden op de openbare weg moet de tractor met aangebouwde machine voldoen aan de
verkeersvoorschriften van het betreffende land. Voor het naleven van deze voorschriften zijn de
houder en de bestuurder van het voertuig verantwoordelijk.
3.9.1 Controle vóór aanvang van de rit
De controle bij het vertrek is een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid. Controleer direct vóór
iedere rit of de gebruiksomstandigheden, de verkeersveiligheid en de voorschriften van het
betreffende land worden nageleefd.
Wordt het toegestane totale gewicht aangehouden? Let op de toegestane asbelasting, de
toegestane rembelasting en het toegestane draagvermogen van de banden;.
Zie 5 Aslastberekening
Is de machine volgens de voorschriften aangebouwd?
Kan tijdens het rijden strooistof verloren gaan?
Let op het vulpeil van de strooistof in de voorraadbak.
De doseerschuif moet gesloten zijn.
Controleer de bandendruk en de werking van het remsysteem van de tractor.
Voldoen de verlichting en markering van de machine aan de voorschriften van uw land voor het
gebruik op de openbare weg? Let op de aanbrenging volgens de voorschriften.
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 17
3.9.2 Transportrit met de machine
Het rijgedrag, de stuur- en remeigenschappen van de tractor veranderen door de aangebouwde
machine. Zo wordt bijv. door de hoge effectieve belasting de vooras van uw tractor ontlast en
zodoende het stuurvermogen beïnvloed.
Pas uw rijgedrag aan de veranderde rijeigenschappen aan.
Let bij het rijden steeds op voldoende zicht. Is dit niet gewaarborgd (bijv. achteruit rijden), dan is
er een persoon nodig die aanwijzingen geeft.
Neem de toegestane maximumsnelheid in acht.
Vermijd bij bergop en bergaf rijden en dwars t.o.v. de helling rijden het maken van plotselinge
bochten. Door de verplaatsing van het zwaartepunt bestaat gevaar voor kantelen. Rijd bij een
oneffen, zacht terrein (bijv. veldinritten, trottoirbanden) zeer voorzichtig.
Om heen en weer pendelen te vermijden, stelt u de onderste hefarm bij de achtertrekhaak aan de
zijkant star in.
Verblijf van personen op de machine is tijdens het rijden en tijdens gebruik verboden.
3. Veiligheid
18 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.10 Veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies
3.10.1 Locatie van de veiligheidsinrichtingen en van de waarschuwingen en
instructies
Afb. 2: Positie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwings- en instructieaanwijzingen en reflectoren
- vooraan
[1] Instructieaanwijzing roerwerkstop
[2] Typeplaatje
[3] Serienummer
[4] Houder voor kabels en slangen
[5] Instructieaanwijzing maximale belasting
[6] Instructieaanwijzing toerental PTO
[7] Waarschuwing gebruiksaanwijzing lezen
[8] Waarschuwing uitworp materiaal
[9] Gele zijreflectoren
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 19
Afb. 3: Positie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwings- en instructieaanwijzingen en reflectoren
- achteraan
[1] Beschermrooster in de voorraadbak
[2] Instructieaanwijzing aanhaalkoppel
[3] Instelhendel
[4] Afdekking strooischijf
[5] Voorste strooischijfbescherming
[6] Rode reflectoren
[7] Verstelbare strooischijfbescherming
(strooibreedtebeperking)
[8] Waarschuwing bewegende onderdelen
[9] Onderhoudsdeksel
[10] Waarschuwing contactsleutel verwijderen
[11] Verlichting achteraan
[12] Waarschuwingsfolie
nAftakas
[1] Aftakasbescherming
3. Veiligheid
20 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.10.2 Functie van de veiligheidsinrichtingen
De veiligheidsinrichtingen beschermen uw gezondheid en uw leven.
• Vergewis u er vóór werkzaamheden met de machine van dat de veiligheidsinrichtingen goed
functioneren.
Gebruik de machine alleen met werkzame veiligheidsinrichtingen.
Benaming Functie
Beschermrooster in de
voorraadbak
Voorkomt het meesleuren van lichaamsdelen door het draaiende
roerwerk.
Voorkomt het afhakken van lichaamsdelen door de doseerschuif.
Voorkomt storingen tijdens het strooien door klompen strooimiddel,
grotere stenen en ander groot materiaal (zeefwerking).
Onderhoudsdeksel Maakt eenvoudige vervanging van het roerwerk mogelijk.
Voorste
strooischijfbescherming
Voorkomt gegrepen worden door de draaiende strooischijf van voren.
Voorkomt het uitwerpen van strooimiddel naar voren (richting tractor/
werkplek).
Verstelbare
strooischijfbescherming
(strooibreedtebeperking)
Voorkomt gegrepen worden door de draaiende strooischijf vanaf de
zijkant en van achteren.
Zekert het uitwerpen van het strooimiddel in de gewenste strooibreedte.
Kunststof afdekking voor de
strooischijf
Voorkomt gegrepen worden door de draaiende strooischijf van bovenaf.
Aftakasbescherming Voorkomt het intrekken van lichaamsdelen en kledingstukken in de
roterende aftakas.
Houder Ophangen van de slangen en kabels aan het frame.
Voorkomt het klemmen resp. knikken van de slangen en kabels.
Afb. 36 Houder voor kabels en slangen
3.11 Stickers waarschuwingen en instructies
Op de machine zijn verscheidene waarschuwingen en instructies aangebracht (voor de positie op de
machine zie 3.10.1 Locatie van de veiligheidsinrichtingen en van de waarschuwingen en instructies).
De waarschuwingen en instructies maken deel uit van de machine. Ze mogen niet worden verwijderd
of gewijzigd.
uOntbrekende of onleesbare waarschuwingen of instructies onmiddellijk vervangen.
Als bij reparaties nieuwe onderdelen worden gemonteerd, dienen hierop dezelfde waarschuwingen en
instructies te worden aangebracht als de waarschuwingen en instructies op de oorspronkelijke
onderdelen.
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 21
Bij de afdeling reserveonderdelen kunt u de juiste stickers met waarschuwingen en instructies
bestellen.
3.11.1 Stickers waarschuwingen
Pictogram Beschrijving
Gebruiksaanwijzing en waarschuwingen lezen.
Alvorens de machine in bedrijf te stellen, de gebruiksaanwijzing en
waarschuwingen lezen en in acht nemen. De gebruiksaanwijzing geeft
u uitvoerig uitleg over de bediening en geeft u waardevolle
aanwijzingen voor de bediening, het onderhoud en de reiniging.
Gevaar door uitworp van materiaal
Gevaar voor lichamelijk letsel door weggeslingerd strooigoed
Alle personen vóór de inbedrijfstelling uit de gevarenzone (het
strooibereik) van de machine wegsturen.
Gevaar door bewegende delen
Gevaar voor afhakken van lichaamsdelen
Het is verboden met de hand binnen het bereik van draaiende
onderdelen te komen.
Alvorens onderhoud, reparaties of instellingen uit te voeren, eerst de
motor uitschakelen en de contactsleutel verwijderen.
Contactsleutel verwijderen.
Alvorens onderhoud of reparaties uit te voeren, de motor uitschakelen
en de contactsleutel verwijderen. Stroomtoevoer verwijderen
Gevaar door hydraulisch systeem
Onder hoge druk ontsnappende hete vloeistoffen kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
De vloeistoffen kunnen eveneens door de huid dringen en infecties
veroorzaken.
Voorafgaand aan onderhoudswerkzaamheden het hydraulisch systeem
drukloos maken.
Draag bij het zoeken naar lekkages altijd een veiligheidsbril en
beschermende handschoenen.
Zoek bij letsel door hydraulische olie onmiddellijk een arts op.
Documentatie van de fabrikant in acht nemen.
3. Veiligheid
22 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3.11.2 Stickers met instructies
Pictogram Beschrijving
Nominaal toerental van de PTO
Het nominale toerental van de PTO bedraagt 540 omw./min.
Roerwerkstop
Bij gesloten doseerschuif moet het roerwerk gestopt worden.
Maximaal laadvermogen AXEO 2.1
Maximaal laadvermogen
Maximaal laadvermogen AXEO 18.1
Aanhaalmoment
voor de bevestiging van de voorraadbak aan het frame.
3.12 Typeplaat en machine-aanduiding
Controleer bij de levering van uw machine of alle noodzakelijke plaatjes aanwezig zijn.
Afhankelijk van het land van bestemming kunnen er extra plaatjes aan de machine zijn
aangebracht.
3. Veiligheid
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 23
Afb. 4: Typeplaatje
[1] Serienummer
[2] Fabrikant
[3] Machine
[4] Type
[5] Leeggewicht
[6] Bouwjaar
[7] Modeljaar
3.13 Verlichtingsinstallatie, reflectoren aan voorkant, zijkant en
achterkant
uDe lichttechnische inrichtingen volgens de voorschriften op de machine aanbrengen.
De lichttechnische inrichtingen moeten altijd in bedrijfsklare toestand zijn.
Ze mogen niet aan het zicht onttrokken of vuil zijn.
Het machinetype AXEO 18.1 is af fabriek van aan de voorschriften voldoende achterste en zijdelingse
markeringen voorzien (aanbrenging aan de machine zie 3.10.1 Locatie van de veiligheidsinrichtingen
en van de waarschuwingen en instructies).
Een verlichtingsinstallatie is optioneel verkrijgbaar voor de machine AXEO 2.1 en AXEO 6.1.
3. Veiligheid
24 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
4 Machinegegevens
4.1 Fabrikant
RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH
Victoria Boulevard E 200
77836 Rheinmünster
Germany
Tel.: +49 (0) 7229 8580-0
Fax: +49 (0) 7229 8580-200
Servicecentrum, Technische klantenservice
RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH
Postbus 1162
Fax: +49 (0) 7229 8580-203
4.2 Beschrijving van de machine
Gebruik de machine overeenkomstig het hoofdstuk 1 Gebruik volgens de voorschriften.
De machine bestaat uit de volgende modules.
Voorraadbak met roerwerk en uitloop
Frame en koppelingspunten
Aandrijfelementen (aandrijfas, drijfwerk of hydraulische motor)
Doseerelementen (roerwerk, doseerschuif, schaalverdeling voor strooihoeveelheid)
Elementen voor het instellen van de strooibreedte
Veiligheidsvoorzieningen - zie 3.10 Veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies
Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar.
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 25
4.2.1 Moduleoverzicht, achterkant
Afb. 5: Moduleoverzicht - achterkant
[1] Voorraadbak
[2] Instelcenter afgiftepunt
[3] Strooischijf
[4] Strooibreedtebeperkingsplaten
[5] Schaalverdeling voor strooihoeveelheid
[6] Roerwerk in de voorraadbak
4. Machinegegevens
26 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
4.2.2 Moduleoverzicht, voorkant
nPTO-aandrijving
Afb. 6: Moduleoverzicht - voorkant
[1] Slang- en kabelhouder
[2] Koppelingspunten
[3] Tandwielpen
[4] Drijfwerk
[5] Aftakashouder
[6] Frame
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 27
nHydraulische aandrijving
Afb. 7: Module-overzicht: Hydraulische aandrijving
[1] Stroomregelklep [2] Hydraulische motor
nVoorbeeld HydroControl (-HC)
Afb. 8: Module-overzicht: Voorbeeld HydroControl (-HC)
[1] Hydraulisch blok [2] Hydraulische motor
4. Machinegegevens
28 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
4.3 Varianten
4.3.1 Aandrijving met aftakas
AXEO 2.1
AXEO 6.1
AXEO 18.1
Functie/variant H C Q
Hydraulische doseerschuifbediening
Elektrische doseerschuifbediening
Elektronische strooihoeveelheidsregeling
Elektrische strooibreedtebeperking (optie)
Elektronische strooibreedtebeperking (optie)
4.3.2 Aandrijving met hydraulische motor
AXEO 2.1
AXEO 6.1
Functie/variant H-100 C-100 Q-100 Q-100-HC
Hydraulische doseerschuifbediening
Elektrische doseerschuifbediening
Elektrische strooibreedtebeperking
Elektronische strooihoeveelheidsregeling
Elektronische toerentalregeling
Elektrische strooibreedtebeperking (optie)
Elektronische strooibreedtebeperking
(optie)
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 29
AXEO 18.1
Functie/variant H-200 C-200 Q-200 Q-200-HC
Hydraulische doseerschuifbediening
Elektrische doseerschuifbediening
Elektrische strooibreedtebeperking
Elektronische strooihoeveelheidsregeling
Elektronische toerentalregeling
Elektrische strooibreedtebeperking (optie)
Elektronische strooibreedtebeperking (optie)
4.4 Technische gegevens
4.4.1 Technische gegevens basisversie
Gegevens AXEO 2.1 AXEO 6.1 AXEO 18.1
Totale breedte 100 cm 120 cm 150 cm
Totale lengte 87 cm 95 cm 121 cm
Vulhoogte
(basismachine) 96 cm 123 cm 128 cm
Afstand zwaartepunt van koppelpunt
voor onderste hefarm 40 cm 40 cm 55 cm
Vulbreedte 88 cm 109 cm 55 cm
Werkbreedte11 - 8 m 
Toerental PTO
max. 650 omw/min
Capaciteit 250 l 560 l 750 l
Hydraulische druk max. 200 bar
Geluidsdrukniveau2 (gemeten in de
gesloten cabine van de tractor) 75 dB(A)
1) Werkbreedte afhankelijk van de stand van de strooischoepen, het aantal strooischijven en het strooimiddel
2) Omdat het geluidsdrukniveau van de machine alleen bij draaiende tractor kan worden bepaald, hangt de daadwerkelijk
gemeten waarde hoofdzakelijk af van de gebruikte tractor.
4. Machinegegevens
30 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
nGewichten en lasten
Het leeggewicht (massa) van de machine verschilt afhankelijk van de combinatie van uitrusting en
opzetstuk.
Gegevens AXEO 2.1 AXEO 6.1 AXEO 18.1
Leeggewicht 130 kg 160 kg 230 kg
Laadvermogen max. 800  kg 1000  kg 1800  kg
4.4.2 Technische gegevens opzetstukken
De machine kan worden gebruikt met diverse opzetstukken en opzetcombinaties. Al naargelang
gebruikte uitrusting kunnen capaciteit, afmetingen en gewichten veranderen.
Opzetstuk AXEO 2.1 AX100
Wijziging capaciteit + 100 l
Wijziging vulhoogte + 104 cm
Opzetstukgewicht 14 kg
Opmerking 4-zijdig
Opzetstuk AXEO 18.1 AX 250 AX 500 AX 750
Wijziging capaciteit + 250 l + 500 l + 750 kg
Wijziging vulhoogte + 15 cm + 29 cm + 44 cm
Opzetstukgewicht 23 kg 35 kg 47 kg
Opmerking 4-zijdig 4-zijdig 4-zijdig
4.5 Speciale uitrusting
Wij adviseren u de uitrustingen door uw handelaar of uw erkende werkkrachten op de
basismachine te laten monteren.
Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar.
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 31
De beschikbare speciale uitrustingen zijn afhankelijk van het land waar de machine gebruikt wordt
en zijn hier niet volledig opgesomd.
Neem contact op met uw dealer/importeur indien u een bepaalde speciale uitrusting nodig
heeft.
4.5.1 Opzetstukken
Met een opzetstuk voor de voorraadbak kunt u de capaciteit van de basistoestellen verhogen.
De opzetstukken worden op het basisapparaat geschroefd.
U vindt een overzicht van opzetstukken in hoofdstuk 4.4.2 Technische gegevens opzetstukken
4.5.2 Afdekzeil
Door gebruik van een afdekzeil op de bak kunt u het strooimiddel beschermen tegen nattigheid en
vocht.
Het afdekzeil wordt zowel op het basistoestel als op het extra gemonteerde opzetstuk van de
voorraadbak geschroefd.
Afdekzeil Toepassing
AP-X 2, klapbaar Basismachine: AXEO 2.1
Opzetstuk: AX 100
AP-X 6, klapbaar Basismachine: AXEO 6.1
AP-X 18, klapbaar Basismachine: AXEO 18.1
Opzetstuk: AX 250, AX 500, AX 750
4.5.3 Elektrische afstandsbediening
Via een elektrische afstandsbediening kunt u de doseerschuif of de strooibreedtebeperking vanuit de
tractor bedienen.
Voor de elektrische afstandsbediening heeft u een 12-V-aansluiting (2-polig stopcontact) aan de
tractor nodig.
4. Machinegegevens
32 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Via de elektrische VariSpread afstandsbediening kunt u de doseerschuif, de halfzijdechuif en de
strooibreedtebeperking vanuit de tractor bedienen.
4.5.4 Hydraulische afstandsbediening (doseerschuif)
Via de hydraulische afstandsbediening kunt u de doseerschuif vanuit de tractor bedienen.
