Nice TT2L de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Instructions and warnings for the Fitter
Istruzioni ed avvertenze per l’Installatore
Instructions et recommandations pour l’Installateur
Instrucciones y advertencias para el Instalador
Anweisungen und Hinweise für den Installateur
Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora
Aanwijzingen en aanbevelingen voor de Installateur
Eu:
0682
TT2D
Built-in receiver
module
TT2L
50
Met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunt u op netstroom
werkende elektrische apparaten aan- en uitzetten; zij verschillen
voornamelijk in een verschillende uitgangsconfiguratie van elkaar. De
besturingseenheid TT2L (afbeelding 3a) is geschikt om rechtstreeks
het apparaat te bedienen, terwijl de besturingseenheid TT2D (afbeel-
ding 3b) in de uitgang over een schakelaar zonder potentiaal en
meer geschikt is om apparaten te bedienen die reeds andere bedie-
ningscircuits hebben.
In de besturingseenheden is een radio-ontvanger ingebouwd, die
werkt op een frequentie van 433,92 MHz met rollingcode-technolo-
gie, zodat er een hoog veiligheidsniveau kan worden gegarandeerd.
In elke het geheugen van elke besturingseenheid kunnen er tot 30
zenders uit de serie FLO2R, VERY VR en NICEWAY (afbeelding 1)
worden opgeslagen. In elke zender worden 2 toetsen gebruikt: één
voor de instructie van inschakeling (On) en de andere voor de instruc-
tie van uitschakeling (Off). De besturingseenheid slaat de staat On-Off
van de aangesloten inrichting in het geheugen op; dus brengt zij in
geval van stroomuitval de inrichting weer in de vorige staat terug.
Op de besturingseenheden TT2L en TT2D bevindt zich een ingang
"P/B" zodat het ook mogelijk is de besturingseenheden met een
externe toets te bedienen. Geheugenopslag en programmering kan
via de zenders of rechtstreeks met de programmeertoets (afbeelding
2) op de besturingseenheden TT2L en TT2D plaatsvinden; lichtsig-
nalering via de leds zal u bij de verschillende fasen leiden.
N.B. De besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen ook andere
soorten zenders en andere functioneringsmodi aansturen; zie hoofd-
stuk 4 "Verdere details".
Aanbevelingen
In verband met de veiligheid voor de personen is het van
belang deze aanwijzingen in acht te nemen en ze te bewa-
ren om ze in de toekomst te kunnen gebruiken.
Deze handleiding bevat belangrijke voorschriften voor de vei-
ligheid van de installatie, een niet correct uitgevoerd installa-
tie kan zeer gevaarlijke situaties ten gevolge hebben.
• Het slechts gedeeltelijk lezen van deze aanwijzingen zal de
gebruiker de mogelijkheid onthouden zoveel mogelijk de
kenmerken van dit product te benutten.
De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn geschikt voor het aansturen
van een éénfase asynchroonmotor op netstroom, bijvoorbeeld: lampen,
motoren “aan-uit” en dergelijke; elk ander gebruik is oneigenlijk gebruik
en verboden. De installatie moet door technici uitgevoerd worden waar-
bij de van kracht zijnde wetten en normen op het gebied van elektriciteit
en veiligheid ten volle in acht worden genomen.
1) Beschrijving van het product
2) Installatie
• Er staat elektrische spanning op het product.
Het installeren van de bedieningseenheden TT2L, TT2D
en de elektrische inrichtingen moet door gekwalificeer-
de technici met inachtneming van deze aanwijzingen en
de in dit land bestaande normen en wetten worden uit-
gevoerd. Er mag geen enkele aansluiting verricht wor-
den wanneer de installatie onder spanning staat.
De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn uitdrukkelijk
bedoeld om in een aftakdoos te worden geplaatst; de
box daarvan biedt geen enkele bescherming tegen water
en alleen een basisbescherming tegen contact met vas-
te delen. Het is verboden de besturingseenheden TT2L
en TT2D aan te brengen in een ruimte die niet voldoen-
de is beschermd.
U mag de box van de besturingseenheden TT2L en TT2D
niet openen of erin boren; u mag de antennekabel om
geen enkele reden doorsnijden: er staat elektrische
spanning op!
1 2
FLO2R VERY NICEWAY
2.1) Preliminaire controles
De toevoerleiding van elektriciteit moet worden beschermd door
een adequate thermomagnetische- en differentiaalschakelaar.
Op de toevoerleiding van het elektranet dient er een scheidings-
schakelaar te worden aangebracht (met overspanningcategorie III,
d.w.z. een afstand van tenminste 3,5 mm tussen de contacten) of
een gelijkwaardig systeem, bijvoorbeeld een contactdoos met bij-
behorende stekker. Als de scheidingsschakelaar niet in de buurt
van de automatisering is, moet er een blokkeringsysteem voorzien
worden zodat het onmogelijk is per ongeluk of onbevoegd de aan-
sluiting tot stand te brengen.
NL
51
P/B L+-
L
N
FUSIBILE
N
213456
TT2L
ON-OFF
2.2) Elektrische aansluitingen
Volg nauwgezet de aansluitingen zoals die voorzien zijn;
doe in geval van twijfel GEEN vruchteloze pogingen, maar
raadpleeg de daarvoor bestemde gespecificeerde techni-
sche bladen die ook op de site: www.niceforyou.com
beschikbaar zijn. Een verkeerd uitgevoerde aansluiting
kan ernstige schade aan de besturingseenheid veroorza-
ken.
De besturingseenheden TT2L en TT2D voorzien geen enke-
le bescherming tegen overbelasting of kortsluiting op de uit-
gangen. Op de leiding van de stroomtoevoer dient een bevei-
liging aangebracht te worden die adequaat is voor de belas-
ting; als er bijvoorbeeld een zekering gebruikt wordt, zal de
maximale waarde daarvan 5 A bedragen voor een weer-
standsbelasting van 230 V of een maximale waarde van
3,15A in alle andere gevallen (inductieve belasting of 120V).
3a
L
N
FUSIBILE
P/B L N
213456
TT2D
ON-OFF
3b
L
N
C1
C2
2.2.1) Elektrische aansluiting van het apparaat
Bij de besturingseenheid TT2L moet de te bedienen inrichting op de klemmetjes 2-3 worden aangesloten; de inrichting wordt rechtstreeks
door de besturingseenheid van stroom voorzien. Een voorbeeld van een schema voor gebruikt van de besturingseenheid TT2D vindt u op
afbeelding 4a, waar C1 een verdeelkop in de installatie en buiten TT2D om laat zien en C2 het contact van TT2D. Afbeelding 4b laat de aan-
sluitingen zien die met het schema op afbeelding 4a overeenkomen.
4a
L
N
C1
C2
FUSIBILE
P/B L N
213456
TT2D
ON-OFF
4b
Sluit niet meer dan één motor per besturingseenheid aan.
ZEKERING ZEKERING
ZEKERING
52
1. Druk op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender en houd die ingedrukt
(tenminste 5 seconden) tot u een langdurige knippering ziet; laat daarna de toets los .
2. Druk 3 maal langzaam op de toets van een oude en reeds in het geheugen opgeslagen
zender.
3. Druk nogmaals op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender, laat de toets los bij
de eerste van de 3 langdurige knipperingen die de geheugenopslag bevestigen.
N.B. Als het geheugen vol is (30 bewaarde zenders), zult u 6 langdurige knipperingen zien en zal de zender niet in het geheugen kunnen wor-
den opgeslagen.
Wanneer er al één of meer zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders opslaan, en wel met de volgende stappen.
Tabel “A2” Geheugenopslag van andere zenders (in Modus I) Voorbeeld
Nieuwe
Oude
5s
Nieuwe
X3
3.1) Programmering via de zenders
In dit hoofdstuk wordt de geheugenopslag in Modus I
beschreven die geschikt is om één enkele inrichting via
de 2 toetsen op de zenders aan te sturen. In hoofdstuk
4.2. wordt geheugenopslag in Modus II beschreven die
geschikt is om een inrichting met één enkele toets aan
te sturen; daarmee blijven de andere toetsen vrij om
andere inrichtingen aan te sturen.
Bij de geheugenopslag zijn alle sequenties tijdgebon-
den, dat wil zeggen dat zij binnen het geplande tijdsbe-
stek moeten worden uitgevoerd.
Bij zenders die meerdere “groepen” voorzien, dient u
voordat u met de geheugenopslag gaat beginnen, eerst
de groep te kiezen waaraan de besturingseenheid
gekoppeld moet worden.
Draadloze programmering kan plaatsvinden in alle ont-
vangers die zich binnen het bereik van de zender bevin-
den; het is dus raadzaam alleen die inrichting van
stroom te voorzien die voor ons van belang is.
Voor elke zender worden 2 toetsen gebruikt: Toets 1 = On en
toets 2 = Off. Bij de zenders met 4 toetsen kunnen de vrij
gebleven toetsen worden gebruikt om een andere bestu-
ringseenheid aan te sturen: toets 3 = On en toets 4 = Off.
Bij de besturingseenheid TT2L komt de instructie On
overeen met apparaat aan, terwijl de instructie Off over-
eenkomt met apparaat uit. Bij de besturingseenheid
TT2D komt de instructie On overeen met de gesloten
schakelaar tussen de klemmetjes 2 en 3, terwijl de
instructie Off overeenkomt met gesloten schakelaar tus-
sen de klemmetjes 1 en 2.
Het is mogelijk te controleren of er reeds zenders in het geheugen
van de besturingseenheid TT2N zijn opgeslagen; hiertoe behoeft u
alleen maar te controleren hoeveel en op welke manier de led knip-
pert bij het aanzetten van de besturingseenheid.
2 langdurige knipperingen Geen enkele zender in het
(in totaal 1,5s) geheugen opgeslagen
2 kortstondige knipperingen Er zijn reeds zenders in het
(in totaal 0,4s) geheugen opgeslagen
Controle van de in het geheugen opgeslagen zenders
1. Sluit de besturingseenheid op het elektriciteitsnet aan; u zult 2 langdurige knipperingen zien.
2. Druk binnen 5 seconden op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de te bewaren zender en houd
die ingedrukt (tenminste 3 seconden).
3. Laat de toets los bij de eerste van de 3 knipperingen die geheugenopslag bevestigen.
Wanneer er geen enkele zender in het geheugen is opgeslagen kunt u met de geheugenopslag van de eerste beginnen, en wel met de vol-
gende stappen.
Tabel “A1” Geheugenopslag van de eerste zender (in Modus I) Voorbeeld
3s
2.2.3) Ingang voor contact On-Off
De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn ontworpen om op een
contact voor handmatige bediening van het type On-Off te worden
aangesloten. Het contact dient tussen fase (L) en het klemmetje 4 te
worden aangesloten zoals dat op de afbeeldingen 3a en 3b is te
zien. U kunt zowel een schakelaar als een knop gebruiken. De func-
tionering is als volgt: Als het contact korter dan 1 seconde gesloten
blijft, vindt bediening alleen bij sluiting van het contact plaats; als het
contact langer dan 1 seconde gesloten blijft, vindt bediening zowel
bij sluiting als bij opening van het contact plaats.
Op het contact staat netspanning; dus moet het adequaat
geïsoleerd en beschermd worden.
Voordat een zender de besturingseenheden TT2L en TT2D kan bedienen dient u de fase van geheugenopslag uit te voeren zoals die in tabel
A1 is aangegeven. Geheugenopslag en programmering kunnen worden uitgevoerd met behulp van de zenders (paragraaf 3.1) of rechtst-
reeks via de programmeerknop (paragraaf 3.2).
3) Programmering
2.2.2) Stroomvoorziening
De stroomvoorziening naar de besturingseenheid moet via de klemmetjes 5-6 (Fase, Nulleider) tot stand komen. De besturingseenheden
TT2L en TT2D kunnen zowel op een spanning van 120 als 230 V werken en een frequentie van 50 of 60 Hz.
NL
53
1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt.
2. Wacht tot de led gaat branden, wacht daarna tot hij uit gaat en vervolgens tot hij
gaat knipperen.
3. Laat de knop precies bij de derde knippering los om alleen de in het geheugen
opgeslagen zenders te wissen, of bij de vijfde knippering om het gehele
geheugen te wissen.
4. Se Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 5 knipperingen
geven.
Tabel “A4” Wissen van het geheugen Voorbeeld
Het is mogelijk het type codering te controleren door het aantal knipperingen van de led op het moment van inschakeling te tellen.
Knipperingen van de led Type codering van de in het geheugen opgeslagen zenders
1 kortstondige knippering (in totaal 0,2s) Zenders met codering FLO
2 kortstondige knipperingen (in totaal 0,4s) Zenders met codering FLOR
3 kortstondige knipperingen (in totaal 0,6s) Zenders met codering SMILO
2 langdurige knipperingen (in totaal 1,5s) Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen)
FLO4R VERY SM4 SM2
4.1) Bruikbare zenders
In de tabel A5 zijn de zenders met het bijbehorende coderingtype aangege-
ven die met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen worden gebruikt.
Omdat codering voor elke zender anders is en de besturingseenheid ze niet tegelijk kan herkennen, bepaalt de eerste zender die in het
geheugen wordt opgeslagen, het type codering en daarmee de zenders die daarna kunnen worden bewaard. Als u na geheugenopslag van
de eerste zender van type zenders wilt veranderen, dient u alle zenders te wissen (tabel A4).
Codering Zenders
ERGO1 - ERGO4 - ERGO6
PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME
FLOR Rolling code FLO1R - FLO2R - FLO4R
NICEWAY
VERY VR
SMILO Rolling code SM2 - SM4
FLO Fixed code
FLO1 - FLO2 - FLO4
VERY VE
Tabel “A5”
ERGO PLANO NICEWAY
1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden).
2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden.
3. Druk binnen 10 seconden tenminste 3 seconden lang op een willekeurige de toets 1 of 2
(of 3 of 4) van de te bewaren zender.
4. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 3 langdurige
knipperingen geven.
N.B. Als er nog meer zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen, dient u punt 3 binnen 10 seconden te herhalen; de fase van
geheugenopslag wordt beëindigd als er binnen 10 seconden geen nieuwe te bewaren zenders worden ontvangen.
Tabel “A3” Geheugenopslag van een zender (in Modus I) Voorbeeld
4s
3s
()
3.2) Programmering met de programmeerknop
Voor het bewaren van een zender via de programmeerknop dient u de volgende stappen te verrichten.
Indien het nodig mocht zijn geheugenopslag en programmering te wissen, kunt u de volgende stappen verrichten.
4) Nadere details
De besturingseenheden TT2L en TT2D herkennen naast de zenders uit de serie FLO2R, VERY VR of NICEWAY andere door Nice vervaar-
digde typen zenders (paragraaf 4.1 Bruikbare zenders). Bovendien is het via passende procedures voor geheugenopslag van de zenders ook
mogelijk aan elke toets van de zender een speciale instructie te koppelen (hoofdstukken 4.2.1 Modus I en 4.2.2 Modus II).
4.2) Geheugenopslag van de zenders in Modus I en Modus II
In de tabellen A1, A2 en A3 is de geheugenopslag van zenders in Modus I beschreven waar op elke zender 2 toetsen in koppel worden
gebruikt: 1-2 of 3-4. In de besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen de zenders ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus biedt
een grotere flexibiliteit voor wat betreft het gebruik van de toetsen op de zenders. Op één en dezelfde besturingseenheid kunnen er zenders
zowel in Modus I als in Modus II worden opgeslagen.
54
4.2.3) Voorbeeld van gemengde geheugenopslag in Modus I en Modus II
Door handig gebruik te maken van geheugenopslag in Modus I en in Modus II is het mogelijk instructiegroepen aan te maken zoals u kunt
zien op het voorbeeld van afbeelding 5. Het voorbeeld heeft betrekking op automatiseringen maar u kunt dit wijzigen voor het in- en uit-
schakelen van elektrische inrichtingen.
• De zender T1 (Ergo1) die in Modus I op A1 en A2 is opgeslagen,
stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar
omlaag tegelijk zowel op A1 als A2 aan.
De zender T2 (Plano1) die in Modus I alleen Op A3 is opgeslagen,
stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar
omlaag alleen op A3 aan.
• De zender T3 (Planotime) die in Modus I alleen Op A4 is opgesla-
gen, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre
naar omlaag alleen op A4 aan.
De zender T4 (WM001C) die in Modus II (Stap-voor-Stap) is opge-
slagen, stuurt alleen A4 aan.
De zender T5 (WM003G) die in Modus I is opgeslagen om met
groep 1 op A1 en A2 aan te sturen, met groep 2 op A3 en met
groep 3 op A4, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de
manoeuvre naar omlaag van A1 en A2, A3 of A4 aan.
De zender T6 (Flo4R) die in Modus II op A4 (toetsen 1 en 3) op A5
(toets 2) en op A6 (toets 4) is opgeslagen, stuurt de manoeuvre
naar omhoog en naar omlaag van A4 aan, of het openen van de
garagedeur A5 of de opening van de automatische poort A6.
Met een in Modus II opgeslagen zender is het niet mogelijk bepaalde functies te programmeren als er bij deze pro-
grammering op verschillende toetsen moet worden gedrukt, zoals bijvoorbeeld op toets en toets .
Met een in Modus II opgeslagen zender is het niet mogelijk instructies voor “meervoudige groep” te gebruiken.
5
1. Druk op de toets van de reeds in modus I in het geheugen opgeslagen zender en houd
die ingedrukt tot u (na ongeveer 5 seconden) een langdurige knippering ziet; laat daarna
de toets los.
2. Druk binnen 3 seconden tegelijk op de 2 toetsen ▲▼ en houd die ongeveer 5 seconden
ingedrukt totdat 3 langdurige knipperingen zullen signaleren dat de functie is
geprogrammeerd.
N.B. Als u de functie wilt uitsluiten, herhaalt u de procedure vanaf punt 1.
Tabel “A7” Functie On-Off met ▲▼ Voorbeeld
5s
5s
4.2.1) Modus I
Bij Modus I is de instructie vast aan de toetsen op de zender gekoppeld (tabel A6). In Modus I wordt voor elke zender één enkele fase van
geheugenopslag uitgevoerd en wordt er één enkele plaats in het geheugen ingenomen. Voor elke zender worden 2 toetsen gebruikt: toets
1 = On en toets 2 = Off. Bij de zenders met 4 toetsen kunnen de vrij gebleven toetsen worden gebruikt om een andere besturingseenheid
aan te sturen: toets 3 = On en toets 4 = Off. Bij geheugenopslag in Modus I is het van geen enkel belang op welke toets (toets 1
of toets 2) op de zender wordt gedrukt.
Als u beschikt over zenders met de toetsen , , (Omhoog-Stop-
Omlaag) die in modus I in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u voor
elk daarvan de instructie Off aan de toets koppelen. Op deze
manier is het mogelijk de door de zenders, zoals bijvoorbeeld
PLANO TIME, voorziene gebeurtenissen gemakkelijk te gebruiken.
Met de toets komt de instructie On overeen, terwijl de toets de
instructie Off zal blijven doorzenden. Om deze functie vrij te geven
dient de zender in modus I in het geheugen te zijn opgeslagen en zal
alleen op de zender in kwestie worden toegepast; voer eventueel
voor elke zender de programmering opnieuw uit.
Toets Instructie
Toets 1 of On
Toets 2 of Off
Toets 3 On
Toets 4 Off
Tabel “A6”: geheugenopslag in Modus II
4.2.2) Modus II
Bij Modus II is het mogelijk aan elke toets op de zender één van de
4 mogelijke instructies te koppelen (tabel A8); het is bijvoorbeeld
mogelijk met een enkele opgeslagen toets voor de instructie On-Off
een besturingseenheid te bedienen terwijl de andere toetsen voor
het bedienen van andere besturingseenheden vrij blijven. Bij Modus
II wordt er een fase van geheugenopslag voor elke toets uitgevoerd
en elke toets neemt een plaats in het geheugen in beslag. Bij opslag
in Modus II wordt de ingedrukte toets in het geheugen
opgeslagen. Indien u aan een andere toets van dezelfde zender
een andere instructie wilt koppelen is er een nieuwe fase voor
geheugenopslag nodig.
Instructie
1 On-Off
2 Iemand aanwezig
3 Timer1
4 Timer2
Tabel “A8”: geheugenopslag in Modus II
()
1s
1-2
NL
55
Om een zender in Modus II in het geheugen op te slaan dient u wanneer er een programmeerknop is, de volgende stappen te verrichten.
1. Druk zoveel maal op de programmeerknop als het getal dat bij de gewenste instructie
hoort… (1 = On-Off, 2 = Iemand aanwezig, 3 = Timer 1, 4 = Timer 2).
2. Controleer dat de led zoveel malen langdurig knippert als het getal voor de gewenste
instructie.
3. Druk binnen 10 seconden tenminste 3 seconden lang op de gewenste toets van de te
bewaren zender.
4. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 3 langdurige
knipperingen geven.
N.B. Als er nog meer zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen, dient u voor de op punt 1 geselecteerde instructie punt 3 bin-
nen 10 seconden te herhalen; als de te koppelen instructie daarentegen een andere is dient u punt 1 te herhalen; de fase van geheugenop-
slag wordt beëindigd als er binnen 10 seconden geen nieuwe te bewaren zenders worden ontvangen.
Tabel “A9” Geheugenopslag in modus II met de programmeerknop Voorbeeld
1-4
1-4
3s
1. Druk op de te bewaren toets van de nieuwe zender en houd die tenminste
3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los.
2. Druk op de reeds bewaarde toets van de oude zender en houd die tenminste
3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los.
3. Druk op de te bewaren toets van de nieuwe zender en houd die tenminste
3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los.
4. Druk op de reeds bewaarde toets van de oude zender en houd die tenminste
3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los.
Het is mogelijk een nieuwe zender heel eenvoudig in het geheugen op te slaan waarbij de kenmerken van de oude zender gehandhaafd blij-
ven. De op die manier opgeslagen nieuwe zender zal de kenmerken van de oude erven, ofwel als de oude in Modus I was opgeslagen, zal
de nieuwe ook in Modus I werken; als de oude in Modus II was opgeslagen, zal de toets van de nieuwe zender aan dezelfde instructie van
de oude worden gekoppeld. Voor de geheugenopslag dient u de volgende stappen te verrichten.
Tabel “A10”
Geheugenopslag van verdere zenders met een reeds in het geheugen opgeslagen zender
Voorbeeld
Nieuwe
Oude
3s
3s
Oude 3s
Nieuwe 3s
4.3) Timers
Met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunt u 2 onafhankelijke timers programmeren. Timer 1 en Timer 2 om de aangesloten inrichting na een
vastgestelde tijd automatisch in- en uit te schakelen. Bij elke instructie wordt de vastgestelde tijd opnieuw geladen. Het is mogelijk uitschakeling te
vervroegen door de instructie Timer langder dan 3 seconden geactiveerd te houden of door een instructie Off te verzenden. In de fabriek of nadat
het geheugen helemaal is gewist zijn de tijden voor de 2 timers: Timer1 = 1 minuut en Timer2 = 10 minuten. U kunt de inschakelingstijd instellen
met een minimum van 1 seconde tot een maximum van 9 uur. Om de timers te kunnen programmeren dient u een in Modus II in het geheugen
opgeslagen zender te hebben dat de timer in kwestie kan aansturen. Voor de geheugenopslag dient u de volgende stappen te verrichten.
Tabel “A11” Programmering timers met een zender in Modus I Voorbeeld
Indien het noodzakelijk is dat de timers langer dan 1h duren, is het raadzaam de snelle programmering hieronder uit te voeren. Bij de snelle
programmering wordt de tijd op de volgende manier geteld: 1s = 1min, 1min = 1h (b.v.: duur programmering = 3min 45 s; activering inrich-
ting = 3h 45min).
Tabel “A12” Snelle programmering van de timers met de programmeerknop Voorbeeld
3s
8s
1-2
1. Druk op de toets van de zender die betrekking heeft op de te programmeren timer en
houd die ingedrukt; het relais wordt geactiveerd (On).
2. Houd diezelfde toets steeds ingedrukt; na ongeveer 3 seconden zal het relais worden
gedeactiveerd (Off).
3.
Blijf nog steeds drukken op diezelfde toets totdat het relais opnieuw wordt geactiveerd (na
ongeveer 8 seconden); vanaf dat moment begint het aftellen van de tijd. Laat de toets los.
4. Wanneer de tijd is verstreken die u wilt programmeren, drukt u op een toets van een in het
geheugen van de besturingseenheid opgeslagen zender om het tellen van de tijd te stoppen
en het relais te deactiveren; 3 langdurige knipperingen zullen aangeven dat de tijd in het
geheugen is opgeslagen; daarna zullen er 1 of 2 kortstondige knipperingen zijn die aangeven
dat de programmering betrekking heeft op de Timer1 of Timer 2.
1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt.
2. Wacht tot de led gaat branden, wacht daarna tot hij uit gaat en vervolgens tot hij
gaat knipperen.
3. Laat de knop precies bij de eerste (Timer1) of de tweede (Timer2) langdurige
knipperling los; het relais wordt geactiveerd en het tellen begint.
4. Wanneer de tijd is verstreken die u wilt programmeren, drukt u op de knop en houd
die 1 seconde ingedrukt om het tellen van de tijd te stoppen en het relais te deactiveren;
laat de knop bij de eerste van de 3 langdurige knipperingen los die aangeven dat de tijd
in het geheugen is opgeslagen; daarna zullen er 1 of 2 kortstondige knipperingen zijn
die aangeven dat de programmering betrekking heeft op de Timer1 of Timer2.
56
1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden).
2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden.
3. Wacht ongeveer 10 seconden om daarna goed te kijken naar de 2 knipperingen van de
led:
- als er twee knipperingen zijn die even lang duren is er geen blokkering voor
geheugenopslag;
- als de 2
de
knippering langer duurt dan de eerste is er een blokkering voor
geheugenopslag.
Tabel “A13” Controle van blokkering van geheugenopslag van nieuwe zenders Voorbeeld
4s
10s
4.4) Blokkering van het geheugen
Het is desgewenst mogelijk, bijvoorbeeld in verband met een grotere veiligheid, geheugenopslag van nieuwe zenders te blokkeren. Om te
controleren of blokkering niet actief is (geheugenopslag vrij) of blokkering actief is neemt u de volgende stappen.
1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden).
2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden.
3. Wacht dat de led uit gaat, wacht vervolgens dat hij 2 maal gaat knipperen.
4. Druk op de knop en laat hem los precies bij de tweede knippering los.
5. Er volgen nu 2 knipperingen:
- als de 2
de
langer duurt dan de 1ste betekent dit dat blokkering actief is;
- als ze even lang duren is deblokkering actief.
Tabel “A14” Blokkering of deblokkering van geheugenopslag voor nieuwe zenders Voorbeeld
4s
Om geheugenopslag te blokkeren of om de blokkering op te heffen volgt u de stappen uit de volgende tabel. De te volgende stappen zijn zowel
voor blokkering als deblokkering van geheugenopslag gelijk; de eerste keer blokkeert u, daarna verwijdert u de blokkering en zo verder.
()
10s
Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals
dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmante-
lingswerkzaamheden door gekwalificeerde technici te worden uitge-
voerd. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen,
waarvan sommige opnieuw gebruikt kunnen worden, terwijl andere
als afval verwerkt dienen te worden. Win inlichtingen in over de
methoden van hergebruik of afvalverwerking in en houd u aan de
plaatselijk voor dit soort producten van kracht zijnde voorschriften.
Sommige onderdelen van het product zouden vervuilende stoffen
kunnen bevatten: indien die in het milieu zouden verdwijnen, zouden
ze schadelijke gevolgenvoor het milieu en de menselijke gezondheid
kunnen opleveren Zoals dat door het sym-
bool op afbeelding 6 is aangegeven, is het
verboden dit product met het gewone huis-
afval weg te gooien.
Scheid uw afval voor verwerking op een
manier zoals die in de plaatselijke regelgeving
is voorzien of lever het product bij uw leve-
rancier in, wanneer u een nieuw gelijksoortig
product koopt. De plaatselijke regelgeving
kan in zware straffen voorzien in geval van
illegale dumping van dit product.
5) Afvalverwerking
6
Nadat de module onder spanning is gezet, ziet u geen
enkele knippering en de zenders geven geen instructie
door. Controleer of de stroomvoorziening naar de module in orde is:
tussen de klemmetjes 5-6 moet er netstroom aanwezig zijn. Als de
stroomvoorziening in orde is, is het zeer waarschijnlijk dat er een ern-
stig defect is en de module moet worden vervangen.
Het externe contact activeert de inrichting niet. Controleer de
elektrische aansluiting van het contact: tussen de ingang van het con-
tact en het klemmetje 4 moet bij open contact netstroom aanwezig zijn.
Na een instructie via radio ziet u 6 kortstondige knippe-
ringen en de inrichting wordt niet geactiveerd. De zender is
niet gesynchroniseerd; u moet opnieuw de geheugenopslag van de
zender uitvoeren.
Na een instructie ziet u 10 knipperingen, daarna wordt de
inrichting geactiveerd. De zelfdiagnose van de parameters in het
geheugen heeft enkele anomalieën geconstateerd. In dit geval dient
u het geheugen helemaal te wissen, de zenders opnieuw in het
geheugen op te slaan en de duur van de timers te programmeren.
Het is niet mogelijk de timers volgens de procedure van tabel
A11 te programmeren. Het is niet mogelijk tijdsduur van de timers te
programmeren met zenders die in modus II in het geheugen op te slaan;
controleer of de zender in Modus I in het geheugen is opgeslagen.
Het is niet mogelijk een zender in het geheugen op te slaan.
Controleer het aantal knipperingen van de led tijdens de procedure van
geheugenopslag; 6 langdurige knipperingen geven aan dat het geheu-
gen vol is; 2 knipperingen, waarbij de tweede langer is dan de eerste,
geven aan dat blokkering voor geheugenopslag van de zenders actief is.
6) Wat te doen als…. ofwel een kleine gids als er iets niet functioneert!
NL
57
7) Technische gegevens
N.B. Alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C.
Besturingseenheden TT2L en TT2D
Stroomvoorziening 120 of 230 Vac, 50/60Hz, grenswaarden: 100÷255 Vac
Maximumvermogen inrichting 1000W/500VA voor Vn = 230V, 600W/600VA voor Vn = 120V
Werkingstemperatuur -20÷55°C
Afmetingen / gewicht 40 x 18 x 32 / 20 g
Beschermingsklasse IP20 (box intact)
Timers 1 s÷9 h (fabrieksinstelling Timer1=1 min, Timer2=10 min)
Radio-ontvanger
Frequentie 433.92 MHz
Codering FLO (vaste code), FLOR (rollingcode), SMILO (rollingcode)
Aantal zenders dat in het geheugen kan worden opgeslagen 30
Bereik van de zenders Geschat op 150 m in het vrije veld en 20 m binnen gebouwen (*)
(*) Het bereik van de zenders wordt sterk beïnvloed door andere inrichtingen die op dezelfde frequentie met voortdurende overdracht werken.
Dit kunnen bijvoorbeeld alarmen en draadloze koptelefoons zijn die interferentie veroorzaken met de ontvanger van de besturingseenheid.
Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt Nice S.p.A. zich het recht voor op elk gewenst moment
en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming
echter gehandhaafd blijven.
Verklaring van overeenstemming
Nr. 248/TT2L-D Herz. 0
Naam fabrikant: Nice S.p.A.
Adres: Via Pezza Alta 13, 31046 Z.I: Rustignè, Oderzo (TV) Italië
Type: module aansturing lichten en verdeelkop voor inbouw.
Model: TT2L, TT2D.
Ondergetekende Lauro Buoro in diens hoedanigheid van Gedelegeerd Bestuurder verklaart onder diens verantwoordelijkheid dat het pro-
duct: TT2L TT2D in overeenstemming is met wat in onderstaande communautaire richtlijn voorzien is:
1999/5/EG; RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 1999 inzake radio-apparatuur en tele-
communicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.
Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 300220- 3 V1.1.1:2000.
en bovendien in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende communautaire richtlijnen, zoals die gewijzigd zijn bij de Richtlijn
93/68/ EEG van de Raad van 22 juli 1993:
• 73/23/EEG RICHTLIJN 73/23/EEG VAN DE RAAD van 19 februari 1973 inzake harmonisering van de verschillende wetgevingen van de
Lidstaten met betrekking tot elektrisch materiaal dat binnen bepaalde spanningslimieten gebruikt moet worden.
Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 50371:2002, EN 60730-1:2000+A11:2002, EN 60730-2-1:1997+A11:2005.
89/336/EEG; RICHTLIJN 89/336/EEG VAN DE RAAD van 3 mei 1989 inzake harmonisering van de verschillende wetgevingen van de Lid-
staten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit.
Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 301 489-1:2004, EN 301 489-3:2002.
30 mei 2006 Gedelegeerd Bestuurder
Lauro Buoro

Documenttranscriptie

TT2L TT2D Eu: 0682 Built-in receiver module Instructions and warnings for the Fitter Istruzioni ed avvertenze per l’Installatore Instructions et recommandations pour l’Installateur Instrucciones y advertencias para el Instalador Anweisungen und Hinweise für den Installateur Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora Aanwijzingen en aanbevelingen voor de Installateur Aanbevelingen • In verband met de veiligheid voor de personen is het van belang deze aanwijzingen in acht te nemen en ze te bewaren om ze in de toekomst te kunnen gebruiken. • Deze handleiding bevat belangrijke voorschriften voor de veiligheid van de installatie, een niet correct uitgevoerd installatie kan zeer gevaarlijke situaties ten gevolge hebben. • Het slechts gedeeltelijk lezen van deze aanwijzingen zal de gebruiker de mogelijkheid onthouden zoveel mogelijk de kenmerken van dit product te benutten. De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn geschikt voor het aansturen van een éénfase asynchroonmotor op netstroom, bijvoorbeeld: lampen, motoren “aan-uit” en dergelijke; elk ander gebruik is oneigenlijk gebruik en verboden. De installatie moet door technici uitgevoerd worden waarbij de van kracht zijnde wetten en normen op het gebied van elektriciteit en veiligheid ten volle in acht worden genomen. 1) Beschrijving van het product Met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunt u op netstroom werkende elektrische apparaten aan- en uitzetten; zij verschillen voornamelijk in een verschillende uitgangsconfiguratie van elkaar. De besturingseenheid TT2L (afbeelding 3a) is geschikt om rechtstreeks het apparaat te bedienen, terwijl de besturingseenheid TT2D (afbeelding 3b) in de uitgang over een schakelaar zonder potentiaal en meer geschikt is om apparaten te bedienen die reeds andere bedieningscircuits hebben. In de besturingseenheden is een radio-ontvanger ingebouwd, die werkt op een frequentie van 433,92 MHz met rollingcode-technologie, zodat er een hoog veiligheidsniveau kan worden gegarandeerd. In elke het geheugen van elke besturingseenheid kunnen er tot 30 zenders uit de serie FLO2R, VERY VR en NICEWAY (afbeelding 1) worden opgeslagen. In elke zender worden 2 toetsen gebruikt: één voor de instructie van inschakeling (On) en de andere voor de instructie van uitschakeling (Off). De besturingseenheid slaat de staat On-Off van de aangesloten inrichting in het geheugen op; dus brengt zij in geval van stroomuitval de inrichting weer in de vorige staat terug. 1 FLO2R VERY NICEWAY Op de besturingseenheden TT2L en TT2D bevindt zich een ingang "P/B" zodat het ook mogelijk is de besturingseenheden met een externe toets te bedienen. Geheugenopslag en programmering kan via de zenders of rechtstreeks met de programmeertoets (afbeelding 2) op de besturingseenheden TT2L en TT2D plaatsvinden; lichtsignalering via de leds zal u bij de verschillende fasen leiden. N.B. De besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen ook andere soorten zenders en andere functioneringsmodi aansturen; zie hoofdstuk 4 "Verdere details". 2 2) Installatie • Er staat elektrische spanning op het product. • Het installeren van de bedieningseenheden TT2L, TT2D en de elektrische inrichtingen moet door gekwalificeerde technici met inachtneming van deze aanwijzingen en de in dit land bestaande normen en wetten worden uitgevoerd. Er mag geen enkele aansluiting verricht worden wanneer de installatie onder spanning staat. • De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn uitdrukkelijk bedoeld om in een aftakdoos te worden geplaatst; de box daarvan biedt geen enkele bescherming tegen water en alleen een basisbescherming tegen contact met vaste delen. Het is verboden de besturingseenheden TT2L en TT2D aan te brengen in een ruimte die niet voldoende is beschermd. • U mag de box van de besturingseenheden TT2L en TT2D niet openen of erin boren; u mag de antennekabel om geen enkele reden doorsnijden: er staat elektrische spanning op! 2.1) Preliminaire controles • De toevoerleiding van elektriciteit moet worden beschermd door een adequate thermomagnetische- en differentiaalschakelaar. • Op de toevoerleiding van het elektranet dient er een scheidingsschakelaar te worden aangebracht (met overspanningcategorie III, d.w.z. een afstand van tenminste 3,5 mm tussen de contacten) of een gelijkwaardig systeem, bijvoorbeeld een contactdoos met bijbehorende stekker. Als de scheidingsschakelaar niet in de buurt 50 van de automatisering is, moet er een blokkeringsysteem voorzien worden zodat het onmogelijk is per ongeluk of onbevoegd de aansluiting tot stand te brengen. 2.2) Elektrische aansluitingen • Volg nauwgezet de aansluitingen zoals die voorzien zijn; doe in geval van twijfel GEEN vruchteloze pogingen, maar raadpleeg de daarvoor bestemde gespecificeerde technische bladen die ook op de site: www.niceforyou.com beschikbaar zijn. Een verkeerd uitgevoerde aansluiting kan ernstige schade aan de besturingseenheid veroorzaken. • De besturingseenheden TT2L en TT2D voorzien geen enkele bescherming tegen overbelasting of kortsluiting op de uitgangen. Op de leiding van de stroomtoevoer dient een beveiliging aangebracht te worden die adequaat is voor de belasting; als er bijvoorbeeld een zekering gebruikt wordt, zal de maximale waarde daarvan 5 A bedragen voor een weerstandsbelasting van 230 V of een maximale waarde van 3,15A in alle andere gevallen (inductieve belasting of 120V). TT2D TT2L 1 2 3 4 5 6 - + P/B L N P/B L N ON-OFF ON-OFF 1 2 3 4 5 6 ZEKERING FUSIBILE L N 3a 3b ZEKERING FUSIBILE L N 2.2.1) Elektrische aansluiting van het apparaat NL Bij de besturingseenheid TT2L moet de te bedienen inrichting op de klemmetjes 2-3 worden aangesloten; de inrichting wordt rechtstreeks door de besturingseenheid van stroom voorzien. Een voorbeeld van een schema voor gebruikt van de besturingseenheid TT2D vindt u op afbeelding 4a, waar C1 een verdeelkop in de installatie en buiten TT2D om laat zien en C2 het contact van TT2D. Afbeelding 4b laat de aansluitingen zien die met het schema op afbeelding 4a overeenkomen. TT2D C2 1 2 3 4 5 6 C2 ON-OFF P/B L N C1 L N C1 ZEKERING FUSIBILE L 4a 4b N Sluit niet meer dan één motor per besturingseenheid aan. 51 2.2.2) Stroomvoorziening De stroomvoorziening naar de besturingseenheid moet via de klemmetjes 5-6 (Fase, Nulleider) tot stand komen. De besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen zowel op een spanning van 120 als 230 V werken en een frequentie van 50 of 60 Hz. 2.2.3) Ingang voor contact On-Off De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn ontworpen om op een contact voor handmatige bediening van het type On-Off te worden aangesloten. Het contact dient tussen fase (L) en het klemmetje 4 te worden aangesloten zoals dat op de afbeeldingen 3a en 3b is te zien. U kunt zowel een schakelaar als een knop gebruiken. De functionering is als volgt: Als het contact korter dan 1 seconde gesloten blijft, vindt bediening alleen bij sluiting van het contact plaats; als het contact langer dan 1 seconde gesloten blijft, vindt bediening zowel bij sluiting als bij opening van het contact plaats. Op het contact staat netspanning; dus moet het adequaat geïsoleerd en beschermd worden. 3) Programmering Voordat een zender de besturingseenheden TT2L en TT2D kan bedienen dient u de fase van geheugenopslag uit te voeren zoals die in tabel A1 is aangegeven. Geheugenopslag en programmering kunnen worden uitgevoerd met behulp van de zenders (paragraaf 3.1) of rechtstreeks via de programmeerknop (paragraaf 3.2). 3.1) Programmering via de zenders • In dit hoofdstuk wordt de geheugenopslag in Modus I beschreven die geschikt is om één enkele inrichting via de 2 toetsen op de zenders aan te sturen. In hoofdstuk 4.2. wordt geheugenopslag in Modus II beschreven die geschikt is om een inrichting met één enkele toets aan te sturen; daarmee blijven de andere toetsen vrij om andere inrichtingen aan te sturen. • Bij de geheugenopslag zijn alle sequenties tijdgebonden, dat wil zeggen dat zij binnen het geplande tijdsbestek moeten worden uitgevoerd. • Bij zenders die meerdere “groepen” voorzien, dient u voordat u met de geheugenopslag gaat beginnen, eerst de groep te kiezen waaraan de besturingseenheid gekoppeld moet worden. • Draadloze programmering kan plaatsvinden in alle ontvangers die zich binnen het bereik van de zender bevinden; het is dus raadzaam alleen die inrichting van stroom te voorzien die voor ons van belang is. • Voor elke zender worden 2 toetsen gebruikt: Toets 1 = On en toets 2 = Off. Bij de zenders met 4 toetsen kunnen de vrij gebleven toetsen worden gebruikt om een andere besturingseenheid aan te sturen: toets 3 = On en toets 4 = Off. • Bij de besturingseenheid TT2L komt de instructie On overeen met apparaat aan, terwijl de instructie Off overeenkomt met apparaat uit. Bij de besturingseenheid TT2D komt de instructie On overeen met de gesloten schakelaar tussen de klemmetjes 2 en 3, terwijl de instructie Off overeenkomt met gesloten schakelaar tussen de klemmetjes 1 en 2. Het is mogelijk te controleren of er reeds zenders in het geheugen van de besturingseenheid TT2N zijn opgeslagen; hiertoe behoeft u alleen maar te controleren hoeveel en op welke manier de led knippert bij het aanzetten van de besturingseenheid. Controle van de in het geheugen opgeslagen zenders 2 langdurige knipperingen (in totaal 1,5s) 2 kortstondige knipperingen (in totaal 0,4s) Geen enkele zender in het geheugen opgeslagen Er zijn reeds zenders in het geheugen opgeslagen Wanneer er geen enkele zender in het geheugen is opgeslagen kunt u met de geheugenopslag van de eerste beginnen, en wel met de volgende stappen. Tabel “A1” Geheugenopslag van de eerste zender (in Modus I) 1. Sluit de besturingseenheid op het elektriciteitsnet aan; u zult 2 langdurige knipperingen zien. 2. Druk binnen 5 seconden op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de te bewaren zender en houd die ingedrukt (tenminste 3 seconden). Laat de toets los bij de eerste van de 3 knipperingen die geheugenopslag bevestigen. 3. Voorbeeld 3s Wanneer er al één of meer zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders opslaan, en wel met de volgende stappen. Tabel “A2” 1. Geheugenopslag van andere zenders (in Modus I) Voorbeeld Druk op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender en houd die ingedrukt Nieuwe 5s (tenminste 5 seconden) tot u een langdurige knippering ziet; laat daarna de toets los ■. 2. Druk 3 maal langzaam op de toets van een oude en reeds in het geheugen opgeslagen Oude X3 zender. 3. Druk nogmaals op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender, laat de toets los bij Nieuwe de eerste van de 3 langdurige knipperingen die de geheugenopslag bevestigen. N.B. Als het geheugen vol is (30 bewaarde zenders), zult u 6 langdurige knipperingen zien en zal de zender niet in het geheugen kunnen worden opgeslagen. 52 3.2) Programmering met de programmeerknop Voor het bewaren van een zender via de programmeerknop dient u de volgende stappen te verrichten. Tabel “A3” Geheugenopslag van een zender (in Modus I) Voorbeeld 1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden). 2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden. 4s 3. Druk binnen 10 seconden tenminste 3 seconden lang op een willekeurige de toets 1 of 2 3s (of 3 of 4) van de te bewaren zender. 4. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 3 langdurige knipperingen geven. N.B. Als er nog meer zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen, dient u punt 3 binnen 10 seconden te herhalen; de fase van geheugenopslag wordt beëindigd als er binnen 10 seconden geen nieuwe te bewaren zenders worden ontvangen. Indien het nodig mocht zijn geheugenopslag en programmering te wissen, kunt u de volgende stappen verrichten. Tabel “A4” Wissen van het geheugen Voorbeeld 1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt. 2. Wacht tot de led gaat branden, wacht daarna tot hij uit gaat en vervolgens tot hij gaat knipperen. Laat de knop precies bij de derde knippering los om alleen de in het geheugen opgeslagen zenders te wissen, of bij de vijfde knippering om het gehele geheugen te wissen. Se Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 5 knipperingen geven. 3. 4. ( ) 4) Nadere details De besturingseenheden TT2L en TT2D herkennen naast de zenders uit de serie FLO2R, VERY VR of NICEWAY andere door Nice vervaardigde typen zenders (paragraaf 4.1 Bruikbare zenders). Bovendien is het via passende procedures voor geheugenopslag van de zenders ook mogelijk aan elke toets van de zender een speciale instructie te koppelen (hoofdstukken 4.2.1 Modus I en 4.2.2 Modus II). 4.1) Bruikbare zenders In de tabel A5 zijn de zenders met het bijbehorende coderingtype aangegeven die met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen worden gebruikt. NL Tabel “A5” Codering Zenders ERGO1 - ERGO4 - ERGO6 PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME FLOR Rolling code FLO1R - FLO2R - FLO4R NICEWAY VERY VR SMILO Rolling code SM2 - SM4 FLO1 - FLO2 - FLO4 FLO Fixed code VERY VE ERGO FLO4R PLANO VERY NICEWAY SM4 SM2 Omdat codering voor elke zender anders is en de besturingseenheid ze niet tegelijk kan herkennen, bepaalt de eerste zender die in het geheugen wordt opgeslagen, het type codering en daarmee de zenders die daarna kunnen worden bewaard. Als u na geheugenopslag van de eerste zender van type zenders wilt veranderen, dient u alle zenders te wissen (tabel A4). Het is mogelijk het type codering te controleren door het aantal knipperingen van de led op het moment van inschakeling te tellen. Knipperingen van de led Type codering van de in het geheugen opgeslagen zenders 1 kortstondige knippering (in totaal 0,2s) Zenders met codering FLO 2 kortstondige knipperingen (in totaal 0,4s) Zenders met codering FLOR 3 kortstondige knipperingen (in totaal 0,6s) Zenders met codering SMILO 2 langdurige knipperingen (in totaal 1,5s) Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen) 4.2) Geheugenopslag van de zenders in Modus I en Modus II In de tabellen A1, A2 en A3 is de geheugenopslag van zenders in Modus I beschreven waar op elke zender 2 toetsen in koppel worden gebruikt: 1-2 of 3-4. In de besturingseenheden TT2L en TT2D kunnen de zenders ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus biedt een grotere flexibiliteit voor wat betreft het gebruik van de toetsen op de zenders. Op één en dezelfde besturingseenheid kunnen er zenders zowel in Modus I als in Modus II worden opgeslagen. 53 4.2.1) Modus I Bij Modus I is de instructie vast aan de toetsen op de zender gekoppeld (tabel A6). In Modus I wordt voor elke zender één enkele fase van geheugenopslag uitgevoerd en wordt er één enkele plaats in het geheugen ingenomen. Voor elke zender worden 2 toetsen gebruikt: toets 1 = On en toets 2 = Off. Bij de zenders met 4 toetsen kunnen de vrij gebleven toetsen worden gebruikt om een andere besturingseenheid aan te sturen: toets 3 = On en toets 4 = Off. Bij geheugenopslag in Modus I is het van geen enkel belang op welke toets (toets 1 of toets 2) op de zender wordt gedrukt. Als u beschikt over zenders met de toetsen ▲, ■, ▼ (Omhoog-StopTabel “A6”: geheugenopslag in Modus II Omlaag) die in modus I in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u voor Toets Instructie elk daarvan de instructie Off aan de toets ▼ koppelen. Op deze Toets 1 of ▲ On manier is het mogelijk de door de zenders, zoals bijvoorbeeld Toets 2 of ■ Off PLANO TIME, voorziene gebeurtenissen gemakkelijk te gebruiken. Toets 3 On Met de toets ▲ komt de instructie On overeen, terwijl de toets ■ de Toets 4 Off instructie Off zal blijven doorzenden. Om deze functie vrij te geven dient de zender in modus I in het geheugen te zijn opgeslagen en zal alleen op de zender in kwestie worden toegepast; voer eventueel voor elke zender de programmering opnieuw uit. Tabel “A7” Functie On-Off met ▲ ▼ Voorbeeld Druk op de toets ■ van de reeds in modus I in het geheugen opgeslagen zender en houd die ingedrukt tot u (na ongeveer 5 seconden) een langdurige knippering ziet; laat daarna de toets los. 2. Druk binnen 3 seconden tegelijk op de 2 toetsen ▲ ▼ en houd die ongeveer 5 seconden ingedrukt totdat 3 langdurige knipperingen zullen signaleren dat de functie is geprogrammeerd. N.B. Als u de functie wilt uitsluiten, herhaalt u de procedure vanaf punt 1. 1. 5s 5s 4.2.2) Modus II Bij Modus II is het mogelijk aan elke toets op de zender één van de 4 mogelijke instructies te koppelen (tabel A8); het is bijvoorbeeld mogelijk met een enkele opgeslagen toets voor de instructie On-Off een besturingseenheid te bedienen terwijl de andere toetsen voor het bedienen van andere besturingseenheden vrij blijven. Bij Modus II wordt er een fase van geheugenopslag voor elke toets uitgevoerd en elke toets neemt een plaats in het geheugen in beslag. Bij opslag in Modus II wordt de ingedrukte toets in het geheugen opgeslagen. Indien u aan een andere toets van dezelfde zender een andere instructie wilt koppelen is er een nieuwe fase voor geheugenopslag nodig. Tabel “A8”: geheugenopslag in Modus II N° 1 2 3 4 Instructie On-Off Iemand aanwezig Timer1 Timer2 4.2.3) Voorbeeld van gemengde geheugenopslag in Modus I en Modus II Door handig gebruik te maken van geheugenopslag in Modus I en in Modus II is het mogelijk instructiegroepen aan te maken zoals u kunt zien op het voorbeeld van afbeelding 5. Het voorbeeld heeft betrekking op automatiseringen maar u kunt dit wijzigen voor het in- en uitschakelen van elektrische inrichtingen. • De zender T1 (Ergo1) die in Modus I op A1 en A2 is opgeslagen, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar omlaag tegelijk zowel op A1 als A2 aan. • De zender T2 (Plano1) die in Modus I alleen Op A3 is opgeslagen, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar omlaag alleen op A3 aan. • De zender T3 (Planotime) die in Modus I alleen Op A4 is opgeslagen, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar omlaag alleen op A4 aan. • De zender T4 (WM001C) die in Modus II (Stap-voor-Stap) is opgeslagen, stuurt alleen A4 aan. • De zender T5 (WM003G) die in Modus I is opgeslagen om met groep 1 op A1 en A2 aan te sturen, met groep 2 op A3 en met groep 3 op A4, stuurt de manoeuvre naar omhoog, de stop of de manoeuvre naar omlaag van A1 en A2, A3 of A4 aan. • De zender T6 (Flo4R) die in Modus II op A4 (toetsen 1 en 3) op A5 5 (toets 2) en op A6 (toets 4) is opgeslagen, stuurt de manoeuvre naar omhoog en naar omlaag van A4 aan, of het openen van de garagedeur A5 of de opening van de automatische poort A6. • Met een in Modus II opgeslagen zender is het niet mogelijk bepaalde functies te programmeren als er bij deze programmering op verschillende toetsen moet worden gedrukt, zoals bijvoorbeeld op toets ■ en toets ▲. • Met een in Modus II opgeslagen zender is het niet mogelijk instructies voor “meervoudige groep” te gebruiken. 54 Om een zender in Modus II in het geheugen op te slaan dient u wanneer er een programmeerknop is, de volgende stappen te verrichten. Tabel “A9” Geheugenopslag in modus II met de programmeerknop Voorbeeld 1. Druk zoveel maal op de programmeerknop als het getal dat bij de gewenste instructie 1-4 hoort… (1 = On-Off, 2 = Iemand aanwezig, 3 = Timer 1, 4 = Timer 2). 2. Controleer dat de led zoveel malen langdurig knippert als het getal voor de gewenste 1-4 instructie. 3. Druk binnen 10 seconden tenminste 3 seconden lang op de gewenste toets van de te 3s bewaren zender. 4. Als de geheugenopslag tot een goed einde is gebracht, zal de led 3 langdurige knipperingen geven. N.B. Als er nog meer zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen, dient u voor de op punt 1 geselecteerde instructie punt 3 binnen 10 seconden te herhalen; als de te koppelen instructie daarentegen een andere is dient u punt 1 te herhalen; de fase van geheugenopslag wordt beëindigd als er binnen 10 seconden geen nieuwe te bewaren zenders worden ontvangen. Het is mogelijk een nieuwe zender heel eenvoudig in het geheugen op te slaan waarbij de kenmerken van de oude zender gehandhaafd blijven. De op die manier opgeslagen nieuwe zender zal de kenmerken van de oude erven, ofwel als de oude in Modus I was opgeslagen, zal de nieuwe ook in Modus I werken; als de oude in Modus II was opgeslagen, zal de toets van de nieuwe zender aan dezelfde instructie van de oude worden gekoppeld. Voor de geheugenopslag dient u de volgende stappen te verrichten. Tabel “A10” 1. 2. 3. 4. Geheugenopslag van verdere zenders met een reeds in het geheugen opgeslagen zender Druk op de te bewaren toets van de nieuwe zender en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los. Druk op de reeds bewaarde toets van de oude zender en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los. Druk op de te bewaren toets van de nieuwe zender en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los. Druk op de reeds bewaarde toets van de oude zender en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt, laat daarna de toets los. Voorbeeld Nieuwe 3s Oude 3s Nieuwe 3s Oude 3s 4.3) Timers Met de besturingseenheden TT2L en TT2D kunt u 2 onafhankelijke timers programmeren. Timer 1 en Timer 2 om de aangesloten inrichting na een vastgestelde tijd automatisch in- en uit te schakelen. Bij elke instructie wordt de vastgestelde tijd opnieuw geladen. Het is mogelijk uitschakeling te vervroegen door de instructie Timer langder dan 3 seconden geactiveerd te houden of door een instructie Off te verzenden. In de fabriek of nadat het geheugen helemaal is gewist zijn de tijden voor de 2 timers: Timer1 = 1 minuut en Timer2 = 10 minuten. U kunt de inschakelingstijd instellen met een minimum van 1 seconde tot een maximum van 9 uur. Om de timers te kunnen programmeren dient u een in Modus II in het geheugen opgeslagen zender te hebben dat de timer in kwestie kan aansturen. Voor de geheugenopslag dient u de volgende stappen te verrichten. Tabel “A11” 1. 2. 3. 4. Programmering timers met een zender in Modus I NL Voorbeeld Druk op de toets van de zender die betrekking heeft op de te programmeren timer en houd die ingedrukt; het relais wordt geactiveerd (On). Houd diezelfde toets steeds ingedrukt; na ongeveer 3 seconden zal het relais worden gedeactiveerd (Off). Blijf nog steeds drukken op diezelfde toets totdat het relais opnieuw wordt geactiveerd (na ongeveer 8 seconden); vanaf dat moment begint het aftellen van de tijd. Laat de toets los. Wanneer de tijd is verstreken die u wilt programmeren, drukt u op een toets van een in het geheugen van de besturingseenheid opgeslagen zender om het tellen van de tijd te stoppen en het relais te deactiveren; 3 langdurige knipperingen zullen aangeven dat de tijd in het geheugen is opgeslagen; daarna zullen er 1 of 2 kortstondige knipperingen zijn die aangeven dat de programmering betrekking heeft op de Timer1 of Timer 2. 3s 8s 1-2 Indien het noodzakelijk is dat de timers langer dan 1h duren, is het raadzaam de snelle programmering hieronder uit te voeren. Bij de snelle programmering wordt de tijd op de volgende manier geteld: 1s = 1min, 1min = 1h (b.v.: duur programmering = 3min 45 s; activering inrichting = 3h 45min). Tabel “A12” Snelle programmering van de timers met de programmeerknop 1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt. 2. Wacht tot de led gaat branden, wacht daarna tot hij uit gaat en vervolgens tot hij gaat knipperen. Laat de knop precies bij de eerste (Timer1) of de tweede (Timer2) langdurige knipperling los; het relais wordt geactiveerd en het tellen begint. Wanneer de tijd is verstreken die u wilt programmeren, drukt u op de knop ● en houd die 1 seconde ingedrukt om het tellen van de tijd te stoppen en het relais te deactiveren; laat de knop bij de eerste van de 3 langdurige knipperingen los die aangeven dat de tijd in het geheugen is opgeslagen; daarna zullen er 1 of 2 kortstondige knipperingen zijn die aangeven dat de programmering betrekking heeft op de Timer1 of Timer2. 3. 4. Voorbeeld ( ) 1s 1-2 55 4.4) Blokkering van het geheugen Het is desgewenst mogelijk, bijvoorbeeld in verband met een grotere veiligheid, geheugenopslag van nieuwe zenders te blokkeren. Om te controleren of blokkering niet actief is (geheugenopslag vrij) of blokkering actief is neemt u de volgende stappen. Tabel “A13” Controle van blokkering van geheugenopslag van nieuwe zenders 1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden). 2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden. 3. Wacht ongeveer 10 seconden om daarna goed te kijken naar de 2 knipperingen van de led: - als er twee knipperingen zijn die even lang duren is er geen blokkering voor geheugenopslag; - als de 2de knippering langer duurt dan de eerste is er een blokkering voor geheugenopslag. Voorbeeld 4s 10s Om geheugenopslag te blokkeren of om de blokkering op te heffen volgt u de stappen uit de volgende tabel. De te volgende stappen zijn zowel voor blokkering als deblokkering van geheugenopslag gelijk; de eerste keer blokkeert u, daarna verwijdert u de blokkering en zo verder. Tabel “A14” Blokkering of deblokkering van geheugenopslag voor nieuwe zenders 1. Druk op de programmeerknop en houd die ingedrukt (tenminste 4 seconden). 2. Laat de programmeerknop los wanneer de led gaat branden. 3. Wacht dat de led uit gaat, wacht vervolgens dat hij 2 maal gaat knipperen. 4. Druk op de knop en laat hem los precies bij de tweede knippering los. 5. Er volgen nu 2 knipperingen: - als de 2de langer duurt dan de 1ste betekent dit dat blokkering actief is; Voorbeeld 4s 10s ( ) - als ze even lang duren is deblokkering actief. 5) Afvalverwerking Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmantelingswerkzaamheden door gekwalificeerde technici te worden uitgevoerd. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen, waarvan sommige opnieuw gebruikt kunnen worden, terwijl andere als afval verwerkt dienen te worden. Win inlichtingen in over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in en houd u aan de plaatselijk voor dit soort producten van kracht zijnde voorschriften. Sommige onderdelen van het product zouden vervuilende stoffen kunnen bevatten: indien die in het milieu zouden verdwijnen, zouden ze schadelijke gevolgenvoor het milieu en de menselijke gezondheid 6) Wat te doen als…. 6 ofwel een kleine gids als er iets niet functioneert! Nadat de module onder spanning is gezet, ziet u geen enkele knippering en de zenders geven geen instructie door. Controleer of de stroomvoorziening naar de module in orde is: tussen de klemmetjes 5-6 moet er netstroom aanwezig zijn. Als de stroomvoorziening in orde is, is het zeer waarschijnlijk dat er een ernstig defect is en de module moet worden vervangen. Het externe contact activeert de inrichting niet. Controleer de elektrische aansluiting van het contact: tussen de ingang van het contact en het klemmetje 4 moet bij open contact netstroom aanwezig zijn. Na een instructie via radio ziet u 6 kortstondige knipperingen en de inrichting wordt niet geactiveerd. De zender is niet gesynchroniseerd; u moet opnieuw de geheugenopslag van de zender uitvoeren. 56 kunnen opleveren Zoals dat door het symbool op afbeelding 6 is aangegeven, is het verboden dit product met het gewone huisafval weg te gooien. Scheid uw afval voor verwerking op een manier zoals die in de plaatselijke regelgeving is voorzien of lever het product bij uw leverancier in, wanneer u een nieuw gelijksoortig product koopt. De plaatselijke regelgeving kan in zware straffen voorzien in geval van illegale dumping van dit product. Na een instructie ziet u 10 knipperingen, daarna wordt de inrichting geactiveerd. De zelfdiagnose van de parameters in het geheugen heeft enkele anomalieën geconstateerd. In dit geval dient u het geheugen helemaal te wissen, de zenders opnieuw in het geheugen op te slaan en de duur van de timers te programmeren. Het is niet mogelijk de timers volgens de procedure van tabel A11 te programmeren. Het is niet mogelijk tijdsduur van de timers te programmeren met zenders die in modus II in het geheugen op te slaan; controleer of de zender in Modus I in het geheugen is opgeslagen. Het is niet mogelijk een zender in het geheugen op te slaan. Controleer het aantal knipperingen van de led tijdens de procedure van geheugenopslag; 6 langdurige knipperingen geven aan dat het geheugen vol is; 2 knipperingen, waarbij de tweede langer is dan de eerste, geven aan dat blokkering voor geheugenopslag van de zenders actief is. 7) Technische gegevens N.B. Alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C. Besturingseenheden TT2L en TT2D Stroomvoorziening Maximumvermogen inrichting Werkingstemperatuur Afmetingen / gewicht Beschermingsklasse Timers 120 of 230 Vac, 50/60Hz, grenswaarden: 100÷255 Vac 1000W/500VA voor Vn = 230V, 600W/600VA voor Vn = 120V -20÷55°C 40 x 18 x 32 / 20 g IP20 (box intact) 1 s÷9 h (fabrieksinstelling Timer1=1 min, Timer2=10 min) Radio-ontvanger Frequentie 433.92 MHz Codering FLO (vaste code), FLOR (rollingcode), SMILO (rollingcode) Aantal zenders dat in het geheugen kan worden opgeslagen 30 Bereik van de zenders Geschat op 150 m in het vrije veld en 20 m binnen gebouwen (*) (*) Het bereik van de zenders wordt sterk beïnvloed door andere inrichtingen die op dezelfde frequentie met voortdurende overdracht werken. Dit kunnen bijvoorbeeld alarmen en draadloze koptelefoons zijn die interferentie veroorzaken met de ontvanger van de besturingseenheid. Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt Nice S.p.A. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming echter gehandhaafd blijven. Verklaring van overeenstemming Nr. 248/TT2L-D Herz. 0 Naam fabrikant: Adres: Nice S.p.A. Via Pezza Alta 13, 31046 Z.I: Rustignè, Oderzo (TV) Italië Type: Model: module aansturing lichten en verdeelkop voor inbouw. TT2L, TT2D. Ondergetekende Lauro Buoro in diens hoedanigheid van Gedelegeerd Bestuurder verklaart onder diens verantwoordelijkheid dat het product: TT2L TT2D in overeenstemming is met wat in onderstaande communautaire richtlijn voorzien is: NL • 1999/5/EG; RICHTLIJN 1999/5/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 1999 inzake radio-apparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 300220- 3 V1.1.1:2000. en bovendien in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende communautaire richtlijnen, zoals die gewijzigd zijn bij de Richtlijn 93/68/ EEG van de Raad van 22 juli 1993: • 73/23/EEG RICHTLIJN 73/23/EEG VAN DE RAAD van 19 februari 1973 inzake harmonisering van de verschillende wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot elektrisch materiaal dat binnen bepaalde spanningslimieten gebruikt moet worden. Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 50371:2002, EN 60730-1:2000+A11:2002, EN 60730-2-1:1997+A11:2005. • 89/336/EEG; RICHTLIJN 89/336/EEG VAN DE RAAD van 3 mei 1989 inzake harmonisering van de verschillende wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit. Volgens de volgende geharmoniseerde normen EN 301 489-1:2004, EN 301 489-3:2002. 30 mei 2006 Gedelegeerd Bestuurder Lauro Buoro 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Nice TT2L de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor