23 NL/BE
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappenInleiding / Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
alcohol of medicijnen staat. Een moment
van onachtzaamheid tijdens het gebruik van
het apparaat kan tot ernstig letsel leiden.
b)
Draag naast de persoonlijke
veiligheidsuitrusting altijd een
veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke bescherming zoals gehoorbescher-
ming, stofmasker of werkhandschoenen, kunnen
al naar gelang van het soort werkzaamheden
van het elektrisch gereedschap, letselrisico ver-
minderen.
c) Vermijd een ongewenste ingebruikna-
me van het apparaat. Waarborg dat
het elektrische gereedschap uitgescha-
keld is voordat u het op de stroomvoor-
ziening aansluit, in de hand neemt of
draagt. Wanneer u tijdens het dragen van
het apparaat de vinger aan de AAN- / UIT-
Schakelaar hebt of het apparaat ingeschakeld
is, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder de instelgereedschappen
of schroefsleutel voordat u het appa-
raat inschakelt. Een gereedschap of sleutel
dat / die zich in een draaiend onderdeel van
het apparaat bevindt, kan letsel veroorzaken.
e) Vermijd een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg altijd voor een veilige stand
en houd te allen tijde het evenwicht.
Op deze wijze kunt u het apparaat vooral in
onverwachte situaties beter controleren.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag
géén wijde kleding of sieraden. Houd
haren, kleding en handschoenen van
bewegende onderdelen verwijderd.
Vlotte kleding, sieraden of haren kunnen door
bewegende onderdelen wordt ingetrokken.
g) Wanneer stofafzuigingsinrichtingen
en -opvanginrichtingen gemonteerd
worden, dient u te waarborgen dat
deze zijn aangesloten en correct
worden gebruikt. Het gebruik van deze
inrichtingen vermindert het gevaar door stof.
4.
Zorgvuldige omgang met en ge-
bruik van elektrische apparaten
a) Belast het apparaat nooit te zwaar.
Gebruik voor uw werkzaamheden het
daarvoor bestemde gereedschap. Met
het geschikte elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger in het voorgeschreven vermo-
gensbereik.
b) Gebruik géén elektrisch gereedschap
met een defecte schakelaar. Een elektrisch
gereedschap dat niet meer in- of uitgeschakeld
kan worden, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Trek de steker uit de contactdoos en /
of verwijder de accu voordat u appa-
raatinstellingen uitvoert, toebehoren
vervangt of het apparaat weglegt.
Hierdoor voorkomt u dat het elektrische appa-
raat abusievelijk ingeschakeld wordt.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische
gereedschappen buiten het bereik van
kinderen. Laat géén personen met het
apparaat werken die niet vertrouwd
zijn met het apparaat of die deze aan-
wijzingen niet hebben gelezen. Elektri-
sche gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer
ze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Onderhoud het apparaat zorgvuldig.
Controleer of bewegende apparaat-
onderdelen optimaal functioneren en
niet klemmen en of onderdelen gebro-
ken of zodanig beschadigd zijn dat de
functie van het apparaat belemmerd
wordt. Laat beschadigde onderdelen
vóór het gebruik van het apparaat re-
pareren. Veel ongelukken zijn terug te voeren
op slecht onderhouden elektrische apparaten.
f) Houd snijgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig gereinigde snijgereedschap-
pen met scherpe snijranden gaan minder vaak
klemmen en kunnen eenvoudiger worden geleid.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toe-
behoren, hulpgereedschap enz. over-
eenkomstig deze aanwijzingen en
zoals het voor dit apparaattype voor-
geschreven is. Houd daarbij rekening
met de werkomstandigheden en de