Documenttranscriptie
English / Français / Deutsch
Italiano / Nederlands / Español / Português
Backpack BrushCutter
Débroussailleuse à dos
Rücken tragbare Benzin Motorsense
Decespugliatore a Zaino
Op de rug braagbare Bosmaaier
Desbrozadora de mochila
Cortador de Grama Tipo Mochila
EBH341R
EBH341R
ORIGINAL INSTRUCTION MANUAL
MANUEL D’INSTRUCTIONS ORIGINAL
ORIGINALBEDIENUNGSANLEITUNG
MANUALE DI ISTRUZIONI ORIGINALE
ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
MANUAL DE INSTRUCCIONES ORIGINAL
MANUAL DE INSTRUÇÕES ORIGINAL
Warning
Read this instruction manual carefully before putting the Brush Cutter into operation and strictly observe the safety regulations!
Preserve instruction manual carefully!
Avertissement
Lire attentivement ce manuel d’instructios avant d’utiliser la Débroussailleuse et observer rigoureusement les règles de sécurité !
Conserver ce manuel dans un endroit sûr !
Warnung
Lesen Sie diese Betriebsanleitung vor der lnbetriebnahme der Montorsense sufmerksam durch und halten Sie die Sicherheitsvorschriften
genau ein!
Bewahren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig auf!
Attenzione
Leggete attentamente questo manuale di istruzioni prima di far funzionare il Decespugliatore, ed osservate rigorosamente le regole sulla
sicurezza!
Conservate con cura questo manuale di instruzioni!
Waarschuwing
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig alvorens de Bosmaaier in gebruik te nemen en neem de veiligheidsvoorschriften strict in acht!
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Advertencia
Lea atentamente este manual de instrucciones antes de poner en funcionamiento el Desbrozadora y cumpla estrictamente los
reglamentos de seguridad.
Guarde cuidadosamente este manual de instrucciones.
Advertência
Leia este manual cuidadosamente antes de pôr o Cortador de Grama Tipo Mochila em funcionamento e observe rigorosamente as
normas de segurança.
Conserve este manual de instruções com cuidado.
Nederlands
Wij danken u ten zeerste voor de aankoop van de MAKITA Bosmaaier. Wij zijn
blij u de MAKITA Bosmaaier te kunnen aanbieden die het resultaat is van een
lang ontwikkelingsprogramma en vele jaren opgedane kennis en ervaring.
Gelieve dit handboekje zorgvuldig door te lezen, te begrijpen en op te volgen.
Het geeft een gedetailleerde uitleg van de verschillende punten waardoor u zich
een denkbeeld kunt vormen van de voortreffelijke prestaties van de machine.
Dit zal u in staat stellen de beste resultaten te verkrijgen van uw MAKITA
Bosmaaier.
Inhoudsopgave
Bladzijde
Symbolen.....................................................................86
Veiligheidsvoorschriften ..........................................87-90
Technische gegevens ..................................................92
Naam van de onderdelen ............................................93
Monteren van motor en aandrijfstang .....................94-95
Installeren van de handgreep ......................................96
Installeren van de beschermkap..................................96
Installeren van het mesblad of nylon draadkop ...........96
Voor gebruik ...........................................................97-98
Aandachtspunten bij de bediening en hoe
u de machine moet stoppen .................................99-100
Aanscherpen van het mesblad ..................................100
Onderhoudsvoorschriften ...................................101-103
Machine-opslag ..................................................104-105
Oplossen van problemen...........................................106
SYMBOLEN
Het is erg belangrik dat u weet wat de volgende symbolen betekenen wanneer u dere gebruiksaanwÿzing leest.
Lees, begrijp en volg de
Gebruiksaanwijzing op
Draag een veiligheidshelm,
Oog-en oorbescherming
WAARSCHUWING/GEVAAR/LET OP
Max. toelaatbaar toerental maaiblad
Verboden
Brandstof (Benzine)
Afstand houden
Motor-Handbediend starten
Gevaar voor rondvliegende Voorwerpen
Noodstop
Niet roken
Eerste Hulp Bij Ongevallen
(EHBO)
Open vlammen verboden
AAN/START
UIT/STOP
Draag veiligheidshandschoenen
Terugslag (enkel voor bosmaaier)
Personen en huisdleren niet
Toegelaten in de werkomgeving
86
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemene voorschriften
– Om een juiste en veilige bediening te verzekeren, dient de gebruiker deze
gebruiksaanwijzing te lezen en te begrijpen om zich vertrouwd te maken met
de bediening van de bosmaaier. Gebruikers die onvoldoende vertrouwd zijn
met de machine kunnen zowel zichzelf als anderen in gevaar brengen door
onjuiste bediening.
– Het is aan te bevelen dat u de bosnaaier alleen uitleent aan personen die
voldoende ervaring hebben met bosmaaiers.
Overhandig ook altijd de gebruiksaanwijzing.
– Gebruik de bosmaaier uitsluitend met alle beschermingen aangebracht.
– Personen die nooit eerder met een bosmaaier hebben gewerkt, dienen bij
hun dealer te informeren naar basisrichtlijnen om zichvertrouwd te maken
met het hanteren van een motoraangedreven maaier.
– Gebruik van de bosmaaier mag niet worden toegestaan aan kinderen
en personen beneden de 18 jaar. Personen boven de 16 jaar kunnen de
machine echter gebruiken voor opleidingsdoeleinden en dit uitsluitend onder
het toezicht van een bevoegd opleider.
– Gebruik de bosmaaier met uiterste voorzichtigheid en oplettendheid.
– Gebruik de bosmaaier alleen wanneer u in goede lichameliike gezondheid
verkeert. Voer alle werkzaamheden zorgvuldig en voorzichtig uit. De
gebruiker is aansprakelijk voor anderen.
– Gebruik de bosmaaier nooit onder invloed van alcohol of geneesmiddelen.
– Gebruik de machine niet wanneer u vermoeid bent.
– Bewaar deze voorschriften voor naslag in de toekomst.
– Door nationale regelgeving kan de functionaliteit van de machine zijn beperkt.
Persoonlijke veiligheidsuitusting
– Draag doelmatige en geschikte kleren die nauw passen zonder u in uw
bewegingen te belemmeren. Draag geen juwelen, kleding of lang haar, die
kunnen blijven vasthangen in struikgewas of heesters.
– Tijdens het bedienen van de bosmaaier dient u de volgende
veiligheidsuitrusting en veiligheidskleding te dragen om hoofd-, oog-, hand-of
voetverwondingen te voorkomen en om uw gehoor te beschermen.
– Draag altijd een helm wanneer u in het bos werkt. Controleer de
veiligheidshelm (1) regelmatig op beschadiging en vernieuw deze op zijn
laatst na 5 jaar gebruik. Gebruik uitsluitend goedgekeurde veiligheidshelmen.
– Het vizier (2) van de helm (of een goedgekeurde veiligheidsbril) beschermt
uw gezicht tegen rondvliegende twijgjes, steentjes of andere voorwerpen.
Draag tijdens het gebruik van de bosmaaier altijd een veiligheidsbril of een
vizier om oogverwondingen te voorkomen.
– Om verslechtering van uw gehoor te voorkomen, draag een doeltreffende
bescherming tegen het lawaai (oorbeschermers (3), oordopjes enz.), vooral
tijdens lange werkperioden.
– De werkoverall (4) beschermt tegen rondvliegende splinters en steentjes. Het
is sterk aan te bevelen dat de gebruiker een werk-overall draagt.
– Speciale handschoenen (5), gemaakt van dik leer, zijn een onderdeel van de
voorgeschreven veiligheidsuitrusting en dienen daarom tijdens het gebruik
van de bosmaaier altijd te worden gedragen.
– Draag tijdens het gebruik van de bosmaaier altijd stevige schoenen (6) met
slipvrije zolen. Dit zal u beschermen tegen verwondingen en verzekert goede
steun voor de voeten.
Starten van de bosmaaier
– Controleer eerst of er binnen een bereik van 15 meter of 50 voet geen
kinderen of andere personen aanwezig zijn. Let ook op dat er geen dieren in
de directe omgeving zijn.
– Alvorens de bosmaaier te starten, altijd eerst controleren of deze geschikt is
voor veilig gebruik:
Controleer of het mesblad goed is vastgezet. Controleer of de
bevestigingsmoer van het mesblad stevig is aangetrokken.
Controleer de gashendel op soepele werking en gemakkelijke bediening.
Controleer of de gashendelpal juist werkt. Rotatie van het mesblad tijdens
onbelast draaien is niet toegelaten.
Raadpleeg de voorschriften voor het afstellen van het nullasttoerental op
blz. 100. Controleer of handgrepen schoon en droog zijn en test de werking
van de STOP schakelaar. Houd de handgrepen vrij van olie en brandstof.
– Alvorens te starten moet u de lokale regels aangaande geluidsoverlast en de
toegestane werktijden controleren. Houd u aan die regels.
– Start uitsluitend met de bosmaaier op de grond geplaatst.
– Start niet wanneer de maaier achter u of op uw rug is.
87
Start de bosmaaier alleen in overeenstemming met de instructies.
Gebruik geen andere methode voor het starten van de motor!
– Gebruik de bosmaaier en het bijgeleverde gereedschap alleen voor de
gespecificeerde doeleinden.
– Start de motor van de bosmaaier pas nadat de bosmaaier helemaal is
gemonteerd. Bediening van de machine is alleen toegestaan nadat al de
geschikte accessoires zijn bevestigd!
– Alvorens de motor te starten, controleer of het mesblad niet in aanraking
komt met harde voorwerpen zoals takken, stenen enz.
– In geval van motorstoringen dient u de motor onmiddellijk te stoppen.
– Wanneer het mesblad tegen stenen of andere voorwerpen is gestoten, stop
dan onmiddellijk de motor en controleer het mesblad op beschadiging.
– Controleer het mesblad na korte, regelmatige tussentijden op beschadiging
(ontdekken van haarscheurtjes door middel van een klopgeluidtest).
– Een vertrouwd weergalmend geluid dient te worden gehoord.
– Gebruik de bosmaaier alleen met de schouderband eraan bevestigd.
De schouderband dient juist te worden afgesteld alvorens de bosmaaier
wordt gestart. Het is zeer belangrijk dat de schouderband wordt afgesteld in
overeenstemming met de grootte van de gebruiker, om vermoeidheid tijdens
het gebruik of verlies van controle over de machine te voorkomen. Houd de
machine tijdens het gebruik nooit met één hand vast.
– Houd de bosmaaier tijdens het gebruik altijd met beide handen vast.
Zorg ervoor dat u altijd een veilige, evenwichtige steun voor de voeten hebt.
– Bedien de bosmaaier zodanig dat u geen uitlaatgassen inademt. Laat
de motor nooit in gesloten ruimten draaien (gevaar voor verstikking en
gasvergiftiging). Koolmonoxide is een reukloos gas. Zorg er altijd voor dat er
goede ventilatie is.
– Stop de motor wanneer u wilt rusten of wanneer u de bosmaaier alleen
achterlaat. Plaats deze in een veilige omgeving om gevaar voor anderen, het
in brand vliegen van brandbare materialen of beschadiging van de machine
te voorkomen.
– Leg de hete bosmaaier nooit op droog gras of andere brandbare materialen.
– Het mesblad dient gebruikt te worden met de geschikte beschermkap erop
bevestigd. Gebruik het gereedschap nooit zonder deze beschermkap!
– Tijdens het bedienen van de machine dienen alle bijgeleverde
beschermingsonderdelen en beschermkappen te worden gebruikt.
– Bedien de motor nooit met een defecte knalpot.
– Stop de motor alvorens de machine te vervoeren.
– Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op
het snijblad.
– Zet de bosmaaier rechtop en bevestig deze in de auto of vrachtauto om
schade door het verschuiven van de machine tijdens transport te voorkomen.
– Controleer alvorens de machine te transporteren dat de brandstoftank geheel
leeg is zodat er geen brandstof kan gaan lekken.
– Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de
conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat.
Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking.
Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende
servicecentrum om inspectie en reparatie.
Bijvullen
– Verminder de kans op brand en brandwonden en behandel benzine zeer
voorzichtig. Benzine is uitermate ontvlambaar.
– Stop de motor, rook niet en houd vuur uit de buurt voor en tijdens het
bijtanken.
– Vermijd contact van de huid met aardolieprodukten. Adem de brandstofdamp
niet in. Draag tijdens het bijvullen altijd beschermhandschoenen. Venieuw en
reinig regelmatig uw beschermkleding.
– Pas op dat u geen brandstof of olie morst. Veeg de machine droog alvorens
de motor te starten. Zorg dat natte doeken goed zijn opgedroogd voordat u
deze in een wasbak of dergelijke stopt zodat de doeken niet in brand kunnen
vliegen.
– Zorg dat er geen brandstof op uw kleren terechtkomt. Indien er brandstof op
uw kleren is gemorst (gevaar), trek dan onmiddellijk andere kleren aan.
– Controleer regelmatig de brandstoftankdop om er zeker van te zijn dat deze
goed vergrendeld is.
– Draai de borgschroef van de brandstoftank goed en voorzichtig aan.
Ga op een andere plaats staan om de motor te starten (tenminste 3 meter of
10 voet van de plaats waar werd bijgevuld).
– Vul nooit bij in een afgesloten ruimte. Brandstofdampen verzamelen zich op
grondhoogte (gevaar voor ontploffingen).
– Gebruik uitsluitend goedgekeurde containers voor het vervoeren en opslaan
van brandstof. Zorg ervoor dat de opgeslagen brandstof niet toegankelijk is
voor kinderen.
– Vul nooit brandstof bij terwijl de motor nog heet is of draait.
– Wanneer u benzine mengt met tweetakt-motorolie, gebruik dan uitsluitend
benzine die geen ethanol of methanol (alcohol) bevat.
Hierdoor voorkomt u namelijk beschadiging van de brandstofleidingen en
andere motoronderdelen.
88
•
•
•
•
•
Rusten
Vervoer
Bijvullen
Onderhoud
Vervangen van gereedschap
Bedieningsmethode
– Gebruik de bosmaaier alleen bij goed licht en bij goed zicht. Tijdens koude
seizoenen dient u op te passen voor gladde of natte plaatsen, ijs en sneeuw
(slipgevaar). Zorg ervoor dat u altijd veilige steun voor de voeten hebt.
– Reik niet te ver met de machine. Zorg ervoor dat u altijd goede steun voor
de voeten hebt, uw evenwicht bewaart en volledige handcontrole over de
machine hebt.
– Maai nooit boven taille-hoogte.
– Klim nooit in bomen om met de bosmaaier te maaien.
– Werk nooit op onstabiele oppervlakten of steil terrein.
– Verwijder voorwerpen, zoals stenen, spijkers, gebroken glas, draad, etc.,
uit de werkomgeving. Vreemde voorwerpen kunnen het snijgereedschap
beschadigen, gevaarlijke terugslag veroorzaken of omhoog geworpen
worden en een gevaarlijk projektiel worden.
– Begin pas met het maaien nadat het snijgereedschap op volle
bedrijfssnelheid is gekomen.
– Bedien dit gereedschap nooit terwijl het ondersteboven is gekeerd en ook
nooit bij een uiterst scherpe hoek.
– WAARSCHUWING! -De omgeving rond het maaimes is nog gevaarlijk zolang
als de motor niet tot volledige stilstand is gekomen.
– Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de
beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze verwijdert.
Als u dat toch doet, kan door onbedoeld draaien van het snijblad ernstig
letsel ontstaan.
– Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle
over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te
rusten.
Terugslag (stoot van het snijblad)
– Tijdens het bedienen van de bosmaaier, kan ongecontroleerde terugslag
optreden.
– Dit is vooral het geval wanneer u probeert te maaien binnen een bladsegment
tussen 12 en 2 uur op de wijzerplaat zoals gezien vanaf de plaats van de
gebruiker.
– Laat dit segment van de bosmaaier nooit in aanraking komen met vaste
voorwerpen zoals struiken, stronken, bomen etc., met een diameter van meer
dan 3 cm.
– De bosmaaier zal dan met grote kracht en snelheid worden teruggeslagen
met mogelijk gevaar voor ernstige verwondingen.
– Gebruik de bosmaaier nooit met het bladsegment tussen de 12 en 2 uur
positie.
Let op:
Terugslag!
Schematische
afbeelding
Voorkomen van terugslag
Om terugslag te voorkomen, de volgende punten in acht nemen:
– Maaien met het bladsegment tussen 12 en 2 uur is zeer gevaarlijk, vooral bij
gebruik van metalen mesbladen. Wanneer deze bosmaaier wordt gebruikt
met de bladsegmenten van 11 tot 12 uur en van 2 tot 5 uur, is er nog mogelijk
gevaar voor enige terugslag.
– Maaien met de bladsegmenten tussen 11 en 12 uur, en tussen 2 en 5 uur,
dient alleen door geoefende en ervaren gebruikers te worden uitgevoerd
en dit uitsluitend op eigen risico. Gemakkelijk maaien met weinig of geen
terugslag is mogelijk met het bladsegment tussen 8 en 11 uur.
Snijgereedschappen
Gebruik uitsluitend het geschikte snijgereedschap voor het betreffende werk.
Mesblad (kruisvormig mesblad (4 tanden), wervelmesblad
(8 tanden)):
Voor het maaien van dikke materialen zoals onkruid, hoog gras, struiken,
heesters, kreupelhout, kreupelbosjes etc. (maximale dikte: 2 cm diameter). Voor
dit soort maaiwerk dient u de bosmaaier gelijkmatig in halve cirkels van rechts
naar links te zwenken (op dezelfde wijze als wanneer u met een zeis werkt).
Gebruik nooit andere messenbladen, waaronder metalen meerdelige kettingen
en vlegelmessen. Als u dat toch doet, kan ernstig letsel ontstaan.
Onderhoudsvoorschriften
– Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat
altijd uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste
reparatie en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap
verkorten en de kans op ongevallen vergroten.
– Alvorens met het werk te beginnen, dient u te controleren of de bosmaaier in
goede staat is. Controleer in het bijzonder de staat van het snijgereedschap,
de beschermkap en de schouderband. Let er vooral goed op dat de
mesbladen juist zijn aangescherpt.
– Zet de motor af en verwijder de bougie-aansluitklemmen wanneer u het
mesblad wilt vervangen of aanscherpen, en ook wanneer u de bosmaaier of
het snijgereedschap wilt reinigen.
89
Schematische
afbeelding
Probeer nooit beschadigde mesbladen recht te maken of te lassen.
– Wees milieuvriendelijk. Bedien de bosmaaier met zo weinig mogelijk lawaai
en vervuiling. Controleer in het bijzonder of de carburateur juist is afgesteld.
– Maak de bosmaaier regelmatig schoon en controleer of alle bouten en
moeren goed zijn vastgezet.
– Voer nooit onderhoudswerk aan de bosmaaier uit en berg deze nooit op in de
buurt van open vlammen, vonken, etc.
– Maak de brandstoftank leeg alvorens de bosmaaier op te bergen. Berg de
bosmaaier altijd in een goed geventileerde en op slot gedane ruimte op.
– Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of opbergt, bevestigt u altijd
de beschermkap op het snijblad.
Neem alle van toepassing zijnde voorschriften ter preventie van
ongevallen, verstrekt door de belanghebbende handelsverenigingen en
verzekeringsmaatschappijen, in acht. Breng nooit wijzigingen aan in de
bosmaaier, aangezien dit uw veiligheid in gevaar zal brengen.
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties door de gebruiker zijn beperkt tot
die welke in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven.
Alle andere werkzaamheden dienen door Erkende Service Agenten te worden
uitgevoerd.
Gebruik uitsluitend originele vervangstukken en accessoires door MAKITA
geleverd. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen
vergroot het gevaar voor ongevallen en verwondingen. MAKITA erkent geen
aansprakelijkheid voor ongevallen of beschadiging veroorzaakt door het gebruik
van nietgoedgekeurde snijgereedschappen, hulpstukken of accessoires.
Eerste hulp bij ongevallen (EHBO)
Om op mogelijke ongevallen voorbereid te zijn, zorg ervoor dat een goed
gevulde verbandkist beschikbaar is in de buurt van uw werkomgeving. Wanneer
u iets uit de verbandkist gebruikt, dient u dit onmiddellijk te vervangen.
Wanneer u hulp inroept, geef dan de volgende informatie:
– Plaats van het ongeval
– Wat er gebeurd is
– Aantal gewonde personen
– Omvang van verwondingen
– Uw naam
Trillingen
– Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen
of polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel,
veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich
voordoet, raadpleegt u uw huisarts!
– Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen
warm tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires
goed.
90
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s):
Aanduiding van de machine: Op de rug braagbare Bosmaaier
Modelnr./Type: EBH341R
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerd documenten:
EN ISO 11806-2
De technische documentatie wordt bewaard door:
Makita International Europe Ltd., Technical Department,
Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was in Overeenstemming met annex V.
Gemeten geluidsvermogenniveau: 108,2 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 111 dB
3. 11. 2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, JAPAN
91
TECHNISCHE GEGEVENS
EBH341R
Model
Ring-handgreep
Mesblad
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (zonder lengte pijphouder)
mm
Gewicht (zonder bescherming en mesblad)
Inhoud (brandstoftank)
Snijgereedschap (diam. snijblad)
Cilinderinhoud
430 x 280 x 430
kg
10,2
L
0,65
mm
255
3
33,5
cm
Maximaal motorvermogen
1,07 bij 7.000 min-1
kw
min-1
Motortoerental bij aanbevolen max. assnelheid
Nylon draadkop
10.000
Maximal assnelheid (overeenkomstig)
min
-1
7.500
Brandstofverbruik
kg/h
0,458
Specifiek brandstofverbruik
g/kwh
Onbelast toerental
426
-1
3,000
-1
4,100
min
Koppelingstoerental
min
Carburateur (membraantype)
type
WALBRO WYL
Ontstekingssysteem
type
Solid state ontsteking
Bougie
type
NGK CMR6A
Elektrodenafstand
mm
0,7 – 0,8
Rechterhandgreep
(Achterste handvat)
Trilling volgens ISO 22867
Linkerhandgreep
(Voorste handvat)
Gemiddeld geluidsdrukniveau volgens ISO 22868
Gemiddeld geluidsvermogenniveau
volgens ISO 22868
ahv eq
2
2,1
2,2
2
0,3
1,6
2
3,6
3,0
2
0,8
1,9
m/s
Onzekerheid K
m/s
ahv eq
m/s
Onzekerheid K
m/s
LPA eq
dB (A)
87,3
93,2
Onzekerheid K
dB (A)
2,2
2,3
LWA eq
dB (A)
100,5
105,2
Onzekerheid K
dB (A)
2,8
2,6
Brandstof
Autobenzine
Motorolie
SAE10W-30 olie van API Classificatie
SF Klasse of hoger (4-takt olie voor auto’s).
Versnelling sverhouding
15/20
92
NAAM VAN DE ONDERDELEN
NL
93
Benaming van de onderdelen
1
Benzinetank
2
Startinrichting
3
Luchtfilter
4
Aan/uit-schakelaar
5
Bougie
6
Uitlaat-knaldemper
7
Handgreep
8
Gashendel
9
Gaskabel
10
Aandrijfas
11
Beschermkap
(beschermkap van snijgarnituur)
12
Drijfwerk
13
Maaiblad
14
Schouderband
15
Tankdop
16
Startgreep
17
Opvoerpomp
18
Chokehendel
19
Uitlaatpijp
20
Oliepeistok
21
Flexibele pijp
22
Nylon draadkop
MONTEREN VAN MOTOR EN AANDRIJFSTANG
LET OP: Alvorens enig werk aan de bosmaaier uit te voeren, altijd eerst
de motor afzetten en de bougieaansluitklemmen losmaken
van de bougie. Pas op voor hete motoronderdelen en scherpe
meskanten. Draag altijd veiligheidshandschoenen!
LET OP: Start de bosmaaier pas nadat u deze volledig gemonteerd hebt.
1. Verbinden van de flexibele pijp met motor en pijphuishouder
Steek een uiteinde van de flexibele pijp (1) in het huis van de koppeling (2)
van de motor totdat u een lichte “klik” hoort.
Steek het andere uiteinde van de flexibele pijp in de pijphuishouder (3) van
de bosmaaier totdat het vergrendelt.
Controleer dat het vierkante uiteinde van de flexibele stang goed in de
verbinding van de aandrijfas past.
LET OP: Het vierkante ulteinde van de flexibele as past mogelijk niet in
de verbinding van de aandrijfas wanneer u de flexibele pijp niet
juist in kunt steken. Voorkom beschadiging van het uiteinde van
de flexible as en forceer niet.
Herhaal de procedure nogmaals totdat de flexibele as en pijp
goed passen.
2. MONTAGE VAN GASKABEL
– Verwijder de afdekking van het luchtfilter.
– Plaats de gaskabel (4) in de stelbout (5) en verplaats de wartel (6) zo dat
de kabel in de groef daarvan past. Op dit moment zal de kant van de wartel
met het ronde gat erin naar de metalen fitting aan het uiteinde van de
binnendraad wijzen.
– Laat de wartel los en controleer of de de metalen fitting aan het uiteinde van
de binnendraad inderdaad in het gat valt.
– Doe de afdekking van het luchtfilter weer terug.
Wartel
Gaskabel
Instek
Rond gat
Eindbeslag
94
AANSLUITING SCHAKELAARSNOEREN
– Sluit de twee snoeren van de schakelaar aan op de bijbehorende snoeren
van de motor door de ene in de andere te steken.
– Zet de stekkers vast met klem (7).
AFSTELLING VAN DE GASKABEL
– Stel de gaskabel af met de stelbout zodat er 1 a 2 mm speling blijft wanneer
de gashendel in de laagste stand staat met de stelbout voor de carburateur.
(Let erop dat het snijblad niet mag draaien wanneer de motor stationair
loopt.)
Leid de gaskabel en I-O schakelaardraden tezamen langs de flexibele pijp
en bevestig stevig met een draadklem (8) op drie punten. De gaskabel en I-O
schakelaardraden schieten mogelijk los met alle gevolgen van dien wanneer zij
niet goed zijn bevestigd.
95
INSTALLEREN VAN DE HANDGREEP
– Monteer een eindstuk aan de linkerkant van het gereedschap tezamen met
de handgreep ter bescherming van de gebruiker.
– Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming wordt gemonteerd tussen de
afstandshouder en de pijlmarkeringen.
WAARSCHUWING: Verwijder of verklein de afstandshouder niet.
De afstandshouder zorgt voor een bepaalde afstand tussen
beide handen. Als de handgreep/bescherming dichter
op het andere handvat zou staan dan de lengte van de
afstandshouder, kunt u de controle over het gereedschap
verliezen waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan.
Pijlmerkteken
naar motor
INSTALLEREN VAN DE BESCHERMKAP
Om te voldoen aan de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften, mogen
uitsluitend de in de tabel aangegeven gereedschap/beschermkap combinaties
worden gebruikt. Nalatigheid in dit verband kan ernstige verwonding of dood
van de gebruiker of omstanders tot gevolg hebben.
Gebruik uitsluitend een origineel MAKITA mesblad of nylon draadkop.
– Het mesblad dient goed schoon te zijn, goed aangescherpt en vrij van
barsten of scheuren. Indien het mesblad tijdens het gebruik tegen harde
voorwerpen of stenen wordt gestoten, onmiddellijk de motor afzetten en het
mesblad op beschadiging controleren.
– Reinig en scherp of vernieuw het mesblad na ten hoogste iedere drie uren
van gebruik.
– De buitendiameter van het mesblad mag niet groter zijn dan 255 mm
(10/32”). Gebruik nooit mesbladen met een buitendiameter van meer dan
255 mm (10-1/32”).
LET OP: Voor uw eigen veiligheid en om te voldoen aan de voorschriften
ter preventie van ongevallen, dient de geschikte beschermkap
altijd geïnstalleerd te zijn.
Probeer nooit de machine te gebruiken zonder dat de
beschermkap op de juiste wijze is aangebracht.
Kruisvorming
Wervel mesblad
mesblad (4 tanden)
(8 tanden)
Nylon draadkop
– Bevestig de bescherming met 4 bouten stevig aan de versnellingskast.
Gebruik nooit zonder een bescherming of indien de bescherming gebroken
is.
INSTALLEREN VAN HET MESBLAD OF NYLON DRAADKOP
Keer de machine ondersteboven voor gemakkelijker vervangen van het
mesblad of de nylon draadkop.
Montage van het mesblad
– Bevestig het mesblad en de andere onderdelen in de volgorde die in de
afbeelding is aangegeven. Druk een stang of inbussleutel in de opening van
de versnellingskast totdat het mesblad is vergrendeld en niet meer draait.
Draai de moer linksom met een combinatiesleutel vast.
(Vergeet niet dat de moer in tegengestelde richting van een normale moer
wordt vast of losgedraaid.)
– De moer moet voor ieder gebruik opnieuw worden vastgedraaid.
– Gebruik bij voorkeur de hier rechts aangegeven bevestigingen voor deze
bosmaaier.
– Probeer beslist geen bomen, blokken hout of andere harde materialen te
snijden.
[Aantrekkoppel: 28 – 48 N–m]
OPMERKING: Draag altijd handschoenen wanneer u aan het mesblad
werkt.
moer
boutafdekking
mesdop
mes
grasafdekking
meshouder
beschermplaat
Montage van de nylon draadkop
– De mesdop, boutafdekking en moer heeft u niet nodig voor de montage van
de nylon snijkop. De nylon snijkop wordt gemonteerd op de grasafdekking.
– Steek de inbussleutel door het gat in de overbrenging en meshouder tot deze
vergrendelt met de inbussleutel.
– Schroef vervolgens de nylon snijkop tegen de klok in op de as.
– Verwijder de inbussleutel.
96
bescherminng
vesnellingshuis
Beschermkap voor
metalen mesblad
VOOR GEBRUIK
INSPECTIE EN BIJVULLEN VAN MOTOROLIE
– Voer de volgende procedure uit wanneer de motor is afgekoeld.
– Houd de motor horizontaal, verwijder de oliepeilstok en kijk of het oliepeil zich tussen de markeringen voor het maximale en het minimale
oliepeil bevindt. Wanneer er zo weinig olie in de motor zit dat alleen de tip van de oliepeilstok de olie raakt wanneer de oliepeilstok in het
carter steekt zonder vastgedraaid te zijn (Afb. 1), dient u motorolie toe te voegen (Afb. 2).
– Voor uw informatie, het duurt ongeveer 15 uur voor er olie bijgevuld moet worden (vulfrequentie: 15 keer).
– Als de olie verkleurd blijkt, of wanneer u vuil in de olie aantreft, dient u de olie te verversen. (Zie bladzijde 101 voor de intervallen en manier
van verversen)
Aanbevolen olie: SAE10W-30 olie van API Classificatie SF Klasse of hoger (4-takt olie voor auto’s)
Hoeveelheid olie: Ongeveer 100 cc.
NOOT: Als de motor niet recht wordt gehouden, kan er olie in de motor terecht komen en kunt u teveel olie in het blok doen.
Als er teveel olie in het carter gedaan is, kan de olie verontreinigd raken, of verbranden met een witte rook als resultaat.
Opmerking 1 bij het verversen van de olie;; de “oliepeilstok”
– Verwijder stof en vuil rond de olievul-opening en haal de oliepeilstok los.
– Houd de losgemaakte oliepeilstok vrij van zand en stof. Doet u dat niet, dan kunnen vuil dat aan de oliepeilstok blijven hangen de
circulatie van de olie door de motor belemmeren of het binnenwerk beschadigen, wat kan leiden tot problemen.
– Om de oliepeilstok schoon te houden kunt u deze bijvoorbeeld met zijn knop in de motor-afdekking steken, zoals in Afb. 3 te zien is.
Vul motorolie bij
als er alleen aan
de tip olie zit.
Afb. 1
Maximum oliepeil
(onderkant schroefdraad
olievulopening)
Afb. 2
Oliepeilstok
Afb. 3
(1) Houd de motor horizontaal en haal de oliepeilstok los.
(2) Vul bij met motorolie tot aan de rand van de olievul-opening. (Zie Afb. 2 op
de vorige bladzijde).
Gebruik bijvoorbeeld een spuitfles om de olie makkelijker in de opening te
krijgen.
(3) Zet de oliepeilstok weer goed vast. Doet u dat niet, dan kan er olielekkage
optreden.
Opmerking 2 bij het verversen van olie: “Als er olie gemorst wordt”
– Als er olie gemorst wordt tussen de brandstoftank en de motor zelf, kan de olie in de inlaat van de luchtkoeling gezogen worden, waardoor
de motor verontreinigd kan raken. Vergeet niet om gemorste olie op te nemen voor u de motor weer in gebruik neemt.
97
TANKEN
Omgaan met brandstof
U moet brandstof met de grootst mogelijke voorzichtigheid behandelen. Brandstof kan aan oplosmiddelen verwante stoffen bevatten. U moet
tanken in een voldoende geventileerde ruimte of in de open lucht. Adem de brandstofdampen niet in en houd de brandstof zo veel mogelijk
bij u vandaan. Als u herhaaldelijk en voor langere tijd in aanraking bent met brandstoffen, zal de huid uitdrogen en kan zich een huidziekte of
allergie ontwikkelen. Als er brandstof in uw oog komt, dient u het oog te spoelen met water. Als u oog dan nog pijn blijft doen, dient u een arts te
raadplegen.
Opslagtermijn van brandstof
Brandstof hoort binnen 4 weken opgebruikt te worden, zelfs al wordt het bewaard in een speciale container in een goed geventileerde, donkere
ruimte.
Als u geen speciale container gebruikt, of als de container open is, kan brandstof binnen een dag onbruikbaar worden.
Opslag van de machine en de tank
– Bewaar de machine en de tank op een koele plek, uit de zon.
– Bewaar in geen geval brandstof in de passagiersruimte of de bagageruimte van uw auto.
Brandstof
De gebruikte motor is een 4-takt motor. Let er op dat u benzine voor auto’s gebruikt (normaal of super).
Opmerkingen over brandstof
– Gebruik nooit een benzine-olie mengsel. Doet u dit toch, dan kan er zich een koolstof afzetting vormen en kunnen er mechanische
problemen op gaan treden.
– Gebruik van slechte brandstof zal de motor onregelmatig doen starten.
Tanken
WAARSCHUWING: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN
STRENGSTE VERBODEN
Gebruikte benzine: benzine voor auto’s
– Maak de tankdop een beetje los om eventuele gassen te laten ontsnappen.
– Haal de tankdop los en doe brandstof in de tank terwijl u er voor zorgt dat de
gassen in de tank kan ontsnappen door de vulopening naar boven te houden.
(Doe nooit brandstof in de vulopening voor de motorolie.)
– Veeg de omgeving van de tankdop goed schoon om te voorkomen dat
vreemde voorwerpen in de brandstoftank terecht komen.
– Doe de tankdop weer goed vast als u klaar bent met tanken.
• Als er een beschadiging of onvolkomenheid is aan de tankdop, dient u deze
te vervangen.
• De tankdop is aan slijtage onderhevig en dient elke twee a drie jaar
vervangen te worden.
98
Brandstoftankdop
Maximale
brandstofpeil
Brandstoftank
AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEDIENING EN HOE U DE MACHINE MOET STOPPEN
Raadpleeg de van toepassing zijnde veiligheidsinstructies!
STARTEN
OPERATION
Verplaats u minimaal 3 meter van de tankplaats. Plaats de bosmaaier op een
vlakke, schone ondergrond en zorg dat het snijgereedschap niet in aanraking
kan komen met de grond of andere voorwerpen.
Ontgrendelingshendel
I/O aan/uit
schakelaar (1)
A: Koude start
1) Laat het gas los en zet de omwentelingssnelheid van de motor op het
minimum.
Gashendel (6)
2) Zet de I-O stopschakelaar (1) op OPERATION.
CLOSE
3) Chokehendel
Sluit de chokehendel.
Open zetten van de choke:
– Helemaal sluiten in koude omstandigheden of wanneer de motor koud is.
– Helemaal of half open bij opnieuw starten kort nadat de motor gestopt
werd.
4) Opvoerpomp
Blijf op de opvoerpomp drukken tot er brandstof in de opvoerpomp komt. (In
het algemeen zal er na 7 tot 10 keer drukken brandstof in de opvoerpomp
komen.)
Als u de opvoerpomp te intensief gebruikt, zal het teveel aan benzine
teruggevoerd worden naar de brandstoftank.
Carburateur
Opvoerpomp
5) Trekstarter
– Trek rustig aan de trekstarter tot u weerstand voelt (compressiepunt).
Laat de trekstarter vervolgens terugkeren en trek er dan krachtig aan.
– Trek de trekstarter nooit volledig uit. Laat nooit direct los nadat u de
trekstarter heeft uitgetrokken. Houd de trekstarter vast totdat deze
terugkeert naar zijn oorspronkelijke positie.
6) Chokehendel
Zet de chokehendel open wanneer de motor start.
– Zet de chokehendel steeds verder open terwijl u controleert hoe de motor
loopt. Vergeet niet dat de chokehendel uiteindelijk helemaal open moet
staan.
– Als het koud is of wanneer de motor is afgekoeld, mag u nooit de
chokehendel ineens helemaal open zetten. Doet u dit toch, dan kan de
motor stilvallen.
7) Opwarmen
Laat de motor 2 a 3 minuten opwarmen.
99
OPEN
Noot: – Als de starthendel herhaaldelijk aangetrokken wordt met de choke op de “CLOSE” positie, komt er te veel benzinetoevoer hetgeen het
starten bemoeilijkt.
– Indien er teveel benzinetoevoer is, verwijder de bougie en draai de starthendel enkele keren om de overvloedige benzine te verijderen.
Droog verder de polen van de bougle.
Waarschuwing tijdens werkzaamheden:
Als de gashendel vol ingeknepen blijft in een onbelaste toestand, kan het motortoerental oplopen tot over de 10.000 tpm. Werk enkel met een
belast toerental dat zo ongeveer tussen de 6.000 en 8.500 tpm ligt.
B: Starten na het opwarmen
1) Druk herhaaldelijk op de opvoerpomp.
2) Houd de gashendel in de stationairstand.
3) Trek hard aan de trekstarter.
4) Als het moeilijk is om de motor te starten, dient u het gas ongeveer 1/3 open te zetten. Let op het snijblad aangezien dit rond kan gaan
draaien.
Let op bij de bediening
– Wanneer de motor ondersteboven wordt gebruikt, is het mogelijk dat er witte rook uit de knaldemper komt.
STOPPEN
Zet de I-O schakelaar op STOP.
1) Laat de gashendel (6) los en als het motortoerental gezakt is zet u de I-O
aan/uit-schakelaar op STOP, zodat de motor stopt.
2) Let er op dat het snijblad mogelijk niet onmiddellijk stopt en laat het in een
dergelijk geval eerst volledig tot stilstand komen.
STOP
I-O aan/uit-schakelaar
Gashendel (6)
BIJSTELLEN VAN DE LAGE OMWENTELINGSSNELHEID (STATIONAIR)
Wanneer het noodzakelijk blijkt om het stationaire toerental bij te stellen, dient u de stelschroef op de carburateur bij te stellen.
CONTROLEREN VAN HET STATIONAIRE TOERENTAL
– Stel het stationaire toerental in op 3.000 t/m.
Wanneer het noodzakelijk is het stationaire toerental bij te stellen, dient u de
stelschroef op de carburateur bij te stellen (zoals rechts is afgebeeld), met
een kruiskopschroevendraaier.
– Draai de stelschroef naar rechts om het toerental van de motor toe te laten
nemen.
– Draai de stelschroef naar links om het toerental te laten dalen.
– De carburateur is standaard ingesteld voor het verlaten van de fabriek.
Als het nodig is om hem bij te stellen, dient u contact op te nemen met uw
erkende onderhoudsmonteur.
AANSCHERPEN VAN HET MESBLAD
LET OP: De ondervermelde mesbladen dienen alleen in een daarvoor
bevoegde werkplaats te worden aangescherpt. Wanneer u aanscherpt
met de hand, zal het snijgereedschap slecht gebalanceerd zijn,
hetgeen potentieel gevaarlijke vibraties en beschadiging van de
machine kan veroorzaken.
– Mesblad (kruisvormig mesblad (4 tanden), wervelmesblad (8 tanden))
Onze erkende service-agent verleent service bij het deskundig aanscherpen
en balanceren van mesbladen.
OPMERKING: Om de gebruiksduur van het mesblad (kruisvormig mesblad,
wervelmesblad) te verlengen, kunt u het mesblad éénmaal
omkeren tot beide sneden bot geworden zijn. Een bot mesblad
mag nooit verder worden gebruikt, omdat dit terugslag en
ernstige verwonding kan veroorzaken.
100
stelschoef
Carbureteur
ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: Voordat u aan de bosmaaier werkt, altijd eerst de aan/uit-schakelaar op stop zetten en de bougiekap van de bougie trekken
(zie “Bougie-controle”) Draag altijd beschermende handschoenen!
Om een lange levensduur te verzekeren en eventuele schade aan de machine te voorkomen, moeten de volgende werkzaamheden met een
zekere regelmaat worden uitgevoerd:
Dagelijkse controle en onderhoud
– Voordat u gaat werken met de bosmaaier controleer of alle schroeven vast zitten en geen schroeven vermist worden. Let vooral op de
bevestiging van het snijgereedschap.
– Controleer of er geen vuil opgehoopt zit tussen de koelribben en tussen luchtspleten. Maak zonodig schoon.
– Na dagelijks werk het volgende onderhoud plegen:
• Maak de bosmaaier schoon en controleer op beschadigingen.
• Reinig het luchtfilter. Wanneer onder zeer stoffige omstandigheden gewerkt wordt, reinig het filter dan meerdere malen.
• Controleer het snijgereedschap op schade en verzeker u dat de bevestiging goed vast zit.
• Controleer of de gaskabelafstelling genoeg vrije slag biedt, zodat het snijgereedschap niet draait tijdens het stationaire toerental (stel
zonodig opnieuw af).
– Als na afstellen van het stationaire toerental het snijgereedschap nog steeds draait, raadpleeg uw dealer. Controleer het functioneren van de
gashendel, blokkeerknop, aan/uit-schakelaar en veiligheidsvergrendeling.
VERVERSEN VAN DE MOTOROLIE
Te lang gebruikte motorolie zal de levensduur van de heen en weer bewegende en roterende onderdelen flink bekorten. Vergeet niet te
controleren wanneer en hoeveel olie ververst moet worden.
LET OP: In het algemeen zullen de motor zelf en de motorolie nog enige tijd heet blijven ook al is de motor gestopt. Als u de olie
wilt gaan verversen, moet u eerst controleren of de motor zelf en de motorolie daarin voldoende zijn afgekoeld. Doet u dat
niet, dan bestaat het gevaar dat u zich zult branden.
NOOT: Als er teveel olie in het carter gedaan is, kan de olie verontreinigd raken, of verbranden met een witte rook als resultaat.
Verversingsinterval: In het begin na elke 20 bedrijfsuren, daarna na elke 50 bedrijfsuren.
Aanbevolen olie:
SAE10W-30 olie van API Classificatie SF Klasse of hoger (4-takt olie voor auto’s)
Voer de volgende procedure uit bij het verversen van de olie.
Brandstoftankdop
1) Controleer of de tankdop goed dicht zit.
2) Maak de oliepeilstok los. Houd de oliepeilstok vrij van stof of vuil.
Oliepeilstok
3) Houd een poetsdoek of stuk papier bij de olievul-opening.
doek of papier
4) Verwijder de oliepeilstok en tap de olie af door het apparaat met de olievulopening naar beneden te kiepen. Laat de afgewerkte motorolie in een bak
lopen.
101
5) Houd de motor horizontaal en vul het carter met verse motorolie tot aan
de rand van de olievul-opening. U kunt het makkelijkst een spuitfles of iets
dergelijks gebruiken.
6) Doe de oliepeilstok weer terug en zet hem goed vast na het verversen van
de olie. Als u de oliepeilstok niet goed vast maakt, zal er olie gaan lekken.
OPMERKINGEN OVER OLIE
– Gooi afgewerkte motorolie niet weg met het normale vuilnis en loos het niet in de natuur of in een sloot. Het afvoeren van olie is wettelijk
geregeld. Volg altijd de geldende wetten en regelgeving wanneer u zich van afgewerkte motorolie wilt ontdoen. Neem contact op met een
erkende onderhoudsmonteur als u hieromtrent vragen hebt.
– Ook wanneer u olie gewoon bewaart zal de olie op den duur bederven. Controleer regelmatig of de olie die u wilt gebruiken nog goed is
(vervang de olie minstens elke 6 maanden).
REINIGEN VAN HET LUCHTFILTER
Element (spons)
GEVAAR: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN STRENGSTE
VERBODEN
Plaat
Afdekking luchtfilter
Interval voor reiniging en inspectie: Dagelijks (om de 10 bedrijfsuren)
– Doe de chokehendel helemaal dicht en zorg ervoor dat er verder geen stof en
vuil in de carburateur terecht kan komen.
Luchtinlaat
– Verwijder de bevestigingsbout (en) van het deksel van het luchtfilter.
– Trek het deksel naar beneden en haal het los.
Element (vilt)
– Als er nog olie aan het element (spons) zit, dient u het stevig uit te knijpen.
– Bij zware verontreiniging:
1) Verwijder het element (spons), dompel het in warm water of in een
neutraal sopje en laat het vervolgens goed drogen.
2) Reinig het element (vilt) met benzine en laat het goed drogen.
Bevestigingsbout
– Voor u het element weer terugzet, moet u controleren of het volledig
gedroogd is. Is het element nog niet goed droog, dan kunt startproblemen
ondervinden.
– Veeg met een poetsdoek eventuele olie rond de afdekking van het luchtfilter
en luchtinlaat weg.
– Direct na het reinigen dient u het deksel terug te zetten en vast te maken met
de bevestigingsbout (en). (Maak eerst de haakjes aan de bovenkant vast en
vervolgens aan de onderkant.)
Pak dit gedeelte vast en verwijder het
element (vilt).
Aandachtspunten voor het luchtfilter element
– Reinig het element verschillende keren per dag als er erg veel stof door
wordt opgevangen.
– Als u door blijft werken terwijl het element nog olie bevat. kan er olie uit
het luchtfilter lekken, met alle gevolgen van dien.
BOUGIE-CONTROLE
– Gebruik enkel de originele bougiesleutel om een bougie te vervangen of te
controleren.
– De afstand tussen de 2 elektroden moet 0,7-0,8 mm bedragen. Is de afstand
te groot of the nauw, stel deze bij. Als de bougie aangekoekt is, vervang deze
of maak deze schoon.
WAARSCHUWING: Raak nooit de bougiekabel aan met draaiende motor
(gevaar voor elektrische schok met hoog voltage).
102
0,7 mm - 0,8 mm
(0,028” - 0,032”)
SMEREN VAN HET DRIJFWEK
Gat voor smeervet
– Smeren via de smeer-opening hittebestendig vet (Shell Alvania 2 of
gelijkwaardig) in het drijfwerk na iedere 30 draai-uren.
(Speciaal MAKITA smeervet is verkrijgbaar bij uw MAKITAdealer.)
REINIGEN VAN HET BRANDSTOFFILTER
Brandstoffilter (1)
GEVAAR: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN STRENGSTE
VERBODEN
Slangenklem
Brandstofleiding
Interval voor reiniging en inspectie: Maandelijks (om de 50 bedrijfsuren)
Zuigkop in de benzinetank
– Het brandstoffilter (1) van de zuigkop filtert de benzine voordat deze in de
carburateur komt.
– Regelmatige controle van dit brandstoffilter is aanbevolen. Verwijder
de tankdop en haak de zuigkop naar buiten. Vervuilde of uitgeharde
brandstoffilters uitwisselen.
– Onvoldoende benzinetoevoer door vervuilde zuigkoppen kunnen allerlei
storingen veroorzaken, wissel daarom regelmatig het brandstoffilter uit, op
zijn minst om de paar maanden.
BRANDSTOFLEIDING VERVANGEN
Brandstofleiding
GEVAAR: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN STRENGSTE
VERBODEN
Interval voor reiniging en inspectie: Dagelijks (om de 10 bedrijfsuren)
Vervanging: Jaarlijks (elke 200 bedrijfsuren)
Vervang de brandstofleiding elk jaar, ongeacht hoe vaak u het apparaat
gebruikt. Brandstoflekkage kan brand veroorzaken.
Als u bij inspectie brandstoflekkage constateert, dient u onmiddellijk de
brandstofleiding te vervangen.
INSPECTIE VAN BOUTEN, MOEREN EN
SCHROEVEN
– Draai losgetrilde bouten, moeren enz. opnieuw vast.
– Controleer of er brandstof- of olielekkage is opgetreden.
– Vervang beschadigde of versleten onderdelen onmiddellijk door nieuwe om
een veilige werking van het apparaat te waarborgen.
REINIGEN VAN ONDERDELEN
– Houd de motor altijd zo schoon mogelijk.
– Houd de cilinders vrij van stof en vuil. Als de koelvinnen bedekt raken door stof en vuil, kan de motor vastlopen.
VERVANGEN VAN PAKKINGEN EN AFDICHTINGEN
Wanneer u de motor opnieuw monteert nadat u het apparaat uit elkaar heeft gehaald, moet u de pakkingen en afdichtingen door nieuwe
vervangen.
SMEREN VAN DE FLEXIBELE AS
– Trek om de 20 bedrijfsuren de flexibele as uit de flexibele bekleding en smeer
vervolgens de flexibele as.
– De flexibele as kan breken als deze niet gesmeerd wordt.
Flexibele bekleding
Flexibele as
Smeren
Onderhoudswerkzaamheden of afstellingen die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn vermeld of beschreven, dienen uitsluitend door een Erkende
Service Agent te worden uitgevoerd.
103
MACHINE-OPSLAG
WAARSCHUWING: Voor u de brandstof aftapt moet u de motor stoppen en laten afkoelen.
Kort nadat de motor gestopt is, kan deze nog heet zijn, hetgeen kan leiden tot
brandwonden, brandgevaar en brand.
LET OP:
Wanneer u de machine langere tijd niet zult gebruiken, dient u alle brandstof
uit de tank en de carburateur af te tappen en de machine te bewaren op een
droge en schone plek.
– Tap de brandstof uit de tank en de carburateur af via de volgende procedure:
1) Verwijder de tankdop en tap alle brandstof af.
Als er verontreinigingen achterblijven in de brandstoftank, dient u dee
eveneens volledig te verwijderen.
2) Gebruik een draad om het brandstoffilter te verwijderen.
3) Druk op de opvoerpomp tot alle brandstof daaruit verwijderd is en tap
eventuele brandstof uit de tank af.
4) Doe het filter weer terug in de tank en doe de tankdop goed vast.
5) Laat de motor vervolgens lopen tot deze vanzelf stopt.
– Verwijder de bougie en druppel een beetje motorolie in het bougiegat.
– Trek voorzichtig aan de starter zodat de motorolie verdeeld wordt en doe de
bougie weer terug.
– Bevestig de afscherming op het snijblad.
– Bewaar de afgetapte brandstof in een speciale jerrycan in een goed
geventileerde ruimte.
Let op na opslag voor langere tijd
– Voor u de machine weer opstart nadat deze langere tijd opgeslagen is geweest, dient u de olie te vervangen (zie blz. 101). De olie
verslechtert namelijk wanneer de machine langere tijd niet gebruikt wordt.
Storing lokaliseren
Storing
Motor start niet of nauwelijks
Onderdeel
Ontsteking
Oorzaak
Bougie vonkt
Oorzaak in benzinetoevoer of
compressiesysteem, of mechanische oorzaak
Vonkt niet
Stopschakelaar, kabelbreuk, kortsluiting,
bougie of aansluiting defect ontstekingsspoel
defect
Benzinetoevoer
Tank gevuld
Onjuiste chokepositie, carburateur defect,
vervuilde zuigkop, breuk, knik of vuil in
benzineleiding
Compressie
Geen compressie bij start
Voetpakking stuk, krukaskeerringen defect,
zuigerveren gebroken of lekke bougiepakking
Mechanische storing
Starter functioneert niet
Gebroken startveer, defecte startpallen
Tank gevuld bougie vonkt
Carburateur vervuild, laten reinigen
Tank gevuld
Onjuiste afstelling, vervuilde zuigkop of
carburateur
Warm start problemen
Motor start maar valt stil
Observatie
Benzinetoevoer
Defecte ontluchting, breuk benzineleiding,
kabelbreuk, ontsteking defect
Onvoldoende vermogen
Diverse oorzaken
Stationairloop onregelmatig
104
Luchtfilter vervuild, carburateur vervuild,
uitlaat verstopt uitlaatpoort vervuild
Onderdeel
Voor
gebruik
Bedrijfsuren
Na
smering
Dagelijks
(10 u.)
30 u.
50 u.
200 u.
Motor uit/
rustpauze
Correspon
derende P
97
Inspecteren
Motorolie
*1
Verversen
Onderdelen vastzetten
(bouten, moeren)
Brandstoftank
101
Inspecteren
103
Reinigen/
inspecteren
―
Brandstof
aftappen
*3
104
Gashendel
Werking
controleren
99
Stopschakelaar
Werking
controleren
99
Snijblad
Inspecteren
96
Stationaire draaisnelheid
Inspecteren/
bijstellen
100
Luchtfilter
Reinigen
102
Bougie
Inspecteren
102
Kanaal luchtkoeling
Reinigen/
inspecteren
103
Inspecteren
103
Brandstofleiding
Vervangen
*2
―
Smering tandwielkast
Bijvullen
103
Brandstoffilter
Reinigen/
vervangen
103
Speling tussen luchtinlaatklep
Bijstellen
en uitlaatklep
*2
Olieleiding
*2
Inspectie
Reviseren motor
Carburateur
―
*2
Brandstof
aftappen
―
*3
104
*1 Voer de eerste verversing uit na 20 bedrijfsuren.
*2 Laat de inspectie na 200 bedrijfsuren uitvoeren door een erkende onderhoudsmonteur of motor-werkplaats.
*3 Laat de motor gewoon even doorlopen nadat u de brandstoftank heeft leeg gemaakt om alle brandstof uit de carburateur te verwijderen.
105
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Ga eerst zelf na wat er aan de hand zou kunnen zijn voor u om een reparatie gaat verzoeken. Als u iets abnormaals vindt, voer dan de
handelingen beschreven in deze handleiding uit. Knoei niet met onderdelen en demonteer geen onderdelen als dat niet in de handleiding
beschreven wordt. Neem contact op met een erkende onderhoudsmonteur of uw dealer voor eventuele reparaties.
Probleem
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
U heeft de opvoerpomp niet gebruikt.
Druk 7 tot 10 keer op de opvoerpomp.
Er wordt niet snel genoeg aan de trekstarter
getrokken.
Trek harder.
Niet genoeg brandstof.
Ga tanken.
Brandstoffilter verstopt.
Reinig het brandstoffilter.
Verbogen brandstofleiding
Haal de knik eruit of vervang de
brandstofleiding.
Slechte brandstof.
Als de brandstof oud of slecht is, is de motor
moeilijker te starten, Gebruik verse brandstof.
(Ververs de brandstof in de tank minstens een
keer per maand.)
Te grote toevoer van brandstof (verzuipen).
Zet de gashendel op halve of hoge snelheid
en trek aan de trekstarter totdat de motor
start. Wanneer de motor aanslaat zal het
snijblad direct mee gaan draaien. Let goed
op het snijblad. Als de motor nog steeds niet
wil starten, dient u de bougie eruit te draaien,
af te drogen en weer in te draaien. Start de
motor vervolgens zoals beschreven.
Losse bougiedop.
Zet de bougiedop weer vast.
Vuile bougie.
Maak de bougie schoon.
Abnormale elektrodenafstand.
Stel de afstand tussen de elektroden van de
bougie bij.
Andere problemen met de bougie.
Vervang de bougie.
Problemen met de carburateur.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De trekstarter werkt niet.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Niet genoeg opgewarmd.
Laat de motor eerst opwarmen.
De chokehendel staat op “CLOSE” (dicht),
alhoewel de motor al opgewarmd is.
Zet de chokehendel open.
Brandstoffilter verstopt.
Reinig het brandstoffilter.
Luchtfilter verstopt of verontreinigd.
Reinig het luchtfilter.
Problemen met de carburateur.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De bevestigingsmoer van het snijblad zit los.
Draai de moer goed vast.
Het snijblad zit vast in plantenresten of tegen
de afdekking.
Verwijder de ongerechtigheden.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Het snijblad is kapot, verbogen of versleten.
Vervang het snijblad.
De bevestigingsmoer van het snijblad zit los.
Draai de moer goed vast.
Het bolle deel van het snijblad is verschoven
ten opzichte van de bevestiging.
Maak opnieuw goed vast.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Het stationaire toerental is te hoog.
Stel het stationaire toerental correct af.
De gaskabel zit niet goed vast.
Maak de gaskabel op de juiste wijze vast.
Problemen met de overbrenging.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Stekkertje los.
Maak het stekkertje vast.
Problemen met het elektrische systeem.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
De motor start niet
Motor valt stil.
Motorsnelheid neemt niet toe.
Het snijblad draait niet.
Stop de motor onmiddellijk.
Het apparaat zelf trilt op abnormale wijze.
Stop de motor onmiddellijk.
Het snijblad stopt niet onmiddellijk.
Stop de motor onmiddellijk.
De motor stopt niet.
Laat de motor stationair lopen en zet de
chokehendel op CLOSE (dicht).
Oplossing
Wanneer de motor niet start na het opwarmen:
Als u geen problemen vindt via de bovenstaande controles, dient u het gas ongeveer 1/3 open te zetten en vervolgens de motor te starten.
106