Chamberlain LiftMaster LM800A & LM1000A de handleiding

Type
de handleiding
1-nl
WAARSCHUWING
Het niet navolgen van de volgende veiligheidsregels kan resulteren in ernstige persoonlijke of materiele schade.
Lees deze instructies zorgvuldig.
De garagedeuropener is ontworpen en getest voor een goede, veilige werking, mits deze strikt geïnstalleerd en bedi-
end wordt conform de instructies in deze handleiding.
Deze veiligheidssymbolen betekenen WAARSCHUWING - een instructie voor persoonlijke veiligheid of ter voorkoming
van schade. Lees deze instructies zorgvuldig.
WAARSCHUWING: Als uw garage geen dienstingang heeft, moet Model 1702EML Outside Quick Release worden geïnstalleerd. Dit accessoire
maakt het mogelijk de garagedeur met de hand van buiten te openen in het geval van een stroomstoring.
Houd de garagedeur in evenwicht. Zorg ervoor dat de
garagedeuropener geen aanlopende of klemmende
garagedeuren compenseert. Klemmende of aanlopende
deuren moeten gerepareerd worden. Garagedeuren,
drangers, kabels, kabelwielen, bevestigingsbeugels en het
bevestigingsmateriaal staan onder extreme spanning en
kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Probeer niet
om ze los te draaien, te verplaatsen of bij te stellen. Bel
een garagedeur monteur.
Draag geen ringen, horloges of los zittende kleding tij-
dens het installeren van of onderhoud aan een
garagedeuropener.
Om ernstig persoonlijk letsel door verstrikking te
voorkomen, dienen alle touwen die vastzitten aan de
garagedeur verwijderd te worden voordat men begint
met het installeren van de deuropener.
Installatie en bedrading moeten overeenkomstig de bij u
geldende regels worden uitgevoerd. Sluit de stroomka-
bel alleen aan op een correct geaarde netaansluiting.
Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal
moeten flink verstevigd worden om schade aan de deur
te voorkomen. (zie pagina 8.) De beste oplossing is om bij
uw garagedeurfabrikant te informeren naar een verstevig-
ingsset voor opener- installatie.
De veiligheids-open-systeem test is erg belangrijk. Uw
garagedeur MOET weer openen bij contact met een voor-
werp van 40mm dat zich op de vloer bevindt. Verzuimen
de opener correct in te stellen kan resulteren in ernstig
letsel door een sluitende garagedeur. Herhaal deze test
eenmaal per maand en stel zonodig het systeem bij.
Het systeem moet niet geïnstalleerd worden in een
vochtige of natte ruimte.
De deur moet tijdens het functioneren niet uitsteken
over de openbare weg.
BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS
Het beveiligingssysteem moet geïnstalleerd zijn wan-
neer de kracht bij de rand van de sluitende deur
groter is dan 400 N (40 kg). Een te hoge kracht beïn-
vloedt de juiste werking van het veiligheidsomkeer-
systeem of beschadigt de garagedeur.
Bevestig het let op-etiket naast de aan de wand
gemonteerde bedieningsknop voor de garagedeur
als herinnering aan veilige bedieningsprocedures.
Open alle aanwezige garagedeursloten om schade
aan de garagedeur te voorkomen.
Monteer de verlichte deurbedieningsknop (of andere
drukknoppen) op een locatie waar de garagedeur
zichtbaar is, op een hoogte van minimaal 1,5 m en
buiten bereik van kinderen. Sta kinderen het bedi-
enen van de drukknop(pen) of afstandsbediening(en)
niet toe. Ernstig persoonlijk letsel kan het gevolg zijn
van het misbruik van de opener.
Activeer de opener alleen wanneer u de deur vol in
het zicht heeft, vrij van obstakels is en de opener
juist is ingesteld. Niemand mag de garage in- of uit-
gaan wanneer de deur in beweging is. Sta kinderen
niet toe om bij de deur te spelen.
Gebruik de handmatige ontkoppeling alleen om de trol-
ley vrij te maken en, indien mogelijk, alleen als de deur
gesloten is. Gebruik het rode handvat niet om de deur
te openen of te sluiten.
Maak de stroomtoevoer van de garagedeuropener
los voordat u reparaties uit gaat voeren of de
afscherming verwijdert.
Dit product is voorzien van een speciaal ontworpen voed-
ingkabel die, in geval van beschadiging, moet worden ver-
vangen door een voedingskabel van hetzelfde type; een
dergelijke voedingskabel is verkrijgbaar bij een specialist
en kan door hem worden geïnstalleerd.
INHOUD PAGINA
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . .1
DEURTYPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BENODIGD GEREEDSCHAP . . . . . . . . . . . .2
GELEVERD BEVESTIGINGSMATERIAAL . .2
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
VOLTOOIDE INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . .3
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
ELEKTRISCHE SPANNING AANSLUITEN .3
DE CODE PROGRAMMEREN . . . . . . . . . . .4
AFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
INHOUD PAGINA
INSTALLEER HET PROTECTOR SYSTEM
(OPTIONEEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
SPECIALE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
RESERVEONDERDELEN ZIE INSTRUKTIES
ONDERHOUD VAN UW OPENER . . . . . . . .6
CONTROLE VAN UW OPENER . . . . . . . . . .6
HAVING A PROBLEM? . . . . . . . . . . . . . . . . 7
BEDIENING VAN UW OPENER . . . . . . . . . .6
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . .8
VOORDAT U BEGINT
1. Inspecteer de muur of het plafond boven de garagedeur. De kopsteun moet stevig op de constructie bevestigd worden.
2. Heeft u een afgewerkt plafond in uw garage? Zo ja, dan zijn misschien een steunbeugel en extra ijzerwaren nodig (niet bijgeleverd).
3. Afhankelijk van uw deurconstructie, is misschien een speciale deurarm vereist. Raadpleeg uw leverancier.
4. Als u behalve de garagedeur geen aparte toegangsdeur tot de garage heeft, is een Model 1702EML ontkoppelingsslot vereist.
2-nl
1
2
3
A. Kanteldeur met alleen een horizontale geleiderail.
B. Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail – speciale deurarm
(E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem (29 (9))
noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier.
C. Sektionale deur – zie 20B – koppel de deurarm. Het beveilig-
ingssysteem (29 (9)) noodzakelijk voor deuren met een lengte
hoger dan 2,5 m.
D. Schermdeur – speciale deurarm (E, The Chamberlain Arm™) en
het beveiligingssysteem (29 (9)) noodzakelijk. Raadpleeg uw lever-
ancier.
E. Speciale deurarm – The Chamberlain Arm™ voor gebruik op deur-
typen B en D.
DEURTYPEN
BENODIGD GEREEDSCHAP
GELEVERD BEVESTIGINGSMATERIAAL
(1) Zeskantbout
(2) 8mm sledebout
(3) Houtschroeven
(4) Vorkbout
(5) Handvat
(6) Plug
(7) Betonplug
(8) Borgring
(9) Zeskantige moer
(10) Bevestigingsring
(11) Zeskantbout
(12) Borgmoer
(13) Metrisch tapbout
(14) Zeskantschroef
(15) Stopbout
(16) Zeskantige moer
(17) Zeskantschroef
VOLTOOIDE INSTALLATIE
Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven montage-,
installatie- en afstellingsprocedures is het misschien nuttig om deze
afbeelding van een voltooide installatie bij de hand te hebben.
(1) Kophoes
(2) Spanpoeliesteun
(3) Slede
(4) Rail
(5) Ketting/Riem
(6) Hangijzer
(7) Snoer
(8) Opener
(9) Lampeglas
(10) Noodontkoppeling:
koord & handgreep
(11) Gebogen gedeelte deurarm
(12) Recht gedeelte deurarm
(13) Deurbeugel en plaat
(14) Kopsteun
(15) Trolley-ontgrendelarm
MONTAGE
Belangrijk! Als u een overhead-deur heeft, moet u bij het monteren
van de rail de instructies voor de ChamberlainDeurarm (The
Chamberlain Arm™) accessoire gebruiken in combinatie met deze
Gebruikershandleiding.
MONTAGE DE RAIL
Breng vet aan op de binnenranden van de railstukken (1). Plaats de rail-
stukken op een vlakke ondergrond voor montage. Alle vier railstukken
zijn onderling verwisselbaar. Schuif de railsteun (3) op het railstuk.
Koppel de rails door de railsteun op het volgende railstuk te schuiven.
Tik de railsamenbouw (4) op een stuk hout tot de railstukken (5) vlak
aansluiten. Herhaal dit met de overige railstukken.
MONTEER DE KETTING/RIEM
Neem de ketting/riem uit de doos en leg de ketting op de grond
(voorkom dat de ketting/riem verdraait).
A. Ketting: Duw de stiften van de verbindingsschakel (3) door ket-
tingschakel (4) en opening van de trolley (5). Plaats de sluitschalm (2)
over pennen en op de sleuven. Schuif borgclip (1) over de sluitschalm
en op de pengroeven tot beide pennen stevig vergrendeld zijn.
B. Riem: Haak de trolleyconnector (6) in de bevestiging (7) op de trol-
ley (8).
PLAATS DE KETTING IN DE RAIL EN BOUW DE
KOPHOES SAMEN
Schuif poeliesteun (1) en binnenste trolley (2) in het achterste einde
(openereinde) van de complete rail (3), zorg ervoor dat de poeliesteun
gemonteerd wordt met de pijl (4) in de richting van de voorzijde
(kopeinde) van de rail (5) zoals afgebeeld. Duw de steun naar de voorz-
ijde (kopeinde) van de rail (5). Plaats sledebout (6) door de steun van
de kophoes (7). Draai veermoer (8) en platte ring (9) losjes op de slede-
bout. Plaats sledebout (6) van de kophoes-eenheid (7) in boutuitsparing
van de poeliesteun (1). Schuif kophoes-eenheid (7) op de voorzijde
(kopeinde) van de rail (10).
BEVESTIG DE TROLLEY AAN DE RAIL
Schuif de buitenste trolley (1) in de achterzijde (opener) van de raileen-
heid (2), waarbij het uiteinde met de trolley-ontgrendelingsarm (3) in de
richting van de opener moet wijzen. Schuif de buitenste trolley in de
rails tot deze aansluit op de binnenste trolley.
BOUW DE KOPHOES SAMEN
Draai de veermoer op de sledebout tot deze vingervast zit. Plaats de
punt van een schroevendraaier (1) in een van de sleuven van de moer-
ring (2) en duw deze stevig tegen de kophoes. Plaats een steeksleutel
(3) op het vierkante uiteinde van de veermoer (4) en draai de moer
circa 1/4 slag rechtsom tot de moerring (2) vrijkomt tegen de kophoes
(5). Hiermee wordt de veer op de optimale kettingspanning ingesteld.
De ketting kan van het getande kettingwiel afglijden als de ketting te
slap gespannen is. Als de ketting eraf glijdt, veermoer opnieuw spannen
door de moer een 1/2 slag rechtsom te draaien.
Span de ketting NIET te strak.
BEVESTIG RAIL AAN OPENER EN MONTEER
KETTING/RIEM
Terwijl ketting (4) en riem (5) uit de weg worden gehouden, wordt rail
(1) in het opvulstuk (2) geschoven tot de rail vast zit. Neem de
ketting/riem
en plaats deze om het getande kettingwiel (3). Zorg ervoor dat de
tanden van het getande kettingwiel in de ketting/riem grijpen.
MONTEER DE AFDEKKING VAN HET GETANDE
KETTINGWIEL
Plaats de afdekking van het getande kettingwiel (1) bovenop de opener
(2) en monteer deze met schroeven (3).
INSTALLTIE
Draag, als u boven uw hoofd werkt, een veiligheidsbril om uw
ogen te beschermen.
Stel alle bestaande sloten buiten werking om schade aan de
garagedeur te voorkomen.
Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de
garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door
verstrikt raken te voorkomen.
Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te
installeren of hoger, als de ruimte dit toelaat.
4
5
6
7
8
9
10
11
PLAATS DE KOPSTEUN
De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd wor-
den. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm dikke
plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke werk-
ing van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben.
U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het pla-
fond (3) bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke
vereisten voldoen. Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale mid-
dellijn (2) van de garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur
boven de deur. Open de deur tot diens hoogste openingspunt. Teken
een haakse horizontale lijn (4) op de kopmuur 5 cm boven het hoogste
punt zodat er ruimte is voor de bovenkant van de deur.
12
3-nl
INSTALLEER DE KOPSTEUN
OPMERKING: Gebruik de verticale middellijn en de horizontale lijn
uit stap 12 voor de juiste plaatsing van de kopsteun.
A. Wandmontage: Plaats de kopsteun (1) in het midden van de verti-
cale middellijn (2) waarbij de onderste rand van de kopsteun lijnt met
de horizontaal lijn (4) (de pijl wijst naar het plafond). Teken alle gaten
voor de kopsteun af (5). Boor gaten van 4,5mm en bevestig de kops-
teun met houtschroeven (3).
B. Plafondmontage: Trek de verticale middellijn (2) door tot op het pla-
fond. Plaats de kopsteun (1) op de verticale middellijn op maximaal
150mm van de wand. Zorg ervoor dat de pijl in de richting van de
wand wijst. Teken alle gaten voor de steun af (5). Boor gaten van
4,5mm en bevestig de kopsteun met houtschroeven (3). Voor mon-
tage aan een betonnen plafond gebruikt u de meegeleverde beton-
pluggen (6).
BRENG DE OPENER OP ZIJN PLAATS
N.B. Een 25mm dikke lat (1) is handig om de ideale afstand tussen de
deur en de rail te bepalen (tenzij er niet genoeg bovenruimte is).
Breng de opener omhoog en laat hem op een trapleer rusten. Open de
garagedeur. Plaats een 25mm dikke lat (1) plat op de bovenkant van de
deur vlakbij de middellijn, zoals afgebeeld. Laat de rail op de lat rusten.
Als de opengaande deur tegen de slede aanstoot, trek dan aan de
ontkoppelingshandgreep om het binnen en buitengedeelte los te koppe-
len. De slede kan in ontkoppelde toestand gelaten worden totdat de
verbinding tussen de deurarm en de slede tot stand gebracht is.
BEVESTIG RAIL AAN KOPSTEUN
Leg de opener op de garagevloer onder de kopsteun. Leg er ver-
pakkingsmateriaal op om de ommanteling niet te beschadigen. Til de
rail op tot de gaten in de kophoes uitgelijnd zijn met de gaten in de kop-
steun. Aansluiten op de vorkbout (1). Bevestig de bevestigingsring (2)
om de bout te vergrendelen.
N.B. Om te voorkomen dat de rail bij een roldeur tegen de veren
aankomt, kan het nodig zijn de opener op een tijdelijke ondersteuning te
plaatsen.
HANG DE OPENER OP
De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden.
Er zijn drie representieve installaties afgebeeld. De uwe kan echter nog
anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd worden
(Afbeelding A) om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij
afgewerkte plafonds (Afbeelding B) een stevige metalen steun (niet
bijgeleverd) (4) op de garageconstructie voordat u de opener installeert.
Voor het monteren aan een betonnen plafond (Afbeelding C) de
meegeleverde betonankers gebruiken.
Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de
draagconstructie (of plafond).
Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer
één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de
bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de
gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond).
Bevestig de steunen met houtschroeven (2) aan de steunen.
Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten,
veerringen en moeren (3). Controleer of de rail precies midden boven
de deur zit. VERWIJDER de 25mm dikke lat. Doe de deur met de hand
open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet u de kopsteun
hoger bevestigen. Breng railvet aan op het onderoppervlak van de rail
(5).
BEVESTIG NOODONTGRENDELINGSKOORD EN
HANDVAT
Trek het ene eind van het koord (1) door het gat boven in de rode hand-
greep zodat het woord "NOTICE" in de juiste stand staat, zie afbeelding
(3). Zet het vast met een overhandse knoop (2). De knoop moet min-
stens 25mm van het uiteinde van het koord zitten zodat hij er niet uit
kan glijden.
Trek het andere eind van het koord door het gat in de ontkoppelingsarm
van de slede (4). Pas de lengte van het koord zo aan dat de handgreep
1,8m boven de vloer hangt. Zet het vast met een overhandse knoop.
N.B. Als u een stuk van het koord moet afknippen, smelt het afgeknipte
eind dan met een lucifer of een aansteker om rafelen te voorkomen.
SLUIT DE ELECTRICITEIT AAN
OM INSTALLATIEPROBLEMEN TE VOORKOMEN MAG U DE
GARAGEDEUROPENER PAS LATEN FUNCTIONEREN ALS DE
INSTRUCTIES HIERTOE OPDRACHT GEVEN.
Sluit de deuropener alleen aan op een stopcontact dat bediend
wordt door een tweepolige schakelaar.
DEURBEUGEL BEVESTIGEN
Als u een overhead-deur heeft, heeft u een ombouwkit voor de deurarm
nodig. Volg de bij de vervangende deurarm bijgesloten instal-
latievoorschriften. Wees voorzichtig bij het verwijderen en monteren van
de ombouwkit. Houd uw vingers uit de buurt van de schuivende delen.
OPMERKING: Voor lichtgewicht garagedeuren is een horizontale en
verticale versteviging noodzakelijk.
Procedure voor het installeren bij gelede deuren en deuren uit één
stuk:
Deursteun (1) beschikt over bevestigingsgaten aan de linker- en
rechterzijde. Wanneer voor de installatie de bovenste en de onderste
montagegaten noodzakelijk zijn, gebruikt u zowel de deursteun als de
deursteunplaat (2) zoals afgebeeld.
1. Plaats deursteun (met of zonder deursteunplaat, indien noodzakelijk)
bovenaan, in het midden van de deur aan de binnenkant, zoals afge-
beeld. Teken de gaten af.
A. Eendelige deur of sectionaaldeur met een looprail: deurbeslag
binnen en boven aan de deur monteren.
B. Sectionaaldeur met twee horizontale looprails: deurbeslag 150
- 250 mm van de bovenzijde van de deurrand monteren.
2. A. Houten deuren
Boor 8mm gaten en bevestig de deursteun met moer, borgring en
sledebout (3).
B. Deuren van bladmetaal
Monteren met houtschroeven (4).
C. Deur uit één stuk optioneel
Monteren met houtschroeven (4).
INSTALLEER DE LAMPEN EN DE LICHTKAP
Installeer een lamp van maximaal 40 watt, 230V, E27 (exclusief lamp-
en) in elke fitting (1). Haak de onderzijde van de lichtkap (2) vanaf de
linkerzijde over de scharnierpennen in de behuizing, zoals aangegeven.
Sluit de lichtkap door de bovenhoeken voorzichtig naar binnen te
drukken zodat de lippen (4) in de sleuven (5) van de behuizing vallen.
Om de lamp te vervangen drukt u de bovenhoeken van de lichtkap naar
binnen zodat de lippen vrijkomen. De lichtkap kan dan naar beneden
scharnieren.
Als de elektriciteit ingeschakeld wordt gaat de lamp aan en blijft
2-1/2 minuut branden. Na 2-1/2 minuut gaat de lamp uit.
BOUW DE DEURARM SAMEN
A. MONTAGE VAN DEUR UIT ÉÉN STUK:
Bevestig de rechte (1) en gebogen (2) deurarmdelen aan elkaar met de
langst mogelijke lengte (met een overlap van 2 tot 3 gaten) met behulp
van het bevestigingsmateriaal (3,4 en 5). Terwijl de deur gesloten is,
sluit u het rechte armdeel (1) aan op de deursteun met de vorkbout (6).
Borgen met bevestigingsring (7).
Koppel de binnenste en buitenste trolley los. Schuif de buitenste trolley
terug naar de opener en sluit de gebogen arm (2) aan op het bevestig-
ingsgat in de trolley (8) met de vorkbout (6). Wellicht moet de deur iets
worden opgetild om de arm te kunnen bevestigen. Borgen met beves-
tigingsring (7).
OPMERKING: Wanneer een maximum hoogte wordt ingesteld, mag de
geen 'achterwaartse kanteling' hebben wanneer deze volledig geopend
is. Een lichte achterwaartse kanteling (9) veroorzaakt onnodig klap-
peren en schokken tijdens de bediening terwijl de deur wordt geopend
of gesloten vanuit de volledig geopende positie.
B. MONTAGE VAN GELEDE DEUR:
Aansluiten volgens afbeelding B, vervolgens verder met stap 21.
13
14
15
16
17
18
19
20
4-nl
INSTALLEER DE DEURBEDIENING
Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar
is, uit de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen.
Tenminste 1,5 m boven de vloer monteren Door misbruik van de
opener kan een bewegende garagedeur ernstig letsel veroorzaken.
Voorkom dat kinderen de deurbediening of de afstandsbediening
gebruiken.
Bevestig een waarschuwingsetiket op de wand nabij de deurbedi-
ening als herinnering aan veilige bedieningsprocedures.
Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee
schroefaansluitingen (1).
Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad (4). Scheid de
draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluitingschroef 1
RED en de witte draad op de aansluitingsschroef 2 WHT kan worden
aangesloten.
Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met de
meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 4mm en gebruik de
pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt.
Een goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van
kinderen.
Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de
garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes om de draad te bevesti-
gen. De snelaansluitingen van de ontvanger bevinden zich achter de
verlichtingslens van de opener.
Sluit de beldraad als volgt aan op de aansluitingen: wit/rood op rood en
wit op wit (5).
Bediening van de deurbediening
Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om
de deur te stoppen terwijl deze beweegt.
PROGRAMMEER UW OPENER EN AFSTANDSBE-
DIENING/DRAADLOZE DRUKKNOP
Stel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het
zicht is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de
garage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen
niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen.
Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen.
De afstandsbediening en de ontvanger van uw garagedeuropener zijn
op dezelfde code afgesteld. Als u extra afstandsbedieningen koopt,
moet de garagedeuropener geprogrammeerd worden met de nieuwe
afstandsbedieningscode.
De ontvanger programmeren met de codes van extra afstandsbedi-
eningen: Gebruik de oranje "LEARN"-knop:
1. Druk op de oranje "LEARN"-knop op de opener en laat deze los. De
programmeerindicatorlamp brandt gedurende 30 seconden (1).
2. Houd binnen 30 seconden de knop van de afstandsbediening inge-
drukt die u wilt programmeren voor de garagedeur (2).
3. Laat de knop los wanneer de openerlamp knippert. De code is
opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee
klikken (3).
Gebruik van de multifunctionele deurbediening:
1. Houd de knop ingedrukt van de afstandsbediening die u voor de
garagedeur (4) wilt programmeren.
2. Terwijl u de knop van de afstandsbediening ingedrukt houdt, houdt u
tevens de LIGHT-knop op de multifunctionele deurbediening (5) inge-
drukt.
3. Blijf beide knoppen ingedrukt houden, terwijl u de drukknop op de
multifunctionele deurbediening (alle drie knoppen zijn ingedrukt) (6)
indrukt.
4. Laat de knoppen los wanneer de openerlamp knippert. De code is
opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee
klikken (7).
Nu zal de opener werken wanneer de knop op de afstandsbediening
wordt ingedrukt. Wanneer u de drukknop van de afstandsbediening
loslaat voordat de openerlamp knippert, heeft de opener de code niet
opgeslagen.
Codes van alle afstandsbedieningen wissen
Om een ongewenste afstandsbediening uit te schakelen, eerst alle
codes wissen: Houd de oranje "LEARN"-knop op de opener ingedrukt
tot de programmeerindicatorlamp uitgaat (circa 6 seconden). Alle vorige
codes zijn nu gewist. Programmeer elke afstandsbediening of sleutel-
loze toegang opnieuw die u wilt gebruiken.
OPEN/DICHT/STOP-BEDIENING
(alleen wanneer u een multifunctionele deurbediening hebt)
Uw afstandsbediening kan worden geprogrammeerd om een deur te
bedienen met gebruikmaking van alle 3 knoppen: de linker knop opent
alleen de deur, de middelste knop sluit alleen de deur en de derde knop
stopt de beweging van de deur. U kunt deze functionaliteit als volgt
instellen:
1. Terwijl de deur gesloten is, houdt u de linker knop op de afstandsbe-
diening ingedrukt.
2. Druk de Lock-knop op de deurbediening in en houdt deze ingedrukt.
3. Druk op de deurbedieningsknop en houd deze ingedrukt.
Wanneer de openerlamp knippert, laat u alle knoppen los. Test de werk-
ing door de linker (Open) knop op de afstandsbediening in te drukken.
De deur moet open gaan. Druk opnieuw op de knop terwijl de deur
geopend is en er moet niets gebeuren. Druk op de middelste (Sluiten)
knop en de deur moet sluiten. Druk op de derde (Stop) knop terwijl de
deur beweegt en de deur moet onmiddellijk stoppen.
SLEUTELLOZE TOEGANG PROGRAMMEREN
Schakel de opener alleen in wanneer u de deur volledig kunt
zien, deze vrij van obstakels en juist afgesteld is. Niemand mag de
garage in- of uitlopen terwijl de deur in beweging is. Voorkom dat
kinderen op de knop(pen) drukken of afstandsbediening(en)
gebruiken. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen.
OPMERKING: Uw nieuwe sleutelloze toegang moet geprogrammeerd
zijn om de nieuwe garagedeuropener te bedienen.
Programmeer de ontvanger voor de codes van extra afstandsbedi-
eningen met behulp van de oranje "LEARN"-knop:
1. Druk op de oranje "LEARN"-knop (1) op de opener. De program-
meerindicatorlamp brandt continu gedurende 30 seconden.
2. Voer binnen 30 seconden het door u gekozen viercijferige persoon-
lijke identificatienummer (PIN) in via het toetsenbord (2) en druk op
de ENTER-knop en houdt deze ingedrukt.
3. Laat de knop los wanneer de openerlamp knippert (3). De code is
opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee
klikken.
OPMERKING: Voor deze methoden zijn twee personen vereist wanneer
de sleutelloze toegang reeds buiten de garage gemonteerd is
Gebruik van de multifunctionele deurbediening:
1. Voer het door u gewenste viercijferige persoonlijke identificatienum-
mer (PIN) in via het toetsenbord en druk vervolgens op ENTER en
houdt die knop ingedrukt.
2. Terwijl u de ENTER-knop ingedrukt houdt, drukt u op de LIGHT-knop
van de multifunctionele deurbediening en houdt u deze ingedrukt.
3. Blijf de ENTER- en LIGHT- knoppen ingedrukt houden, terwijl u de
drukknop op de multifunctionele deurbediening indrukt (alle drie
knoppen ingedrukt).
4. Laat de knoppen los wanneer de openerlamp knippert. De code is
opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee
klikken.
21
22
23
24
3-kanaals afstandsbediening:
Wanneer uw garagedeuropener hiermee is uitgerust, is de grote knop af
fabriek geprogrammeerd om de opener te bedienen. Extra knoppen op
een 3-kanaals afstandsbediening of mini-afstandsbediening met rolling
code kunnen worden geprogrammeerd om deze garagedeur of andere
garagedeuren met rolling code te bedienen.
5-nl
DE AAN DE WAND GEMONTEERDE DEURBEDI-
ENING GEBRUIKEN
DE MULTIFUNCTIONELE DEURBEDIENING
Druk op de drukknop (1) om de deur te open en te sluiten. Druk
opnieuw om de deur te stoppen.
Verlichtingsfunctie
Druk op de verlichtingsknop om de openerlamp in of uit te schakelen.
Hiermee kan de openerverlichting niet worden bediend wanneer de deur
in beweging is. Wanneer u de verlichting inschakelt en de opener
activeert, blijft het licht gedurende 2 1/2 minuten branden. Druk de knop
opnieuw in om de verlichting eerder uit te schakelen. Deze interval van 2
1/2 minuut kan als volgt worden gewijzigd in 1-1/2, 3-1/2 of 4-1/2 minuut:
druk op de Lock-knop tot de verlichting gaat knipperen (circa 10 secon-
den). Eenmaal knipperen geeft aan dat de tijdschakelaar ingesteld is op
1-1/2 minuten. Herhaal de procedure en het licht zal twee keer knipperen,
waarmee de tijdschakelaar ingesteld is op 2-1/2 minuten. Herhaal
opnieuw voor een interval van 3-1/2 minuut enz., tot een maximum van
vier keer knipperen en 4-1/2 minuut.
Vergrendelingsfunctie
Ontworpen om bediening van de deur met afstandbedieningen te
blokkeren. De deur wordt echter geopend en gesloten vanaf de deurbe-
diening, het externe slot en de sleutelloze toegang-accessoires. Om
deze functie in te schakelen, houdt u de vergrendelingsknop (3)
gedurende 2 seconden ingedrukt. De lamp van de drukknop knippert
zolang de vergrendelingsfunctie ingeschakeld is. Om de functie uit te
schakelen, houdt u de vergrendelingsknop opnieuw 2 seconden inge-
drukt. De lamp in de drukknop stopt met knipperen. De vergrendelings-
functie wordt ook uitgeschakeld wanneer de "LEARN"-knop op het
openerpaneel wordt ingedrukt.
25
Met de bewegingsgrenswaarden worden de punten ingesteld
waar de deur stopt wanneer deze omhoog of omlaag wordt
bewogen. Volg de onderstaande stappen om de grenswaarden in te
stellen.
De bewegingsgrenswaarden programmeren:
1. Druk de zwarte knop (1) in en houdt deze ingedrukt tot de gele indi-
catorlamp (3) langzaam begint te knipperen en laat dan de knop los.
2. Druk de zwarte knop (1) in en houd deze ingedrukt tot de deur de
gewenste open-stand bereikt. Stel de stand van de deur in met behulp
van de zwarte (1) en de oranje (2) knop. Met de zwarte knop beweegt
de deur OMHOOG, met de oranje knop beweegt de deur OMLAAG.
3. Druk op de geprogrammeerde afstandsbediening (4) of de drukknop
van de deurbediening die bij de opener is geleverd. Hiermee wordt de
volledig OMHOOG-stand (geopend) ingesteld. De deur beweegt naar
de vloer en vervolgens terug naar de OMHOOG-stand (geopend).
Hiermee heeft de opener zijn bewegingsgrenswaarden opgeslagen.
Controleer of de deur hoog genoeg opent voor uw auto. Stel dit
zonodig bij.
4. De indicatorlamp (3) stopt met knipperen wanneer de grenswaarden
opgeslagen zijn.
Wanneer de beweging van de deur wordt omgekeerd of stopt voordat
de vloer wordt bereikt, moet u stappen 1-3 onmiddellijk herhalen. Als
hiermee de grenswaarden niet kunnen worden ingesteld, gaat u door
naar nr. 15 van het gedeelte Problemen oplossen en volgt u de instruc-
ties voor het handmatig instellen van de grenswaarden. De kracht
MOET opgeslagen zijn om het instellen van de grenswaarden op
de juiste wijze te voltooien.
HET AFSTELLEN
26
DE KRACHT INSTELLEN
De kracht, gemeten bij de sluitende rand van de deur mag niet
groter zijn dan 400N (40kg). Wanneer de gemeten sluitkracht groter
is dan 400N, moet het beveiligingssysteem worden geïnstalleerd,
zie stap 29.
De knop voor de krachtinstelling bevindt zich achter de verlicht-
ingslens van de opener. De krachtinstelling regelt de hoeveelheid
kracht die noodzakelijk is voor het openen en sluiten van de deur.
1. Zoek de oranje knop (2).
2. Druk tweemaal op de oranje knop (2) om de modus voor de
krachtsinstelling te openen. De LED (3) (indicatorlamp) begint snel te
knipperen.
27
3. Druk op de geprogrammeerde afstandsbediening (4) of de drukknop
van de deurbediening die bij de opener is geleverd. De deur beweegt
naar de OMLAAG-stand (gesloten). Druk opnieuw op de afstandsbe-
diening (4) en de deur beweegt naar de OMHOOG-stand (geopend).
De LED (3) (indicatorlamp) stopt met knipperen wanneer de kracht is
opgeslagen.
De deur moet een complete cyclus voltooien, OMHOOG en OMLAAG,
om de kracht op de juiste wijze in te stellen. Wanneer de eenheid de
deur niet volledig kan openen en sluiten, controleer dan de deur om na
te gaan of deze juist gebalanceerd is en niet aanloopt of klemt.
TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM
De veiligheidssysteem test is belangrijk. De garagedeur moet
teruglopen bij contact met een obstakel van 40 mm dat plat op de
grond ligt. Gebreken aan de goede afstelling van de opener kun-
nen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken door het sluiten van de
garagedeur. Herhaal de test eenmaal per maand en stel indien
nodig opnieuw af.
Procedure: plaats een obstakel van 40mm (1) plat op de vloer onder
de garagedeur. Sluit nu de deur. De deur moet nu weer opengaan door
de obstructie. Wanneer de deur stopt op het obstakel, verwijdert u het
obstakel en herhaalt u stap 26, De grenswaarden instellen. Herhaal de
test.
Als de deur terugloopt omkeert op het 40mm grote obstakel, verwijder
dan het obstakel en laat de deur weer een keer volledig openen en
sluiten. obstakel en laat de deur weer een keer volledig openen en
sluiten. De deur mag niet teruglopen in gesloten toestand. Wanneer de
deur opnieuw stopt, herhaal dan de stappen 26 en 27, De grenswaar-
den instellen en De kracht instellen en herhaal de test van de veiligheid-
somkeerfunctie.
Plaats 20kg op het midden van de deur en zorg ervoor dat de deur niet
meer dan 500mm omhoog beweegt.
28
INSTALLATIE VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM
“PROTECTOR SYSTEM™”
(zie bij accessoires)
Installeer deze accessoire voor alle installaties op
Schermdeuren, Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail
, deuren van meer dan 2,5 m en wanneer de sluitkracht, gemeten
aan de
onderzijde van de deur, meer dan 400N (40kg) is.
Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het Beveiligingssysteem
geïnstalleerd worden. De installatie-instructies vindt u in de verpakking van
dit apparaat.
Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen het
beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Het sys-
teem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel
onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en
verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt ten zeer-
ste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen.
Opmerking: de opener detecteert automatisch het Protector System
wanneer dit geïnstalleerd is. De opener zal niet sluiten tenzij de sen-
soren uitgelijnd zijn.
29
SPECIALE FUNCTIES
1. Aansluiting van deur in deur
Open de verlichtingslens. Zoek de extra snelaansluitingen. Sluit de
beldraad aan op de snelaansluitingen 1 en 2.
2. Signaallicht-aansluiting
De signaallamp kan overal worden geïnstalleerd. Sluit de draden
van de lamp aan op de snelaansluitingen 3 en 4. Aansluiting 4 is
massa.
3. De automatische sluitfunctie (Timer to Close) kan door draaien
van de schakelaar op de gewenste tijdsduur worden ingesteld.
Wanneer de Chamberlain-fotocel "The Protector System" wordt
geïnstalleerd, moet de automatische sluitfunctie pas na de instal-
latie hiervan worden ingesteld.
30
6-nl
32 33
ACCESSOIRES
(1) Model 94330E Enkelvoudige afstandsbediening
(2) Model 94333E 3-kanaals afstandsbediening
(3) Model 94335E Mini-afstandbediening met 3 functies
(4) Model 94334E Mini-afstandbediening met 4 functies
(5) Model 128LM 2-kanaals draadloze drukknop
(6) Model 9747E Sleutelloos bedieningssysteem
(7) Model 78LM Multifunctioneel bedieningspaneel
(8) Model 75E Verlichte deurbedieningsknop
(9) Model 98LM Wandbedieningselement met bewegings
detector
(10) Model 760E Sleutelschakelaar buiten
(11) Model 1702E Ontkoppelingsslot
(12) Model 770E Het Beveiligingssysteem “Protector
System™”
(13) Model FLA230 Knipperlicht
(14) Model 1703E Deuram – The Chamberlain Arm™
(15) Model 16200LM Deur-in-deurschakelaar
(16) Model MDL100LM Mechanisch deurslot
(17) Model EQL01 Snelontkoppeling deurkruk 2,5m
Model EQL02 Snelontkoppeling deurkruk 4,0m
(18) Model 9-13-1 Deurverstevigingssteun
BEDRADINGSINSTRUCTIES VOOR ACCESSOIRES
Sleutelschakelaar – naar openercontacten: rood-1 en wit-2
Protector System™ – naar openercontacten: wit-3 en grijs-4
Bedieningspaneel – naar openercontacten: rood-1 en wit-2
RESERVEONDERDELEN
31
HET ONDERHOUD VAN DE OPENER
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een
minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te wor-
den.
Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten tijdens
de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd worden.
Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van
de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het
eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden op
pagina 12. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de veilighei-
dstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra afstands-
bedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor de andere
auto’s die de garage gebruiken. Zie het gedeelte Accessoires. De ont-
vanger moet geprogrammeerd worden om met elke nieuwe afstandbe-
diening te werken. Nieuwe afstandsbedieningen moeten in de opener
worden geprogrammeerd.
Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot
5 jaar lang energie te produceren. Wanneer het zendbereik kleiner
wordt, dient u de batterij te vervangen.
Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u
de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals
getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de dek-
sel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de oude
batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar een
speciaal inzamelingspunt.
CONTROLE VAN DE DEUROPENER
Maandelijks onderhoud:
Herhaal de veiligheidstest. Corrigeer zonodig de afstellingen.
Bedien de deur met de hand. Als hij niet goed uitgebalanceerd is of
klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken.
Controleer of de deur volledig opent en sluit. Corrigeer zonodig de
afstellingen van de kracht en/of eindstanden.
Jaarlijks onderhoud:
• Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren. De geleiderails van de
deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden.
• SMEER DE TROLLEY EN DE RAIL IN.
Uw opener kan met elk van onderstaande apparaten bediend worden:
De verlichte bedieningsknop. Houd de bedieningsknop ingedrukt
totdat de deur in beweging komt.
De sleutelschakelaar buiten of het sleutelloos bedieningssys-
teem (als u één van deze accessoires heeft geïnstalleerd).
De afstandsbediening. Houd de knop ingedrukt totdat de deur in
beweging komt.
Het met de hand openen van de deur:
De deur moet zo mogelijk helemaal gesloten zijn. Door slappe of
gebroken veren zou de deur te snel kunnen sluiten, hetgeen
materiële schade of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
De deur kan met de hand geopend worden door de ontkoppelings-
handgreep omlaag en naar achteren (naar de opener) te trekken. Trek
de handgreep recht naar beneden om de slede weer vast te koppelen.
Gebruik de noodontkoppelingshandgreep nooit om de deur open
of dicht te trekken.
Wanneer de opener ingeschakeld wordt door de afstandsbedien-
ing of de verlichte deurbedieningsknop:
1. Als de deur open is, gaat hij dicht. Als de deur gesloten is, gaat hij open.
2. Wanneer de deur sluit, zal de deur stoppen.
3. Een opengaande deur stopt (om een doorgang open te laten voor
huisdieren of om frisse lucht binnen te laten).
4. Wanneer de deur gestopt is in een gedeeltelijk geopende of gesloten
stand, zal de richting ervan omgekeerd worden.
5. Wanneer er zich een obstakel in de baan van de deur bevindt, zal de
deur omkeren.
6. Wanneer er zich een obstakel in de baan van de deur bevindt tijdens
het openen, zal de deur omkeren en stoppen.
7. Het optionele Beveiligingssysteem werkt met een onzichtbare licht-
straal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat
een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een open-
gaande deur sluit. Dit apparaat wordt TEN ZEERSTE AANBEVOLEN
voor huiseigenaren met kleine kinderen.
Laat de opener als deze 5 keer achter elkaar gewerkt heeft 15 min-
uuten afkoelen.
Het licht van de opener gaat aan: 1. als de stroom naar de opener
ingeschakeld wordt; 2. als de stroom onderbroken wordt; 3. als de
opener in werking gesteld wordt.
Na 2-1/2 minuut gaat het licht automatisch uit. De sterkte van de lamp
mag maximaal 24V/21W bedragen.
DE BEDIENING VAN UW OPENER
7-nl
1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch
met de afstandsbediening:
• Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het stopcontact.
Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of de stroomon-
derbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de stroomtoevoer door
een muurschakelaar geregeld.)
• Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de
waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op pagi-
na 1 opnieuw.
• Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien is
de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen.
• De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen
door een vakman.
2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de verlichte
bedieningsknop:
• Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad
los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode
en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje
draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een
bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een kort-
sluiting bij de krammetjes.
• Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 9.
3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de afs-
tandsbediening:
• Probeer een nieuwe batterij.
• Wanneer u over twee of meer afstandsbedieningen beschikt en er
werkt er slechts een, neem dan de stappen 22 en 24, Programmeer
uw opener en afstandsbediening en Sleutelloze toegang program-
meren opnieuw door.
• Knippert de deurbedieningsknop? De vergrendelingsstand van de opener
is ingeschakeld. Wanneer u beschikt over een multifunctionele deurbedi-
ening, houdt u de vergrendelingsknop 2 seconden ingedrukt. De deurbe-
dieningsknop stopt met knipperen.
4. Astandsbediening heeft maar een kort bereik:
• Is de batterij geïnstalleerd?
• Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto.
• Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren met
een metalen isolatielaag of bij metalen wanden.
5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert niet:
• Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de noodontkoppel-
ingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de deur klemt of
slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een garagedeurspecialist bij.
• Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur.
• Herhaal dan Instellen van de grenswaarden en De kracht instellen,
instellingsstappen 26 en 27.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
6. De deur gaat zonder duidelijke reden omhoog en het lampje van
de bedieningsknop van de deur knippert 5 seconden na het
omhoog gaan:
Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïn-
stalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning.
7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te horen
is:
Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze
zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263
installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect" te
verhelpen en is eenvoudig te installeren.
8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht:
Controleer of de knop op de afstandsbediening niet in ingedrukte stand
klem zit.
9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht:
Herhaal De grenswaarden instellen, instellingsstap 26.
Herhaal de test van de veiligheidsomkeerfunctie na elke aanpassing
van de deurarmlengte, de sluitkracht of de omlaag-grenswaarde.
10. De deur gaat open maar niet dicht:
• Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïn-
stalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning gecorrigeerd
worden.
• Wanneer de openerlamp niet knippert en het is een nieuwe installatie,
herhaal dan de stappen 26 en 27 (De grenswaarden instellen en De
kracht instellen).
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
11. Het licht van de opener gaat niet aan:
Vervang de lamp (maximaal 24V/21 Watt). Vervang doorgebrande lam-
pen met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik.
12. De opener forceert:
Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn. Sluit de
deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede los te kop-
pelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed uitgebalanceerde
deur moet op elk willekeurig punt van de slag kunnen blijven staan, terwijl
hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht wordt gehouden. Is dit niet het
geval, laat de deur dan bijstellen door een garagedeurspecialist.
13. De motor van de opener bromt even en doet dan niets meer:
• De veren van de garagedeur zijn gebroken. ZIE HIERBOVEN.
Als het probleem zich de eerste keer dat u de opener in werking stelt
voordoet, zit de deur op slot. Stel het deurslot buiten werking.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
14. Opener werkt niet wegens stroomstoring:
Trek de noodontkoppelingshandgreep omlaag en naar achteren om
de slede los te koppelen. De deur kan nu met de hand geopend en
gesloten worden. Als de stroom weer ingeschakeld is, trekt u de
ontkoppelingshangreep recht omlaag. De volgende keer dat de open-
er in werking gesteld wordt, wordt de slede weer vastgekoppeld.
• Met het Ontkoppelingsslot kunt u de slede van buiten de garage
loskoppelen in geval van stroomstoring.
15. De grenswaarden handmatig instellen
1. Houd de zwarte knop ingedrukt tot de gele indicatorlamp langzaam
begint te knipperen en laat de knop dan los.
2. Houd de zwarte knop ingedrukt tot de deur de gewenste OMHOOG-
stand (geopend) heeft bereikt. Stel de stand de deur in met behulp
van de zwarte en oranje knop. Met de zwarte knop beweegt de deur
OMHOOG (geopend), met de oranje knop beweegt de deur
OMLAAG (gesloten).
Controleer of de deur hoog genoeg opent voor uw auto.
3. Druk op de afstandsbediening of op de deurbediening. Hiermee
wordt de grenswaarde voor OMHOOG (geopend) ingesteld en
begint het sluiten van de deur. Druk onmiddellijk op de oranje of
op de zwarte knop. De deur stopt.
Stel de gewenste OMLAAG-stand (gesloten) in met behulp van de
zwarte en oranje knop. Controleer of de deur volledig gesloten is zon-
der een extreem hoge druk op de rail uit te oefenen (rail mag niet naar
boven buigen en de ketting/riem mogen niet slap gaan hangen of
onder rail komen te hangen). Druk op de afstandsbediening of op de
deurbediening. Hiermee wordt de OMLAAG-grenswaarde (dicht)
ingesteld en begint het openen van de deur.
OPMERKING: Wanneer noch de zwarte, noch de oranje knop wordt inge-
drukt voordat de deur de vloer bereikt, zal de garagedeuropener proberen
de grenswaarde automatisch in te stellen door de deur vanaf de vloer om
te keren en deze te stoppen volgens de ingestelde omhoog-grenswaarde.
Wanneer de werklamp niet 10 keer knippert, zijn de grenswaarden
ingesteld en hoeft dit niet handmatig te gebeuren; de OMLAAG-
grenswaarde wordt ingesteld op de vloer. Ongeacht of de grenswaarden
automatisch of handmatig worden ingesteld, de kracht MOET worden
opgeslagen om het instellen van de grenswaarden op de juiste wijze
te kunnen voltooien. Zie het gedeelte 27, De kracht instellen.
4. Open en sluit de deur twee tot drie keer met de afstandsbediening of
de deurbediening.
• Wanneer de deur niet in de gewenste OMHOOG-stand (geopend)
stopt of omkeert voordat de deur stopt in de OMLAAG-stand
(dicht), herhaalt u het handmatig instellen van de grenswaarden
nog een keer.
• Wanneer de deur stopt in zowel de gewenste OMHOOG-stand
(geopend) en OMLAAG-stand (gesloten), ga dan verder met Het
veiligheidsomkeersysteem testen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
8-nl
114A3571-nl ©2008, Chamberlain GmbH All rights reserved
GARANTIEVOORWAARDEN DEUROPENER
Ten aanzien van de oorspronkelijke koper garandeert Chamberlain GmbH dit pro-
dukt gedurende een periode van 24 maanden (2 jaar) vanaf de datum van aankoop
tegen materiaal- en/of fabricagefouten. De motor wordt voor een periode van:
LM1000A, 60 volledige maanden (5 jaar); LM800A, 48 volledige maanden (4 jaar);
LM600A, 36 volledige maanden (3 jaar) na datum van aankoop gegarandeert vrij te
zijn van materiaal- en/of constructiefouten. De oorspronkelijke koper is verplicht het
produkt op het moment van in ontvangstname op zichtbare defecten te onder-
zoeken.
Voorwaarden: Deze garantie is voor de koper het enig mogelijke verhaal voor een
actie in rechte wegens eventuele schade met betrekking tot of voortvloeiende uit
een defect onderdeel en/of produkt. De garantie is strikt beperkt tot reparatie of ver-
vanging van de als defect erkende onderdelen van dit produkt.
Deze garantie is niet van toepassing: op schade die niet veroorzaakt is door een
defect maar door onredelijk gebruik (hieronder vallen: gebruik dat niet volledig
overeenstemt met Chamberlain's installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies;
het niet uitvoeren van de nodige onderhoudswerkzaamheden en bijstellingen, eve-
nals aan de produkten aangebrachte aanpassingen of veranderingen); op arbeid-
sloon voor het demonteren of opnieuw installeren van een gerepareerd of vervan-
gen apparaat of andere batterijen.
Een produkt waarvan tijdens de garantieperiode wordt vastgesteld dat het mate-
riaal- en/of fabricagefouten vertoont, wordt (naar keuze van Chamberlain) gere-
pareerd of vervangen, zonder kosten voor de eigenaar voor reparatie en/of ver-
vanging van onderdelen en/of het apparaat. Defecte onderdelen worden (naar
keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen door nieuwe of in de fabriek
vernieuwde onderdelen.
Als het produkt tijdens de garantieperiode defect lijkt te zijn, neem dan contact
op met de zaak waar u het apparaat oorspronkelijk gekocht heeft.
Deze garantie is niet van invloed op de wettelijke rechten van de koper onder de
van toepassing zijnde, geldende nationale wetgeving, evenmin als op de uit het
contract van koop en verkoop voortvloeiende rechten van de koper ten opzichte
van de wederverkoper. Bij ontbreken van toepasselijke nationale of Europese
wetgeving, vormen deze garantievoorwaarden het enige en uitsluitende
rechtsmiddel; noch Chamberlain, noch haar filialen of distributeurs zijn
aansprakelijk voor enige secundaire of indirect volgende schade betreffende uit-
drukkelijke of geïmpliceerde garanties met betrekking tot dit produkt
Geen enkele vertegenwoordiger of andere persoon is gemachtigd om de
aansprakelijkheid van Chamberlain in verband met de verkoop van dit produkt te
wijzigen of uit te breiden.
Verklaring van overeenstemming
De ondergetekende verklaart hierbij dat de gespecificeerde apparatuur en
alle accessoires voldoen aan de vermelde richtlijnen en normen.
Model: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .LM600A, LM800A, LM1000A
2004/108/EC
2006/95/EC
1999/5/EC
EN55014-1 (2000), EN55014-2 (1997), EN61000-3-2 (2000), EN61000-3-3
(1995), EN 301 489-3 (V1.3.1), EN 300 220-3 (V1.1.1), EN60335-1 (1994),
en EN60335-2-95 (2004)
Inbouwverklaring
Een elektrische garagedeuropener, in combinatie met een garagedeur, moet
worden geïnstalleerd en onderhouden overeenkomstig alle instructies van
de fabrikant, om aan de bepalingen van de EN12453, EN13241-1 en
Machinerichtlijn 89/392/EEG te voldoen.
B. P. Kelkhoff
Manager, Regulatory Affairs
Chamberlain GmbH
D-66793 Saarwellingen
March, 2008
Ingangsspanning..... 230-240 VAC, 50Hz
Max. trekkracht ....... 600N (LM600A), 800N (LM800A), 1000N
(LM1000A)
Normaal koppel....... 6Nm (LM600A), 8Nm (LM800A), 10Nm
(LM1000A)
Watt......................... 130W (LM600A), 165W (LM800A), 190W
(LM1000A)
Standby-voeding ..... 5,5W (LM600A), 6,0W (LM800A),
6,5W (LM1000A)
Motor
Type ........................ Gelijkstroomtandwielmotor met perma-
nente smering.
Geluidsniveau ......... 57dB
Aandrijfmechanisme
Aandrijving .............. Ketting/riem met tweedelige trolley op
een stalen rail.
Slaglengte ............... Afstelbaar tot 2,3m
Loopsnelheid........... 127-178mm per seconde
Lamp ....................... gaat aan als de deur in beweging komt,
gaat uit 2-1/2 min. na stilstand.
Koppeling aan deur. Verstelbare deurarm. Loskoppeling slede
d.m.v. trekkoord.
Veiligheidsvoorzieningen
Personen................. Toetsdruk en automatische stop bij
omlaagbeweging. Toetsdruk en automa-
tische stop bij omkeerfunctie.
Elektronisch............. Automatische krachtinstelling
Elektrisch................. Transformator met overbelastings-
beveiliging en laagspannings-bedrading
met drukknop.
Begrenzingsinrichting Optische RPM/Passpoint-detector.
Afstelling eindstanden Elektronisch, semi-automatisch en volau-
tomatisch.
Startcircuit ............... Laagspanningscircuit met drukknop.
Afmetingen
Totale lengte............ 3,2m
Benodigde bovenruimte 30mm
Hangend gewicht .... 14,5 kg
Ontvanger
Geheugenregisters.. 16 (LM600A), 32 (LM800A) & 64
(LM1000A)
Bedieningsfrequentie 433,92MHz
N.B: .Chamberlain adviseert met nadruk dat het beveiligingssysteem
op alle garagedeuropeners moet worden geïnstalleerd.
TECHNISCHE GEGEVENS

Documenttranscriptie

1-nl WAARSCHUWING BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS Het niet navolgen van de volgende veiligheidsregels kan resulteren in ernstige persoonlijke of materiele schade. • Lees deze instructies zorgvuldig. • De garagedeuropener is ontworpen en getest voor een goede, veilige werking, mits deze strikt geïnstalleerd en bediend wordt conform de instructies in deze handleiding. Deze veiligheidssymbolen betekenen WAARSCHUWING - een instructie voor persoonlijke veiligheid of ter voorkoming van schade. Lees deze instructies zorgvuldig. WAARSCHUWING: Als uw garage geen dienstingang heeft, moet Model 1702EML Outside Quick Release worden geïnstalleerd. Dit accessoire maakt het mogelijk de garagedeur met de hand van buiten te openen in het geval van een stroomstoring. Houd de garagedeur in evenwicht. Zorg ervoor dat de garagedeuropener geen aanlopende of klemmende garagedeuren compenseert. Klemmende of aanlopende deuren moeten gerepareerd worden. Garagedeuren, drangers, kabels, kabelwielen, bevestigingsbeugels en het bevestigingsmateriaal staan onder extreme spanning en kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Probeer niet om ze los te draaien, te verplaatsen of bij te stellen. Bel een garagedeur monteur. Draag geen ringen, horloges of los zittende kleding tijdens het installeren van of onderhoud aan een garagedeuropener. Om ernstig persoonlijk letsel door verstrikking te voorkomen, dienen alle touwen die vastzitten aan de garagedeur verwijderd te worden voordat men begint met het installeren van de deuropener. Installatie en bedrading moeten overeenkomstig de bij u geldende regels worden uitgevoerd. Sluit de stroomkabel alleen aan op een correct geaarde netaansluiting. Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal moeten flink verstevigd worden om schade aan de deur te voorkomen. (zie pagina 8.) De beste oplossing is om bij uw garagedeurfabrikant te informeren naar een verstevigingsset voor opener- installatie. De veiligheids-open-systeem test is erg belangrijk. Uw garagedeur MOET weer openen bij contact met een voorwerp van 40mm dat zich op de vloer bevindt. Verzuimen de opener correct in te stellen kan resulteren in ernstig letsel door een sluitende garagedeur. Herhaal deze test eenmaal per maand en stel zonodig het systeem bij. Het systeem moet niet geïnstalleerd worden in een vochtige of natte ruimte. De deur moet tijdens het functioneren niet uitsteken over de openbare weg. INHOUD PAGINA VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . .1 DEURTYPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BENODIGD GEREEDSCHAP . . . . . . . . . . . .2 GELEVERD BEVESTIGINGSMATERIAAL . .2 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . .1 VOLTOOIDE INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . .3 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3 ELEKTRISCHE SPANNING AANSLUITEN .3 DE CODE PROGRAMMEREN . . . . . . . . . . .4 AFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Het beveiligingssysteem moet geïnstalleerd zijn wanneer de kracht bij de rand van de sluitende deur groter is dan 400 N (40 kg). Een te hoge kracht beïnvloedt de juiste werking van het veiligheidsomkeersysteem of beschadigt de garagedeur. Bevestig het let op-etiket naast de aan de wand gemonteerde bedieningsknop voor de garagedeur als herinnering aan veilige bedieningsprocedures. Open alle aanwezige garagedeursloten om schade aan de garagedeur te voorkomen. Monteer de verlichte deurbedieningsknop (of andere drukknoppen) op een locatie waar de garagedeur zichtbaar is, op een hoogte van minimaal 1,5 m en buiten bereik van kinderen. Sta kinderen het bedienen van de drukknop(pen) of afstandsbediening(en) niet toe. Ernstig persoonlijk letsel kan het gevolg zijn van het misbruik van de opener. Activeer de opener alleen wanneer u de deur vol in het zicht heeft, vrij van obstakels is en de opener juist is ingesteld. Niemand mag de garage in- of uitgaan wanneer de deur in beweging is. Sta kinderen niet toe om bij de deur te spelen. Gebruik de handmatige ontkoppeling alleen om de trolley vrij te maken en, indien mogelijk, alleen als de deur gesloten is. Gebruik het rode handvat niet om de deur te openen of te sluiten. Maak de stroomtoevoer van de garagedeuropener los voordat u reparaties uit gaat voeren of de afscherming verwijdert. Dit product is voorzien van een speciaal ontworpen voedingkabel die, in geval van beschadiging, moet worden vervangen door een voedingskabel van hetzelfde type; een dergelijke voedingskabel is verkrijgbaar bij een specialist en kan door hem worden geïnstalleerd. INHOUD PAGINA INSTALLEER HET PROTECTOR SYSTEM™ (OPTIONEEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 SPECIALE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 RESERVEONDERDELEN ZIE INSTRUKTIES ONDERHOUD VAN UW OPENER . . . . . . . .6 CONTROLE VAN UW OPENER . . . . . . . . . .6 HAVING A PROBLEM? . . . . . . . . . . . . . . . . 7 BEDIENING VAN UW OPENER . . . . . . . . . .6 TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . .8 VOORDAT U BEGINT 1. Inspecteer de muur of het plafond boven de garagedeur. De kopsteun moet stevig op de constructie bevestigd worden. 2. Heeft u een afgewerkt plafond in uw garage? Zo ja, dan zijn misschien een steunbeugel en extra ijzerwaren nodig (niet bijgeleverd). 3. Afhankelijk van uw deurconstructie, is misschien een speciale deurarm vereist. Raadpleeg uw leverancier. 4. Als u behalve de garagedeur geen aparte toegangsdeur tot de garage heeft, is een Model 1702EML ontkoppelingsslot vereist. A. B. C. D. E. Kanteldeur met alleen een horizontale geleiderail. Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail – speciale deurarm (E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem (29 (9)) noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier. Sektionale deur – zie 20B – koppel de deurarm. Het beveiligingssysteem (29 (9)) noodzakelijk voor deuren met een lengte hoger dan 2,5 m. Schermdeur – speciale deurarm (E, The Chamberlain Arm™) en het beveiligingssysteem (29 (9)) noodzakelijk. Raadpleeg uw leverancier. Speciale deurarm – The Chamberlain Arm™ voor gebruik op deurtypen B en D. 2 BENODIGD GEREEDSCHAP 3 GELEVERD BEVESTIGINGSMATERIAAL (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) 4 Zeskantbout 8mm sledebout Houtschroeven Vorkbout Handvat Plug Betonplug Borgring Zeskantige moer Bevestigingsring (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) Zeskantbout Borgmoer Metrisch tapbout Zeskantschroef Stopbout Zeskantige moer Zeskantschroef 7 PLAATS DE KETTING IN DE RAIL EN BOUW DE KOPHOES SAMEN Schuif poeliesteun (1) en binnenste trolley (2) in het achterste einde (openereinde) van de complete rail (3), zorg ervoor dat de poeliesteun gemonteerd wordt met de pijl (4) in de richting van de voorzijde (kopeinde) van de rail (5) zoals afgebeeld. Duw de steun naar de voorzijde (kopeinde) van de rail (5). Plaats sledebout (6) door de steun van de kophoes (7). Draai veermoer (8) en platte ring (9) losjes op de sledebout. Plaats sledebout (6) van de kophoes-eenheid (7) in boutuitsparing van de poeliesteun (1). Schuif kophoes-eenheid (7) op de voorzijde (kopeinde) van de rail (10). 8 BEVESTIG DE TROLLEY AAN DE RAIL Schuif de buitenste trolley (1) in de achterzijde (opener) van de raileenheid (2), waarbij het uiteinde met de trolley-ontgrendelingsarm (3) in de richting van de opener moet wijzen. Schuif de buitenste trolley in de rails tot deze aansluit op de binnenste trolley. 9 BEVESTIG RAIL AAN OPENER EN MONTEER KETTING/RIEM Terwijl ketting (4) en riem (5) uit de weg worden gehouden, wordt rail (1) in het opvulstuk (2) geschoven tot de rail vast zit. Neem de ketting/riem en plaats deze om het getande kettingwiel (3). Zorg ervoor dat de tanden van het getande kettingwiel in de ketting/riem grijpen. 10 MONTEER DE AFDEKKING VAN HET GETANDE KETTINGWIEL Plaats de afdekking van het getande kettingwiel (1) bovenop de opener (2) en monteer deze met schroeven (3). VOLTOOIDE INSTALLATIE 11 BOUW DE KOPHOES SAMEN Naarmate u vordert met de in deze handleiding beschreven montage-, installatie- en afstellingsprocedures is het misschien nuttig om deze afbeelding van een voltooide installatie bij de hand te hebben. (1) Kophoes (9) Lampeglas (2) Spanpoeliesteun (10) Noodontkoppeling: koord & handgreep (3) Slede (11) Gebogen gedeelte deurarm (4) Rail (12) Recht gedeelte deurarm (5) Ketting/Riem (13) Deurbeugel en plaat (6) Hangijzer (14) Kopsteun (7) Snoer (15) Trolley-ontgrendelarm (8) Opener Draai de veermoer op de sledebout tot deze vingervast zit. Plaats de punt van een schroevendraaier (1) in een van de sleuven van de moerring (2) en duw deze stevig tegen de kophoes. Plaats een steeksleutel (3) op het vierkante uiteinde van de veermoer (4) en draai de moer circa 1/4 slag rechtsom tot de moerring (2) vrijkomt tegen de kophoes (5). Hiermee wordt de veer op de optimale kettingspanning ingesteld. De ketting kan van het getande kettingwiel afglijden als de ketting te slap gespannen is. Als de ketting eraf glijdt, veermoer opnieuw spannen door de moer een 1/2 slag rechtsom te draaien. Span de ketting NIET te strak. MONTAGE INSTALLTIE Belangrijk! Als u een overhead-deur heeft, moet u bij het monteren van de rail de instructies voor de Chamberlain™ Deurarm (The Chamberlain Arm™) accessoire gebruiken in combinatie met deze Gebruikershandleiding. Draag, als u boven uw hoofd werkt, een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen. Stel alle bestaande sloten buiten werking om schade aan de garagedeur te voorkomen. Verwijder alle aan de garagedeur bevestigde touwen voordat u de 5 MONTAGE DE RAIL garagedeuropener installeert, om ernstig lichamelijk letsel door Breng vet aan op de binnenranden van de railstukken (1). Plaats de rail- verstrikt raken te voorkomen. stukken op een vlakke ondergrond voor montage. Alle vier railstukken Wij raden aan de deuropener minstens 2,1m boven de vloer te zijn onderling verwisselbaar. Schuif de railsteun (3) op het railstuk. installeren of hoger, als de ruimte dit toelaat. Koppel de rails door de railsteun op het volgende railstuk te schuiven. Tik de railsamenbouw (4) op een stuk hout tot de railstukken (5) vlak 12 PLAATS DE KOPSTEUN aansluiten. Herhaal dit met de overige railstukken. De kopsteun moet stevig aan de garageconstructie bevestigd worden. Versterk de muur of het plafond zonodig met een 40mm dikke 6 MONTEER DE KETTING/RIEM plank. Het niet opvolgen van de instructies kan ondeugdelijke werking van het veiligheidssysteem tot gevolg hebben. Neem de ketting/riem uit de doos en leg de ketting op de grond U kunt de kopsteun op de muur (1) boven de deur of aan het pla(voorkom dat de ketting/riem verdraait). fond (3) bevestigen. Volg de instructies die het beste aan uw specifieke A. Ketting: Duw de stiften van de verbindingsschakel (3) door ketvereisten voldoen. Teken, terwijl de deur gesloten is, de verticale midtingschakel (4) en opening van de trolley (5). Plaats de sluitschalm (2) dellijn (2) van de garagedeur af. Trek deze lijn door tot op de muur over pennen en op de sleuven. Schuif borgclip (1) over de sluitschalm boven de deur. Open de deur tot diens hoogste openingspunt. Teken en op de pengroeven tot beide pennen stevig vergrendeld zijn. een haakse horizontale lijn (4) op de kopmuur 5 cm boven het hoogste B. Riem: Haak de trolleyconnector (6) in de bevestiging (7) op de trolpunt zodat er ruimte is voor de bovenkant van de deur. ley (8). 2-nl 1 DEURTYPEN SLUIT DE ELECTRICITEIT AAN OM INSTALLATIEPROBLEMEN TE VOORKOMEN MAG U DE GARAGEDEUROPENER PAS LATEN FUNCTIONEREN ALS DE INSTRUCTIES HIERTOE OPDRACHT GEVEN. Sluit de deuropener alleen aan op een stopcontact dat bediend wordt door een tweepolige schakelaar. 14 BEVESTIG RAIL AAN KOPSTEUN Leg de opener op de garagevloer onder de kopsteun. Leg er verpakkingsmateriaal op om de ommanteling niet te beschadigen. Til de rail op tot de gaten in de kophoes uitgelijnd zijn met de gaten in de kopsteun. Aansluiten op de vorkbout (1). Bevestig de bevestigingsring (2) om de bout te vergrendelen. N.B. Om te voorkomen dat de rail bij een roldeur tegen de veren aankomt, kan het nodig zijn de opener op een tijdelijke ondersteuning te plaatsen. 15 BRENG DE OPENER OP ZIJN PLAATS N.B. Een 25mm dikke lat (1) is handig om de ideale afstand tussen de deur en de rail te bepalen (tenzij er niet genoeg bovenruimte is). Breng de opener omhoog en laat hem op een trapleer rusten. Open de garagedeur. Plaats een 25mm dikke lat (1) plat op de bovenkant van de deur vlakbij de middellijn, zoals afgebeeld. Laat de rail op de lat rusten. Als de opengaande deur tegen de slede aanstoot, trek dan aan de ontkoppelingshandgreep om het binnen en buitengedeelte los te koppelen. De slede kan in ontkoppelde toestand gelaten worden totdat de verbinding tussen de deurarm en de slede tot stand gebracht is. 16 HANG DE OPENER OP De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden. Er zijn drie representieve installaties afgebeeld. De uwe kan echter nog anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd worden (Afbeelding A) om voor een stevige bevestiging te zorgen. Bevestig bij afgewerkte plafonds (Afbeelding B) een stevige metalen steun (niet bijgeleverd) (4) op de garageconstructie voordat u de opener installeert. Voor het monteren aan een betonnen plafond (Afbeelding C) de meegeleverde betonankers gebruiken. Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de draagconstructie (of plafond). Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond). Bevestig de steunen met houtschroeven (2) aan de steunen. Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten, veerringen en moeren (3). Controleer of de rail precies midden boven de deur zit. VERWIJDER de 25mm dikke lat. Doe de deur met de hand open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet u de kopsteun hoger bevestigen. Breng railvet aan op het onderoppervlak van de rail (5). 18 INSTALLEER DE LAMPEN EN DE LICHTKAP Installeer een lamp van maximaal 40 watt, 230V, E27 (exclusief lampen) in elke fitting (1). Haak de onderzijde van de lichtkap (2) vanaf de linkerzijde over de scharnierpennen in de behuizing, zoals aangegeven. Sluit de lichtkap door de bovenhoeken voorzichtig naar binnen te drukken zodat de lippen (4) in de sleuven (5) van de behuizing vallen. Om de lamp te vervangen drukt u de bovenhoeken van de lichtkap naar binnen zodat de lippen vrijkomen. De lichtkap kan dan naar beneden scharnieren. Als de elektriciteit ingeschakeld wordt gaat de lamp aan en blijft 2-1/2 minuut branden. Na 2-1/2 minuut gaat de lamp uit. 19 DEURBEUGEL BEVESTIGEN Als u een overhead-deur heeft, heeft u een ombouwkit voor de deurarm nodig. Volg de bij de vervangende deurarm bijgesloten installatievoorschriften. Wees voorzichtig bij het verwijderen en monteren van de ombouwkit. Houd uw vingers uit de buurt van de schuivende delen. OPMERKING: Voor lichtgewicht garagedeuren is een horizontale en verticale versteviging noodzakelijk. Procedure voor het installeren bij gelede deuren en deuren uit één stuk: Deursteun (1) beschikt over bevestigingsgaten aan de linker- en rechterzijde. Wanneer voor de installatie de bovenste en de onderste montagegaten noodzakelijk zijn, gebruikt u zowel de deursteun als de deursteunplaat (2) zoals afgebeeld. 1. Plaats deursteun (met of zonder deursteunplaat, indien noodzakelijk) bovenaan, in het midden van de deur aan de binnenkant, zoals afgebeeld. Teken de gaten af. A. Eendelige deur of sectionaaldeur met een looprail: deurbeslag binnen en boven aan de deur monteren. B. Sectionaaldeur met twee horizontale looprails: deurbeslag 150 - 250 mm van de bovenzijde van de deurrand monteren. 2. A. Houten deuren Boor 8mm gaten en bevestig de deursteun met moer, borgring en sledebout (3). B. Deuren van bladmetaal Monteren met houtschroeven (4). C. Deur uit één stuk optioneel Monteren met houtschroeven (4). 20 BOUW DE DEURARM SAMEN A. MONTAGE VAN DEUR UIT ÉÉN STUK: Bevestig de rechte (1) en gebogen (2) deurarmdelen aan elkaar met de langst mogelijke lengte (met een overlap van 2 tot 3 gaten) met behulp van het bevestigingsmateriaal (3,4 en 5). Terwijl de deur gesloten is, sluit u het rechte armdeel (1) aan op de deursteun met de vorkbout (6). Borgen met bevestigingsring (7). Koppel de binnenste en buitenste trolley los. Schuif de buitenste trolley terug naar de opener en sluit de gebogen arm (2) aan op het bevestigingsgat in de trolley (8) met de vorkbout (6). Wellicht moet de deur iets worden opgetild om de arm te kunnen bevestigen. Borgen met bevestigingsring (7). 17 BEVESTIG NOODONTGRENDELINGSKOORD EN OPMERKING: Wanneer een maximum hoogte wordt ingesteld, mag de HANDVAT geen 'achterwaartse kanteling' hebben wanneer deze volledig geopend Trek het ene eind van het koord (1) door het gat boven in de rode hand- is. Een lichte achterwaartse kanteling (9) veroorzaakt onnodig klapgreep zodat het woord "NOTICE" in de juiste stand staat, zie afbeelding peren en schokken tijdens de bediening terwijl de deur wordt geopend (3). Zet het vast met een overhandse knoop (2). De knoop moet minof gesloten vanuit de volledig geopende positie. stens 25mm van het uiteinde van het koord zitten zodat hij er niet uit B. MONTAGE VAN GELEDE DEUR: kan glijden. Aansluiten volgens afbeelding B, vervolgens verder met stap 21. Trek het andere eind van het koord door het gat in de ontkoppelingsarm van de slede (4). Pas de lengte van het koord zo aan dat de handgreep 1,8m boven de vloer hangt. Zet het vast met een overhandse knoop. N.B. Als u een stuk van het koord moet afknippen, smelt het afgeknipte eind dan met een lucifer of een aansteker om rafelen te voorkomen. 3-nl 13 INSTALLEER DE KOPSTEUN OPMERKING: Gebruik de verticale middellijn en de horizontale lijn uit stap 12 voor de juiste plaatsing van de kopsteun. A. Wandmontage: Plaats de kopsteun (1) in het midden van de verticale middellijn (2) waarbij de onderste rand van de kopsteun lijnt met de horizontaal lijn (4) (de pijl wijst naar het plafond). Teken alle gaten voor de kopsteun af (5). Boor gaten van 4,5mm en bevestig de kopsteun met houtschroeven (3). B. Plafondmontage: Trek de verticale middellijn (2) door tot op het plafond. Plaats de kopsteun (1) op de verticale middellijn op maximaal 150mm van de wand. Zorg ervoor dat de pijl in de richting van de wand wijst. Teken alle gaten voor de steun af (5). Boor gaten van 4,5mm en bevestig de kopsteun met houtschroeven (3). Voor montage aan een betonnen plafond gebruikt u de meegeleverde betonpluggen (6). 3-kanaals afstandsbediening: Wanneer uw garagedeuropener hiermee is uitgerust, is de grote knop af Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar fabriek geprogrammeerd om de opener te bedienen. Extra knoppen op is, uit de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen. een 3-kanaals afstandsbediening of mini-afstandsbediening met rolling Tenminste 1,5 m boven de vloer monteren Door misbruik van de code kunnen worden geprogrammeerd om deze garagedeur of andere opener kan een bewegende garagedeur ernstig letsel veroorzaken. garagedeuren met rolling code te bedienen. Voorkom dat kinderen de deurbediening of de afstandsbediening gebruiken. 23 OPEN/DICHT/STOP-BEDIENING Bevestig een waarschuwingsetiket op de wand nabij de deurbedi(alleen wanneer u een multifunctionele deurbediening hebt) ening als herinnering aan veilige bedieningsprocedures. Uw afstandsbediening kan worden geprogrammeerd om een deur te Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee bedienen met gebruikmaking van alle 3 knoppen: de linker knop opent schroefaansluitingen (1). alleen de deur, de middelste knop sluit alleen de deur en de derde knop Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad (4). Scheid de stopt de beweging van de deur. U kunt deze functionaliteit als volgt draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluitingschroef 1 instellen: RED en de witte draad op de aansluitingsschroef 2 WHT kan worden 1. Terwijl de deur gesloten is, houdt u de linker knop op de afstandsbeaangesloten. diening ingedrukt. Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met de 2. Druk de Lock-knop op de deurbediening in en houdt deze ingedrukt. meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 4mm en gebruik de 3. Druk op de deurbedieningsknop en houd deze ingedrukt. pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Wanneer de openerlamp knippert, laat u alle knoppen los. Test de werkEen goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van ing door de linker (Open) knop op de afstandsbediening in te drukken. kinderen. De deur moet open gaan. Druk opnieuw op de knop terwijl de deur geopend is en er moet niets gebeuren. Druk op de middelste (Sluiten) Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes om de draad te bevesti- knop en de deur moet sluiten. Druk op de derde (Stop) knop terwijl de deur beweegt en de deur moet onmiddellijk stoppen. gen. De snelaansluitingen van de ontvanger bevinden zich achter de verlichtingslens van de opener. Sluit de beldraad als volgt aan op de aansluitingen: wit/rood op rood en 24 SLEUTELLOZE TOEGANG PROGRAMMEREN wit op wit (5). Schakel de opener alleen in wanneer u de deur volledig kunt zien, deze vrij van obstakels en juist afgesteld is. Niemand mag de Bediening van de deurbediening garage in- of uitlopen terwijl de deur in beweging is. Voorkom dat Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om kinderen op de knop(pen) drukken of afstandsbediening(en) de deur te stoppen terwijl deze beweegt. gebruiken. Laat kinderen niet in de buurt van de deur spelen. 22 PROGRAMMEER UW OPENER EN AFSTANDSBE- OPMERKING: Uw nieuwe sleutelloze toegang moet geprogrammeerd zijn om de nieuwe garagedeuropener te bedienen. DIENING/DRAADLOZE DRUKKNOP Programmeer de ontvanger voor de codes van extra afstandsbediStel de opener alleen in werking wanneer de deur volledig in het eningen met behulp van de oranje "LEARN"-knop: zicht is, vrij van obstakels en goed afgesteld. Niemand mag de 1. Druk op de oranje "LEARN"-knop (1) op de opener. De programgarage in- of uitgaan terwijl de deur in beweging is. Laat kinderen meerindicatorlamp brandt continu gedurende 30 seconden. niet aan de bedieningsknop(pen) of afstandsbediening(en) komen. 2. Voer binnen 30 seconden het door u gekozen viercijferige persoonLaat kinderen niet in de buurt van de deur spelen. lijke identificatienummer (PIN) in via het toetsenbord (2) en druk op De afstandsbediening en de ontvanger van uw garagedeuropener zijn de ENTER-knop en houdt deze ingedrukt. op dezelfde code afgesteld. Als u extra afstandsbedieningen koopt, 3. Laat de knop los wanneer de openerlamp knippert (3). De code is moet de garagedeuropener geprogrammeerd worden met de nieuwe opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee afstandsbedieningscode. klikken. De ontvanger programmeren met de codes van extra afstandsbediOPMERKING: Voor deze methoden zijn twee personen vereist wanneer eningen: Gebruik de oranje "LEARN"-knop: de sleutelloze toegang reeds buiten de garage gemonteerd is 1. Druk op de oranje "LEARN"-knop op de opener en laat deze los. De Gebruik van de multifunctionele deurbediening: programmeerindicatorlamp brandt gedurende 30 seconden (1). 1. Voer het door u gewenste viercijferige persoonlijke identificatienum2. Houd binnen 30 seconden de knop van de afstandsbediening ingemer (PIN) in via het toetsenbord en druk vervolgens op ENTER en drukt die u wilt programmeren voor de garagedeur (2). houdt die knop ingedrukt. 3. Laat de knop los wanneer de openerlamp knippert. De code is 2. Terwijl u de ENTER-knop ingedrukt houdt, drukt u op de LIGHT-knop opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee van de multifunctionele deurbediening en houdt u deze ingedrukt. klikken (3). 3. Blijf de ENTER- en LIGHT- knoppen ingedrukt houden, terwijl u de Gebruik van de multifunctionele deurbediening: drukknop op de multifunctionele deurbediening indrukt (alle drie 1. Houd de knop ingedrukt van de afstandsbediening die u voor de knoppen ingedrukt). garagedeur (4) wilt programmeren. 4. Laat de knoppen los wanneer de openerlamp knippert. De code is 2. Terwijl u de knop van de afstandsbediening ingedrukt houdt, houdt u opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee tevens de LIGHT-knop op de multifunctionele deurbediening (5) ingeklikken. drukt. 3. Blijf beide knoppen ingedrukt houden, terwijl u de drukknop op de multifunctionele deurbediening (alle drie knoppen zijn ingedrukt) (6) indrukt. 4. Laat de knoppen los wanneer de openerlamp knippert. De code is opgeslagen. Als er geen gloeilamp geïnstalleerd is, hoort u twee klikken (7). Nu zal de opener werken wanneer de knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt. Wanneer u de drukknop van de afstandsbediening loslaat voordat de openerlamp knippert, heeft de opener de code niet opgeslagen. Codes van alle afstandsbedieningen wissen Om een ongewenste afstandsbediening uit te schakelen, eerst alle codes wissen: Houd de oranje "LEARN"-knop op de opener ingedrukt tot de programmeerindicatorlamp uitgaat (circa 6 seconden). Alle vorige codes zijn nu gewist. Programmeer elke afstandsbediening of sleutelloze toegang opnieuw die u wilt gebruiken. 4-nl 21 INSTALLEER DE DEURBEDIENING DE MULTIFUNCTIONELE DEURBEDIENING Druk op de drukknop (1) om de deur te open en te sluiten. Druk opnieuw om de deur te stoppen. Verlichtingsfunctie Druk op de verlichtingsknop om de openerlamp in of uit te schakelen. Hiermee kan de openerverlichting niet worden bediend wanneer de deur in beweging is. Wanneer u de verlichting inschakelt en de opener activeert, blijft het licht gedurende 2 1/2 minuten branden. Druk de knop opnieuw in om de verlichting eerder uit te schakelen. Deze interval van 2 1/2 minuut kan als volgt worden gewijzigd in 1-1/2, 3-1/2 of 4-1/2 minuut: druk op de Lock-knop tot de verlichting gaat knipperen (circa 10 seconden). Eenmaal knipperen geeft aan dat de tijdschakelaar ingesteld is op 1-1/2 minuten. Herhaal de procedure en het licht zal twee keer knipperen, waarmee de tijdschakelaar ingesteld is op 2-1/2 minuten. Herhaal opnieuw voor een interval van 3-1/2 minuut enz., tot een maximum van vier keer knipperen en 4-1/2 minuut. Vergrendelingsfunctie Ontworpen om bediening van de deur met afstandbedieningen te blokkeren. De deur wordt echter geopend en gesloten vanaf de deurbediening, het externe slot en de sleutelloze toegang-accessoires. Om deze functie in te schakelen, houdt u de vergrendelingsknop (3) gedurende 2 seconden ingedrukt. De lamp van de drukknop knippert zolang de vergrendelingsfunctie ingeschakeld is. Om de functie uit te schakelen, houdt u de vergrendelingsknop opnieuw 2 seconden ingedrukt. De lamp in de drukknop stopt met knipperen. De vergrendelingsfunctie wordt ook uitgeschakeld wanneer de "LEARN"-knop op het openerpaneel wordt ingedrukt. HET AFSTELLEN Met de bewegingsgrenswaarden worden de punten ingesteld waar de deur stopt wanneer deze omhoog of omlaag wordt bewogen. Volg de onderstaande stappen om de grenswaarden in te stellen. De bewegingsgrenswaarden programmeren: 1. Druk de zwarte knop (1) in en houdt deze ingedrukt tot de gele indicatorlamp (3) langzaam begint te knipperen en laat dan de knop los. 2. Druk de zwarte knop (1) in en houd deze ingedrukt tot de deur de gewenste open-stand bereikt. Stel de stand van de deur in met behulp van de zwarte (1) en de oranje (2) knop. Met de zwarte knop beweegt de deur OMHOOG, met de oranje knop beweegt de deur OMLAAG. 3. Druk op de geprogrammeerde afstandsbediening (4) of de drukknop van de deurbediening die bij de opener is geleverd. Hiermee wordt de volledig OMHOOG-stand (geopend) ingesteld. De deur beweegt naar de vloer en vervolgens terug naar de OMHOOG-stand (geopend). Hiermee heeft de opener zijn bewegingsgrenswaarden opgeslagen. Controleer of de deur hoog genoeg opent voor uw auto. Stel dit zonodig bij. 4. De indicatorlamp (3) stopt met knipperen wanneer de grenswaarden opgeslagen zijn. Wanneer de beweging van de deur wordt omgekeerd of stopt voordat de vloer wordt bereikt, moet u stappen 1-3 onmiddellijk herhalen. Als hiermee de grenswaarden niet kunnen worden ingesteld, gaat u door naar nr. 15 van het gedeelte Problemen oplossen en volgt u de instructies voor het handmatig instellen van de grenswaarden. De kracht MOET opgeslagen zijn om het instellen van de grenswaarden op de juiste wijze te voltooien. 26 3. Druk op de geprogrammeerde afstandsbediening (4) of de drukknop van de deurbediening die bij de opener is geleverd. De deur beweegt naar de OMLAAG-stand (gesloten). Druk opnieuw op de afstandsbediening (4) en de deur beweegt naar de OMHOOG-stand (geopend). De LED (3) (indicatorlamp) stopt met knipperen wanneer de kracht is opgeslagen. De deur moet een complete cyclus voltooien, OMHOOG en OMLAAG, om de kracht op de juiste wijze in te stellen. Wanneer de eenheid de deur niet volledig kan openen en sluiten, controleer dan de deur om na te gaan of deze juist gebalanceerd is en niet aanloopt of klemt. 28 TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM De veiligheidssysteem test is belangrijk. De garagedeur moet teruglopen bij contact met een obstakel van 40 mm dat plat op de grond ligt. Gebreken aan de goede afstelling van de opener kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken door het sluiten van de garagedeur. Herhaal de test eenmaal per maand en stel indien nodig opnieuw af. Procedure: plaats een obstakel van 40mm (1) plat op de vloer onder de garagedeur. Sluit nu de deur. De deur moet nu weer opengaan door de obstructie. Wanneer de deur stopt op het obstakel, verwijdert u het obstakel en herhaalt u stap 26, De grenswaarden instellen. Herhaal de test. Als de deur terugloopt omkeert op het 40mm grote obstakel, verwijder dan het obstakel en laat de deur weer een keer volledig openen en sluiten. obstakel en laat de deur weer een keer volledig openen en sluiten. De deur mag niet teruglopen in gesloten toestand. Wanneer de deur opnieuw stopt, herhaal dan de stappen 26 en 27, De grenswaarden instellen en De kracht instellen en herhaal de test van de veiligheidsomkeerfunctie. Plaats 20kg op het midden van de deur en zorg ervoor dat de deur niet meer dan 500mm omhoog beweegt. 29 INSTALLATIE VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM “PROTECTOR SYSTEM™” (zie bij accessoires) Installeer deze accessoire voor alle installaties op Schermdeuren, Kanteldeur met verticale en horizontale geleiderail , deuren van meer dan 2,5 m en wanneer de sluitkracht, gemeten aan de onderzijde van de deur, meer dan 400N (40kg) is. Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies vindt u in de verpakking van dit apparaat. Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Het systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt ten zeerste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen. Opmerking: de opener detecteert automatisch het Protector System wanneer dit geïnstalleerd is. De opener zal niet sluiten tenzij de sensoren uitgelijnd zijn. 30 SPECIALE FUNCTIES 1. 2. 27 DE KRACHT INSTELLEN De kracht, gemeten bij de sluitende rand van de deur mag niet groter zijn dan 400N (40kg). Wanneer de gemeten sluitkracht groter 3. is dan 400N, moet het beveiligingssysteem worden geïnstalleerd, zie stap 29. De knop voor de krachtinstelling bevindt zich achter de verlichtingslens van de opener. De krachtinstelling regelt de hoeveelheid kracht die noodzakelijk is voor het openen en sluiten van de deur. 1. Zoek de oranje knop (2). 2. Druk tweemaal op de oranje knop (2) om de modus voor de krachtsinstelling te openen. De LED (3) (indicatorlamp) begint snel te knipperen. Aansluiting van deur in deur Open de verlichtingslens. Zoek de extra snelaansluitingen. Sluit de beldraad aan op de snelaansluitingen 1 en 2. Signaallicht-aansluiting De signaallamp kan overal worden geïnstalleerd. Sluit de draden van de lamp aan op de snelaansluitingen 3 en 4. Aansluiting 4 is massa. De automatische sluitfunctie (Timer to Close) kan door draaien van de schakelaar op de gewenste tijdsduur worden ingesteld. Wanneer de Chamberlain-fotocel "The Protector System" wordt geïnstalleerd, moet de automatische sluitfunctie pas na de installatie hiervan worden ingesteld. 5-nl 25 DE AAN DE WAND GEMONTEERDE DEURBEDIENING GEBRUIKEN 31 ACCESSOIRES 94330E 94333E 94335E 94334E 128LM 9747E 78LM 75E 98LM (10) Model 760E (11) Model 1702E (12) Model 770E (13) Model (14) Model (15) Model (16) Model (17) Model Model (18) Model FLA230 1703E 16200LM MDL100LM EQL01 EQL02 9-13-1 DE BEDIENING VAN UW OPENER Enkelvoudige afstandsbediening 3-kanaals afstandsbediening Mini-afstandbediening met 3 functies Mini-afstandbediening met 4 functies 2-kanaals draadloze drukknop Sleutelloos bedieningssysteem Multifunctioneel bedieningspaneel Verlichte deurbedieningsknop Wandbedieningselement met bewegings detector Sleutelschakelaar buiten Ontkoppelingsslot Het Beveiligingssysteem “Protector System™” Knipperlicht Deuram – The Chamberlain Arm™ Deur-in-deurschakelaar Mechanisch deurslot Snelontkoppeling deurkruk 2,5m Snelontkoppeling deurkruk 4,0m Deurverstevigingssteun BEDRADINGSINSTRUCTIES VOOR ACCESSOIRES Sleutelschakelaar – naar openercontacten: rood-1 en wit-2 Protector System™ – naar openercontacten: wit-3 en grijs-4 Bedieningspaneel – naar openercontacten: rood-1 en wit-2 32 33 RESERVEONDERDELEN HET ONDERHOUD VAN DE OPENER Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te worden. Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd worden. Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het eerste jaar dat de opener in gebruik is. Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden op pagina 12. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de veiligheidstest na elke bijstelling. Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor de andere auto’s die de garage gebruiken. Zie het gedeelte Accessoires. De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met elke nieuwe afstandbediening te werken. Nieuwe afstandsbedieningen moeten in de opener worden geprogrammeerd. Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot 5 jaar lang energie te produceren. Wanneer het zendbereik kleiner wordt, dient u de batterij te vervangen. Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar een speciaal inzamelingspunt. CONTROLE VAN DE DEUROPENER Maandelijks onderhoud: • Herhaal de veiligheidstest. Corrigeer zonodig de afstellingen. • Bedien de deur met de hand. Als hij niet goed uitgebalanceerd is of klemt, laat er dan een garagedeurspecialist naar kijken. • Controleer of de deur volledig opent en sluit. Corrigeer zonodig de afstellingen van de kracht en/of eindstanden. Jaarlijks onderhoud: • Smeer de deurrollers, lagers en scharnieren. De geleiderails van de deur niet invetten. De deur hoeft niet extra gesmeerd te worden. • SMEER DE TROLLEY EN DE RAIL IN. Uw opener kan met elk van onderstaande apparaten bediend worden: • De verlichte bedieningsknop. Houd de bedieningsknop ingedrukt totdat de deur in beweging komt. • De sleutelschakelaar buiten of het sleutelloos bedieningssysteem (als u één van deze accessoires heeft geïnstalleerd). • De afstandsbediening. Houd de knop ingedrukt totdat de deur in beweging komt. Het met de hand openen van de deur: De deur moet zo mogelijk helemaal gesloten zijn. Door slappe of gebroken veren zou de deur te snel kunnen sluiten, hetgeen materiële schade of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. De deur kan met de hand geopend worden door de ontkoppelingshandgreep omlaag en naar achteren (naar de opener) te trekken. Trek de handgreep recht naar beneden om de slede weer vast te koppelen. Gebruik de noodontkoppelingshandgreep nooit om de deur open of dicht te trekken. Wanneer de opener ingeschakeld wordt door de afstandsbediening of de verlichte deurbedieningsknop: 1. Als de deur open is, gaat hij dicht. Als de deur gesloten is, gaat hij open. 2. Wanneer de deur sluit, zal de deur stoppen. 3. Een opengaande deur stopt (om een doorgang open te laten voor huisdieren of om frisse lucht binnen te laten). 4. Wanneer de deur gestopt is in een gedeeltelijk geopende of gesloten stand, zal de richting ervan omgekeerd worden. 5. Wanneer er zich een obstakel in de baan van de deur bevindt, zal de deur omkeren. 6. Wanneer er zich een obstakel in de baan van de deur bevindt tijdens het openen, zal de deur omkeren en stoppen. 7. Het optionele Beveiligingssysteem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt TEN ZEERSTE AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine kinderen. Laat de opener als deze 5 keer achter elkaar gewerkt heeft 15 minuuten afkoelen. Het licht van de opener gaat aan: 1. als de stroom naar de opener ingeschakeld wordt; 2. als de stroom onderbroken wordt; 3. als de opener in werking gesteld wordt. Na 2-1/2 minuut gaat het licht automatisch uit. De sterkte van de lamp mag maximaal 24V/21W bedragen. 6-nl (1) Model (2) Model (3) Model (4) Model (5) Model (6) Model (7) Model (8) Model (9) Model 1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch met de afstandsbediening: • Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.) • Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op pagina 1 opnieuw. • Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen. • De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen door een vakman. 2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de verlichte bedieningsknop: • Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de beldraad los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting tussen de rode en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd met een stukje draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer dan of er een bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte bedieningsknop of een kortsluiting bij de krammetjes. • Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 9. 3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de afstandsbediening: • Probeer een nieuwe batterij. • Wanneer u over twee of meer afstandsbedieningen beschikt en er werkt er slechts een, neem dan de stappen 22 en 24, Programmeer uw opener en afstandsbediening en Sleutelloze toegang programmeren opnieuw door. • Knippert de deurbedieningsknop? De vergrendelingsstand van de opener is ingeschakeld. Wanneer u beschikt over een multifunctionele deurbediening, houdt u de vergrendelingsknop 2 seconden ingedrukt. De deurbedieningsknop stopt met knipperen. 4. Astandsbediening heeft maar een kort bereik: • Is de batterij geïnstalleerd? • Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto. • Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden. 5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de opener knippert niet: • Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een garagedeurspecialist bij. • Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur. • Herhaal dan Instellen van de grenswaarden en De kracht instellen, instellingsstappen 26 en 27. Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest. 6. De deur gaat zonder duidelijke reden omhoog en het lampje van de bedieningsknop van de deur knippert 5 seconden na het omhoog gaan: Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning. 7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te horen is: Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263 installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect" te verhelpen en is eenvoudig te installeren. 8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht: Controleer of de knop op de afstandsbediening niet in ingedrukte stand klem zit. 9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht: Herhaal De grenswaarden instellen, instellingsstap 26. Herhaal de test van de veiligheidsomkeerfunctie na elke aanpassing van de deurarmlengte, de sluitkracht of de omlaag-grenswaarde. 10. De deur gaat open maar niet dicht: • Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, moet de uitlijning gecorrigeerd worden. • Wanneer de openerlamp niet knippert en het is een nieuwe installatie, herhaal dan de stappen 26 en 27 (De grenswaarden instellen en De kracht instellen). Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest. 11. Het licht van de opener gaat niet aan: Vervang de lamp (maximaal 24V/21 Watt). Vervang doorgebrande lampen met lampen die geschikt zijn voor ruw gebruik. 12. De opener forceert: Het kan zijn dat de deur uit balans is of dat de veren gebroken zijn. Sluit de deur en gebruik de noodontkoppelingshandgreep om de slede los te koppelen. Open en sluit de deur met de hand. Een goed uitgebalanceerde deur moet op elk willekeurig punt van de slag kunnen blijven staan, terwijl hij uitsluitend door zijn veren in evenwicht wordt gehouden. Is dit niet het geval, laat de deur dan bijstellen door een garagedeurspecialist. 13. De motor van de opener bromt even en doet dan niets meer: • De veren van de garagedeur zijn gebroken. ZIE HIERBOVEN. • Als het probleem zich de eerste keer dat u de opener in werking stelt voordoet, zit de deur op slot. Stel het deurslot buiten werking. Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest. 14. Opener werkt niet wegens stroomstoring: • Trek de noodontkoppelingshandgreep omlaag en naar achteren om de slede los te koppelen. De deur kan nu met de hand geopend en gesloten worden. Als de stroom weer ingeschakeld is, trekt u de ontkoppelingshangreep recht omlaag. De volgende keer dat de opener in werking gesteld wordt, wordt de slede weer vastgekoppeld. • Met het Ontkoppelingsslot kunt u de slede van buiten de garage loskoppelen in geval van stroomstoring. 15. De grenswaarden handmatig instellen 1. Houd de zwarte knop ingedrukt tot de gele indicatorlamp langzaam begint te knipperen en laat de knop dan los. 2. Houd de zwarte knop ingedrukt tot de deur de gewenste OMHOOGstand (geopend) heeft bereikt. Stel de stand de deur in met behulp van de zwarte en oranje knop. Met de zwarte knop beweegt de deur OMHOOG (geopend), met de oranje knop beweegt de deur OMLAAG (gesloten). Controleer of de deur hoog genoeg opent voor uw auto. 3. Druk op de afstandsbediening of op de deurbediening. Hiermee wordt de grenswaarde voor OMHOOG (geopend) ingesteld en begint het sluiten van de deur. Druk onmiddellijk op de oranje of op de zwarte knop. De deur stopt. Stel de gewenste OMLAAG-stand (gesloten) in met behulp van de zwarte en oranje knop. Controleer of de deur volledig gesloten is zonder een extreem hoge druk op de rail uit te oefenen (rail mag niet naar boven buigen en de ketting/riem mogen niet slap gaan hangen of onder rail komen te hangen). Druk op de afstandsbediening of op de deurbediening. Hiermee wordt de OMLAAG-grenswaarde (dicht) ingesteld en begint het openen van de deur. OPMERKING: Wanneer noch de zwarte, noch de oranje knop wordt ingedrukt voordat de deur de vloer bereikt, zal de garagedeuropener proberen de grenswaarde automatisch in te stellen door de deur vanaf de vloer om te keren en deze te stoppen volgens de ingestelde omhoog-grenswaarde. Wanneer de werklamp niet 10 keer knippert, zijn de grenswaarden ingesteld en hoeft dit niet handmatig te gebeuren; de OMLAAGgrenswaarde wordt ingesteld op de vloer. Ongeacht of de grenswaarden automatisch of handmatig worden ingesteld, de kracht MOET worden opgeslagen om het instellen van de grenswaarden op de juiste wijze te kunnen voltooien. Zie het gedeelte 27, De kracht instellen. 4. Open en sluit de deur twee tot drie keer met de afstandsbediening of de deurbediening. • Wanneer de deur niet in de gewenste OMHOOG-stand (geopend) stopt of omkeert voordat de deur stopt in de OMLAAG-stand (dicht), herhaalt u het handmatig instellen van de grenswaarden nog een keer. • Wanneer de deur stopt in zowel de gewenste OMHOOG-stand (geopend) en OMLAAG-stand (gesloten), ga dan verder met Het veiligheidsomkeersysteem testen. 7-nl PROBLEMEN OPLOSSEN Ingangsspanning..... Max. trekkracht ....... Normaal koppel ....... Watt ......................... Standby-voeding ..... 230-240 VAC, 50Hz 600N (LM600A), 800N (LM800A), 1000N (LM1000A) 6Nm (LM600A), 8Nm (LM800A), 10Nm (LM1000A) 130W (LM600A), 165W (LM800A), 190W (LM1000A) 5,5W (LM600A), 6,0W (LM800A), 6,5W (LM1000A) Motor Type ........................ Gelijkstroomtandwielmotor met permanente smering. Geluidsniveau ......... 57dB Aandrijfmechanisme Aandrijving .............. Ketting/riem met tweedelige trolley op een stalen rail. Slaglengte ............... Afstelbaar tot 2,3m Loopsnelheid........... 127-178mm per seconde Lamp ....................... gaat aan als de deur in beweging komt, gaat uit 2-1/2 min. na stilstand. Koppeling aan deur. Verstelbare deurarm. Loskoppeling slede d.m.v. trekkoord. Veiligheidsvoorzieningen Personen................. Toetsdruk en automatische stop bij omlaagbeweging. Toetsdruk en automatische stop bij omkeerfunctie. Elektronisch............. Automatische krachtinstelling Elektrisch................. Transformator met overbelastingsbeveiliging en laagspannings-bedrading met drukknop. Begrenzingsinrichting Optische RPM/Passpoint-detector. Afstelling eindstanden Elektronisch, semi-automatisch en volautomatisch. Startcircuit ............... Laagspanningscircuit met drukknop. Afmetingen Totale lengte............ 3,2m Benodigde bovenruimte 30mm Hangend gewicht .... 14,5 kg Ontvanger Geheugenregisters.. 16 (LM600A), 32 (LM800A) & 64 (LM1000A) Bedieningsfrequentie 433,92MHz Ten aanzien van de oorspronkelijke koper garandeert Chamberlain GmbH dit produkt gedurende een periode van 24 maanden (2 jaar) vanaf de datum van aankoop tegen materiaal- en/of fabricagefouten. De motor wordt voor een periode van: LM1000A, 60 volledige maanden (5 jaar); LM800A, 48 volledige maanden (4 jaar); LM600A, 36 volledige maanden (3 jaar) na datum van aankoop gegarandeert vrij te zijn van materiaal- en/of constructiefouten. De oorspronkelijke koper is verplicht het produkt op het moment van in ontvangstname op zichtbare defecten te onderzoeken. Voorwaarden: Deze garantie is voor de koper het enig mogelijke verhaal voor een actie in rechte wegens eventuele schade met betrekking tot of voortvloeiende uit een defect onderdeel en/of produkt. De garantie is strikt beperkt tot reparatie of vervanging van de als defect erkende onderdelen van dit produkt. Deze garantie is niet van toepassing: op schade die niet veroorzaakt is door een defect maar door onredelijk gebruik (hieronder vallen: gebruik dat niet volledig overeenstemt met Chamberlain's installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies; het niet uitvoeren van de nodige onderhoudswerkzaamheden en bijstellingen, evenals aan de produkten aangebrachte aanpassingen of veranderingen); op arbeidsloon voor het demonteren of opnieuw installeren van een gerepareerd of vervangen apparaat of andere batterijen. Een produkt waarvan tijdens de garantieperiode wordt vastgesteld dat het materiaal- en/of fabricagefouten vertoont, wordt (naar keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen, zonder kosten voor de eigenaar voor reparatie en/of vervanging van onderdelen en/of het apparaat. Defecte onderdelen worden (naar keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen door nieuwe of in de fabriek vernieuwde onderdelen. Als het produkt tijdens de garantieperiode defect lijkt te zijn, neem dan contact op met de zaak waar u het apparaat oorspronkelijk gekocht heeft. Deze garantie is niet van invloed op de wettelijke rechten van de koper onder de van toepassing zijnde, geldende nationale wetgeving, evenmin als op de uit het contract van koop en verkoop voortvloeiende rechten van de koper ten opzichte van de wederverkoper. Bij ontbreken van toepasselijke nationale of Europese wetgeving, vormen deze garantievoorwaarden het enige en uitsluitende rechtsmiddel; noch Chamberlain, noch haar filialen of distributeurs zijn aansprakelijk voor enige secundaire of indirect volgende schade betreffende uitdrukkelijke of geïmpliceerde garanties met betrekking tot dit produkt Geen enkele vertegenwoordiger of andere persoon is gemachtigd om de aansprakelijkheid van Chamberlain in verband met de verkoop van dit produkt te wijzigen of uit te breiden. N.B: .Chamberlain adviseert met nadruk dat het beveiligingssysteem op alle garagedeuropeners moet worden geïnstalleerd. Ve r k l a r i n g v a n o v e r e e n s t e m m i n g De ondergetekende verklaart hierbij dat de gespecificeerde apparatuur en alle accessoires voldoen aan de vermelde richtlijnen en normen. Model: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .LM600A, LM800A, LM1000A 2004/108/EC 2006/95/EC 1999/5/EC EN55014-1 (2000), EN55014-2 (1997), EN61000-3-2 (2000), EN61000-3-3 (1995), EN 301 489-3 (V1.3.1), EN 300 220-3 (V1.1.1), EN60335-1 (1994), en EN60335-2-95 (2004) Inbouwverklaring Een elektrische garagedeuropener, in combinatie met een garagedeur, moet worden geïnstalleerd en onderhouden overeenkomstig alle instructies van de fabrikant, om aan de bepalingen van de EN12453, EN13241-1 en Machinerichtlijn 89/392/EEG te voldoen. B. P. Kelkhoff Manager, Regulatory Affairs Chamberlain GmbH D-66793 Saarwellingen March, 2008 114A3571-nl ©2008, Chamberlain GmbH All rights reserved 8-nl GARANTIEVOORWAARDEN DEUROPENER TECHNISCHE GEGEVENS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98

Chamberlain LiftMaster LM800A & LM1000A de handleiding

Type
de handleiding