Chamberlain ML1000EV, ML700EV de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Montage- und Bedienungsanleitung für Garagentorantriebe COMFORT, PREMIUM
Assembly- and operating instructions for Garage Door Opener COMFORT, PREMIUM
Notice de montage et de commande pour entraînements de portes de garage COMFORT, PREMIUM
Montage- en bedieningshandleiding voor garagepoortaandrijvingen COMFORT, PREMIUM
Monterings- og betjeningsvejledning for garageportautomatik COMFORT, PREMIUM
Monterings- og bruksanvisning for garasjeportmotorer COMFORT, PREMIUM
Monterings- och driftinstruktioner för garageportsöppnare COMFORT, PREMIUM
Instrukcja montażu i obsługi napędów bram garażowych COMFORT, PREMIUM
Návod na montáž a obsluhu pro pohony garážových vrat COMFORT, PREMIUM
Navodila za montažo in upravljanje pogona garažnih vrat COMFORT, PREMIUM
Istruzioni d'uso e di montaggio per gli automatismi delle porte garage modello COMFORT, PREMIUM
Manual de montagem e de instruções para acionamentos de portões COMFORT, PREMIUM
Instrucciones de montaje y manejo para accionamientos de puertas de garaje COMFORT, PREMIUM
Szerelési és használati útmutató COMFORT, PREMIUM garázsajtó-hajtószerkezetekhez
Asennus- ja käyttöohje autotallinoven käyttölaitteille COMFORT, PREMIUM
Návod na montáž a obsluhu pre pohony garážovej brány COMFORT, PREMIUM
Руководство по монтажу и эксплуатации на приводы гаражных ворот COMFORT, PREMIUM
Upute za montažu i uporabu pogona za garažna vrata COMFORT, PREMIUM
Instrucţiuni de montaj þi utilizare pentru sistem de acţionare pentru porţi de garaj COMFORT, PREMIUM
Uppsetningar- og notkunarleiðbeiningar fyrir COMFORT, PREMIUM bílskúrshurðaopnara
de
en
fr
nl
no
sv
pl
cs
sl
it
pt
es
hu
fi
sk
rus
hr
ro
is
®
da
1 Algemene veiligheidsrichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
2 Gebruiksbestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
3 Geleverd pakket . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
4 Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
5 Vooraleer u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
6 Poorttypes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
6.1 Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
7 Benodigde gereedschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
8 Montage van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
9 Rail monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
10 Tandriem spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
11 Rail op de aandrijving monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
12 Inbouw van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
12.1 Midden van de garagepoort bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
13 Lateibevestiging monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
14 Aandrijving op de latei bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
15 Poortaandrijving ophangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
16 Poortbevestiging monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
17 Poortarm op de loopwagen bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
18 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
19 Verlicht wandtoestel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
20 Installatie van een foto-elektrische beveiliging . . . . . . . . . . . . . .5
21 Aandrijfeenheid aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
22 Poort instellen en testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
23 Instelling van de eindschakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
24 Automatische veiligheidsterugloop testen . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
25 Programmeren van de afstandsbediening /
van het draadloze wandtoestel (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
26 Speciale uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-7
27 Bediening van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
28 Informatieborden bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
29 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
30 Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
30.1 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
30.2 Batterijen van de handzender vervangen . . . . . . . . . . . . . . . .9
31 Aandrijvingsverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
32 Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
33 Vaak gestelde vragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-10
Diagnosetabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11-12
34 Optionele accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
35 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
36 Vervangstukken / garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
37 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
nl 01/13
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Vooraleer u met de montage begint:
Lees de gebruiksaanwijzingen en vooral de volgende veiligheidsrichtlijnen. Bewaar deze handleiding om ze later te kunnen raadplegen en geef ze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
De volgende symbolen staan voor waarschuwingen om lichamelijke letsels of materiële schade te vermijden. Lees deze waarschuwingen aandachtig.
Belangrijke veiligheidsinstructies
De poortaandrijving is uiteraard voorzien en gecontroleerd op een veilige bedienbaarheid; deze kan echter enkel worden gewaarborgd,
wanneer bij de installatie en bediening de hierna vermelde veiligheidsrichtlijnen nauwkeurig worden opgevolgd.
OPGEPAST
Letselschade of materiële schade
OPGEPAST
Gevaar door elektrische stroom of spanning
1
BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS!
WAARSCHUWING!
- De poort moet uitgebalanceerd zijn. Niet bewegende of vastzittende poorten
moeten worden gerepareerd. Garagepoorten, poortveren, kabels, platen,
bevestigingen en rails staan dan onder extreme spanning, wat tot zware ver-
wondingen kan leiden. Probeer de poort niet los te maken, te bewegen of te
richten, maar neem contact op met een onderhoudsdienst of poortspecialist.
- Bij de installatie of het onderhoud van een poortaandrijving mogen geen sier-
aden, horloges of losse kleding gedragen worden.
- Om zware verwondingen als gevolg van verwikkelingen te vermijden, moeten
alle op de poort aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de poor-
taandrijving worden gedemonteerd.
- Bij installatie en elektrische aansluiting moeten de ter plaatse geldende bouw-
en elektrische voorschriften worden nageleefd.
Dit toestel voldoet aan beschermingsklasse 2 en heeft geen aarding
nodig.
- Om schade aan bijzonder lichte poorten (bijv. glasvezel-, aluminium- of
staalpoorten) te vermijden, moet een gepaste versteviging worden aange-
bracht. Neem hiervoor contact op met de fabrikant van de poort.
- De automatische veiligheidsterugloop moet aan een test worden onderworpen.
Bij contact met een op de grond liggende hindernis met een hoogte van 50 mm
MOET de garagepoort omkeren. Een verkeerde instelling van de poortaandrijv-
ing kan tot zware lichamelijke letsels leiden als gevolg van een sluitende poort.
De test één keer per maand herhalen en eventueel nodige wijzigingen aanbren-
gen.
- Deze installatie mag niet worden geïnstalleerd in vochtige of natte
ruimtes.
- Tijdens het bedrijf mag de poort in geen enkel geval openbare door-
gangswegen belemmeren.
- Om alle bedieningspersonen te herinneren aan de veilige bedienings
wijze, moet naast de verlichte drukknop het waarschuwingsbord voor de
bescherming van kinderen worden aangebracht. De waarschu-wingsborden
tegen het knellen moeten duidelijk zichtbaar aangebracht worden.
- Om te voorkomen dat kinderen met de installatie spelen, mag u ze niet
uit het oog verliezen.
- Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring en / of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van een
persoon die voor hun veiligheid bevoegd is of wanneer ze (van deze persoon)
instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat.
- Om te vermijden dat de poort wordt beschadigd, moeten alle aanwezige
blokkeringen / sloten worden uitgeschakeld.
- Eventueel geïnstalleerde bedieningsinrichtingen MOETEN in het zicht van de
poort en buiten het bereik van kinderen worden geïnstalleerd.
Toetsen of draadloze sturingen mogen niet door kinderen worden bediend.
Verkeerd gebruik van de poortaandrijving kan tot zware verwondingen leiden.
- De poortaandrijving mag ENKEL worden bediend, wanneer de bedieningsper-
soon een goed zicht heeft op de poort en de omgeving, wanneerdeze vrij van
hindernissen is en de poortaandrijving correct is ingesteld. Niemand mag door
de poort gaan, zolang ze in beweging is. Laat geen spelende kinderen toe in
de omgeving van de poort.
- Manuele ontgrendeling enkel om de loopwagen van de aandrijving te schei-
den en – indien mogelijk – ENKEL met gesloten poort gebruiken.
De rode handgreep niet gebruiken om de poort op te trekken of neer te laten.
- Vooraleer er herstellingen worden uitgevoerd of afdekkingen worden
verwijderd moet de poortaandrijving van de stroomvoorziening worden gekop-
peld.
- Dit product beschikt over een trafo met speciale kabel. In geval van schade
MOET deze door een erkende dealer worden vervangen door een originele
trafo.
- Bij het bedienen van de noodontgrendeling kan de poort ongecontroleerde
bewegingen maken, wanneer veren zwak of gebroken zijn of
wanneer de poort niet in evenwicht is.
- Breng de ontgrendelingsgreep voor de noodontgrendeling aan op een hoogte
van minstens 1,8 m.
Deze aanwijzingen dienen te worden bewaard.
Gebruiksbestemming
Het apparaat is bestemd voor het openen en sluiten van kantel- en sec-
tiepoorten voor privé-garages. Het apparaat is niet bestemd voor commer-
cieel gebruik, maar is uitsluitend bestemd voor gebruik in privé-garage-
poorten die voor een eenpersoonshuishouding bestemd, voorzien en
geschikt zijn. Elk ondoelmatig gebruik van de aandrijving houdt aanzienlijke
risico’s op ongevallen in. De fabrikant is niet aansprakelijk voor ondoelmatig
gebruik.
Geleverd pakket
Controleer vóór de installatie of alle onderdelen meegeleverd zijn.
Ter info: De nummering geldt enkel voor het bijbehorende hoofdstuk.
Productoverzicht
Deze afbeelding geeft u bij de stapsgewijze montage van de installatie altijd
een compleet overzicht van de volledig gemonteerde installatie.
Onderdelenoverzicht (aandrijf-
kop):
1. Aandrijfkop 1x
2. Handzender 2x
3. Railbevestiging 2x
4. Accessoirezakje 1x
Onderdelenoverzicht (rail):
5. Lateibevestiging (muur) 1x
6. Poortbevestiging 1x
7. Adapter voor drijfrondsel 1x
8. Gebogen poortarm 1x
9. Bevestigingsbeugel 2x
10. Ophangijzer 2x
11. Rail 1x
2
3
Vooraleer u begint
BELANGRIJKE AANWIJZING
Heeft uw garage geen zij-ingang, dan moet er een externe nood-
ontgrendeling worden geïnstalleerd. Daardoor kan de garagepoort bij
een stroomuitval van buiten handmatig bediend worden.
Poorttypen
A. Kantelpoort met alleen een horizontale geleiderail.
B. Kantelpoort met verticale en horizontale geleiderail – speciale poortarm
(E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem noodzakelijk.
Raadpleeg uw leverancier.
C. Sektionale poort – koppel de poortarm.
D. Schermpoort – speciale poortarm (E, The Chamberlain Arm™) en het
beveiligingssysteem noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier.
E. Speciale poortarm – The Chamberlain Arm™ voor gebruik op poorttypen
B en D.
4
5
6
nl 02/13
Voorbereiding
Controleer eerst of uw poort uitgebalanceerd en in evenwicht is.
Open de poort tot ongeveer halverwege en laat ze los.
De poort mag nu uit zichzelf nauwelijks van positie veranderen, maar
moet – enkel door de kracht van de veren tegengehouden – in deze positie
blijven staan.
1. De rail van de garagepoort MOET veilig en stabiel aan de dragende
wand of het plafond boven de garagepoort bevestigd worden.
2. Wanneer het plafond in uw garage bekleed, bekist e.d. is, zijn er
mogelijks bijkomende bevestigingen en bevestigingsrails nodig
(niet meegeleverd).
3. Heeft uw garage geen aparte zij-ingang, dan moet er een externe
noodontgrendeling worden geïnstalleerd.
Benodigde gereedschappen
6.1
7
Zak met
bevestigingsmateriaal:
1. platbolkopschroef
6 x 80 mm 1x
2. veiligheidsmoer M6 1x
3. zeskantschroef 4x
4. moer M6 4x
5. bout 1x
6. bevestigingspen 1x
7. schroef
ST6 x 50 mm 4x
8. schroef
ST6,3 x 18 mm 2x (4x)
9. plug 4x
1. lateibevestiging (muursteun)
2. tandriem
3. rail
4. loopwagen
5. verbindingsstuk
6. bevestigingsbeugel
7. ophangijzer
8. netsnoer
9. aandrijfkop
10. ontgrendeling
11. rechte trekstang
12. gebogen trekstang
13. poortbevestiging
Gereedschappenlijst:
ladder
markeringsstift
tang
boormachine
hamer
ratel / palwerk
metaalzaag
verschillende boren
(8, 6, 5, 4.5 mm)
ringsleutel
waterpas
schroevendraaier
meetlint
nl 03/13
Montage van de poortaandrijving
Belangrijke aanwijzingen voor een veilig montage.
Alle montageaanwijzingen volgen. Verkeerde montage
kan tot ernstige letsels leiden.
Rail monteren
De rail is grotendeels voorgemonteerd en bestaat uit 3 delen. In het
voorste gedeelte (A) bevinden zich de loopwagen, trekstang, ontgrende-
lingsgreep, keerrol alsook de lateibevestiging met riemspanner. In het
achterste gedeelte (B) bevinden zich de kooi voor de aandrijfas en het ket-
tingtandwiel. Het voorste en achterste railgedeelte achter elkaar leggen.
1. Verwijder kabelbinders die de riem vasthouden.
2. Trek de twee railstukken helemaal uit elkaar om een gat te maken voor
het middenstuk (C). Deze rail is zo ontworpen dat het middenstuk prob-
leemloos kan worden ingevoegd. De 2 verbindingsstukken (D) over de
naden van de railstukken schuiven tot aan de markeringen. Om de
verbindingsstukken vast te zetten de uitstekende gedeeltes met een
geschikt werktuig naar buiten buigenom het middenstuk te fixeren.
De montage van de rail is voltooid.
Riem spannen
De riem van de rail zo ver opspannen dat de veer (1) tot ongeveer halver-
wege wordt samengedrukt.
Deze moet kunnen veren terwijl de installatie in bedrijf is.
8
9
10
Rail op de aandrijving monteren
1. Controleren of de tandriem op het tandwiel zit. Als de tandriem er bij de
montage toch afgegleden is, de tandriem ontspannen, opleggen en
opnieuw opspannen.
2. De rail (1) omdraaien en met de tandwielzijde (2) helemaal op de
aandrijving (3) steken.
3. De rail met de twee bevestigingsbeugels (4) en de schroeven (5)
op de aandrijving bevestigen.
Optioneel:
Om de totale lengte met 140mm in te korten, kan de aandrijving 90°
gedraaid worden aangebracht, zoals geïllustreerd in afb. 11. Daardoor is
toegang en programmering vanaf de zijkant mogelijk. Verwijder daartoe
de schakelaar en monteer hem op de tweede bevestiging.
Verwijder de rubberen stop om de kabeluitgang af te dichten. Ga dan
verder met stap 3.
Daarmee is de montage van de poortaandrijving voltooid.
11
Inbouw van de poortaandrijving
Het midden van de garagepoort bepalen
Bij bovenhandse werken moet ter bescherming van de ogen een veilig-
heidsbril worden gedragen. Om te vermijden dat de poort wordt bescha-
digd, moeten alle aanwezige blokkeringen / sloten worden uitgeschakeld.
Om zware verwondingen te vermijden, moeten alle externe op de poort
aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de poortaandrijving
worden gedemonteerd. De poortaandrijving moet op een hoogte van min-
stens 2,10 m boven de grond worden geïnstalleerd.
Markeer vervolgens de middellijn van de poort (1). Trek vanuit dit punt een
lijn tot aan het plafond.
Voor de montage aan een plafond tekent u vanaf deze lijn een andere lijn
in het midden van het plafond (2) in een rechte hoek naar de poort.
Lengte ca. 2,80 m.
Lateibevestiging monteren
TIP: De afstand tussen het hoogste punt en het poortframe en de rail mag
maximaal 50 mm bedragen. Naargelang het poorttype gaat het poortframe
enkele cm omhoog, wanneer de poort wordt geopend.
A. Wandmontage:
Lateibevestiging (1) in het midden op de verticale middellijn (2) leggen;
daarbij ligt de onderste rand op de horizontale lijn. Alle gaten voor de
lateibevestiging markeren. Gaten voorboren met een diameter van
4,5 mm en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3).
TIP: In geval van montage op een betonbedekking / betonlatei moeten de
meegeleverde betonpluggen (4) en schroeven (3) worden gebruikt. Grootte
van de boorgaten bij beton: 8 mm.
B. Plafondmontage:
Verticale middellijn (2) doortrekken tot aan het plafond en ca. 200 mm
langs het plafond. Lateibevestiging (1) op de verticale markering tot op 150
mm van de wand in het midden aanbrengen. Alle gaten voor de lateibeves-
tiging markeren. Gaten boren met een diameter van 4,5 mm en de
lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3).
Aandrijving op de latei bevestigen
Het kan nodig zijn om de aandrijving tijdelijk hoger te leggen,
opdat de rail bij meerdelige poorten niet tegen de veren stoot.
De aandrijving moet daarbij ofwel goed gestut zijn (ladder) of
door een tweede persoon worden vastgehouden.
Aandrijfkop op garagevloer onder de lateibevestiging leggen. Rail
optillen tot de gaten van het bevestigingsstuk of de gaten van de
lateibevestiging over elkaar liggen.
De schroef (1) in de gaten steken en vastzetten met moer (2).
12
12.1
13
14
nl 04/13
Poortaandrijving ophangen
Poort helemaal openen, poortaandrijving op de poort leggen (afb. A).
Leg een stuk hout / karton onder de gemarkeerde plaats (X).
De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden.
Er zijn drie representieve installaties afgebeeld (afb. B). De uwe kan echter
nog anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd
worden om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij afgewerkte
plafonds een stevige metalen steun (niet bijgeleverd) op de garage-
constructie voordat u de opener installeert. Voor het monteren aan een
betonnen plafond de meegeleverde betonankers gebruiken (3).
Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de
draagconstructie (of plafond).
Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer
één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de
bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de
gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond).
Bevestig de steunen met houtschroeven (4) aan de steunen.
Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten en
moeren (5). Controleer of de rail precies midden boven de deur zit.
VERWIJDER de lat. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur
tegen de rail stoot, moet u de kopsteun hoger bevestigen.
Let er op dat de rail horizontaal langs het plafond loopt.
De afstand kan worden aangepast met de opgegeven
afstanden tussen de gaten. Uitstekende uiteinden van de
plafondbevestiging kunnen worden ingekort, indien nodig.
Poortbevestiging monteren
Inbouw bij sectionaalpoorten of eendelige poorten:
De poortbevestiging (1) beschikt over meerdere bevestigingsgaten.
De poortbevestiging moet in het midden bovenaan aan de binnenkant van
de poort liggen, zoals geïllustreerd. Gaten markeren en poortbevestiging
vastschroeven.
Montagehoogtes:
1. Eendelige poort of sectionaalpoort met één geleidingsrail:
afstand tot de bovenkant van de poort 0-100 mm.
2. Sectionaalpoort met twee geleidingsrails:
afstand tot de bovenkant van de poort 100-130 mm.
TER INFO:
Het bevestigingspunt aan de poort moet het frame of een stabiele plaats
op het poortpaneel zijn. Evt. te doorboren zoals geïllustreerd
in afb. B en vast te schroeven (schroeven niet meegeleverd).
15
16
Poortarm op de loopwagen bevestigen
De rechte poortarm is al voorgemonteerd. Door aan de rode greep te
trekken, wordt de loopwagen van de tandriem ontgrendeld en kan dan met
de hand bewogen worden.
ONTGRENDELEN:
1. De poort moet, indien mogelijk, volledig gesloten zijn.
2. Trek de rode noodontgrendelingsgreep naar onderen.
vergrendelen:
Het ontgrendelingsmechanisme voorkomt dat de loopwagen automatisch
weer wordt vergrendeld. Druk op de groene knop op de loopwagen en bij
de volgende poortbeweging wordt het systeem opnieuw vergrendeld.
Hang de ontgrendelingsgreep voor de noodontgrendeling op een
hoogte van minstens 1,80 m. Het gele informatiebord van de ont
grendeling (sticker) op de kabel van de handgreep bevestigen.
17
Elektrische aansluiting
Om risico’s voor personen en schade aan het toestel te vermijden,
mag de poortaandrijving pas worden bediend, wanneer hiervoor in
deze gebruiksaanwijzingen uitdrukkelijk de aanwijzing wordt
gegeven. De netstekker moet altijd vrij toegankelijk zijn om het
apparaat van het stroomnet te kunnen koppelen.
Verlicht wandtoestel monteren
Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar is, uit
de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen. Tenminste 1,5 m
boven de vloer monteren Door misbruik van de opener kan een bewe-
gende garagedeur ernstig letsel veroorzaken. Voorkom dat kinderen de
deurbediening of de afstandsbediening gebruiken.
Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee
aansluitingen (1). Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad.
Scheid de draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluiting
(RED) en de witte draad op de andere aansluiting (WHT) kan worden
aangesloten. Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met
de meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 5 mm en gebruik de
pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Een
goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van kinderen.
Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de
garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes (5) om de draad te
bevestigen. Sluit de beldraad aan op de aansluitingen.
Bediening van de deurbediening
Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om
de deur te stoppen terwijl deze beweegt.
19
18
nl 05/13
Installatie van een foto-elektrische
beveiliging
(optionele accessoires)
Na installatie en instelling van de poortaandrijving kan een foto-elektrische
beveiliging worden geïnstalleerd. De gebruiksaanwijzingen zijn ingesloten
bij de foto-elektrische beveiliging. Met de optionele foto-elektrische
beveiliging wordt gewaarborgd dat de poort open is of blijft, zodra er
zich personen, in het bijzonder kleine kinderen, in het poortbereik
bevinden. Met een foto-elektrische beveiliging wordt een sluitende poort
opgetrokken of een open poort open gehouden, wanneer een persoon in
het poortbereik de sensorstraal onderbreekt.
En foto-elektrische beveiliging is in het bijzonder aan te bevelen voor
gezinnen met kleine kinderen.
20
Aandrijfeenheid aansluiten
Poortaandrijving volgens de plaatselijk geldende richtlijnen en bepalingen
aansluiten op een reglementair geïnstalleerde veiligheidswandcontactdoos.
TIP: Als de aandrijving wordt ingeschakeld, wordt ook de aandrijvings-
verlichting kort ingeschakeld.
Poort instellen en testen
De poortaandrijving mag enkel worden bediend, wanneer
de bedieningspersoon een goed zicht heeft op de poort en
de omgeving, wanneer deze vrij van hindernissen is en de
poortaandrijving correct is ingesteld. Niemand mag door de poort gaan,
zolang ze in beweging is. Controleer voor de eerste ingebruikneming of alle
inrichtingen die niet nodig zijn buiten bedrijf gesteld zijn.
Verwijder alle montagehulpstukken en gereedschappen uit het zwenkbereik
van de poort.
22
21
Instellen van de eindposities
De eindposities zijn de posities waarin de poort stopt, wanneer ze naar
boven of onderen werd bewogen. Voer de volgende programmatiestappen
uit om de eindposities in te stellen.
De aandrijving is met twee snelheden uitgerust. De software van de aandri-
jving kiest bij het aanleren automatisch de juiste snelheid. Tuimelpoorten
en eendelige poorten lopen volgens de voorschriften automatisch in de
langzame snelheid. Poorten waarvan de loopweg korter dan 190 cm is,
lopen eveneens langzaam.
Inleiding:
Uw garagepoortopener is elektronisch zo ontworpen dat alle instellingen,
zoals het instellen van de eindposities OPEN en DICHT, eenvoudiger zijn.
Hierbij registreren besturingsapparaten automatisch de vereiste kracht die
de aandrijving nodig heeft om deze eindposities te bereiken.
TER INFO:
Bij elke hindernis tijdens het openen stopt de poort.
Bij elke hindernis tijdens het sluiten keert de richting van de poort om.
Breng ons een bezoekje op www.chamberlain.eu of scan de code op de
achterzijde van de handleiding met uw smartphone om een korte inleid-
ingsvideo van uw nieuwe garagepoortopener te bekijken.
23
PROGRAMMEERTOETSEN:
De programmeertoetsen bevinden zich onder de afneembare afdekking
aan de achterzijde van de aandrijving (zie afb. 24).
1. Druk op de rechter programmeertoets (tussen de OPEN en DICHT toets)
en houd ze ingedrukt tot de OPEN-toets begint te knipperen.
2. Druk nu op de OPEN-toets en houd ze ingedrukt tot de gewenste
eindpositie OPEN wordt bereikt.
TIP: Met de OPEN- en DICHT-toets kan de eindpositie zeer nauwkeurig
worden ingesteld of gecorrigeerd.
3. Zodra de poort zich in de gewenste eindpositie OPEN bevindt, drukt u
opnieuw op de rechthoekige programmeertoets.
De aandrijvingsverlichting knippert kort en de DICHT-toets begint nu te
knipperen.
4. Druk nu op de DICHT-toets en houd ze ingedrukt tot de gewenste eind-
positie DICHT wordt bereikt. Laat de poort niet te ver bewegen of de
rail naar boven buigen.
TIP: Met de OPEN- en DICHT-toets kan de eindpositie zeer nauwkeurig
worden ingesteld of gecorrigeerd.
5. Zodra de poort zich in de gewenste eindpositie DICHT bevindt, drukt u
opnieuw op de rechthoekige programmeertoets.
De aandrijvingsverlichting knippert kort en de OPEN-toets begint nu te
knipperen.
6. Druk kort op de OPEN-toets. Wanneer de poort de ingestelde eindpositie
OPEN heeft bereikt, begint de DICHT-toets te knipperen.
TIP: Wanneer de poort niet naar de eindpositie OPEN gaat, is de
programmering mislukt. Voer deze dan opnieuw uit en begin met stap 1.
Wanneer de poort niet ver genoeg beweegt, lees dan deel 33 “Vaak
gestelde vragen”.
7. Druk kort op de DICHT-toets. De poort gaat nu naar de ingestelde
positie DICHT. De programmering is voltooid.
Speciale uitrusting (optioneel)
A. Aansluiting voor deur in de poort
Afdekking openen. Daarachter liggen snelaansluitklemmen.Beldraad
aansluiten op snelaansluitklemmen 4 en 5.
B. Aansluiting voor knipperlicht
Het knipperlicht kan op elke willekeurige plaats worden geïnstalleerd.
De bijbehorende kabel aansluiten op snelaansluitklemmen 6 en 7.
C. Tweede stop
Beschrijving van de functie:
De tweede stoppositie dient naargelang het poorttype voor het deels
openen voor voetgangers, voor ventilatie of om huisdieren binnen en
buiten te laten. De tweede stop is instelbaar voor elke willekeurige
poortpositie binnen de twee eindposities van de garagepoort.
Activeren:
TER INFO: Bij alle programmeerstappen waarbij toetsen gelijktijdig
moeten worden ingedrukt, dient dit zorgvuldig te gebeuren. Mochten
na het gelijktijdig indrukken andere toetsen knipperen dan deze die
worden beschreven, koppel de aandrijving dan enkele seconden van
het net. Daarna de programmering opnieuw beginnen.
1. Beweeg de poort met de handzender of de wandconsole naar de
gewenste tweede stop.
2. Kies een nog niet gebruikte toets op uw handzender.
3. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de rechthoekige pro
grammeertoets en de OPEN-toets en wacht tot de aandrijvingsver-
lichting begint te knipperen. Druk dan op de toets die u eerder op
de handzender hebt gekozen. Om bijkomende handzenders aan te
leren, begint u opnieuw met stap 1.
Uitschakelen:
1. Beweeg de poort in de positie DICHT.
2. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de rechthoekige pro-
grammeertoets en de OPEN-toets en wacht tot de aandrijvingsver-
lichting begint te knipperen.
D. Automatisch sluiten
Beschrijving van de functie:
De foto-elektrische beveiliging van Chamberlain moet volgens
EN60335-1-95 geïnstalleerd zijn.
Activeren:
Druk gelijktijdig op de rechthoekige programmeertoets en de DICHT-
toets tot de aandrijvingsverlichting knippert. 1x OPEN-toets indrukken
= 10 seconden teltijd. Tot 180 seconden mogelijk (18x drukken). Om
de programmering af te sluiten, drukt u op de rechthoekige program-
meertoets. Terwijl de tijd tot het sluiten verloopt, knippert de DICHT-
toets.
nl 06/13
Automatische veiligheidsterugloop testen
De automatische veiligheidsterugloop moet aan een test wor-
den onderworpen. Bij contact met een op de grond liggende
hindernis met een hoogte van 50 mm moet de
garagepoort omkeren. Een verkeerde instelling van de poort-
aandrijving kan tot zware lichamelijke letsels leiden als gevolg
van een sluitende poort. De test één keer per maand herhalen
en eventueel nodige wijzigingen aanbrengen.
HINDERNISTEST:
Een 50 mm hoge hindernis (1) op de vloer onder de garagepoort leggen.
Poort laten sluiten. De poort moet omkeren bij contact met een hindernis.
Wanneer de poort stopt bij contact, gaat de poort niet ver genoeg omlaag.
In dat geval moeten de eindpunten opnieuw worden ingesteld.
Keer de poort na contact met de 50 mm hoge hindernis om, hindernis ver-
wijderen en de poort eens volledig laten sluiten en openen. De poort mag
niet omkeren, wanneer ze de poortpositie ‚gesloten’ bereikt. Keert ze toch
terug, dan moeten de eindpunten opnieuw worden ingesteld.
TEST OPENEN: 20 kg op het midden van de poort leggen.
De poort mag niet omhooggaan.
Programmeer de Afstandsbediening / de
Draadloze Drukknop (optioneel)
Stel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het zicht
is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de garage in- of
uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen niet aan de bedien-
ingsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen. Laat kinderen niet in de
buurt van de deur spelen.
