ProForm PFEL49720-INT de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Serienummer-
sticker
iconeurope.com
Modelnr. PFEL49720-INT.2
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
OPGELET
Lees alle voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding
door voordat u deze apparatuur
gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor latere raadpleging.
KLANTENSERVICE
Neem contact op met de
Klantenservice (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
2
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE CROSSTRAINER GEBRUIKEN ............................................................15
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN .......................................................17
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING .....................................................23
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................25
ONDERDELENLIJST .......................................................................27
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN .............................................Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterkant
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google LLC. Het woordmerk Bluetooth
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en worden onder licentie gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS
en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
De hier afgebeelde waarschuwingssticker wordt
bij dit product meegeleverd. Plak de waarschu-
wingssticker op de aangegeven locatie bovenop
de Engelse waarschuwing. Raadpleeg de
voorkant van deze handleiding als een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
gratis vervangende sticker. Plak de sticker op
de aangegeven plaats. Let op: De sticker wordt
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding, en alle waarschuwingen op uw crosstrainer voordat u deze gebruikt om het risico
op ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
opgelopen door dit product of tijdens het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de crosstrainer goed geïnformeerd zijn
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen ouder dan 35 jaar
of met bestaande gezondheidsproblemen.
3. De crosstrainer is niet bedoeld om gebruikt te
worden door personen met verminderd licha-
melijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of
met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
er toezicht is of tenzij zij instructies hebben
ontvangen over het gebruik van de cross-
trainer door iemand die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is.
4. Gebruik de crosstrainer alleen zoals in deze
handleiding is beschreven.
5. De crosstrainer is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de crosstrainer niet voor
zakelijke, institutionele of verhuurdoeleinden.
6. Houd de crosstrainer binnenshuis en uit de
buurt van vocht en stof. Plaats de crosstrai-
ner niet in een garage, op een overdekt terras
of bij water.
7. Plaats de crosstrainer op een vlakke onder-
grond met minstens 0,9 m vrije ruimte voor
en achter de crosstrainer en 0,6 m aan beide
zijkanten. Leg een matje onder de cross-
trainer om uw vloer of vloerbedekking te
beschermen.
8. Controleer de onderdelen elke keer dat de
crosstrainer wordt gebruikt en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
9. Houd kinderen jonger dan 16 jaar en huisdie-
ren altijd bij de crosstrainer vandaan.
10. De crosstrainer is niet geschikt voor perso-
nen die meer dan 125 kg wegen.
11. Draag geschikte kleding wanneer u de cross-
trainer gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de crosstrainer bekneld kan raken.
Draag altijd gymschoenen om uw voeten
tijdens het trainen te beschermen.
12. Houd de handvatten of de armen van het
bovendeel vast bij het opstappen, het
afstappen of tijdens het gebruik van de
cross trainer. Breng de pedalen tot stilstand
met het pedaal aan de opstap- of afstapkant
in de laagste stand voordat u op- of afstapt.
13. De crosstrainer heeft geen vrijloop; de
pedalen blijven ronddraaien, totdat het vlieg-
wiel stopt. Verlaag op beheerste wijze uw
etssnelheid.
14. Houd uw rug tijdens het gebruik van de
cross trainer altijd recht. Krom uw rug niet.
15. Te veel trainen kan leiden tot ernstig letsel
of de dood. Stop onmiddellijk en begin met
afkoelen als u tijdens het trainen uitgeput
raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
4
Fijn dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
ENDURANCE 420 E crosstrainer gekozen heeft. De
ENDURANCE 420 E crosstrainer kent een indrukwek-
kende reeks mogelijkheden die ontworpen zijn om uw
trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat
u de crosstrainer gebruikt. Raadpleeg de voorkant
van deze handleiding als u na het doorlezen van deze
handleiding nog vragen hebt. Noteer het product-
model- en serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn. U vindt
het modelnummer en de locatie van de serienummer-
sticker op de voorkant van deze handleiding.
Voordat u verder leest, dient u zich vertrouwd te maken
met de onderdelen die in de onderstaande tekening
zijn aangeduid.
Accessoireshouder
Handvat
Arm van het bovendeel
Pedaal
Roller
Hendel
Bedieningspaneel
VOORDAT U BEGINT
Wiel
Stelvoet
Lengte: 173 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 80 kg
5
M10 x 114mm Schroef
(104)–4
M8 Borgmoer
(102)–4
#8 x 5/8"
Schroef
(101)–18
M8 x 45mm Bout
(96)–4
M8 x 20mm Schroef
met Platte Kop (48)–2
M8 x 22mm
Sluitring (14)–2
M10 x 25mm
Schroef (92)–2
M8 x 25mm
Sluitring (97)–2
M8 x 13mm
Schroef (82)–4
M8 x 20mm
Schroef (13)–2
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor een overzicht van de kleine onderdelen die nodig zijn voor
montage. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het referentienummer van het onderdeel. U vindt
alle onderdelen terug in de ONDERDELENLIJST achterin deze handleiding. Het getal volgend op het referentie-
nummer geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als er een onderdeel van de kit met bevesti-
gingsonderdelen lijkt te ontbreken, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
6
2. Plaats met de hulp van een tweede persoon een
deel van het verpakkingsmateriaal (niet afge-
beeld) onder de achterkant van het Onderstel
(1). Laat de tweede persoon het Onderstel
vasthouden, zodat het niet omvalt terwijl u
deze stap voltooit.
Maak de Achterste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 114mm
Schroeven (104).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van de onderkant van het Onderstel (1).
2
1
2
104
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen worden aangegeven met
“L” of “Left” en de rechteronderdelen met “R” of
“Right”.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 5.
U hebt behalve het meegeleverde gereedschap
ook het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een verstelbare moersleutel
een rubberhamer
Het monteren gaat mogelijk eenvoudiger met
uw eigen set sleutels. Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schade aan onderdelen te
voorkomen.
MONTAGE
1
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product om:
• uw eigendom vast te leggen
uw garantie te activeren
prioriteit bij klantondersteuning te krijgen als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
kunt u bellen met de Klantenservice (zie de
voorkant van deze handleiding) en uw product
registreren.
7
3
6
4
3. Plaats met de hulp van een tweede persoon een
deel van het verpakkingsmateriaal (niet afge-
beeld) onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat de tweede persoon het Onderstel vast-
houden, zodat het niet omvalt terwijl u deze
stap voltooit.
Maak de Voorste Stabilisator (6) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 114mm
Schroeven (104).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van onder de voorkant van het Onderstel (1).
1
104
77
59
45
13
4. Smeer, door een plastic zakje te gebruiken
om uw vingers schoon te houden, een beetje
van het meegeleverd smeervet om de rechter
Crankarm (20).
Zoek vervolgens naar de Rechterrollerarm (59),
draai deze zoals afgebeeld en schuif deze op de
rechter Crankarm (20).
Bevestig de Rechterrollerarm (59) met een M8 x
20mm Schroef (13) en een Crankkap (77).
Herhaal deze stap voor de Linkerrollerarm
(45).
20
Smeervet
8
5
6. Zoek de kabelbinder (A) in de onderkant van
de Staander (4). Verbind de kabelbinder met de
Hoofddraad (110) zoals afgebeeld. Trek vervol-
gens aan de bovenkant van de kabelbinder tot
de Hoofddraad helemaal door de Staander loopt.
Tip: Om te voorkomen dat de Hoofddraad
(110) in de Staander (4) valt, zet u de Hoofd-
draad vast met de kabelbinder (A).
4
110
A
6
5. Tip: Klem de Hoofddraad (110) niet af. Zorg
dat een tweede persoon de Staander (4) vast-
houdt in de buurt van het Onderstel (1).
Tip: Er zijn twee M10 x 25mm Schroeven (92)
vooraf gemonteerd aan het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (4) aan het Onderstel (1)
met twee aanvullende M10 x 25mm Schroeven
(92); draai beide Schroeven aan en draai alle
vier Schroeven daarna vast.
Klem de Hoofddraad
(110) niet af
4
1
92
92
110
A
9
7
7. Breng smeervet aan op de as aan de rechter-
kant van de Staander (4).
Schuif een Tussenstuk van de Zwenkas (54) op
de rechterkant van de Staander (4).
Zoek vervolgens het Rechterbeen van het
Bovendeel (60), richt deze zoals getoond en
schuif deze op de rechterkant van de Staander
(4).
Bevestig het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) met een M8 x 13mm Schroef (82) en een
M8 x 25mm Sluitring (97).
Herhaal deze stap voor het Linkerbeen van
het Bovendeel (46).
46
4
Smeervet
8
60
54
82
97
8. Richt de Rechterpedaalarm (58) zoals afge-
beeld, en breng smeervet aan op de as. Steek
vervolgens de Rechterpedaalarm (58) in het
Rechterbeen van het Bovendeel (60) en in de
Rechterrollerarm (59).
Bevestig de Rechterpedaalarm (58) aan de
Rechterrollerarm (59) met een M8 x 20mm
Schroef met Platte Kop (48) en een Houder (55);
zorg dat de platte kant (B) van de Houder
gericht is naar de Rechterrollerarm.
Herhaal deze stap voor de Linkerpedaalarm
(44).
Smeervet
55
48
B
58
44
59
60
10
9
10
Klem de
Hoofddraad (110)
niet af
7
10. Haal de kabelbinder van de Hoofddraad (110) en
gooi de kabelbinder weg.
Sluit, terwijl een tweede persoon het Bedie-
ningspaneel (7) bij de Staander (4) houdt, de
Hoofddraad (110) aan op de aansluiting op het
Bedieningspaneel.
De connector op de Hoofddraad (110) moet
eenvoudig in de aansluiting glijden en op zijn
plaats klikken met een hoorbare klik. Als de
connector niet eenvoudig in een aansluiting glijdt,
draait u de connector en probeert u het opnieuw.
Als u de connector niet goed aansluit, kan
het Bedieningspaneel (7) beschadigd raken
wanneer u de crosstrainer gaat gebruiken.
Stop het overschot aan draad in de Staander (4)
of het Bedieningspaneel (7).
Tip: Klem de Hoofddraad (110) niet af. Bevestig
het Bedieningspaneel (7) aan de Staander (4)
met vier #8 x 5/8" Schroeven (101). Draai alle
Schroeven aan en draai ze daarna vast.
101
82
14
60
64
Smeervet
58
4
110
101
9. Breng smeervet aan op een As van de Pedaal-
arm (64).
Steek de As van de Pedaalarm (64) in het
Rechterbeen van het Bovendeel (60) en in de
Rechterpedaalarm (58) vanaf de aangegeven
richting.
Schuif dan een M8 x 22mm Sluitring (14) op een
M8 x 13mm Schroef (82) en draai de Schroef
een paar slagen in de As van de Pedaalarm (64)
vast.
Draai vervolgens de As van de Pedaalarm
(64) en de M8 x 13mm Schroef (82) tegelijker-
tijd vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
11
11
11. Richt de Accessoireshouder (37) zoals afge-
beeld en bevestig deze aan de Staander (4) met
twee #8 x 5/8" Schroeven (101).
4
101
37
12
101
81
37
12. Richt een Onderste Kap van de Houder (81)
zoals afgebeeld en bevestig deze aan de rech-
terkant van de Accessoireshouder (37) met twee
#8 x 5/8" Schroeven (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
12
13
13. Zoek naar de Rechterarm van het Bovendeel
(61), draai deze zoals afgebeeld en schuif deze
in het Rechterbeen van het Bovendeel (60).
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel
(61) met twee M8 x 45mm Bouten (96) en
twee M8 Borgmoeren (102); zorg ervoor dat
de Borgmoeren in de zeskantige gaten (C)
vallen.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van het
Bovendeel (47).
60
61
47
96
102
C
75
4
94
101
73, 74
14. Richt de Voorste Schermkap (94) en de
Middelste Schermkap (75) rond de Staander (4)
zoals afgebeeld. Maak ze dan aan elkaar vast
met twee #8 x 5/8" Schroeven (101).
Druk vervolgens de Voorste Schermkap (94) en
de Middelste Schermkap (75) op het Linker- en
het Rechterscherm (73, 74).
14
13
15. Zoek naar de Binnenste Kap van het Rechter-
been (83), richt deze zoals afgebeeld en steek
deze door het Rechterbeen van het Bovendeel
(60).
Zoek vervolgens naar de Buitenste Kap van het
Rechterbeen (69), richt deze zoals afgebeeld
en druk deze op de Binnenste Kap van het
Rechterbeen (83).
Bevestig de Buitenste Kap van het Rechterbeen
(69) en de Binnenste Kap van het Rechterbeen
(83) aan elkaar met een #8 x 5/8" Schroef (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
60
101
69
15
16
65
60
101
66
16. Richt de Voorste en Achterste Kap van de
Rechterarm (65, 66) rond het Rechterbeen van
het Bovendeel (60) zoals afgebeeld en maak ze
vast met twee #8 x 5/8" Schroeven (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
83
14
17. Steek de Stroomadapter (79) in de aansluiting
op de voorkant van de crosstrainer.
Let op: Raadpleeg DE STROOMADAPTER
INSTEKEN op bladzijde 15 om de Stroomadapter
(79) in een stopcontact te steken.
18. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de crosstrainer gaat gebruiken.
Leg een matje onder de crosstrainer om de vloer te beschermen. Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn
meegeleverd.
79
17
15
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de crosstrainer
aan koude temperaturen is blootgesteld, deze
op kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter (A) insteekt. Doet u dit niet, dan
kunnen de displays van het bedieningspaneel
of andere elektrische componenten beschadigd
raken.
Steek de
stroomadapter
(A) in de aanslui-
ting die zich op
de voorkant van
de crosstrainer
bevindt. Steek,
indien nodig, de
juiste verloop-
stekker in de
stroomadapter.
Steek vervolgens
de stroomadapter in een geschikt stopcontact dat op
de juiste wijze is geïnstalleerd volgens de lokale codes
en verordeningen.
DE CROSSTRAINER WATERPAS STELLEN
Draai, als de crosstrainer tijdens het gebruik enigs-
zins wiebelt, aan een stelvoet of aan beide stelvoeten
(B) onder de achterkant van het onderstel of draai de
stelvoet (C) onder het midden van het onderstel tot het
toestel niet meer wiebelt.
DE CROSSTRAINER VERPLAATSEN
Vanwege de afmetingen en het gewicht van de
crosstrainer moet deze door twee personen
worden verplaatst. Ga aan de voorzijde van de cross-
trainer staan, houd de staander (D) vast en plaats één
voet tegen een van de wielen (E). Trek vervolgens aan
de staander en laat een tweede persoon de hendel (F)
optillen tot de crosstrainer rolt op de wielen. Verplaats
de crosstrainer voorzichtig naar de gewenste locatie en
zet hem weer neer op de vloer.
A
B
C
D
F
E
DE CROSSTRAINER GEBRUIKEN
16
TRAINEN OP DE CROSSTRAINER
Als u op de crosstrainer wilt stappen, houdt u de hand-
vatten (G) of de armen van het bovendeel (H) vast en
stapt u op het pedaal (I) dat zich in de laagste positie
bevindt. Stap vervolgens op het andere pedaal. Duw
de pedalen tot ze een vloeiende beweging beginnen te
maken. Let op: De pedalen kunnen in beide richtin-
gen draaien. Het wordt aanbevolen om de pedalen
in de richting van onderstaande pijl te bewegen.
Om af te wisselen, kunt u de pedalen ook in de
tegenovergestelde richting bewegen.
Wacht tot de pedalen (I) helemaal zijn gestopt voor u
van de crosstrainer afstapt. Let op: De crosstrainer
heeft geen vrijloop; de pedalen blijven ronddraaien,
totdat het vliegwiel stopt. Als de pedalen tot stilstand
zijn gekomen, stapt u eerst van het hoogste pedaal af.
Stap vervolgens van het laagste pedaal af.
G
H
H
I
17
Fletch
ELPF49720-INT
PFEL49720-INT
BEDIENINGSPANEELOVERZICHT
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het geavanceerde bedieningspaneel bevat bepaalde
functies om uw trainingen effectiever en leuker te
maken.
U kunt de weerstand van de pedalen met een druk op
de toets afstellen wanneer u de handmatige modus van
het bedieningspaneel gebruikt. Het bedieningspaneel
geeft tijdens de training doorlopend feedback. U kunt
zelfs uw hartslag meten met gebruik van een compati-
bele hartslagmonitor.
U kunt ook uw eigen audiospeler aansluiten op het
geluidssysteem van het bedieningspaneel om tijdens
het trainen naar uw favoriete muziek of audioboeken te
luisteren.
Het bedieningspaneel biedt ook onbeperkte iFit-trai-
ningen wanneer u de iFit-app naar uw smart-toestel
downloadt en dit op het bedieningspaneel aansluit.
Met de iFit-app heeft u toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek met iFit-videotrainingen, kunt u
uw eigen trainingen creëren, resultaten van uw trai-
ningen bijhouden en hebt u toegang tot vele andere
mogelijkheden.
Elke iFit-training verandert automatisch de weerstand
van de pedalen, terwijl een iFit-coach u leidt door een
meeslepende en effectieve videotraining.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie
bladzijde 18. Voor het gebruiken van het geluids-
systeem, zie bladzijde 20.
Voor gebruik van een iFit-training, zie bladzijde 20.
Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 21. Voor het wijzigen van
bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde 22.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Let op: Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
in standaard of metrische eenheden weergeven.
Druk herhaaldelijk op de toets Std/Metric (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen. Alle instruc-
ties in deze paragraaf verwijzen omwille van eenvoud
naar standaardeenheden.
18
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Beginteetsenofdrukopeentoetsophet
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Het display gaat aan als u het bedieningspaneel
inschakelt. Op dat moment is het bedieningspaneel
klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
Begin te etsen om de handmatige modus te
starten.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
etsen aanpassen. Om de weerstand te wijzigen,
drukt u op een van de genummerde toetsen Silent
Magnetic Resistance (stille magnetische weerstand)
of drukt u op de toenametoets en afnametoets
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand).
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de pedalen het geselecteerde weer-
standsniveau bereiken.
4 Bekijk uw voortgang op het display.
Het display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Een schatting van
het aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KM (afstand) – De afstand die u in mijlen
of kilometers heeft geetst. Druk op de toets Std/
Metric (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
Pace (tempo) – Uw etssnelheid in minuten per
mijl of minuten per kilometer. Druk op de toets Std/
Metric (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
stap 5).
RESIST (weerstand) – Het weerstandsniveau van
de pedalen.
RPM (tpm) – Uw etssnelheid in toeren per minuut
(tpm).
MPH of KPH (snelheid) – Uw etssnelheid in mij-
len per uur of kilometers per uur. Druk op de toets
Std/Metric (standaard/metrisch) om de meeteen-
heid te wijzigen.
Time (tijd) – De verstreken tijd.
Druk herhaaldelijk op de
toets Display (A) om de
gewenste trainingsinfor-
matie weer te geven.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Druk op de toets
Scan (B) om de scanmodus aan te zetten. De sca-
nindicator (D) en het woord SCAN worden dan op
het display weergegeven.
Als u de scancyclus handmatig verder wilt laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Druk op de toets Display om de scanmodus uit
te zetten. De scanindicator en het woord SCAN
worden dan niet meer op het display weergegeven.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste trainingsinformatie in een herhalende
cyclus te zien.
A
B
C
D
19
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display totdat de trai-
ningsinformatie op de display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens op de toets Add/Remove (toevoe-
gen/verwijderen) (C) om die trainingsinformatie toe
te voegen aan of te verwijderen uit de scancyclus.
Wanneer trainingsinformatie wordt toege-
voegd, gaat de indicator ervan aan op het display.
Wanneer trainingsinformatie wordt verwijderd,
gaat de indicator ervan uit.
Druk daarna op de toets Scan om de scanmodus
aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch uw
hartslag in de scancyclus weer wanneer het een
hartslag van een hartslagmonitor herkent.
Druk op de toename-
toets en afnametoets Vol
(volume) om het volu-
meniveau van het bedie-
ningspaneel te wijzigen.
Stop eenvoudigweg met etsen om het bedie-
ningspaneel te pauzeren. Als het bedieningspaneel
wordt onderbroken, knippert de tijd op het display.
Begin gewoon weer te etsen om door te gaan met
uw training.
Let op: Het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in standaard of metrische meeteenheden
weergeven. Druk op de toets Std/Metric (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
5 Draag indien gewenst een compatibele
hartslagmonitor en meet uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
®
Smart
hartslagmonitoren.
Een compatibele borstkas-hartslagmonitor is
bij sommige modellen meegeleverd. Als een
borstkas-hartslagmonitor is meegeleverd, zie
DE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR in deze
handleiding om te weten te komen hoe u hem moet
gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hartslag-
monitor is meegeleverd, zie bladzijde 21 voor
informatie over hoe u deze kunt bestellen.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel
om een compatibele hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelings-
nummer van het bedieningspaneel zal in het
display verschijnen. Als de verbinding tot stand is
gebracht, knippert het LED-lampje op het bedie-
ningspaneel tweemaal rood. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd. Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde
21 voor meer informatie.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
pauzeert het bedieningspaneel en knippert de tijd
op het display. Begin weer te etsen om de training
te hervatten.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt
en niet op de toetsen drukt, schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel toont een demomo-
dus, die ontwikkeld is voor gebruik als de cross-
trainer wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
demomodus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 22
om de demomodus uit te zetten.
20
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit een 3,5 mm mannetje tot 3,5 mm mannetje audio-
kabel (niet meegeleverd) aan op de aansluiting van het
bedieningspaneel en in een aansluiting op uw persoon-
lijke audiospeler om muziek of audioboeken via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel tijdens uw
training te beluisteren; zorg ervoor dat de audiokabel
goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk vervolgens op de
afspeeltoets op uw persoon-
lijke audiospeler. Pas het
volume aan met de toena-
metoets of afnametoets Vol
(volume) op het bedieningspaneel of met de volumere-
gelaar van uw persoonlijke audiospeler.
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFit-trainingen wanneer u
de iFit-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFit-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
®
of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFit-app, en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFit-app en volg de instructies om een
iFit-account aan te maken en instellingen aan te
passen.
Neem de tijd om de iFit-app te ontdekken en meer
te weten te komen over de functies en instellingen
ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 21.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op het bedieningspaneel op de iFit Sync
toets. Het koppelingsnummer van het bedienings-
paneel wordt op het display weergegeven. Volg
vervolgens de instructies op de iFit-app om uw
smart-toestel op het bedieningspaneel aan te
sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
blauw.
4. Kies een iFit-training.
Druk in de iFit-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het hoofdmenu
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het hoofdmenu of de trainings-
bibliotheek wilt selecteren, drukt u eenvoudigweg
op de gewenste trainingstoets op het scherm. Veeg
of tik met uw vinger over het scherm om omhoog of
omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. De training starten.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFit-coach u
begeleiden tijdens een videotraining. Druk op de
geluidstoets (muzieknootsymbool) om muziek-,
trainerstem- en volume-opties voor de training te
selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route en toont een marker uw voort-
gang. Druk op de toetsen op het scherm om de
gewenste kaartopties te selecteren.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment van de training te hoog of te laag is, kunt
u de instelling handmatig veranderen met de
toetsen Silent Magnetic Resistance (stille mag-
netische weerstand) op het bedieningspaneel.
BELANGRIJK: Als het huidige segment eindigt,
wordt de weerstand automatisch aangepast aan
de voorgeprogrammeerde weerstandsinstelling
van het volgende segment.
21
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de trai-
ning verbrandt. Het daadwerkelijke aantal
calorieën dat u verbrandt, hangt af van verschil-
lende factoren, waaronder uw gewicht. Als u
bovendien tijdens de training het weerstandsni-
veau handmatig wijzigt, heeft dat invloed op het
aantal calorieën dat u verbrandt.
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
etsen om de training te pauzeren. Begin weer te
etsen om door te gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Save Workout (training opslaan) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFit-app te selecteren. Houd vervolgens de iFit
Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt tot
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen een aantal seconden niet bewegen,
zal het bedieningspaneel pauzeren.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt
en niet op de toetsen drukt, schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIENINGS-
PANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen. Als
de verbinding tot stand is gebracht, knippert het LED-
lampje op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel
wilt ontkoppelen, houdt u de iFit Sync toets op het
bedieningspaneel ingedrukt tot het LED-lampje op het
bedieningspaneel continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE OPTIONELE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden. Met de optionele borstkas-hartslagmoni-
tor kunt u tijdens de training voortdurend uw hartslag
meten. Dat zal u helpen uw persoonlijke tnessdoelen
te behalen. Kijk op de voorkant van deze hand-
leiding om een borstkas-hartslagmonitor aan te
schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
22
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen, druk op de
toets Settings (instellingen). Het eerste instellingen-
scherm wordt dan op het display weergegeven.
Let op: Als u de handmatige modus of een iFit-trai-
ning gebruikt, beëindig dan uw training voordat u
op de toets Settings (instellingen) drukt.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3 Verander indien gewenst de instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer wordt weergegeven op het display.
Meeteenheid – De momenteel geselecteerde
meeteenheid wordt weergegeven op het display.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand in
standaard of metrische meeteenheden weergeven.
Druk herhaaldelijk op de toets Std/Metric (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Selecteer STD (standaard) om trainingsinformatie
in standaardeenheden weer te geven. Selecteer
MET (metrisch) om trainingsinformatie in metrische
eenheden weer te geven.
Displaytest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of het display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of een bepaalde toets correct werkt.
Totale tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het dis-
play weer. De display toont het totaal aantal uren
die de crosstrainer is gebruikt.
Totale afstand – De letters MI (mijlen) of KM (kilo-
meters) verschijnen in de display. De display zal de
totale afstand (in mijlen of kilometers) dat er op de
crosstrainer is geetst, aangeven.
Contrastniveau – Het momenteel geselecteerde
contrastniveau verschijnt op het display. Druk op
de toenametoets en afnametoets Silent Magnetic
Resistance (stille magnetische weerstand) om het
contrastniveau aan te passen.
Demomodus – De huidig geselecteerde demomo-
dus-optie zal op het display worden weergegeven.
Het bedieningspaneel toont een demomodus, die
ontwikkeld is voor gebruik als de crosstrainer wordt
geëtaleerd in een winkel. Als de demomodus aan
staat, gaat het bedieningspaneel niet uit en reset
het display niet als u klaar bent met trainen. Druk
herhaaldelijk op de toenametoets Silent Magnetic
Resistance (stille magnetische weerstand) om een
demomodusoptie te kiezen. Selecteer DON (demo
aan) om de demomodus aan te zetten. Selecteer
DOFF (demo uit) om de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
23
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer de
onderdelen elke keer dat de crosstrainer wordt gebruikt
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen. Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de crosstrainer schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen en houd het bedienings-
paneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Als er lijnen verschijnen in de display van het bedie-
ningspaneel, raadpleegt u stap 3 bladzijde 22 en past
u het contrastniveau van de display aan.
Bel het telefoonnummer op de voorkant van deze
handleiding als een vervangende stroomadapter
nodig is. BELANGRIJK: Gebruik alleen een door
de fabrikant geleverde gereguleerde stroomadap-
ter om schade aan het bedieningspaneel te
voorkomen.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel niet de juiste gegevens
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Als
u de snelheidssensor wilt afstellen, haalt u eerst de
stroomadapter uit het stopcontact.
Gebruik ver-
volgens een
standaard schroe-
vendraaier om de
linker Schijf (71)
er voorzichtig af te
wrikken.
Zoek de Snelheidssensor (38). Draai de Katrol (19)
totdat een Magneet (43) op dezelfde hoogte komt als
de Snelheidssensor.
Draai vervolgens de twee aangegeven #8 x 1/2"
Zelftappers (50) iets los. Schuif de Snelheidssensor
(38) dichter bij of verder van de Magneet (43) en draai
de Zelftappers opnieuw vast.
Steek vervolgens de stroomadapter in het stopcontact
en beweeg de Katrol (19) voldoende naar voren en
naar achteren, zodat de Magneet (43) herhaaldelijk
voorbij de Snelheidssensor (38) komt. Herhaal deze
acties tot het bedieningspaneel de juiste informatie
weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor goed is afgesteld, maakt
u de linker schijf weer vast en sluit u de stroomadapter
weer aan.
71
19
43
50
38
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
24
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Als de pedalen slippen tijdens het etsen zelfs als de
weerstand op het hoogste niveau is afgesteld, moet de
aandrijfriem mogelijk worden afgesteld. Als u de aan-
drijfriem wilt afstellen, haalt u eerst de stroomadapter
uit het stopcontact.
Zoek vervol-
gens naar de
Toegangskap
(3) op het
Rechterscherm
(74). Verwijder de
#8 x 5/8" Schroef
(101) en verwijder
vervolgens de
Toegangskap.
Zoek vervol-
gens naar de
Spanrolschroef
(89) en maak
hem los. Draai de
Afstelschroef van
de Aandrijfriem
(91) vast tot de
Aandrijfriem
(21) strak staat.
Maak dan de
Spanrolschroef
weer vast.
Wanneer de aandrijfriem juist is afgesteld, maakt u de
onderdelen die u heeft verwijderd weer vast. Steek dan
de stroomadapter in het stopcontact.
74
3
101
21
91
89
25
TRAININGSRICHTLIJNEN
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: de beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op de dichtst-
bijzijnde tien jaar) onderaan het overzicht om het
juiste intensiteitsniveau te bepalen. De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste getal is de hartslag voor vetverbranding, het
middelste getal is de hartslag voor maximale vetver-
branding en het hoogste getal is de hartslag voor
aerobic-oefeningen.
Vet verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren wat een activiteit is die grote hoeveelheden
zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel de
intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag rond
het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een
aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met 10
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla-
gen in zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
26
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de hamstrings
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw uitge-
strekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings, onderrug
en liezen.
3. Strekken van kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor het ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw ach-
terste voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt
u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Quadriceps
en heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal
dit 3 keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
27
1 1 Onderstel
2 1 Achterste Stabilisator
3 1 Toegangskap
4 1 Staander
5 6 #8 x 3/4" Schroef
6 1 Voorste Stabilisator
7 1 Bedieningspaneel
8 2 Rollergeleider
9 1 Tussenstuk van de Cranklager
10 1 Achterste Kap van het Spoor
11 2 #8 x 3/4" Zelftapper
12 2 Plaktape
13 2 M8 x 20mm Schroef
14 2 M8 x 22mm Sluitring
15 1 Achterste Stabilisatorkap
16 2 Spoor
17 2 Schijfbeugel
18 1 Crank
19 1 Katrol
20 2 Crankarm
21 1 Aandrijfriem
22 1 Spanrol
23 2 Bumper
24 1 Kleine Stelvoet
25 1 Weerstandsmotor
26 4 M10 Borgmoer
27 2 #8 x 1 1/2" Schroef
28 1 Wervelmechanisme
29 1 Rechterpedaal
30 4 Stabilisatordop
31 2 M4 x 16mm Machineschroef
32 2 Lagertussenstuk van de Rollerarm
33 2 Grote Stelvoet
34 2 Wiel
35 2 Kleine Lager van de Arm
36 1 Sluitring van de Spanrol
37 1 Accessoireshouder
38 1 Snelheidssensor/Draad
39 1 Klem van de Snelheidssensor
40 2 Onderstellager
41 1 Bovenste Kap van het Spoor
42 1 Huls
43 2 Magneet
44 1 Linkerpedaalarm
45 1 Linkerrollerarm
46 1 Linkerbeen van het Bovendeel
47 1 Linkerarm van het Bovendeel
48 2 M8 x 20mm Schroef met Platte Kop
49 1 Linkerpedaal
50 2 #8 x 1/2" Zelftapper
51 2 Roller
52 2 Pedaalarmdop
53 2 Askap
54 2 Tussenstuk van de Zwenkas
55 2 Houder
56 4 Huls van de Rollerarm
57 6 Grote Lager van de Arm
58 1 Rechterpedaalarm
59 1 Rechterrollerarm
60 1 Rechterbeen van het Bovendeel
61 1 Rechterarm van het Bovendeel
62 2 Lange Handgreep
63 2 Korte Handgreep
64 2 As van de Pedaalarm
65 1 Voorste Kap van de Rechterarm
66 1 Achterste Kap van de Rechterarm
67 1 Voorste Kap van de Linkerarm
68 1 Achterste Kap van de Linkerarm
69 1 Buitenste Kap van het Rechterbeen
70 1 Buitenste Kap van het Linkerbeen
71 2 Schijf
72 1 Binnenste Kap van het Linkerbeen
73 1 Linkerscherm
74 1 Rechterscherm
75 1 Middelste Schermkap
76 1 Zijdop van de Linkerpedaalarm
77 2 Crankkap
78 2 Sleutel
79 1 Stroomadapter
80 1 Achterste Schermkap
81 2 Onderste Kap van de Houder
82 10 M8 x 13mm Schroef
83 1 Binnenste Kap van het Rechterbeen
84 1 M4 x 12mm Schroef
85 1 Doorvoerhuls van de Staander
86 2 M10 x 58mm Bout
87 1 Zijdop van de Rechterpedaalarm
88 1 Schroef van de Zwenkas van de
Spanrol
89 1 Spanrolschroef
90 2 M6 Sluitring
91 1 Afstelschroef van de Aandrijfriem
92 4 M10 x 25mm Schroef
93 4 #8 x 1/2" Flensschroef
94 1 Voorste Schermkap
95 6 M8 x 19mm Schroef
96 4 M8 x 45mm Bout
97 2 M8 x 25mm Sluitring
98 2 M8 x 18mm Sluitring
99 1 Tussenstuk van de Crankkatrol
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
ONDERDELENLIJST
Modelnr. PFEL49720-INT.2 R0421A
28
100 4 Beenlager
101 47 #8 x 5/8" Schroef
102 6 M8 Borgmoer
103 8 M6 x 12mm Schroef
104 4 M10 x 114mm Schroef
105 2 Schijfring
106 1 Onderste Kap van het Spoor
107 1 Cranktussenstuk
108 2 M6 x 13mm Schroef
109 2 M10 x 60mm Bout
110 1 Hoofddraad
111 1 Stroomdraad/Aansluiting
* Montagegereedschap
* Pakje Smeervet
* Gebruikershandleiding
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terzijde van deze handleiding voor informatie over het bestellen van onderdelen. *Deze onderdelen worden niet
weergegeven.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
29
4
85
37
81
54
63
63
71
73
75
101
101
101
101
101
92
31
5
101
101
101
101
94
105
80
101
101
101
5
101
46
52
45
44
47
49
51
56
55
35
57
68
62
67
70
72
32
76
77
95
13
48
82
97
100
100
8
17
82
14
96
102
98
95
7
64
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PFEL49720-INT.2 R0421A
30
26
26
39
107
9
110
79
111
6
10
2
18
15
106
20
101
101
101
28
30
22
33
40
41
43
43
42
88
93
89
90
91
108
21
84
102
101
102
30
101
36
20
34
104
26
109
11
23
40
82
82
99
25
78
86
78
86
92
90
108
38
50
104
1
24
19
101
12
16
16
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PFEL49720-INT.2 R0421A
31
74
31
101
101
5
5
105
5
101
101
32
95
17
52
29
58
57
57
103
103
87
59
57
35
77
13
56
55
48
56
51
53
95
98
95
8
71
60
101
61
66
62
65
69
83
101
27
101
101
101
3
82
96
14
101
102
82
97
100
100
54
27
64
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PFEL49720-INT.2 R0421A
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van reserveonderdelen. Houd de volgende infor-
matie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn:
het modelnummer en serienummer van het product (raadpleeg de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (raadpleeg de voorkant van deze handleiding)
het referentienummer en de beschrijving van de vervangingsonderdelen (zie LIJST MET ONDERDELEN en
GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet met het normale huishoudelijke afval wor-
denweggegooid.Omhetmilieutebeschermenmoetditproductnaaoop
van de levensduur overeenkomstig de wetgeving worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten bij u in de buurt die bevoegd zijn om dit type afval
te verzamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen en
verbetering van de Europese niveaus voor milieubescherming. Als u meer infor-
matie nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact
opnemen met de plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
Onderdeelnr. 429876 R0421A Gedrukt in China © 2021 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PFEL49720-INT de handleiding

Type
de handleiding