Makita EW220R, EW220ST, EW220TR, EW320R, EW320TR de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Makita EW220R de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
2
1
2
5W
10W
20W
#20
#30
#40
10W-30
10W-40
Single
grade
Multi
grade
Ambient
temperature
-20 -10 0 10 20 30
40 C
-4 14 32 50 68 86
104 F
3
1
2
20 21
22
23
19
EW220R
EW320R
EW220ST
EW120R
3
4
5
7
6
3
2
9
10
1112
8
14
18
17
16
15
13
1
EW220TR
EW320TR
1211
13
1415
16
20
19
18
17
22 23
24
25
21
4
5
8
7
10
9
6
3
2
1
26
22
23
25
24
21
15
14
17
18
12
11
20
19
4
3
2
8
9
13
1
10
5
16
6 7
[appendix]
Instructions for treatment as waste
When disposing this product ,make sure that the fuel and oil should be drained from the engine ,and
submit to local regulations.
[Annexe]
Instructions pour le traitement des déchets
Quand ce produit doit être mis au rebut, s'assurer que le carburant et l’huile ont été vidangés
correctement à partir du moteur, et que les règlements locaux sont bien observés.
[Anhang]
Anweisungen für die Behandlung als Abfall
Bei der Entsorgung dieses Produkts sicherstellen, dass der Kraftstoff und das Öl aus dem Motor
abgelassen wird und unter Befolgung aller örtlich gültigen Bestimmungen entsorgt wird.
[aanhangsel]
Instructies voor afvalverwerking
Wanneer u dit product weggooit, moet u ervoor zorgen dat alle brandstof en olie uit de motor
verwijderd is en dient u zich te houden aan de ter plaatse geldende regelgeving.
[anexo]
Instrucciones para el tratamiento de los residuos
Cuando este producto debe ponerse al rechazo, asegurarse de que el combustible y el aceite
se purgaron correctamente a partir del motor, y que se observan bien los reglamentos locales.
[appendix]
Istruzioni per lo smaltimento
Per lo smaltimento di questo prodotto, assicurarsi di aspirare il carburante e l'olio dal motore,
in conformità con le regolamentazioni locali.
[apêndice]
Instruções para tratamento como resíduo
Quando eliminar este produto, assegure-se de que o combustível e o óleo são escoados do motor
e sujeitos às regulamentações locais.
[vedlegg]
Instruksjoner for behandling av avfall
Når dette produktet kasseres, må man påse at drivstoffet og oljen tømmes fra motoren og behandles
ifølge lokale renovasjonsforskrifter.
[appendix]
Anvisningar för avfallshantering
När denna produkt ska kasseras, se då till att bränslet och oljan töms ur motorn, och att lokala
bestämmelser efterföljs.
[LIITE]
Ohjeita jätteiden käsittelemisestä
Hävittäessäsi tätä tuotetta muista, että polttoaine ja öljy täytyy tyhjentää moottorista.
Muista myös noudattaa paikallisia säädöksiä.
[tillæg]
Anvisninger for behanling af affald
Når du bortskaffer dette produkt, bedes du sikre dig, at motoren tømmes for brændstof og olie
og afhændes i henhold til lokale regler.
NL
VOORWOORD
Bedankt voor de aanschaf van deze MAKITA POMP.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft het onderhoud en de bediening van deze MAKITA POMP.
Alle informatie is gebaseerd op de meest recente productinformatie die op het moment van
druk voorhanden was.
Neem alstublieft even de tijd om vertrouwd te raken met de juiste procedures voor de bediening
en het onderhoud om een veilig en doelmatig gebruik van dit product te kunnen waarborgen.
Houd dit instructieboekje bij de hand zodat u er indien noodzakelijk iets in kunt opzoeken.
Vanwege het feit dat wij te allen tijde proberen onze producten te verbeteren kunnen bepaalde
procedures en specificaties zonder kennisgeving vooraf gewijzigd worden.
Als u onderdelen bestelt, geef dan altijd het MODEL, het PRODUCTIENUMMER en het
SERIENUMMER van uw product op.
Hieronder kunt u het productienummer en serienummer zoals vermeld op het product zelf
invullen.
(De plaats van het label verschilt afhankelijk van de het model.)
INHOUD
Bladzijde
1. VEILIGHEID VOORZIENINGEN ........................................................................ 2
2. ONDERDELEN .................................................................................................. 4
3. CONTROLES VOOR HET STARTEN ................................................................ 6
4. BEDIENING VAN UW POMP ............................................................................. 7
5. ONDERHOUD .................................................................................................... 7
6. VOORBEREIDINGEN VOOR OPSLAG............................................................. 10
7. OLIE-SENSOR INSTRUCTIES (OPTIE)
.............................................................
11
8. EENVOUDIGE PROBLEMEN OPLOSSEN ....................................................... 11
9. TECHNISCHE GEGEVENS ............................................................................... 12
PROD No. / SER No.
(Label)
SER No. (Ingestanst)
PROD No.
SER No.
OPMERKING
Raadpleegt u alstublieft de afbeeldingen binnenin de voor- of
achterflap waar in de tekst verwezen wordt naar Afb.
11
11
1 t/m
ii
ii
i.
NL
1. VEILIGHEID VOORZIENINGEN
U dient al deze veiligheidsinstructies zorgvuldig te lezen en in acht te nemen.
Let in het bijzonder op de gedeeltes die voorafgegaan worden door de volgende aanduidingen.
1m
1m
“WAARSCHUWING” geeft aan dat dat er groot gevaar bestaat voor ernstig
persoonlijk letsel of zelfs levensgevaar als de aanwijzingen niet worden opgevolgd.
“LET OP” geeft aan dat er gevaar bestaat voor persoonlijk letsel of beschadiging van de
apparatuur als de aanwijzingen niet worden opgevolgd.
WAARSCHUWING
: OVERIGE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Pas op voor hete onderdelen
De knaldemper en andere motoronderdelen worden erg heet wanneer de motor loopt
of wanneer deze juist gestopt is. Gebruik de motor alleen op veilige plekken en houd
kinderen bij een draaiende motor vandaan.
Gebruik de diafragmapomp niet voor een mengsel van water en olie.
: BRANDPREVENTIE
Gebruik de motor niet in de buurt van open vuur of terwijl u aan het roken bent.
Gebruik de motor niet in de buurt van brandbare materialen zoals droge bladeren,
takken, poetsdoeken enz.
Houd de koel-inlaat (bij de trekstarter) en de uitlaat tenminste 1 meter (3 feet) verwijderd
van gebouwen, obstakels en eventuele brandbare materialen.
Houd de pomp uit de buurt van brandbare en anderszins gevaarlijke materialen (vuilnis,
poetsdoeken, smeermiddelen, explosieven enz.)
: VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ HET TANKEN
Benzine is zeer brandbaar en benzinedampen kunnen zelfs ontploffen wanneer deze
ontstoken worden.
Tank in geen geval binnen of in een slecht geventileerde ruimte.
U moet de pomp stoppen voor u gaat tanken.
U mag in geen geval de benzinedop losmaken of tanken terwijl de motor nog loopt of
nog niet voldoende is afgekoeld. U moet de motor tenminste 2 minuten laten afkoelen
voor u gaat tanken.
Doe nooit teveel brandstof in de tank.
Als er benzine gemorst is, moet u dit direct goed verwijderen en vervolgens wachten
tot het volledig is opgedroogd voor u de motor gaat starten.
Controleer na het tanken of de benzinedop goed vast zit zodat er geen benzine kan lekken.
: UITLAAT VOORZORGSMAATRGELEN
Adem nooit uitlaatgassen in.
Deze bevatten koolmonoxide, een kleurloos, geurloos en uitermate gevaarlijk gas
dat bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Gebruik de pomp in geen geval binnen of in een slecht geventileerde ruimte, zoals
een tunnel, grot enz.
Wees zeer voorzichtig wanneer u de motor in de buurt van andere mensen of dieren
gebruikt.
Houd de uitlaatpijp vrij van belemmerende voorwerpen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
LET OP
NL
Tap de brandstof af wanneer u de pomp gaat vervoeren.
Houd de motor droog (niet gebruiken in de regen).
: CONTROLES VOOR HET STARTEN
Controleer alle brandstofleidingen en koppelingen op brandstoflekkage.
Brandstoflekkage is altijd gevaarlijk.
Controleer of alle bouten en moeren goed vast zitten. Een losse bout of moer kan
leiden tot grote motorproblemen.
Controleer de motorolie en vul bij indien nodig.
Controleer het brandstofpeil en vul bij indien nodig. Wees vz dat u de tank niet te vol doet.
Houd de koelvinnen van de cilinder en de trekstarter goed schoon en verwijder
eventueel vuil, gras en andere ongerechtigheden.
Draag goed passende werkkleren wanneer u met deze motor werkt.
Losse schorten, handdoeken, riemen enz. kunnen verstrikt raken in de motor of
aandrijving, met alle gevaren van dien.
Raak in geen geval de bougie of de bougiekabel aan wanneer u de motor start of
gebruikt.
Gebruik de pomp op een stevige, horizontale ondergrond.
Als de motor scheef staat, kan er mogelijk brandstof lekken.
OPMERKING
Gebruik van de pomp onder een grote hoek kan leiden tot het vastlopen van de
motor doordat zelfs met het motoroliepeil bij het maximum niveau de motor niet
meer naar behoren gesmeerd wordt.
LET OP
LET OP
: VERMIJD TERUGSLAG
Zorg ervoor dat er niet over de uitlaatslang gereden kan worden, of dat de uitlaatklep
of –kraan te plotseling gesloten wordt, want dit kan leiden tot een terugslag die de
pomp ernstig kan beschadigen.
Rijden over de uitlaatslang Plotseling sluiten van
de uitlaatklep of –kraan
NL
2. ONDERDELEN
(Zie afb.
11
11
1)
SYMBOLEN
CENTRIFUGAALPOMP (EW120R)
(Zie Afb.
11
11
1
-
qq
qq
q)
q Plug (aftappen)
w Aanzuiging
e Toevoer
r Plug (opvoeren)
t Handgreep
y Bougiedop
u Bougie
i Luchtfilter
o Carburateur
!0 Primerknop
!1 Tankdop
!2 Brandstoftank
!3 Afdekking behuizing
!4 Gashendel
!5 Stopschakelaar
!6 Werkoppervlak
!7 Olievulopening (met oliepeilstok)
!8 Trekstarter
!9 Hendel trekstarter
@0 Chokehendel
@1 Knaldemper
@2 Zeef
@3 Slangkoppeling
@4 Slangenband
@5 Gereedschap
@6 Instructieboekje
(dit boekwerkje)
D
Blijf uit de buurt van hete
oppervlakken.
Stop de motor voor u gaat
tanken.
Lees de handleiding.
Uitlaatgassen zijn giftig.
Niet gebruiken in een slecht
geventileerde of afgesloten
ruimte.
Controleer leidingen en
aansluitingen op lekkage.
Doe de brandstofkraan dicht
wanneer de motor niet
gebruikt wordt.
HEET, raak hete plekken
niet aan.
Vuur, onafgeschermde vlammen
en roken strikt verboden.
Opvoerpomp
Druk op de
opvoerpomp
Opvoerpomp
niet gebruiken
Twee keer
Elektrische
voorverwarming
(Koude start-hulp)
Brandstof (diesel)
Koude motor
Warme motor
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Olie bijvullen
Motorolie
Aan (lopen)
Accu
Uit (stoppen)
Snel
Langzaam
Motor starten
(elektrische start)
Motor stop
Brandstof (Benzine)
Brandstof afgesloten
Brandstofsysteem
mankement / storing
Choke
Plus;
positieve polariteit
Min;
negatieve polariteit
OPMERKING
Raadpleegt u alstublieft de afbeeldingen binnenin de voor- of
achterflap waar in de tekst verwezen wordt naar Afb.
11
11
1 t/m
ii
ii
i.
NL
q Plug (aftappen)
w Aanzuiging
e Toevoer
r Frame
t Plug (opvoeren)
y Knaldemper
u Bougie
i Olievulopening (met oliepeilstok)
o Brandstoftank
!0 Afdekking behuizing
!1 Olie-aftapplug (op twee plekken)
!2 Stopschakelaar
!3 Trekstarter
!4 Hendel trekstarter
!5 Brandstofkraan
!6 Chokehendel
CENTRIFUGAALPOMP (EW220R, EW220ST, EW320R)
(Zie Afb.
11
11
1
-
ww
ww
w)
!7 Luchtfilter
!8 Gashendel
!9 Zeef
@0 Slangkoppeling
@1 Slangenband
@2 Gereedschap
@3 Instructieboekje
(dit boekwerkje)
q Plug (aftappen)
w Behuizing
e Aanzuiging
r Frame
t Plug (opvoeren)
y Knaldemper
u Luchtfilter
i Bougie
o Olie-aftapplug (op twee plekken)
!0 Afdekking behuizing
!1 Brandstoftank
!2 Toevoer
!3 Knop
!4 Olievulopening (met oliepeilstok)
!5 Stopschakelaar
!6 Trekstarter
!7 Hendel trekstarter
!8 Brandstofkraan
!9 Chokehendel
@0 Gashendel
TRASPOMP (EW220TR, EW320TR)
(Zie Afb.
11
11
1
-
ee
ee
e)
@1 Zeef
@2 Slangkoppeling
@3 Slangenband
@4 Gereedschap
@5 Instructieboekje
(dit boekwerkje)
NL
3. CONTROLES VOOR HET STARTEN
(Zie Afb.
22
22
2
)
Stop de motor en open de klep.
Gebruik uitsluitend loodvrije autobenzien.
Deze motor is geschikt voor gebruik op loodvrije benzine
voor automobielen.
1. SLUIT DE AANZUIGSLANG AAN
(Zie Afb.
22
22
2
-
qq
qq
q)
Gebruik een versterkte voorgevormde of draad doorregen
slang om te voorkomen dat deze inklapt of zich vacuum zuigt.
Gezien de voorbereidingstijd die de pomp nodig heeft om
zich te vullen direct gerelateerd is aan de lengte van de slang
wordt aangeraden een zo kort mogelijke slang te gebruiken.
2. SLUIT DE AFVOERSLANG AAN
(Zie Afb.
22
22
2
-
ww
ww
w)
Bij gebruik van een stoffen slang wordt aangeraden om een
klemring te gebruiken om te voorkomen dat de slang losschiet
bij hoge druk of belasting.
4. CONTROLEER DE BRANDSTOF
(Zie Afb.
22
22
2
-
tt
tt
t)
3. CONTROLEER DE MOTOROLIE
(Zie Afb.
22
22
2
-
rr
rr
r)
Voor u de motorolie controleert of bijvult, moet u controleren
of de motor op een stevige, horizontale ondergrond staat en
volledig gestopt is.
Schroef de oliepeilstok niet in de olie-vulopening om het
oliepeil te controleren. Als het oliepeil te laag is, dient u
bij te vullen tot het maximum niveau met de onderstaande
aanbevolen olie.
Gebruik 4-takt zelfreinigende motorolie voor automobielen
van API klasse SE of hoger (SG, SH of SJ wordt
aanbevolen).
Kies de viscositeit van de olie aan de hand van de
omgevingstemperatuur wanneer de motor in gebruik is,
zoals aangegeven in de tabel (Zie Afb.2
-
e)
Uitleg bij Afb.
22
22
2
-
rr
rr
r
q Oliepeilstok
w Maximum niveau
e Minimum niveau
5. VOORZIENINGEN VOOR HET STARTEN
(Zie Afb.
22
22
2
-
uu
uu
u)
Voor gebruik altijd het pomphuis vullen met water.
Zet de motor zo dat de brandstof-vulopening boven komt
en vul bij tot het maximum niveau. Doe er niet teveel
brandstof in. (EW120R)
Doe de benzinekraan dicht voor u de brandstoftank vult.
(Behalve EW120R)
Uitleg bij Afb.
33
33
3
qq
qq
q
q Maximum brandstofniveau
Vul niet tot over de bovenkant van het brandstoffilter
(aangeduid met q), anders kan de brandstof later
overlopen wanneer deze opwarmt en uitzet.
(Behalve EW120R)
Zet de brandstofdop terug door deze met de klok meet e
draaien tot deze stopt (ongeveer een kwart draai).
Probeer de brandstofdop niet vaster te draaien wanneer
deze stopt; vast is vast en als u doordraait kan de dop
kapot gaan. (Behalve EW120R)
Gebruik altijd het brandstoffilter wanneer u gaat tanken.
Veeg eventueel gemorste brandstof weg voor u de motor
start. (Zie Afb. 2
y)
BenzinetankcapaciteitModel
EW120R 0,5L
EW220R
EW220ST
2,7L
EW320R
EW220TR
3,6L
EW320TR 6,1L
Olie capaciteiModel
EW120R 0,08L
EW220R
EW220ST
EW320R
EW220TR
0,6L
EW320TR 1,0L
Gebruik altijd een filter in de slang. Steentjes of
stukjes vuil of slijk die in de pomp gezogen worden
kunnen aanzienlijke al dan niet permanente schade
veroorzaken aan de aandrijving of schaal.
LET OP
Wanneer u gaat tanken mag er niet gerookt worden
en mag u zich niet in de buurt van open vuur of
andere mogelijke bronnen van brandgevaar
bevinden. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan.
WAARSCHUWING
Laat de motor nooit lopen alvorens het pomphuis
met water gevuld te hebben. Droog laten lopen van
de pomp zal ernstige gevolgen hebben.
WAARSCHUWING
NL
1. STARTEN (Zie Afb.
33
33
3)
(1) Open de benzinekraan. (Zie Afb. 3
-
q)
(Behalve EW120R)
(2) Zet de gashendel op de stationairstand (L).
(Zie Afb. 3-w) (EW120R)
Zet de gashendel op 1/3 van de hoogste snelheid.
(Zie Afb. 3-e) (Behalve EW120R)
(3) Zet de stopschakelaar op
I
” (Aan). (Zie Afb. 3
-
r,t)
(4) Zet de chokehendel dicht. (Zie Afb. 3
-
y,u)
Als de motor koud is, of de omgevingstemperatuur laag
is, dient u de chokehendel helemaal dicht te zetten.
Als de motor warm is, of de omgevingstemperatuur hoog
is, dient u de chokehendel half open te zetten of helemaal
open te houden.
(5) Druk het opvoerpompje 7 tot 10 keer in om de carburateur
van brandstof te voorzien. (Zie Afb. 3
-
i
-
q)
(6) Trek rustig aan de trekstarter tot u weerstand voelt. Dit
is het compressiepunt. Laat de trekstarter terugkeren in
de uitgangspositie en trek vervolgens flink. Trek het
koord niet helemaal uit. Als de motor loopt, dient u de
hendel van de trekstarter vast te houden terwijl u de
trekstarter naar de uitgangspositie laat terugkeren.
(Zie Afb. 3
o,!0)
(7) Nadat u de motor gestart heeft, kunt u de choke
geleidelijk aan open zetten met de chokehendel tot deze
weer helemaal open staat. Zet de choke niet direct
helemaal open als de motor koud of de omgevings
temperatuur laag is, want hierdoor kan de motor afslaan.
(Zie Afb. 3 !1,!2)
4. BEDIENING VAN UW POMP
2. DE MOTOR LOOPT (Zie Afb.
44
44
4)
(1) Als de motor gestart is, kunt u de gashendel laag (L)
zetten en zo de motor een paar minuten laten opwarmen.
(Zie Afb. 4
-
q,w)
(2) Zet de gashendel geleidelijk aan hoger (naar H toe) tot u
het gewenste toerental heeft bereikt. (Zie Afb. 4
-
e,r)
Wanneer een hoog toerental niet vereist is, kunt u de motor
met de gashendel langzaam (stationair) laten draaien en
zo brandstof besparen en de levensduur van de motor
verlengen.
3. DE MOTOR STOPPEN (Zie Afb.
55
55
5)
(1) Gashendel
Zet de gashendel op de laagste stand en laat de motor 2
of 3 minuten met een laag toerental lopen voor u de motor
stop zet. (Zie Afb. 5
-
q) (EW120R)
Zet de gashendel op de laagste stand en laat de motor 1
of 2 minuten met een laag toerental lopen voor u de motor
stop zet. (Zie Afb. 5
-
w) (Behalve EW120R)
(2) Zet de stopschakelaar op “
” (Uit). (Zie Afb. 5
-
e,r)
Stop de motor nooit wanneer de gashendel op hoog staat.
(3) Doe de benzinekraan dicht. (Zie Afb. 5
-
t)
(Behalve EW120R)
(4) Trek rustig aan de trekstarter en laat de hendel terugkeren
naar de uitgangspositie wanneer u weerstand voelt. Dit
is nodig om te voorkomen dat vocht van buiten kan
binnendringen in de verbrandingskamer. (Zie Afb. 5
-
y)
STOPPEN VAN DE MOTOR
MET DE BENZINEKRAAN
(Behalve EW120R)
Doe de benzinekraan dicht en wacht tot de motor stopt.
Zorgervoor dat er geen brandstof langere tijd achterblijft in
de carburateur, want hierdoor kunnen de openingen in de
carburateur verstopt komen te zitten, hetgeen zal leiden tot
storingen.
5. ONDERHOUD
(Zie Afb.
66
66
6)
1. DAGELIJKSE INSPECTIE
Voor u de motor opstart, dient u de volgende punten te
controleren.
q Losse of kapotte bouten of moeren.
w Reinigen element luchtfilter.
e Hoeveelheid en kwaliteit motorolie
r lekkage van benzine en motorolie
t Hoeveelheid benzine
y Veiligheid omgeving
u Controleer het opvoerwater
i Abnormale trillingen, geluiden
OPMERKING
Als de motor ondersteboven wordt gebruikt, kan er witte
rook uit de uitlaat komen. (EW120R)
NL
3. INSPECTEREN VAN DE BOUGIE
(Zie Afb.
77
77
7
-
qq
qq
q)
Verwijder koolaanslag van de elektroden van de bougie met een bougiereiniger of een staalborstel.
Contoleer de elektrodenafstand. (Zie Afb. 7 q q)
Stel de elektrodenafstand indien nodig bij door de zij-elektrode te verbuigen.
Gebruik de juiste bougie
2. PERIODIEKE INSPECTIE
Periodiek onderhoud is van vitaal belang voor de veilige en
doelmatige werking van uw pomp.
Volg de onderstaande tabel voor de tijdstippen voor periodiek
onderhoud. Deze tabel is gebaseerd op een normaal schema
voor het motoronderhoud.
Onderhoud
Elke
1000
uur
Elke
500
uur
Elke
200 uur
(maandelijks)
Elke
50 uur
(wekelijks)
Elke
8 uur
(dagelijks)
Maak de pomp schoon en controleer bouten en moeren
Ř
(
dagelijks
)
Ř
(
dagelijks
)
Ř
(elke 2 jaar)
Controleer de motorolie en vul bij
Ververs de motorolie (*Opmerking 1)
Reinig de bougie
Reinig het luchtfilter
Vervang het luchtfilter-element
Reinig het brandstoffilter
Verwijder koolaanslag van de cilinderko
(*Opmerking 2)
Controleer de klepspeling en stel deze af
(*Opmerking 2)
Reinig de carburateur en stel deze af
(*Opmerking 2)
Vervangen brandstofleidingen
*OPMERKING: 1. De olie dient voor de eerste keer te worden ververst na twintig (20) uur gebruik.
Daarna dient olie verversen elke (100) uur plaats te vinden.
Voordat de olie wordt ververst, moet een geschikte manier worden gevonden om de afgewerkte
olie weg te gooien. Gooi deze niet in de afvoer, in de tuin of in open water.
Uw plaatselijke bestemmings- of milieuregels geven hieromtrent gedetailleerde instructies.
*OPMERKING: 2. Wat betreft de procedures hiervoor dient u de ONDERHOUDSHANDLEIDING te raadplegen of
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Makita dealer
Reviseer de motor (*Opmerking 2)
Reinig de bougie en de elektrodes en stel deze af
Vervang bougie
Periodiek onderhoudsschema
Ř(Dagelijks bijvullen tot maximum)
Ř(eerste
20 uur)
Ř(Elke
100 uur)
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Ř
Controleer leidingen en bevestigingen op lekkage
ElektrodenafstandModel
EW120R 0,7 tot 0,8 mm
EW220R
EW220ST
EW320R
EW220TR
EW320TR
0,6 tot 0,7 mm
Type
NGK CMR6A
NGK BR-6HS
Vervang rubberen benzineslangen iedere twee
jaar, bij slijtage, breuk of lekkage direct vervangen.
LET OP
NL
4. VERVERSEN MOTOROLIE
(Zie Afb.
77
77
7-
ww
ww
w,
ee
ee
e)
Eerste keer olie verversen : Na 20 bedrijfsuren
Vervolgens : Elke 100 bedrijfsuren
(1) Voor u de olie gaat verversen moet u de motor stoppen
en de aftapplug losdraaien. Tap de oude olie af terwijl
de motor nog warm is. Warme olie zal sneller en
vollediger kunnen worden afgetapt.
(3) Zie bladzijde 6 voor de aanbevolen olie.
Gebruik altijd schone olie van de beste kwaliteit. Vervuilde
olie, olie van slechte kwaliteit of gebrek aan olie kunnen
de motor schade toebrengen en de levensduur van de
motor bekorten.
(4) Procedures voor EW120R
1) Verwijder de oliepeilstok. Let op dat u de oliepeilstok
niet op een plek legt waar deze vuil kan worden of
ongerechtigheden kan oppikken. (Zie Afb. 7
-
r)
q Oliepeilstok
2) Doe een poetsdoek of een stuk keukenpapier of zo
rond de olievulopening. (Zie Afb. 7
-
t, q)
3) Verwijder de olievulstok, zet de motor schuin en laat
de olie in een daarvoor geschikte bak of iets dergelijks
lopen. (Zie Afb. 7
-
y)
4) Zet de motor op een horizontaal oppervlak en doe er
olie in tot de olie bijna uit de vulopening komt. Gebruik
hiervoor een spuitfles of iets dergelijks.
(Zie Afb. 7
-
u)
5) Nadat u de olie in de motor gedaan heeft, moet u de
oliepeilstok weer terug doen. Zet deze goed vast, want
anders kan er later olie gaan lekken.
Olie capaciteiModel
EW120R 0,08L
EW220R
EW220ST
EW320R
EW220TR
0,6L
EW320TR 1,0L
5. BRANDSTOFFILTER REINIGEN
(Zie Afb.
77
77
7
-
ii
ii
i) (EW120R)
Verwijder de slangenklem en trek het brandstoffilter uit de
brandstofleiding. Was het brandstoffilter met kerosine. Zet
opnieuw in elkaar na het wassen. Als het brandstoffilter erg
vuil is, dient u dit te vervangen door een nieuw exemplaar.
Uitleg bij Afb.
77
77
7
-
ii
ii
i
q Brandstoffilter w Brandstofleiding e Slangenklem
(1) Inspecteer de bezinkkom voor de brandstofvoorziening
op water en vuil. (Zie Afb.7
o q)
(2) Om water en vuil te kunnen verwijderen, dient u de
brandstofkraan dicht te doen en de bezinkkom te
verwijderen.
(3) Nadat u water en vuil verwijderd heeft, dient u de
bezinkkom te wassen met kerosine of benzine. Zet weer
goed vast om lekkage te voorkomen.
6. REINIGEN BRANDSTOF BEZINKKOM
(Zie Afb.
77
77
7
-
oo
oo
o) (Behalve EW120R)
Normal stationair toerental
3000
100rpm
7.
AANPASSEN STATIONAIR TOERENTAL
(
CARBURATEUR
)
(Zie Afb.
77
77
7
-
!0!0
!0!0
!0)
(EW120R)
De stelschroef naar rechts draaien verhoogt het stationaire
toerental, naar links draaien verlaagt het stationaire toerental.
(zie afbeelding)
OPMERKING
De carburateur heeft grote invloed op de werking van de
motor.
De carburateur is fabrieksmatig standaard afgesteld.
Voorkom onnodig bijstellen. Mochten veranderingen toch
gewenst zijn, neem dan contact op met uw dealer.
Een vuil luchtfilter kan startproblemen, verlies van vermogen
en motorstoringen veroorzaken en de levensduur van de motor
dramatisch bekorten. Houd daarom het luchtfilter te allen tijde
schoon.
8. REINIGEN VAN HET LUCHTFILTER
(Zie Afb.
77
77
7
-
!1!1
!1!1
!1~
!4!4
!4!4
!4)
EW120R (Zie Afb.
77
77
7
-
!1!1
!1!1
!1,
!2!2
!2!2
!2)
q Bevestigingsbout
w Luchtfilterklep
e Chokehendel
r Element
[Zo plaatsen dat de uitsparing hier (links boven) komt.]
t Luchtinlaat
Verwijder de bevestigingsbout waarmee de luchtfilterklep
vast zit. (Zie Afb. 7
-
!1
-
q)
Trek de onderrand van de klep naar buiten om de
luchtfilterklep te verwijderen. (Zie Afb. 7
-
!1
-
w)
Zet de choke helemaal dicht en let erop dat er geen stof
en vuil in de carburateur terecht kunnen komen.
(2) Doe de aftapplug weer terug voor u olie in de motor doet.
WAARSCHUWING
Open vuur verboden
WAARSCHUWING
Open vuur verboden
WAARSCHUWING
Open vuur verboden
Wees voorzichtig met hete olie om letsel te
voorkomen. Controleer altijd of de benzinedop
de tank goed afsluit.
LET OP
NL
1. WATER (Zie Afb.
88
88
8
-
qq
qq
q,
ww
ww
w)
Verwijder al het water uit de pomp middels de aftapk raan.
6. VOORBEREIDINGEN VOOR
OPSLAG
Als u de motor langer dan 1 maand niet zult gebruiken, dient u
de brandstof af te tappen om te voorkomen dat het
brandstofsysteem en de carburateur verstopt raken.
EW120R
Laat de brandstof uit de vulopening van de brandstoftank
lopen.
Druk de opvoerpomp van de carburateur in tot alle
brandstof eruit is.
EW220R, EW220ST, EW320R, EW220TR,
EW320TR (Zie Afb.
88
88
8
-
ee
ee
e)
Verwijder de filterkom, plaats het filter over een
opvangtank en zet de benzinekraan open zodat de
brandstof uit de tank loopt.
Verwijder de aftapschroef van de vlotterkamer van de
carburateur en tap de brandstof af.
2. MAAK DE PERSSLANG LOS
Kantel de pomp en laat al het water uit het persgat lopen. De
pomp kanernstig beschadigd raken wanneer water in de
pompkamer bevriest.
3. AFTAPPEN VAN BRANDSTOF
(Zie Afb.
88
88
8
-
ee
ee
e)
9. VERVANGEN BRANDSTOFLEIDING
(Zie Afb.