4.5.5 Spatbeschermer
Benaming Toepassing
Spatbeschermer • Basismachine
Spatbeschermer Afmetingen in cm (B x H) Toepassing
STS 2 120 x 100 Basismachine AXEO 2.1
Basismachine AXEO 6.1
Spatbeschermer Afmetingen in cm (B x H) Toepassing
STS 6 150 x 100 Basismachine AXEO 2.1
Basismachine AXEO 6.1
Spatbeschermer Afmetingen in cm (B x H) Toepassing
STS 18 180 x 100 Basismachine AXEO 18.1
Spatbeschermer Afmetingen in cm (B x H) Toepassing
STS 20 190 x 100 Basismachine AXEO 18.1
4.5.6 Roerwerk
nRWK AX 140
Het roerwerk RWK AX 140 dient voor korrelige meststof.
In afzonderlijke gevallen kan met de RWK AX 140 ook droog, goed stromend zout gestrooid worden.
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 33
Afb. 9: Roerwerk RWK AX 140
nRWK AX 160
Het roerwerk RWK AX 160 dient voor split.
Afb. 10: Roerwerk RWK AX 160
nRWK AX 165
Het roerwerk RWK AX 165 dient voor split.
Afb. 11: Roerwerk RWK AX 165
nRWK AX 180
LET OP!
Materiële schade door verkeerde combinatie roerwerk/strooimiddel
Het strooien van split met het roerwerk RWK AX 180 of RWK AX 220 kan schade aan het drijfwerk
en de hydraulische motoren veroorzaken.
uEnkel voor het gemonteerde roerwerk toegestane strooimiddelen gebruiken.
Het roerwerk RWK AX 180 dient voor zand en vochtig zout.
4. Machinegegevens
34 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Afb. 12: Roerwerk RWK AX 180
nRWK AX 220
LET OP!
Materiële schade door verkeerde combinatie roerwerk/strooimiddel
Het strooien van split met het roerwerk RWK AX 180 of RWK AX 220 kan schade aan het drijfwerk
en de hydraulische motoren veroorzaken.
uEnkel voor het gemonteerde roerwerk toegestane strooimiddelen gebruiken.
Het roerwerk RWK AX 220 dient voor droog zout.
Afb. 13: Roerwerk RWK AX 220
nRWK AX 240
Het roerwerk RWK AX 220 dient voor split-zoutmengsels.
Afb. 14: Roerwerk RWK AX 240
4.5.7 Adapter voor aanbouw categorie 1N
Met deze adapter kan de AXEO 2.1 aan een tractor met categorie 1N worden aangebouwd.
4. Machinegegevens
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 35
Het gebruik van de adapter voor de machine AXEO 2.1 reduceert het maximaal toegestane
laadvermogen tot 300 kg.
4.5.8 Verlichting BLO 18
De verlichting is bij de machine AXEO 18.1 standaard inbegrepen. De machines AXEO 2.1 en
AXEO 6.1 kunnen met een verlichting uitgerust worden.
Verlichting Toepassing
BLO 18 Verlichting naar achteren
zonder waarschuwingsbord
Aanbouwapparaten zijn onderworpen aan de verlichtingsvoorschriften van de wegenverkeerswet.
Neem goed nota van de voorschriften in het desbetreffende land.
4.5.9 Aftakas met sterslipkoppeling
De sterslipkoppeling begrenst het koppel bij overbelasting.
4. Machinegegevens
36 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
5 Aslastberekening
WAARSCHUWING!
Overlading
Bevestigde units aan het driepuntsscharnier aan de voor- of achterzijde mag er niet voor zorgen
dat het goedgekeurde totaalgewicht wordt overschreden.
uVoordat u de machine gebruikt, moet u controleren of aan deze voorwaarden is voldaan.
uVoer de volgende berekeningen uit of weeg de trekkermachine-combinatie.
Berekenen van het totaalgewicht, de
asbelastingen, de draagkracht van de
banden en de benodigde minimale
ballastgewichten:
Voor de berekening hebt u de volgende
gegevens nodig:
Omschrijving Units Omschrijving Verkregen door
T kg
Leeggewicht van de trekker Zie de gebruikershandleiding
van de trekker
Meten op weegschaal
T1 kg
Voorasbelasting van de lege
trekker
Zie de gebruikershandleiding
van de trekker
Meten op weegschaal
T2 kg
Achterasbelasting van de lege
trekker
Zie de gebruikershandleiding
van de trekker
Meten op weegschaal
t kg Asbelasting (trekker + machine) Meten op weegschaal
t1 kg Belasting op vooras (trekker +
machine)
Meten op weegschaal
t2 kg Belasting op de achteras (trekker
+ machine)
Meten op weegschaal
5. Aslastberekening
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 37
Omschrijving Units Omschrijving Verkregen door
M1 kg
Totaalgewicht machine voor of
gewicht voor
Zie prijslijst en/of
gebruikershandleiding van de
machine
Meten op weegschaal
M2 kg
Totaalgewicht machine achter of
gewicht achter
Zie prijslijst en/of
gebruikershandleiding van de
machine
Meten op weegschaal
a m
Afstand tussen zwaartepunt van
de uitrusting of de voorbelasting
en de midden vooras
Zie prijslijst en/of
gebruikershandleiding van de
machine
Afmetingen
b m
Afstand tussen de trekkerassen Zie de gebruikershandleiding
van de trekker
Afmetingen
c m
Afstand tussen midden achteras
en midden van de
kogelgewrichten van de
trekstang
Zie de gebruikershandleiding
van de trekker
Afmetingen
d m
Afstand tussen midden
kogelgewrichten van de
trekstang en het zwaartepunt van
machine achter of gewicht achter
Zie prijslijst en/of
gebruikershandleiding van de
machine
Machine achter of voor/achter-combinatie:
1) Berekening van het minimum voorballastgewicht M1 minimum
M1 minimum = [ M2 x (c+d) - T1 x b + 0.2 x T x b ] / [a+b]
Noteer het berekende minimum extra gewicht in de tabel.
Machine voor:
2) Berekening van het minimum achterballastgewicht M2 minimum
M2 minimum = [ M1 x a - T2 x b + 0.45 x T x b] / [ b + c + d ]
Noteer het berekende minimum extra gewicht in de tabel.
3) Berekening van de werkelijke belasting vooras berekenen T1
Als de machine vooraan (M1) lichter is dan het vereiste minimumgewicht voor (minimum), verhoog
dan het gewicht van de machine vooraan tot het vereiste minimumgewicht vooraan bereikt is
5. Aslastberekening
38 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
3) Berekening van de werkelijke belasting vooras berekenen T1
T1 werkelijk = [ M1 x (a+b) + T1 x b - M2 x (c+d) ] / [ b ]
Noteer de berekende werkelijke en de in de gebruikershandleiding van de trekker vermelde
toelaatbare belasting van de vooras in de tabel.
4) Berekening van het totale gewicht M werkelijk
Als de machine vooraan (M2) lichter is dan het vereiste minimumgewicht achter (minimum), verhoog
dan het gewicht van de machine achter tot het vereiste minimumgewicht achter bereikt is
M werkelijk = M1 + T + M2
Noteer het berekende werkelijke en het in de gebruikershandleiding van de trekker vermelde
toelaatbare totaalgewicht in de tabel.
5) Berekening van de werkelijke belasting achteras T2
T2 werkelijk = M werkelijk - T1 werkelijk
Noteer de berekende werkelijke en de in de gebruikershandleiding van de trekker vermelde
achterasbelasting in de tabel.
6) Draagkracht van de banden
Noteer de dubbele waarde (2 banden) van de toegestane draagkracht (zie specificaties van de
bandenleverancier).
Tabel:
Werkelijke waarde
volgens berekening
Toegestane waarde
volgens de
gebruikershandleiding
Verdubbel de
toegestane
draagkracht per band
(2 banden)
Minimumgewicht voor/
achter kg
Totaal gewicht kg kg
Voorasbelasting kg kg kg
Achterasbelasting kg kg kg
Het minimumgewicht moet aan de trekker bevestigd worden in de vorm van
een machine of ballastgewicht.
De berekende waarden moeten kleiner of gelijk zijn aan de toelaatbare
waarden.
5. Aslastberekening
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 39
6 Transport zonder tractor
6.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Vóór het transport van de machine moet u op de volgende aanwijzingen letten:
Zonder tractor de machine alleen met lege voorraadbak transporteren.
Enkel geschikte en geïnstrueerde personen die uitdrukkelijk daartoe de opdracht hebben
gekregen, mogen de werkzaamheden uitvoeren.
Geschikte transportmiddelen en hefwerktuigen (bijv. kraan, vorklift, hijswagen, katrollen ...)
gebruiken.
De transportweg op tijd vastleggen en mogelijke hindernissen verwijderen.
De werking van alle veiligheids- en transportinrichtingen controleren.
Alle gevaarlijke plaatsen dienovereenkomstig beveiligen, ook al zijn ze maar kortstondig
voorhanden.
De voor het transport verantwoordelijke persoon zorgt voor het ordentelijke transport van de
machine.
Onbevoegde personen uit de buurt van de transportweg houden. De desbetreffende zones
afsluiten!
Machine voorzichtig transporteren en zorgvuldig behandelen.
Let op de zwaartepuntcompensatie! Stel de kabellengte indien nodig zodanig in dat de machine
recht aan het transportmiddel hangt.
Machine zo dicht mogelijk bij de grond naar de plaats van opstelling transporteren.
6.2 Be- en ontladen, parkeren
uGewicht van de machine bepalen.
wGegevens op het typeplaatje controleren.
wLet op het gewicht van de aangebouwde speciale uitrustingen.
uTil de machine voorzichtig op met een geschikt hijswerktuig.
uPlaats de machine voorzichtig op de laadvloer van het transportvoertuig of op een stabiele
ondergrond.
6. Transport zonder tractor
40 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
7 Inbedrijfstelling
7.1 Overname van de machine
Controleer bij de overname van de machine de volledigheid van de levering.
Bij de standaard levering horen:
1 schotelstrooier met één strooischijf van de serie AXEO
1 gebruiksaanwijzing AXEO
1 bout voor bovenste hefarm met luns en veiligheidsketen
2 bouten voor onderste hefarm met luns en veiligheidsketen
1 verstelbare strooibreedtebeperking
1 strooischijf
1 aftakas inclusief gebruiksaanwijzing (variant H, C, Q)
1 beschermrooster
Variant Q of Q-100/200-HC: Bedieningseenheid QUANTRON-K2
Variant C: Bedieningseenheid E-CLICK
Controleer ook extra bestelde speciale uitrustingen.
Stel vast of transportschade is opgetreden of onderdelen ontbreken. Laat transportschade door de
transporteur bevestigen.
Controleer bij de overname of de aanbouwdelen stevig en goed vastzitten.
Neem bij twijfel contact op met uw dealer of direct met onze fabriek.
7.2 Trekkervereisten
Om de machine van de serie AXEO veilig en volgens de voorschriften te gebruiken, moet de tractor
de noodzakelijke mechanische, hydraulische en elektrische voorwaarden vervullen.
Aftakasaansluiting: 1 3/8 inch, 6-delig, 540 omw/min
Versie H: Olievoeding: max. 200 bar, enkelvoudig werkend stuurventiel
Boordspanning: 12 V
Driepuntsophanging categorie I voor AXEO 2.1 en 6.1
Driepuntsophanging categorie II voor AXEO 18.1
Versie H-100/200:
2 enkelvoudig werkende stuurventielen
1 vrije retourleiding
Olievoeding: max. 200 bar
Versie C-100/200, Q-100/200, Q 100-HC7200-HC:
1 enkelvoudig werkend stuurventiel
1 vrije retourleiding
Olievoeding: max. 200 bar
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 41
7.3 Aftakas aan de machine monteren
De machine kan met een drijfwerk als aandrijving voor strooischijf en roerwerk uitgerust zijn.
In deze uitvoering zijn verschillende aftakassen verkrijgbaar:
Aftakas met volledige bescherming
Aftakas met sterslipkoppeling en volledige bescherming. Zie 4.5.9 Aftakas met sterslipkoppeling
GEVAAR!
Gevaar voor intrekken bij de draaiende aftakas
Aanbouwen en demonteren van de aftakas bij lopende motor kan leiden tot zeer ernstig letsel
(beknellingen, intrekken in de roterende as).
uMotor van de tractor uitzetten en de contactsleutel verwijderen.
uErvoor zorgen dat de aftakasbescherming zich in correcte toestand bevindt.
LET OP!
Materiële schade door ongeschikte aftakas
De machine wordt met een aftakas geleverd, die apparaat- en vermogensafhankelijk ontworpen is.
Het gebruik van een aftakas die verkeerde afmetingen heeft of niet toegestaan is, bijvoorbeeld
zonder bescherming of ophangketting, kan tot schade aan de tractor en aan de machine leiden.
uGebruik uitsluitend door de fabrikant toegelaten aftakassen.
uNeem goed nota van de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de aftakas.
uControleer de aanbouwpositie.
Het met het tractorsymbool gemarkeerde uiteinde van de aftakas is naar de tractor gericht.
uAan de smeernippel [1] aan de
aftakasbescherming trekken.
uKunststof ring in de bajonetafsluiting van
de aftakasbescherming [2] met behulp van
een schroevendraaier in de richting van de
smeernippel schuiven.
Afb. 15: Beveiliging aftakas openen
7. Inbedrijfstelling
42 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uBeveiliging aftakas naar achteren trekken.
uBeveiliging aftakas en klem met de hand in de open positie houden.
uTandwielpen invetten. Aftakas op de
tandwielpen steken.
Afb. 16: Aftakas op de tandwielpen steken
uZeskantschroef en moer met sleutel SW 17
aanspannen (max. 35 Nm).
Afb. 17: Aftakas verbinden
uAftakasbescherming met slangklem over
de aftakas schuiven en tegen de
drijfwerkhals aanleggen.
uSlangklem aanspannen.
Afb. 18: Aftakasbescherming aanbrengen.
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 43
uKunststofring in de blokkeerpositie draaien.
uSmeernippel aan de aftakasbescherming in
de gesloten positie duwen.
Afb. 19: Aftakasbescherming vastzetten
Instructies voor demontage:
Demontage van de aftakas in omgekeerde volgorde als bij de montage.
Gebruik de ophangketting niet voor het ophangen van de aftakas.
uGedemonteerde aftakas steeds op de voorziene houder leggen.
Zie Afb. 6 Moduleoverzicht - voorkant
7.4 Machine aanbouwen aan de tractor
7.4.1 Voorwaarden
GEVAAR!
Levensgevaar door ongeschikte tractor
Het gebruik van een ongeschikte tractor voor de machine kan tot zeer zware ongevallen bij gebruik
en transportrit leiden.
uEnkel tractors gebruiken die aan de technische vereisten van de machine beantwoorden.
uAan de hand van de voertuigdocumenten controleren of uw tractor voor de machine geschikt
is.
Controleer in het bijzonder de volgende voorwaarden:
Is zowel de tractor als de machine veilig voor gebruik?
Voldoet de tractor aan de mechanische, hydraulische en elektrische eisen?
Stemmen de aanbouwcategorieën van tractor en machine overeen (evt. overleg met de
handelaar)?
Staat de machine stabiel op een vlakke, stevige ondergrond?
Stemmen de aslasten met de opgegeven berekeningen overeen?
7. Inbedrijfstelling
44 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
7.4.2 Aanbouw
GEVAAR!
Levensgevaar door onachtzaamheid of verkeerde bediening
Er bestaat levensgevaar door beknelling voor personen die zich bij het manoeuvreren met de
tractor of bij het bedienen van de hydraulica tussen tractor en machine bevinden.
De tractor kan door onachtzaamheid of verkeerde bediening te laat of helemaal niet worden
afgeremd.
uAlle personen uit de gevarenzone tussen tractor en machine wegsturen.
GEVAAR!
Gevaar voor kantelen en neervallen
Aan de aanbouwdelen en het frame van de machine zijn geen aanslag- of hefpunten voorzien.
Bij het heffen of bewegen van de machine aan de aanbouwdelen of het frame kan deze kantelen of
neervallen. Er bestaat levensgevaar.
uMachine op een pallet bevestigen.
De machine wordt aan de driepuntsophanging (achtertrekhaak) van de tractor aangebouwd.
Instructies bij de aanbouw
AXEO 2.1/6.1 op de tractor met categorie II alleen aansluiten met de afstandsmaat categorie I en
door het aanbrengen van verloopmoffen.
AXEO 18.1 op de tractor met categorie II alleen aansluiten met de afstandsmaat categorie II en
door het aanbrengen van verloopmoffen.
AXEO 2.1 op de tractor met categorie 1N alleen met een adapter aansluiten.
Het maximale laadvermogen wordt tot 300 kg gereduceerd.
De machine altijd horizontaal aanbouwen.
Borg de bouten van de onderste en bovenste hefarm met de daarvoor bestemde klapspieën of
veerstekkers.
De machine overeenkomstig de gegevens in de strooitabel aanbouwen. Dit waarborgt de correcte
dwarsverdeling van het strooimiddel.
Voorkom heen en weer slingeren tijdens de strooiwerkzaamheden. Zorg dat de machine aan de
zijkant weinig speling heeft.
Onderste hefarmen van de tractor met stabilisatiestutten of kettingen schragen.
nBepaling van de aanbouwhoogte
De opgave van de aanbouwhoogte heeft betrekking op de afstand van de onderkant van de
strooischijf tot de grond bij een horizontaal aangebouwde machine. De aanbouwhoogte [maat A]
bedraagt volgens het gebruiksdoel 55 cm.
uAfstand van de onderkant van het frame ten opzichte van de grond meten.
wDe afstand moet 33 cm [maat B] bedragen.
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 45
Afb. 20: Aanbouwhoogte bepalen
A 55 cm B 33 cm
Ter bescherming tegen onbedoeld aanraken van de strooischijf mag de afstand van de onderkant
van het frame tot de grond 120 cm [maat B] niet overschrijden. Dit beantwoordt aan een maximaal
toegestane aanbouwhoogte van de machine van 142 cm [maat A].
7. Inbedrijfstelling
46 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uTractor starten.
wControleren: de PTO is uitgeschakeld.
uTractor tegen de machine rijden.
wVanghaak van de onderste hefarm nog niet bevestigen.
wLet op voldoende vrije ruimte tussen de tractor en de machine voor aansluiting van de
aandrijvingen en stuurelementen.
uMotor van de tractor uitzetten. Handrem van de tractor aantrekken. Contactsleutel verwijderen.
uAftakas aan de tractor monteren.
uDe elektrische en hydraulische schuifbedieningen en de verlichting aansluiten.
uDe vanghaak van de onderste hefarm en de bovenste hefarm, vanuit de tractorcabine, aan de
hiervoor bestemde koppelpunten koppelen; zie de gebruiksaanwijzing van de tractor.
Wij adviseren omwille van veiligheid en comfort het gebruik van een vanghaak op de onderste
hefarm in combinatie met een hydraulische bovenste hefarm.
uControleren of de machine goed vastzit.
uMachine voorzichtig naar de gewenste hefhoogte optillen.
LET OP!
Materiële schade door te lange aftakas
Bij het heffen van de machine kunnen de helften van de aftakas in elkaar staan. Dit
veroorzaakt schade aan de aftakas, het drijfwerk of de machine.
uControleer de vrije ruimte tussen machine en tractor.
uHoud voldoende afstand (minimaal 20 tot 30 mm) aan tussen buitenbuis van de aftakas
en de veiligheidstrechter aan de strooizijde.
uEventueel de aftakas inkorten.
Alleen uw dealer of gespecialiseerde werkplaats mag de aftakas inkorten.
Neem voor controle en aanpassing van de aftakas de aanbouwinstructies en de
inkortingshandleiding in de gebruiksaanwijzing van de aftakasfabrikant in acht. De
gebruiksaanwijzing is bij de levering aangebracht op de aftakas.
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 47
7.5 Roerwerk monteren
Het roerwerk is met een bajonetafsluiting bevestigd.
Voor aangeboden roerwerken zie 4.5.6 Roerwerk
Voor demontage van het roerwerk zie 11.6 Roerwerk op slijtage controleren
uOnderhoudsdeksel openen.
uPTO invetten (bajonetsluiting en roerwerk
smeren)
uRoerwerk op de PTO zetten
uRoerwerk tegen de richting van de klok tot
de aanslag draaien
Erop letten dat de bajonetafsluiting van het
roerwerk veilig vergrendeld wordt.
uOnderhoudsdeksel sluiten.
Afb. 21: Roerwerk gemonteerd
7.6 Hydraulische aandrijving aansluiten
Afhankelijk van de variant is de machine uitgerust met een hydraulische motor als aandrijving voor de
strooischijf en het roerwerk.
Aan de tractor zijn een enkelvoudig werkend stuurventiel en een vrije retourleiding noodzakelijk.
Bijkomend is in de retourleiding een terugslagventiel ingebouwd.
De hydraulische aandrijving wordt via 2 hydraulische slangleidingen verbonden met de tractor.
uDe stekker met de rode beschermkap op de drukleiding aansluiten.
uDe stekker met de blauwe beschermkap op de retourleiding aansluiten.
uLeg de losgekoppelde hydraulische slangen enkel over de houder voor slangen en kabels. Zie
Afb. 36 Houder voor kabels en slangen
uLaat de gedemonteerde hydraulische slangen niet op de bodem hangen.
uVóór het loskoppelen de doseerschuif volledig openen (zie Afb. 35 Doseerschuif geopend,
hydraulische cilinder aan de eindaanslag).
nBetreft de varianten H-100/200, Q-100/200, C-100/200
De machine wordt aangedreven door een hydraulische motor met een verdringingsvolume van
100 cm³ of 200 cm³.
7. Inbedrijfstelling
48 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uStel het roerwerktoerental overeenkomstig de gegevens in de strooitabel in op uw strooimiddel.
uStel het roerwerktoerental in aan het handwiel van de stroomregelklep.
Afb. 22: Stroomregelklep
De aandrijving van de strooischijf en van het roerwerk voor de machines met HydroControl (variant
Q-100/200-HC) vindt automatisch plaats via de bedieningseenheid QUANTRON-K2.
De functie HydroControl wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid
QUANTRON-K2 beschreven.
7.7 Hydraulische schuifbediening aansluiten
Bij de machine wordt een enkelvoudig werkende hydraulische cilinder met een terughaalveer gebruikt:
oliedruk sluit, veerkracht opent.
De hydraulische schuifbediening wordt via een hydraulische slang verbonden met de trekker.
Aan de trekker is een enkelvoudig werkend stuurventiel noodzakelijk.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling en snijwonden in de zone van de strooihoeveelheidsverstelling
Bij het losmaken van de vaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag kan de schuifhefboom
onverwachts en schoksgewijs tegen het einde van de geleidingssleuf stoten en tot ernstig letsel
aan de vingers leiden.
uVaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag alleen losdraaien wanneer de
doseerschuif gesloten is.
uNooit de vingers in de geleidingssleuf van de strooihoeveelheidsinstelling steken.
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 49
Indien de machine op zichzelf (zonder tractor) geparkeerd wordt, de doseerschuif volledig openen:
De hydraulische cilinder staat op de eindaanslag, de terughaalveer is nog gespannen.
Aanbouw
uHydraulische installatie drukloos maken.
uSlangen uit de houders aan het frame van de machine nemen.
uSlangen in de desbetreffende koppeling van de tractor steken.
7.8 Elektrische schuifbediening aansluiten
De machines van de variant Q zijn met een elektronische schuifbediening uitgerust.
De elektronische schuifbediening wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid
QUANTRON-K2 beschreven. Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de bedieningseenheid.
7.9 Elektrische schuifbediening aansluiten
De machines van variant C zijn met een elektronische schuifbediening uitgerust.
De elektronische schuifbediening wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid
E-Click voor winterdienst beschreven. Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de
bedieningseenheid.
7.10 Actuator voor de strooibreedtebeperking aansluiten
Naargelang de variant is een actuator voor de elektrische verstelling van de strooibreedte aan de
machine aangebouwd.
7. Inbedrijfstelling
50 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Afb. 23: Markering van de besturingseenheden voor de strooibreedtebeperking
Aansluiting
uStekker van de actuator op de besturingsunit aansluiten.
7.11 Verlichting aansluiten
nAXEO 18.1
De verlichtingsinstallatie is in serie aan de machine gemonteerd.
uDe verlichting via de 7-polige stekker op de tractor aansluiten.
nAXEO 2.1/6.1
De verlichtingsinstallatie is optioneel verkrijgbaar. Zie Hoofdstuk 4.5.8 - Verlichting BLO 18 - Pagina 36
uDe verlichting via de 7-polige stekker op de tractor aansluiten.
nAXEO 2.1/6.1
De verlichtingsinstallatie is optioneel verkrijgbaar. Zie Hoofdstuk 4.5.8 - Verlichting BLO 18 - Pagina 36
uDe verlichting via de 7-polige stekker op de tractor aansluiten.
7. Inbedrijfstelling
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 51
7.12 Machine vullen
GEVAAR!
Letselgevaar door lopende motor
Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kan ernstig letsel ontstaan door contact
met het mechanisme en door uitgeworpen strooimiddel.
uDe machine nooit vullen terwijl de motor van de tractor draait.
uMotor van de tractor uitzetten.
uContactsleutel verwijderen.
uAlle personen uit de gevarenzone verwijderen.
GEVAAR!
Gevaar door niet toegestaan totaal gewicht
Het overschrijden van het toegestane totale gewicht kan breuk tijdens het bedrijf veroorzaken en
brengt de bedrijfs- en verkeersveiligheid van het voertuig (machine en tractor) in gevaar.
Zeer ernstig persoonlijk letsel, materiële schade en schade aan het milieu zijn mogelijk.
uDe gegevens in het hoofdstuk 4.4 Technische gegevens altijd in acht nemen.
uStel vóór het vullen vast hoeveel u kunt laden.
uHet toegestane totale gewicht aanhouden.
uDe doseerschuif sluiten.
uBij de bepaling van de maximaal toegestane laadhoeveelheid het specifieke gewicht van het
strooimiddel (kg/l) in acht nemen.
wHet gewicht van het strooimiddel is afhankelijk van de aard van het strooimiddel (bv. split,
zand, meststof) en de toestand ervan (droog, vochtig).
uMachine alleen vullen wanneer deze aan de tractor is aangebouwd. Zorg er daarbij voor dat de
tractor op een vlakke, stevige ondergrond staat.
utractor beveiligen tegen wegrollen. Trek de handrem aan.
uMotor van de tractor uitzetten en de contactsleutel verwijderen.
uMachine met hulpmiddelen (bijv. laadschop, transportschroef, silo) vullen.
uBij handmatig vullen (bv. laden met grote zakken) een geschikt opstapje gebruiken.
uMachine maximaal tot de randhoogte vullen.
De machine is gevuld.
7. Inbedrijfstelling
52 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
8 Afdraaiproef
Voor de exacte controle van de strooihoeveelheid adviseren wij bij iedere strooimiddelwissel een
afdraaiproef uit te voeren.
Voer de afdraaiproef uit:
vóór de eerste keer strooien
als de kwaliteit van het strooimiddel sterk veranderd is (vocht, hoog stofaandeel, korrelbreuk)
als er een nieuw strooimiddel wordt gebruikt.
De afdraaiproef moet bij lopende PTO bij stilstand of tijdens het rijden op een testtraject worden
uitgevoerd.
Bij de machines met variant Q voert u de afdraaiproef aan de bedieningseenheid QUANTRON-K2
uit.
De afdraaiproef wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid QUANTRON-K2
beschreven. Deze gebruiksaanwijzing vormt een bestanddeel van de bedieningseenheid
QUANTRON-K2.
8.1 Uitloophoeveelheid bepalen
Bepaal vóór aanvang van de afdraaiproef de streefstrooihoeveelheid.
Voorwaarde voor de bepaling van de streef-uitloophoeveelheid is kennis van de precieze rijsnelheid.
Voor het vaststellen van de streefstrooihoeveelheid per minuut hebt u nodig:
rijsnelheid,
• werkbreedte,
gewenste strooihoeveelheid
Voorbeeld: U wilt de streefstrooihoeveelheid vaststellen.
Uw rijsnelheid bedraagt 3 km/h,
de werkbreedte is op 4 m vastgelegd,
de strooihoeveelheid moet 50 g/m² bedragen.
Indien u uw waarden niet in de strooitabel vindt, moet u de streefstrooihoeveelheid via een formule
bepalen.
Streefstrooihoeve
elheid (kg/min) =
Rijsnelh. (km/u) x werkbreedte (m) x strooihoeveelheid (g/m2)
60
8. Afdraaiproef
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 53
Voorbeeld
3 km/h x 4 m x 50 g/m2
= 10 kg/min
60
8.2 Afdraaiproef uitvoeren
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door chemicaliën
Uitstromende strooimiddelen kunnen leiden tot letsel aan ogen en neusslijmvlies.
uDraag tijdens de afdraaiproef een veiligheidsbril.
uLet bij het gebruik van chemicaliën op de waarschuwingen van de desbetreffende fabrikant.
Draag de aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
uStuur alle personen vóór de afdraaiproef weg uit de gevarenzone van de machine.
Voorwaarden:
De doseerschuif is gesloten.
PTO en motor van de tractor zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen inschakelen door
onbevoegden.
Een voldoende grote voorraadbak staat klaar voor het opnemen van het strooimiddel.
Het leeggewicht van de voorraadbak is bekend.
Aan de hand van de strooitabel zijn de voorinstelwaarden voor de aanslag van de doseerschuif
vastgelegd en bekend.
In de voorraadbak is voldoende strooimiddel aanwezig.
Kies de tijd van de afdraaiproef zodanig dat een zo groot mogelijke hoeveelheid strooimiddel wordt
afgedraaid. Hoe groter de hoeveelheid, hoe hoger de nauwkeurigheid van de meting (bijv.:
streefstrooihoeveelheid: 10 kg/min, afdraaiproeftijd: 3 min, afgedraaide hoeveelheid strooimiddel:
30 kg).
8. Afdraaiproef
54 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uMonteer het roerwerk dat in de strooitabel voor het desbetreffende strooimiddel vermeld staat. Zie
7.5 Roerwerk monteren
uMachine vullen.
uLeg een folie of zet een opvangbak onder de machine om het strooimiddel op te vangen.
uDe instelhendel van de strooibreedtebeperking op de onderste aanslag (kleinste strooibreedte)
zetten.
uStel de doseerschuifaanslag in op de schaalwaarde uit de strooitabel.
uSchakel de tractor en de PTO in.
uOpen de doseerschuif voor de voorafgaandelijk vastgelegde afdraaiproeftijd (bijv. 60 seconden).
De doseerschuif na deze tijd weer sluiten.
uPTO en de tractor uitschakelen. Contactsleutel verwijderen.
uAfgedraaide hoeveelheid bepalen.
uVergelijk de reële hoeveelheid met de streefhoeveelheid.
Reële hoeveelheid = streefhoeveelheid: Instelhendel aan de doseerschuif is correct ingesteld.
Afdraaiproef beëindigen.
Reële hoeveelheid < streefhoeveelheid: Instelhendels aan de doseerschuif op lagere waarde
instellen en afdraaiproef herhalen.
Reële hoeveelheid > streefhoeveelheid: Instelhendels aan de doseerschuif op lagere waarde
instellen en afdraaiproef herhalen.
8. Afdraaiproef
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 55
9 Strooibedrijf
GEVAAR!
Letselgevaar door lopende motor
Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en
uitgeworpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden.
uVóór alle instel- en onderhoudswerkzaamheden wachten totdat alle draaiende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen.
uMotor van de tractor uitzetten.
uContactsleutel verwijderen.
uAlle personen uit de gevarenzone verwijderen.
9.1 Algemene aanwijzingen
Met de moderne techniek en constructie van onze machines en door uitgebreide, voortdurende tests
op de strooimiddeltestbank in de fabriek zelf werd gezorgd voor een correct strooibeeld.
Ondanks de door ons met zorg vervaardigde machines zijn ook bij gebruik volgens de voorschriften
afwijkingen in het strooibeeld of eventuele storingen niet uit te sluiten.
Mogelijke oorzaken daarvoor zijn:
veranderingen van de fysieke eigenschappen van het strooimiddel (bijv. verschillende verdeling
van de korrelgrootte, verschillende dichtheid, korrelvorm en -oppervlak, vocht)
klontering en vochtig strooimiddel
afdrift door wind: bij te hoge windsnelheden het strooien onderbreken;
verstoppingen of brugvormingen (bijv. door vreemde voorwerpen, zakresten, vochtig
strooimiddel...)
oneffenheden in het terrein;
slijtage van slijtonderdelen, bijv. roerwerk, strooischoepen, uitloop
beschadiging door inwerking van buitenaf;
gebrekkige reiniging en onderhoud tegen corrosie;
verkeerde aandrijftoerentallen en rijsnelheden;
verzuimen van de afdraaiproef of afdraaiproef met onjuiste waarden uitgevoerd (bv. verkeerd
toerental PTO)
verkeerde instelling van de machine.
Een reiniging na ieder gebruik van de machine voorkomt afzetting van residu’s op de bodem van
de voorraadbak. Zodoende vermindert u de slijtage van het roerwerk en verhoogt u de
gebruiksveiligheid van uw machine.
9. Strooibedrijf
56 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uLet op de correcte instellingen van de machine. Zelfs een geringe verkeerde instelling kan zorgen
voor een aanzienlijke nadelige invloed op het strooibeeld.
uControleer daarom vóór ieder gebruik en ook tijdens het gebruik uw machine op correct
functioneren en voldoende verspreidingsnauwkeurigheid (afdraaiproef uitvoeren).
Zeer harde strooimiddelen (bijv. split) verhogen de slijtage van de doseeronderdelen.
uGebruik altijd het meegeleverde beschermrooster om verstoppingen door bijv. vreemde
voorwerpen of meststofklonters te vermijden.
uKies voor het strooien het toerental van de PTO of de strooischijf waarmee u de afdraaiproef hebt
uitgevoerd.
Aanspraak op vergoeding van schade die niet aan de machine zelf is ontstaan, is uitgesloten.
Hieronder valt ook uitsluiting van aansprakelijkheid voor vervolgschade als gevolg van
strooifouten.
9.2 Algemene aanwijzingen bij het roerwerk
Naargelang het strooimiddel zijn er 5 verschillende roerwerken beschikbaar.
Roerwerktype Gebruik/strooimiddel Zie
RWK AX 140 Korrelige meststof Pagina 100
RWK AX 160 Split Pagina 98
RWK AX 180 Zand en vochtig zout Pagina 98
RWK AX 220 Droog zout Pagina 99
RWK AX 240 Split-zoutmengsel Pagina 101
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 57
LET OP!
Mogelijke materiële of milieuschade
Het roterende roerwerk kan tot verhoogde slijtage of verhardingen van het strooimiddel leiden
wanneer de doseerschuif gesloten is.
Deze verhardingen kunnen het strooien van het strooimiddel belemmeren of beletten.
uRoerwerk bij gesloten doseerschuif steeds uitschakelen.
9.3 Gebruiksaanwijzing voor het strooibedrijf
Tot het reglementair gebruik van de machine behoort ook het naleven van de door de fabrikant
voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorwaarden. Tot het strooibedrijf behoren
daarom altijd de werkzaamheden voor de voorbereiding en voor reiniging/onderhoud.
GEVAAR!
Letselgevaar bij het strooien
Aanraking van draaiende machinedelen (aftakas, strooischijf, roerwerk) kan tot letsel leiden.
Lichaamsdelen en voorwerpen kunnen worden gegrepen en naar binnen worden getrokken.
uAlleen met gemonteerd beschermrooster strooien.
uVoer het strooien uit volgens de hierna weergegeven procedure.
9. Strooibedrijf
58 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door ontsnappend strooimiddel
Enkel voor machines met elektronische bedieningseenheid
Bij storingen kan de doseerschuif tijdens de rit naar de strooilocatie onverwachts opengaan. Er
bestaat gevaar voor uitglijden en verwonding van personen door vrijkomend strooimiddel.
uVóór de rit naar de strooiplaats de elektronische bedieningseenheid steeds uitschakelen.
Strooiwerkzaamheden overeenkomstig de hieronder beschreven stappen uitvoeren.
Voorbereiding
uMachine aanbouwen aan de tractor: 44
uDe doseerschuif sluiten.
uAanbouwhoogte bepalen: 45
uMachine vullen: 52
uAfdraaiproef uitvoeren: 53
uStrooibreedtebeperking instellen: 68
Strooiwerkzaamheden
uRit naar de strooiplaats
uAandrijving inschakelen.
uDe doseerschuif openen en beginnen met strooien
uStrooien beëindigen en de doseerschuif sluiten.
uAandrijving uitschakelen.
uRestvolumelediging: 102
Reiniging/onderhoud
uDe doseerschuif openen.
uMachine demonteren van de tractor.
uMachine reinigen en onderhouden: 109
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 59
9.4 Machine instellen
GEVAAR!
Letselgevaar door lopende motor
Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en
uitgeworpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden.
uVóór alle instel- en onderhoudswerkzaamheden wachten totdat alle draaiende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen.
uMotor van de tractor uitzetten.
uContactsleutel verwijderen.
uAlle personen uit de gevarenzone verwijderen.
Afb. 24: Instellingsmogelijkheden aan de machine
[1] Stelschroef voor de mechanische
strooibreedtebeperking
[2] Verstelhendel strooibreedtebeperking
[3] Cijferschaal voor instelling van de
halfzijdeschuif
[4] Halfzijdeschuif
[5] Vaststelschroef halfzijdeschuif
[6] Weergave/fixeren van het afgiftepunt.
[7] Cijferschaal voor het instellen van de
strooihoeveelheid
[8] Vaststelschroef met weergave-element ter
fixatie van de strooihoeveelheid
[9] Letterschaal voor de instelling van het
afgiftepunt
[10] Actuator (enkel bij elektrische
strooibreedtebeperking)
[11] Strooischoepen van de strooischijf
Met de instelelementen stelt u de strooiparameters van de machine in.
9. Strooibedrijf
60 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Parameter Betekenis Beschrijving, zie pagina
Strooihoeveelheid Instelling van de strooihoeveelheid door
wijziging van de doseerschuifopening 61
Strooibeeldpositie Aanpassing van werkbreedte en
strooibeeld door:
Wijziging van het afgiftepunt 64
Instelling van de halfzijdeschuif 66
Instelling van de strooischoepen 67
Strooibreedte Instelling van de strooibreedte in het
bereik van ca. 1 – 8 m (afhankelijk van
strooimiddel)
68
9.4.1 Strooihoeveelheid instellen
De variant Q beschikt over een elektronische schuifbediening voor de instelling van de
strooidichtheid.
De elektronische doseerschuifbediening wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de
bedieningseenheid QUANTRON-K2 beschreven. Deze gebruiksaanwijzing wordt met de
bedieningseenheid meegeleverd.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling en snijwonden in de zone van de strooihoeveelheidsinstelling!
Bij het lossen van de vaststelschroef van de strooihoeveelheidsaanslag kan de schuifhefboom
onverwachts met een schok tegen het einde van de geleidingssleuf bewegen.
Dit kan tot letsel aan de vingers leiden.
uVaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag alleen losdraaien wanneer de
doseerschuif gesloten is.
uNooit de vingers in de geleidingssleuf van de strooihoeveelheidsinstelling steken.
uIndien de machine op zichzelf (zonder tractor) geparkeerd wordt, de doseerschuif volledig
openen: De hydraulische cilinder staat op de eindaanslag, de terughaalveer is nog
gespannen.
U stelt de strooihoeveelheid in door de doseerschuifopening aan de cijferschaal aan de
schaalverdeling.
Door naar beneden te verstellen in de richting van grotere waarden wordt de doseerschuif
geopend.
Door naar boven te verstellen in de richting van kleinere waarden wordt de doseerschuif gesloten.
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 61
LET OP!
Materiële schade door te kleine doseerschuifopening
Een niet voldoende geopende doseerschuif kan verstopt raken en het strooimiddel beschadigen.
Het roerwerk zal sneller slijten.
uKies altijd een voldoende grote doseerschuifopening, waarbij het strooimiddel ongehinderd
naar buiten kan stromen.
[1] Wijzer stop
[2] Vaststelschroef
[3] Cijferschaal van de schaalverdeling
Afb. 25: Instelling van de strooihoeveelheid
uDoseerschuif volledig sluiten.
uPositie voor de schaalinstelling bepalen aan de hand van de strooitabel of door middel van de
afdraaiproef.
uVaststelschroef [2] aan de aanslag losdraaien.
uWijzer van de aanslag [1] naar de bepaalde positie schuiven.
uVaststelschroef aanspannen.
9.4.2 Toerental van de strooischijven resp. het roerwerk instellen
nPTO-aandrijving
Raadpleeg de strooitabel voor het in te stellen toerental voor de strooischijf of het roerwerk. Zie 9.5
Strooitabel gebruiken
Bij kleinere werkbreedten en bij een goede kwaliteit van het strooimiddel kunt u het
roerwerktoerental reduceren.
nAandrijving met hydraulische motor (variant H-100/200, Q-100/200, C-100/200)
Bij machines met hydraulische aandrijving stelt u het toerental via het stroomregelventiel in.
Raadpleeg de volgende tabel voor de in te stellen waarden.
9. Strooibedrijf
62 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Mogelijke strooifouten en materiële schade
Verkeerd ingesteld strooischijf- resp. roerwerktoerental
Gevolg: Slijtage of strooifouten
Te hoog strooischijf- resp. roerwerktoerental
Gevolg: een verhoogde mechanische belasting van het strooimiddel
uRaadpleeg de strooitabel voor het voor het desbetreffende strooimiddel vermelde toerental.
Bij kleinere werkbreedten en bij een goede kwaliteit van het strooimiddel kunt u het
roerwerktoerental reduceren.
Afhankelijk van de gebruikte tractor en de oliesoort kunnen de instelwaarden afwijken.
De toerentallen met de door u gebruikte tractor op juistheid controleren.
nInstelwaarden voor 100 cm 3 hydraulische motor
Handwielpositie aan de
stroomregelklep
Toerental omw./min. Strooimiddel
2,5 55
3 120
3,5 180
3,75 200 Split
4 225 Zout en zand
4,5 280
5 330 Meststof
5,5 370 Meststof
6 410 Meststof
6,5 450 Meststof
nInstelwaarden voor 200 cm³ hydraulische motor
Handwielpositie aan de
stroomregelklep
Toerental omw./min. Strooimiddel
4,5 145
5 172
5,5 190 Split
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 63
Handwielpositie aan de
stroomregelklep
Toerental omw./min. Strooimiddel
6 210
6,5 230 Zout en zand
7 246
9.4.3 Afgiftepunt instellen
De verandering van het afgiftepunt dient voor de aanpassing aan verschillende strooimiddelen en
strooibeelden.
U stelt het afgiftepunt in via de letterschaal van het afgiftepunt.
Verstellen in de richting van de letter A: Zwaartepunt van het strooibeeld verschuift naar links.
Verstellen in de richting van de letter M: Zwaartepunt van het strooibeeld verschuift naar rechts.
nSymmetrisch strooibeeld
Afb. 26: Symmetrisch strooibeeld
nAsymmetrisch strooibeeld
Afb. 27: Asymmetrisch strooibeeld
[1] Strooien naar links (in de rijrichting gezien) [2] Strooien naar rechts (in de rijrichting gezien)
9. Strooibedrijf
64 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Gebruik als oriëntatiewaarde de volgende posities voor een symmetrisch strooibeeld, die RAUCH
voor diverse strooimiddelen heeft bepaald:
Split: Positie E
Zout: Positie F
Zand: Positie J
Let hiervoor op de strooitabellen, 9.5 Strooitabel gebruiken.
Afb. 28: Instelcenter afgiftepunt
uPositie voor het afgiftepunt in de strooitabel bepalen.
uPak de linker en rechter greep vast.
uDruk op het wijzerelement.
Het sluitmechanisme wordt geopend. Nu kunt u het instelcentrum bewegen.
uHet instelcentrum met de wijzer op de berekende positie instellen.
uWijzerelement loslaten.
Het instelcentrum wordt vergrendeld.
uVerzeker u ervan dat het instelcenter vergrendeld is.
Het afgiftepunt is ingesteld.
Indien voor het instellen van een symmetrisch strooibeeld het verstellen van het afgiftepunt niet
volstaat, kunt u de strooischoepen op de strooischijf verstellen.
Zie 9.4.5 Strooischoepen instellen
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 65
9.4.4 Halfzijdeschuif instellen
Voor een scherpe begrenzing aan de rechter rand van het rijtraject moet u het strooibeeld op
asymmetrisch strooien in de rijrichting links instellen.
Om een gelijkmatig strooibeeld te bereiken, moet aanvullend een instelling van de halfzijdeschuif
plaatsvinden.
Afb. 29: Scherpe begrenzing naar rechts (strooien naar links)
Afb. 30: Instelling van de halfzijdeschuif
[1] Cijferschaal van de schaalverdeling
[2] Vaststelschroef
[3] Instelhendel
9. Strooibedrijf
66 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uDe vaststelschroef [2] aan de halfzijdeschuif losmaken.
uDe instelhendel [3] naar de gewenste positie schuiven.
wInstelhendel in richting grotere getalwaarden: Schuif wordt gesloten.
wInstelhendel in richting kleinere getalwaarden: Schuif wordt geopend.
uDe vaststelschroef [2] aanspannen.
uHet strooibeeld (visuele controle of maatstaf) controleren en eventueel de instelling corrigeren.
Aanwijzingen bij de instelling
Voor een scherpe begrenzing van het strooibeeld aan de rechter rand van het rijtraject met
hoeveelheidscompensatie en gelijkmatige strooimiddelverdeling
uInstelwaarden voor het gebruikte strooimiddel uit de strooitabel aflezen.
uDe rechter strooibreedtebegrenzing laten zakken.
uDe halfzijdeschuif sluiten. Zie Afb. 30 Instelling van de halfzijdeschuif
9.4.5 Strooischoepen instellen
Zelfborgende moeren na het losmaken wegwerpen en door nieuwe vervangen. Zie 11.7
Strooischoepen vervangen
nStrooidichtheid rechts in rijrichting verhogen
uOp de draairichting van de strooischijf
letten.
Afb. 31: Draairichting van de strooischijf
uSchroeven van de strooischoepen met de bijbehorende moeren en de onderlegringen
demonteren.
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 67
uStrooischoepen terugdraaien tegen de
draairichting van de strooischijf in.
wWitte pijl: Draairichting van de
strooischijf
wGrijze pijl: Verstelling van de
strooischoepen tegen de draairichting
van de strooischijf in.
Met deze instelling wordt het strooimiddel
vroeger uitgeworpen.
Afb. 32: Strooidichtheid rechts in rijrichting
uStrooischoepen eraan schroeven (aanhaalkoppel: ca. 18 Nm). Gebruik hierbij steeds nieuwe
zelfborgende moeren.
De strooidichtheid aan de rechterkant neemt toe in rijrichting.
nStrooidichtheid links in rijrichting verhogen
uSchroeven van de strooischoepen met de bijbehorende moeren en de onderlegringen
demonteren.
uStrooischoepen terugdraaien tegen de
draairichting van de strooischijf in.
wWitte pijl: Draairichting van de
strooischijf
wGrijze pijl: Verstelling van de
strooischoepen in de draairichting van
de strooischijf.
Met deze instelling wordt het strooimiddel
later uitgeworpen.
Afb. 33: Strooidichtheid rechts in rijrichting
uStrooischoepen eraan schroeven (aanhaalkoppel: ca. 18 Nm). Gebruik hierbij steeds nieuwe
zelfborgende moeren.
De strooidichtheid aan de linkerkant neemt toe in rijrichting.
9.4.6 Strooibreedtebeperking instellen
De strooibreedtebeperking maakt dankzij de verschillende standen strooibreedten mogelijk van ca. 1
m - 8 m bij een aanbouwhoogte van ca. 55 cm (zie bepaling van de aanbouwhoogte, 45).
9. Strooibedrijf
68 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Afhankelijk van de uitrusting van uw machine is de strooibreedte in 4 verschillende varianten
instelbaar.
Uitvoering van de strooibreedte-instelling Karakteristiek
Mechanisch, links en rechts afzonderlijk
instelbaar.
Maakt symmetrische en asymmetrische
strooibeelden mogelijk.
Elektrisch, met een actuator aan de rechterkant.
Een koppelstang verbindt beide zijden (optie).
Maakt de wijziging van het symmetrische
strooibeeld tijdens de rit mogelijk.
Elektrisch, met afzonderlijke actuatoren aan de
linker- en rechterkant (optie).
Maakt het mogelijk, tijdens het rijden over te gaan
van een symmetrisch naar een asymmetrisch
strooibeeld.
Elektrisch, met een actuator aan de linker- of
rechterkant (optie).
Maakt de eenzijdige wijziging van het strooibeeld
tijdens de rit mogelijk.
Controleer de ordentelijke toestand van de strooibreedtebeperking. Beschadigde of verbogen
elementen van de strooibreedtebeperking beïnvloeden het strooibeeld.
Instelling:
Afb. 34: Strooibreedtebeperking
[1] Vaststelschroef [2] Instelhendel met schaalverdeling
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 69
uVaststelschroef [1] aan de strooibreedtebeperking losmaken.
uInstelhendel [2] naar de gewenste positie schuiven.
wInstelhendel naar boven: Strooibreedte wordt vergroot.
wInstelhendel naar beneden: Strooibreedte wordt verkleind.
uVaststelschroef [1] aanspannen.
De nieuwe strooibreedte is ingesteld.
uStrooibeeld (visuele controle of maatstaf) controleren en eventueel de instelling corrigeren.
9.4.7 Instellingsmogelijkheden met HydroControl
Indien de machine met de functie HydroControl is uitgerust, vindt de instelling van het
schijftoerental en van de strooibreedtebeperking via de bedieningseenheid QUANTRON-K2
plaats.
Neem de afzonderlijke gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid in acht. Deze
gebruiksaanwijzing wordt bij de bedieningseenheid QUANTRON-K2 geleverd.
9.5 Strooitabel gebruiken
De waarden in de strooitabel zijn op de testinstallatie van de fabrikant bepaald.
Het daarvoor gebruikte strooimiddel werd gekocht bij de fabrikant of in de handel. Ervaringen tonen
aan dat het strooimiddel waarover u beschikt - zelfs bij een identieke benaming - door toedoen van
opslag, transport enz. andere strooi-eigenschappen kan vertonen.
Daardoor kan met de in de strooitabellen aangegeven machine-instellingen een andere
strooihoeveelheid en een minder goede strooimiddelverdeling ontstaan.
Neem daarom goed nota van de volgende aanwijzingen:
Let absoluut op de daadwerkelijk uitstromende strooihoeveelheid door een afdraaiproef. Zie 8
Afdraaiproef
Neem goed nota van de instelwaarden. Ook een gering afwijkende instelling kan zorgen voor een
aanzienlijk nadelig effect op het strooibeeld.
De instellingen voor niet in de strooitabel opgesomde strooimiddelen dient u door een
afdraaiproef te bepalen.
Bij kleine werkbreedten kunt u het toerental van de strooischijf reduceren. Voer met het nieuwe
toerental een nieuwe afdraaiproef uit.
9. Strooibedrijf
70 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Voor de juiste strooierinstellingen overeenkomstig het daadwerkelijk gebruikte strooimiddel is het
bedieningspersoneel verantwoordelijk.
Wij wijzen er uitdrukkelijk op, dat geen aansprakelijkheid wordt aanvaard voor vervolgschade ten
gevolge van strooifouten.
U vindt nog meer strooitabellen op de meegeleverde cd met strooitabellen.
Strooitabel voor sneeuw- en ijsvrij maken Link
Split 72
Zand 74
Steenzout 76
Pannenzout 78
Strooitabel voor meststof Link
Basatop Sport COMPO 80
Cornufera NPK, Günther 82
ENTEC avant COMPO 84
Floranid N32 COMPO 86
Floranid permanent COMPO 88
Kalkammonsalpeter, Floral 90
Kornkali, K + S GmbH 92
Rasen Floranid COMPO 94
Thomaskali, K + S GmbH 96
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 71
nSplit (3/5 mm)
Toerental PTO: n = 450 omw./min.
Afgiftepunt: E
Aanbouwhoogte: B = 33 cm
Halfzijdeschuif: 0
Strooischijftoerental: 200 omw/min
Stroomfactor: 1,35
Roerwerktype: RWK AX 160
Instelwaarden voor de doseerschuifaanslag
Strooibreedte [m] 1 2
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Snelheid
[km/h]
3 13 15 16 17 18 16 18 20 22 23
6 16 18 20 22 23 20 23 26 28 31
10 19 22 24 26 28 24 28 33 37 40
15 22 25 28 32 36 28 36 40 44 49
20 24 28 33 37 40 33 40 45 54
25 26 32 37 41 44 37 44 54
30 28 36 40 44 49 40 49
Strooibreedte [m] 3 4
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Snelheid
[km/h]
3 18 21 23 25 27 20 23 26 28 31
6 23 27 31 36 38 26 31 37 40 43
10 28 36 40 44 49 33 40 45 54
15 36 42 49 60 40 49
20 40 49 – – – 45 – – – –
25 44 60 – – – 54 – – – –
3049–––––––––
9. Strooibedrijf
72 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte [m] 6 8
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Snelheid
[km/h]
3 23 27 31 36 39 26 31 37 40 43
6 31 38 43 49 37 43 52
10 40 49 60 45
15 49 60 – – – – – – – –
2060–––––––––
25––––––––––
30––––––––––
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 73
nZand
Toerental PTO: n = 540 omw./min.
Afgiftepunt: J
Aanbouwhoogte: B = 33 cm
Halfzijdeschuif: 0
Strooischijftoerental: 230 omw/min
Stroomfactor: 0,78
Roerwerktype: RWK AX 180
Instelwaarden voor de doseerschuifaanslag
Strooibreedte [m] 1 2
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Snelheid [km/u]
3 16 18 19 20 21 19 21 23 25 27
6 19 22 23 25 27 23 27 30 33 35
10 22 25 28 31 33 28 33 37 41 45
15 25 30 33 36 39 33 39 45 58
20 28 33 37 41 45 37 45 60
25 31 36 41 47 58 41 58
30 33 39 45 58 45
Strooibreedte [m] 3 4
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Snelheid [km/u]
3 21 24 27 29 32 23 27 30 33 35
27 32 35 39 43 30 35 40 45 566
33 39 45 58 37 45 60 10
39 52 – – – 45 – – – –15
45 60 – – – 60 – – – –20
58 – – – – – – – – –25
– – – – – – – – – –30
9. Strooibedrijf
74 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte [m] 6
Strooidichtheid [g/m2] 100 150 200 250 300
Snelheid [km/u]
3 27 32 35 39 43
6 35 43 56
10 45 – – – –
15–––––
20–––––
25–––––
30–––––
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 75
nSteenzout
Toerental PTO: n = 540 omw./min.
Afgiftepunt: F
Aanbouwhoogte: B = 33 cm
Halfzijdeschuif: 0
Strooischijftoerental: 230 omw/min
Stroomfactor: 1,22
Roerwerktype: RWK AX 220
Instelwaarden voor de doseerschuifaanslag
Strooibreedte [m] 1 2
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 – – – – – – – – – 10
6 – – – – 10 – – 10 10,5 11,5
10 – – 9 10,5 11,5 – – 11,5 12,5 13,5
15 – – 10 11,5 12,5 – 10 12,5 14,5 16
20 – 11 12,5 13,5 – 11 13,5 16 18
25 10,5 11,5 13,5 15 10,5 11,5 15 17,5 20
30 11 12,5 14,5 16 11 12,5 16 19 22
Strooibreedte [m] 3 4
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 – – – 10,5 11 – – 10 11 11,5
6 10,5 12 13,5 10 11,5 13,5 15
10 10,5 12,5 14,5 16 11,5 13,5 16 18
15 10 11,5 14,5 17 19 10 12,5 16 19 22
20 10,5 12,5 16 19 22 11 13,5 18 22 25,5
25 11 13,5 17,5 21 25 11,5 15 20 25 27,5
30 11,5 14,5 19 23 26,5 12,5 16 22 26,5 29,5
9. Strooibedrijf
76 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte [m] 6 8
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 11 12 13,5 10 11,5 13,5 14,5
6 10,5 13,5 15,5 17,5 10 11,5 15 17,5 19,5
10 10,5 12,5 16 19 22 11,5 13,5 18 22 25,5
15 11,5 14,5 19 23 26,5 12,5 16 22 26,5 29,5
20 12,5 16 22 26,5 29,5 13,5 18 25,5 29,5 34,5
25 13,5 17,5 25 29 33,5 15 20 27,5 33,5 39
30 14,5 19 26,5 31,5 37 16 22 29,5 37 44
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 77
nPannenzout
Toerental PTO: n = 540 omw./min.
Afgiftepunt: F
Aanbouwhoogte: B = 33 cm
Halfzijdeschuif: 0
Strooischijftoerental: 230 omw/min
Stroomfactor: 1,38
Roerwerktype: RWK AX 220
Instelwaarden voor de doseerschuifaanslag
Strooibreedte [m] 1 2
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 – – – – – – – – 6 6,5
6 – 5,5 6 6,5 – – 6,5 7 8
10 – – 6 7 7,5 – 6 7,5 9 10,5
15 – – 7 8 9 – 7 9 11 12,5
20 6 7,5 9 10,5 6 7,5 10,5 12,5 14
25 6,5 8 10,5 11,5 6,5 8 11,5 13,5 15
30 6 7 9 11 12 7 9 12 14,5 16,5
Strooibreedte [m] 3 4
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 6 6,5 7,5 – – 6,5 7,5 8
6 6 7 8,5 10,5 – 6,5 8 10,5 11,5
10 7 9 11 12,5 6 7,5 10,5 12,5 13,5
15 6 8 11 12,5 14,5 7 9 12,5 14,5 16,5
20 7 9 12,5 14,5 16,5 7,5 10,5 14 16,5 19
25 7,5 10,5 13,5 16 18,5 8 11,5 15 18,5 21,5
30 8 11 14,5 17,5 20,5 9 12 16,5 20,5 23,5
9. Strooibedrijf
78 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte [m] 5
Strooidichtheid [g/m2] 5 10 20 30 40
Snelheid [km/u]
3 – – 7 8 9,5
6 – 7 9,5 11 12,5
10 6,5 8,5 11,5 13,5 15,5
15 7,5 10,5 13,5 16 18,5
20 8,5 11,5 15,5 18,5 21,5
25 9,5 12,5 17 20,5 23,5
30 10,5 13,5 18,5 22,5 26
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 79
nBasatop Sport COMPO
Samenstelling NPK 20 - 5 - 10
Meststofdichtheid: 1,10 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt H H I i
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 12,5 188 150 125 156 125 104 134 107 89 117 94 78
21 14,8 222 178 148 185 148 123 159 127 106 139 111 93
22 17,1 257 205 171 214 171 143 183 147 122 160 128 107
23 19,4 291 233 194 243 194 162 208 166 139 182 146 121
24 21,7 326 260 217 271 217 181 233 186 155 203 163 136
25 24 360 288 240 300 240 200 257 206 171 225 180 150
26 24,7 371 297 247 309 247 206 265 212 177 232 185 155
27 25,4 382 305 254 318 254 212 273 218 182 239 191 159
28 26,2 392 314 262 327 262 218 280 224 187 245 196 164
29 26,9 403 323 269 336 269 224 288 230 192 252 202 168
30 27,6 414 331 276 345 276 230 296 237 197 259 207 173
31 29 435 348 290 362 290 242 311 248 207 272 217 181
32 30,4 455 364 304 380 304 253 325 260 217 285 228 190
33 31,7 476 381 317 397 317 265 340 272 227 298 238 198
34 33,1 497 397 331 414 331 276 355 284 237 311 248 207
35 34,5 518 414 345 431 345 288 370 296 246 323 259 216
36 36,6 550 440 366 458 366 305 393 314 262 344 275 229
37 38,8 582 465 388 485 388 323 416 332 277 364 291 242
9. Strooibedrijf
80 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt H H I i
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
38 40,9 614 491 409 512 409 341 438 351 292 384 307 256
39 43,1 646 517 431 538 431 359 461 369 308 404 323 269
40 45,2 678 542 452 565 452 377 484 387 323 424 339 283
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 81
nCornufera NPK, Günther
Samenstelling NPK 20 - 5 - 8
Meststofdichtheid: 1,10 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt H H I i
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 9,6 144 115 96 120 96 80 103 82 69 90 72 60
21 11,4 170 136 114 142 114 95 122 97 81 107 85 71
22 13,1 197 157 131 164 131 109 141 112 94 123 98 82
23 14,9 223 179 149 186 149 124 159 128 106 140 112 93
24 16,6 250 200 166 208 166 139 178 143 119 156 125 104
25 18,4 276 221 184 230 184 153 197 158 131 173 138 115
26 20,2 303 243 202 253 202 169 217 173 144 190 152 126
27 22 331 264 220 276 220 184 236 189 157 207 165 138
28 23,9 358 286 239 298 239 199 256 205 170 224 179 149
29 25,7 385 308 257 321 257 214 275 220 183 241 193 161
30 27,5 413 330 275 344 275 229 295 236 196 258 206 172
31 29,6 444 355 296 370 296 247 317 254 211 278 222 185
32 33,8 507 406 338 423 338 282 362 290 241 317 254 211
33 31,7 476 380 317 396 317 264 340 272 226 297 238 198
34 35,9 539 431 359 449 359 299 385 308 256 337 269 224
35 38 570 456 380 475 380 317 407 326 271 356 285 238
36 40 601 480 400 501 400 334 429 343 286 375 300 250
37 42,1 631 505 421 526 421 351 451 361 301 395 316 263
9. Strooibedrijf
82 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt H H I i
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
38 44,1 662 529 441 552 441 368 473 378 315 414 331 276
39 46,2 692 554 462 577 462 385 495 396 330 433 346 289
40 48,2 723 578 482 603 482 402 516 413 344 452 362 301
41 50,3 754 603 503 629 503 419 539 431 359 471 377 314
42 52,4 785 628 524 655 524 436 561 449 374 491 393 327
43 54,4 817 653 544 681 544 454 583 467 389 510 408 340
44 56,5 848 678 565 707 565 471 606 484 404 530 424 353
45 58,6 879 703 586 733 586 488 628 502 419 549 440 366
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 83
nENTEC avant, COMPO
Samenstelling NPK 12 - 7 - 6
Meststofdichtheid: 1,13 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 750 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt I I I I
Doseersc
huifaansla
g
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 12 180 144 120 150 120 100 129 103 86 113 90 75
21 14 210 168 140 175 140 117 150 120 100 131 105 88
22 16 240 192 160 200 160 133 171 137 114 150 120 100
23 18 270 216 180 225 180 150 193 154 129 169 135 113
24 20 300 240 200 250 200 167 214 171 143 188 150 125
25 22 330 264 220 275 220 183 236 189 157 206 165 138
26 24,3 364 291 243 304 243 202 260 208 173 228 182 152
27 26,6 398 319 266 332 266 221 285 228 190 249 199 166
28 28,8 433 346 288 361 288 240 309 247 206 270 216 180
29 31,1 467 373 311 389 311 259 333 267 222 292 233 195
30 33,4 501 401 334 418 334 278 358 286 239 313 251 209
31 36 539 432 360 450 360 300 385 308 257 337 270 225
32 38,5 578 462 385 482 385 321 413 330 275 361 289 241
33 41,1 616 493 411 514 411 342 440 352 293 385 308 257
34 43,6 655 524 436 546 436 364 468 374 312 409 327 273
35 46,2 693 554 462 578 462 385 495 396 330 433 347 289
9. Strooibedrijf
84 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 750 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt I I I I
Doseersc
huifaansla
g
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
36 48,9 733 586 489 611 489 407 524 419 349 458 366 305
37 51,5 773 618 515 644 515 429 552 442 368 483 386 322
38 54,2 813 650 542 677 542 452 581 464 387 508 406 339
39 56,8 853 682 568 711 568 474 609 487 406 533 426 355
40 59,5 893 714 595 744 595 496 638 510 425 558 446 372
41 62 930 744 620 775 620 517 664 531 443 581 465 387
42 64,5 967 774 645 806 645 537 691 553 460 604 483 403
43 66,9 1004 803 669 837 669 558 717 574 478 628 502 418
44 69,4 1041 833 694 868 694 579 744 595 496 651 521 434
45 71,9 1079 863 719 899 719 599 770 616 514 674 539 449
46 74,1 1111 889 741 926 741 617 794 635 529 694 555 463
47 76,2 1143 915 762 953 762 635 817 653 544 715 572 476
48 78,4 1176 941 784 980 784 653 840 672 560 735 588 490
49 80,5 1208 966 805 1007 805 671 863 690 575 755 604 503
50 82,7 1241 992 827 1034 827 689 886 709 591 775 620 517
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 85
nFloranid N32, COMPO
Samenstelling 32 % N
Meststofdichtheid: 0,52 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 3 4 5 6
Toerental PTO (omw./min.) 540 750 1000 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 325 430 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L M M K
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
15 3 75 60 50 56 45 38 45 36 30 38 30 25
16 3,7 94 75 62 70 56 47 56 45 37 47 37 31
17 4,5 112 90 75 84 67 56 67 54 45 56 45 37
18 5,2 131 104 87 98 78 65 78 63 52 65 52 44
19 6 149 119 99 112 89 75 89 72 60 75 60 50
20 6,7 168 134 112 126 101 84 101 80 67 84 67 56
21 7,8 196 156 130 147 117 98 117 94 78 98 78 65
22 8,9 224 179 149 168 134 112 134 107 89 112 89 75
23 10,1 252 201 168 189 151 126 151 121 101 126 101 84
24 11,2 280 224 186 210 168 140 168 134 112 140 112 93
25 12,3 308 246 205 231 185 154 185 148 123 154 123 103
26 13,3 333 266 222 250 200 167 200 160 133 167 133 111
27 14,3 359 287 239 269 215 179 215 172 143 179 143 120
28 15,4 384 307 256 288 230 192 230 184 154 192 154 128
29 16,4 410 328 273 307 246 205 246 197 164 205 164 137
30 17,4 435 348 290 326 261 218 261 209 174 218 174 145
31 18,7 467 373 311 350 280 233 280 224 187 233 187 156
32 19,9 498 398 332 374 299 249 299 239 199 249 199 166
9. Strooibedrijf
86 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 3 4 5 6
Toerental PTO (omw./min.) 540 750 1000 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 325 430 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L M M K
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
33 21,2 530 424 353 397 318 265 318 254 212 265 212 177
34 22,4 561 449 374 421 337 281 337 269 224 281 224 187
35 23,7 593 474 395 444 356 296 356 284 237 296 237 198
36 24,7 618 494 412 464 371 309 371 297 247 309 247 206
37 25,7 644 515 429 483 386 322 386 309 257 322 257 215
38 26,8 669 535 446 502 401 335 401 321 268 335 268 223
39 27,8 695 556 463 521 417 347 417 333 278 347 278 232
40 28,8 720 576 480 540 432 360 432 346 288 360 288 240
41 29,5 739 591 492 554 443 369 443 354 295 369 295 246
42 30,3 757 606 505 568 454 379 454 363 303 379 303 252
43 31 776 620 517 582 465 388 465 372 310 388 310 259
44 31,8 794 635 529 596 476 397 476 381 318 397 318 265
45 32,5 813 650 542 609 488 406 488 390 325 406 325 271
46 33 825 660 550 619 495 413 495 396 330 413 330 275
47 33,5 838 670 558 628 503 419 503 402 335 419 335 279
48 34 850 680 567 638 510 425 510 408 340 425 340 283
49 34,5 863 690 575 647 518 431 518 414 345 431 345 288
50 35 875 700 583 656 525 438 525 420 350 438 350 292
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 87
nFloranid permanent, COMPO
Samenstelling NPK 16 - 7 - 15
Meststofdichtheid: 1,01 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 750 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 325 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L L L I
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 11,5 173 138 115 144 115 96 123 99 82 108 86 72
21 13,4 201 161 134 168 134 112 144 115 96 126 101 84
22 15,3 230 184 153 191 153 128 164 131 109 143 115 96
23 17,2 258 206 172 215 172 143 184 147 123 161 129 108
24 19,1 287 229 191 239 191 159 205 164 136 179 143 119
25 21 315 252 210 263 210 175 225 180 150 197 158 131
26 23,4 352 281 234 293 234 195 251 201 167 220 176 147
27 25,9 388 311 259 324 259 216 277 222 185 243 194 162
28 28,3 425 340 283 354 283 236 303 243 202 266 212 177
29 30,8 461 369 308 385 308 256 330 264 220 288 231 192
30 33,2 498 398 332 415 332 277 356 285 237 311 249 208
31 35,8 536 429 358 447 358 298 383 307 255 335 268 224
32 38,3 575 460 383 479 383 319 411 328 274 359 287 240
33 40,9 613 491 409 511 409 341 438 350 292 383 307 256
34 43,4 652 521 434 543 434 362 465 372 310 407 326 272
35 46 690 552 460 575 460 383 493 394 329 431 345 288
36 48,4 726 581 484 605 484 403 519 415 346 454 363 303
37 50,8 762 610 508 635 508 423 544 435 363 476 381 318
9. Strooibedrijf
88 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO (omw./min.) 540 750 750 1000
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 325 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L L L I
Doseerschuifaa
nslag Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
38 53,2 798 638 532 665 532 443 570 456 380 499 399 333
39 55,6 834 667 556 695 556 463 596 477 397 521 417 348
40 58 870 696 580 725 580 483 621 497 414 544 435 363
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 89
nKalkammonsalpeter, Floral
Samenstelling 27 % N
Meststofdichtheid: 1,07 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8 9
Toerental PTO
(omw/min) 540 750 750 1000 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 325 325 430 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33 33
Afgiftepunt G G H H H
Doseersch
uifaanslag
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 11 165 132 110 138 110 92 118 94 79 103 83 69 92 73 61
21 12,7 191 153 127 159 127 106 136 109 91 119 95 80 106 85 71
22 14,4 217 173 144 181 144 120 155 124 103 135 108 90 120 96 80
23 16,2 242 194 162 202 162 135 173 139 115 152 121 101 135 108 90
24 17,9 268 215 179 224 179 149 192 153 128 168 134 112 149 119 99
25 19,6 294 235 196 245 196 163 210 168 140 184 147 123 163 131 109
26 21,8 327 262 218 273 218 182 234 187 156 204 164 136 182 145 121
27 24 360 288 240 300 240 200 257 206 171 225 180 150 200 160 133
28 26,2 393 314 262 328 262 218 281 225 187 246 197 164 218 175 146
29 28,4 426 341 284 355 284 237 304 243 203 266 213 178 237 189 158
30 30,6 459 367 306 383 306 255 328 262 219 287 230 191 255 204 170
31 32,6 490 392 326 408 326 272 350 280 233 306 245 204 272 218 181
32 34,7 520 416 347 434 347 289 372 297 248 325 260 217 289 231 193
33 36,7 551 441 367 459 367 306 393 315 262 344 275 230 306 245 204
34 38,8 581 465 388 485 388 323 415 332 277 363 291 242 323 258 215
35 40,8 612 490 408 510 408 340 437 350 291 383 306 255 340 272 227
36 43,2 649 519 432 541 432 360 463 371 309 405 324 270 360 288 240
9. Strooibedrijf
90 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8 9
Toerental PTO
(omw/min) 540 750 750 1000 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 325 325 430 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33 33
Afgiftepunt G G H H H
Doseersch
uifaanslag
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
37 45,7 685 548 457 571 457 381 489 392 326 428 343 286 381 305 254
38 48,1 722 577 481 602 481 401 516 412 344 451 361 301 401 321 267
39 50,6 758 607 506 632 506 421 542 433 361 474 379 316 421 337 281
40 53 795 636 530 663 530 442 568 454 379 497 398 331 442 353 294
41 55,4 831 665 554 693 554 462 594 475 396 519 416 346 462 369 308
42 57,8 867 694 578 723 578 482 619 495 413 542 434 361 482 385 321
43 60,2 903 722 602 753 602 502 645 516 430 564 452 376 502 401 334
44 62,6 939 751 626 783 626 522 671 537 447 587 470 391 522 417 348
45 65 975 780 650 813 650 542 696 557 464 609 488 406 542 433 361
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 91
nKornkali, K + S GmbH
Samenstelling 40 % K, 6 % MgO
Meststofdichtheid: 1,15 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 4 5 6 7
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 850 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 370 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L L L L
Doseersc
huifaansla
g
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 10,5 197 158 131 158 126 105 131 105 88 113 90 75
21 12,1 227 182 152 182 145 121 152 121 101 130 104 87
22 13,7 258 206 172 206 165 137 172 137 115 147 118 98
23 15,4 288 230 192 230 184 154 192 154 128 165 132 110
24 17 318 255 212 255 204 170 212 170 142 182 146 121
25 18,6 349 279 233 279 223 186 233 186 155 199 159 133
26 20,7 388 310 259 310 248 207 259 207 172 222 177 148
27 22,8 427 341 285 341 273 228 285 228 190 244 195 163
28 24,8 466 373 311 373 298 248 311 248 207 266 213 177
29 26,9 505 404 337 404 323 269 337 269 224 288 231 192
30 29 544 435 363 435 348 290 363 290 242 311 249 207
31 31,3 587 470 392 470 376 313 392 313 261 336 268 224
32 33,6 631 505 421 505 404 336 421 336 280 360 288 240
33 36 674 539 450 539 432 360 450 360 300 385 308 257
34 38,3 718 574 479 574 459 383 479 383 319 410 328 273
35 40,6 761 609 508 609 487 406 508 406 338 435 348 290
9. Strooibedrijf
92 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 4 5 6 7
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 850 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 370 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt L L L L
Doseersc
huifaansla
g
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
36 42,3 793 634 529 634 507 423 529 423 352 453 362 302
37 44 824 659 550 659 528 440 550 440 366 471 377 314
38 45,6 856 685 571 685 548 456 571 456 380 489 391 326
39 47,3 887 710 592 710 568 473 592 473 394 507 406 338
40 49 919 735 613 735 588 490 613 490 408 525 420 350
41 51,1 959 767 639 767 614 511 639 511 426 548 438 365
42 53,3 999 799 666 799 639 533 666 533 444 571 457 381
43 55,4 1039 831 693 831 665 554 693 554 462 594 475 396
44 57,6 1079 863 720 863 691 576 720 576 480 617 493 411
45 59,7 1119 896 746 896 716 597 746 597 498 640 512 426
46 61,3 1149 919 766 919 735 613 766 613 511 656 525 438
47 62,8 1178 942 785 942 754 628 785 628 524 673 538 449
48 64,4 1207 966 805 966 773 644 805 644 537 690 552 460
49 65,9 1236 989 824 989 791 659 824 659 550 707 565 471
50 67,5 1266 1013 844 1013 810 675 844 675 563 723 579 482
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 93
nRasen Floranid NPK, COMPO
Samenstelling NPK 20 - 5 - 8
Meststofdichtheid: 0,90 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325
Aanbouwhoogte 33 33 33
Afgiftepunt I I I
Doseerschuifaansla
g Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 12 180 144 120 150 120 100 129 103 86
21 14 210 168 140 175 140 117 150 120 100
22 16 240 192 160 200 160 133 171 137 114
23 18 270 216 180 225 180 150 193 154 129
24 20 300 240 200 250 200 167 214 171 143
25 22 330 264 220 275 220 183 236 189 157
26 24,3 364 291 243 304 243 202 260 208 173
27 26,6 398 319 266 332 266 221 285 228 190
28 28,8 433 346 288 361 288 240 309 247 206
29 31,1 467 373 311 389 311 259 333 267 222
30 33,4 501 401 334 418 334 278 358 286 239
31 36 539 432 360 450 360 300 385 308 257
32 38,5 578 462 385 482 385 321 413 330 275
33 41,1 616 493 411 514 411 342 440 352 293
34 43,6 655 524 436 546 436 364 468 374 312
35 46,2 693 554 462 578 462 385 495 396 330
36 48,9 733 586 489 611 489 407 524 419 349
37 51,5 773 618 515 644 515 429 552 442 368
9. Strooibedrijf
94 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7
Toerental PTO (omw./min.) 540 540 750
Strooischijftoerental (omw./min.) 230 230 325
Aanbouwhoogte 33 33 33
Afgiftepunt I I I
Doseerschuifaansla
g Debiet (kg/min)
km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12
38 54,2 813 650 542 677 542 452 581 464 387
39 56,8 853 682 568 711 568 474 609 487 406
40 59,5 893 714 595 744 595 496 638 510 425
41 62 930 744 620 775 620 517 664 531 443
42 64,5 967 774 645 806 645 537 691 553 460
43 66,9 1004 803 669 837 669 558 717 574 478
44 69,4 1041 833 694 868 694 579 744 595 496
45 71,9 1079 863 719 899 719 599 770 616 514
46 74,1 1111 889 741 926 741 617 794 635 529
47 76,2 1143 915 762 953 762 635 817 653 544
48 78,4 1176 941 784 980 784 653 840 672 560
49 80,5 1208 966 805 1007 805 671 863 690 575
50 82,7 1241 992 827 1034 827 689 886 709 591
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 95
nThomaskali, K + S GmbH
Samenstelling 10 % P - 15 % K
Meststofdichtheid: 1,35 kg/l
Halfzijdeschuif: 5
Roerwerktype: RWK AX 140
Strooihoeveelheid in kg/ha
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 750 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt I I I I
Doseersch
uifaanslag
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
20 11,3 170 136 113 141 113 94 121 97 81 106 85 71
21 13,3 200 160 133 167 133 111 143 114 95 125 100 83
22 15,4 231 185 154 192 154 128 165 132 110 144 115 96
23 17,4 261 209 174 218 174 145 187 149 124 163 131 109
24 19,5 292 234 195 243 195 162 209 167 139 182 146 122
25 21,5 323 258 215 269 215 179 230 184 154 202 161 134
26 23,8 357 286 238 298 238 198 255 204 170 223 179 149
27 26,1 392 313 261 326 261 218 280 224 186 245 196 163
28 28,4 426 341 284 355 284 237 304 243 203 266 213 178
29 30,7 461 368 307 384 307 256 329 263 219 288 230 192
30 33 495 396 330 413 330 275 354 283 236 309 248 206
31 35,8 537 430 358 448 358 298 384 307 256 336 269 224
32 38,6 579 463 386 483 386 322 414 331 276 362 290 241
33 41,4 621 497 414 518 414 345 444 355 296 388 311 259
34 44,2 663 530 442 553 442 368 474 379 316 414 332 276
35 47 705 564 470 588 470 392 504 403 336 441 353 294
36 50,1 752 602 501 627 501 418 537 430 358 470 376 313
9. Strooibedrijf
96 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Strooibreedte 5 6 7 8
Toerental PTO
(omw/min) 540 540 750 1000
Toerental strooischijf
(omw/min) 230 230 325 430
Aanbouwhoogte 33 33 33 33
Afgiftepunt I I I I
Doseersch
uifaanslag
Debiet
(kg/min)
km / u km / u km / u km / u
8 10 12 8 10 12 8 10 12 8 10 12
37 53,3 799 639 533 666 533 444 571 457 381 500 400 333
38 56,4 846 677 564 705 564 470 605 484 403 529 423 353
39 59,6 893 715 596 745 596 496 638 511 425 558 447 372
40 62,7 941 752 627 784 627 523 672 537 448 588 470 392
41 65 974 780 650 812 650 541 696 557 464 609 487 406
42 67,2 1008 807 672 840 672 560 720 576 480 630 504 420
43 69,5 1042 834 695 869 695 579 744 596 496 651 521 434
44 71,7 1076 861 717 897 717 598 769 615 512 673 538 448
45 74 1110 888 740 925 740 617 793 634 529 694 555 463
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 97
9.6 Split strooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door strooimiddel
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uAlle personen uit de gevarenzone sturen.
Let bij het strooien van split op het volgende:
uRoerwerk RWK AX 160 gebruiken. Zie Afb. 10 Roerwerk RWK AX 160
uBij het strooien van split volstaat een PTO-toerental van 450 omw./min. resp. een schijftoerental
van 200 1/min.
uVóór iedere transportrit de aandrijving uitschakelen.
uPTO bij laag motortoerental van de tractor langzaam inkoppelen, teneinde beschadiging van de
aandrijving van het roerwerk te voorkomen.
uBij gesloten doseerschuif, ook kortstondig, de aandrijving van de machine uitschakelen.
uDoseerschuif net zo ver openen dat het roerwerk de split ongehinderd naar buiten kan brengen.
Bij temperaturen onder 0 °C kan vochtig strooimiddel in de voorraadbak bevriezen en bij het
inschakelen van de PTO het roerwerk beschadigen.
uZorg ervoor dat het strooimiddel in de voorraadbak niet kan bevriezen.
uEen gevulde machine niet 's nachts in de openlucht laten staan.
uHoud het strooimiddel droog.
9.7 Zand of vochtig zout strooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door strooimiddel
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uAlle personen uit de gevarenzone sturen.
Let bij het strooien van zand of vochtig zout op het volgende:
9. Strooibedrijf
98 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uRoerwerk RWK AX 180 gebruiken. Zie Afb. 12 Roerwerk RWK AX 180
uHet maximale PTO-toerental van 540 1/min. resp. het strooischijftoerental van 230 1/min.
naleven.
uVóór iedere transportrit de aandrijving uitschakelen.
uBij gesloten doseerschuif, ook kortstondig, de aandrijving van de machine uitschakelen.
uDoseerschuif zo ver openen dat het roerwerk het zand of vochtig zout ongehinderd naar buiten
kan brengen.
uPTO bij laag motortoerental van de tractor langzaam inkoppelen, teneinde beschadiging van de
aandrijving van het roerwerk te voorkomen.
uBij lege voorraadbak het roerwerk uitschakelen.
uInstructies voor de montage en demontage van het roerwerk RWK AX 180 in de
dienovereenkomstige montagehandleiding naleven. Zie 11.6.1 Roerwerk demonteren
uDoor toedoen van de hygroscopische werking van zout de machine enkel met een afdekzeil
gebruiken.
uLangdurig achterblijven van zout in de voorraadbak voorkomen.
Afhankelijk van de kwaliteit en onder ideale omstandigheden kunt u steenzout ook met het
roerwerk AX 140 strooien.
Een reiniging na ieder gebruik van de machine voorkomt afzetting van residu’s op de bodem van
de voorraadbak. Zodoende vermindert u de slijtage van het roerwerk en verhoogt u de
gebruiksveiligheid van uw machine.
9.8 Droog zout strooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door strooimiddel
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uAlle personen uit de gevarenzone sturen.
Let bij het strooien van droog zout op het volgende:
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 99
uRoerwerk RWK AX 220 gebruiken. Zie Afb. 13 Roerwerk RWK AX 220
uMaximaal PTO-toerental van 540 1/min. resp. strooischijftoerental van 230 1/min.
uVóór iedere transportrit de aandrijving uitschakelen.
uBij gesloten doseerschuif, ook kortstondig, de aandrijving van de machine uitschakelen.
uDoseerschuif net zo ver openen dat het roerwerk het droge zout ongehinderd naar buiten kan
brengen.
uPTO bij laag motortoerental van de tractor langzaam inkoppelen, teneinde beschadiging van de
aandrijving van het roerwerk te voorkomen.
uBij lege voorraadbak het roerwerk uitschakelen.
uInstructies voor de montage en demontage van het roerwerk RWK AX 220 in de
dienovereenkomstige montagehandleiding naleven. Zie 11.6.1 Roerwerk demonteren
uDoor toedoen van de hygroscopische werking van zout de machine enkel met een afdekzeil
gebruiken.
uLangdurig achterblijven van zout in de voorraadbak voorkomen.
Afhankelijk van de kwaliteit en onder ideale omstandigheden kunt u droog zout ook met het
roerwerk RWK AX 140 strooien.
Een reiniging na ieder gebruik van de machine voorkomt afzetting van residu’s op de bodem van
de voorraadbak. Zodoende vermindert u de slijtage van het roerwerk en verhoogt u de
gebruiksveiligheid van uw machine.
Indien de roerwerking niet volstaat, vergrendelt u de middelste vingers met een M6-schroef.
9.9 Korrelige meststof strooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door strooimiddel
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uAlle personen uit de gevarenzone sturen.
Let bij het strooien van korrelige meststof op het volgende:
9. Strooibedrijf
100 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uRoerwerk RWK AX 140 gebruiken. Zie 4.5.6.1 RWK AX 140
uMaximaal PTO-toerental van 1000 1/min. resp. strooischijftoerental van 430 1/min.
uVóór iedere transportrit de aandrijving uitschakelen.
uBij gesloten doseerschuif, ook kortstondig, de aandrijving van de machine uitschakelen.
uDoseerschuif net zo ver openen dat het roerwerk de meststof ongehinderd naar buiten kan
brengen.
uPTO bij laag motortoerental van de tractor langzaam inkoppelen, teneinde beschadiging van de
aandrijving van het roerwerk te voorkomen.
uBij lege voorraadbak het roerwerk uitschakelen.
uInstructies voor de montage en demontage van het roerwerk RWK AX 140 in de
dienovereenkomstige montagehandleiding naleven. Zie ook 11.6.1 Roerwerk demonteren
Een reiniging na ieder gebruik van de machine voorkomt afzetting van residu’s op de bodem van
de voorraadbak. Zodoende vermindert u de slijtage van het roerwerk en verhoogt u de
gebruiksveiligheid van uw machine.
9.10 Split-zoutmengsel strooien
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door strooimiddel
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uAlle personen uit de gevarenzone sturen.
Let bij het strooien van split-zoutmengsel op het volgende:
uRoerwerk RWK AX 240 gebruiken. Zie Afb. 14 Roerwerk RWK AX 240
uBij het strooien van split volstaat een PTO-toerental van 450 1/min. resp. een schijftoerental van
200 1/min.
uVóór iedere transportrit de aandrijving uitschakelen.
uBij gesloten doseerschuif, ook kortstondig, de aandrijving van de machine uitschakelen.
uDoseerschuif net zo ver openen dat het roerwerk het split-zoutmengsel ongehinderd naar buiten
kan brengen.
uPTO bij laag motortoerental van de tractor langzaam inkoppelen, om beschadiging van de
aandrijving van het roerwerk te voorkomen.
uBij lege voorraadbak het roerwerk uitschakelen.
uInstructies voor de montage en demontage van het roerwerk RWK AX 240 in de
dienovereenkomstige montagehandleiding naleven. Zie ook 11.6.1 Roerwerk demonteren
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 101
Bij temperaturen onder 0 °C kan vochtig strooimiddel in de voorraadbak bevriezen en bij het
inschakelen van de PTO het roerwerk beschadigen.
uZorg ervoor dat het strooimiddel in de voorraadbak niet kan bevriezen.
uEen gevulde machine niet 's nachts in de openlucht laten staan.
uHoud het strooimiddel droog.
Een reiniging na ieder gebruik van de machine voorkomt afzetting van residu’s op de bodem van
de voorraadbak. Zodoende vermindert u de slijtage van het roerwerk en verhoogt u de
gebruiksveiligheid van uw machine.
Bij het strooien van split-zoutmengsel kan zich brugvorming boven het roerwerk voordoen.
In dat geval het zoutgehalte reduceren of een droog strooimiddel gebruiken.
9.11 Restvolumelediging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling en snijwonden in de zone van de strooihoeveelheidsverstelling
Bij het losmaken van de vaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag kan de schuifhefboom
onverwachts en schoksgewijs tegen het einde van de geleidingssleuf stoten en tot ernstig letsel
aan de vingers leiden.
uVaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag alleen losdraaien wanneer de
doseerschuif gesloten is.
uNooit de vingers in de geleidingssleuf van de strooihoeveelheidsinstelling steken.
Indien de machine op zichzelf (zonder tractor) geparkeerd wordt, de doseerschuif volledig openen.
De hydraulische cilinder staat op de eindaanslag, de terughaalveer is nog gespannen.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door roterende machineonderdelen
Roterende machineonderdelen (aftakas, strooischijf) kunnen lichaamsdelen of voorwerpen grijpen
en naar binnen trekken. Aanraking van draaiende machineonderdelen kan leiden tot kneuzingen,
schaafwonden en beknellingen.
Vrijkomend strooimiddel kan tot verwondingen leiden.
uBij draaiende machine buiten het bereik van de draaiende machineonderdelen blijven.
uAlle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.
9. Strooibedrijf
102 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Voor het waardebehoud van uw machine ledigt u de voorraadbak onmiddellijk na elk gebruik.
uAandrijving uitschakelen en motor van de tractor uitzetten.
uLeg een folie onder de machine om het strooimiddel op te vangen of zet een toereikend grote
opvangbak onder de uitloop.
uStrooibreedtebeperking geheel neerlaten.
uDoseerschuif geheel openen.
uSchakel de motor van de tractor en de aandrijving van de machine in en ledig de voorraadbak
totdat er geen strooimiddel meer naar buiten komt.
uAandrijving van de machine en motor van de tractor uitschakelen en beveiligen tegen inschakelen
door onbevoegden. Contactsleutel van de tractor eraf trekken.
uBij geopende doseerschuif het afgiftepunt heen en weer schuiven totdat de laatste resten
strooimiddel eruit gevallen zijn.
9.12 Machine parkeren en ontkoppelen
GEVAAR!
Beknellingsgevaar tussen tractor en machine
Personen die zich tijdens het parkeren of ontkoppelen tussen tractor en machine bevinden,
verkeren in levensgevaar.
uAlle personen uit de gevarenzone tussen tractor en machine wegsturen.
Voorwaarden voor het parkeren van de machine:
Machine enkel op effen, vaste ondergrond parkeren.
Machine enkel met lege voorraadbak parkeren.
Koppelingspunten (onderste/bovenste hefarm) ontlasten vóór het afbouwen van de machine.
Aftakas, hydraulische slangen en elektrische kabels na het ontkoppelen op de daartoe bestemde
houders leggen.
Let absoluut op de volgende aanwijzingen bij het parkeren van de machine indien deze over een
hydraulische schuifbediening beschikt.
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 103
WAARSCHUWING!
Gevaar voor beknelling en snijwonden in de zone van de strooihoeveelheidsverstelling
Bij het losmaken van de vaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag kan de schuifhefboom
onverwachts en schoksgewijs tegen het einde van de geleidingssleuf stoten en tot ernstig letsel
aan de vingers leiden.
uVaststelschroef van de doseerhoeveelheidsaanslag alleen losdraaien wanneer de
doseerschuif gesloten is.
uNooit de vingers in de geleidingssleuf van de strooihoeveelheidsinstelling steken.
uIndien de machine op zichzelf (zonder tractor) geparkeerd wordt, de doseerschuif volledig
openen: De hydraulische cilinder staat op de eindaanslag, de terughaalveer is nog
gespannen.
Afb. 35: Doseerschuif geopend, hydraulische cilinder aan de eindaanslag
Doseerschuif openen:
uDoseerschuif via het stuurventiel volledig sluiten.
uHoeveelheidsaanslag op de grootste hoeveelheid zetten.
uDoseerschuif via het stuurventiel algeheel openen.
De hydraulische cilinder staat op de eindaanslag.
De terughaalveer is nog gespannen.
9. Strooibedrijf
104 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Afb. 36: Houder voor kabels en slangen
[1] Houder voor kabels en slangen
9. Strooibedrijf
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 105
10 Storingen en mogelijke oorzaken
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verwondingen bij ongeschikt verhelpen van storingen
Een vertraagd of onvakkundig verhelpen van storingen door onvoldoende gekwalificeerd personeel
leidt tot ernstig lichamelijk letsel alsook schade aan machines en milieu.
uOptredende storingen onmiddellijk verhelpen.
uVerhelp de storing alleen zelf wanneer u over de betreffende kwalificatie beschikt.
Voorwaarden voor het verhelpen van storingen:
Motor van de tractor uitschakelen en beveiligen tegen inschakelen door onbevoegden.
Machine op de grond parkeren.
Let in het bijzonder op de waarschuwingen in hoofdstuk 3 Veiligheid en 11 Onderhoud en
reparatie, vooraleer u de storingen verhelpt.
Storing Mogelijke oorzaak Maatregel
Ongelijkmatige verdeling van het
strooimiddel
Vastgekoekt strooimiddel aan
strooischijven, strooischoepen,
aan de uitloop.
uVastgekoekt strooimiddel
verwijderen.
Strooischoepen versleten. uStrooischoepen vervangen.
De doseerschuif gaat niet
volledig open
uWerking van de
doseerschuif controleren
Afgiftepunt verkeerd ingesteld. uInstelling corrigeren.
Strooimiddelaanvoer naar de
strooischijf onregelmatig
Uitloop verstopt uMaak de verstoppingen los.
Roerwerk defect uRoerwerk controleren en
eventueel vervangen. Zie
11.6 Roerwerk op slijtage
controleren
uMaak de verstoppingen los.
Strooischijf fladdert. uStevigheid controleren.
10. Storingen en mogelijke oorzaken
106 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Storing Mogelijke oorzaak Maatregel
Doseerschuif gaat niet open Doseerschuif loopt te zwaar. uControleren of de schuif, de
hendel en de koppelingen
soepel lopen en eventueel
verbeteren.
uTrekveer controleren.
Stroomtoevoer naar actuator
onderbroken
Reductiescherm aan de
slangaansluiting van de
steekkoppeling is vervuild.
Roerwerk werkt niet. Roerwerkaandrijving is defect. uSlijtage controleren.
uSpanstiften op beschadiging
en slijtage controleren.
Doseerschuif gaat te traag open Reductiescherm aan de
slangaansluiting van de
steekkoppeling is vervuild.
uScherm reinigen.
Verstoppingen van de
doseeropeningen:
door strooimiddelklonters
door vochtig strooimiddel
door andere
verontreinigingen
(bladeren, stro, resten van
zakken)
verstoppingen uTractor uitzetten,
contactsleutel verwijderen,
stroomtoevoer loskoppelen.
uDe doseerschuif openen.
uOpvangbak plaatsen.
uUitloop van voren met
behulp van een geschikt
gereedschap reinigen.
uVreemde voorwerpen in de
voorraadbak verwijderen.
uDe doseerschuif weer
sluiten.
10. Storingen en mogelijke oorzaken
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 107
Storing Mogelijke oorzaak Maatregel
De strooischijf draait niet of blijft
na het inschakelen plotseling
staan
Bij gebruik van een aftakas met
breekpenbeveiliging
Breekpenbeveiliging defect
uBreekpenbeveiliging
controleren, eventueel
vervangen (zie hiervoor de
handleiding van de fabrikant
van de aftakas).
Bij hydraulische aandrijving uDe steekverbinding van de
hydraulische slangen
controleren.
uDe steekverbinding van de
machinekabel controleren.
10. Storingen en mogelijke oorzaken
108 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
11 Onderhoud en reparatie
11.1 Veiligheid
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich
tijdens de bediening van de machine niet voordoen.
Voer derhalve onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst
zorgvuldig en met besef van gevaren.
Laat grotere onderhoudswerkzaamheden door uw dealer uitvoeren.
Let op de waarschuwingen in het hoofdstuk 3 Veiligheid
Let in het bijzonder op de aanwijzingen in het gedeelte 3.8 Onderhoud en reparatie
Neem zeer goed nota van de volgende aanwijzingen:
Alleen vakpersoneel mag laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en
hydraulische installatie uitvoeren.
Bij werkzaamheden aan de opgeheven machine bestaat kantelgevaar. Beveilig de machine altijd
door middel van geschikte stutelementen.
Om de machine met een hefwerktuig op te tillen steeds beide ringogen in de voorraadbak
gebruiken.
Bij onderdelen die onafhankelijk worden bediend bestaat gevaar voor beknellen en snijden. Let
er bij het onderhoud op dat zich niemand in de zone van de bewegende delen bevindt.
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische
eisen. Dit is bijv. gewaarborgd door originele reserveonderdelen.
Voorafgaand aan alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en bij het verhelpen
van een storing, de motor van de tractor uitschakelen, de contactsleutel eruit trekken en wachten
tot alle bewegende onderdelen van de machine stilstaan.
Door de besturing van de machine met een bedieningseenheid kunnen bijkomende risico’s en
gevaren ontstaan door toedoen van onafhankelijk werkende onderdelen.
Stroomtoevoer tussen tractor en machine loskoppelen.
Stroomtoevoerkabel van de accu scheiden.
Reparatiewerkzaamheden mogen UITSLUITEND worden uitgevoerd door een geïnstrueerde
en erkende werkplaats.
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 109
nOnderhoudsschema
Taak
Voor gebruik
Na gebruik
Na de eerste X uren
Na de eerste X uren
Na de eerste X uren
Alle X draaiuren
Alle X draaiuren
Alle X draaiuren
wekelijks
Driemaandelijks
Na de eerste X jaren
Aan het begin van het seizoen
Aan het einde van het seizoen
Waarde (X)
10
50
100
30
50
100
10
Reinigen
Reinigen X
Smering
Aftakas X
Scharnieren, bussen X X
Bajonetsluiting van het
roerwerk X X X
Cardanscharnier van
het roerwerk RWK 10 X X X X
Controle
Slijtageonderdelen X X
Schroefverbindingen X X X X
Doseerschuif X X
Roerwerk RWK AX 140 X
Roerwerk RWK AX 160 X
Roerwerk RWK AX 165 X
Roerwerk RWK AX 180 X
Roerwerk RWK AX 220 X
Roerwerk RWK AX 240 X
Framering X
Aanslagring X
Strooischoepen X X
Oliepeil X X X X
11. Onderhoud en reparatie
110 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
11.2 Machine reinigen
nReinigen
uDe uitloopkanalen en het gedeelte van de schuifgeleiding uitsluitend van onderaf reinigen.
uReinig ingeoliede machines alleen op wasplaatsen met olieafscheider.
uRicht bij de reiniging met hoge druk de waterstraal nooit direct op waarschuwingssymbolen,
elektrische inrichtingen, hydraulische componenten en glijlagers.
uNa de reiniging bevelen wij aan om de droge machine, in het bijzonder de gecoate
strooischoepen en de roestvrijstalen onderdelen, met een milieuvriendelijk antiroestmiddel te
behandelen.
wBij uw geautoriseerde contractuele handelaar een geschikte polijstset voor het behandelen
van roestplekken bestellen.
11.3 Smeerschema
11.3.1 Aftakas smeren
nAftakas
Smeermiddel: Vet
Zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
11.3.2 Scharnieren, bussen smeren
nScharnieren, bussen
Smeermiddel: Vet, olie
De scharnieren en bussen zijn ontworpen voor droge werking, maar mogen wel licht worden
gesmeerd.
11.3.3 Bajonetsluiting van het roerwerk smeren
nBajonetsluiting van het roerwerk
Smeermiddel: Vet
uBajonetsluiting soepel lopend houden en regelmatig invetten.
uAan het seizoenseinde invetten.
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 111
11.3.4 Cardanscharnier van het roerwerk RWK 10 smeren
nCardanscharnier van het roerwerk RWK 10
Smeermiddel: Vet, olie
uCardanscharnier soepel lopend houden en regelmatig invetten.
uAan het seizoenseinde invetten.
11.4 Slijtageonderdelen en schroefverbindingen
11.4.1 Slijtageonderdelen controleren
nSlijtageonderdelen
Slijtageonderdelen zijn: strooischoepen, roerwerk, bodem voorraadbak en framering.
Slijtageonderdelen regelmatig controleren.
Deze onderdelen vervangen wanneer ze duidelijk zichtbare tekenen van slijtage, vervormingen, gaten
of veroudering vertonen. Anders ontstaat een verkeerd strooibeeld.
De levensduur van de slijtageonderdelen is onder andere afhankelijk van het gebruikte strooimiddel.
11.4.2 Boutverbindingen controleren
nSchroefverbindingen
De schroefverbindingen zijn af fabriek vastgedraaid en geborgd met het noodzakelijke koppel. Door
trillingen en schokken, in het bijzonder in de eerste bedrijfsuren, kunnen schroefverbindingen
loskomen.
uAlle schroefverbindingen controleren op stevig vastzitten.
Sommige componenten zijn met zelfborgende moeren gemonteerd.
uGebruik bij montage van deze componenten altijd nieuwe zelfborgende moeren.
Neem de aanhaalmomenten van de standaard-schroefverbindingen in acht.
Zie 14.1 Aanhaalmoment
11.5 Doseerschuifinstelling kalibreren
nDoseerschuif
11. Onderhoud en reparatie
112 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
GEVAAR!
Gevaar voor beknelling en snijwonden!
Bij werkzaamheden aan automatisch bewegende onderdelen (verstelhendels, doseerschuiven)
bestaat gevaar voor beknellen en snijden.
uLet bij alle kalibreerwerkzaamheden op de afschuivingsplaatsen van doseeropening en
doseerschuiven.
uMotor van de tractor uitzetten en de contactsleutel verwijderen.
uDoseerschuif geheel openen.
uTijdens de kalibreerwerkzaamheden de hydraulische doseerschuif nooit bedienen.
uControleer vóór ieder strooiseizoen, eventueel ook tijdens het strooiseizoen, de instelling van de
doseerschuif op gelijkmatig openen.
Voorwaarde
Voor de controle van de doseerschuifinstelling moet het mechanisme vrij kunnen bewegen.
uTerughaalveer met de instelhendel eruit
halen.
uElektrische cilinders of hydraulische
cilinders eruit halen.
Afb. 37: Terughaalveer eruit halen.
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 113
Controleren:
uOnderhoudsdeksel openen.
uRoerwerk demonteren.
uEen bout [1] met een diameter van 25 mm
in de doseeropening steken.
uDoseerschuif tegen de bout schuiven.
uVaststelschroef aanspannen.
De bout is geborgd.
Afb. 38: Bout in doseerschuifopening
De aanslag aan de onderste schaal (doseerschaal) staat op schaalwaarde 24.
Indien de positie niet klopt, stelt u de schaal opnieuw in.
Instellen:
üDe doseerschuif is licht tegen de bout aan
geduwd.
uBevestigingsschroeven [1] aan de
schaalverdeling losmaken.
uDe schaalverdeling zodanig verschuiven
dat de schaalwaarde 24 precies onder de
wijzer van het weergave-element staat.
uDe schaalverdeling met de
bevestigingsschroeven vastschroeven.
uBout eruit nemen.
uElektrische cilinders of hydraulische cilinders erin steken.
uTerughaalveer erin steken.
uRoerwerk monteren en onderhoudsdeksel sluiten.
11.6 Roerwerk op slijtage controleren
11.6.1 Roerwerk demonteren
nRoerwerk demonteren
Het roerwerk is met een bajonetafsluiting bevestigd.
11. Onderhoud en reparatie
114 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uOnderhoudsdeksel openen.
uRoerwerk in de richting van de klok tot de
aanslag draaien.
uRoerwerk naar boven eruit heffen.
Afb. 39: Roerwerk demonteren
Inbouw van het roerwerk in omgekeerde volgorde. Zie Hoofdstuk 7.5 - Roerwerk monteren -
Pagina 48
11.6.2 Roerwerk RWK AX 140 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 140
uKunststofelement [1] op beschadigingen en
slijtage controleren.
Bij sterke slijtage het kunststofelement
vervangen.
uRoervinger op beschadiging en slijtage
controleren.
De roervinger [2] mag niet verbogen zijn.
Te sterk versleten roervingers kunnen
breken en moeten vervangen worden.
uIndien het strooimiddel niet meer
gelijkmatig uit de doseeropening stroomt,
moeten de roervingers vervangen worden. Afb. 40: Roerwerk RWK AX 140
11.6.3 Roerwerk RWK AX 160 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 160
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 115
uRoervinger op beschadiging en slijtage
controleren.
Afb. 41: Roerwerk RWK AX 160
11.6.4 Roerwerk RWK AX 165 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 165
uRoervinger op beschadiging en slijtage controleren.
uIndien nodig het roerwerk vervangen.
11.6.5 Roerwerk RWK AX180 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 180
uKunststofelement [1] op beschadigingen en
slijtage controleren.
Bij sterke slijtage het kunststofelement
vervangen.
uRoervinger [2] op beschadigingen en
slijtage controleren.
De roervinger mag niet verbogen zijn.
Te sterk versleten roervingers kunnen
breken en moeten vervangen worden.
uCardankoppeling [3] op soepelheid
controleren.
Afb. 42: Roerwerk RWK AX 180
11.6.6 Roerwerk RWK AX 220 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 220
11. Onderhoud en reparatie
116 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
uKunststofelement [1] op beschadigingen en
slijtage controleren.
Bij sterke slijtage het kunststofelement
vervangen.
uRoervinger [2] op beschadigingen en
slijtage controleren.
Te sterk versleten roervingers kunnen
breken en moeten vervangen worden.
uCardankoppeling [3] op soepelheid
controleren.
Afb. 43: Roerwerk RWK AX 220
11.6.7 Roerwerk RWK AX 240 op slijtage controleren
nRoerwerk RWK AX 240
uKetenen [1] op beschadigingen en slijtage
controleren.
Bij sterke slijtage ketenen vervangen.
uRoervinger [2] op beschadigingen en
slijtage controleren.
Te sterk versleten roervingers kunnen
breken en moeten vervangen worden.
Afb. 44: Roerwerk RWK AX 240
11.6.8 Framering op slijtage controleren
nFramering
uFramering op beschadiging en slijtage controleren.
wTen laatste wanneer de gleuf in de framering niet meer zichtbaar is, de ring vervangen.
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 117
Montage van de framering
uGleuf naar de doseeropening richten.
uDe framering dient op de basisplaat te
liggen.
Afb. 45: Framering
11.6.9 Aanslagring en reservoir op slijtage controleren
nAanslagring
uAanslagring in het reservoir op
beschadiging en slijtage controleren.
Afb. 46: Aanslagring in reservoir
11.7 Strooischoepen vervangen
nStrooischoepen
Laat versleten strooischoepen uitsluitend door uw handelaar of bevoegde vakmensen vervangen.
Voorwaarde:
De strooischijven zijn gedemonteerd
11. Onderhoud en reparatie
118 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
LET OP!
Overeenstemming van de strooischoeptypen
Type en grootte van de strooischoepen zijn aan de strooischijf aangepast. Verkeerde
strooischoepen kunnen schade aan de machine en het milieu berokkenen.
uENKEL de voor de oorspronkelijke schijf toegestane strooischoepen monteren.
uOpschrift op de strooischoepen vergelijken. Type en grootte van de nieuwe en de oude
strooischoep moeten identiek zijn.
Strooischoepen vervangen
uDe zelfborgende moeren aan de
strooischoep losmaken en strooischoep
eraf nemen.
Afb. 47: Schroeven van de strooischoepen
losdraaien
uDe nieuwe strooischoep op de strooischijf
zetten. Op het juiste strooischoeptype
letten.
uStrooischoep eraan schroeven
(aanhaalkoppel: 20 Nm). Hierbij steeds
nieuwe zelfborgende moeren gebruiken.
Afb. 48: Nieuwe zelfborgende moeren gebruiken
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 119
11.8 Drijfwerkolie
11.8.1 Hoeveelheid en soorten
Het drijfwerk van de machine is gevuld met ca. 0,25 l transmissieolie. Alle oliën die voldoen aan SAE
85W-90 API GL-5, zijn geschikt voor het vullen van het drijfwerk.
Fabrikant Oliesoort
Aral Transmissieolie HYP 85W-90
Esso Gear Oil GX-D 85W-90
Gebruik altijd olie van dezelfde soort.
Nooit mengen.
11.8.2 Oliepeil controleren
nOliepeil
Het drijfwerk hoeft onder normale omstandigheden niet te worden gesmeerd.
üVoor de oliepeilcontrole en voor het vullen staat de machine horizontaal.
üPTO en motor van de tractor zijn uitgeschakeld, contactsleutel is van de tractor afgetrokken.
Afb. 49: Controleschroef voor oliepeil drijfwerk
[1] Controleschroef oliepeil
11. Onderhoud en reparatie
120 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Oliepeil controleren:
uControleschroef oliepeil [1] openen.
Het oliepeil is in orde wanneer de olie de onderkant van de opening bereikt.
11.8.3 Vullen met olie
Vullen met olie:
uEnkel transmissieolie SAE 85W-90 bezigen.
uControleschroef openen.
uTransmissieolie in de opening gieten, totdat het oliepeil aan de controleschroef de onderkant van
de boring bereikt.
uControleschroef sluiten.
11. Onderhoud en reparatie
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 121
12 Voorbereiden voor de winter en conserveren
12.1 Veiligheid
LET OP!
Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van hydraulische olie en cardanolie
Hydraulische olie en cardanolie zijn niet volledig biologisch afbreekbaar. Daarom mag olie niet op
ongecontroleerde wijze in het milieu geraken.
uNaar buiten gestroomde olie met zand, aarde of absorberend materiaal opnemen resp.
indammen.
uHydraulische olie en cardanolie opvangen in een daarvoor bedoeld reservoir en verwijderen
met inachtneming van de officiële voorschriften.
uVoorkom dat olie naar buiten stroomt en in het riool geraakt.
uVoorkom dat olie in de afwatering geraakt door wallen van zand of aarde of door andere
geschikte blokkeringsmaatregelen.
12.2 Voorbereiden voor de winter
Voor het voorbereiden voor de winter de machine grondig wassen (zie hoofdstuk 11.2 Machine
reinigen)
uDe doseerschuif openen.
uSlangen en kabels ophangen, stekkers naar beneden zodat het water goed kan wegstromen.
uMachine parkeren (zie hoofdstuk9.12 Machine parkeren en ontkoppelen).
uConserveren van hydraulische componenten en roestgevoelige componenten. Hiervoor een
geschikt corrosiebeschermingsmiddel gebruiken. Bijv. beschermwas
uStofkappen op slangen en kabels steken.
12.3 Machine conserveren
Voor het inspuiten uitsluitend goedgekeurde en milieuvriendelijke middelen gebruiken.
Middelen op basis van minerale olie (diesel enz.) vermijden. Deze kunnen de kunststoffen
aantasten en worden bij de eerste wasbeurt weggespoeld en kunnen in de riolering terechtkomen.
12. Voorbereiden voor de winter en conserveren
122 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
Alleen inspuiten, wanneer de machine ook werkelijk volledig schoon en droog is.
Machine met een milieuvriendelijk corrosiebeschermingsmiddel behandelen.
Beschermwas gebruiken:
Conservering van hydraulische componenten, bijv. schroefverbindingen, slangfittingen
Conservering van verzinkte schroeven
12. Voorbereiden voor de winter en conserveren
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 123
13 Afvoer
13.1 Veiligheid
LET OP!
Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van hydraulische olie en cardanolie
Hydraulische olie en cardanolie zijn niet volledig biologisch afbreekbaar. Daarom mag olie niet op
ongecontroleerde wijze in het milieu geraken.
uNaar buiten gestroomde olie met zand, aarde of absorberend materiaal opnemen resp.
indammen.
uHydraulische olie en cardanolie opvangen in een daarvoor bedoeld reservoir en verwijderen
met inachtneming van de officiële voorschriften.
uVoorkom dat olie naar buiten stroomt en in het riool geraakt.
uVoorkom dat olie in de afwatering geraakt door wallen van zand of aarde of door andere
geschikte blokkeringsmaatregelen.
LET OP!
Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van verpakkingsmateriaal
Verpakkingsmateriaal bevat chemische verbindingen die volgens specifieke voorschriften
behandeld moeten worden
uVerpakkingsmateriaal bij een daartoe bevoegd afvalverwerkingsbedrijf afdanken.
uDe nationale voorschriften naleven.
uVerpakkingsmateriaal niet verbranden of bij het huishoudelijke afval voegen.
LET OP!
Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van bestanddelen
Bij niet vak- en deskundige verwijdering dreigt gevaar voor het milieu.
uVerwijdering alleen door daarvoor geautoriseerde ondernemingen.
13.2 Machine afvoeren
De volgende punten gelden onbeperkt. Al naargelang de nationale wetgeving de daaruit
voortvloeiende maatregelen vastleggen en uitvoeren.
uAlle onderdelen, hulp- en bedrijfsstoffen door vakpersoneel uit de machine laten verwijderen.
wDeze moeten daarbij volgens soort gescheiden worden.
uAlle afvalproducten volgens de plaatselijke voorschriften en richtlijnen voor recyclingafval of
speciaal afval laten verwijderen door geautoriseerde ondernemingen.
13. Afvoer
124 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
14 Appendix
14.1 Aanhaalmoment
Toegestane koppels voor schroeven A2-70 en A4-70
voor lengtes van tot 8 x schroefdraaddiameter
Schroefdraad Wrijvingscoëfficiënt μ Toegestane koppels Nm
M5
0,14 4,2
0,16 4,7
M6
0,14 7,3
0,16 8,2
M8
0,14 17,5
0,16 19,6
M10
0,14 35
0,16 39
M12
0,14 60
0,16 67
M14
0,14 94
0,16 106
M16
0,14 144
0,16 162
M18
0,14 199
0,16 225
M20
0,14 281
0,16 316
M22
0,14 376
0,16 423
M24
0,14 485
0,16 546
M27
0,14 708
0,16 797
14. Appendix
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 125
Toegestane koppels voor schroeven A2-70 en A4-70
voor lengtes van tot 8 x schroefdraaddiameter
Schroefdraad Wrijvingscoëfficiënt μ Toegestane koppels Nm
M30
0,14 969
0,16 1092
14. Appendix
126 5900962 AXEO 2.1/6.1/18.1
15 Garantie en vrijwaring
RAUCH-apparaten worden vervaardigd op basis van moderne fabricagemethoden en met uiterste
zorgvuldigheid en worden vele malen gecontroleerd.
Daarom biedt RAUCH 12 maanden garantie als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De garantie gaat in op de datum van de aankoop.
De garantie omvat materiaal- of fabricagefouten. Voor producten van derden (hydraulisch
systeem, elektronica) zijn wij uitsluitend aansprakelijk in het kader van de vrijwaring van de
betreffende fabrikant. Tijdens de garantieperiode worden fabricage- en materiaalfouten kosteloos
verholpen door vervanging of verbetering van de betreffende onderdelen. Overige, ook
verdergaande rechten als aanspraak op koopvernietiging, korting op de aanschafprijs of
vergoeding van schade die niet aan het geleverde object ontstaan is, zijn uitdrukkelijk uitgesloten.
De garantieprestatie wordt geleverd door erkende werkplaatsen, door RAUCH-
fabrieksvertegenwoordiging of door de fabriek zelf.
Van de garantie uitgesloten zijn gevolgen van natuurlijke slijtage, vervuiling, corrosie en alle
fouten die zijn ontstaan door onvakkundig hanteren alsmede inwerkingen van buitenaf. Bij
eigenmachtig uitvoeren van reparaties of wijzigingen van de originele toestand vervalt de
garantie. De aanspraak op vervanging vervalt, als er geen originele RAUCH-
vervangingsonderdelen gebruikt zijn. Neem daarom de gebruiksaanwijzing in acht. Neem bij
twijfel contact op met onze fabrieksvertegenwoordiging of direct met onze fabriek. Garantieclaims
moeten uiterlijk binnen 30 dagen na optreden van de schade bij de fabriek zijn ingediend.
Vermeld koopdatum en machinenummer. Reparaties waarvoor garantie moet worden verleend,
mogen door de erkende werkplaats pas na overleg met RAUCH of diens officiële
vertegenwoordiging worden uitgevoerd. De garantieperiode wordt niet verlengd door
garantiewerkzaamheden. Transportfouten zijn geen fabricagefouten en vallen daarom niet onder
de vrijwaringsplicht van de fabrikant.
Aanspraak op vergoeding van schade die niet aan de RAUCH-apparaten zelf is ontstaan, is
uitgesloten. Hieronder valt ook uitsluiting van aansprakelijkheid voor vervolgschade als gevolg
van strooifouten. Eigenmachtige wijzigingen aan RAUCH-apparaten kunnen vervolgschade
veroorzaken. Hiervoor is de leverancier niet aansprakelijk. Bij opzet of grove nalatigheid van de
eigenaar of een leidinggevende geldt de uitsluiting van aansprakelijkheid van de leverancier niet.
Dit geldt ook voor die gevallen waarbij de productaansprakelijkheidswetgeving aangeeft, dat de
leverancier aansprakelijk is voor persoonlijk letsel of materiële schade aan privé gebruikte
voorwerpen door gebreken van het geleverde object. Tevens geldt dit voor het ontbreken van
eigenschappen die uitdrukkelijk toegezegd zijn, als de toezegging tot doel had om de besteller te
beschermen tegen schade die niet aan het geleverde object zelf ontstaan is.
15. Garantie en vrijwaring
AXEO 2.1/6.1/18.1 5900962 127
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Rauch AXEO 2.1 / 6.1 / 18.1 Handleiding

Type
Handleiding