Makita RT0700C Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
36
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
1Gewenste freesdiepte
2Zoolplaat gereedschap
3Schaal
4Klemhendel
5 Afstelschroef
6Zeskantmoer
7Schakelaar
8UIT (O) kant
9 AAN ( I ) kant
10 Snelheidsregelknop
11 Losdraaien
12 Vastdraaien
13 Vasthouden
14 Schachtklem
15 Werkstuk
16 Rotatierichting van het frees
17 Van bovenaf gezien
18 Trimrichting
19 Rechte geleider
20 Zoolplaatbeschermer
21 Schroef
22 Schroevendraaier
23 Rechte frees
24 Zoolplaat
25 Sjabloon
26 Afstand (X)
27 Sjabloongeleider 10
28 Zoolplaatbeschermer
29 Bout
30 Geleideplaat
31 Vleugelmoer
32 Klampschroef (A)
33 Middengaatje
34 Spijker
35 Klampschroef (A)
36 Afstelschroef
37 Klampschroef (B)
38 Trimgeleider
39 Frees
40 Rol van geleider
41 Klemschroeven
42 Zoolplaatbeschermer
43 Schroef
44 Poelie
45 Klembusmoer
46 Klembus
47 Sleutel
48 Aandrijfriem
49 Klemhendel
50 Afstandsvoet
51 Inbussleutel
52 Afstandsvoetplaat
53 Bovenste deel van de
afstandsvoet
54 Staafvormige handgreep
(optionele accessoire)
55 Handgreepbevestigingsstuk
(optionele accessoire)
56 Trimvoet
57 Knopvormige handgreep
58 Verdiepvoet
59 Handgreep
60 Knop
61 Afstelknop
62 Klemhendel
63 Dieptewijzer
64 Stopstang-instelmoer
65 Sneldoorvoerknop
66 Stopstang
67 Stopblok
68 Afstelbout
69 Geleidehouder
70 Vleugelbouten
71 Geleidestaaf
72 Vleugelbout
73 Buitendiameter van de
sjabloongeleider
74 Sjabloongeleider
75 Stofmondstuk
76 Duimschroef
77 Limiet
78 Kap van koolborstelhouder
TECHNISCHE GEGEVENS
Model RT0700C
Capaciteit klembus....................6 mm, 8 mm, 1/4” of 3/8”
Toerental onbelast (min
-1
)......................1000030000
Totale lengte ........................................................ 200 mm
Netto gewicht ......................................................... 1,8 kg
Veiligheidsklasse..................................................... /II
•In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
•De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
•Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
ENE010-1
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor het gelijk afwerken en
voor het aanbrengen van profielen in hout, kunststof en
soortgelijke materialen.
ENF002-1
Stroomvoorziening
Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op
een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven
op de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wissel-
stroom worden gebruikt. Het gereedschap is dubbel-
geïsoleerd volgens de Europese standaard en kan der-
halve ook op een niet-geaard stopcontact worden aange-
sloten.
GEA010-1
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
GEB019-4
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK
VOOR EEN KANTENFREES
1. Houd elektrisch gereedschap vast aan de geïso-
leerde handgrepen, want het risico bestaat dat
het snijvlak het snoer raakt. Als een draad die
onder stroom staat wordt ingesneden, komen de
metalen delen van het gereedschap ook onder
stroom te staan en kunt u een gevaarlijke schok krij-
gen.
2. Gebruik klemmen of een andere praktische
methode om het werkstuk op een stabiele onder-
grond te bevestigen en teondersteunen. Als u het
werkstuk in uw hand of tegen uw lichaam geklemd
houdt, is het onvoldoende stabiel en kunt u de con-
trole erover verliezen.
3. Gebruik een oorbescherming, wanneer u lange
tijd met dit gereedschap denkt te werken.
4. Wees voorzichtig met de frees.
37
5. Controleer de frees op barsten of beschadiging,
alvorens het gereedschap in te schakelen en
vervang onmiddellijk als de frees is gebarsten of
beschadigd.
6. Zorg dat de frees niet in contact komt met spij-
kers enz. Verwijder derhalve alvorens met trim-
men te beginnen eventuele spijkers en
dergelijke van het werkstuk.
7. Houd het gereedschap stevig vast.
8. Houd uw handen uit de buurt van de roterende
delen.
9. Zorg dat de frees niet in contact is met het werk-
stuk wanneer u het gereedschap inschakelt.
10. Laat het gereedschap draaien, alvorens het
werkstuk te trimmen.
Controleer of er trillingen en/of schommelingen
zijn, die op een verkeerd geïnstalleerde frees
kunnen wijzen.
11. Zorg dat de rotatierichting overeenkomt met de
trimrichting.
12. Schakel het gereedschap onmiddellijk uit, als u
het niet meer gebruikt. Schakel het gereedschap
alleen in, als u het in handen houdt.
13. Schakel het gereedschap uit en wacht tot het
helemaal tot stilstand is gekomen, alvorens het
van het werkstuk te verwijderen.
14. Raak de frees onmiddellijk na het trimmen niet aan;
aangezien het nog gloeiend heet is en derhalve
brandwonden kan veroorzaken.
15. Wees voorzichtig en veeg het voetstuk van het
gereedschap niet af met verfverdunner, benzine,
olie of iets dergelijks, aangezien er anders bar-
sten in kunnen komen.
16. Gebruik frezen van de juiste schachtdiameter,
geschikt voor de snelheid van dit gereedschap.
17. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die vergiftig kunnen zijn. Vermijd inademing van
stof en contact met de huid. Volg de veiligheids-
instructies van de leverancier van het materiaal.
18. Gebruik altijd het juiste stofmasker/ademha-
lingsapparaat voor het materiaal en de toepas-
sing waarmee u werkt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van het betreffende product altijd strikt in acht. VER-
KEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veilig-
heidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan
leiden tot ernstige verwondingen.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
functies op het gereedschap te controleren of af te stel-
len.
De snijdiepte instellen (Fig. 1)
Om de snijdiepte in te stellen, draait u de klemhendel los
en beweegt u de zoolplaat omhoog of omlaag, al naar
gelang gewenst, door de afstelschroef te draaien. Na het
instellen draait u de klemhendel stevig aan om de zool-
plaat goed vast te zetten.
OPMERKING:
•Wanneer het gereedschap ook na aandraaien van de
klemhendel niet goed vast zit, draait u eerst de zes-
kantmoer aan en dan draait u de klemhendel vast.
In- en uitschakelen (Fig. 2)
LET OP:
•Let vooral op dat het gereedschap staat uitgeschakeld,
voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de “AAN
( I )” kant van de schakelaar. Om het gereedschap uit te
schakelen, drukt u op de “UIT (O)” kant van de
schakelaar.