De ontvanger en de draadloze afstandsbediening van uw garagepoortaan-
drijving zijn op dezelfde code geprogrammeerd. Bij de aanschaf van een
bijkomende draadloze afstandsbediening moet de garagepoortaandrijving
zo worden geprogrammeerd dat ze overeenstemt met code van de nieuwe
draadloze afstandsbediening.
Programmering van de ontvanger op bijkomende handzendercodes
met behulp van de gele, ronde aanleertoets.
1. Gele aanleertoets op de aandrijving indrukken en loslaten. De aan-
leerdisplay licht gedurende 30 seconden zonder onderbreking op (1).
2. Houd de toets van de handzender waarmee u in het vervolg uw garage-
poort wilt bedienen, ingedrukt (2).
3. Toets loslaten, zodra de aandrijvingsverlichting knippert.
De code is aangeleerd.
Nu functioneert de aandrijving, wanneer de toets op de handzender wordt
ingedrukt. Wanneer u de toets op de handzender loslaat vooraleer de aan-
drijvingsverlichting knippert, leert de aandrijving de code niet aan.
Wissen van alle handzendercodes
Om ongewenste codes te deactiveren, moeten eerst alle codes worden
gewist. De gele toets op de aandrijving indrukken tot de verlichte aan-
leerdisplay uitdooft (ca. 10 seconden). Zodoende zijn alle eerder aan-
geleerde codes gewist. Elke door u gewenste handzender en elk toe-
gangssysteem zonder sleutel moet opnieuw worden geprogrammeerd.
26
24
25
nl 07/13
K. Laser Park Garage Sensor
(foto-elektrische beveiliging en Laser Park Sensor vereist)
Snelaansluitklemmen 2 en 3
(beschikbaar vanaf ca. juli 2013)
Uitschakelen:
Druk gelijktijdig op de rechthoekige programmeertoets en de DICHT-
toets tot de aandrijvingsverlichting knippert.
1x DICHT-toets indrukken = 10 seconden minder teltijd. Wanneer u
zich de juiste teltijd niet meer herinnert, drukt u gewoon 18x op de
DICHT-toets. Om de programmering af te sluiten, drukt u op de
rechthoekige programmeertoets.
Tips:
- Wanneer de foto-elektrische beveiliging werd onderbroken, wordt de
aflooptijd weer teruggesteld (begint van voren).
- Automatisch Sluiten functioneert niet vanuit de tweede stoppositie.
- De garagepoortaandrijving moet de eindpositie OPEN bereikt
hebben om Automatisch Sluiten te activeren.
Troubleshooting:
Probleem: Zonder foto-elektrische beveiliging werkt de aandrijving niet
meer.
Oplossing: Geen fout. Correct. Zodra ze eenmaal is aangesloten, is
de foto-elektrische beveiliging onontbeerlijk.
E. Configuratie van de handzendertoetsen voor OPEN, STOP of
DICHT
Beschrijving van de functie:
Elke toets van de handzender kan met een OPEN-, STOP- of DICHT-
commando worden geconfigureerd.
OPEN:
De gele aanleertoets en de OPEN-toets gelijktijdig indrukken tot de
LED gaat branden. Druk nu op de toets op de handzender die het
OPEN-commando moet krijgen en wacht tot de aandrijvingsverlichting
knippert.
STOP:
De gele aanleertoets en de rechthoekige programmeertoets gelijktijdig
indrukken tot de LED gaat branden. Druk nu op de toets op de
handzender die het STOP-commando moet krijgen en wacht tot de
aandrijvingsverlichting knippert.
DICHT:
De gele aanleertoets en de DICHT-toets gelijktijdig indrukken tot de
LED gaat branden. Druk nu op de toets op de handzender die het
DICHT-commando moet krijgen en wacht tot de aandrijvingsverlicht-
ing knippert.
F. Draadloos gestuurd toegangssysteem zonder sleutel
(enkel met 747REV draadloos codeslot):
Bedien de poort met een persoonlijke code van 4 cijfers.
G. Tijdelijke toegang (enkel met 747REV draadloos codeslot):
Er kan een tijdelijke code voor begrensde toegang tot de garage (met
tijdsbegrenzing of begrensd aantal openingen) geprogrammeerd wor-
den.
H. Sluitfunctie met één toets
(enkel met 747REV draadloos codeslot):
Zonder de toegangscode kan de poort vanuit elke positie worden ges-
loten (niet geopend).
I. myQ (enkel met 830REV internetinterface „Gateway“ ):
Maakt het mogelijk om de garagepoort te bedienen via internet of een
compatibele mobiele telefoon.
J. Garagepoortbewaking (enkel met 829REV garagepoortbewaking):
Biedt optische (via LED’s) en akoestische bewaking van de
poortpositie. De poort kan door dit apparaat ook gesloten worden.
Bediening van de poortaandrijving
Automatisch openen / sluiten van de poort:
Met behulp van de volgende apparaten kan de poortaandrijving
geactiveerd worden:
Handzender: Toets indrukken tot de poort in beweging komt.
Drukknop/draadloze drukknop (wanneer dit toebehoren geïnstalleerd is):
druktoets indrukken tot de poort in beweging komt.
Manueel openen van de poort (handmodus):
Indien mogelijk, moet de poort helemaal gesloten zijn.
Door zwakke of beschadigde veren kan een geopende
poort plots dichtvallen, wat tot materiële schade of zware
lichamelijke letsels kan leiden.
ONTGRENDELEN: De rode hefboom kort omlaagtrekken. Dan de poort
met de hand openen. De poort niet openen / sluiten door aan de kabel
te trekken!
VERGRENDELEN: Het ontgrendelingsmechanisme voorkomt dat de loop-
wagen automatisch weer wordt vergrendeld. Druk op de groene knop op
de loopwagen en bij de volgende poortbeweging wordt het systeem
opnieuw vergrendeld.
Werkingsverloop:
Bij bediening van de poortaandrijving met draadloze afstandsbediening of
drukknop:
- sluit de poort, wanneer ze helemaal geopend was,
- opent de poort, wanneer ze gesloten was,
- stopt de poort, wanneer ze juist opent of sluit,
- beweegt de poort in de tegengestelde richting van de laatst uitgevoerde
beweging, wanneer ze deels geopend is,
- dan keert de poort terug in de open positie, wanneer ze bij het sluiten op
een hindernis stoot,
- dan stopt de poort, wanneer ze bij het openen op een hindernis botst.
- Foto-elektrische beveiliging (optioneel): Met een foto-elektrische beveilig-
ing wordt een sluitende poort opgetrokken of een open poort open
gehouden, wanneer een persoon in het poortbereik de sensorstraal
onderbreekt.
- DE MULTIFUNCTIONELE DEURBEDIENING
Druk op de drukknop (1) om de deur te open en te sluiten.
Druk opnieuw om de deur te stoppen.
Verlichtingsfunctie
Druk op de LIGHT-knop (2) om de openerlamp in en uit te schakelen.
Hiermee kan de openerlamp niet worden bediend wanneer de deur in
beweging is. Wanneer u de verlichting inschakelt en vervolgens de
opener inschakelt, blijft de verlichting gedurende 2-1/2 minuut branden.
Druk de knop opnieuw in om de verlichting eerder uit te schakelen.
De aandrijvingsverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld:
1. eerste inschakeling van de poortaandrijving (kort)
2. Onderbreking van de stroomtoevoer (kort)
3. bij iedere inschakeling van de poortaandrijving.
Het licht wordt na 2 1/2 minuten automatisch weer uitgeschakeld.
Informatiestickers aanbrengen (Afb. 28)
nl 08/13
Reiniging en onderhoud
Voor elke reiniging en onderhoudswerkzaamheden
moet de netstekker worden uitgetrokken.
Elektrocutiegevaar!
Onderhoud van de poortaandrijving
Een correcte installatie garandeert een optimale werking van de poort-
aandrijving met minimale onderhoudsinspanningen. Een bijkomende smer-
ing is niet nodig. Grof vuil in de geleidingsrail kan de werking aantasten en
moet worden verwijderd.
Reiniging
De aandrijfkop, de drukknop en de handzender reinigen met een zachte,
droge doek.
Geen vloeistoffen gebruiken.
Onderhoud
De installatie, in het bijzonder kabels, veren en bevestigings-
ele-
menten, moeten vaak op tekenen van slijtage,
beschadiging of
gebrekkig evenwicht worden gecontroleerd.
Niet gebruiken,
wanneer er herstellingen of instellingen moeten worden uitgevoerd,
aangezien een fout in de installatie of een foutief uitgebalanceerde poort
tot zware letsels kunnen leiden.
Eén keer per maand:
Automatische veiligheidsterugloop opnieuw testen en indien nodig
opnieuw instellen.
Poort manueel bedienen. Neem contact op met de onderhouds-
dienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit.
Volledig openen en sluiten van de poort controleren.
Eventueel eind-schakelaar en / of kracht opnieuw instellen.
Twee keer per jaar:
Riemspanning controleren. Daartoe eerst de loopwagen van
de aandrijving koppelen. Eventueel riemspanning aanpassen.
Eén keer per jaar (aan de poort):
Poortrollen, lagers en scharnieren smeren. Een bijkomende smering van
de poortaandrijving is niet nodig.
Eindschakelaar- en krachtinstelling:
Deze instellingen moeten bij de installatie van de aandrijving worden
gecontroleerd en correct worden uitgevoerd. Afhankelijk van het
weer kunnen zich bij het gebruik van de poortaandrijving geringe
veranderingen voordoen, die moeten worden verholpen door opnieuw in te
stellen. Dat kan in het bijzonder voorvallen in het eerste bedrijfsjaar.
De aanwijzingen bij eindschakelaar en trekkracht instellen zorgvuldig
volgen en na elke nieuwe instelling de automatische veiligheid-
sterugloop opnieuw testen.
30
30.1
28
29
27
Batterijen van de handzender vervangen
Batterij van de handzender:
De batterijen in de handzender gaan heel lang mee. Verkleint het zend-
bereik, dan moeten de batterijen worden vervangen. Batterijen vallen niet
onder de garantie.
Neem de volgende batterijaanwijzingen in acht:
Batterijen mogen niet met het huisafval meegegeven worden.
Elke consument is wettelijk verplicht om zich reglementair te ontdoen van
batterijen op de voorziene inzamelpunten.
Laad batterijen nooit opnieuw op, wanneer ze daarvoor niet geschikt zijn.
Ontploffingsgevaar!
Houd batterijen uit de buurt van kinderen, veroorzaak geen kortsluiting en
haal batterijen niet uit elkaar.
Raadpleeg meteen een arts, wanneer een batterij werd ingeslikt.
Reinig, indien nodig, batterij- en apparaatcontacten voor het inzetten.
Lege batterijen onmiddellijk uit het apparaat verwijderen!
Verhoogd lekgevaar!
Stel batterijen nooit bloot aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur
en dergelijke! Er is een verhoogd lekgevaar!
Vermijd contact met de huid, ogen en slijmvliezen. Spoel de door
batterijzuur aangetaste plaatsen meteen af met veel koud water en raad-
pleeg onmiddellijk een arts.
Altijd alle batterijen tegelijk vervangen.
Enkel batterijen van hetzelfde type gebruiken, geen verschillende types of
gebruikte en nieuwe batterijen door elkaar gebruiken.
Neem de batterijen uit het apparaat als u het gedurende een lange periode
niet gebruikt.
Batterij vervangen:
Om de batterij te vervangen, opent u de behuizing aan de achterzijde met
een schroevendraaier. Til de afdekking op en neem de onderliggende bes-
turing uit. Schuif de batterij opzij en neem ze uit. Let bij het inschuiven van
de nieuwe batterij op de polariteit. Handzender weer monteren.
OPGELET!
Explosiegevaar bij verkeerde vervanging van de batterij. Enkel vervangen
door hetzelfde of een gelijkwaardig type (10A20-WH).
Aandrijvingsverlichting
De LED-aandrijvingsverlichting heeft een zeer lange levensduur en is
onderhoudsvrij. De lichtafdekking kan niet worden afgenomen.
31
Verwijdering
De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen. Ze kan in de
plaatselijke recyclagecontainers worden gedeponeerd. Overeenkomstig
Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende oude elektrische apparaten
moet dit apparaat na gebruik volgens de voorschriften worden verwijderd
om te garanderen dat de gebruikte materialen worden gerecycleerd.
Het gemeente- of stadsbestuur geeft informatie over de
mogelijkheden voor verwijdering.
32
nl 09/13
Vaak gestelde vragen
1. Poortaandrijving kan niet worden ingeschakeld met draadloze
afstandsbediening:
Is de aandrijving aangesloten op de stroomvoorziening? Wordt een op
het stopcontact aangesloten lamp niet ingeschakeld, controleer dan de
overbelastingsschakelaar (sommige stopcontacten worden via een
wandschakelaar ingeschakeld).
Zijn alle poortblokkeringen uitgeschakeld? Zie veiligheidsrichtlijnen.
Probeer het met een nieuwe batterij.
Wanneer u twee of meer handzenders heeft waarvan er slechts een
functioneert, moet u de programmering van de ontvanger controleren.
Bevindt er zich sneeuw / ijs onder de poort? Dan is dit de poort
mogelijks aan de grond gevroren. Event. hindernissen wegnemen.
De poortveer kann defect zijn. Ze moet door een specialist worden ver-
vangen.
2. Zendbereik van de handzender is te gering:
Is er een batterij ingezet? Nieuwe batterij inzetten.
Draadloze afstandsbediening in het voertuig op een andere plaats uit-
proberen.
Het zendbereik verkleint bij metalen poorten, aluminium of metalen bek-
ledingen.
3. Poort keert zonder aanwijsbare reden terug:
Wordt de poort ergens door gehinderd? Aan de manuele ontgrendeling
trekken en de poort met de hand bedienen. Neem contact op met de
onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit.
Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren.
Sneeuw of ijs uit de sluitzone van de poort verwijderen.
Keert de poort bij het bereiken van de positie ’esloten’ om, dan moet de
eindschakelaar voor deze poortpositie worden ingesteld.
Na het voltooien van elke instelling moet de automatische
veiligheidsterugloop opnieuw worden getest:
Het is niet ongewoon dat de eindposities af en toe opnieuw worden
ingesteld. In het bijzonder door het weer kan het traject van de poort
veranderen.
4. De garagepoort gaat vanzelf open en dicht:
Alle handzenders wissen en dan opnieuw programmeren. Zie punt 25.
Klemt de afstandsbedieningstoets vast in de positie „AAN“?
Enkel originele afstandsbedieningen gebruiken! Het gebruik van vreemde
producten veroorzaakt storingen.
De knop van de afstandsbediening werd per ongeluk ingedrukt (tas).
De kabel van de wandschakelaar is beschadigd (bij wijze van proef
verwijderen).
De poortbeweging wordt geactiveerd door een op de aandrijving aanges-
loten accessoire (bij wijze van proef verwijderen).
5. Poort sluit niet volledig:
Traject van de aandrijving opnieuw programmeren. Controle van de
mechanische componenten op veranderingen (bijv. poortarmen en besla-
gen.Na elke nieuwe instelling van de poortpositie ‘gesloten’ moet
de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest.
33
30.2
nl 10/13
6. De poort gaat wel open, maar sluit niet:
Indien geïnstalleerd, moet de foto-elektrische beveiliging
gecontroleerd worden. Knippert de LED op de foto-elektrische beveilig-
ing, dan moet de inrichting gecorrigeerd worden.
Werking van handzender en drukknop controleren.
7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan:
Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld.
Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten.
De verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld
• Geen stroom.
8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld:
Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening
enprobeer het opnieuw.
De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij.
9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet:
Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken om
de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele
ontgrendeling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort
uitgebalanceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door
de veren in positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan
contact op met uw onderhoudsdienst.
Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is
de poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen.
Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen.
Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw
programmeren als poort in orde is.
10. De aandrijving loopt slechts in één richting:
Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde richt-
ing.
Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren als
de poort in orde is.
11. De riem klappert tegen de rail:
Riemspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een te sterk
gespannen ketting worden onderzocht. De veren van de
spaninrichting van de rail mogen niet volledig samengedrukt worden.
De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in
trilbewegingen. Poortbeweging verbeteren.
12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne:
Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te
koppelen (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand worden
geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw geactiveerd,
dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden.
Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne met
behulp van een externe noodontgrendeling van buiten de garage van de
aandrijving gekoppeld.
13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd:
Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de poort te
bewegen. Poort herstellen of correct monteren.
Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist.
14. De rail op de aandrijving buigt:
Poort is zwaar, zeer zwaar, loopt moeilijk of is in slechte staat.
Raadpleeg een specialist.
Als de rail tijdens de beweging slingert, wijst dat op een niet
gelijkmatig werkende poort met steeds veranderende krachtbehoefte.
Raadpleeg een specialist en smeer evt. de poort. Een bijkomende
ophanging aan de rail kan het probleem verhelpen.
15. De aandrijving „werkt“ (motor draait hoorbaar) maar de
loopwagen beweegt niet:
De loopwagen is van de aandrijving gekoppeld.
Bij een nieuwe installatie: Bij de montage van motor en rail is de voorge-
monteerde adapterhuls tussen de motoras en de rail niet gemonteerd.
Deze is in de fabriek voorgemonteerd, maar kan verwijderd worden.
Als u achter de aandrijving staat, kunt u zien of het tandwiel in de rail
draait, of enkel de motor.
Bij een nieuwe installatie: De riem is van het tandwiel in de rail gespron-
gen. Als u achter de aandrijving staat, hebt u zicht op het tandwiel.
Na langdurig gebruik: Is de ontgrendeling defect of permanent los?
Na langdurig gebruik: Het omhulsel tussen rail en motor of de
motortransmissie is defect.
16. De poort ontgrendelt zich vanzelf uit de loopwagen en blijft staan:
Is er een externe ontgrendeling bij stroompanne geïnstalleerd, dan moet
gecontroleerd worden of deze zich tijdens het openen van de poort
opspant en ontgrendelt. Houd het mechanisme in de gaten en stel het
evt. opnieuw in.
De greep van de ontgrendeling mag niet door andere voorwerpen wor-
den vervangen.
17. Instelling van de kracht
De druktoets voor het afstellen van de kracht ligt onder de afdekking
aan de achterzijde van de aandrijving. Door de krachtleermodus wordt
de vereiste kracht voor het openen en sluiten van de poort ingesteld.
1. Open de afdekking aan de achterzijde van de aandrijving.
2. Druk twee keer op de gele aanleertoets om in de krachtleermodus te
geraken. De LED en de OPEN-toets knipperen. Druk op de OPEN-
toets. De poort gaat nu naar de eindpositie open en leert daarbij
hoeveel kracht er nodig is. Zodra de eindpositie OPEN is bereikt,
beginnen de LED en de DICHT-toets te knipperen. Druk op de
DICHT-toets. De poort gaat nu naar de eindpositie DICHT en leert
daarbij hoeveel kracht er nodig is.
nl 11/13
DIAGNOSETABEL
De garagepoortaandrijving is uitgerust met een diagnosefunctie. De OPEN- en DICHT-toetsen op de besturing knipperen. Tel het aantal „blinks“ van de
desbetreffende toets tussen twee knipperpauzes. De laatste gebeurtenis wordt steeds weergegeven.
DISPLAY
OPEN DICHT
toets toets
11
12
13
14
15
16
2 1-5
32
4 1-4
45
46
SYMPTOOM
De aandrijving sluit niet en de ver-
lichting op de aandrijving knippert.
De aandrijving sluit niet en de ver-
lichting op de aandrijving knippert.
De wandschakelaar functioneert niet.
De garagepoortaandrijving sluit niet
en de verlichting op de aandrijving
knippert.
De poort beweegt slechts enkele cm,
stopt of verandert van richting.
Geen beweing, enkel „click“.
Aandrijving bromt, maar er wordt
geen beweging uitgevoerd.
De poort beweegt langzaam in een
andere positie nadat de aandrijving
is uitgeschakeld.
Geen beweging.
Poort OPEN-DICHT positie kan niet
worden aangeleerd.
De poort gaat niet volledig in de aan-
geleerde eindpositie.
De aandrijving beweegt slechts
enkele cm, stopt of verandert van
richting.
De poort sluit niet volledig en veran-
dert van richting.
OPLOSSING
De foto-elektrische beveiligingen (accessoires) werden verwijderd, zijn onderbroken of
verkeerd aangesloten.
De aangesloten foto-elektrische beveiliging heeft een kabeldefect of de kabels zijn ver-
keerd aangesloten.
Kabeldefect in de wandschakelaar of verkeerd aangesloten.
Bij wijze van test een nieuwe kabel leggen, indien de fout niet kan worden gevonden.
Er bevindt zich een hindernis in het bereik van de foto-elektrische beveiliging of de foto-
elektrische beveiliging is niet correct afgesteld. De rode LED’s op de foto-elektrische
beveiligingen knipperen, omdat er geen juiste werking is gegarandeerd.
Stroef lopende / defecte poort De poort met de hand openen of sluiten en de werking
van de poort laten controleren door een vakman (reparatie).
De poort is mechanisch geblokkeerd, gesloten of de veren van de poort zijn defect.
De poort van de aandrijving ontgrendelen en de werking van de aandrijving testen.
Zoals boven
Poort defect, zwaar of niet uitgebalanceerd en moet worden hersteld
Besturing defect. Raadpleeg een vakman.
Zie „Vaak gestelde vragen“ punt 15.
Poort defect of loopt stroef. Poort ontgrendelen en testen.
Loopweg opnieuw aanleren.
Zie „Vaak gestelde vragen“ punt 15.
De foto-elektrische beveiligingen zijn niet correct afgesteld of werden kortstondig onder-
broken door een hindernis. De hindernis treedt mogelijks enkel tijdens de beweging van
de poort op.
nl 12/13
DISPLAY
OPEN DICHT
toets toets
51
55
61
SYMPTOOM
Aansluiting 1+2 voor de wand-
schakelaar is langer dan 4 seconden
kortgesloten.
Spanning te laag.
Het maximale aantal mogelijke
handzenders is bereikt.
OPLOSSING
Kabeldefect in de toevoer. Kabel niet naast 230 volt of in dezelfde buis leggen.
Bij wijze van test een nieuwe kabel leggen.
De stroomspanning is/was te laag. Een aangesloten batterij is leeg. Onvoldoende
stroomtoevoer.
Er zijn teveel handzenders geprogrammeerd en de besturing heeft de eerst geprogram-
meerde handzender gewist en vervangen door de laatst geprogrammeerde.
Optionele accessoires
1. TX4RUNI - 4-kanaals handzender
2. 128REV - 2-kanaals draadloos wandtoestel
3. 747REV - draadloos codeslot
4. 830REV - myQ Starter Kit (internetinterface “Gateway” + foto-elektrische beveiliging)
5. 829REV - garagepoortbewaking
6. 1REV - noodontgrendeling
7. 1702REV - noodontgrendeling
8. 75REV – verlicht wandtoestel
9. FLA-1LED - knipperlicht
10. 771REV - foto-elektrische beveiliging
11. 41REV - sleutelschakelaar (opbouw)
12. 16200LM - Deur-in-Deur schakelaar
34
nl 13/13
Reserveonderdeelen / Garantie
Zie www.chamberlain.eu of neem contact op met uw dealer.
Zie ook in het verkrijgbare garantieboek.
36
Technische gegevens 36
Ingangsspanning . . . . . . . . . .230-240 VAC, 50 Hz
Max. trekkracht . . . . . . . . . . .700 N (COMFORT),
1000 N (PREMIUM)
Standby (bij gesloten deur) . .0.8 W
Motor
Motortype . . . . . . . . . . . . . . . .DC tandwielmotor met continue smering
Geluidsniveau . . . . . . . . . . . .54 dB
Aandrijftype . . . . . . . . . . . . . .Tandriem
Lengte van het poorttraject . .instelbaar
Openingssnelheid, tot . . . . . .160 mm/s (COMFORT),
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200 mm/s (PREMIUM)
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . .Aan, wanneer de aandrijving start, Uit 2-1/2
minuten na stop.
Poortstangen . . . . . . . . . . . . .Verstelbare poortarm, trekkabel voor loop-
wagenontgrendeling
Veiligheid
Persoonlijk . . . . . . . . . . . . . . .Een druk op de toets en automatische stop
bij neerwaartse beweging / Een druk op de
toets en automatische stop bij opwaartse
beweging.
Elektronisch . . . . . . . . . . . . . .Automatische krachtleermodus
Elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . .Trafo-overlastbeveiliging en laagspannings-
bedrading voor wandconsole.
Eindschakelaarinstelling . . . .optische herkenning van toerental en
poortpositie
Eindschakelaarinstelling . . . .mechanische omkeersensor / passpoint
detector
Instelling eindposities . . . . . . .elektronisch
Soft start / soft stop . . . . . . . .alle modellen
Afmetingen
Lengte (totaal) . . . . . . . . . . . .3200 mm
Vereiste afstand tot het plafond. . . .30 mm
Hangend gewicht . . . . . . . . . .~ 12 kg
Ontvanger
Geheugenregister . . . . . . . . .180
Werkfrequentie: . . . . . . . . . . .6-bands (433 MHz / 868 MHz)
TIP: Chamberlain raadt uitdrukkelijk aan om de foto-elektrische beveiliging
te installeren voor alle garagepoortaandrijvingen!
35
Conformiteitsverklaring
De vermelde automatische garagepoortopener voldoet aan de
toepasselijke delen van de normen EN 55014-1 (2006), EN
55014-2 (2008), EN 61000-4-2 (2009), EN 61000-4-3 (2008), EN
61000-4-4 (2004), EN 61000-4-5 (2007), EN 61000-4-6 (2009),
EN 61000-4-11 (2004), EN 62233 (2008), EN 300220-1 (V2.3.1),
EN 300220-2 (V2.1.2), EN 60335-1 (2010), EN 60335-2-95
(2004) volgens de bepalingen en alle aanvullingen van Europese
richtlijn 2004/108/EG, 2006/95/EG, 2006/42/EG en 1999/5/EG.
Model:........................................................ML700EV, ML1000EV
S./N.: .................................................xxxxx000001 - xxxxx99999
Fabrikant Chamberlain GmbH
Alfred-Nobel-Str. 4
D-66793 Saarwellingen
Alle technische archiefgegevens voor de aandrijving en de
bijbehorende accessoires worden door Chamberlain GmbH
bewaard en op verzoek van de overheidsinstanties ter
beschikking gesteld, indien nodig.
Conformiteitsverklaring
37
B. P. Kelkhoff
Manager, Regulatory Affairs
Chamberlain GmbH
Alred-Nobel-Str. 4
D-66793 Saarwellingen
February 2013
114A4C035B 2013, all rights reserved
Chamberlain GmbH
Alfred-Nobel-Strasse 4
66793 Saarwellingen
Germany
www.chamberlain.eu
114A4C036
30.2
34
25
24
23
17
1
1
12VDC
Pb Cd Hg
27
19 - 20
0 1 2 2 3 4 5 6 7
0 1 2 2 3 4 5 6 7
24 VDC
+ -
24 VDC
+ -
1+2
2+3
2
3
4
5
6
7
service:
www.chamberlain.de
B
B
B
A
A
B
A
A
B
en
ACHTUNG - Einklemmgefahr
Regelmässig überprüfen und wenn notwendig einstellen, um
sicher zu sein, dass das Tor umkehrt, wenn es einen 50 mm
hohen Gegenstand berührt, der auf den Boden gestellt wurde.
de
CAUTION - Danger of Entrapment
Regularly check and adjust if necessary to ensure that the
door reverses when it touches a 50 mm high object that
is placed on the floor.
fr
ATTENTION - Risque d’écrasement
Vérifier régulièrement, et eégler si nécessaire, pour s’assurer
que la porte inverse son mouvement lorsqu’elle rencontre un
objet de 50 mm de haut placé sur le sol.
pt
ATENÇÃO - Perigo de entalamento
Verificar regularmente e se necessário, ajustar para se
assegurar de que o portão volta para trás ao tocar num
objecto com uma altura de 50 mm que foi clocado no chão.
nl
LET OP - Inklemmingsgevaar
Regelmatig controleren en indien nodig instellen om zeker
te zijn dat de poort terugdraait als deze een 50 mm hoog
object aanraakt dat op de grond werd geplaatst.
es
ATENCIÓN - Peligro de aprisionamiento
Comprobar regularmente y ajustar cuando sea necessario
para garatizar que la puerta se invierta cuando toca un
objeto de 50 mm de altura que se colocó en el suelo.
da
ADVARSEL - fare for indklemming
Porten skal kontrolleres og om nøvendigt justeres for at
sikre, at den går tilbage, når den berører en 50 mm høj
genstand, der er blevet stillet på jorden.
it
ATTENZIONE - Pericolo di incastro
Verificare sistematicamente e, se necessario, regolare in
maniera adeguata onde assicurare che la porta torni indietro
se viene in contatto con un oggetto alto 50mm posto a terra.
no
FORSIKTIG - Klemmefare
Etter at døren har berørt en gjenstand som har stått 50mm over
gulvhøyde, må du jevnlig sjekke om døren går feilfritt.
Juster om nødvendig.
HUOMIO - puristumisvaara
Tarkista säännöllisesti ja milloin tarpeellista säädä, ollaksesi
varma, että portti kääntyy takaisin, kun se koskettaa 50 mm
korkeaa kohdetta, joka on asetettu maan pinnalle.
fi
el
sv
VARNING - klämningsrisk
Kontrollera regelbundet och justera om det behövs, för att vara
säker på att porten vänder när den träffar ett 50 mm högt
föremål, som placerats på golvet.
hr
cz
tr
ro
sk
sr
ro
sk
sr
hu
sl
bg
pl
cn
rus
114A4354
service:
www.chamberlain.de
B
B
B
A
A
B
A
A
B
en
ACHTUNG - Einklemmgefahr
Regelmässig überprüfen und wenn notwendig einstellen, um
sicher zu sein, dass das Tor umkehrt, wenn es einen 50 mm
hohen Gegenstand berührt, der auf den Boden gestellt wurde.
de
CAUTION - Danger of Entrapment
Regularly check and adjust if necessary to ensure that the
door reverses when it touches a 50 mm high object that
is placed on the floor.
fr
ATTENTION - Risque d’écrasement
Vérifier régulièrement, et eégler si nécessaire, pour s’assurer
que la porte inverse son mouvement lorsqu’elle rencontre un
objet de 50 mm de haut placé sur le sol.
28
1: 0-100 mm
2: 100-130 mm
4x
1
B
A
16
1
2
34
5
6
78
910 11 12

Documenttranscriptie

® de Montage- und Bedienungsanleitung für Garagentorantriebe COMFORT, PREMIUM en Assembly- and operating instructions for Garage Door Opener COMFORT, PREMIUM fr Notice de montage et de commande pour entraînements de portes de garage COMFORT, PREMIUM nl Montage- en bedieningshandleiding voor garagepoortaandrijvingen COMFORT, PREMIUM da Monterings- og betjeningsvejledning for garageportautomatik COMFORT, PREMIUM no Monterings- og bruksanvisning for garasjeportmotorer COMFORT, PREMIUM sv Monterings- och driftinstruktioner för garageportsöppnare COMFORT, PREMIUM pl Instrukcja montażu i obsługi napędów bram garażowych COMFORT, PREMIUM cs Návod na montáž a obsluhu pro pohony garážových vrat COMFORT, PREMIUM sl Navodila za montažo in upravljanje pogona garažnih vrat COMFORT, PREMIUM it Istruzioni d'uso e di montaggio per gli automatismi delle porte garage modello COMFORT, PREMIUM pt Manual de montagem e de instruções para acionamentos de portões COMFORT, PREMIUM es Instrucciones de montaje y manejo para accionamientos de puertas de garaje COMFORT, PREMIUM hu Szerelési és használati útmutató COMFORT, PREMIUM garázsajtó-hajtószerkezetekhez fi Asennus- ja käyttöohje autotallinoven käyttölaitteille COMFORT, PREMIUM sk Návod na montáž a obsluhu pre pohony garážovej brány COMFORT, PREMIUM rus Руководство по монтажу и эксплуатации на приводы гаражных ворот COMFORT, PREMIUM hr Upute za montažu i uporabu pogona za garažna vrata COMFORT, PREMIUM ro Instrucţiuni de montaj þi utilizare pentru sistem de acţionare pentru porţi de garaj COMFORT, PREMIUM is Uppsetningar- og notkunarleiðbeiningar fyrir COMFORT, PREMIUM bílskúrshurðaopnara 1 Algemene veiligheidsrichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 27 Bediening van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 2 Gebruiksbestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 28 Informatieborden bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 3 Geleverd pakket . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 29 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 4 Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 30 Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 5 Vooraleer u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 30.1 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 6 Poorttypes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 30.2 Batterijen van de handzender vervangen . . . . . . . . . . . . . . . .9 6.1 Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 31 Aandrijvingsverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 7 Benodigde gereedschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 32 Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 8 Montage van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 33 Vaak gestelde vragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-10 9 Rail monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Diagnosetabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11-12 10 Tandriem spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 34 Optionele accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 11 Rail op de aandrijving monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 35 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 12 Inbouw van de poortaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 36 Vervangstukken / garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 12.1 Midden van de garagepoort bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 37 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 13 Lateibevestiging monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 14 Aandrijving op de latei bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 15 Poortaandrijving ophangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 16 Poortbevestiging monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 17 Poortarm op de loopwagen bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 18 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 19 Verlicht wandtoestel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 20 Installatie van een foto-elektrische beveiliging . . . . . . . . . . . . . .5 21 Aandrijfeenheid aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 22 Poort instellen en testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 23 Instelling van de eindschakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 24 Automatische veiligheidsterugloop testen . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 25 Programmeren van de afstandsbediening / van het draadloze wandtoestel (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 26 Speciale uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-7 WAARSCHUWING! BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS! 1 Algemene veiligheidsrichtlijnen Vooraleer u met de montage begint: Lees de gebruiksaanwijzingen en vooral de volgende veiligheidsrichtlijnen. Bewaar deze handleiding om ze later te kunnen raadplegen en geef ze door aan een eventuele volgende eigenaar. De volgende symbolen staan voor waarschuwingen om lichamelijke letsels of materiële schade te vermijden. Lees deze waarschuwingen aandachtig. OPGEPAST Letselschade of materiële schade OPGEPAST Gevaar door elektrische stroom of spanning Belangrijke veiligheidsinstructies De poortaandrijving is uiteraard voorzien en gecontroleerd op een veilige bedienbaarheid; deze kan echter enkel worden gewaarborgd, wanneer bij de installatie en bediening de hierna vermelde veiligheidsrichtlijnen nauwkeurig worden opgevolgd. - De poort moet uitgebalanceerd zijn. Niet bewegende of vastzittende poorten moeten worden gerepareerd. Garagepoorten, poortveren, kabels, platen, bevestigingen en rails staan dan onder extreme spanning, wat tot zware verwondingen kan leiden. Probeer de poort niet los te maken, te bewegen of te richten, maar neem contact op met een onderhoudsdienst of poortspecialist. - Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en / of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid bevoegd is of wanneer ze (van deze persoon) instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat. - Bij de installatie of het onderhoud van een poortaandrijving mogen geen sieraden, horloges of losse kleding gedragen worden. - Om te vermijden dat de poort wordt beschadigd, moeten alle aanwezige blokkeringen / sloten worden uitgeschakeld. - Om zware verwondingen als gevolg van verwikkelingen te vermijden, moeten alle op de poort aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de poortaandrijving worden gedemonteerd. - Eventueel geïnstalleerde bedieningsinrichtingen MOETEN in het zicht van de poort en buiten het bereik van kinderen worden geïnstalleerd. Toetsen of draadloze sturingen mogen niet door kinderen worden bediend. Verkeerd gebruik van de poortaandrijving kan tot zware verwondingen leiden. - Bij installatie en elektrische aansluiting moeten de ter plaatse geldende bouwen elektrische voorschriften worden nageleefd. Dit toestel voldoet aan beschermingsklasse 2 en heeft geen aarding nodig. - Om schade aan bijzonder lichte poorten (bijv. glasvezel-, aluminium- of staalpoorten) te vermijden, moet een gepaste versteviging worden aangebracht. Neem hiervoor contact op met de fabrikant van de poort. - De automatische veiligheidsterugloop moet aan een test worden onderworpen. Bij contact met een op de grond liggende hindernis met een hoogte van 50 mm MOET de garagepoort omkeren. Een verkeerde instelling van de poortaandrijving kan tot zware lichamelijke letsels leiden als gevolg van een sluitende poort. De test één keer per maand herhalen en eventueel nodige wijzigingen aanbrengen. - Deze installatie mag niet worden geïnstalleerd in vochtige of natte ruimtes. - Tijdens het bedrijf mag de poort in geen enkel geval openbare doorgangswegen belemmeren. - Om alle bedieningspersonen te herinneren aan de veilige bedienings wijze, moet naast de verlichte drukknop het waarschuwingsbord voor de bescherming van kinderen worden aangebracht. De waarschu-wingsborden tegen het knellen moeten duidelijk zichtbaar aangebracht worden. - Om te voorkomen dat kinderen met de installatie spelen, mag u ze niet uit het oog verliezen. - De poortaandrijving mag ENKEL worden bediend, wanneer de bedieningspersoon een goed zicht heeft op de poort en de omgeving, wanneerdeze vrij van hindernissen is en de poortaandrijving correct is ingesteld. Niemand mag door de poort gaan, zolang ze in beweging is. Laat geen spelende kinderen toe in de omgeving van de poort. - Manuele ontgrendeling enkel om de loopwagen van de aandrijving te scheiden en – indien mogelijk – ENKEL met gesloten poort gebruiken. De rode handgreep niet gebruiken om de poort op te trekken of neer te laten. - Vooraleer er herstellingen worden uitgevoerd of afdekkingen worden verwijderd moet de poortaandrijving van de stroomvoorziening worden gekoppeld. - Dit product beschikt over een trafo met speciale kabel. In geval van schade MOET deze door een erkende dealer worden vervangen door een originele trafo. - Bij het bedienen van de noodontgrendeling kan de poort ongecontroleerde bewegingen maken, wanneer veren zwak of gebroken zijn of wanneer de poort niet in evenwicht is. - Breng de ontgrendelingsgreep voor de noodontgrendeling aan op een hoogte van minstens 1,8 m. Deze aanwijzingen dienen te worden bewaard. nl 01/13 5 Vooraleer u begint 2 Gebruiksbestemming Het apparaat is bestemd voor het openen en sluiten van kantel- en sectiepoorten voor privé-garages. Het apparaat is niet bestemd voor commercieel gebruik, maar is uitsluitend bestemd voor gebruik in privé-garagepoorten die voor een eenpersoonshuishouding bestemd, voorzien en geschikt zijn. Elk ondoelmatig gebruik van de aandrijving houdt aanzienlijke risico’s op ongevallen in. De fabrikant is niet aansprakelijk voor ondoelmatig gebruik. BELANGRIJKE AANWIJZING Heeft uw garage geen zij-ingang, dan moet er een externe noodontgrendeling worden geïnstalleerd. Daardoor kan de garagepoort bij een stroomuitval van buiten handmatig bediend worden. 6 Poorttypen A. Kantelpoort met alleen een horizontale geleiderail. 3 Geleverd pakket Controleer vóór de installatie of alle onderdelen meegeleverd zijn. Ter info: De nummering geldt enkel voor het bijbehorende hoofdstuk. Onderdelenoverzicht (aandrijfkop): 1. Aandrijfkop 1x 8. Gebogen poortarm 2. Handzender 2x 9. Bevestigingsbeugel 3. Railbevestiging 2x 10. Ophangijzer 4. Accessoirezakje 1x 11. Rail Onderdelenoverzicht (rail): 5. Lateibevestiging (muur) 1x 6. Poortbevestiging 1x 7. Adapter voor drijfrondsel 1x B. Kantelpoort met verticale en horizontale geleiderail – speciale poortarm (E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier. C. Sektionale poort – koppel de poortarm. 1x 2x 2x 1x 1x 2. veiligheidsmoer M6 1x 3. zeskantschroef 4x 8. schroef ST 6,3 x 18 mm 4. moer M6 4x 9. plug 5. bout 1x 6. bevestigingspen 1x 7. schroef ST 6 x 50 mm E. Speciale poortarm – The Chamberlain Arm™ voor gebruik op poorttypen B en D. 6.1 Voorbereiding Controleer eerst of uw poort uitgebalanceerd en in evenwicht is. Open de poort tot ongeveer halverwege en laat ze los. De poort mag nu uit zichzelf nauwelijks van positie veranderen, maar moet – enkel door de kracht van de veren tegengehouden – in deze positie blijven staan. Zak met bevestigingsmateriaal: 1. platbolkopschroef 6 x 80 mm D. Schermpoort – speciale poortarm (E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier. 4x 2x (4x) 4x 1. De rail van de garagepoort MOET veilig en stabiel aan de dragende wand of het plafond boven de garagepoort bevestigd worden. 2. Wanneer het plafond in uw garage bekleed, bekist e.d. is, zijn er mogelijks bijkomende bevestigingen en bevestigingsrails nodig (niet meegeleverd). 3. Heeft uw garage geen aparte zij-ingang, dan moet er een externe noodontgrendeling worden geïnstalleerd. 7 Benodigde gereedschappen 4 Productoverzicht Deze afbeelding geeft u bij de stapsgewijze montage van de installatie altijd een compleet overzicht van de volledig gemonteerde installatie. 1. lateibevestiging (muursteun) 2. tandriem 3. rail 8. netsnoer 9. aandrijfkop 10. ontgrendeling 4. loopwagen 11. rechte trekstang 5. verbindingsstuk 12. gebogen trekstang 6. bevestigingsbeugel 13. poortbevestiging Gereedschappenlijst: ladder metaalzaag markeringsstift verschillende boren (8, 6, 5, 4.5 mm) tang ringsleutel boormachine waterpas hamer schroevendraaier ratel / palwerk meetlint 7. ophangijzer nl 02/13 8 Montage van de poortaandrijving Belangrijke aanwijzingen voor een veilig montage. Alle montageaanwijzingen volgen. Verkeerde montage kan tot ernstige letsels leiden. 9 Rail monteren De rail is grotendeels voorgemonteerd en bestaat uit 3 delen. In het voorste gedeelte (A) bevinden zich de loopwagen, trekstang, ontgrendelingsgreep, keerrol alsook de lateibevestiging met riemspanner. In het achterste gedeelte (B) bevinden zich de kooi voor de aandrijfas en het kettingtandwiel. Het voorste en achterste railgedeelte achter elkaar leggen. 1. Verwijder kabelbinders die de riem vasthouden. 2. Trek de twee railstukken helemaal uit elkaar om een gat te maken voor het middenstuk (C). Deze rail is zo ontworpen dat het middenstuk probleemloos kan worden ingevoegd. De 2 verbindingsstukken (D) over de naden van de railstukken schuiven tot aan de markeringen. Om de verbindingsstukken vast te zetten de uitstekende gedeeltes met een geschikt werktuig naar buiten buigenom het middenstuk te fixeren. De montage van de rail is voltooid. 10 Riem spannen De riem van de rail zo ver opspannen dat de veer (1) tot ongeveer halverwege wordt samengedrukt. 12 Inbouw van de poortaandrijving 12.1 Het midden van de garagepoort bepalen Bij bovenhandse werken moet ter bescherming van de ogen een veiligheidsbril worden gedragen. Om te vermijden dat de poort wordt beschadigd, moeten alle aanwezige blokkeringen / sloten worden uitgeschakeld. Om zware verwondingen te vermijden, moeten alle externe op de poort aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de poortaandrijving worden gedemonteerd. De poortaandrijving moet op een hoogte van minstens 2,10 m boven de grond worden geïnstalleerd. Markeer vervolgens de middellijn van de poort (1). Trek vanuit dit punt een lijn tot aan het plafond. Voor de montage aan een plafond tekent u vanaf deze lijn een andere lijn in het midden van het plafond (2) in een rechte hoek naar de poort. Lengte ca. 2,80 m. 13 Lateibevestiging monteren TIP: De afstand tussen het hoogste punt en het poortframe en de rail mag maximaal 50 mm bedragen. Naargelang het poorttype gaat het poortframe enkele cm omhoog, wanneer de poort wordt geopend. A. Wandmontage: Lateibevestiging (1) in het midden op de verticale middellijn (2) leggen; daarbij ligt de onderste rand op de horizontale lijn. Alle gaten voor de lateibevestiging markeren. Gaten voorboren met een diameter van 4,5 mm en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3). TIP: In geval van montage op een betonbedekking / betonlatei moeten de meegeleverde betonpluggen (4) en schroeven (3) worden gebruikt. Grootte van de boorgaten bij beton: 8 mm. Deze moet kunnen veren terwijl de installatie in bedrijf is. 11 Rail op de aandrijving monteren 1. Controleren of de tandriem op het tandwiel zit. Als de tandriem er bij de montage toch afgegleden is, de tandriem ontspannen, opleggen en opnieuw opspannen. 2. De rail (1) omdraaien en met de tandwielzijde (2) helemaal op de aandrijving (3) steken. 3. De rail met de twee bevestigingsbeugels (4) en de schroeven (5) op de aandrijving bevestigen. Optioneel: Om de totale lengte met 140mm in te korten, kan de aandrijving 90° gedraaid worden aangebracht, zoals geïllustreerd in afb. 11. Daardoor is toegang en programmering vanaf de zijkant mogelijk. Verwijder daartoe de schakelaar en monteer hem op de tweede bevestiging. Verwijder de rubberen stop om de kabeluitgang af te dichten. Ga dan verder met stap 3. B. Plafondmontage: Verticale middellijn (2) doortrekken tot aan het plafond en ca. 200 mm langs het plafond. Lateibevestiging (1) op de verticale markering tot op 150 mm van de wand in het midden aanbrengen. Alle gaten voor de lateibevestiging markeren. Gaten boren met een diameter van 4,5 mm en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3). 14 Aandrijving op de latei bevestigen Het kan nodig zijn om de aandrijving tijdelijk hoger te leggen, opdat de rail bij meerdelige poorten niet tegen de veren stoot. De aandrijving moet daarbij ofwel goed gestut zijn (ladder) of door een tweede persoon worden vastgehouden. Aandrijfkop op garagevloer onder de lateibevestiging leggen. Rail optillen tot de gaten van het bevestigingsstuk of de gaten van de lateibevestiging over elkaar liggen. De schroef (1) in de gaten steken en vastzetten met moer (2). Daarmee is de montage van de poortaandrijving voltooid. nl 03/13 15 Poortaandrijving ophangen Poort helemaal openen, poortaandrijving op de poort leggen (afb. A). Leg een stuk hout / karton onder de gemarkeerde plaats (X). De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden. Er zijn drie representieve installaties afgebeeld (afb. B). De uwe kan echter nog anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd worden om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij afgewerkte plafonds een stevige metalen steun (niet bijgeleverd) op de garageconstructie voordat u de opener installeert. Voor het monteren aan een betonnen plafond de meegeleverde betonankers gebruiken (3). Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de draagconstructie (of plafond). Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond). Bevestig de steunen met houtschroeven (4) aan de steunen. Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten en moeren (5). Controleer of de rail precies midden boven de deur zit. VERWIJDER de lat. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet u de kopsteun hoger bevestigen. Let er op dat de rail horizontaal langs het plafond loopt. De afstand kan worden aangepast met de opgegeven afstanden tussen de gaten. Uitstekende uiteinden van de plafondbevestiging kunnen worden ingekort, indien nodig. 16 Poortbevestiging monteren Inbouw bij sectionaalpoorten of eendelige poorten: De poortbevestiging (1) beschikt over meerdere bevestigingsgaten. De poortbevestiging moet in het midden bovenaan aan de binnenkant van de poort liggen, zoals geïllustreerd. Gaten markeren en poortbevestiging vastschroeven. Montagehoogtes: 1. Eendelige poort of sectionaalpoort met één geleidingsrail: afstand tot de bovenkant van de poort 0-100 mm. 2. Sectionaalpoort met twee geleidingsrails: afstand tot de bovenkant van de poort 100-130 mm. TER INFO: Het bevestigingspunt aan de poort moet het frame of een stabiele plaats op het poortpaneel zijn. Evt. te doorboren zoals geïllustreerd in afb. B en vast te schroeven (schroeven niet meegeleverd). 17 Poortarm op de loopwagen bevestigen De rechte poortarm is al voorgemonteerd. Door aan de rode greep te trekken, wordt de loopwagen van de tandriem ontgrendeld en kan dan met de hand bewogen worden. ONTGRENDELEN: 1. De poort moet, indien mogelijk, volledig gesloten zijn. 2. Trek de rode noodontgrendelingsgreep naar onderen. vergrendelen: Het ontgrendelingsmechanisme voorkomt dat de loopwagen automatisch weer wordt vergrendeld. Druk op de groene knop op de loopwagen en bij de volgende poortbeweging wordt het systeem opnieuw vergrendeld. Hang de ontgrendelingsgreep voor de noodontgrendeling op een hoogte van minstens 1,80 m. Het gele informatiebord van de ont grendeling (sticker) op de kabel van de handgreep bevestigen. 18 Elektrische aansluiting Om risico’s voor personen en schade aan het toestel te vermijden, mag de poortaandrijving pas worden bediend, wanneer hiervoor in deze gebruiksaanwijzingen uitdrukkelijk de aanwijzing wordt gegeven. De netstekker moet altijd vrij toegankelijk zijn om het apparaat van het stroomnet te kunnen koppelen. 19 Verlicht wandtoestel monteren Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar is, uit de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen. Tenminste 1,5 m boven de vloer monteren Door misbruik van de opener kan een bewegende garagedeur ernstig letsel veroorzaken. Voorkom dat kinderen de deurbediening of de afstandsbediening gebruiken. Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee aansluitingen (1). Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad. Scheid de draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluiting (RED) en de witte draad op de andere aansluiting (WHT) kan worden aangesloten. Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met de meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 5 mm en gebruik de pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Een goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van kinderen. Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes (5) om de draad te bevestigen. Sluit de beldraad aan op de aansluitingen. Bediening van de deurbediening Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om de deur te stoppen terwijl deze beweegt. nl 04/13 20 Installatie van een foto-elektrische beveiliging (optionele accessoires) PROGRAMMEERTOETSEN: De programmeertoetsen bevinden zich onder de afneembare afdekking aan de achterzijde van de aandrijving (zie afb. 24). Na installatie en instelling van de poortaandrijving kan een foto-elektrische beveiliging worden geïnstalleerd. De gebruiksaanwijzingen zijn ingesloten bij de foto-elektrische beveiliging. Met de optionele foto-elektrische beveiliging wordt gewaarborgd dat de poort open is of blijft, zodra er zich personen, in het bijzonder kleine kinderen, in het poortbereik bevinden. Met een foto-elektrische beveiliging wordt een sluitende poort opgetrokken of een open poort open gehouden, wanneer een persoon in het poortbereik de sensorstraal onderbreekt. 1. Druk op de rechter programmeertoets (tussen de OPEN en DICHT toets) en houd ze ingedrukt tot de OPEN-toets begint te knipperen. En foto-elektrische beveiliging is in het bijzonder aan te bevelen voor gezinnen met kleine kinderen. 3. Zodra de poort zich in de gewenste eindpositie OPEN bevindt, drukt u opnieuw op de rechthoekige programmeertoets. De aandrijvingsverlichting knippert kort en de DICHT-toets begint nu te knipperen. 21 Aandrijfeenheid aansluiten Poortaandrijving volgens de plaatselijk geldende richtlijnen en bepalingen aansluiten op een reglementair geïnstalleerde veiligheidswandcontactdoos. TIP: Als de aandrijving wordt ingeschakeld, wordt ook de aandrijvingsverlichting kort ingeschakeld. 22 Poort instellen en testen De poortaandrijving mag enkel worden bediend, wanneer de bedieningspersoon een goed zicht heeft op de poort en de omgeving, wanneer deze vrij van hindernissen is en de poortaandrijving correct is ingesteld. Niemand mag door de poort gaan, zolang ze in beweging is. Controleer voor de eerste ingebruikneming of alle inrichtingen die niet nodig zijn buiten bedrijf gesteld zijn. Verwijder alle montagehulpstukken en gereedschappen uit het zwenkbereik van de poort. 23 Instellen van de eindposities De eindposities zijn de posities waarin de poort stopt, wanneer ze naar boven of onderen werd bewogen. Voer de volgende programmatiestappen uit om de eindposities in te stellen. De aandrijving is met twee snelheden uitgerust. De software van de aandrijving kiest bij het aanleren automatisch de juiste snelheid. Tuimelpoorten en eendelige poorten lopen volgens de voorschriften automatisch in de langzame snelheid. Poorten waarvan de loopweg korter dan 190 cm is, lopen eveneens langzaam. Inleiding: Uw garagepoortopener is elektronisch zo ontworpen dat alle instellingen, zoals het instellen van de eindposities OPEN en DICHT, eenvoudiger zijn. Hierbij registreren besturingsapparaten automatisch de vereiste kracht die de aandrijving nodig heeft om deze eindposities te bereiken. TER INFO: Bij elke hindernis tijdens het openen stopt de poort. Bij elke hindernis tijdens het sluiten keert de richting van de poort om. Breng ons een bezoekje op www.chamberlain.eu of scan de code op de achterzijde van de handleiding met uw smartphone om een korte inleidingsvideo van uw nieuwe garagepoortopener te bekijken. 2. Druk nu op de OPEN-toets en houd ze ingedrukt tot de gewenste eindpositie OPEN wordt bereikt. TIP: Met de OPEN- en DICHT-toets kan de eindpositie zeer nauwkeurig worden ingesteld of gecorrigeerd. 4. Druk nu op de DICHT-toets en houd ze ingedrukt tot de gewenste eindpositie DICHT wordt bereikt. Laat de poort niet te ver bewegen of de rail naar boven buigen. TIP: Met de OPEN- en DICHT-toets kan de eindpositie zeer nauwkeurig worden ingesteld of gecorrigeerd. 5. Zodra de poort zich in de gewenste eindpositie DICHT bevindt, drukt u opnieuw op de rechthoekige programmeertoets. De aandrijvingsverlichting knippert kort en de OPEN-toets begint nu te knipperen. 6. Druk kort op de OPEN-toets. Wanneer de poort de ingestelde eindpositie OPEN heeft bereikt, begint de DICHT-toets te knipperen. TIP: Wanneer de poort niet naar de eindpositie OPEN gaat, is de programmering mislukt. Voer deze dan opnieuw uit en begin met stap 1. Wanneer de poort niet ver genoeg beweegt, lees dan deel 33 “Vaak gestelde vragen”. 7. Druk kort op de DICHT-toets. De poort gaat nu naar de ingestelde positie DICHT. De programmering is voltooid. nl 05/13 24 Automatische veiligheidsterugloop testen De automatische veiligheidsterugloop moet aan een test worden onderworpen. Bij contact met een op de grond liggende hindernis met een hoogte van 50 mm moet de garagepoort omkeren. Een verkeerde instelling van de poortaandrijving kan tot zware lichamelijke letsels leiden als gevolg van een sluitende poort. De test één keer per maand herhalen en eventueel nodige wijzigingen aanbrengen. HINDERNISTEST: Een 50 mm hoge hindernis (1) op de vloer onder de garagepoort leggen. Poort laten sluiten. De poort moet omkeren bij contact met een hindernis. Wanneer de poort stopt bij contact, gaat de poort niet ver genoeg omlaag. In dat geval moeten de eindpunten opnieuw worden ingesteld. 26 Speciale uitrusting (optioneel) A. B. Aansluiting voor knipperlicht Het knipperlicht kan op elke willekeurige plaats worden geïnstalleerd. De bijbehorende kabel aansluiten op snelaansluitklemmen 6 en 7. C. Tweede stop Beschrijving van de functie: De tweede stoppositie dient naargelang het poorttype voor het deels openen voor voetgangers, voor ventilatie of om huisdieren binnen en buiten te laten. De tweede stop is instelbaar voor elke willekeurige poortpositie binnen de twee eindposities van de garagepoort. Keer de poort na contact met de 50 mm hoge hindernis om, hindernis verwijderen en de poort eens volledig laten sluiten en openen. De poort mag niet omkeren, wanneer ze de poortpositie ‚gesloten’ bereikt. Keert ze toch terug, dan moeten de eindpunten opnieuw worden ingesteld. Activeren: TER INFO: Bij alle programmeerstappen waarbij toetsen gelijktijdig moeten worden ingedrukt, dient dit zorgvuldig te gebeuren. Mochten na het gelijktijdig indrukken andere toetsen knipperen dan deze die worden beschreven, koppel de aandrijving dan enkele seconden van het net. Daarna de programmering opnieuw beginnen. TEST OPENEN: 20 kg op het midden van de poort leggen. De poort mag niet omhooggaan. 25 Programmeer de Afstandsbediening / de Draadloze Drukknop (optioneel) Stel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het zicht is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de garage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen. De ontvanger en de draadloze afstandsbediening van uw garagepoortaandrijving zijn op dezelfde code geprogrammeerd. Bij de aanschaf van een bijkomende draadloze afstandsbediening moet de garagepoortaandrijving zo worden geprogrammeerd dat ze overeenstemt met code van de nieuwe draadloze afstandsbediening. Programmering van de ontvanger op bijkomende handzendercodes met behulp van de gele, ronde aanleertoets. 1. Gele aanleertoets op de aandrijving indrukken en loslaten. De aanleerdisplay licht gedurende 30 seconden zonder onderbreking op (1). 2. Houd de toets van de handzender waarmee u in het vervolg uw garagepoort wilt bedienen, ingedrukt (2). 3. Toets loslaten, zodra de aandrijvingsverlichting knippert. De code is aangeleerd. Nu functioneert de aandrijving, wanneer de toets op de handzender wordt ingedrukt. Wanneer u de toets op de handzender loslaat vooraleer de aandrijvingsverlichting knippert, leert de aandrijving de code niet aan. Wissen van alle handzendercodes Om ongewenste codes te deactiveren, moeten eerst alle codes worden gewist. De gele toets op de aandrijving indrukken tot de verlichte aanleerdisplay uitdooft (ca. 10 seconden). Zodoende zijn alle eerder aangeleerde codes gewist. Elke door u gewenste handzender en elk toegangssysteem zonder sleutel moet opnieuw worden geprogrammeerd. Aansluiting voor deur in de poort Afdekking openen. Daarachter liggen snelaansluitklemmen.Beldraad aansluiten op snelaansluitklemmen 4 en 5. 1. Beweeg de poort met de handzender of de wandconsole naar de gewenste tweede stop. 2. Kies een nog niet gebruikte toets op uw handzender. 3. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de rechthoekige pro grammeertoets en de OPEN-toets en wacht tot de aandrijvingsverlichting begint te knipperen. Druk dan op de toets die u eerder op de handzender hebt gekozen. Om bijkomende handzenders aan te leren, begint u opnieuw met stap 1. Uitschakelen: 1. Beweeg de poort in de positie DICHT. 2. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de rechthoekige programmeertoets en de OPEN-toets en wacht tot de aandrijvingsverlichting begint te knipperen. D. Automatisch sluiten Beschrijving van de functie: De foto-elektrische beveiliging van Chamberlain moet volgens EN60335-1-95 geïnstalleerd zijn. Activeren: Druk gelijktijdig op de rechthoekige programmeertoets en de DICHTtoets tot de aandrijvingsverlichting knippert. 1x OPEN-toets indrukken = 10 seconden teltijd. Tot 180 seconden mogelijk (18x drukken). Om de programmering af te sluiten, drukt u op de rechthoekige programmeertoets. Terwijl de tijd tot het sluiten verloopt, knippert de DICHTtoets. nl 06/13 E. F. G. H. I. J. Uitschakelen: Druk gelijktijdig op de rechthoekige programmeertoets en de DICHTtoets tot de aandrijvingsverlichting knippert. 1x DICHT-toets indrukken = 10 seconden minder teltijd. Wanneer u zich de juiste teltijd niet meer herinnert, drukt u gewoon 18x op de DICHT-toets. Om de programmering af te sluiten, drukt u op de rechthoekige programmeertoets. Tips: - Wanneer de foto-elektrische beveiliging werd onderbroken, wordt de aflooptijd weer teruggesteld (begint van voren). - Automatisch Sluiten functioneert niet vanuit de tweede stoppositie. - De garagepoortaandrijving moet de eindpositie OPEN bereikt hebben om Automatisch Sluiten te activeren. Troubleshooting: Probleem: Zonder foto-elektrische beveiliging werkt de aandrijving niet meer. Oplossing: Geen fout. Correct. Zodra ze eenmaal is aangesloten, is de foto-elektrische beveiliging onontbeerlijk. Configuratie van de handzendertoetsen voor OPEN, STOP of DICHT Beschrijving van de functie: Elke toets van de handzender kan met een OPEN-, STOP- of DICHTcommando worden geconfigureerd. OPEN: De gele aanleertoets en de OPEN-toets gelijktijdig indrukken tot de LED gaat branden. Druk nu op de toets op de handzender die het OPEN-commando moet krijgen en wacht tot de aandrijvingsverlichting knippert. STOP: De gele aanleertoets en de rechthoekige programmeertoets gelijktijdig indrukken tot de LED gaat branden. Druk nu op de toets op de handzender die het STOP-commando moet krijgen en wacht tot de aandrijvingsverlichting knippert. DICHT: De gele aanleertoets en de DICHT-toets gelijktijdig indrukken tot de LED gaat branden. Druk nu op de toets op de handzender die het DICHT-commando moet krijgen en wacht tot de aandrijvingsverlichting knippert. Draadloos gestuurd toegangssysteem zonder sleutel (enkel met 747REV draadloos codeslot): Bedien de poort met een persoonlijke code van 4 cijfers. Tijdelijke toegang (enkel met 747REV draadloos codeslot): Er kan een tijdelijke code voor begrensde toegang tot de garage (met tijdsbegrenzing of begrensd aantal openingen) geprogrammeerd worden. Sluitfunctie met één toets (enkel met 747REV draadloos codeslot): Zonder de toegangscode kan de poort vanuit elke positie worden gesloten (niet geopend). myQ (enkel met 830REV internetinterface „Gateway“ ): Maakt het mogelijk om de garagepoort te bedienen via internet of een compatibele mobiele telefoon. Garagepoortbewaking (enkel met 829REV garagepoortbewaking): Biedt optische (via LED’s) en akoestische bewaking van de poortpositie. De poort kan door dit apparaat ook gesloten worden. K. Laser Park Garage Sensor (foto-elektrische beveiliging en Laser Park Sensor vereist) Snelaansluitklemmen 2 en 3 (beschikbaar vanaf ca. juli 2013) nl 07/13 27 Bediening van de poortaandrijving Automatisch openen / sluiten van de poort: Met behulp van de volgende apparaten kan de poortaandrijving geactiveerd worden: • Handzender: Toets indrukken tot de poort in beweging komt. • Drukknop/draadloze drukknop (wanneer dit toebehoren geïnstalleerd is): druktoets indrukken tot de poort in beweging komt. Manueel openen van de poort (handmodus): Indien mogelijk, moet de poort helemaal gesloten zijn. Door zwakke of beschadigde veren kan een geopende poort plots dichtvallen, wat tot materiële schade of zware lichamelijke letsels kan leiden. ONTGRENDELEN: De rode hefboom kort omlaagtrekken. Dan de poort met de hand openen. De poort niet openen / sluiten door aan de kabel te trekken! VERGRENDELEN: Het ontgrendelingsmechanisme voorkomt dat de loopwagen automatisch weer wordt vergrendeld. Druk op de groene knop op de loopwagen en bij de volgende poortbeweging wordt het systeem opnieuw vergrendeld. Werkingsverloop: Bij bediening van de poortaandrijving met draadloze afstandsbediening of drukknop: - sluit de poort, wanneer ze helemaal geopend was, - opent de poort, wanneer ze gesloten was, - stopt de poort, wanneer ze juist opent of sluit, - beweegt de poort in de tegengestelde richting van de laatst uitgevoerde beweging, wanneer ze deels geopend is, - dan keert de poort terug in de open positie, wanneer ze bij het sluiten op een hindernis stoot, - dan stopt de poort, wanneer ze bij het openen op een hindernis botst. - Foto-elektrische beveiliging (optioneel): Met een foto-elektrische beveiliging wordt een sluitende poort opgetrokken of een open poort open gehouden, wanneer een persoon in het poortbereik de sensorstraal onderbreekt. - DE MULTIFUNCTIONELE DEURBEDIENING Druk op de drukknop (1) om de deur te open en te sluiten. Druk opnieuw om de deur te stoppen. Verlichtingsfunctie Druk op de LIGHT-knop (2) om de openerlamp in en uit te schakelen. Hiermee kan de openerlamp niet worden bediend wanneer de deur in beweging is. Wanneer u de verlichting inschakelt en vervolgens de opener inschakelt, blijft de verlichting gedurende 2-1/2 minuut branden. Druk de knop opnieuw in om de verlichting eerder uit te schakelen. De aandrijvingsverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld: 1. eerste inschakeling van de poortaandrijving (kort) 2. Onderbreking van de stroomtoevoer (kort) 3. bij iedere inschakeling van de poortaandrijving. Het licht wordt na 2 1/2 minuten automatisch weer uitgeschakeld. 28 Informatiestickers aanbrengen (Afb. 28) 29 Reiniging en onderhoud Voor elke reiniging en onderhoudswerkzaamheden moet de netstekker worden uitgetrokken. Elektrocutiegevaar! Onderhoud van de poortaandrijving Een correcte installatie garandeert een optimale werking van de poortaandrijving met minimale onderhoudsinspanningen. Een bijkomende smering is niet nodig. Grof vuil in de geleidingsrail kan de werking aantasten en moet worden verwijderd. 30 Reiniging De aandrijfkop, de drukknop en de handzender reinigen met een zachte, droge doek. Geen vloeistoffen gebruiken. 30.1 Onderhoud De installatie, in het bijzonder kabels, veren en bevestigings-elementen, moeten vaak op tekenen van slijtage, beschadiging of gebrekkig evenwicht worden gecontroleerd. Niet gebruiken, wanneer er herstellingen of instellingen moeten worden uitgevoerd, aangezien een fout in de installatie of een foutief uitgebalanceerde poort tot zware letsels kunnen leiden. Eén keer per maand: • Automatische veiligheidsterugloop opnieuw testen en indien nodig opnieuw instellen. • Poort manueel bedienen. Neem contact op met de onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit. • Volledig openen en sluiten van de poort controleren. Eventueel eind-schakelaar en / of kracht opnieuw instellen. Twee keer per jaar: • Riemspanning controleren. Daartoe eerst de loopwagen van de aandrijving koppelen. Eventueel riemspanning aanpassen. Eén keer per jaar (aan de poort): • Poortrollen, lagers en scharnieren smeren. Een bijkomende smering van de poortaandrijving is niet nodig. Eindschakelaar- en krachtinstelling: Deze instellingen moeten bij de installatie van de aandrijving worden gecontroleerd en correct worden uitgevoerd. Afhankelijk van het weer kunnen zich bij het gebruik van de poortaandrijving geringe veranderingen voordoen, die moeten worden verholpen door opnieuw in te stellen. Dat kan in het bijzonder voorvallen in het eerste bedrijfsjaar. De aanwijzingen bij eindschakelaar en trekkracht instellen zorgvuldig volgen en na elke nieuwe instelling de automatische veiligheidsterugloop opnieuw testen. nl 08/13 30.2 Batterijen van de handzender vervangen Batterij van de handzender: De batterijen in de handzender gaan heel lang mee. Verkleint het zendbereik, dan moeten de batterijen worden vervangen. Batterijen vallen niet onder de garantie. Neem de volgende batterijaanwijzingen in acht: Batterijen mogen niet met het huisafval meegegeven worden. Elke consument is wettelijk verplicht om zich reglementair te ontdoen van batterijen op de voorziene inzamelpunten. Laad batterijen nooit opnieuw op, wanneer ze daarvoor niet geschikt zijn. Ontploffingsgevaar! Houd batterijen uit de buurt van kinderen, veroorzaak geen kortsluiting en haal batterijen niet uit elkaar. Raadpleeg meteen een arts, wanneer een batterij werd ingeslikt. Reinig, indien nodig, batterij- en apparaatcontacten voor het inzetten. Lege batterijen onmiddellijk uit het apparaat verwijderen! Verhoogd lekgevaar! Stel batterijen nooit bloot aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur en dergelijke! Er is een verhoogd lekgevaar! Vermijd contact met de huid, ogen en slijmvliezen. Spoel de door batterijzuur aangetaste plaatsen meteen af met veel koud water en raadpleeg onmiddellijk een arts. Altijd alle batterijen tegelijk vervangen. Enkel batterijen van hetzelfde type gebruiken, geen verschillende types of gebruikte en nieuwe batterijen door elkaar gebruiken. Neem de batterijen uit het apparaat als u het gedurende een lange periode niet gebruikt. Batterij vervangen: Om de batterij te vervangen, opent u de behuizing aan de achterzijde met een schroevendraaier. Til de afdekking op en neem de onderliggende besturing uit. Schuif de batterij opzij en neem ze uit. Let bij het inschuiven van de nieuwe batterij op de polariteit. Handzender weer monteren. OPGELET! Explosiegevaar bij verkeerde vervanging van de batterij. Enkel vervangen door hetzelfde of een gelijkwaardig type (10A20-WH). 31 Aandrijvingsverlichting De LED-aandrijvingsverlichting heeft een zeer lange levensduur en is onderhoudsvrij. De lichtafdekking kan niet worden afgenomen. 32 Verwijdering De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen. Ze kan in de plaatselijke recyclagecontainers worden gedeponeerd. Overeenkomstig Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende oude elektrische apparaten moet dit apparaat na gebruik volgens de voorschriften worden verwijderd om te garanderen dat de gebruikte materialen worden gerecycleerd. Het gemeente- of stadsbestuur geeft informatie over de mogelijkheden voor verwijdering. 33 Vaak gestelde vragen 1. Poortaandrijving kan niet worden ingeschakeld met draadloze afstandsbediening: • Is de aandrijving aangesloten op de stroomvoorziening? Wordt een op het stopcontact aangesloten lamp niet ingeschakeld, controleer dan de overbelastingsschakelaar (sommige stopcontacten worden via een wandschakelaar ingeschakeld). • Zijn alle poortblokkeringen uitgeschakeld? Zie veiligheidsrichtlijnen. • Probeer het met een nieuwe batterij. • Wanneer u twee of meer handzenders heeft waarvan er slechts een functioneert, moet u de programmering van de ontvanger controleren. • Bevindt er zich sneeuw / ijs onder de poort? Dan is dit de poort mogelijks aan de grond gevroren. Event. hindernissen wegnemen. • De poortveer kann defect zijn. Ze moet door een specialist worden vervangen. 2. Zendbereik van de handzender is te gering: • Is er een batterij ingezet? Nieuwe batterij inzetten. • Draadloze afstandsbediening in het voertuig op een andere plaats uitproberen. • Het zendbereik verkleint bij metalen poorten, aluminium of metalen bekledingen. 3. Poort keert zonder aanwijsbare reden terug: • Wordt de poort ergens door gehinderd? Aan de manuele ontgrendeling trekken en de poort met de hand bedienen. Neem contact op met de onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit. • Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren. • Sneeuw of ijs uit de sluitzone van de poort verwijderen. • Keert de poort bij het bereiken van de positie ’esloten’ om, dan moet de eindschakelaar voor deze poortpositie worden ingesteld. Na het voltooien van elke instelling moet de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest: • Het is niet ongewoon dat de eindposities af en toe opnieuw worden ingesteld. In het bijzonder door het weer kan het traject van de poort veranderen. 4. De garagepoort gaat vanzelf open en dicht: • Alle handzenders wissen en dan opnieuw programmeren. Zie punt 25. • Klemt de afstandsbedieningstoets vast in de positie „AAN“? • Enkel originele afstandsbedieningen gebruiken! Het gebruik van vreemde producten veroorzaakt storingen. • De knop van de afstandsbediening werd per ongeluk ingedrukt (tas). • De kabel van de wandschakelaar is beschadigd (bij wijze van proef verwijderen). • De poortbeweging wordt geactiveerd door een op de aandrijving aangesloten accessoire (bij wijze van proef verwijderen). 5. Poort sluit niet volledig: • Traject van de aandrijving opnieuw programmeren. Controle van de mechanische componenten op veranderingen (bijv. poortarmen en beslagen.Na elke nieuwe instelling van de poortpositie ‘gesloten’ moet de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest. nl 09/13 6. De poort gaat wel open, maar sluit niet: • Indien geïnstalleerd, moet de foto-elektrische beveiliging gecontroleerd worden. Knippert de LED op de foto-elektrische beveiliging, dan moet de inrichting gecorrigeerd worden. • Werking van handzender en drukknop controleren. 7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan: • Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld. • Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten. De verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld • Geen stroom. 8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld: • Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening enprobeer het opnieuw. • De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij. 9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet: • Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele ontgrendeling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort uitgebalanceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door de veren in positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw onderhoudsdienst. • Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is de poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen. • Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen. Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw programmeren als poort in orde is. 10. De aandrijving loopt slechts in één richting: • Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde richting. • Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren als de poort in orde is. 11. De riem klappert tegen de rail: • Riemspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een te sterk gespannen ketting worden onderzocht. De veren van de spaninrichting van de rail mogen niet volledig samengedrukt worden. • De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in trilbewegingen. Poortbeweging verbeteren. 12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne: • Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand worden geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw geactiveerd, dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden. • Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne met behulp van een externe noodontgrendeling van buiten de garage van de aandrijving gekoppeld. 13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd: • Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de poort te bewegen. Poort herstellen of correct monteren. • Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist. 14. De rail op de aandrijving buigt: • Poort is zwaar, zeer zwaar, loopt moeilijk of is in slechte staat. Raadpleeg een specialist. • Als de rail tijdens de beweging slingert, wijst dat op een niet gelijkmatig werkende poort met steeds veranderende krachtbehoefte. Raadpleeg een specialist en smeer evt. de poort. Een bijkomende ophanging aan de rail kan het probleem verhelpen. 15. De aandrijving „werkt“ (motor draait hoorbaar) maar de loopwagen beweegt niet: • De loopwagen is van de aandrijving gekoppeld. • Bij een nieuwe installatie: Bij de montage van motor en rail is de voorgemonteerde adapterhuls tussen de motoras en de rail niet gemonteerd. Deze is in de fabriek voorgemonteerd, maar kan verwijderd worden. Als u achter de aandrijving staat, kunt u zien of het tandwiel in de rail draait, of enkel de motor. • Bij een nieuwe installatie: De riem is van het tandwiel in de rail gesprongen. Als u achter de aandrijving staat, hebt u zicht op het tandwiel. • Na langdurig gebruik: Is de ontgrendeling defect of permanent los? • Na langdurig gebruik: Het omhulsel tussen rail en motor of de motortransmissie is defect. 16. De poort ontgrendelt zich vanzelf uit de loopwagen en blijft staan: • Is er een externe ontgrendeling bij stroompanne geïnstalleerd, dan moet gecontroleerd worden of deze zich tijdens het openen van de poort opspant en ontgrendelt. Houd het mechanisme in de gaten en stel het evt. opnieuw in. • De greep van de ontgrendeling mag niet door andere voorwerpen worden vervangen. 17. Instelling van de kracht De druktoets voor het afstellen van de kracht ligt onder de afdekking aan de achterzijde van de aandrijving. Door de krachtleermodus wordt de vereiste kracht voor het openen en sluiten van de poort ingesteld. 1. Open de afdekking aan de achterzijde van de aandrijving. 2. Druk twee keer op de gele aanleertoets om in de krachtleermodus te geraken. De LED en de OPEN-toets knipperen. Druk op de OPENtoets. De poort gaat nu naar de eindpositie open en leert daarbij hoeveel kracht er nodig is. Zodra de eindpositie OPEN is bereikt, beginnen de LED en de DICHT-toets te knipperen. Druk op de DICHT-toets. De poort gaat nu naar de eindpositie DICHT en leert daarbij hoeveel kracht er nodig is. nl 10/13 DIAGNOSETABEL De garagepoortaandrijving is uitgerust met een diagnosefunctie. De OPEN- en DICHT-toetsen op de besturing knipperen. Tel het aantal „blinks“ van de desbetreffende toets tussen twee knipperpauzes. De laatste gebeurtenis wordt steeds weergegeven. DISPLAY OPEN toets SYMPTOOM OPLOSSING DICHT toets 1 1 De aandrijving sluit niet en de verlichting op de aandrijving knippert. De foto-elektrische beveiligingen (accessoires) werden verwijderd, zijn onderbroken of verkeerd aangesloten. 1 2 De aandrijving sluit niet en de verlichting op de aandrijving knippert. De aangesloten foto-elektrische beveiliging heeft een kabeldefect of de kabels zijn verkeerd aangesloten. 1 3 De wandschakelaar functioneert niet. Kabeldefect in de wandschakelaar of verkeerd aangesloten. Bij wijze van test een nieuwe kabel leggen, indien de fout niet kan worden gevonden. 1 4 De garagepoortaandrijving sluit niet en de verlichting op de aandrijving knippert. 1 5 De poort beweegt slechts enkele cm, Stroef lopende / defecte poort De poort met de hand openen of sluiten en de werking stopt of verandert van richting. van de poort laten controleren door een vakman (reparatie). Er bevindt zich een hindernis in het bereik van de foto-elektrische beveiliging of de fotoelektrische beveiliging is niet correct afgesteld. De rode LED’s op de foto-elektrische beveiligingen knipperen, omdat er geen juiste werking is gegarandeerd. Geen beweing, enkel „click“. De poort is mechanisch geblokkeerd, gesloten of de veren van de poort zijn defect. De poort van de aandrijving ontgrendelen en de werking van de aandrijving testen. Aandrijving bromt, maar er wordt geen beweging uitgevoerd. Zoals boven De poort beweegt langzaam in een andere positie nadat de aandrijving is uitgeschakeld. Poort defect, zwaar of niet uitgebalanceerd en moet worden hersteld Geen beweging. Besturing defect. Raadpleeg een vakman. Zie „Vaak gestelde vragen“ punt 15. 1 6 2 1-5 3 2 Poort OPEN-DICHT positie kan niet worden aangeleerd. 4 1-4 De poort gaat niet volledig in de aan- Poort defect of loopt stroef. Poort ontgrendelen en testen. geleerde eindpositie. Loopweg opnieuw aanleren. 4 5 De aandrijving beweegt slechts enkele cm, stopt of verandert van richting. Zie „Vaak gestelde vragen“ punt 15. 4 6 De poort sluit niet volledig en verandert van richting. De foto-elektrische beveiligingen zijn niet correct afgesteld of werden kortstondig onderbroken door een hindernis. De hindernis treedt mogelijks enkel tijdens de beweging van de poort op. nl 11/13 DISPLAY SYMPTOOM OPLOSSING OPEN toets DICHT toets 5 1 Aansluiting 1+2 voor de wandKabeldefect in de toevoer. Kabel niet naast 230 volt of in dezelfde buis leggen. schakelaar is langer dan 4 seconden Bij wijze van test een nieuwe kabel leggen. kortgesloten. 5 5 Spanning te laag. De stroomspanning is/was te laag. Een aangesloten batterij is leeg. Onvoldoende stroomtoevoer. 6 1 Het maximale aantal mogelijke handzenders is bereikt. Er zijn teveel handzenders geprogrammeerd en de besturing heeft de eerst geprogrammeerde handzender gewist en vervangen door de laatst geprogrammeerde. 34 Optionele accessoires 1. TX4RUNI - 4-kanaals handzender 2. 128REV - 2-kanaals draadloos wandtoestel 3. 747REV - draadloos codeslot 4. 830REV - myQ Starter Kit (internetinterface “Gateway” + foto-elektrische beveiliging) 5. 829REV - garagepoortbewaking 6. 1REV - noodontgrendeling 7. 1702REV - noodontgrendeling 8. 75REV – verlicht wandtoestel 9. FLA-1LED - knipperlicht 10. 771REV - foto-elektrische beveiliging 11. 41REV - sleutelschakelaar (opbouw) 12. 16200LM - Deur-in-Deur schakelaar nl 12/13 35 Technische gegevens 36 36 Reserveonderdeelen / Garantie Ingangsspanning . . . . . . . . . .230-240 VAC, 50 Hz Zie www.chamberlain.eu of neem contact op met uw dealer. Max. trekkracht . . . . . . . . . . .700 N (COMFORT), Zie ook in het verkrijgbare garantieboek. 1000 N (PREMIUM) Standby (bij gesloten deur) . .0.8 W Motor Motortype . . . . . . . . . . . . . . . .DC tandwielmotor met continue smering Geluidsniveau . . . . . . . . . . . .54 dB 37 Conformiteitsverklaring Aandrijftype . . . . . . . . . . . . . .Tandriem Conformiteitsverklaring Lengte van het poorttraject . .instelbaar Openingssnelheid, tot . . . . . .160 mm/s (COMFORT), . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200 mm/s (PREMIUM) Verlichting . . . . . . . . . . . . . . .Aan, wanneer de aandrijving start, Uit 2-1/2 minuten na stop. Poortstangen . . . . . . . . . . . . .Verstelbare poortarm, trekkabel voor loopwagenontgrendeling Veiligheid Persoonlijk . . . . . . . . . . . . . . .Een druk op de toets en automatische stop bij neerwaartse beweging / Een druk op de toets en automatische stop bij opwaartse beweging. De vermelde automatische garagepoortopener voldoet aan de toepasselijke delen van de normen EN 55014-1 (2006), EN 55014-2 (2008), EN 61000-4-2 (2009), EN 61000-4-3 (2008), EN 61000-4-4 (2004), EN 61000-4-5 (2007), EN 61000-4-6 (2009), EN 61000-4-11 (2004), EN 62233 (2008), EN 300220-1 (V2.3.1), EN 300220-2 (V2.1.2), EN 60335-1 (2010), EN 60335-2-95 (2004) volgens de bepalingen en alle aanvullingen van Europese richtlijn 2004/108/EG, 2006/95/EG, 2006/42/EG en 1999/5/EG. Model:........................................................ML700EV, ML1000EV S./N.: .................................................xxxxx000001 - xxxxx99999 Fabrikant Elektronisch . . . . . . . . . . . . . .Automatische krachtleermodus Elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . .Trafo-overlastbeveiliging en laagspanningsbedrading voor wandconsole. Eindschakelaarinstelling . . . .optische herkenning van toerental en poortpositie Eindschakelaarinstelling . . . .mechanische omkeersensor / passpoint detector Instelling eindposities . . . . . . .elektronisch Soft start / soft stop . . . . . . . .alle modellen Afmetingen Lengte (totaal) . . . . . . . . . . . .3200 mm Chamberlain GmbH Alfred-Nobel-Str. 4 D-66793 Saarwellingen Alle technische archiefgegevens voor de aandrijving en de bijbehorende accessoires worden door Chamberlain GmbH bewaard en op verzoek van de overheidsinstanties ter beschikking gesteld, indien nodig. B. P. Kelkhoff Manager, Regulatory Affairs Chamberlain GmbH Alred-Nobel-Str. 4 D-66793 Saarwellingen February 2013 Vereiste afstand tot het plafond. . . .30 mm Hangend gewicht . . . . . . . . . .~ 12 kg Ontvanger Geheugenregister . . . . . . . . .180 Werkfrequentie: . . . . . . . . . . .6-bands (433 MHz / 868 MHz) TIP: Chamberlain raadt uitdrukkelijk aan om de foto-elektrische beveiliging te installeren voor alle garagepoortaandrijvingen! nl 13/13 Chamberlain GmbH Alfred-Nobel-Strasse 4 66793 Saarwellingen Germany www.chamberlain.eu [email protected] 114A4C035B 2013, all rights reserved 16 25 23 27 A 1: 0-100 mm 2: 100-130 mm 1 1 2 ▲ ▐ 28 30.2 3 B service: 4 www.chamberlain.de [email protected] 4x A A B B AB A B ACHTUNG - Einklemmgefahr de Regelmässig überprüfen und wenn notwendig einstellen, um sicher zu sein, dass das Tor umkehrt, wenn es einen 50 mm hohen Gegenstand berührt, der auf den Boden gestellt wurde. en Regularly check and adjust if necessary to ensure that the door reverses when it touches a 50 mm high object that is placed on the floor. fr Vérifier régulièrement, et eégler si nécessaire, pour s’assurer que la porte inverse son mouvement lorsqu’elle rencontre un objet de 50 mm de haut placé sur le sol. CAUTION - Danger of Entrapment ATTENTION - Risque d’écrasement ACHTUNG - Einklemmgefahr de Regelmässig überprüfen und wenn notwendig einstellen, um sicher zu sein, dass das Tor umkehrt, wenn es einen 50 mm hohen Gegenstand berührt, der auf den Boden gestellt wurde. en Regularly check and adjust if necessary to ensure that the door reverses when it touches a 50 mm high object that is placed on the floor. tr CAUTION - Danger of Entrapment cz ▲ ▐ ATTENTION - Risque d’écrasement fr Vérifier régulièrement, et eégler si nécessaire, pour s’assurer que la porte inverse son mouvement lorsqu’elle rencontre un objet de 50 mm de haut placé sur le sol. hr C VD 12 LET OP - Inklemmingsgevaar nl Regelmatig controleren en indien nodig instellen om zeker te zijn dat de poort terugdraait als deze een 50 mm hoog object aanraakt dat op de grond werd geplaatst. es Comprobar regularmente y ajustar cuando sea necessario para garatizar que la puerta se invierta cuando toca un objeto de 50 mm de altura que se colocó en el suelo. pt Verificar regularmente e se necessário, ajustar para se assegurar de que o portão volta para trás ao tocar num objecto com uma altura de 50 mm que foi clocado no chão. sr ATENCIÓN - Peligro de aprisionamiento sk ATENÇÃO - Perigo de entalamento ro ATTENZIONE - Pericolo di incastro it Verificare sistematicamente e, se necessario, regolare in maniera adeguata onde assicurare che la porta torni indietro se viene in contatto con un oggetto alto 50mm posto a terra. bg ADVARSEL - fare for indklemming hu da Porten skal kontrolleres og om nøvendigt justeres for at sikre, at den går tilbage, når den berører en 50 mm høj genstand, der er blevet stillet på jorden. no Etter at døren har berørt en gjenstand som har stått 50mm over gulvhøyde, må du jevnlig sjekke om døren går feilfritt. Juster om nødvendig. sv Kontrollera regelbundet och justera om det behövs, för att vara säker på att porten vänder när den träffar ett 50 mm högt föremål, som placerats på golvet. FORSIKTIG - Klemmefare sl VARNING - klämningsrisk pl HUOMIO - puristumisvaara fi Tarkista säännöllisesti ja milloin tarpeellista säädä, ollaksesi varma, että portti kääntyy takaisin, kun se koskettaa 50 mm korkeaa kohdetta, joka on asetettu maan pinnalle. service: www.chamberlain.de [email protected] 17 rus cn el A A B B A B A B 5 Pb 114A4354 Cd Hg 6 34 ▲ ▐ 2 1 3 7 19 - 20 ▲ ▐ 24 VDC + - 0 1 2 2 3 4 5 6 7 1+2 24 5 24 VDC + - 4 0 1 2 2 3 4 5 6 6 7 8 7 2+3 9 10 11 12 1 114A4C036
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286

Chamberlain ML1000EV, ML700EV de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor