17
DE STROOM INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Als de crosstrainer aan koude tem-
peraturen is blootgesteld, moet u deze op kamer-
temperatuur laten komen voordat u de stroom
inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het bedie-
ningspaneel of andere elektrische componenten
beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HET STROOMSNOER
INSTEKEN op bladzijde 13).
Zoek vervolgens de stroomscha-
kelaar op het onderstel bij het
stroomsnoer. Druk de stroom-
schakelaar in de reset-stand (A).
Het bedieningspaneel gaat aan en is klaar voor
gebruik. Let op: Als u het apparaat voor de eerste
keer aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk
automatisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren
beweegt het onderstel omhoog en omlaag. Als het
onderstel stopt met bewegen, is het hellingsysteem
gekalibreerd.
BELANGRIJK: Bekijk stap 6 op bladzijde 17 als
het hellingsysteem niet automatisch kalibreert en
kalibreer het hellingsysteem handmatig.
HET TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een kleu-
rentouchscreen. Hieronder volgt meer informatie over
het gebruik van het touchscreen:
• Het bedieningspaneel werkt net als andere tablets. U
kunt met uw vinger schuiven of tikken op het scherm
om bepaalde beelden op het scherm, zoals de dis-
plays in een training, te bewegen.
• Als u informatie in een tekstvak wilt typen, drukt u
op het tekstvak om het toetsenbord te zien. Druk op
?123 om nummers of andere tekens op het toetsen-
bord te gebruiken. Druk op ~[< om meer tekens te
bekijken. Druk opnieuw op ?123 om terug te keren
naar het nummertoetsenbord. Druk op ABC om
terug te keren naar het lettertoetsenbord. Druk op
de shift-toets (omhoogwijzend pijl-symbool) voor een
hoofdletter. Druk een tweede keer op de shift-toets
voor meerdere hoofdletters. Druk een derde keer op
de shift-toets om terug te keren naar het toetsenbord
met kleine letters. Druk op de wissen-toets (terugwij-
zend pijltje met een x-symbool) om het laatste teken
te wissen.
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de crosstrainer
de eerste keer gebruikt.
1. Verbind het bedieningspaneel met uw draadloze
netwerk.
U moet het bedieningspaneel op een draadloos
netwerk aansluiten om iFit-trainingen en verschil-
lende andere functies van het bedieningspaneel te
gebruiken. Volg de instructies op het scherm om
het bedieningspaneel met uw draadloze netwerk te
verbinden.
2. Instellingen aanpassen.
Volg de instructies op het scherm om de gewenste
meeteenheid en uw tijdzone in te stellen.
Let op: Om deze instellingen later te kunnen
wijzigen, bekijkt u DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 24.
3. Inloggen of een iFit-account aanmaken.
Volg de instructies op het scherm om met uw
iFit-account in te loggen of om een iFit-account aan
te maken.
4. De rondleiding van het bedieningspaneel
volgen.
Als u het bedieningspaneel voor het eerst gebruikt,
wordt u via een rondleiding door de functies van
het bedieningspaneel geleid.
5. Controleren op fi rmware-updates.
Druk eerst op de menu-toets (symbool van drie
horizontale lijnen), dan op Settings (instellingen),
dan op Maintenance (onderhoud) en vervolgens
op Update. Het bedieningspaneel controleert of
er fi rmware-updates zijn. Zie DE INSTELLINGEN
VAN HET BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op
bladzijde 24 voor meer informatie.
6. Kalibreer het hellingsysteem.
Druk eerst op de menu-toets (symbool van drie
horizontale lijnen), dan op Settings (instellingen),
dan op Maintenance (onderhoud) en vervolgens
op Calibrate Incline (helling kalibreren). Tijdens
het kalibreren beweegt het onderstel omhoog
en omlaag. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 24
voor meer informatie.
A