Elektronische functies
Het gereedschap is voorzien van elektronische functies
die de bedeining vergemakkelijken, in de volgende
opzichten.
Constante snelheidsstabilisatie
Deze elektronische snelheidsregeling zorgt dat de
snelheid constant blijft. Dit maakt een preciese afwerking
mogelijk, omdat de snelheid constant blijft ongeacht de
belasting.
Soepele start
De soepele-startfunctie voorkomt een schokbeweging bij
het inschakelen, zodat u vanaf het begin nauwkeurig
kunt werken.
Snelheidsregelknop (Fig. 3)
U kunt de snelheid naar wens kiezen door de
snelheidsregelknop in te stellen op een numerieke
waarde van 1 tot 6.
U kiest een hogere snelheid door de knop in de richting
van de 6 te draaien. Voor een lagere snelheid draait u de
knop in de richting van de 1.
Zo kunt u precies de geschikte snelheid kiezen voor het
werk, m.a.w. u kiest de snelheid aan de hand van het
materiaal en de freesdiameter.
Zie de tabel voor de verhouding tussen de genummerde
stand van de knop en de snelheid van het gereedschap,
bij benadering.
LET OP:
•Als het gereedschap langdurig achtereen op een laag
toerental blijft draaien, kan de motor overbelast raken,
met kans op defecten.
•De snelheidsregelknop kan alleen maar tot 6 gedraaid
worden, en terug naar 1. Probeer niet de knop voorbij
de 6 of de 1 te draaien, want dan zal de
snelheidsregeling falen.
Nummer min
-1
110 000
212 000
317 000
422 000
527 000
630 000
38
INEENZETTEN
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Inzetten of verwijderen van de freeskop
(Fig. 4 en 5)
LET OP:
•Draai de klembusmoer niet aan zonder frees in de
klembus, want dan kan de klembus breken.
•Gebruik uitsluitend de steeksleutels die met het
gereedschap zijn bijgeleverd.
Steek de frees helemaal in de klembus en draai de klem-
bus stevig aan met twee sleutels of door indrukken van
de schachtklem en gebruik van de bijgeleverde sleutel.
Voor het verwijderen van de frees, volgt u de procedure
voor het inzetten in omgekeerde volgorde.
BEDIENING
Voor de zoolplaat (Fig. 6)
WAARSCHUWING:
•Voordat u het gereedschap gaat gebruiken met de
zoolplaat, installeert u altijd eerst het stofmondstuk op
de zoolplaat.
Zet de zoolplaat op het te trimmen werkstuk. De frees
mag er echter nog niet mee in contact komen. Schakel
het gereedschap vervolgens in en wacht totdat het op
volle toeren is gekomen. Hierna beweegt u het gereed-
schap rustig over het werkstuk, ervoorzorgend dat de
zoolplaat altijd op het werkstuk blijft rusten, totdat het
trimmen voltooid is.
Wanneer u de rand van het werkstuk wilt bewerken,
plaatst u het werkstuk links, zoals in de onderstaande
illustratie. (Fig. 7)
OPMERKING:
•Wanneer u het gereedschap te snel voortbeweegt, kan
het resultaat onbevredigend zijn, of kan de frees of de
motor beschadiging oplopen. Wanneer u echter het
gereedschap te langzaam beweegt, krijgt u een lelijk
freesoppervlak of kan er op het freesoppervlakt een
brandvlek komen. Hoe snel u het best het gereedschap
kunt voortbewegen, hangt af van de freesafmetingen,
het materiaal en de snijdiepte. Het verdient derhalve
aanbeveling een proef te doen, alvorens u het werkstuk
bewerkt. U kunt dan zien hoe het freesoppervlakte eruit
zal zien en de afmetingen controleren.
•Wanneer U de trimschoen, de rechte geleider of de
trimgeleider gebruikt, dient U deze rechts van de snij-
richting te houden, zodat deze volledig op het werkstuk
kan rusten. (Fig. 8)
LET OP:
•Aangezien door een overmatige trimdiepte de motor
overbelast kan raken en u moeite krijgt het gereed-
schap onder controle te houden, mag dus voor het snij-
den van groeven de trimdiepte per bewerking niet meer
dan 3 mm bedragen. Wilt u de groef dieper hebben dan
dient u de freeskop telkens verder uit te laten steken
(telkens niet meer dan 3 mm) en de bewerking zonodig
herhalen tot de groef de gewenste diepte heeft.
Sjabloongeleider
De sjabloongeleider is voorzien van een huls, waardoor
de freeskop steekt, zodat u met het gereedschap de
patronen van de sjabloon nauwkeurig kunt volgen.
(Fig. 9)
Draai de schroeven los en verwijder de zoolplaatbe-
schermer. Plaats de sjabloongeleider op de zoolplaat, en
plaats de zoolplaatbeschermer terug op z’n oorspronke-
lijke plaats. Zet vervolgens de zoolplaatbeschermer met
de schroeven vast. (Fig. 10)
Zet de sjabloon vast op het werkstuk. Plaats daarna het
gereedschap op de sjabloon en beweeg het zo voort dat
de sjabloongeleider de patronen van de sjabloon volgt.
(Fig. 11)
OPMERKING:
•De uitgesneden patronen in het werkstuk kunnen iets
andere afmetingen hebben dan die van de sjabloon.
Dit komt vanwege de afstand (X) tussen de freeskop
en de buitenkant van de sjabloongeleider.
Deze afstand (X) kunt u als volgt berekenen:
Afstand (X) = (buitendiameter van de sjabloongeleider
– freeskopdiameter) / 2
Rechte geleider (accessoire)
De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte snede tij-
dens het profielfrezen/afkanten van het werkstuk of tij-
dens het snijden van groeven. (Fig. 12)
Bevestig de geleideplaat aan de rechte geleider met
behulp van de bout en vleugelmoer. (Fig. 13)
Bevestig de rechte geleider met de klempschroef (A).
Draai de vleugelmoer van de rechte geleider los en stel
de afstand in tussen de freeskop bit en de rechte gelei-
der. Draai bij de gewenste afstand, de vleugelmoer ste-
vig vast.
Tijdens het frezen dient u ervoor te zorgen dat de rechte
geleider steeds tegen de zijkant van het werkstuk aange-
drukt blijft. (Fig. 14)
Wanneer de afstand (A) tussen de zijde van het werkstuk
en de snijlijn te groot is voor de rechte geleider, of wan-
neer de zijde van het werkstuk niet recht is, kunt u de
rechte geleider niet gebruiken. In dat geval klemt u een
recht stuk hout vast op het werkstuk, zodat dit als een
geleider kan dienen voor de zoolplaat. Beweeg het
gereedschap in de richting van de pijl voort. (Fig. 15)
Cirkelvormig trimmen
Cirkelvormig trimmen is mogelijk wanneer u de rechte
geleider en de geleideplaat in elkaar zet, zoals afgebeeld
in Fig. 16 of 17.
De minimale en maximale straal (afstand tussen het mid-
delpunt van de cirkel en de punt van de frees) van de te
trimmen cirkels zijn als volgt:
Minimaal: 70 mm
Maximaal: 221 mm
Fig. 16 voor het trimmen van cirkels met een straal tus-
sen 70 mm en 121 mm.
Fig. 17 voor het trimmen van cirkels met een straal tus-
sen 121 mm en 221 mm.
OPMERKING:
•Met deze geleider kunt u geen cirkels trimmen met een
straal van 172 mm tot 186 mm.
Plaats het middengaatje van de rechte geleider op het
punt dat het middelpunt van de te trimmen cirkel moet
worden. Sla een spijker van minder dan 6 mm diameter
door het middengaatje om de rechte geleider vast te zet-
ten. Beweeg vervolgens het gereedschap naar rechts in
een cirkel voort. (Fig. 18)
39
Trimgeleider (optionele accessoire)
Voor het trimmen van afgeronde hoeken van het opleg-
hout van meubelstukken en dergelijke, verkrijgt u met
behulp van de trimgeleider uitstekende resultaten. De rol
van de geleider rolt namelijk over de afronding, zodat u
een fijne afwerking verkrijgt. (Fig. 19)
Installeer met behulp van klemschroef (A) de trimgeleider
op de zoolplaat. Draai klemschroef (B) los en stel de
afstand in tussen de frees en de trimgeleider door de
afstelschroef te verdraaien (1 mm per slag). Vervolgens
draait u klemschroef (B) vast voor het vastzetten van de
trimgeleider. (Fig. 20)
Tijdens het trimmen beweegt u het gereedschap zodanig
dat de rol van de geleider continu over de zijkant van het
werkstuk blijft rollen. (Fig. 21)
Kantelvoet (optionele accessoire)
De kantelvoet (optionele accessoire) is handig voor
profielfrezen. (Fig. 22)
Plaats het gereedschap op de kantelvoet en zet de
klemhendel vast op de gewenste freesdiepte. Voor de
gewenste hoek draait u de klemschroeven aan de
zijkanten vast.
Klem nu stevig een vlakke rechte plaat aan uw werkstuk
vast en gebruik die als geleider voor de trimvoet.
Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl voort.
Zoolplaatbeschermer verwijderd van de kantelvoet
(optionele accessoire)
Door de zoolplaatbeschermer die is verwijderd van de
kantelvoet te monteren aan de trimvoet, kunt u de
trimvoet van een ronde vorm omzetten naar een
vierkante vorm.
Voor andere toepassingen verwijdert u de
zoolplaatbeschermer van de kantelvoet door de vier
schroeven los te draaien en te verwijderen. (Fig. 23)
Bevestig vervolgens de trimvoetbeschermer op de
zoolplaat.
Afstandsvoet (optionele accessoire)
(1) De afstandsvoet (optionele accessoire) is handig
voor het werken in beperkte ruimtes, zoals in een
hoek. (Fig. 24 en 25)
Voordat u het gereedschap installeert op de
afstandsvoet, verwijdert u de klembusmoer en de
klembus, door de klembusmoer los te draaien. (Fig. 26)
Monteer de poelie op het gereedschap door de
schachtklem in te drukken en de poelie stevig vast te
draaien met een sleutel. (Fig. 27)
Plaats de klembus en schroef de klembusmoer op de
afstandsvoet, zoals getoond in de afbeelding. (Fig. 28)
Monteer het gereedschap op de afstandsvoet. (Fig. 29)
Haak het uiteinde van de aandrijfriem over de poelie met
een schroevendraaier en zorg dat de aandrijfriem in de
breedte volledig over de poelie past. (Fig. 30)
Zet het vast met de klemhendel aan de afstandsvoet.
(Fig. 31)
Om de freeskop te bevestigen, legt u het gereedschap
met de afstandsvoet op zijn kant. Steek de inbussleutel in
de opening in de afstandsvoet.
Houd de inbussleutel in die stand vast, steek de freeskop
van de andere kant in de klembus aan de schacht van de
afstandsvoet en draai de klembusmoer stevig vast met
een sleutel.
Om de freeskop te vervangen, verricht u de
installatieprocedure in omgekeerde volgorde.
(2) De afstandsvoet (optionele accessoire) kan ook wor-
den gebruikt met de zoolplaat en een handgreepbe-
vestigingsstuk (optionele accessoire) voor een
betere stabiliteit. (Fig. 32)
Draai de schroeven los en verwijder het bovenste deel
van de afstandsvoet. Leg het bovenste deel van de
afstandsvoet terzijde. (Fig. 33)
Monteer de zoolplaat met vier schroeven en het
handgreepbevestigingsstuk (optionele accessoire) met
twee schroeven op de afstandvoetplaat.
Schroef een staafvormige handgreep (optionele
accessoire) op het handgreepbevestigingsstuk. (Fig. 34)
Voor andere toepassingen kunt u de knopvormige
handgreep die is verwijderd van een verdiepvoet
(optionele accessoire) installeren op het
handgreepbevestigingsstuk. Voor het monteren van de
knopvormige handgreep plaatst u die op het
handgreepbevestigingsstuk en zet u de handgreep vast
met een schroef. (Fig. 35)
Bij gebruik als alleen bovenfrees met een
verdiepvoet (optionele accessoire)
LET OP:
•Bij gebruik als bovenfrees houdt u het gereedschap
vooral met beide handen stevig vast.
Om het gereedschap te gebruiken als bovenfrees,
installeert u het op een verdiepvoet (optionele
accessoire) door het volledig omlaag te drukken.
(Fig. 36)
Voor dit soort werk kunt u naar keuze een knopvormige
handgreep of een staafvormige handgreep (optionele
accessoires) gebruiken. (Fig. 37)
Voor gebruik van de staafvormige handgreep (optionele
accessoire) draait u de schroef los en verwijdert u de
knopvormige handgreep. (Fig. 38)
Vervolgens schroeft u de staafvormige handgreep op de
zoolplaat.
Instellen van de freesdiepte bij gebruik van de
verdiepvoet (optionele accessoire)
Plaats het gereedschap op een vlakke ondergrond. Draai
de klemhendel los en laat het hoofddeel van het
gereedschap zakken totdat de frees net in aanraking
komt met de vlakke ondergrond. Draai dan de
klemhendel weer aan, om het gereedschap in die stand
vast te zetten. (Fig. 39)
Draai de stopstang-instelmoer naar links.
Schuif de stopstang omlaag totdat die de afstelbout
raakt. Stel de dieptewijzer in op de “0” van de
schaalverdeling. De dieptewijzer geeft de freesdiepte
aan op deze schaal.
Houd de sneldoorvoerknop ingedrukt en schuif de
stopstang omhoog totdat de gewenste freesdiepte wordt
aangegeven. Voor de meest nauwkeurige
diepteafstelling draait u aan de afstelknop (1 mm per
slag).
Door de stopstang-instelmoer naar rechts te draaien,
kunt u de stopstang stevig vastzetten.
Nu kunt u de gewenste freesdiepte voor uw werk
instellen door de klemhendel los te zetten en dan het
hoofddeel van het gereedschap te laten zakken totdat de
stopstang de afstel-inbusbout van het stopblok raakt.
Houd tijdens het werk het gereedschap altijd met beide
handen aan beide handgrepen vast.
40
Plaats de zoolplaat op het te frezen werkstuk zonder dat
de freeskop het werkstuk raakt. Schakel vervolgens het
gereedschap in en wacht tot de freeskop op volle toeren
is gekomen. Laat het gereedschap zakken en beweeg
het voorwaarts over het oppervlak van uw werkstuk op
gelijkmatige wijze, met de zoolplaat precies vlak, totdat
de freessnede compleet is.
Bij zijwaarts frezen moet het oppervlak van het werkstuk
aan de linkerkant van de freeskop blijven, in de
trimrichting gezien. (Fig. 40)
OPMERKING:
Als het gereedschap te snel voorwaarts wordt
bewogen, kan dit de kwaliteit van de freessnede
verminderen of kan er schade aan de freeskop of de
motor ontstaan. Bij een te trage beweging kan de
freessnede inbranden en onregelmatig worden. De
juiste doorvoersnelheid hangt af van het formaat
freeskop, het soort werkstuk en de diepte van de
freessnede. Daarom is het aanbevolen om vóór het
feitelijke werkstuk eerst een proefsnede te maken in
een vergelijkbaar stuk afvalhout. Aan de hand daarvan
kunt u bekijken hoe de freessnede er uiteindelijk uit
gaat zien en kunt u ook de afmetingen precies
instellen.
•Voor het gebruik van de rechte geleider monteert u die
altijd aan de rechterkant, in de trimrichting gezien. Dat
maakt het gemakkelijker om de geleider vlak tegen de
kant van het werkstuk aan te houden. (Fig. 41)
Rechte geleider bij gebruik als bovenfrees
(hiervoor is de geleidehouder vereist (optionele
accessoire))
De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte
freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden.
(Fig. 42)
Monteer de rechte geleider op de geleidehouder
(optionele accessoire) met de vleugelmoer.
Steek de geleidehouder in de openingen in de
verdiepvoet en draai de vleugelbouten vast. Om de
afstand tussen de freeskop en de rechte geleider bij te
stellen, draait u de vleugelmoer los. Kies de gewenste
afstand en draai dan de vleugelmoer weer vast om de
rechte geleider in die stand vast te zetten.
Rechte geleider (optionele accessoire)
De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte
freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden.
(Fig. 43 en 44)
Voor het monteren van de rechte geleider steekt u de
geleidestaven in de openingen in de verdiepvoet. Verstel
de afstand tussen de freeskop en de rechte geleider.
Kies de gewenste afstand en draai de vleugelbouten vast
om de rechte geleider in die stand vast te zetten.
Bij het frezen beweegt u het gereedschap met de rechte
geleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk aan.
(Fig. 45)
Wanneer de afstand (A) tussen de zijde van het werkstuk
en de snijlijn te groot is voor de rechte geleider, of
wanneer de zijde van het werkstuk niet recht is, kunt u de
rechte geleider niet gebruiken. In dat geval klemt u een
recht stuk hout vast op het werkstuk, zodat dit als een
geleider kan dienen voor de zoolplaat. Beweeg het
gereedschap in de richting van de pijl voort.
Sjabloongeleider (accessoire)
De sjabloongeleider is voorzien van een huls waardoor
de freeskop steekt, zodat u met het gereedschap de
patronen van de sjabloon nauwkeurig kunt volgen.
(Fig. 46)
Voor het monteren van de sjabloongeleider draait u de
schroeven in de zoolplaat los, steekt u de
sjabloongeleider er in en draait u de schroeven weer
vast. (Fig. 47)
Zet de sjabloon vast op het werkstuk. Plaats daarna het
gereedschap op de sjabloon en beweeg het zo voort dat
de sjabloongeleider de patronen van de sjabloon volgt.
(Fig. 48)
OPMERKING:
•De uitgesneden patronen in het werkstuk kunnen iets
andere afmetingen hebben dan die van de sjabloon.
Dit komt vanwege de afstand (X) tussen de freeskop
en de buitenkant van de sjabloongeleider.
Deze afstand (X) kunt u als volgt berekenen:
Afstand (X) = (buitendiameter van de sjabloongeleider
– freeskopdiameter) / 2
Stofafzuigsets
Voor de trimvoet (Fig. 6)
Voor de verdiepvoet (optionele accessoire) (Fig. 49)
Gebruik een stofmondstuk om vrijkomend stof af te
zuigen. Monteer het stofmondstuk met de duimschroef
op de zoolplaat, zodat de uitstekende nok van het
stofmondstuk in de sleuf van de zoolplaat valt.
Sluit vervolgens een stofzuiger aan op het stofmondstuk.
(Fig. 50)
ONDERHOUD
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
•Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Vervangen van koolborstels
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat
ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitslui-
tend gelijksoortige koolborstels. (Fig. 51)
Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna
de kappen weer goed vast. (Fig. 52)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecen-
trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-
gingsonderdelen.
41
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
•Rechte en groefsnijdende freeskoppen
•Randvormende freeskoppen
•Plaatmateriaal-trimkoppen
•Complete rechte geleider
•Complete trimgeleider
•Complete trimvoet
•Complete kantelvoet
•Complete verdiepvoet
•Complete afstandsvoet
•Sjabloongeleider
•Klembus 6 mm
•Klembus 6,35 mm (1/4)
•Klembus 8 mm
•Klembus 9,53 mm (3/8)
•Sleutel nr. 13
•Sleutel nr. 22
OPMERKING:
•Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijge-
leverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoi-
res kunnen per land verschillend zijn.
