ProForm PFEL89720-INT de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Serienummer-
sticker
OPGELET
Lees alle voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding
door voordat u deze apparatuur
gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor latere raadpleging.
Modelnr. PFEL89720-INT.2
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
KLANTENSERVICE
Neem contact op met de
Klantenservice (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
iconeurope.com
2
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
De hier afgebeelde waarschuwingssticker wordt
bij dit product meegeleverd. Plak de waarschu-
wingssticker op de aangegeven locatie bovenop
de Engelse waarschuwing. Raadpleeg de
voorkant van deze handleiding als een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
gratis vervangende sticker. Plak de sticker op
de aangegeven plaats. Let op: De sticker wordt
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDELENOVERZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HET STROOMSNOER INSTEKEN .............................................................16
DE CROSSTRAINER GEBRUIKEN ............................................................17
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN .......................................................19
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING .....................................................27
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................30
ONDERDELENLIJST .......................................................................31
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN .............................................Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterkant
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google LLC. Het woordmerk Bluetooth
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en worden onder licentie gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS
en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
3
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw crosstrainer voordat u deze gebruikt om het risico
op brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is
niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade opgelopen door dit product of tijdens het
gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de crosstrainer goed geïnformeerd zijn
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen ouder dan 35 jaar
of met bestaande gezondheidsproblemen.
3. De crosstrainer is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk ver-
mogen of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij
instructies hebben ontvangen over het
gebruik van de crosstrainer door iemand die
voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de crosstrainer alleen zoals in deze
handleiding is beschreven.
5. De crosstrainer is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de crosstrainer niet voor
zakelijke, institutionele of verhuurdoeleinden.
6. Houd de crosstrainer binnenshuis en uit
de buurt van vocht en stof. Plaats de cros-
strainer niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de crosstrainer op een vlakke onder-
grond met minstens 0,9 m vrije ruimte voor
en achter de crosstrainer en 0,6 m aan beide
zijkanten. Leg een matje onder de cros-
strainer om uw vloer of vloerbedekking te
beschermen.
8. Controleer de onderdelen elke keer dat de
crosstrainer wordt gebruikt en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
9. Houd kinderen jonger dan 16 jaar en huisdie-
ren altijd bij de crosstrainer vandaan.
10. Als de crosstrainer een afneembaar
stroomsnoer heeft, sluit u het stroomsnoer
altijd eerst aan op de crosstrainer voordat u
dit op een stopcontact aansluit.
11. Steek het stroomsnoer bij het aanslui-
ten (zie bladzijde 16) alleen in een geaard
stopcontact.
12. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik
geen adapter om het stroomsnoer op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buurt van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
13. Gebruik de crosstrainer niet wanneer deze
niet goed werkt of wanneer het stroomsnoer
of de stekker beschadigd is.
14. GEVAAR: Trek het stroomsnoer altijd
uit het stopcontact en zet de stroomschake-
laar in de stand Off (uit) als u de crosstrainer
niet gebruikt en voordat u deze gaat reinigen.
Al het onderhoud dat niet in deze handlei-
ding staat beschreven, mag alleen door een
erkende onderhoudsvertegenwoordiger
worden uitgevoerd.
15. De crosstrainer is niet geschikt voor perso-
nen die meer dan 125 kg wegen.
16. Draag geschikte kleding wanneer u de cros-
strainer gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de crosstrainer bekneld kan raken.
Draag altijd gymschoenen om uw voeten
tijdens het trainen te beschermen.
17. De crosstrainer heeft geen vrijloop; de
pedalen blijven ronddraaien, totdat het vlieg-
wiel stopt. Verlaag op beheerste wijze uw
etssnelheid.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
18. Houd de handvatten of de armen van het
bovendeel vast bij het opstappen, het
afstappen of tijdens het gebruik van de cros-
strainer. Breng de pedalen tot stilstand met
het pedaal aan de opstap- of afstapkant in de
laagste stand voordat u op- of afstapt.
19. Houd uw rug tijdens het gebruik van de cros-
strainer altijd recht. Krom uw rug niet.
20. Te veel trainen kan leiden tot ernstig letsel
of de dood. Stop onmiddellijk en begin met
afkoelen als u tijdens het trainen uitgeput
raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
ENDURANCE 720 E crosstrainer gekozen heeft. De
ENDURANCE 720 E crosstrainer biedt een aantal
indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw
trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat
u de crosstrainer gebruikt. Raadpleeg de voorkant
van deze handleiding als u na het doorlezen van deze
handleiding nog vragen hebt. Noteer het product-
model- en serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn. U vindt
het modelnummer en de locatie van de serienummer-
sticker op de voorkant van deze handleiding.
Voordat u verder leest, dient u zich vertrouwd te maken
met de onderdelen die in de onderstaande tekening
zijn aangeduid.
Accessoireshouder
Handvat
Arm van het bovendeel
Pedaal
Roller
Hendel
Hellingsvlak
Bedieningspaneel
VOORDAT U BEGINT
Wiel
Stelvoet
Lengte: 173 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 86 kg
6
ONDERDELENOVERZICHT
Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor een overzicht van de kleine onderdelen die nodig zijn voor
montage. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het referentienummer van het onderdeel. U vindt
alle onderdelen terug in de ONDERDELENLIJST achterin deze handleiding. Het getal volgend op het referentie-
nummer geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als er een onderdeel van de kit met bevesti-
gingsonderdelen lijkt te ontbreken, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
M8 x 13mm
Schroef
(82)–4
M8 x 45mm Bout
(96)–4
M8 x 20mm Schroef
met Platte Kop
(120)–2
M8 x 20mm
Schroef (95)–2
M8 Borgmoer
(102)–4
M4 x 16mm
Schroef
(101)–22
M8 x 22mm
Sluitring (129)–2
M8 x 28mm
Sluitring (97)–2
M10 x 115mm Schroef
(104)–4
M10 x 25mm
Schroef (92)–2
7
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen worden aangegeven met
“L” of “Left” en de rechteronderdelen met “R” of
“Right”.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
U hebt behalve het meegeleverde gereedschap
ook het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
twee verstelbare sleutels
een rubberhamer
Het monteren gaat mogelijk eenvoudiger met
uw eigen set sleutels. Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schade aan onderdelen te
voorkomen.
MONTAGE
1
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product om:
• uw eigendom vast te leggen
uw garantie te activeren
prioriteit bij klantondersteuning te krijgen als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
kunt u bellen met de Klantenservice (zie de
voorkant van deze handleiding) en uw product
registreren.
8
2. Plaats met de hulp van een tweede persoon een
deel van het verpakkingsmateriaal (niet afge-
beeld) onder de achterkant van het Onderstel
(1). Laat de tweede persoon het Onderstel
vasthouden, zodat het niet omvalt terwijl u
deze stap voltooit.
Als er zich verzendsteunen aan de achterkant
van het Onderstel (1) bevinden, verwijdert u de
schroeven van de verzendsteunen en gooit u de
schroeven en de verzendsteunen weg.
Maak de Achterste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 115mm
Schroeven (104).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van de onderkant van het Onderstel (1).
2
1
2
104
3
6
3. Plaats met de hulp van een tweede persoon een
deel van het verpakkingsmateriaal (niet afge-
beeld) onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat de tweede persoon het Onderstel vast-
houden, zodat het niet omvalt terwijl u deze
stap voltooit.
Als er zich verzendsteunen aan de voorkant
van het Onderstel (1) bevinden, verwijdert u de
schroeven van de verzendsteunen en gooit u de
schroeven en de verzendsteunen weg.
Maak de Voorste Stabilisator (6) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 115mm
Schroeven (104).
Verwijder vervolgens het verpakkingsmateriaal
van onder de voorkant van het Onderstel (1).
1
104
9
5
5. Tip: Vermijd het afklemmen van de Bovenste
Draad (110). Zorg dat een tweede persoon
de Staander (4) vasthoudt in de buurt van het
Onderstel (1).
Tip: Er zijn twee M10 x 25mm Schroeven (92)
vooraf gemonteerd aan het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (4) aan het Onderstel (1)
met twee aanvullende M10 x 25mm Schroeven
(92); draai de Schroeven nog niet volledig
vast.
Vermijd het
afklemmen van
de Bovenste
Draad (110)
4
1
92
92
110
4
77
59
45
130
4. Zoek naar de Rechterrollerarm (59), draai deze
zoals afgebeeld en schuif deze op de rechter
Crankarm (20).
Bevestig de Rechterrollerarm (59) met
een M8 x 20mm Schroef (130) en een
Crankkap (77).
Herhaal deze stap voor de Linkerrollerarm (45).
20
10
6. Zoek de kabelbinder (A) in de onderkant van
de Staander (4). Verbind de kabelbinder met de
Bovenste Draad (110). Trek vervolgens aan de
bovenkant van de kabelbinder tot de Bovenste
Draad door de Staander loopt.
Tip: Om te voorkomen dat de Bovenste
Draad (110) in de Staander (4) valt, zet u de
Bovenste Draad vast met de kabelbinder (A).
4
110
A
6
A
7
7. Breng smeervet aan op de as aan de rechterkant
van de Staander (4).
Schuif een Tussenstuk van de Zwenkas (54) op
de rechterkant van de Staander (4).
Zoek vervolgens het Rechterbeen van het
Bovendeel (60), richt deze zoals getoond
en schuif deze op de rechterkant van de
Staander (4).
Bevestig het Rechterbeen van het Bovendeel
(60) met een M8 x 13mm Schroef (82) en een
M8 x 28mm Sluitring (97).
Herhaal deze stap voor het Linkerbeen van
het Bovendeel (46).
46
4
Smeervet
60
54
82
97
11
8
60
8. Richt de Rechterpedaalarm (58) zoals afge-
beeld, en breng smeervet aan op de as.
Steek vervolgens de Rechterpedaalarm (58) in
het Rechterbeen van het Bovendeel (60) en in
de Rechterrollerarm (59).
Bevestig de Rechterpedaalarm (58) aan de
Rechterrollerarm (59) met een M8 x 20mm
Schroef met Platte Kop (120) en een Houder
(55); zorg dat de platte kant (B) van de
Houder gericht is naar de Rechterrollerarm.
Herhaal deze stap voor de Linkerpedaalarm (44).
Smeervet
55
B
58
44
120
59
9
9. Breng smeervet aan op een As van de
Pedaalarm (64).
Steek de As van de Pedaalarm (64) in het
Rechterbeen van het Bovendeel (60) en in de
Rechterpedaalarm (58) vanaf de aangegeven
richting.
Schuif dan een M8 x 22mm Sluitring (129)
op een M8 x 13mm Schroef (82) en draai
de Schroef een paar slagen in de As van de
Pedaalarm (64) vast.
Draai vervolgens de As van de Pedaalarm
(64) en de M8 x 13mm Schroef (82) tegelijker-
tijd vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
82
129
60
64
Smeervet
58
12
10
7
10. Zie stap 5. Draai de vier M10 x 25mm Schroeven
(92) vast.
Maak vervolgens de kabelbinder rond de
Bovenste Draad (110) los en gooi weg.
Sluit, terwijl een tweede persoon het Bedie-
ningspaneel (7) bij de Staander (4) houdt, de
Bovenste Draad (110) aan op de aansluiting op
het Bedieningspaneel.
De connector op de Bovenste Draad (110)
moet eenvoudig in de aansluiting glijden
en op zijn plaats klikken. Als de connector
niet eenvoudig in de aansluiting glijdt, draait u
de connector en probeert u het opnieuw. Als
u de connector niet goed aansluit, kan het
Bedieningspaneel (7) beschadigd raken wan-
neer u de crosstrainer gaat gebruiken.
Stop het overschot aan draad in de Staander (4)
of in het Bedieningspaneel (7).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Bevestig het Bedieningspaneel (7) aan
de Staander (4) met vier M4 x 16mm Schroeven
(101). Draai alle Schroeven aan en draai ze
daarna vast.
101
4
110
101
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
92
92
11
11. Richt de Achterste Kap van het Bedienings-
paneel (80) zoals afgebeeld en bevestig deze
aan de Staander (4) met twee M4 x 16mm
Schroeven (101).
Richt vervolgens de Voorste Kap van het
Bedieningspaneel (79) zoals afgebeeld en
bevestig deze aan de Achterste Kap van het
Bedieningspaneel (80) met twee M4 x 16mm
Schroeven (101).
79
4
80
101
101
101
13
12
12. Richt de Accessoireshouder (37) zoals afge-
beeld en bevestig deze aan de Staander (4) met
twee M4 x 16mm Schroeven (101).
4
101
37
13
101
81
37
13. Richt een Onderste Kap van de Houder (81)
zoals afgebeeld en bevestig deze aan de rech-
terkant van de Accessoireshouder (37) met twee
M4 x 16mm Schroeven (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
14
14. Zoek naar de Rechterarm van het Bovendeel
(61), richt deze zoals afgebeeld en steek deze in
het Rechterbeen van het Bovendeel (60).
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel
(61) met twee M8 x 45mm Bouten (96) en
twee M8 Borgmoeren (102); zorg ervoor dat
de Borgmoeren in de zeskantige gaten (C)
vallen.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van het
Bovendeel (47).
60
61
47
96
102
C
14
75
4
117
101
15. Richt de Voorste Schermkap (117) en de
Middelste Schermkap (75) rond de Staander
(4). Maak ze dan aan elkaar vast met twee M4 x
16mm Schroeven (101).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Druk vervolgens de Voorste Schermkap
(117) en de Middelste Schermkap (75) in het
Linker- en het Rechterscherm (73, 74).
73, 74
16. Zoek naar de Binnenste Kap van het Rech-
terbeen (83), richt deze zoals afgebeeld en
steek deze door het Rechterbeen van het
Bovendeel (60).
Zoek vervolgens naar de Buitenste Kap van het
Rechterbeen (69), richt deze zoals afgebeeld
en druk deze op de Binnenste Kap van het
Rechterbeen (83).
Bevestig de Buitenste en Binnenste Kap van
het Rechterbeen (69, 83) op elkaar met een
M4 x 16mm Schroef (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
60
101
69
16
83
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
15
15
18. Zorg dat alle onderdelen goed vastzitten. Leg een matje onder de crosstrainer om de vloer te beschermen.
Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
17
65
60
101
66
17. Richt de Voorste en Achterste Kap van de
Rechterarm (65, 66) rond het Rechterbeen van
het Bovendeel (60) zoals afgebeeld en maak ze
vast met twee M4 x 16mm Schroeven (101).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
crosstrainer.
16
HET STROOMSNOER INSTEKEN
Dit product moet geaard worden aangesloten. Als
het niet goed functioneert of kapot gaat, dan geeft de
aarding de weg van de minste weerstand voor elektri-
sche spanning en wordt het risico op een elektrische
schok verminderd. Het stroomsnoer van dit product
heeft een aardgeleider en een geaarde stekker.
BELANGRIJK: Als het stroomsnoer beschadigd
raakt, moet u het vervangen door een door de
fabrikant aanbevolen stroomsnoer.
Volg de stappen hieronder om het stroomsnoer in
te steken.
1. Steek het
aangege-
ven uiteinde
van het
stroomsnoer
(A) in de
aansluiting (B)
op de voor-
kant van het
onderstel.
2. Steek dan het stroomsnoer in het juiste stopcontact
(C) dat goed is geïnstalleerd en geaard volgens de
lokale wetten en verordeningen.
IT
FR/SP
UK
GR
RU
HU
AUS
B
A
IT
FR/SP
UK
GR
RU
HU
AUS
C
GEVAAR: Als u de aardgeleider
van het product niet goed aansluit, loopt u
een verhoogde kans op elektrische schok-
ken. Laat een gekwaliceerde elektricien of
onderhoudstechnicus de aarding nakijken als
u niet zeker weet of het product juist geaard
is. Verander de stekker die bij het product
geleverd is niet – laat een gekwaliceerde
elektricien een juist stopcontact monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
DE CROSSTRAINER VERPLAATSEN
Vanwege de afmetingen en het gewicht van de
crosstrainer moet deze door twee personen
worden verplaatst. Ga aan de voorkant van de cros-
strainer staan, houd de staander (A) vast en plaats
één voet tegen een van de wielen (B). Trek aan de
staander en laat een tweede persoon de hendel (C)
optillen tot de crosstrainer rolt op de wielen. Verplaats
de crosstrainer voorzichtig naar de gewenste locatie en
zet hem weer neer op de vloer.
DE CROSSTRAINER WATERPAS STELLEN
Draai, als de crosstrainer tijdens het gebruik enigs-
zins wiebelt, aan een stelvoet of aan beide stelvoeten
(D) onder de achterkant van het onderstel of draai de
stelvoet (E) onder het midden van het onderstel tot het
toestel niet meer wiebelt.
A
C
B
D
E
DE CROSSTRAINER GEBRUIKEN
18
DE CROSSTRAINER VOOR OEFENINGEN
GEBRUIKEN
Als u de crosstrainer wilt opstappen, houdt u de hand-
vatten (F) of de armen van het bovendeel (G) vast en
stapt u op het pedaal (H) dat zich in de laagste positie
bevindt. Stap vervolgens op het andere pedaal. Duw
de pedalen tot ze een vloeiende beweging beginnen te
maken. Let op: De pedalen kunnen in beide richtin-
gen draaien. Het wordt aanbevolen om de pedalen
in de richting van onderstaande pijl te bewegen.
Om af te wisselen, kunt u de pedalen ook in de
tegenovergestelde richting bewegen.
Als u van de crosstrainer wilt afstappen, wacht u tot
de pedalen (H) helemaal zijn gestopt. Let op: De
crosstrainer heeft geen vrijloop; de pedalen blij-
ven ronddraaien, totdat het vliegwiel stopt. Als de
pedalen tot stilstand zijn gekomen, stapt u eerst van
het hoogste pedaal af. Stap vervolgens van het laagste
pedaal af.
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
De optionele tablethou-
der (I) houdt uw tablet
goed op zijn plaats
en zorgt ervoor dat u
uw tablet tijdens het
oefenen kan gebrui-
ken. De optionele
tablethouder is ont-
worpen voor gebruik
met de meeste tablets
van volledige grootte.
Voor het kopen van
een tablethouder, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
F
G
H
I
19
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het geavanceerde bedieningspaneel bevat bepaalde
keuzes om uw trainingen effectiever en leuker te
maken.
Gebruikt u de handmatige modus van het bedie-
ningspaneel, dan kunt u de weerstand van de pedalen
en de hellingsgraad van het hellingsvlak met een druk
op de toets bijstellen. Het bedieningspaneel geeft tij-
dens de training doorlopend feedback. U kunt zelfs uw
hartslag meten met een compatibele hartslagmonitor.
U kunt ook uw eigen audiospeler aansluiten op het
geluidssysteem van het bedieningspaneel om tijdens
het trainen naar uw favoriete muziek of audioboeken te
luisteren.
Het bedieningspaneel biedt ook onbeperkte iFit-trai-
ningen wanneer u de iFit-app naar uw smart-toestel
downloadt en dit op het bedieningspaneel aansluit. Met
de iFit-app heeft u toegang tot een grote en gevarieerde
bibliotheek met iFit-videotrainingen, kunt u uw eigen
trainingen creëren, resultaten van uw trainingen bijhou-
den en hebt u toegang tot vele andere mogelijkheden.
Elke iFit-training verandert automatisch de weerstand
van de pedalen en de helling van het hellingsvlak,
terwijl een iFit-coach u leidt door een meeslepende en
effectieve videotraining.
Om de stroom in te schakelen, zie bladzijde 20. Voor
gebruik van de handmatige modus, zie bladzijde 20.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
22.
Voor gebruik van een iFit-training, zie bladzijde 23.
Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 24. Voor het wijzigen van
bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde 25.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in standaard eenheden of metrische eenheden
weergeven. Druk herhaaldelijk op de toets Std/Met
(standaard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Barney
ELPF89720-INT
PFEL89720-INT
BEDIENINGSPANEEL-
OVERZICHT
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
20
DE STROOM INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Als de crosstrainer aan koude
temperaturen is blootgesteld, moet u deze op
kamertemperatuur laten komen voordat u de
stroom inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische componen-
ten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HET STROOMSNOER
INSTEKEN op bladzijde 16).
Zoek vervolgens de stroomscha-
kelaar op het onderstel bij het
stroomsnoer. Druk de stroom-
schakelaar in de reset-stand (A).
Het bedieningspaneel gaat aan en is klaar voor
gebruik. Let op: Als u het apparaat voor de eerste
keer aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk
automatisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren
beweegt het hellingsvlak omhoog en omlaag. Als het
hellingsvlak stopt met bewegen, is het hellingsysteem
gekalibreerd.
BELANGRIJK: Als het hellingsysteem niet automa-
tisch kalibreert, zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 25 en
kalibreer het hellingsysteem handmatig.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
demomodus, die ontwikkeld is voor gebruik als de
crosstrainer wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
demomodus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 25
om de demomodus uit te zetten.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Begin te etsen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN hierboven.
Let op: Het kan even duren voordat het bedie-
ningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
3. Wijzig de weerstand van de pedalen en de
hellingsgraad van het hellingsvlak.
Begin te etsen om de handmatige modus te
starten.
Als u de weerstand van de pedalen wilt wijzi-
gen, drukt u op een van de genummerde toetsen
Resistance (weerstand) of drukt u op de toename-
toets en afnametoets Resistance (weerstand).
Om de beweging van de pedalen te variëren, kunt
u de helling van het hellingsvlak veranderen door
te drukken op een van de genummerde toetsen
Ramp (hellingsvlak) of door te drukken op de toe-
nametoets en afnametoets Ramp (hellingsvlak).
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het
eventjes duren voordat de pedalen het gewenste
weerstandssniveau hebben bereikt of voordat het
hellingsvlak het geselecteerde hellingsniveau heeft
bereikt.
A
21
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Het display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Een schatting van
het aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
RESIST (weerstand) – Het weerstandsniveau van
de pedalen.
Ramp (hellingsvlak) – Het hellingsniveau van het
hellingsvlak.
RPM (tpm) – Uw etssnelheid in toeren per minuut
(RPM).
Time (tijd) – De verstreken tijd, wanneer de hand-
matige modus of een calorietraining is geselecteerd.
Wanneer een intensiteitstraining is geselecteerd, de
resterende tijd van de training.
Pace (tempo) – Uw etssnelheid in minuten per
mijl of kilometer. Druk op de toets Std/Met (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
MI of KM (afstand) – De afstand die u in mijlen
of kilometers heeft geetst. Druk op de toets Std/
Met (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
MPH of KPH (snelheid) – Uw etssnelheid in
mijlen of kilometers per uur. Druk op de toets Std/
Met (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
stap 5).
Druk herhaaldelijk op de toets Display (B) om de
gewenste trainingsinformatie weer te geven op de
display.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Om de scanmo-
dus aan te zetten, drukt u op de toets Multi-scan
(C). De scanindicator (D) en het woord SCAN
worden dan op het display weergegeven.
Om de scancyclus handmatig verder te laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Multi-scan
(C).
Druk op de toets Display (B) om de scanmodus
uit te zetten. De scanindicator (D) en het woord
SCAN zullen uitgaan.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om in een
herhalende cyclus alleen gewenste trainingsinfor-
matie weer te geven.
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display (B) totdat de trai-
ningsinformatie op de display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens op de toets Add/Substract (toe-
voegen/verwijderen) (E) om die trainingsinformatie
toe te voegen aan, of te verwijderen uit de scan-
cyclus. Wanneer trainingsinformatie wordt
toegevoegd, gaat de indicator ervan aan op het
display. Wanneer trainingsinformatie wordt ver-
wijderd, gaat de indicator ervan uit.
Druk vervolgens op de toets Multi-scan (C) om de
scanmodus aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch uw
hartslag in de scancyclus weer wanneer het een
hartslag van een hartslagmonitor herkent.
Druk op de toe-
nametoets en
afnametoets Vol
(volume) om het
volumeniveau van
het bedieningspaneel te wijzigen.
BC E
D
22
Stop eenvoudigweg met etsen om het bedie-
ningspaneel te pauzeren. Als het bedieningspaneel
wordt onderbroken, knippert de tijd op het display.
Begin gewoon weer te etsen om door te gaan met
uw training.
Let op: Het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in standaard of metrische meeteenheden
weergeven. Druk op de toets Std/Met (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
5. Draag indien gewenst een compatibele
hartslagmonitor en meet uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
®
Smart
hartslagmonitoren.
Een compatibele hartslagmonitor is bij sommige
modellen meegeleverd. Als een hartslagmonitor
is meegeleverd, zie DE HARTSLAGMONITOR in
deze handleiding om te weten te komen hoe u hem
moet gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hartslag-
monitor is meegeleverd, zie bladzijde 26 voor
informatie over hoe u deze kunt bestellen.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel
om een compatibele hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelings-
nummer van het bedieningspaneel zal in het
display verschijnen. Als de verbinding tot stand is
gebracht, knippert de LED-verlichting op het bedie-
ningspaneel tweemaal rood. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd. Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde
24 voor meer informatie.
Let op: De nauwkeurigheid van de hartslagmetin-
gen wordt door verschillende factoren beïnvloed.
Hartslagmonitoren dienen uitsluitend om hartslag-
trends globaal te meten, als hulpmiddel bij het
oefenen.
6. Zet indien gewenst de ventilator aan.
Deze heeft
verschillende snel-
heidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk
op de toename-
toets en afnametoets Fan (ventilator) om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
Let op: De ventilator zal automatisch uitgaan als de
pedalen eventjes niet bewegen.
7. Trek het stroomsnoer uit het stopcontact als u
klaar bent met trainen.
Als u klaar bent met trainen, drukt u de stroom-
schakelaar in de stand Off (uit) en trekt u het
stroomsnoer uit het stopcontact. BELANGRIJK:
Als u dit niet doet dan kunnen de elektrische
onderdelen van de crosstrainer voortijdig
slijten.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit een 3,5 mm mannetje tot 3,5 mm mannetje audio-
kabel (niet meegeleverd) aan op de aansluiting van het
bedieningspaneel en in een aansluiting op uw persoon-
lijke audiospeler om muziek of audioboeken via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel tijdens uw
training te beluisteren; zorg ervoor dat de audiokabel
goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk vervolgens op de
afspeeltoets van uw
persoonlijke audiospe-
ler. Pas het volume aan
met de toenametoets
of afnametoets Vol (volume) op het bedieningspaneel
of met de volumeregelaar van uw persoonlijke
audiospeler.
23
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFit-trainingen wanneer u
de iFit-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFit-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
®
of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFit-app, en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFit-app en volg de instructies om een
iFit-account aan te maken en instellingen aan te
passen.
Neem de tijd om de iFit-app te ontdekken en meer
te weten te komen over de functies en instellingen
ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 24.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op het bedieningspaneel op de iFit Sync
toets. Het koppelingsnummer van het bedie-
ningspaneel wordt op het display weergegeven.
Volg vervolgens de instructies op de iFit-app om
uw smart-toestel op het bedieningspaneel aan te
sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
de LED-verlichting op het bedieningspaneel con-
tinu blauw.
4. Kies een iFit-training.
Druk in de iFit-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het hoofdmenu
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het hoofdmenu of de
trainingsbibliotheek wilt selecteren, drukt u een-
voudigweg op de gewenste trainingstoets op het
scherm. Veeg of tik met uw vinger over het scherm
om omhoog of omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. De training starten.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFit-coach u
begeleiden tijdens een videotraining. Druk op de
geluidstoets (muzieknoten-symbool) om muziek-,
trainerstem- en volume-opties voor de training te
selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route en toont een marker uw voort-
gang. Druk op de toetsen op het scherm om de
gewenste kaartopties te selecteren.
Als het weerstands- of hellingsniveau voor het
huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de
instelling handmatig wijzigen door op de toetsen
Resistance (weerstand) of Ramp (hellingsvlak)
te drukken. BELANGRIJK: De crosstrainer zal,
wanneer het huidig segment van de training
eindigt, automatisch aan het geprogrammeerde
weerstands- en hellingsniveau van het volgend
segment aangepast worden.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt. Het daadwerkelijke aantal calorieën
dat u verbrandt hangt af van verschillende fac-
toren, waaronder uw gewicht. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van het weerstandsni-
veau of het hellingsniveau van het hellingsvlak
tijdens de training, invloed hebben op het aantal
calorieën dat u zult verbranden.
24
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
etsen om de training te pauzeren. Begin weer te
etsen om door te gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Save Workout (training opslaan) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit-app te selecteren. Houd vervolgens de
iFit Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt
tot de LED-verlichting op het bedieningspaneel
continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Trek het stroomsnoer uit het stopcontact als u
klaar bent met trainen.
Als u klaar bent met trainen, drukt u de stroom-
schakelaar in de stand Off (uit) en trekt u het
stroomsnoer uit het stopcontact. BELANGRIJK:
Als u dit niet doet dan kunnen de elektrische
onderdelen van de crosstrainer voortijdig
slijten.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIENINGS-
PANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen. Als
de verbinding tot stand is gebracht, knippert de LED-
verlichting op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel wilt
ontkoppelen, houdt u de iFit Sync toets op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het bedie-
ningspaneel en andere toestellen (inclusief smart-toe-
stellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
25
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Indien u gebruik maakt van de handmatige modus
of een iFit-training, moet u stoppen met trappen en
de training verlaten voordat u de instellingenmodus
kunt selecteren.
Om de instellingenmodus te kiezen, druk op de
toets Settings (instellingen). Het eerste instellingen-
scherm wordt dan op het display weergegeven.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3. Verander desgewenst de instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer wordt weergegeven op het display.
KalibratieAls het hellingsysteem moet worden
gekalibreerd, drukt u op de toenametoets of afna-
metoets Ramp (hellingsvlak). Het hellingsvlak stijgt
automatisch naar het maximale hellingsniveau en
keert dan terug naar de uitgangspositie. Zo wordt
het hellingsysteem gekalibreerd.
Meeteenheid – De momenteel geselecteerde
meeteenheid verschijnt in de display. Het bedie-
ningspaneel kan snelheid en afstand in standaard
of metrische meeteenheden weergeven. Druk
herhaaldelijk op de toets Std/Met (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Selecteer STD (standaard) om trainingsinformatie
in standaardeenheden weer te geven. Selecteer
MET (metrisch) om trainingsinformatie in metrische
eenheden weer te geven.
Displaytest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of het display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of een bepaalde toets correct werkt.
Totale Tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het
display weer. De display toont het totaal aantal
uren die de crosstrainer is gebruikt.
Totale Afstand – De letters MI (mijlen) of KM (kilo-
meters) verschijnen in de display. De display zal de
totale afstand (in mijlen of kilometers) dat er op de
crosstrainer is geetst, aangeven.
26
Contrastniveau – Het huidig geselecteerde
contrastniveau verschijnt in de display. Druk op
de toenametoets en de afnametoets Resistance
(weerstand) om het contrastniveau in te stellen.
Demomodus – De huidig geselecteerde demomo-
dus-optie zal op het display worden weergegeven.
Het bedieningspaneel toont een demomodus, die
ontwikkeld is voor gebruik als de crosstrainer wordt
geëtaleerd in een winkel. Als de demomodus aan
staat, gaat het bedieningspaneel niet uit en reset
het display niet als u klaar bent met trainen. Druk
herhaaldelijk op de toenametoets Resistance
(weerstand) om een demomodusoptie te kiezen.
Selecteer DON (demo aan) om de demomodus
aan te zetten. Selecteer DOFF (demo uit) om de
demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden. Met de optionele hartslagmonitor kunt u
tijdens de training voortdurend uw hartslag meten. Dat
zal u helpen uw persoonlijke tnessdoelen te behalen.
Kijk op de voorkant van deze handleiding om een
optionele hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
27
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer de
onderdelen elke keer dat de crosstrainer wordt gebruikt
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen. Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de crosstrainer schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen en houd het bedie-
ningspaneel uit direct zonlicht.
BEDIENINGSPANEELPROBLEMEN OPLOSSEN
Als het bedieningspaneel niet aan gaat, controleert
u of het stroomsnoer volledig is ingestoken en of de
stroomschakelaar in de reset-stand staat.
Als er lijnen verschijnen in de display van het bedie-
ningspaneel, raadpleegt u stap 3 bladzijde 25 en past
u het contrastniveau van de display aan.
PROBLEMEN VAN HET HELLINGSYSTEEM
OPLOSSEN
Als het hellingsvlak niet naar het juiste hellingsniveau
wordt afgesteld, zie dan DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 25 en
kalibreer het hellingsysteem.
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
28
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel gegevens niet goed weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Als u de
snelheidssensor wilt afstellen, drukt u eerst op de
stroomschakelaar en trekt u vervolgens de stekker
van het stroomsnoer eruit.
Gebruik ver-
volgens een
standaard schroe-
vendraaier om de
linker Schijf (71)
er voorzichtig af te
wrikken.
Zie de tekening rechts. Zoek de Snelheidssensor
(38). Draai de Katrol (19) totdat een Magneet (43) op
dezelfde hoogte komt als de Snelheidssensor.
Draai vervolgens de twee aangegeven M4 x 12mm
Zelftappers (50) iets los. Schuif de Snelheidssensor
(38) dichter bij of verder van de Magneet (43) en draai
de Zelftappers opnieuw vast.
Steek vervolgens het stroomsnoer in het stopcontact,
druk op de stroomschakelaar en beweeg de Katrol
(19) voldoende naar voren en naar achteren, zodat de
Magneet (43) herhaaldelijk voorbij de Snelheidssensor
(38) komt. Herhaal deze acties tot het bedienings-
paneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor goed is afgesteld, maakt
u de linker schijf weer vast en sluit u het stroomsnoer
weer aan.
71
19
43
50
38
29
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Als de pedalen slippen tijdens het etsen zelfs als de
weerstand op het hoogste niveau is afgesteld, moet
de aandrijfriem mogelijk worden afgesteld. Om de
aandrijfriem af te stellen, drukt u eerst op de stroom-
schakelaar en trekt u vervolgens de stekker van
het stroomsnoer eruit.
Zoek vervol-
gens naar de
Toegangskap
(3) op het
Rechterscherm
(74). Verwijder
de M4 x 16mm
Schroef (101)
en verwijder
vervolgens de
Toegangskap.
Zoek en maak
vervolgens de
Spanrolschroef
(89) los. Draai de
Afstelschroef van
de Aandrijfriem
(91) vast tot de
Aandrijfriem
(113) strak staat.
Maak dan de
Spanrolschroef
weer vast.
Bevestig vervolgens weer de onderdelen die u heeft
verwijderd. Steek dan het stroomsnoer weer in het
stopcontact.
74
3
101
113
91
89
30
TRAININGSRICHTLIJNEN
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: De beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op de dichtst-
bijzijnde tien jaar) onderaan het overzicht om het
juiste intensiteitsniveau te bepalen. De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste getal is de hartslag voor vetverbranding, het
middelste getal is de hartslag voor maximale vetver-
branding en het hoogste getal is de hartslag voor
aerobic-oefeningen.
Vet Verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren wat een activiteit is die grote hoeveelheden
zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel de
intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag rond
het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een
aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met 10
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla-
gen in zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming Up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
31
1 1 Onderstel/Hellingsvlak
2 1 Achterste Stabilisator
3 1 Toegangskap
4 1 Staander
5 6 M4 x 19mm Schroef
6 1 Voorste Stabilisator
7 1 Bedieningspaneel
8 2 Rollergeleider
9 2 Cranklagerhuls
10 1 Achterste Kap van het Hellingsvlak
11 1 Hellingsmotor
12 1 Arm van de Hellingsmotor
13 1 Arm van het Hellingsvlak
14 2 Tussenstuk van de Arm van het
Hellingsvlak
15 1 Achterste Stabilisatorkap
16 2 Spoor
17 1 Stroomschakelaar
18 1 Crank
19 1 Katrol
20 2 Crankarm
21 1 Linkergreep
22 1 Spanrol
23 2 Korte Bumper
24 1 Kleine Stelvoet
25 1 Weerstandsmotor
26 5 M10 Borgmoer
27 2 M10 Sluitring
28 1 Wervelmechanisme
29 1 Rechterpedaal
30 4 Stabilisatordop
31 3 M10 x 19mm Schroef
32 4 Lagerhuls van de Rollerarm
33 2 Grote Stelvoet
34 2 Wiel
35 2 Clip
36 1 Sluitring van de Spanrol
37 1 Accessoireshouder
38 1 Snelheidssensor/Draad
39 1 Klem van de Snelheidssensor
40 2 Onderstellager
41 1 Bovenste Kap van het Hellingsvlak
42 1 Huls
43 2 Magneet
44 1 Linkerpedaalarm
45 1 Linkerrollerarm
46 1 Linkerbeen van het Bovendeel
47 1 Linkerarm van het Bovendeel
48 1 Trekontlastinghuls
49 1 Linkerpedaal
50 6 M4 x 12mm Zelftapper
51 2 Roller
52 2 Pedaalarmdop
53 2 Askap
54 2 Tussenstuk van de Zwenkas
55 2 Houder
56 4 Huls van de Rollerarm
57 6 Grote Lager van de Arm
58 1 Rechterpedaalarm
59 1 Rechterrollerarm
60 1 Rechterbeen van het Bovendeel
61 1 Rechterarm van het Bovendeel
62 1 Rechtergreep
63 2 Handgreep van het Handvat
64 2 As van de Pedaalarm
65 1 Voorste Kap van de Rechterarm
66 1 Achterste Kap van de Rechterarm
67 1 Voorste Kap van de Linkerarm
68 1 Achterste Kap van de Linkerarm
69 1 Buitenste Kap van het Rechterbeen
70 1 Buitenste Kap van het Linkerbeen
71 2 Schijf
72 1 Binnenste Kap van het Linkerbeen
73 1 Linkerscherm
74 1 Rechterscherm
75 1 Middelste Schermkap
76 1 Zijdop van de Linkerpedaalarm
77 2 Crankkap
78 2 Sleutel
79 1 Voorste Kap van het Bedienings-
paneel
80 1 Achterste Kap van het Bedienings-
paneel
81 2 Onderste Kap van de Houder
82 8 M8 x 13mm Schroef
83 1 Binnenste Kap van het Rechterbeen
84 1 M4 x 12mm Aardeschroef
85 1 Doorvoerhuls van de Staander
86 2 M10 x 58mm Zeskantbout
87 1 Zijdop van de Rechterpedaalarm
88 1 Schroef van de Zwenkas van de
Spanrol
89 1 Spanrolschroef
90 3 M6 x 19mm Sluitring
91 1 Afstelschroef van de Aandrijfriem
92 4 M10 x 25mm Schroef
93 4 M4 x 12mm Flensschroef
94 1 Tussenstuk van de Motorarm
95 8 M8 x 20mm Schroef
96 4 M8 x 45mm Bout
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
ONDERDELENLIJST
Modelnr. PFEL89720-INT.2 R0321A
32
97 2 M8 x 28mm Sluitring
98 2 M8 x 18mm Sluitring
99 (Niet gebruikt)
100 4 Beenlager
101 42 M4 x 16mm Schroef
102 6 M8 Borgmoer
103 11 M6 x 12mm Schroef
104 4 M10 x 115mm Schroef
105 1 M4 x 25mm Flensschroef
106 1 Onderste Kap van het Hellingsvlak
107 1 Cranktussenstuk
108 2 M6 x 13mm Schroef
109 2 M10 x 58mm Bout
110 1 Bovenste Draad
111 1 Onderste Draad
112 2 M4 x 19mm Zelftapper
113 1 Aandrijfriem
114 1 Controller
115 4 Afstandhouder
116 2 Schijfring
117 1 Voorste Schermkap
118 1 Achterste Schermkap
119 1 Stroomsnoer
120 2 M8 x 20mm Schroef met Platte Kop
121 8 Huls van het Onderstel
122 1 M10 x 47mm Bout
123 2 Kleine Lager van de Arm
124 2 M4 x 16mm Machineschroef
125 1 M10 x 28mm Sluitring
126 2 M4 x 25mm Schroef
127 2 Schijfbeugel
128 1 Lange Bumper
129 2 M8 x 22mm Sluitring
130 4 M4 x 12mm Schroef
131 2 Plaktape
132 2 M6 x 26mm Sluitring
* Montagegereedschap
* Pakje Smeervet
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
33
GEDETAILLEERDE TEKENING A
4
35
35
37
81
54
63
71
79
73
75
80
101
101
101
101
92
124
5
101
50
101
101
117
116
118
101
101
101
5
50
46
52
45
44
47
49
68
21
67
70
72
76
95
127
7
85
Modelnr. PFEL89720-INT.2 R0321A
34
GEDETAILLEERDE TEKENING B
26
26
39
107
121
121
110
119
111
6
10
2
14
14
16
18
13
15
106
17
25
20
130
130
101
28
30
22
33
41
43
43
48
42
88
93
31
31
89
132
90
90
90
91
27
125
108
103
103
94
103
113
84
115
115
102
101
102
30
131
131
16
122
36
20
34
104
26
109
112
23
40
82
82
78
86
78
86
92
132
108
38
26
105
128
50
104
1
24
12
11
19
101
114
9
40
9
Modelnr. PFEL89720-INT.2 R0321A
35
GEDETAILLEERDE TEKENING C
74
124
50
50
5
5
116
5
101
95
127
58
57
57
64
103
103
87
59
77
95
56
55
120
56
51
53
95
98
95
8
71
60
101
61
66
65
69
83
101
126
126
101
101
101
3
82
96
129
102
82
97
100
100
54
101
52
29
62
32
32
99
123
Modelnr. PFEL89720-INT.2 R0321A
Onderdeelnr. 429367 R0321A Gedrukt in China © 2021 ICON Health & Fitness, Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van reserveonderdelen. Houd de volgende
informatie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het referentienummer en de beschrijving van de reserveonderdelen (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet bij het normale huishoudelijke afval wor-
den weggegooid. Om het milieu te beschermen moet dit product na aoop
van de levensduur overeenkomstig de wetgeving worden gerecycled.
Neem contact op met een recyclingfaciliteit die bevoegd is om dit type afval in uw
regio in te zamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen
en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Als u meer informatie
nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact opne-
men met de plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PFEL89720-INT de handleiding

Type
de handleiding