77
77
7-
!5!5
!5!5
!5,
!6!6
!6!6
!6)
Vervang de brandstofleiding elke 1000 bedrijfsuren of om de
2 jaar. Als u merkt dat er brandstof lekt uit de brandstofleiding,
dient u deze onmiddellijk te vervangen.
10.
CONTROLEREN VAN BOUTEN, MOEREN
EN SCHROEVEN
Zet losse bouten en moeren weer vast.
Controleer op brandstof- of olielekkage.
Vervang beschadigde onderdelen door nieuwe.
11. BINNENKANT POMP REINIGEN
Draai de speciaal moeren van het pomphuis tegen de
klok in los .
Trek het huis naar u toe en verwijder de binnenste schaal
(waterreservoir) en reinig deze met schoon water.
Reinig de binnenkant van het pomphuis en de afdekking
daarvan met schoon water.
Verwijder het luchtfilterelement, reinig het in warm water
met een mild schoonmaakmiddel (sop) en laat het
vervolgens goed drogen. Zet het element weer terug en
volg de lijnen op de afbeelding. (Zie Afb. 7
-
!2)
y Lijn (schuine streep)
u Element (de stippellijn)
Veeg eventueel met een doek olie en vuil weg van de
omgeving van de luchtfilterklep en de luchtinlaat.
Na het schoonmaken zet u de klep terug (doe eerst het
lipje bovenaan op zijn plaats en maak vervolgens het
lipje aan de onderrand vast) en draai de bevestigingsbout
weer vast.
EW220R, EW220ST, EW320R, EW220TR,
EW320TR (Zie Afb.
77
77
7
-
!3!3
!3!3
!3,
!4!4
!4!4
!4)
(1) Type met urethaan schuimelement (Zie Afb. 7 !3)
Verwijder het element en was dit in schone kerosine of
dieselolie. Laat er vervolgens een mengsel van 3 delen
kerosine of dieselolie en 1 deel motorolie intrekken.
Knijp het element uit om dit mengsel te verwijderen en
doe het terug in het luchtfilter.
(2) Urethaanschuim dubbel element type (Zie Afb. 7
!4)
Reinigen urethaanschuim (Zie Afb. 7 !4 w)
Was en reinig het urethaanschuim met een reinigings-
middel. Laat het vervolgens goed drogen. Reinig het
urethaanschuim element elke 50 bedrijfsuren.
Tweede element (Zie Afb. 7 !4 q)
Reinig dit door er voorzichtig tegen te kloppen en het
vuil er af te blazen. Of u kunt het element in water wassen
en vervolgens goed laten drogen. Gebruik in geen geval
olie. Reinig het papieren element elke 50 bedrijfsuren
en vervang de set elementen elke 200 bedrijfsuren.
OPMERKING
Reinig en vervang luchtfilter elementen vaker bij gebruik
in een stoffige omgeving. Vervang een element wanneer
het stof of vuil er niet meer uit verwijderd kan worden en/
of wanneer het element vervormd of versleten is.
4. MOTOROLIE (Zie Afb.
88
88
8
-
rr
rr
r)
Ververs de motorolie.
Verwijder de bougie, doe ongeveer 5 cc motorolie in de
cilinder, trek rustig 2 of 3 keer aan de trekstarter en doe
dan de bougie weer op zijn plaats.
5. REINIGEN EN OPSLAAN
Trek rustig aan de trekstarter tot u weerstand voelt en
laat de motor in deze positie staan.
Reinig de motor zorgvuldig met een doek met wat olie,
doe de kap op zijn plaats en bewaar de motor binnen in
een goed geventileerde ruimte met een lage vochtigheid.
Wees zeer voorzichtig wanneer u een brandstoflei-
ding vervangt; benzine is zeer licht ontvlambaar.
WAARSCHUWING
Voor het herbevestigen van de aftapplug het schroefdraad
in de kraan reinigen om beschadigingen te voorkomen.
LET OP
WAARSCHUWING
Open vuur verboden
NL
8. EENVOUDIGE
PROBLEMEN OPLOSSEN
4. WANNEER DE MOTOR NIET START :
Controleer het volgende voor u uw pomp naar uw Makita dealer
brengt.
Als u nog steeds problemen ondervindt nadat u de volgende
controles heeft uitgevoerd, dient u de pomp naar uw dichtst
bijzijnde Makita dealer te brengen.
(1) Geeft de bougie een krachtige vonk?
Staat de STOP schakelaar op “
I
” (Aan)?
Verwijder en inspecteer de bougie.
Als de elektroden vervuild zijn, dient u deze schoon te
maken of de bougie te vervangen.
Haal de bougie uit de cilinderkop en stop hem weer in de
boegiedop. Trek aan de trekstarter twerijl u de bougie aardt
tegen de motor. Probeer ook een nieuwe bougie om te
zien of de vonk te zwak is of afwezig.
Er is iets mis met het ontstekingssysteem wanneer ook
een nieuwe bougie geen vonk geeft.
(2) Is er voldoende compressie?
Trek rustig aan de trekstarter en controleer of u weerstand
voelt. Als u nauwelijks kracht hoeft te zetten om de trekstarter
door de weerstand te trekken, dient u allereerst te
controlerenof de bougie goed vast zit. Zet de bougie vast
als deze los zat.
(3) Is de bougie nat van de benzine?
Staat de benzinekraan wel open? (Behalve EW120R)
Sluit de choke (met de chokehendel) en trek vijf of zes
keer aan de trekstarter. Verwijder de bougie en controleer
of de elektroden nat zijn. Als de elektroden nat zijn, krijgt
de verbrandingskamer wel brandstof toegevoerd.
Als de elektroden droog zijn, dient u na te gaan waar de
brandstoftoevoer stokt.
(Controleer de brandstofinlaat van de carburateur en het
brandstoffilter.) (EW120R)
(Controleer de brandstofinlaat van de carburateur.)
(Behalve EW120R)
Als de motor toch niet wil starten alhoewel de
brandstoftoevoer in orde is, kunt het opnieuw proberen
met verse brandstof.
1. DE FUNCTIE VAN DE OLIE-SENSOR
De motor zal automatisch afslaan wanneer het oliepeil
beneden de eviligheidslimiet daalt. De motor zal niet gestart
kunnen worden voordat het oliepeil boven de voorgeschreven
limiet is gebracht. (Zie Afb. 8
-
t)
2. OPNIEUW STARTEN
(1) Vul het carter met olie tot het juiste niveau.
(2) Raadpleeg het hoofdstuk “4. BEDIENING VAN UW
POMP” op bladzijde 7 voor het opnieuw starten en
verder bedienen van de motor.
Controleer de draad die van de motor komt. Deze moet
correct zijn aangesloten op de draad van de olie-sensor.
Raadpleeg bladzijde 6 voor de aanbevolen olie wanneer
u de motorolie moet kiezen.
7. OLIE-SENSOR INSTRUCTIES
(OPTIE)
1. POMP LOOPT NIET.
Motor start niet.
(Zie 8.-4 “4.WANNER DE MOTOR NIET START”)
Pompwaaier zit vast (reinigen)
2. ER KOMT TE WEINIG WATER UIT DE POMP.
De pomp zuigt lucht aan. (controleer de aanzuigkant)
Het vermogen van de motor te laag.
(neem contact op met dealer)
Afdichting defect.
(neem contact op met dealer)
Aanzuighoogte te groot. (Verlagen)
Zuigslang is te dun of te lang.
(vervang de slang met een zo dik en kort mogelijke slang)
Lekkage in watertoevoer (stop het lek)
Verstopt door vuil.
(demonteer en reinigen)
Versleten waaier.
Verstopping in sproeier. (reinigen)
Toerental motor te laag (neem contact op met dealer)
3. POMP VULT ZICHZELF NIET.
Pomp zuigt valse lucht.
(controleer uitinde zuigslang, of aansluiting zuigslang aan
pomp.)
Onvoldoende water in pomp. (vullen)
Onvoldoende afvoersluiting. (volledig vastdraaien)
Motor draait te langzaam. (neem contact op met dealer)
Valse lucht door pakking. (neem contact op met dealer)
Veeg eerst eventueel gemorste brandstof op
voor u de bougie gaat testen. Houd de bougie
zo ver mogelijk van het bougiegat vandaan.
Houd de bougie niet in uw hand wanneer u aan
de trekstarter trekt.
WAARSCHUWING
OPMERKING
Een motor met een olie-sensor zal automatisch afslaan
wanneer het oliepeil beneden de vastgestelde limiet daalt.
Als het oliepeil niet boven de vastgestelde limiet gebracht
wordt, zal de motor direct weer stilvallen als deze opnieuw
gestart wordt.
NL
9. TECHNISCHE GEGEVENS
EW120R EW220RMODEL
POMPMOTOR
EW320R EW220TR EW320TR
EH025
0,08
Luchtgekoelde,
4-takt OHV
benzinemotor met
kopkleppen-motor
EX13 EX17 EX27
0,5
NGK CMR6A
2,7 6,1
0,6
1,0
EW220ST
25,4 x 25,4
35
130
50,8 x 50,8
520 700
76,2 x 76,2 50,8 x 50,8 76,2 x 76,2
32 3223 27 28
750 1300
Type
Zelfaanzuigende
centrifugaalpomp
Zelfaanzuigende
centrifugaalpomp
Zelfaanzuigende
semi-traspomp
Zelfaanzuigende traspomp
Aanzuiging × opbrengst diameters
mm
mm
kg
m
Liter / min
m
Totale opvoerhoogte
Maximaal opbrengstvolume
1000
Aanzuigkop
Afsluitingsmateriaal as
(mechanische afdichting)
7,68
8
Model
Type
Luchtgekoelde 4-takt benzinemotor met bovenliggende nokkenas
Smering
Liter
Olie capacitei
Zelfreinigende olie voor automotoren
(API/SE of hogere kwaliteit, SG, SH of SJ aanbevolen, SAE 10W-30 enz.)
Brandstof Ongelode benzine voor automobielen
LiterBenzinetankcapaciteit 3,6
331 x 213 x 345
470 x 344 x 414
560 x 436 x 397 672 x 484 x 610527 x 368 x 417
Bougie NGK BR-6HS
Startsysteem
Afmetingen (L × B ×
H)
5,8 24,9 34,5 48,527,6
Netto gewicht
Motor-gereedschapskit (1 set), zeef (1 st.), slangkoppeling (2 set), slangenband (3 st.)Standaard toebehoren
Trekstarter
Ceramisch-koolstof
Ceramisch-
koolstof
SliciumcarbideSliciumcarbide
1/152