Beta 1498/2A Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

38
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR ELEKTRONISCHE ACCULADERS GEPRODUCEERD DOOR:
BETA UTENSILI S.P.A. Via A. Volta 18, 20845, Sovico (MB) ITALIË
Oorspronkelijk in de ITALIAANSE taal geschreven documentatie.
Bewaar de veiligheidsinstructies zorgvuldig en geef ze aan het personeel dat de nietmachine gebruikt.
GEBRUIKSDOEL
De elektronische acculader is bestemd voor het volgende gebruik:
• Voor het opladen en onderhoud van motoretsen met een accu van 12V.
• Geschikt voor alle lood- of lithium (LiFePO4) accu’s.
De volgende handelingen zijn niet toegestaan:
• Het is verboden Het toestel op andere accu’s dan 12V accu’s te gebruiken.
• Het is verboden het toestel op bevroren of niet-oplaadbare accu’s te gebruiken
• Het is verboden de startbooster te gebruiken voor toepassingen die niet binnen de technische speci-
caties vallen die in de tabel TECHNISCHE GEGEVENS staan.
• Het is verboden de startbooster in vochtige, natte omgevingen te gebruiken of in omgevingen die aan
weer en wind zijn blootgesteld.
• Het is verboden de startbooster voor iets anders te gebruiken dan voor de toepassingen die hier
worden beschreven.
VEILIGHEID VAN DE WERKPLEK
Gebruik de acculader niet in omgevingen met mogelijk explosieve atmosferen of brandbare
materialen, omdat er vonken kunnen ontstaan, waardoor stof of damp in brand kunnen vliegen.
Voorkom dat kinderen of bezoekers in de buurt van de werkplek kunnen komen terwijl met de
acculader wordt gewerkt. De aanwezigheid van andere personen leidt af waardoor men de controle
over het pneumatische gereedschap kan verliezen.
Inhaleer de tijdens het opladen van de accu van het voertuig afkomstige vrijgekomen schadelijke
gassen niet.
Wend bij de aansluitingswerkzaamheden het gezicht van de accu van het voertuig. IIn de accu
zitten bijtende stoffen. Indien die per ongeluk in aanraking komen met de huid of de ogen moeten
deze onmiddellijk met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd.
Verwissel de polen tussen de klemmen van het toestel en de accupoolklemmen nooit. Als de polen
verwisseld worden kan dat explosies, schade aan het voertuig, het toestel en personen veroorzaken.
Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) altijd op de positieve pool van de accu en de uitgangska
bel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
Zorg ervoor dat de positieve en de negatieve pool van het toestel nooit met elkaar in aanraking
komen (bijvoorbeeld door metalen verbindingen).
Zet het toestel tijdens het opladen nooit op de accu.
Laat geen metalen gereedschap op de accu van het voertuig vallen. Er kan hierdoor kortsluiting in
de accu zelf ontstaan.
Gebruik de acculader in een droge omgeving en vermijd vocht.
BELANGRIJK: LEES DEZE HANDLEIDING HELEMAAL DOOR ALVORENS
HET TOESTEL TE GEBRUIKEN. INDIEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIF-
TEN EN DE AANWIJZINGEN NIET IN ACHT WORDEN GENOMEN, KUN-
NEN ZICH ERNSTIGE ONGEVALLEN VOORDOEN.
LET OP
ELEKTRONISCHE ACCULADER 12V MOTORFIETSEN ART. 1498/2A
39
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
VEILIGHEID ACCULADER
• Controleer voor het gebruik of de acculader niet beschadigd is, of hij geen kale kabels heeft en er
geen versleten delen zijn.
Gebruik het toestel niet als het beschadigd is, omdat er dan gevaar voor elektrische schokken bestaat.
Probeer niet om het te openen of er wijzigingen aan aan te brengen
Knoei niet met het elektronische circuit van de acculader.
Sluit de acculader op het stopcontact aan en verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met de netspanning
die op het stroomvoorzieningsmechanisme staat (Zie de tabel met TECHNISCHE GEGEVENS).
AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL
• We drukken u op het hart uw aandacht er altijd maximaal bij te houden en u op uw eigen handelingen te
concentreren. Gebruik het toestel niet als u moe, of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent.
• Gebruik altijd de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen:
• veiligheidsschoenen;
• een beschermende bril;
• beschermende handschoenen voor fysische agentia.
Verricht alle voorgeschreven werkzaamheden in goed geventileerde en droge ruimtes.
Controleer of het toestel van het elektriciteitsnet is gekoppeld voordat u de kabels op de accu aansluit
of ervan loskoppelt.
Zorg dat de twee klemmen onderling geen contact maken (rood (+) positief; zwart (-) negatief).
• Controleer of de kabels van de acculader zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en
de brandstoeiding bevinden.
Draag geen wijde kleding, armbanden, kettingen of metalen voorwerpen wanneer u aan het voertuig werkt.
• Voordat u de acculader opbergt, verzekert u zich ervan dat hij zodanig is afgekoeld dat hij de
omgevingstemperatuur heeft.
INDIVIDUELE BESCHERMINGSMIDDELEN DIE NODIG ZIJN TIJDENS HET GEBRUIK
VAN HET TOESTEL
TECHNISCHE GEGEVENS
GEBRUIK ALTIJD VEILIGHEIDSSCHOENEN
GEBRUIK ALTIJD EEN BESCHERMENDE BRIL
GEBRUIK ALTIJD BESCHERMENDE HANDSCHOENEN VOOR FYSISCHE AGENTIA TIJDENS HET GEBRUIK
VAN DE STARTBOOSTER
Niet inachtneming van de volgende waarschuwingen kan lichamelijk letsel en/of ziektes
veroorzaken.
Andere persoonlijke beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt, afhankelijk van
de waarden die zijn gevonden bij het onderzoek van de milieuhygiëne /risicoanalyse indien
de waarden de maximumwaarden overschrijden, die in de geldende voorschriften staan.
MOET WORDEN GEBRUIKT VOOR
ACCU’S VAN
OPLAADCAPACITEIT
HOUDVERMOGEN
VOEDINGSSPANNING
GEBRUIKSTEMPERATUUR
BESCHERMINGSGRAAD
AFMETINGEN
GEWICHT
12V
2Ah ÷ 40Ah
2Ah ÷ 100Ah
220-240V ~ 50/60Hz
-10°C +40°C
IP65
180x80x40 mm
0.5kg
40
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
OPLAADCYCLI VAN DE ACCULADER
De volgende oplaadcycli van deze acculader zijn speciaal ontwikkeld om alle soorten op de markt
verkrijgbare accu’s optimaal op te kunnen laden. De talrijke fabricagetechnologieën van de accu's die mo-
menteel in de handel zijn, hebben voor een correcte en volledige lading verschillende laadcurves nodig.
Deze acculader verlengt de levensduur van de accu's, omdat hij elke accu de juiste oplaadcyclus biedt.
De acculader is zodanig ontworpen dat hij de staat van de accu voor en tijdens het opladen analyseert. Hij
meldt eventuele storingen in de verbinding tussen de acculader en de accu die moet worden opgeladen.
FASE CYCLUS
Eerste diagnosefase van de staat van de
accu: “A1”
De acculader analyseert de laadstatus van de op
te laden accu.
Eerste laadfase. "Laden van een uitgeputte
accu"
De acculader begint op te laden en gebruikt hierbij
een pulsstroom tot de accu optimale spannings-
en stroomniveaus heeft bereikt om de tweede
laadfase te beginnen.
Tweede laadfase: “soft I”
Het apparaat laadt met een beperkte constante
stroom.
Derde laadfase. “I”
Het apparaat laadt met een constante stroom tot
de maximumspanning van de accu wordt bereikt.
Vierde laadfase. “UO”
Het apparaat laadt met gestabiliseerde spanning
tot de stroom de minimumwaarden bereikt.
Vijfde laadfase “Recovery”
Intensieve laadfase met constante stroom en to-
enemende spanning om de laadcapaciteit van de
accu te verhogen.
Tweede diagnosefase van de staat van de
accu: “A2”
De acculader analyseert de efciëntiestatus en de
spanning van de opgeladen accu.
Zesde laadfase: “U” Druppellading met lage en constante spanning.
Zevende laadfase: “Up” Pulsdruppellading (voortdurend in bedrijf).
41
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
GEBRUIK VAN DE ACCULADER
Controleer altijd of de technische eigenschappen van de accu van de motorets geschikt zijn voor
de acculader van 12V.
Als het voltage van de acculader en de spanning van de elektrische installatie van
de motorets niet met elkaar overeenkomen, kan dat explosies, schade aan de motorets, de
acculader en personen veroorzaken.
Voordat u met opladen begint, controleert u of de stroomkabel van het elektriciteitsnet is gekoppeld.
Zoek de pool die overeenstemt met de massa van de motorets. Over het algemeen is die op de
negatieve klem aangesloten.
EEN ACCU OPLADEN MET DE NEGATIEVE KLEM OP DE MASSA VAN DE MOTORFIETS AANGESLOTEN.
Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) aan op de positieve pool van de accu.
Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem (-) aan op de carrosserie van de motorets, uit de buurt van
de accu en de brandstoeiding
EEN ACCU OPLADEN MET DE POSITIEVE KLEM OP DE MASSA VAN DE MOTORFIETS AANGESLOTEN.
Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem (-) aan op de negatieve pool van de accu.
Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) aan op de carrosserie van de motorets, uit de buurt
van de accu en de brandstoeiding
RINGKABELSCHOENEN GEBRUIKEN
Sluit de uitgangskabel met het zwarte oog (-) aan op de negatieve pool van de accu.
Sluit de uitgangskabel met het rode oog (+) aan op de positieve pool van de accu.
Controleer of de twee ogen goed aan de klemmen van de accu zijn bevestigd en een optimaal
elektrisch contact garanderen.
Zet de uiteinden van de uitgangskabels met oog goed vast op een punt van de motorets uit de buurt
van de brandstoeiding (gebruik geen kabelbinders van metaal of ander materiaal dat de kabel kan
beschadigen).
Wanneer de werkzaamheden voltooid zijn brengt u de isolerende, waterdichte beschermkap op de
snelkoppeling van de kabels met oog aan.
DE ACCULADER INSCHAKELEN
Zodra de kabels van de uitgangsgeleiders goed op de accu zijn aangesloten, steekt u de stroomkabel
van de acculader in het stopcontact. Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die
op het stroomvoorzieningstoestel staat aangegeven (Zie de tabel TECHNISCHE GEGEVENS).
Stel met behulp van de knop op het bedieningspaneel en met de acculader op de “stand-by” stand en
brandend led ON, de laadparameters in, die geschikt zijn voor het type accu.
Instelbare oplaadparameters:
12V accu’s opladen: 2Ah- 40Ah
Onderhoudslading 12V accu’s: 2Ah – 100Ah
Geschikt om loodzuuraccu's op te laden: WET – GEWLAGM
12V accu’s opladen: 2Ah- 40Ah
Onderhoudslading 12V accu’s: 2Ah – 100Ah
Geschikt om LITHIUMaccu's op te laden: LiFePO4
42
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
LaadseIectie:
ONDERBREKING VAN DE LAADCYCLUS BIJ STROOMUITVAL
Wanneer het elektriciteitsnet uitvalt, slaat de acculader de lopende werkcyclus op om hem automatisch
te kunnen hervatten bij de terugkeer van de stroom. Deze functie is van fundamenteel belang wanneer
de acculader laadcycli verricht bij afwezigheid van de operator; bijvoorbeeld tijdens heel lange werkcycli
(druppelladingen) of nachtelijke cycli (voertuigen die dagelijks opgeladen moeten worden).
NA HET OPLADEN
Haal de stekker van de acculader na het opladen eerst uit het stopcontact.
Koppel eerst de uitgangskabel met zwarte klem (-) van de massa van het voertuig of van de negatieve
klem van de accu.
Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
FOUTMELDINGEN
Een eventuele fout wordt weergegeven door middel van een visueel- en een geluidssignaal.
De accu wordt opgeladen.
Led knippert
De accu wordt opgeladen.
De accu is 100% geladen. Vanaf nu gaat de acculader over op de onderhoudsfase, houdt
hij de efciëntiestatus van de accu voortdurend onder controle en houdt hij de accu altijd
optimaal geladen.
DISPLAY OORZAAK OPLOSSING
De klemmen van de uitgangskabels zijn niet
goed op de accu aangesloten. Polariteitin-
versie
Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu. Zie het punt “GEBRUIK
VAN DE ACCULADER”
Accu met te hoge spanning. Waarschijnlijk
bent u aan het proberen een accu van 6 Volt
op te laden.
• Te sterke accu.
• De accu is niet in staat een goed laadnive-
au te handhaven.
• Controleer de spanning van de accu.
• Gebruik een acculader met een groter laad-
vermogen.
• De accu kan defect zijn. Wend u tot het servi-
cecentrum van de accu.
Het is niet gelukt de accu na een complete
desulfateringscyclus te herstellen.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het service-
centrum van de accu.
Accu met zeer lage spanning. Het is niet
mogelijk accu's onder de 2V automatisch te
beginnen op te laden.
De accu kan defect zijn. Wend u tot het service-
centrum van de accu
• Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu. Zie het punt “GEBRU-
IK VAN DE ACCULADER”
• De accu kan defect zijn. Wend u tot het
servicecentrum van de accu
• Breng de klemmen goed aan en hervat het
opladen van de accu. Zie het punt “GEBRUIK
VAN DE ACCULADER”
• De accu kan defect zijn. Wend u tot het service-
centrum van de accu
43
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
ONDERHOUD
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden verricht. Wend
u voor deze werkzaamheden tot het reparatiecentrum van Beta Utensili S.P.A.
AFDANKEN
Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product
op het einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gemeentelijk afval moet worden afgedankt.
De gebruiker die dit instrument wenst af te danken, kan:
- Het bij een centrum voor afvalophaling voor elektrische en elektronische afval afgeven.
- Het terugbezorgen aan de eigen verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig instrument
wordt gekocht.
- In geval van producten voor uitsluitend professioneel gebruik contact opnemen met de fabrikant, die
een goede afdankprocedure moet voorschrijven.
Door dit product op de goede manier af te danken, kunnen de grondstoffen ervan worden gerecycled,
en schade aan het milieu en de gezondheid worden voorkomen.
Illegaal afdanken van het product houdt een overtreding van de voorschriften betreffende het afdanken
van gevaarlijk afval in, waarvoor de voorziene sancties worden toegepast.
GARANTIE
Deze apparatuur is vervaardigd en getest in overeenstemming met de voorschriften die mo-
menteel van kracht zijn in de Europese Gemeenschap. Hij heeft 12 maanden garantie bij
professioneel gebruik of 24 maanden bij niet-professioneel gebruik. Storingen veroorzaakt
door materiaal- of fabrieksfouten worden naar ons goeddunken ofwel gerepareerd of de de-
fecte onderdelen worden vervangen. Eén of meerdere reparaties tijdens de garantieperiode wijzigt de
verloopdatum ervan niet. Defecten veroorzaakt door slijtage, een verkeerd of oneigenlijk gebruik, of
door vallen en/of stoten worden niet door de garantie gedekt. De garantie komt te vervallen wanneer
er wijzigingen worden aangebracht, wanneer er met het apparaat wordt geknoeid, wanneer de startbo-
oster gedemonteerd naar de assistentie wordt gestuurd. Schade toegebracht aan personen en / of
voorwerpen van welke aard en / of natuur, direct en / of indirect is uitdrukkelijk uitgesloten.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING EU
We verklaren onder eigen verantwoordelijkheid dat het beschreven product voldoet aan alle relevante
bepalingen van de volgende richtlijnen:
• Richtlijn met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit (E.M.C.) 2014/30/EU;
• Laagspanningsrichtlijn (L.V.D.) 2014/35/EU;
• Richtlijn betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en
elektronische apparatuur (Ro.H.S.) 2011/65/EU;
Het technische dossier is verkrijgbaar bij:
BETA UTENSILI S.P.A.
Via A. Volta 18,
20845 Sovico (MB)
ITALIË
Data 02/05/2017
BESCHERMINGEN
De acculaders zijn voorzien van beschermingen om een maximale veiligheid te garanderen tijdens
het gebruik en de werking ervan.
Volledige bescherming tegen vonken
Bescherming tegen kortsluiting
• Spanningscompensatie
Bescherming tegen oververhitting
Bescherming tegen polariteitinversie
Bescherming tegen invloeden van buitenaf IP65

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING ELEKTRONISCHE ACCULADER 12V MOTORFIETSEN NL ART. 1498/2A GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR ELEKTRONISCHE ACCULADERS GEPRODUCEERD DOOR: BETA UTENSILI S.P.A. Via A. Volta 18, 20845, Sovico (MB) ITALIË Oorspronkelijk in de ITALIAANSE taal geschreven documentatie. LET OP BELANGRIJK: LEES DEZE HANDLEIDING HELEMAAL DOOR ALVORENS HET TOESTEL TE GEBRUIKEN. INDIEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN DE AANWIJZINGEN NIET IN ACHT WORDEN GENOMEN, KUNNEN ZICH ERNSTIGE ONGEVALLEN VOORDOEN. Bewaar de veiligheidsinstructies zorgvuldig en geef ze aan het personeel dat de nietmachine gebruikt. GEBRUIKSDOEL De elektronische acculader is bestemd voor het volgende gebruik: • Voor het opladen en onderhoud van motorfietsen met een accu van 12V. • Geschikt voor alle lood- of lithium (LiFePO4) accu’s. De volgende handelingen zijn niet toegestaan: • Het is verboden Het toestel op andere accu’s dan 12V accu’s te gebruiken. • Het is verboden het toestel op bevroren of niet-oplaadbare accu’s te gebruiken • Het is verboden de startbooster te gebruiken voor toepassingen die niet binnen de technische specificaties vallen die in de tabel TECHNISCHE GEGEVENS staan. • Het is verboden de startbooster in vochtige, natte omgevingen te gebruiken of in omgevingen die aan weer en wind zijn blootgesteld. • Het is verboden de startbooster voor iets anders te gebruiken dan voor de toepassingen die hier worden beschreven. VEILIGHEID VAN DE WERKPLEK Gebruik de acculader niet in omgevingen met mogelijk explosieve atmosferen of brandbare materialen, omdat er vonken kunnen ontstaan, waardoor stof of damp in brand kunnen vliegen. 38 Voorkom dat kinderen of bezoekers in de buurt van de werkplek kunnen komen terwijl met de acculader wordt gewerkt. De aanwezigheid van andere personen leidt af waardoor men de controle over het pneumatische gereedschap kan verliezen. Inhaleer de tijdens het opladen van de accu van het voertuig afkomstige vrijgekomen schadelijke gassen niet. Wend bij de aansluitingswerkzaamheden het gezicht van de accu van het voertuig. IIn de accu zitten bijtende stoffen. Indien die per ongeluk in aanraking komen met de huid of de ogen moeten deze onmiddellijk met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd. Verwissel de polen tussen de klemmen van het toestel en de accupoolklemmen nooit. Als de polen verwisseld worden kan dat explosies, schade aan het voertuig, het toestel en personen veroorzaken. Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) altijd op de positieve pool van de accu en de uitgangska bel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan. Zorg ervoor dat de positieve en de negatieve pool van het toestel nooit met elkaar in aanraking komen (bijvoorbeeld door metalen verbindingen). Zet het toestel tijdens het opladen nooit op de accu. Laat geen metalen gereedschap op de accu van het voertuig vallen. Er kan hierdoor kortsluiting in de accu zelf ontstaan. Gebruik de acculader in een droge omgeving en vermijd vocht. GEBRUIKSAANWIJZING NL VEILIGHEID ACCULADER • Controleer voor het gebruik of de acculader niet beschadigd is, of hij geen kale kabels heeft en er geen versleten delen zijn. • Gebruik het toestel niet als het beschadigd is, omdat er dan gevaar voor elektrische schokken bestaat. Probeer niet om het te openen of er wijzigingen aan aan te brengen • Knoei niet met het elektronische circuit van de acculader. • Sluit de acculader op het stopcontact aan en verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met de netspanning die op het stroomvoorzieningsmechanisme staat (Zie de tabel met TECHNISCHE GEGEVENS). AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL • We drukken u op het hart uw aandacht er altijd maximaal bij te houden en u op uw eigen handelingen te concentreren. Gebruik het toestel niet als u moe, of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent. • Gebruik altijd de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen: • veiligheidsschoenen; • een beschermende bril; • beschermende handschoenen voor fysische agentia. • Verricht alle voorgeschreven werkzaamheden in goed geventileerde en droge ruimtes. • Controleer of het toestel van het elektriciteitsnet is gekoppeld voordat u de kabels op de accu aansluit of ervan loskoppelt. • Zorg dat de twee klemmen onderling geen contact maken (rood (+) positief; zwart (-) negatief). • Controleer of de kabels van de acculader zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en de brandstofleiding bevinden. • Draag geen wijde kleding, armbanden, kettingen of metalen voorwerpen wanneer u aan het voertuig werkt. • Voordat u de acculader opbergt, verzekert u zich ervan dat hij zodanig is afgekoeld dat hij de omgevingstemperatuur heeft. INDIVIDUELE BESCHERMINGSMIDDELEN DIE NODIG ZIJN TIJDENS HET GEBRUIK VAN HET TOESTEL Niet inachtneming van de volgende waarschuwingen kan lichamelijk letsel en/of ziektes veroorzaken. GEBRUIK ALTIJD VEILIGHEIDSSCHOENEN GEBRUIK ALTIJD EEN BESCHERMENDE BRIL GEBRUIK ALTIJD BESCHERMENDE HANDSCHOENEN VOOR FYSISCHE AGENTIA TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE STARTBOOSTER Andere persoonlijke beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt, afhankelijk van de waarden die zijn gevonden bij het onderzoek van de milieuhygiëne /risicoanalyse indien de waarden de maximumwaarden overschrijden, die in de geldende voorschriften staan. TECHNISCHE GEGEVENS MOET WORDEN GEBRUIKT VOOR ACCU’S VAN OPLAADCAPACITEIT HOUDVERMOGEN VOEDINGSSPANNING GEBRUIKSTEMPERATUUR BESCHERMINGSGRAAD AFMETINGEN GEWICHT 12V 2Ah ÷ 40Ah 2Ah ÷ 100Ah 220-240V ~ 50/60Hz -10°C +40°C IP65 180x80x40 mm 0.5kg 39 NL GEBRUIKSAANWIJZING OPLAADCYCLI VAN DE ACCULADER De volgende oplaadcycli van deze acculader zijn speciaal ontwikkeld om alle soorten op de markt verkrijgbare accu’s optimaal op te kunnen laden. De talrijke fabricagetechnologieën van de accu's die momenteel in de handel zijn, hebben voor een correcte en volledige lading verschillende laadcurves nodig. Deze acculader verlengt de levensduur van de accu's, omdat hij elke accu de juiste oplaadcyclus biedt. De acculader is zodanig ontworpen dat hij de staat van de accu voor en tijdens het opladen analyseert. Hij meldt eventuele storingen in de verbinding tussen de acculader en de accu die moet worden opgeladen. FASE CYCLUS Eerste diagnosefase van de staat van de De acculader analyseert de laadstatus van de op accu: “A1” te laden accu. De acculader begint op te laden en gebruikt hierbij Eerste laadfase. "Laden van een uitgeputte een pulsstroom tot de accu optimale spanningsaccu" en stroomniveaus heeft bereikt om de tweede laadfase te beginnen. Tweede laadfase: “soft I” Het apparaat laadt met een beperkte constante stroom. Derde laadfase. “I” Het apparaat laadt met een constante stroom tot de maximumspanning van de accu wordt bereikt. Vierde laadfase. “UO” Het apparaat laadt met gestabiliseerde spanning tot de stroom de minimumwaarden bereikt. Vijfde laadfase “Recovery” Intensieve laadfase met constante stroom en toenemende spanning om de laadcapaciteit van de accu te verhogen. Tweede diagnosefase van de staat van de De acculader analyseert de efficiëntiestatus en de accu: “A2” spanning van de opgeladen accu. 40 Zesde laadfase: “U” Druppellading met lage en constante spanning. Zevende laadfase: “Up” Pulsdruppellading (voortdurend in bedrijf). GEBRUIKSAANWIJZING NL GEBRUIK VAN DE ACCULADER • Controleer altijd of de technische eigenschappen van de accu van de motorfiets geschikt zijn voor de acculader van 12V. • Als het voltage van de acculader en de spanning van de elektrische installatie van de motorfiets niet met elkaar overeenkomen, kan dat explosies, schade aan de motorfiets, de acculader en personen veroorzaken. • Voordat u met opladen begint, controleert u of de stroomkabel van het elektriciteitsnet is gekoppeld. • Zoek de pool die overeenstemt met de massa van de motorfiets. Over het algemeen is die op de negatieve klem aangesloten. EEN ACCU OPLADEN MET DE NEGATIEVE KLEM OP DE MASSA VAN DE MOTORFIETS AANGESLOTEN. • Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) aan op de positieve pool van de accu. • Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem (-) aan op de carrosserie van de motorfiets, uit de buurt van de accu en de brandstofleiding EEN ACCU OPLADEN MET DE POSITIEVE KLEM OP DE MASSA VAN DE MOTORFIETS AANGESLOTEN. • Sluit de uitgangskabel met de zwarte klem (-) aan op de negatieve pool van de accu. • Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) aan op de carrosserie van de motorfiets, uit de buurt van de accu en de brandstofleiding RINGKABELSCHOENEN GEBRUIKEN • Sluit de uitgangskabel met het zwarte oog (-) aan op de negatieve pool van de accu. • Sluit de uitgangskabel met het rode oog (+) aan op de positieve pool van de accu. • Controleer of de twee ogen goed aan de klemmen van de accu zijn bevestigd en een optimaal elektrisch contact garanderen. • Zet de uiteinden van de uitgangskabels met oog goed vast op een punt van de motorfiets uit de buurt van de brandstofleiding (gebruik geen kabelbinders van metaal of ander materiaal dat de kabel kan beschadigen). • Wanneer de werkzaamheden voltooid zijn brengt u de isolerende, waterdichte beschermkap op de snelkoppeling van de kabels met oog aan. DE ACCULADER INSCHAKELEN • Zodra de kabels van de uitgangsgeleiders goed op de accu zijn aangesloten, steekt u de stroomkabel van de acculader in het stopcontact. Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die op het stroomvoorzieningstoestel staat aangegeven (Zie de tabel TECHNISCHE GEGEVENS). • Stel met behulp van de knop op het bedieningspaneel en met de acculader op de “stand-by” stand en brandend led ON, de laadparameters in, die geschikt zijn voor het type accu. Instelbare oplaadparameters: 12V accu’s opladen: 2Ah- 40Ah Onderhoudslading 12V accu’s: 2Ah – 100Ah Geschikt om loodzuuraccu's op te laden: WET – GEWL – AGM 12V accu’s opladen: 2Ah- 40Ah Onderhoudslading 12V accu’s: 2Ah – 100Ah Geschikt om LITHIUMaccu's op te laden: LiFePO4 41 NL GEBRUIKSAANWIJZING LaadseIectie: De accu wordt opgeladen. Led knippert De accu wordt opgeladen. De accu is 100% geladen. Vanaf nu gaat de acculader over op de onderhoudsfase, houdt hij de efficiëntiestatus van de accu voortdurend onder controle en houdt hij de accu altijd optimaal geladen. ONDERBREKING VAN DE LAADCYCLUS BIJ STROOMUITVAL • Wanneer het elektriciteitsnet uitvalt, slaat de acculader de lopende werkcyclus op om hem automatisch te kunnen hervatten bij de terugkeer van de stroom. Deze functie is van fundamenteel belang wanneer de acculader laadcycli verricht bij afwezigheid van de operator; bijvoorbeeld tijdens heel lange werkcycli (druppelladingen) of nachtelijke cycli (voertuigen die dagelijks opgeladen moeten worden). NA HET OPLADEN • Haal de stekker van de acculader na het opladen eerst uit het stopcontact. • Koppel eerst de uitgangskabel met zwarte klem (-) van de massa van het voertuig of van de negatieve klem van de accu. • Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu. FOUTMELDINGEN Een eventuele fout wordt weergegeven door middel van een visueel- en een geluidssignaal. DISPLAY OORZAAK OPLOSSING De klemmen van de uitgangskabels zijn niet Breng de klemmen goed aan en hervat het goed op de accu aangesloten. Polariteitin- opladen van de accu. Zie het punt “GEBRUIK versie VAN DE ACCULADER” • Accu met te hoge spanning. Waarschijnlijk • Controleer de spanning van de accu. bent u aan het proberen een accu van 6 Volt op te laden. • Gebruik een acculader met een groter laad• Te sterke accu. vermogen. • De accu is niet in staat een goed laadnive- • De accu kan defect zijn. Wend u tot het serviau te handhaven. cecentrum van de accu. Het is niet gelukt de accu na een complete De accu kan defect zijn. Wend u tot het servicedesulfateringscyclus te herstellen. centrum van de accu. Accu met zeer lage spanning. Het is niet De accu kan defect zijn. Wend u tot het servicemogelijk accu's onder de 2V automatisch te centrum van de accu beginnen op te laden. • Breng de klemmen goed aan en hervat het opladen van de accu. Zie het punt “GEBRUIK VAN DE ACCULADER” • De accu kan defect zijn. Wend u tot het servicecentrum van de accu 42 • Breng de klemmen goed aan en hervat het opladen van de accu. Zie het punt “GEBRUIK VAN DE ACCULADER” • De accu kan defect zijn. Wend u tot het servicecentrum van de accu GEBRUIKSAANWIJZING NL BESCHERMINGEN De acculaders zijn voorzien van beschermingen om een maximale veiligheid te garanderen tijdens het gebruik en de werking ervan. • Volledige bescherming tegen vonken • Bescherming tegen kortsluiting • Spanningscompensatie • Bescherming tegen oververhitting • Bescherming tegen polariteitinversie • Bescherming tegen invloeden van buitenaf IP65 ONDERHOUD Onderhoudswerkzaamheden en reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden verricht. Wend u voor deze werkzaamheden tot het reparatiecentrum van Beta Utensili S.P.A. AFDANKEN Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op het apparaat of op de verpakking geeft aan dat het product op het einde van zijn levenscyclus afzonderlijk van het gemeentelijk afval moet worden afgedankt. De gebruiker die dit instrument wenst af te danken, kan: - Het bij een centrum voor afvalophaling voor elektrische en elektronische afval afgeven. - Het terugbezorgen aan de eigen verkoper op het moment waarop een nieuw gelijkwaardig instrument wordt gekocht. - In geval van producten voor uitsluitend professioneel gebruik contact opnemen met de fabrikant, die een goede afdankprocedure moet voorschrijven. Door dit product op de goede manier af te danken, kunnen de grondstoffen ervan worden gerecycled, en schade aan het milieu en de gezondheid worden voorkomen. Illegaal afdanken van het product houdt een overtreding van de voorschriften betreffende het afdanken van gevaarlijk afval in, waarvoor de voorziene sancties worden toegepast. GARANTIE Deze apparatuur is vervaardigd en getest in overeenstemming met de voorschriften die momenteel van kracht zijn in de Europese Gemeenschap. Hij heeft 12 maanden garantie bij professioneel gebruik of 24 maanden bij niet-professioneel gebruik. Storingen veroorzaakt door materiaal- of fabrieksfouten worden naar ons goeddunken ofwel gerepareerd of de defecte onderdelen worden vervangen. Eén of meerdere reparaties tijdens de garantieperiode wijzigt de verloopdatum ervan niet. Defecten veroorzaakt door slijtage, een verkeerd of oneigenlijk gebruik, of door vallen en/of stoten worden niet door de garantie gedekt. De garantie komt te vervallen wanneer er wijzigingen worden aangebracht, wanneer er met het apparaat wordt geknoeid, wanneer de startbooster gedemonteerd naar de assistentie wordt gestuurd. Schade toegebracht aan personen en / of voorwerpen van welke aard en / of natuur, direct en / of indirect is uitdrukkelijk uitgesloten. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING EU We verklaren onder eigen verantwoordelijkheid dat het beschreven product voldoet aan alle relevante bepalingen van de volgende richtlijnen: • Richtlijn met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit (E.M.C.) 2014/30/EU; • Laagspanningsrichtlijn (L.V.D.) 2014/35/EU; • Richtlijn betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (Ro.H.S.) 2011/65/EU; Het technische dossier is verkrijgbaar bij: BETA UTENSILI S.P.A. Via A. Volta 18, 20845 Sovico (MB) ITALIË Data 02/05/2017 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Beta 1498/2A Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor