ProForm PFEL07920-INT de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Serie-
nummer-
sticker
OPGELET
Lees alle voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding
door voordat u deze apparatuur
gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor latere raadpleging.
Modelnr. PFEL07920-INT.0
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
iconeurope.com
KLANTENSERVICE
Neem contact op met de
Klantenservice (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
2
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden bij dit product meegeleverd. Bevestig
de waarschuwingsstickers op de aangegeven
locatie bovenop de Engelse waarschuwingen.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding
als een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en
vraag om een gratis vervangende sticker. Plak
de sticker op de aangegeven plaats. Let op:
De stickers worden mogelijk niet op ware grootte
weergegeven.
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDELENOVERZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE TRAINER GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
TRAININGSRICHTLIJNEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
ONDERDELENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterkant
PROFORM en IFIT zijn handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. Het woordmerk Bluetooth
®
en de logo’s
zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. Google Maps is een
handelsmerk van Google LLC. Wi-Fi is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn
handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
3
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding door en lees ook alle waarschuwingen op uw trainer voordat u deze gaat gebruiken
om het risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel
of schade opgelopen door dit product of tijdens het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de trainer voldoende op de
hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen ouder dan 35 jaar
of met bestaande gezondheidsproblemen.
3. De trainer is niet bedoeld voor gebruik door
personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
er toezicht is of tenzij zij instructie hebben
ontvangen over het gebruik van de trainer
door iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
4. Gebruik de trainer alleen zoals in deze hand-
leiding beschreven.
5. De trainer is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de trainer niet commerci-
eel, voor verhuur of institutionele situatie.
6. Gebruik de trainer uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
trainer niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de trainer op een vlakke ondergrond
en zorg ervoor dat er minstens 0,9 m vrije
ruimte voor en achter en 0,6 m vrije ruimte
aan de zijkanten van de trainer is. Leg een
matje onder de trainer om uw vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
8. Controleer steeds bij gebruik regelmatig alle
onderdelen van de trainer en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 16
jaar en huisdieren bij de trainer vandaan.
10. De trainer dient niet te worden gebruikt door
personen die meer dan 147 kg wegen.
11. Draag geschikte kleding tijdens het trainen;
draag geen losse kleding die vast kan komen
te zitten in de trainer. Draag altijd gymschoe-
nen om uw voeten tijdens het trainen te
beschermen.
12. Houd de handvatten of handgrepen vast bij
het opstappen, het afstappen of tijdens het
gebruik van de trainer. Breng de pedalen tot
stilstand met het pedaal aan de opstap- of
afstapkant in de laagste stand voordat u op-
of afstapt.
13. De trainer heeft geen vrijloop; de pedalen
blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt.
Verlaag op beheerste wijze uw etssnelheid.
14. Houd tijdens het gebruik van de trainer uw
rug recht. Krom uw rug niet.
15. Te veel trainen kan leiden tot ernstig letsel
of de dood. Stop onmiddellijk en begin met
afkoelen als u tijdens het trainen uitgeput
raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Ventilator
Bedieningspaneel
Wiel
Pedaal
Pedaalbeen
Stelvoet
Accessoireshouder
Handvat
Handgreep
Lengte: 170 cm
Breedte: 76 cm
Gewicht: 82 kg
Bedankt dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
HIIT
L6 trainer hebt gekozen. De HIIT L6 trainer biedt een
aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om
uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw welzijn zorgvul-
dig door voordat u de trainer gaat gebruiken.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding als u na
het doorlezen van deze handleiding nog vragen hebt.
Noteer het productmodel- en serienummer voordat
u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst
kunnen zijn. U vindt het modelnummer en de locatie
van de serienummersticker op de voorkant van deze
handleiding.
Voordat u verder leest, dient u zich vertrouwd te maken
met de onderdelen die in de onderstaande tekening
zijn aangeduid.
VOORDAT U BEGINT
5
M8 x 15mm
Schroef
(96)–2
M8 x 25mm
Schroef (105)–6
M10 x 20mm
Schroef (110)–8
M8 x 20mm
Schroef (102)–8
M8 x 86mm Schroef
(109)–2
M6 x 12mm
Schroef
(108)–8
M4 x 22mm
Schroef
(107)–10
M4 x 16mm
Schroef met Platte
Kop (101)–10
ONDERDELENOVERZICHT
Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor een overzicht van de kleine onderdelen die nodig zijn voor mon-
tage. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het referentienummer van het onderdeel. U vindt alle
onderdelen terug in de ONDERDELENLIJST achterin deze handleiding. Het getal volgend op het referentienum-
mer geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als er een onderdeel lijkt te ontbreken, controleer
dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
6
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen worden aangegeven met
“L” of “Left” en de rechteronderdelen met “R” of
“Right”.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 5.
U hebt behalve het meegeleverde gereedschap
ook het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een verstelbare moersleutel
Het monteren gaat mogelijk eenvoudiger met
uw eigen set sleutels. Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schade aan onderdelen te
voorkomen.
MONTAGE
1
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product om:
• uw eigendom vast te leggen
uw garantie te activeren
prioriteit bij klantondersteuning te krijgen als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
kunt u bellen met de Klantenservice (zie de
voorkant van deze handleiding) en uw product
registreren.
7
3. Zoek naar de Rechter- en de Linkerpedaalbasis
(2, 3) en naar het Rechter- en het Linkerpedaal
(22, 23) en richt deze zoals afgebeeld.
Bevestig het Rechterpedaal (22) aan de
Rechterpedaalbasis (2) met vier M6 x 12mm
Schroeven (108); draai alle Schroeven aan en
draai ze daarna vast.
Maak het Linkerpedaal (23) op dezelfde
manier aan de Linkerpedaalbasis (3) vast.
3
2
23
22
2
3
108
108
1
8
9
110
50, 51
2. Zoek naar de Rechter- en naar de Linker-
stabilisator (8, 9) en draai deze zoals afgebeeld.
Laat een tweede persoon het Onderstel
(1) vasthouden en het naar links kante-
len. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de
Schermen (50, 51) niet beschadigd.
Bevestig de Rechterstabilisator (8) aan het
Onderstel (1) met vier M10 x 20mm Schroeven
(110); draai alle vier de Schroeven aan en
draai ze vast. Let op: Negeer de twee gaten
zonder boring in de onderkant van het Onderstel.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de M10 x
20mm Schroeven (110) stevig en volledig
vastdraait.
Laat de tweede persoon het Onderstel (1) op de
vloer zakken. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u
de Schermen (50, 51) niet beschadigd.
Bevestig de Linkerstabilisator (9) op dezelfde
wijze.
110
8
5
4
2
102
24
18
53
50, 51
101
101
4. Bevestig de Rechterpedaalbasis (2) aan het
Rechterpedaalbeen (24) met vier M8 x 20mm
Schroeven (102); draai alle Schroeven aan en
draai ze daarna vast.
Maak de Linkerpedaalbasis (3) op dezelfde
manier aan het Linkerpedaalbeen (25) vast.
5. Druk de Achterste Kap (53) op het Linker- en het
Rechterscherm (50, 51).
Bevestig de Achterste Kap (53) met vier M4 x
16mm Schroeven met Platte Kop (101); draai
alle Schroeven met Platte Kop aan en draai
ze daarna vast.
Steek de Accessoireshouder (18) in de Achterste
Kap (53).
102
3
25
9
6. Zie de bovenste tekening. Richt het Bedie-
ningspaneel (5), de Kap van het Bedie-
ningspaneel (7) en de Beugel van het Bedie-
ningspaneel (4) met de hulp van een tweede
persoon zoals afgebeeld. Leid vervolgens de
draad (A) op het Bedieningspaneel door de Kap
van het Bedieningspaneel en de Beugel van het
Bedieningspaneel.
Zie de onderste tekening. Tip: Zorg dat de
draad (A) niet klem komt te zitten. Bevestig
het Bedieningspaneel (5) en de Kap van het
Bedieningspaneel (7) aan de Beugel van het
Bedieningspaneel (4) met vier M4 x 22mm
Schroeven (107); draai alle Schroeven aan en
draai ze daarna vast.
6
5
5
7
7
4
A
4
107
A
Zorg dat de draad
(A) niet klem
komt te zitten
4
96
96
109
115
A
Zorg dat de
draden niet
klem komen
te zitten
7
7. Terwijl een tweede persoon de Beugel van het
Bedieningspaneel (4) bij het Onderstel (1) houdt,
verbindt u de draad (A) op het Bedieningspaneel
(5) met de Hoofddraad (115).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen
te zitten. Bevestig de Beugel van het Bedie-
ningspaneel (4) aan het Onderstel (1) met twee
M8 x 86mm Schroeven (109) en twee M8 x
15mm Schroeven (96); draai alle Schroeven
aan en draai ze daarna vast.
1
5
10
8
8. Zoek naar het Rechter- en het Linkerhandvat
(10, 11).
Zorg dat de Pedalen (22, 23) waterpas staan.
Bevestig het Rechterhandvat (10) aan de
Rechterhandvatarm (15) met drie M8 x 25mm
Schroeven (105); draai alle Schroeven aan
en draai ze daarna vast. Tip: Het kan nuttig
zijn om het Rechterhandvat te draaien voor
betere toegang en om de Schroeven vast te
zetten.
Bevestig het Linkerhandvat (11) op dezelfde
wijze.
10
105
11
15
22, 23
9
9. Zoek naar de Achterste en Voorste Zwenkkap
(65, 66).
Druk een set van een Achterste en een Voorste
Zwenkkap (65, 66) samen rond het Rechter-
handvat (10) vlakbij de buiging (B). Maak ze dan
aan elkaar vast met twee M4 x 22mm Schroeven
(107).
Zie de inzettekening. Schuif de Achterste en
Voorste Zwenkkap (65, 66) naar de Schermkap
(12). Bevestig de Voorste Zwenkkap aan het
Rechterhandvat (10) met een M4 x 22mm
Schroef (107).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
trainer.
66
B
65
107
10
10
66
12
107
65
11
52
101
101
50, 51
10. Bevestig de Voorste Kap (52) aan het Linker- en
het Rechterscherm (50, 51) met zes M4 x 16mm
Schroeven met Platte Kop (101); draai alle
Schroeven met Platte Kop aan en vervolgens
vast.
10
118
11
11. Steek de Stroomadapter (118) in de aansluiting
aan de voorkant van de trainer.
Let op: Bekijk DE STROOMADAPTER
INSTEKEN op bladzijde 12 om de Stroom-
adapter (118) in een stopcontact te steken.
12. Zorg dat alle onderdelen goed vastzitten. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje
onder de trainer om de vloer te beschermen.
12
DE TRAINER GEBRUIKEN
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainer aan koude
temperaturen is blootgesteld, deze op kamertempe-
ratuur komen voordat u de stroomadapter insteekt.
Doet u dit niet, dan kunnen de displays van het
bedieningspaneel of andere elektrische componen-
ten beschadigd raken.
Steek de
stroomadap-
ter (A) in de
aansluiting
die zich op de
voorkant van de
trainer bevindt.
Plaats, indien
nodig, de juiste
plugadapter in
de stroomadap-
ter. Steek
vervolgens de stroomadapter in een stopcontact
dat is geïnstalleerd volgens de lokale codes en
verordeningen.
DE TRAINER VERPLAATSEN
Gezien de afmetingen en de zwaarte van de trai-
ner, moet deze door twee personen verplaatst
worden. Ga voor de trainer staan, houd de beugel
van het bedieningspaneel (B) vast en plaats één voet
tegen een van de wielen (C). Laat een tweede persoon
u helpen te trekken aan de beugel van het bedie-
ningspaneel tot de trainer rolt op de wielen. Verplaats
de trainer voorzichtig naar de gewenste plaats en laat
hem dan op de vloer zakken.
A
B
C
13
OEFENEN OP DE TRAINER
Om op de trainer te stappen, houdt u de handvatten
(D) of de handgrepen (E) vast en stapt u op het pedaal
(F) dat zich in de laagste positie bevindt. Stap vervol-
gens op het andere pedaal. Duw de pedalen tot ze een
vloeiende beweging beginnen te maken. Let op: De
pedalen kunnen in beide richtingen draaien. Het
wordt aanbevolen om de pedalen in de richting van
onderstaande pijl te bewegen. Om af te wisselen,
kunt u de pedalen ook in de tegenovergestelde
richting bewegen.
Wacht tot de pedalen (F) helemaal gestopt zijn voordat
u van de trainer afstapt. Let op: De trainer heeft geen
vrijloop; de pedalen blijven ronddraaien totdat het
vliegwiel stopt. Als de pedalen tot stilstand zijn geko-
men, stapt u eerst van het hoogste pedaal af. Stap
vervolgens van het laagste pedaal af.
DE TRAINER WATERPAS STELLEN
Als de trai-
ner enigszins
schommelt op
de vloer tijdens
het gebruik,
draai dan aan
één of beide
stelvoeten (G)
onder de stabi-
lisators tot de
schommelende
beweging weg
is.
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
De optionele tablethou-
der (H) houdt uw tablet
goed op zijn plaats
en zorgt ervoor dat u
uw tablet tijdens het
oefenen kan gebrui-
ken. De optionele
tablethouder is ontwor-
pen voor gebruik met
de meeste tablets van
volledige grootte. Voor
het kopen van een tablethouder, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
F
E
D
D
G
G
H
14
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het geavanceerde bedieningspaneel bevat bepaalde
keuzes om uw trainingen effectiever en leuker te
maken.
U kunt de weerstand van de pedalen met een druk op
de toets afstellen wanneer u de handmatige modus van
het bedieningspaneel gebruikt. Het bedieningspaneel
geeft tijdens de training doorlopend feedback. U
kunt zelfs uw hartslag meten met een compatibele
hartslagmonitor.
U kunt ook uw eigen audiospeler aansluiten op het
geluidssysteem van het bedieningspaneel om tijdens
het trainen naar uw favoriete muziek of audioboeken te
luisteren.
Het bedieningspaneel biedt daarnaast onbeperkte
iFit-trainingen wanneer u de iFit-app naar uw smart-
toestel downloadt en dit op het bedieningspaneel
aansluit.
Met de iFit-app heeft u toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek met iFit-videotrainingen, kunt u
uw eigen trainingen creëren, resultaten van uw trai-
ningen bijhouden en hebt u toegang tot vele andere
mogelijkheden.
Elke iFit-training verandert automatisch de weerstand
van de pedalen, terwijl een iFit-coach u leidt door een
meeslepende en effectieve videotraining.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie
bladzijde 15. Voor het gebruiken van het geluidssys-
teem, zie bladzijde 17.
Voor informatie over het gebruik van een iFit-trai-
ning, zie bladzijde 17. Om uw hartslagmonitor aan
te sluiten op het bedieningspaneel, zie bladzijde 18.
Voor het wijzigen van bedieningspaneelinstellin-
gen, zie bladzijde 19.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Let op: Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand
in standaard of metrische eenheden weergeven. Druk
meerdere keren op de toets St/M (standaard/metrisch)
om de meeteenheid te wijzigen. Alle instructies in deze
paragraaf verwijzen naar standaardeenheden.
BEDIENINGSPANEEL-
OVERZICHT
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
15
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Begin te etsen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Het display gaat aan als u het bedieningspaneel
inschakelt. Op dat moment is het bedieningspaneel
klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
3. Verander de weerstand van de pedalen.
Begin te trappen om de handmatige modus te
starten.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
etsen aanpassen. Druk op een van de genum-
merde toetsen Quick Resistance (snelle weerstand)
of druk op de toenametoets en afnametoets Quick
Resistance (snelle weerstand) om de weerstand te
wijzigen.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de pedalen het geselecteerde weer-
standsniveau bereiken.
4. Bekijk uw voortgang op het display.
Het display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Een schatting van
het aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KM (afstand) – De afstand die u in mij-
len of kilometers heeft ge etst. Druk op de toets
St/M (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
Pace (tempo) – Uw trapsnelheid in minuten per
mijl of kilometer. Druk op de toets St/M (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
stap 5).
RESIST (weerstand) – Het weerstandsniveau van
de pedalen.
RPM (tpm) – Uw etssnelheid in toeren per minuut
(RPM).
MPH of KPH (snelheid) – Uw trapsnelheid in
mijlen of kilometers per uur. Druk op de toets
St/M (standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
Time (tijd) – De verstreken tijd.
Vertical Distance (verticale afstand) – Uw verti-
cale afstand in feet of meters.
Druk herhaaldelijk op de
toets Display (A) om de
gewenste trainingsinfor-
matie weer te geven.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Druk op de toets
Scan (B) om de scanmodus aan te zetten. De sca-
nindicator (D) en het woord SCAN worden dan op
het display weergegeven.
Als u de scancyclus handmatig verder wilt laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Druk op de toets Display om de scanmodus uit
te zetten. De scanindicator en het woord SCAN
worden dan niet meer op het display weergegeven.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste trainingsinformatie in een herhalende
cyclus te zien.
A
B
C
D
16
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display totdat de trai-
ningsinformatie op de display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens op de toets Add/Remove (toevoe-
gen/verwijderen) (C) om trainingsinformatie toe te
voegen aan of te verwijderen uit de scancyclus.
Als u trainingsinformatie toevoegt, wordt de
daaraan gekoppelde indicator op het display weer-
gegeven. Als u trainingsinformatie verwijdert,
wordt de daaraan gekoppelde indicator niet meer
op het display weergegeven.
Druk daarna op de toets Scan om de scanmodus
aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch uw
hartslag in de scancyclus weer wanneer het een
hartslag van een hartslagmonitor herkent.
Om het volume-
niveau van het
bedieningspaneel te
wijzigen, drukt u op
de toenametoets en
afnametoets Volume.
Stop eenvoudigweg met etsen om het bedie-
ningspaneel te pauzeren. Als het bedieningspaneel
wordt onderbroken, knippert de tijd op het display.
Begin gewoon weer te etsen om door te gaan met
uw training.
5. Draag een compatibele hartslagmonitor en
meet indien gewenst uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
®
Smart
hartslagmonitoren.
Een compatibele borstkas-hartslagmonitor is
bij sommige modellen meegeleverd. Als een
borstkas-hartslagmonitor is meegeleverd, zie
DE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR in deze
handleiding om te weten te komen hoe u hem moet
gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hartslag-
monitor is meegeleverd, zie bladzijde 18 voor
informatie over hoe u deze kunt bestellen.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel
om een compatibele hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelings-
nummer van het bedieningspaneel zal in het
display verschijnen. Als de verbinding tot stand is
gebracht, knippert de LED-verlichting op het bedie-
ningspaneel tweemaal rood. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd. Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde
18 voor meer informatie.
6. Zet indien gewenst de ventilator aan.
Deze heeft
verschillende snel-
heidsinstellingen.
Druk herhaaldelijk
op de toenametoets
en afnametoets Fan
(ventilator) om een ventilatorsnelheid te kiezen of
om de ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan-
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet
bewegen.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
pauzeert het bedieningspaneel en knippert de tijd
op het display. Begin weer te etsen om de training
te hervatten.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt en
niet op de toetsen drukt, dan schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel toont een demo-
modus, die ontwikkeld is voor gebruik als de
trainer wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
demomodus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 19
om de demomodus uit te zetten.
17
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit een 3,5 mm mannetje tot 3,5 mm mannetje audio-
kabel (niet meegeleverd) aan op de aansluiting van het
bedieningspaneel en in een aansluiting op uw persoon-
lijke audiospeler om muziek of audioboeken via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel tijdens uw
training te beluisteren; zorg ervoor dat de audiokabel
goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk vervolgens op
de play-toets van uw
persoonlijke audiospeler.
Pas het volumeniveau
aan met de toename- en
afnametoets Volume op
het bedieningspaneel bij of met de volumeregelaar van
uw eigen audio-speler.
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFit-trainingen wanneer u
de iFit-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFit-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
®
of Android™ smart-toestel, de
App Store of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFit-app, en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFit-app en volg de instructies om een
iFit-account aan te maken en instellingen aan te
passen.
Neem de tijd om de iFit-app te ontdekken en meer
te weten te komen over de functies en instellingen
ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor aan op het
bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 18.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op het bedieningspaneel op de iFit Sync
toets. Het koppelingsnummer van het bedie-
ningspaneel wordt op het display weergegeven.
Volg vervolgens de instructies op de iFit-app om
uw smart-toestel op het bedieningspaneel aan te
sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
de LED-verlichting op het bedieningspaneel con-
tinu blauw.
4. Kies een iFit-training.
Druk in de iFit-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het hoofdmenu
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het hoofdmenu of de trai-
ningsbibliotheek wilt selecteren, drukt u op de
gewenste training-toets op het scherm. Veeg of
tik met uw vinger over het scherm om omhoog of
omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. Start de training.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFit-coach u
begeleiden tijdens een videotraining. Druk op de
geluidstoets (muzieknoten-symbool) om muziek-,
trainerstem- en volume-opties voor de training te
selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route en toont een marker uw voort-
gang. Druk op de toetsen op het scherm om de
gewenste kaartopties te selecteren.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment van de training te hoog of te laag is, kunt
u de instelling handmatig veranderen met de
toetsen Quick Resistance (snelle weerstand) op
het bedieningspaneel. BELANGRIJK: Als het
huidige segment eindigt, wordt de weerstand
automatisch aangepast aan de voorgeprogram-
meerde weerstandsinstelling van het volgende
segment.
18
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de trai-
ning verbrandt. Het daadwerkelijke aantal
calorieën dat u verbrandt hangt af van verschil-
lende factoren, waaronder uw gewicht. Als u
bovendien tijdens de training het weerstandsni-
veau handmatig wijzigt, heeft dat invloed op het
aantal calorieën dat u verbrandt.
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
etsen om de training te pauzeren. Begin weer te
etsen om door te gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Save Workout (training opslaan) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit-app te selecteren. Houd vervolgens de
iFit Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt
tot de LED-verlichting op het bedieningspaneel
continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Beweegt u de pedalen enkele seconden niet, dan
wordt het bedieningspaneel gepauzeerd.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt en
niet op de toetsen drukt, dan schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de iFit Sync toets op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen. Als
de verbinding tot stand is gebracht, knippert de LED-
verlichting op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel wilt
ontkoppelen, houdt u de iFit Sync toets op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE OPTIONELE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: De
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden. Met de optionele borstkas-hartslagmoni-
tor kunt u tijdens de training voortdurend uw hartslag
meten. Dat zal u helpen uw persoonlijke tnessdoelen
te behalen. Kijk op de voorkant van deze hand-
leiding om een borstkas-hartslagmonitor aan te
schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
19
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen, druk op de
toets Settings (instellingen). Het eerste instellingen-
scherm wordt dan op het display weergegeven.
Let op: Als u de handmatige modus of een iFit-trai-
ning gebruikt, beëindig dan uw training voordat u
op de toets Settings (instellingen) drukt.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3. Verander desgewenst de instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer wordt weergegeven op het display.
Meeteenheid – De momenteel geselecteerde
meeteenheid wordt weergegeven op het display.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand in
standaard of metrische meeteenheden weergeven.
Druk meerdere keren op de toets St/M (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Selecteer STD (standaard) om trainingsinformatie
in standaardeenheden weer te geven. Selecteer
MET (metrisch) om trainingsinformatie in metrische
eenheden weer te geven.
Displaytest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of het display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of een bepaalde toets correct werkt.
Totale tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het dis-
play weer. De display toont het totaal aantal uren
die de trainer is gebruikt.
Totale afstand – De letters MI (mijlen) of KM (kilo-
meters) verschijnen in de display. De display zal de
totale afstand (in mijlen of kilometers), dat er op de
trainer is ge etst, aangeven.
Contrastniveau – Het huidig geselecteerde
contrastniveau verschijnt in de display. Druk op de
toenametoets en afnametoets Quick Resistance
(snelle weerstand) om het contrastniveau in te
stellen.
Demomodus – De huidig geselecteerde demomo-
dus-optie zal op het display worden weergegeven.
Het bedieningspaneel toont een demomodus, die
ontwikkeld is voor gebruik als de trainer wordt
geëtaleerd in een winkel. Als de demomodus aan
staat, gaat het bedieningspaneel niet uit en reset
het display niet als u klaar bent met trainen. Druk
herhaaldelijk op de toenametoets Quick Resistance
(snelle weerstand) om een demomodus-optie te
kiezen. Selecteer DON (demo aan) om de demo-
modus aan te zetten. Selecteer DOFF (demo uit)
om de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
20
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik regelmatig alle onderdelen van de
trainer en draai ze goed vast. Vervang versleten onder-
delen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainer te reinigen. BELANGRIJK: Houd
vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel
om schade aan het bedieningspaneel te voor-
komen en houd het bedieningspaneel uit direct
zonlicht.
BEDIENINGSPANEELPROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Bel met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding als een vervangende
stroomadapter nodig is. BELANGRIJK: Gebruik
alleen een door de fabrikant geleverde geregu-
leerde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
Als er lijnen verschijnen in de display van het bedie-
ningspaneel, raadpleegt u stap 3 bladzijde 19 en past
u het contrastniveau van de display aan.
PROBLEMEN MET DE PEDALEN OPLOSSEN
Als de pedalen tijdens het trainen naar beneden
zakken en moeilijk te bewegen zijn, beweeg dan uw
gewicht naar voren en naar achteren op de pedalen
totdat de pedalen makkelijk te bewegen zijn en het
vliegwiel in de trainer weer begint te draaien.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel gegevens niet goed weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Als u
de snelheidssensor wilt afstellen, haalt u eerst de
stroomadapter uit het stopcontact.
Verwijder ver-
volgens de vier
aangegeven
M4 x 16mm
Schroeven met
Platte Kop (101)
en de Onderste
Achterste
Schermkap (68).
Draai vervolgens aan de Grote Katrol (21) totdat een
Katrolmagneet (104) gelijk ligt met de Snelheidssensor
(116). Draai vervolgens de M4 x 19mm Schroef (113)
iets los, schuif de Snelheidssensor iets dichter naar
de Katrolmagneet toe of verder ervan af en draai de
Schroef vast.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en draai
even aan de Grote Katrol (21). Herhaal deze proce-
dure indien nodig tot het bedieningspaneel de juiste
informatie weergeeft. Maak de onderste achterste
schermkap dan opnieuw vast.
101
101
101
68
113
116
104
21
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
21
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
De aandrijfriemen moeten afgesteld worden wanneer
de pedalen slippen tijdens het stappen, ook wanneer
de weerstand tot de hoogste stand is ingesteld. Haal
eerst de stroomadapter uit het stopcontact om de
aandrijfriemen af te stellen.
Verwijder ver-
volgens de vier
aangegeven
M4 x 16mm
Schroeven met
Platte Kop (101)
en de Onderste
Achterste
Schermkap (68).
Zoek de onderste
Afstelschroef (A).
Maak de onderste
Afstelschroef met
vier draaien vast;
hierdoor zal de
Grote Aandrijfriem
(31) vast gaan.
Sta op de trainer en begin korte tijd met etsen. Als de
pedalen nog slippen, stapt u van de trainer af en zoekt
u naar de bovenste Afstelschroef (B). Maak de boven-
ste Afstelschroef met twee draaien vast; hierdoor zal
de Kleine Aandrijfriem (28) vast gaan.
Sta weer op de trainer en begin met etsen. Als de
pedalen nog steeds slippen, stapt u van de trainer
af en maakt u de onderste Afstelschroef (A) met vier
slagen vast; hierdoor wordt de Grote Aandrijfriem (31)
nog vaster.
Als u de aandrijfriemen goed hebt afgesteld, maakt u
de onderste achterste schermkap weer vast.
101
101
101
68
A
28
B
31
22
TRAININGSRICHTLIJNEN
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: De beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op tien jaar)
onderaan het overzicht om het juiste intensiteitsniveau
te bepalen. De drie getallen boven uw leeftijd bepalen
uw “trainingszone”. Het laagste getal is de hartslag
voor vetverbranding, het middelste getal is de hartslag
voor maximale vetverbranding en het hoogste getal is
de hartslag voor aerobic-oefeningen.
Vet Verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelhe-
den zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel
de intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag
rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u
een aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met 10
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla-
gen in zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming Up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
23
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Hamstrings
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw uitge-
strekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings, onderrug
en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor het ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw ach-
terste voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt
u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Quadriceps
en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal
dit 3 keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
24
1 1 Onderstel
2 1 Rechterpedaalbasis
3 1 Linkerpedaalbasis
4 1 Beugel van het Bedieningspaneel
5 1 Bedieningspaneel
6 2 Borgring
7 1 Kap van het Bedieningspaneel
8 1 Rechterstabilisator
9 1 Linkerstabilisator
10 1 Rechterhandvat
11 1 Linkerhandvat
12 1 Schermkap
13 2 Handgreep
14 1 Linkerhandvatarm
15 1 Rechterhandvatarm
16 1 Magneetbeugel
17 2 Spanrol
18 1 Accessoireshouder
19 1 Uitwisselingsas
20 1 Middelgrote Katrol
21 1 Grote Katrol
22 1 Rechterpedaal
23 1 Linkerpedaal
24 1 Rechterpedaalbeen
25 1 Linkerpedaalbeen
26 2 Connectorarm
27 1 Schijfas
28 1 Kleine Aandrijfriem
29 2 Crankarm
30 1 Crank
31 1 Grote Aandrijfriem
32 2 Schijf
33 2 Schijfhub
34 1 Kettingwiel
35 2 Verbindingsarm
36 1 Weerstandsmotor
37 1 Weerstandsschijf
38 1 Weerstandarm
39 1 Weerstandsblok
40 1 Stroomaansluiting/Draad
41 1 Kleine Katrol
42 1 Klem
43 3 Sleutel
44 2 Magneetkap
45 2 Kleine M8 Sluitring
46 1 Kap van het Linkerwiel
47 2 Zelfuitlijnende Lager
48 2 Huls van de Schijfas
49 2 Schijfring
50 1 Linkerscherm
51 1 Rechterscherm
52 1 Voorste Kap
53 1 Achterste Kap
54 1 Basis van de Accessoireshouder
55 2 Stabilisatordop
56 4 Voet
57 2 Wiel
58 1 Rechterwielkap
59 2 Handvatdop
60 2 Lager van de Schijfas
61 1 Linkerachterkap van het Handvat
62 1 Linkervoorkap van het Handvat
63 1 Rechterachterkap van het Handvat
64 1 Rechtervoorkap van het Handvat
65 2 Achterste Zwenkkap
66 2 Voorste Zwenkkap
67 1 Veer
68 1 Onderste Achterste Schermkap
69 2 Stelvoet
70 10 Kleine Lager
71 4 Medium Lager
72 2 Grote Lager
73 8 Huls
74 2 Groot Tussenstuk
75 2 Klein Tussenstuk
76 2 M10 Tegenmoer
77 2 Cranksluitring
78 6 M8 Sluitring
79 4 M6 Sluitring
80 2 M5 Moer
81 2 M10 Schouderbout
82 5 M4 x 42mm Schroef
83 8 Clip
84 4 M6 x 14mm Schroef
85 4 M5 x 16mm Schroef
86 1 M3,5 x 12mm Schroef
87 8 M8 x 16mm Schroef
88 10 Schijfschroef
89 2 M10 Borgmoer
90 2 M10 x 55mm Zeskantbout
91 2 Asschroef
92 2 Flens
93 2 Nagel
94 2 M10 x 55mm Bout
95 2 Afstelschroef
96 2 M8 x 15mm Schroef
97 2 M8 Schouderschroef
98 1 M8 x 30mm Bout
99 3 M8 Borgmoer
100 6 M8 x 23mm Schroef
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
ONDERDELENLIJST
Modelnr. PFEL07920-INT.0 R1120A
25
101 14 M4 x 16mm Schroef met Platte Kop
102 8 M8 x 20mm Schroef
103 18 Dopschroef
104 2 Katrolmagneet
105 6 M8 x 25mm Schroef
106 10 M4 x 16mm Schroef
107 20 M4 x 22mm Schroef
108 8 M6 x 12mm Schroef
109 2 M8 x 86mm Schroef
110 8 M10 x 20mm Schroef
111 2 Slantdop
112 1 M10 Schroef
113 25 M4 x 19mm Schroef
114 3 M4 x 12mm Schroef
115 1 Hoofddraad
116 1 Snelheidssensor/Draad
117 2 Schijf van de Crankkap
118 1 Stroomadapter
* Gebruikershandleiding
* Montagegereedschap
* Pakje Smeervet
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
26
1
12
2
4
14
16
17
19
13
15
17
20
21
23
26
26
28
29
32
32
25
24
27
29
31
34
36
38
39
33
33
35
37
40
41
43
43
43
42
70
70
60
70
70
60
48
70
70
70
70
72
72
71
71
71
71
74
104
74
76
76
78
78
78
79
79
79
79
73
73
73
73
73
73
78
78
75
75
77
77
80
80
86
88
87
84
84
87
84
84
87
87
87
87
89
89
90
90
92
92
85
85
91
91
100
100
94
94
96
96
109
98
99
93
93
95
95
97
97
87
106
107
113
113
108
111
113
102
117
102
106
30
85
67
117
112
116
47
45
6
35
70
78
88
100
47
45
6
88
100
87
7
3
111
48
22
5
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PFEL07920-INT.0 R1120A
27
8
10
9
11
50
52
44
44
49
49
51
54
56
56
56
56
58
46
59
59
53
55
55
57
57
61
63
66
68
65
62
64
69
69
81
81
83
83
83
83
83
83
83
83
99
99
106
82
113
113
82
110
110
110
101
113
101
101
113
113
106
106
101
110
110
101
114
114
101
113
113
114
113
113
113
82
113
107
107
101
101
82
113
113
106
115
113
113
103
103
103
103
103
103
103
103
105
18
107
118
65
66
11
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PFEL07920-INT.0 R1120A
Onderdeelnr. 427930 R1120A Gedrukt in China © 2020 ICON Health & Fitness, Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van reserveonderdelen. Houd de volgende infor-
matie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het referentienummer en de beschrijving van de reserveonderdelen (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet bij het normale huishoudelijke afval wor-
den weggegooid. Om het milieu te beschermen moet dit product na a oop
van de levensduur overeenkomstig de wetgeving worden gerecycled.
Neem contact op met een recyclingfaciliteit in uw regio die bevoegd is om dit type
afval in te zamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen
en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Als u meer informatie
nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact opne-
men met de plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEL07920-INT de handleiding

Type
de handleiding