ENG905-1
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld vol-
gens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 82 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 93 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Draag oorbeschermers
ENG900-1
Trilling
De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom)
vastgesteld volgens EN60745:
Toepassin g: rota ti e zo nd er b el ast in g
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Toepa ss in g: Groeven f re ze n in MD F
Trillingsemissie (a
h
): 3,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
•De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten vol-
gens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt
om dit gereedschap te vergelijken met andere gereed-
schappen.
•De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstel-
ling.
WAARSCHUWING:
•De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
•Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen ter bescherming van de gebruiker die zijn geba-
seerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedu-
rende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stati-
onair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
ENH101-14
Alleen voor Europese landen
EU-Verklaring van Conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabri-
kant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s):
Aanduiding van de machine: Kantenfrees
Modelnr./Type: RT0700C
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de vol-
gende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland
14. 10. 2010
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, JAPAN

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Gewenste freesdiepte Zoolplaat gereedschap Schaal Klemhendel Afstelschroef Zeskantmoer Schakelaar UIT (O) kant AAN ( I ) kant Snelheidsregelknop Losdraaien Vastdraaien Vasthouden Schachtklem Werkstuk Rotatierichting van het frees Van bovenaf gezien Trimrichting Rechte geleider Zoolplaatbeschermer Schroef Schroevendraaier Rechte frees Zoolplaat Sjabloon Afstand (X) Sjabloongeleider 10 Zoolplaatbeschermer 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 Bout Geleideplaat Vleugelmoer Klampschroef (A) Middengaatje Spijker Klampschroef (A) Afstelschroef Klampschroef (B) Trimgeleider Frees Rol van geleider Klemschroeven Zoolplaatbeschermer Schroef Poelie Klembusmoer Klembus Sleutel Aandrijfriem Klemhendel Afstandsvoet Inbussleutel Afstandsvoetplaat Bovenste deel van de afstandsvoet 54 Staafvormige handgreep (optionele accessoire) 55 Handgreepbevestigingsstuk (optionele accessoire) 56 Trimvoet 57 Knopvormige handgreep 58 Verdiepvoet 59 Handgreep 60 Knop 61 Afstelknop 62 Klemhendel 63 Dieptewijzer 64 Stopstang-instelmoer 65 Sneldoorvoerknop 66 Stopstang 67 Stopblok 68 Afstelbout 69 Geleidehouder 70 Vleugelbouten 71 Geleidestaaf 72 Vleugelbout 73 Buitendiameter van de sjabloongeleider 74 Sjabloongeleider 75 Stofmondstuk 76 Duimschroef 77 Limiet 78 Kap van koolborstelhouder TECHNISCHE GEGEVENS GEA010-1 Model RT0700C Capaciteit klembus ....................6 mm, 8 mm, 1/4” of 3/8” -1 Toerental onbelast (min ) ...................... 10 000 – 30 000 Totale lengte ........................................................ 200 mm Netto gewicht ......................................................... 1,8 kg Veiligheidsklasse..................................................... /II Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. ENE010-1 WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. GEB019-4 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR EEN KANTENFREES 1. Doeleinden van gebruik Dit gereedschap is bedoeld voor het gelijk afwerken en voor het aanbrengen van profielen in hout, kunststof en soortgelijke materialen. ENF002-1 Stroomvoorziening Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom worden gebruikt. Het gereedschap is dubbelgeïsoleerd volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op een niet-geaard stopcontact worden aangesloten. 36 2. 3. 4. Houd elektrisch gereedschap vast aan de geïsoleerde handgrepen, want het risico bestaat dat het snijvlak het snoer raakt. Als een draad die onder stroom staat wordt ingesneden, komen de metalen delen van het gereedschap ook onder stroom te staan en kunt u een gevaarlijke schok krijgen. Gebruik klemmen of een andere praktische methode om het werkstuk op een stabiele ondergrond te bevestigen en teondersteunen. Als u het werkstuk in uw hand of tegen uw lichaam geklemd houdt, is het onvoldoende stabiel en kunt u de controle erover verliezen. Gebruik een oorbescherming, wanneer u lange tijd met dit gereedschap denkt te werken. Wees voorzichtig met de frees. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. Controleer de frees op barsten of beschadiging, alvorens het gereedschap in te schakelen en vervang onmiddellijk als de frees is gebarsten of beschadigd. Zorg dat de frees niet in contact komt met spijkers enz. Verwijder derhalve alvorens met trimmen te beginnen eventuele spijkers en dergelijke van het werkstuk. Houd het gereedschap stevig vast. Houd uw handen uit de buurt van de roterende delen. Zorg dat de frees niet in contact is met het werkstuk wanneer u het gereedschap inschakelt. Laat het gereedschap draaien, alvorens het werkstuk te trimmen. Controleer of er trillingen en/of schommelingen zijn, die op een verkeerd geïnstalleerde frees kunnen wijzen. Zorg dat de rotatierichting overeenkomt met de trimrichting. Schakel het gereedschap onmiddellijk uit, als u het niet meer gebruikt. Schakel het gereedschap alleen in, als u het in handen houdt. Schakel het gereedschap uit en wacht tot het helemaal tot stilstand is gekomen, alvorens het van het werkstuk te verwijderen. Raak de frees onmiddellijk na het trimmen niet aan; aangezien het nog gloeiend heet is en derhalve brandwonden kan veroorzaken. Wees voorzichtig en veeg het voetstuk van het gereedschap niet af met verfverdunner, benzine, olie of iets dergelijks, aangezien er anders barsten in kunnen komen. Gebruik frezen van de juiste schachtdiameter, geschikt voor de snelheid van dit gereedschap. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die vergiftig kunnen zijn. Vermijd inademing van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal. Gebruik altijd het juiste stofmasker/ademhalingsapparaat voor het materiaal en de toepassing waarmee u werkt. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstige verwondingen. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de functies op het gereedschap te controleren of af te stellen. De snijdiepte instellen (Fig. 1) OPMERKING: • Wanneer het gereedschap ook na aandraaien van de klemhendel niet goed vast zit, draait u eerst de zeskantmoer aan en dan draait u de klemhendel vast. In- en uitschakelen (Fig. 2) LET OP: • Let vooral op dat het gereedschap staat uitgeschakeld, voordat u de stekker in het stopcontact steekt. Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de “AAN ( I )” kant van de schakelaar. Om het gereedschap uit te schakelen, drukt u op de “UIT (O)” kant van de schakelaar. Elektronische functies Het gereedschap is voorzien van elektronische functies die de bedeining vergemakkelijken, in de volgende opzichten. Constante snelheidsstabilisatie Deze elektronische snelheidsregeling zorgt dat de snelheid constant blijft. Dit maakt een preciese afwerking mogelijk, omdat de snelheid constant blijft ongeacht de belasting. Soepele start De soepele-startfunctie voorkomt een schokbeweging bij het inschakelen, zodat u vanaf het begin nauwkeurig kunt werken. Snelheidsregelknop (Fig. 3) U kunt de snelheid naar wens kiezen door de snelheidsregelknop in te stellen op een numerieke waarde van 1 tot 6. U kiest een hogere snelheid door de knop in de richting van de 6 te draaien. Voor een lagere snelheid draait u de knop in de richting van de 1. Zo kunt u precies de geschikte snelheid kiezen voor het werk, m.a.w. u kiest de snelheid aan de hand van het materiaal en de freesdiameter. Zie de tabel voor de verhouding tussen de genummerde stand van de knop en de snelheid van het gereedschap, bij benadering. Nummer min-1 1 10 000 2 12 000 3 17 000 4 22 000 5 27 000 6 30 000 LET OP: • Als het gereedschap langdurig achtereen op een laag toerental blijft draaien, kan de motor overbelast raken, met kans op defecten. • De snelheidsregelknop kan alleen maar tot 6 gedraaid worden, en terug naar 1. Probeer niet de knop voorbij de 6 of de 1 te draaien, want dan zal de snelheidsregeling falen. Om de snijdiepte in te stellen, draait u de klemhendel los en beweegt u de zoolplaat omhoog of omlaag, al naar gelang gewenst, door de afstelschroef te draaien. Na het instellen draait u de klemhendel stevig aan om de zoolplaat goed vast te zetten. 37 INEENZETTEN LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren. Inzetten of verwijderen van de freeskop (Fig. 4 en 5) LET OP: • Draai de klembusmoer niet aan zonder frees in de klembus, want dan kan de klembus breken. • Gebruik uitsluitend de steeksleutels die met het gereedschap zijn bijgeleverd. Steek de frees helemaal in de klembus en draai de klembus stevig aan met twee sleutels of door indrukken van de schachtklem en gebruik van de bijgeleverde sleutel. Voor het verwijderen van de frees, volgt u de procedure voor het inzetten in omgekeerde volgorde. BEDIENING Voor de zoolplaat (Fig. 6) WAARSCHUWING: • Voordat u het gereedschap gaat gebruiken met de zoolplaat, installeert u altijd eerst het stofmondstuk op de zoolplaat. Zet de zoolplaat op het te trimmen werkstuk. De frees mag er echter nog niet mee in contact komen. Schakel het gereedschap vervolgens in en wacht totdat het op volle toeren is gekomen. Hierna beweegt u het gereedschap rustig over het werkstuk, ervoorzorgend dat de zoolplaat altijd op het werkstuk blijft rusten, totdat het trimmen voltooid is. Wanneer u de rand van het werkstuk wilt bewerken, plaatst u het werkstuk links, zoals in de onderstaande illustratie. (Fig. 7) OPMERKING: • Wanneer u het gereedschap te snel voortbeweegt, kan het resultaat onbevredigend zijn, of kan de frees of de motor beschadiging oplopen. Wanneer u echter het gereedschap te langzaam beweegt, krijgt u een lelijk freesoppervlak of kan er op het freesoppervlakt een brandvlek komen. Hoe snel u het best het gereedschap kunt voortbewegen, hangt af van de freesafmetingen, het materiaal en de snijdiepte. Het verdient derhalve aanbeveling een proef te doen, alvorens u het werkstuk bewerkt. U kunt dan zien hoe het freesoppervlakte eruit zal zien en de afmetingen controleren. • Wanneer U de trimschoen, de rechte geleider of de trimgeleider gebruikt, dient U deze rechts van de snijrichting te houden, zodat deze volledig op het werkstuk kan rusten. (Fig. 8) LET OP: • Aangezien door een overmatige trimdiepte de motor overbelast kan raken en u moeite krijgt het gereedschap onder controle te houden, mag dus voor het snijden van groeven de trimdiepte per bewerking niet meer dan 3 mm bedragen. Wilt u de groef dieper hebben dan dient u de freeskop telkens verder uit te laten steken (telkens niet meer dan 3 mm) en de bewerking zonodig herhalen tot de groef de gewenste diepte heeft. 38 Sjabloongeleider De sjabloongeleider is voorzien van een huls, waardoor de freeskop steekt, zodat u met het gereedschap de patronen van de sjabloon nauwkeurig kunt volgen. (Fig. 9) Draai de schroeven los en verwijder de zoolplaatbeschermer. Plaats de sjabloongeleider op de zoolplaat, en plaats de zoolplaatbeschermer terug op z’n oorspronkelijke plaats. Zet vervolgens de zoolplaatbeschermer met de schroeven vast. (Fig. 10) Zet de sjabloon vast op het werkstuk. Plaats daarna het gereedschap op de sjabloon en beweeg het zo voort dat de sjabloongeleider de patronen van de sjabloon volgt. (Fig. 11) OPMERKING: • De uitgesneden patronen in het werkstuk kunnen iets andere afmetingen hebben dan die van de sjabloon. Dit komt vanwege de afstand (X) tussen de freeskop en de buitenkant van de sjabloongeleider. Deze afstand (X) kunt u als volgt berekenen: Afstand (X) = (buitendiameter van de sjabloongeleider – freeskopdiameter) / 2 Rechte geleider (accessoire) De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte snede tijdens het profielfrezen/afkanten van het werkstuk of tijdens het snijden van groeven. (Fig. 12) Bevestig de geleideplaat aan de rechte geleider met behulp van de bout en vleugelmoer. (Fig. 13) Bevestig de rechte geleider met de klempschroef (A). Draai de vleugelmoer van de rechte geleider los en stel de afstand in tussen de freeskop bit en de rechte geleider. Draai bij de gewenste afstand, de vleugelmoer stevig vast. Tijdens het frezen dient u ervoor te zorgen dat de rechte geleider steeds tegen de zijkant van het werkstuk aangedrukt blijft. (Fig. 14) Wanneer de afstand (A) tussen de zijde van het werkstuk en de snijlijn te groot is voor de rechte geleider, of wanneer de zijde van het werkstuk niet recht is, kunt u de rechte geleider niet gebruiken. In dat geval klemt u een recht stuk hout vast op het werkstuk, zodat dit als een geleider kan dienen voor de zoolplaat. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl voort. (Fig. 15) Cirkelvormig trimmen Cirkelvormig trimmen is mogelijk wanneer u de rechte geleider en de geleideplaat in elkaar zet, zoals afgebeeld in Fig. 16 of 17. De minimale en maximale straal (afstand tussen het middelpunt van de cirkel en de punt van de frees) van de te trimmen cirkels zijn als volgt: Minimaal: 70 mm Maximaal: 221 mm Fig. 16 voor het trimmen van cirkels met een straal tussen 70 mm en 121 mm. Fig. 17 voor het trimmen van cirkels met een straal tussen 121 mm en 221 mm. OPMERKING: • Met deze geleider kunt u geen cirkels trimmen met een straal van 172 mm tot 186 mm. Plaats het middengaatje van de rechte geleider op het punt dat het middelpunt van de te trimmen cirkel moet worden. Sla een spijker van minder dan 6 mm diameter door het middengaatje om de rechte geleider vast te zetten. Beweeg vervolgens het gereedschap naar rechts in een cirkel voort. (Fig. 18) Trimgeleider (optionele accessoire) Om de freeskop te vervangen, verricht u de installatieprocedure in omgekeerde volgorde. (2) De afstandsvoet (optionele accessoire) kan ook worden gebruikt met de zoolplaat en een handgreepbevestigingsstuk (optionele accessoire) voor een betere stabiliteit. (Fig. 32) Installeer met behulp van klemschroef (A) de trimgeleider op de zoolplaat. Draai klemschroef (B) los en stel de afstand in tussen de frees en de trimgeleider door de afstelschroef te verdraaien (1 mm per slag). Vervolgens draait u klemschroef (B) vast voor het vastzetten van de trimgeleider. (Fig. 20) Draai de schroeven los en verwijder het bovenste deel van de afstandsvoet. Leg het bovenste deel van de afstandsvoet terzijde. (Fig. 33) Voor het trimmen van afgeronde hoeken van het opleghout van meubelstukken en dergelijke, verkrijgt u met behulp van de trimgeleider uitstekende resultaten. De rol van de geleider rolt namelijk over de afronding, zodat u een fijne afwerking verkrijgt. (Fig. 19) Tijdens het trimmen beweegt u het gereedschap zodanig dat de rol van de geleider continu over de zijkant van het werkstuk blijft rollen. (Fig. 21) Kantelvoet (optionele accessoire) De kantelvoet (optionele accessoire) is handig voor profielfrezen. (Fig. 22) Plaats het gereedschap op de kantelvoet en zet de klemhendel vast op de gewenste freesdiepte. Voor de gewenste hoek draait u de klemschroeven aan de zijkanten vast. Klem nu stevig een vlakke rechte plaat aan uw werkstuk vast en gebruik die als geleider voor de trimvoet. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl voort. Zoolplaatbeschermer verwijderd van de kantelvoet (optionele accessoire) Door de zoolplaatbeschermer die is verwijderd van de kantelvoet te monteren aan de trimvoet, kunt u de trimvoet van een ronde vorm omzetten naar een vierkante vorm. Voor andere toepassingen verwijdert u de zoolplaatbeschermer van de kantelvoet door de vier schroeven los te draaien en te verwijderen. (Fig. 23) Bevestig vervolgens de trimvoetbeschermer op de zoolplaat. Afstandsvoet (optionele accessoire) (1) De afstandsvoet (optionele accessoire) is handig voor het werken in beperkte ruimtes, zoals in een hoek. (Fig. 24 en 25) Voordat u het gereedschap installeert op de afstandsvoet, verwijdert u de klembusmoer en de klembus, door de klembusmoer los te draaien. (Fig. 26) Monteer de poelie op het gereedschap door de schachtklem in te drukken en de poelie stevig vast te draaien met een sleutel. (Fig. 27) Plaats de klembus en schroef de klembusmoer op de afstandsvoet, zoals getoond in de afbeelding. (Fig. 28) Monteer het gereedschap op de afstandsvoet. (Fig. 29) Haak het uiteinde van de aandrijfriem over de poelie met een schroevendraaier en zorg dat de aandrijfriem in de breedte volledig over de poelie past. (Fig. 30) Zet het vast met de klemhendel aan de afstandsvoet. (Fig. 31) Om de freeskop te bevestigen, legt u het gereedschap met de afstandsvoet op zijn kant. Steek de inbussleutel in de opening in de afstandsvoet. Houd de inbussleutel in die stand vast, steek de freeskop van de andere kant in de klembus aan de schacht van de afstandsvoet en draai de klembusmoer stevig vast met een sleutel. Monteer de zoolplaat met vier schroeven en het handgreepbevestigingsstuk (optionele accessoire) met twee schroeven op de afstandvoetplaat. Schroef een staafvormige handgreep (optionele accessoire) op het handgreepbevestigingsstuk. (Fig. 34) Voor andere toepassingen kunt u de knopvormige handgreep die is verwijderd van een verdiepvoet (optionele accessoire) installeren op het handgreepbevestigingsstuk. Voor het monteren van de knopvormige handgreep plaatst u die op het handgreepbevestigingsstuk en zet u de handgreep vast met een schroef. (Fig. 35) Bij gebruik als alleen bovenfrees met een verdiepvoet (optionele accessoire) LET OP: • Bij gebruik als bovenfrees houdt u het gereedschap vooral met beide handen stevig vast. Om het gereedschap te gebruiken als bovenfrees, installeert u het op een verdiepvoet (optionele accessoire) door het volledig omlaag te drukken. (Fig. 36) Voor dit soort werk kunt u naar keuze een knopvormige handgreep of een staafvormige handgreep (optionele accessoires) gebruiken. (Fig. 37) Voor gebruik van de staafvormige handgreep (optionele accessoire) draait u de schroef los en verwijdert u de knopvormige handgreep. (Fig. 38) Vervolgens schroeft u de staafvormige handgreep op de zoolplaat. Instellen van de freesdiepte bij gebruik van de verdiepvoet (optionele accessoire) Plaats het gereedschap op een vlakke ondergrond. Draai de klemhendel los en laat het hoofddeel van het gereedschap zakken totdat de frees net in aanraking komt met de vlakke ondergrond. Draai dan de klemhendel weer aan, om het gereedschap in die stand vast te zetten. (Fig. 39) Draai de stopstang-instelmoer naar links. Schuif de stopstang omlaag totdat die de afstelbout raakt. Stel de dieptewijzer in op de “0” van de schaalverdeling. De dieptewijzer geeft de freesdiepte aan op deze schaal. Houd de sneldoorvoerknop ingedrukt en schuif de stopstang omhoog totdat de gewenste freesdiepte wordt aangegeven. Voor de meest nauwkeurige diepteafstelling draait u aan de afstelknop (1 mm per slag). Door de stopstang-instelmoer naar rechts te draaien, kunt u de stopstang stevig vastzetten. Nu kunt u de gewenste freesdiepte voor uw werk instellen door de klemhendel los te zetten en dan het hoofddeel van het gereedschap te laten zakken totdat de stopstang de afstel-inbusbout van het stopblok raakt. Houd tijdens het werk het gereedschap altijd met beide handen aan beide handgrepen vast. 39 Plaats de zoolplaat op het te frezen werkstuk zonder dat de freeskop het werkstuk raakt. Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht tot de freeskop op volle toeren is gekomen. Laat het gereedschap zakken en beweeg het voorwaarts over het oppervlak van uw werkstuk op gelijkmatige wijze, met de zoolplaat precies vlak, totdat de freessnede compleet is. Bij zijwaarts frezen moet het oppervlak van het werkstuk aan de linkerkant van de freeskop blijven, in de trimrichting gezien. (Fig. 40) OPMERKING: • Als het gereedschap te snel voorwaarts wordt bewogen, kan dit de kwaliteit van de freessnede verminderen of kan er schade aan de freeskop of de motor ontstaan. Bij een te trage beweging kan de freessnede inbranden en onregelmatig worden. De juiste doorvoersnelheid hangt af van het formaat freeskop, het soort werkstuk en de diepte van de freessnede. Daarom is het aanbevolen om vóór het feitelijke werkstuk eerst een proefsnede te maken in een vergelijkbaar stuk afvalhout. Aan de hand daarvan kunt u bekijken hoe de freessnede er uiteindelijk uit gaat zien en kunt u ook de afmetingen precies instellen. • Voor het gebruik van de rechte geleider monteert u die altijd aan de rechterkant, in de trimrichting gezien. Dat maakt het gemakkelijker om de geleider vlak tegen de kant van het werkstuk aan te houden. (Fig. 41) Rechte geleider bij gebruik als bovenfrees (hiervoor is de geleidehouder vereist (optionele accessoire)) De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden. (Fig. 42) Monteer de rechte geleider op de geleidehouder (optionele accessoire) met de vleugelmoer. Steek de geleidehouder in de openingen in de verdiepvoet en draai de vleugelbouten vast. Om de afstand tussen de freeskop en de rechte geleider bij te stellen, draait u de vleugelmoer los. Kies de gewenste afstand en draai dan de vleugelmoer weer vast om de rechte geleider in die stand vast te zetten. Rechte geleider (optionele accessoire) De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden. (Fig. 43 en 44) Voor het monteren van de rechte geleider steekt u de geleidestaven in de openingen in de verdiepvoet. Verstel de afstand tussen de freeskop en de rechte geleider. Kies de gewenste afstand en draai de vleugelbouten vast om de rechte geleider in die stand vast te zetten. Bij het frezen beweegt u het gereedschap met de rechte geleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk aan. (Fig. 45) Wanneer de afstand (A) tussen de zijde van het werkstuk en de snijlijn te groot is voor de rechte geleider, of wanneer de zijde van het werkstuk niet recht is, kunt u de rechte geleider niet gebruiken. In dat geval klemt u een recht stuk hout vast op het werkstuk, zodat dit als een geleider kan dienen voor de zoolplaat. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl voort. 40 Sjabloongeleider (accessoire) De sjabloongeleider is voorzien van een huls waardoor de freeskop steekt, zodat u met het gereedschap de patronen van de sjabloon nauwkeurig kunt volgen. (Fig. 46) Voor het monteren van de sjabloongeleider draait u de schroeven in de zoolplaat los, steekt u de sjabloongeleider er in en draait u de schroeven weer vast. (Fig. 47) Zet de sjabloon vast op het werkstuk. Plaats daarna het gereedschap op de sjabloon en beweeg het zo voort dat de sjabloongeleider de patronen van de sjabloon volgt. (Fig. 48) OPMERKING: • De uitgesneden patronen in het werkstuk kunnen iets andere afmetingen hebben dan die van de sjabloon. Dit komt vanwege de afstand (X) tussen de freeskop en de buitenkant van de sjabloongeleider. Deze afstand (X) kunt u als volgt berekenen: Afstand (X) = (buitendiameter van de sjabloongeleider – freeskopdiameter) / 2 Stofafzuigsets Voor de trimvoet (Fig. 6) Voor de verdiepvoet (optionele accessoire) (Fig. 49) Gebruik een stofmondstuk om vrijkomend stof af te zuigen. Monteer het stofmondstuk met de duimschroef op de zoolplaat, zodat de uitstekende nok van het stofmondstuk in de sleuf van de zoolplaat valt. Sluit vervolgens een stofzuiger aan op het stofmondstuk. (Fig. 50) ONDERHOUD LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie of onderhoud. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en barsten worden veroorzaakt. Vervangen van koolborstels Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Vervang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarkering versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitsluitend gelijksoortige koolborstels. (Fig. 51) Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna de kappen weer goed vast. (Fig. 52) Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het product te handhaven, dienen alle reparaties en alle andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecentrum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervangingsonderdelen. OPTIONELE ACCESSOIRES ENG901-1 LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze accessoires. • • • • • • • • • • • • • • • • Rechte en groefsnijdende freeskoppen Randvormende freeskoppen Plaatmateriaal-trimkoppen Complete rechte geleider Complete trimgeleider Complete trimvoet Complete kantelvoet Complete verdiepvoet Complete afstandsvoet Sjabloongeleider Klembus 6 mm Klembus 6,35 mm (1/4”) Klembus 8 mm Klembus 9,53 mm (3/8”) Sleutel nr. 13 Sleutel nr. 22 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de gebruiker die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). ENH101-14 Alleen voor Europese landen EU-Verklaring van Conformiteit OPMERKING: • Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijgeleverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoires kunnen per land verschillend zijn. ENG905-1 Geluidsniveau De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld volgens EN60745: Geluidsdrukniveau (LpA): 82 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 93 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Draag oorbeschermers Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s): Aanduiding van de machine: Kantenfrees Modelnr./Type: RT0700C in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland 14. 10. 2010 ENG900-1 Trilling De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom) vastgesteld volgens EN60745: Toepassing: rotatie zonder belasting Trillingsemissie (ah): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Toepassing: Groeven frezen in MDF Trillingsemissie (ah): 3,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, JAPAN 41
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Makita RT0700C Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding