Beta 1498/4A Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Beta 1498/4A Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
41
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
Modellen: 6/12V 4A, voor accu’s van 4Ah tot120Ah - 112V, 8A, voor accu’s van 5Ah tot 250Ah
Deze nieuwe serie elektronische acculaders is ontwikkeld om alle soorten loodaccu’s, traditionele accu’s en laatste generatie accu’s
op te laden. Deze acculaders zijn bijzonder geschikt om dagelijks te worden gebruikt als onmisbaar hulpmiddel en als langdurige
druppellader.
Alle laadparameters worden ingesteld met de toets van de laadfuncties, die zich op het bedieningspaneel bevindt. Afhankelijk van
het model kan het volgende worden ingesteld:
- het type accu (STD: nat of gel en AGM: start & stop of spiral)
- de laadstroom op grond van het accuvermogen
- de werkcyclus die moet worden verricht: langzaam laden, snelladen en koud klimaat; laden van een uitgeputte accu en stroomvo-
orziening ter vervanging van de accu (alleen mod. 8A)
- model 4A is voorzien van de automatische herkenningsfunctie, die de spanning van de accu die moet worden opgeladen automa-
tisch herkent (6-12V)
De apparaten zijn verder voorzien van meldingen op het display en leds die alarm slaan bij polariteitinversie, een defecte accu en
een verkeerde spanning.
=e zijn van gemaakt van isolerend materiaal, met mogelijkheid tot muurbevestiging, hebben een hoge beschermingsgraad tegen
invloeden van buitenaf en zijn beschermd tegen oververhitting en kortsluiting. =e zijn voorzien van klemmen en connector voor
accessoires.
OPLAADCYCLI
De oplaadcycli van de nieuwe acculaders zijn speciaal ontwikkeld om het laden van alle typen accu’s te optimaliseren, die op de
markt aanwezig zijn. De talrijke fabricagetechnologieën van de accu’s die momenteel in de handel zijn, hebben voor een correcte
en volledige lading verschillende laadcurves nodig. Deze acculaders verlengen de levensduur van uw accu’s, omdat ze elke accu
de juiste oplaadcyclus bieden.
Eerste diagnosefase van de staat van de accu: “A1” De acculader analyseert de laadstatus en de spanning van de
op te laden accu.
Eerste laadfase: “ soft I” Het apparaat laadt met een beperkte constante stroom
Tweede laadfase: “ I” Het apparaat laadt met een constante stroom tot de maximum-
spanning van de accu wordt bereikt.
Derde laadfase: “U0” Het apparaat laadt met gestabiliseerde spanning tot de stroom
de minimumwaarden bereikt.
Tweede diagnosefase van de staat van de accu: “A2” De acculader analyseert de ef¿ciëntiestatus en de spanning van
de opgeladen accu.
Vierde laadfase: “U” Druppellading met lage constante spanning.
MOD. 4A
Eerste diagnosefase van de staat van de accu: “A1” De acculader analyseert de laadstatus van de op te laden accu.
Eerste laadfase: "Laden van een uitgeputte accu" De acculader begint op te laden en gebruikt hierbij een puls-
stroom tot de accu optimale spannings- en stroomniveaus heeft
bereikt om de tweede laadfase te beginnen.
Tweede laadfase: “ soft I” Het apparaat laadt met een beperkte constante stroom
Derde laadfase: “ I” Het apparaat laadt met een constante stroom tot de maximum-
spanning van de accu wordt bereikt.
Vierde laadfase: “U0” Het apparaat laadt met gestabiliseerde spanning tot de stroom
de minimumwaarden bereikt.
Vijfde laadfase: “Recovery” * Alleen een acculader die afgesteld is op RECON: intensieve
laadfase met constante stroom en toenemende spanning om de
laadcapaciteit van de accu te verhogen.
Tweede diagnosefase van de staat van de accu: “A2” De acculader analyseert de ef¿ciëntiestatus en de spanning van
de opgeladen accu.
Zesde laadfase: “U” Druppellading met lage constante spanning.
Zevende laadfase: “Up” Pulsdruppellading (voortdurend in bedrijf).
MOD. 8A
42
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
* RECOVERY FUNCTIE (RECON)
met deze laadmodus kunnen natte accu’s van 12Volt, die lang niet zijn gebruikt en strati¿catie van het zuur vertonen, worden
opgeladen. Deze functie behandelt de elektrolytoplossing van de accu, waarbij die opnieuw wordt gemengd en de strati¿catie
ongedaan wordt gemaakt.
SUPPLY FUNCTIE
De acculaders zijn voorzien van de Supply functie (voedingseenheid). Deze functie maakt het mogelijk de geheugens van een
voertuig actief te houden tijdens het vervangen van de accu of in alle gevallen waarin de accu wordt losgekoppeld van het circuit
van het voertuig.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN De acculaders zijn zodanig ontworpen dat ze de staat van de accu voor en
na het opladen analyseren. =e melden eventuele storingen in de verbinding tussen de acculader en de accu die moet worden
opgeladen. Op het digitale display kan een foutcode worden weergegeven, zodat de storing die zich heeft voorgedaan snel en
eenvoudig kan worden gecontroleerd.
WAARSCHUWINGEN
• De acculader is alleen bestemd voor het opladen van loodzuur accu’s. Niet voor andere doeleinden gebruiken. Laad geen
accu’s van het niet oplaadbare type op. Laad geen bevroren accu’s op.
• Dit apparaat is niet bestemd om zonder toezicht te worden gebruikt door personen met verminderde lichamelijke, sensorische
of geestelijke vermogens (dit geldt ook voor kinderen).
• Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed worden gebruikt.
• Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten en loskoppelen.
• Tijdens het opladen van de accu kunnen explosieve gassen vrijkomen. =org dus dat er geen vonken of vlammen ontstaan en
rook niet.
• Laad de accu in een goed geventileerde en droge ruimte op: stel hem niet bloot aan regen of sneeuw.
• Controleer of de acculader van het elektriciteitsnet is gekoppeld voordat u de laadkabels op de accu aansluit.
=et de acculader tijdens het opladen nooit op de accu.
• In de accu zit een bijtende vloeistof. Indien die per ongeluk in aanraking komt met de huid of de ogen moeten deze onmiddellijk
met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd.
• Door een oneigenlijk gebruik van de acculader of het knoeien met het elektronisch circuit in het apparaat vervalt de garantie.
• Wanneer de stroomkabel van het apparaat beschadigd is, moet het door erkende vakmensen worden vervangen, omdat hier
speciaal gereedschap voor nodig is.
• Reparaties of onderhoud van het apparaat mogen alleen door vakmensen worden verricht.
• Gebruik de acculader alleen na de handleiding aandachtig te hebben doorgelezen.
OPLADEN
Accu’s opladen die op het voertuig zijn aangesloten.
1. Voordat u met opladen begint, controleert u of de stroomkabel van het elektriciteitsnet is gekoppeld.
2. =oek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de negatieve klem aangesloten.
3. Een accu opladen met de negatieve klem op de massa van het voertuig aangesloten.
• Sluit de uitgangsgeleider met de rode klem aan op de positieve pool (+) van de accu.
• Sluit de uitgangsgeleider met de zwarte klem aan op de massa van het voertuig, ver van de accu en de brandstoÀeiding
4. Een accu opladen met de positieve klem op de massa van het voertuig aangesloten.
• Sluit de uitgangsgeleider met de zwarte klem aan op de negatieve pool (-) van de accu.
• Sluit de uitgangsgeleider met de rode klem aan op de massa van het voertuig, ver van de accu en de brandstoÀeiding
5. Ringkabelschoenen gebruiken
• Sluit de uitgangsgeleider met het zwarte oog aan op de negatieve pool (-) van de accu.
• Sluit de uitgangsgeleider met het rode oog aan op de positieve pool (+) van de accu.
• Controleer of de twee ogen goed aan de klemmen van de accu zijn bevestigd en een optimaal elektrisch contact garanderen.
• Bevestig het uiteinde van de uitgangsgeleiders met ogen goed op een punt van het voertuig ver van de brandstoÀeiding
(gebruik geen metalen kabelbinders of ander materiaal dat de uitgangskabel kan beschadigen).
• De snelkoppeling van de geleiders met oog is voorzien van een isolerend hermetisch beschermdopje.
LET OP Doe na het opladen altijd het rubberen dopje op de snelkoppeling.
43
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
MOD. 4A
DE ACCULADER GEBRUIKEN
1. =odra de kabels van de uitgangsgeleiders op de accu zijn aangesloten, doet u de stroomkabel van het apparaat in het
stopcontact. Controleer of de spanning overeenkomt met de nominale spanning van de acculader;
2. Stel met behulp van de knop op het bedieningspaneel de laadparameters in, die geschikt zijn voor het type accu dat moet
worden opgeladen met de acculader op de “stand-by” stand en brandend led ON. Nu begint het oplaadproces automatisch.
ONDERBREKING VAN DE LAADCYCLUS BIJ STROOMUITVAL
Wanneer het 230V elektriciteitsnet uitvalt, slaat de acculader de lopende werkcyclus op om hem automatisch te kunnen her-
vatten bij de terugkeer van de stroom van 230 Volt. Deze functie is van fundamenteel belang wanneer de acculader laadcycli
verricht bij afwezigheid van de operator; bijvoorbeeld tijdens heel lange werkcycli (druppelladingen) of nachtelijke cycli (ladin-
gen voor voertuigen die dagelijks opgeladen moeten worden). (De duur van de geheugenfunctie van de ingestelde parameters
is 12 uur. Na die 12 uur hervat de acculader de lading met de standaardparameters).
EINDE LADING
1. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2. Koppel de uitgangsleider met zwarte klem van de massa van het voertuig of van de negatieve klem (-) van de accu.
3. Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN
In geval van storing kan de acculader de volgende meldingen doorgeven:
DISPLAYMELDING OORZAAK OPLOSSING
De klemmen van de uitgangsgeleiders zijn
niet goed op de accu aangesloten.
Polariteitinversie.
Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu; (zie de paragraaf “De
acculader gebruiken”).
Accu met te hoge spanning. (U probeert een
accu van 24 Volt op te laden).
Controleer de spanning van de accu.
De accu wordt opgeladen.
De accu is 100% geladen. Vanaf nu gaat de acculader over op de druppellading, houdt hij de ef¿ciëntiestatus van de
accu voortdurend onder controle en zorgt hij ervoor dat hij altijd optimaal geladen blijft. Op het display verschijnt het
opschrift FULL afgewisseld met de druppelspanning van de accu.
Oplaadmeldingen:
Instelbare oplaadparameters:
Lading voor accu’s van 12V van 4Ah tot 30Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 4Ah tot 70Ah
Geschikt om GEL - of natte accu’s op te laden
Lading voor accu’s van 12V van 30Ah tot 80Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 30Ah tot 120Ah
Geschikt om NATTE accu’s op te laden
Lading voor accu’s van 12V van 30Ah tot 80Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 30Ah tot 120Ah
Geschikt om AGM-START&STOP en AGM-SPIRAL of NATTE accu’s op te laden bij temperaturen onder de 5C°
Automatische oplaadkeuze voor accu’s van 6V
Lading voor accu’s van 6V van 4Ah tot 30Ah
Druppellading voor accu’s van 6V van 4Ah tot 70Ah
6V
44
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
TESTFUNCTIE ACCU EN WISSELSTROOMDYNAMO
1. =odra de kabels van de uitgangsgeleiders op de accu zijn aangesloten, doet u de stroomkabel van het apparaat in het
stopcontact. Controleer of de spanning overeenkomt met de nominale spanning van de acculader;
2. Met de acculader op de “stand-by” stand en brandende led ON, drukt u op de knop op het bedieningspaneel tot het volgende
scherm verschijnt:
Op het display knippert de spanning van de geteste accu.
GELADEN ACCU: 12,6V>13,0V
HALF GELADEN ACCU: 12,0V>12,6V - LAAD DE ACCU OP!
LEGE ACCU: <12,0V - LAAD DE ACCU OP!
4. Om de test af te sluiten, drukt u twee keer op de knop ( nu begint het laadproces van de accu automatisch.
3. Om de wisselstroomdynamo te testen, stapt u in de auto en start u het voertuig. Wacht 20 seconden zodat de laadspanning
van de wisselstroomdynamo gestabiliseerd wordt en lees de spanningswaarde op het display af.
Op het display knippert de laadspanning van de wisselstroomdynamo:
SPANNING WISSELSTROOMDYNAMO LAAG: <13,5V
SPANNING WISSELSTROOMDYNAMO OK: 13,5V>15,0V
SPANNING WISSELSTROOMDYNAMO HOOG:>15,0V ĺ Er 2
DISPLAYMELDING OORZAAK OPLOSSING
Te sterke accu. Gebruik een acculader met groter laadver-
mogen.
De accu is niet in staat een goed laadniveau
te handhaven.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
Accu erg leeg. Druk opnieuw op de knop om het opladen
te hervatten en te proberen de accu te
herstellen.
Accu met te lage spanning, niet oplaadbaar.
Het is niet mogelijk accu's onder de 3,5V op
te laden.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
Kabels zitten los, kabels kortgesloten. Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu; (zie de paragraaf "De
acculader gebruiken").
Accu volledig kortgesloten. De accu kan defect zijn. Wend u tot het
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
MOD. 8A
DE ACCULADER GEBRUIKEN
1. Sluit de stroomkabel van het apparaat op het stopcontact aan en verzeker u ervan dat de spanning overeenkomt met de
nominale spanning van de acculader (230V-50Hz);
2. Stel met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel de laadparameters in die geschikt zijn voor het type accu dat moet
worden opgeladen, met de acculader op de “stand-by” stand en brandend led ON.
45
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
ONDERBREKING VAN DE LAADCYCLUS BIJ STROOMUITVAL
Wanneer het 230V elektriciteitsnet uitvalt, slaat de acculader de lopende werkcyclus op om hem automatisch te kunnen her-
vatten bij de terugkeer van de stroom van 230 Volt. Deze functie is van fundamenteel belang wanneer de acculader laadcycli
verricht bij afwezigheid van de operator; bijvoorbeeld tijdens heel lange werkcycli (druppelladingen) of nachtelijke cycli (ladingen
voor voertuigen die dagelijks opgeladen moeten worden).
EINDE LADING
1. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2. Koppel de uitgangsleider met zwarte klem van de massa van het voertuig of van de negatieve klem (-) van de accu.
3. Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN
In geval van storing kan de acculader de volgende meldingen doorgeven:
De accu wordt opgeladen.
Groene led knippert.
De accu is 100% geladen. Vanaf nu gaat de acculader over op de druppellading, houdt hij de ef¿ciëntiestatus van de
accu voortdurend onder controle en zorgt hij ervoor dat hij altijd optimaal geladen blijft.
Groene led brandt met vast licht.
Oplaadmeldingen:
Instelbare oplaadparameters:
Lading voor accu’s van 12V van 5Ah tot 50Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 5Ah tot 80Ah
Geschikt om GEL - of natte accu’s op te laden
Lading voor accu’s van 12V van 50Ah tot 160Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 50Ah tot 250Ah
Geschikt om NATTE accu’s op te laden
Lading voor accu’s van 12V van 50Ah tot 160Ah
Druppellading voor accu’s van 12V van 50Ah tot 250Ah
Geschikt om AGM-START&STOP en AGM-SPIRAL of NATTE accu’s op te laden bij temperaturen onder de 5C°
Voor NATTE accu’s die gedurende langere tijd niet zijn gebruikt en strati¿catie van het zuur vertonen.
Let op: vanwege de hoge spanning die tijdens deze laadcyclus wordt bereikt, moet de accu worden hersteld terwijl deze
van het voertuig is gekoppeld. Wordt de accu hersteld terwijl hij op het voertuig is aangesloten, dan kan dat de elektronica
ervan beschadigen.
Stroomvoorzieningsfunctie: 13,8V – 5A, max. 80 Watt.
Deze functie maakt het mogelijk de geheugens van een voertuig actief te houden tijdens het vervangen van de accu of
in alle gevallen waarin de accu wordt losgekoppeld van het circuit van het voertuig.
LET OP: BIJ DEZE FUNCTIE IS DE ACCULADER NIET BESCHERMD TEGEN HET VERWISSELEN VAN DE POLEN.
GEVAAR VOOR BESCHADIGING!
DISPLAYMELDING OORZAAK OPLOSSING
De klemmen van de uitgangsgeleiders zijn
niet goed op de accu aangesloten. Polari-
teitinversie.
Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu; (zie de paragraaf "De
acculader gebruiken").
Accu met te lage spanning. (U probeert een
accu van 6 Volt op te laden). Accu met te
hoge spanning. (U probeert een accu van 24
Volt op te laden).
Controleer de spanning van de accu. De
accu kan defect zijn. Wend u tot het dichtst-
bijzijnde Servicecentrum.
3. Sluit de kabels van de uitgangsleiders op de accu aan. Nu begin het laadproces van de accu automatisch.
46
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
DISPLAYMELDING OORZAAK OPLOSSING
De acculader maakt een fout. Laat de acculader door het dichtstbijzijnde
Servicecentrum controleren.
Te sterke accu. Gebruik een acculader met groter laadver-
mogen.
De accu is niet in staat een goed laadniveau
te handhaven.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het dichtstbi-
jzijnde Servicecentrum.
Het is niet gelukt de accu na een complete
desulfateringscyclus te herstellen.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het dichtstbi-
jzijnde Servicecentrum.
Accu met zeer lage spanning. Het is niet
mogelijk accu's onder de 5V automatisch te
beginnen op te laden.
Als u wilt proberen de accu te herstellen,
stelt u een "SUPPLY" cyclus in en gaat u
vervolgens over op een normale laadcyclus.
Kabels zitten los, kabels kortgesloten. Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu; (zie de paragraaf "De
acculader gebruiken").
Accu volledig kortgesloten. De accu kan defect zijn. Wend u tot het
dichtstbijzijnde Servicecentrum.
BESCHERMINGEN
De acculaders zijn voorzien van beschermingen om een maximale veiligheid te garanderen tijdens het gebruik en de werking
van het apparaat.
• Volledige bescherming tegen vonken
• Bescherming tegen kortsluiting
• Spanningscompensatie
• Bescherming tegen oververhitting
• Bescherming tegen polariteitinversie
• Hoge beschermingsgraad tegen invloeden van buitenaf IP65
ONDERHOUD
Wanneer de acculader niet gebruikt wordt, moet hij op een droge plek bewaard worden om hem tegen vocht te beschermen. Om
de buitenkant van de batterijlader te reinigen, koppelt u het apparaat los en gebruikt u een zachte doek.
GARANTIEVOORWAARDEN
1. De fabrikant garandeert de goede werking van het product gedurende 24 maanden vanaf de datum van aankoop, die op het
bonnetje staat dat bij de verkoop door de verkoper wordt afgegeven.
2. De garantie bestaat uit de gratis reparatie of vervanging van de onderdelen van het apparaat, waarvan onze ¿rma heeft
geconstateerd dat ze een defect hebben opgelopen tijdens de productie of waarvan het materiaal defect is.
3. Door problemen die zijn ontstaan door nalatigheid, een verkeerd gebruik, geknoei met het apparaat komt de garantie te
vervallen.
4. De garantie komt bovendien ook te vervallen indien de reparatie wordt verricht door onbevoegden of personeel dat hiervoor
geen toestemming van de fabrikant heeft.
5. Door een verkeerde aansluiting op het elektriciteitsnet, het niet overeenstemmen van de voedingsspanning met de nominale
spanning die op het plaatje van het apparaat staat en spanningswisselingen in de lijn veroorzaakt door oorzaken van buitenaf,
blikseminslag of wat dan ook, komt de garantie te vervallen.
6. Het garantiebewijs is alleen geldig als het vergezeld gaat van de kassabon of de vrachtbrief.
7. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor elke vorm van directe of indirecte schade aan personen of voorwer-
pen voortkomend uit het gebruik of onderbreking van het gebruik van het apparaat.
63
Informatie voor de gebruikers
Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product op het
einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gemeentelijk afval moet worden afgedankt.
De gebruiker die dit instrument wenst af te danken, kan:
– het bij een centrum voor afvalophaling voor elektrische en elektronische afval afgeven.
– het terugbezorgen aan de eigen verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig instrument wordt gekocht
– in geval van producten voor uitsluitend professioneel gebruik contact opnemen met de fabrikant, die een goede
afdankprocedure moet voorschrijven.
Door dit product op de goede manier af te danken, kunnen de grondstoffen ervan worden gerecycled, en schade aan
het milieu en de gezondheid worden voorkomen.
Illegaal afdanken van het product houdt een overtreding van de voorschriften betreffende het afdanken van gevaarlijk
afval in, waarvoor de voorziene sancties worden toegepast.
Informacje dla uīytkowników
Symbol skreĞlonego kubáa naniesiony na urządzeniu lub na opakowaniu oznacza, Īe wyrób po zakoĔczeniu swojej
uĪytecznej funkcji musi byü likwidowany oddzielnie od innych odpadów komunalnych.
UĪytkownik, który zamierza zlikwidowaü to narządzie, moĪe:
– dostarczyü je do centrum zbiórki odpadów elektronicznych lub elektrotechnicznych,
– oddaü je w punkcie sprzedaĪy, przy zakupie nowego równowaĪnego narzĊdzia,
– w przypadku produktów wyáącznie do uĪycia profesjonalnego, skontaktowaü siĊ z producentem, który powinien
dysponowaü odpowiednią procedurą do prawidáowej likwidacji.
Prawidáowa likwidacja tego produktu pozwoli na na ponowne wykorzystanie surowców w nim zawartych i uchroni od
szkód wobec Ğrodowiska i zdrowia czáowieka.
Nielegalne usuwanie produktu stanowi naruszenie prawa dotyczącego likwidacji odpadów niebezpiecznych i powo-
duje zastosowanie przewidzianych sankcji.
Felhasználói információk
A készüléken vagy a csomagoláson feltüntetett áthúzott négyszög szimbólum azt jelzi, hogy a terméket hasznos
életciklusa végén a többi városi hulladéktól elkülönítve kell feldolgozni.
A felhasználó, amennyiben ennek az eszköznek a feldolgozását szeretné, a következĘket teheti:
- leadhatja egy elektronikus és elektrotechnikus hulladékokat gyĦjtĘ központban
- visszaadhatja a saját viszonteladójának egy egyenértékĦ eszköz vásárlásakor
- kifejezetten professzionális használatra szánt termékek esetén vegye fel a kapcsolatot a gyártóval, amelynek
rendelkeznie kell egy megfelelĘ eljárással a termék helyes feldolgozására.
Ennek a terméknek a helyes feldolgozása lehetĘvé teszi az abban található alapanyagok újrahasznosítását, és így
elkerülhetĘek a környezeti és az emberi egészséget veszélyeztetĘ károk.
A termék engedély nélküli feldolgozása megsérti a veszélyes hulladékok feldolgozásának szabályozását, az elĘírt
szankciók alkalmazását vonja maga után.
NL
PL
HU
/