Nilfisk-ALTO SR 1301 P Handleiding

Categorie
Stofzuigers
Type
Handleiding
EC Machinery Directive 98/37/EC EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN 294, EN 349
EN 60335-1, EN 60335-2-72
EC EMC Directive 89/336/EEC EN 61000, EN 50366
Manufacturer: Nilsk-Advance S.p.a.
Authorized signatory: Franco Mazzini, General Mgr
Date: Signature:
Address: Strada Comunale della Braglia, 18, 26862 GUARDAMIGLIO (LO) - ITALY
Tel: +39 (0)377 451124, Fax: +39 (0)377 51443
EC
C EMC
hinery Dire
ctive 8
 , 
  
   
.
Níže podepsaný stvrzuje, že výše
uvedený model byl vyroben v souladu s
následujícími smrnicemi a normami.
Der Unterzeichner bestätigt hiermit dass
die oben erwähnten Modelle gemäß
den folgenden Richtlinien und Normen
hergestellt wurden.
Undertegnede attesterer herved, at
ovennævnte model er produceret i
overensstemmelse med følgende direktiver
og standarder.
El abajo rmante certica que los modelos
arriba mencionados han sido producidos
de acuerdo con las siguientes directivas y
estandares.
Allakirjutanu kinnitab, et ülalnimetatud
mudel on valmistatud kooskõlas järgmiste
direktiivide ja normidega.
Je soussigné certie que les modèles ci-
dessus sont fabriqués conformément aux
directives et normes suivantes.
Allekirjoittaia vakuuttaa että yllämainittu
malli on tuotettu seuraavien direktiivien ja
standardien mukaan.
The undersigned certify that the above
mentioned model is produced in
accordance with the following directives
and standards.
   
   
     
 .
Alulírottak igazoljuk, hogy a fent említett
modellt a következ irányelvek és
szabványok alapján hoztuk létre.
Il sottoscritto dichiara che i modelli sopra
menzionati sono prodotti in accordo con le
seguenti direttive e standard.
Toliau pateiktu dokumentu patvirtinama,
kad mintas modelis yra pagamintas
laikantis nurodyt direktyv bei standart.
Ar šo tiek apliecints, ka augstkmintais
modelis ir izgatavots atbilstoši šdm
direktvm un standartiem.
Undertegnede attesterer att ovennevnte
modell är produsert i overensstemmelse
med fölgende direktiv og standarder.
Ondergetekende verzekert dat de
bovengenoemde modellen geproduceerd
zijn in overeenstemming met de volgende
richtlijnen en standaards.
A presente assinatura serve para declarar
que os modelos supramencionados
são produtos em conformidade com as
seguintes directivas e normas.
Niej podpisany zawiadcza, e
wymieniony powyej model produkowany
jest zgodnie z nastpujcymi dyrektywami
i normami.
Subsemnatul atest c modelul sus-
menionat este produs în conformitate cu
urmtoarele directive i standarde.
 ,  
  
  
 .
Undertecknad intygar att ovannämnda
modell är producerad i överensstämmelse
med följande direktiv och standarder.
Dolu podpísaný osveduje, že hore
uvedený model sa vyrába v súlade s
nasledujúcimi smernicami a normami.
Spodaj podpisani potrjujem, da je zgoraj
omenjeni model izdelan v skladu z
naslednjimi smernicami in standardi.
Aaıda mzası olan kii, yukarıda
bahsedilen model cihazın aaıda verilen
direktiere ve standartlara uygunlukta imal
edildiini onaylar.
Модел / Model / Modell / Model / Modelo / Mudel / Modèle / Malli /
Model / Μοντέλο / Modell / Modello / Modelis / Modelis / Modell / Model
/ Modelo / Model / Model / Модель / Modell / Model / Model / Model :
SWEEPER
Тип / Typ / Typ / Type / Tipo / Tüüp / Type / Tyyppi / Type / Τύπος /
Típus / Tipo / Tipas / Tips / Type / Type / Tipo / Typ / Tip / Тип / Typ /
Typ / Tip / Tip :
SR 1301 P
Сериен номер / Výrobní číslo / Seriennummer / Serienummer / Número de serie / Seerianumber / Numéro de série / Sarjanumero / Serial number
/ Σειριακός αριθμός / Sorozatszám / Numero di serie / Serijos numeris / Sērijas numurs / Serienummer / Serienummer / Número de série / Numer
seryjny / Număr de serie / Серийный номер / Serienummer / Výrobné číslo / Serijska številka / Seri Numarası :
Година на производство / Rok výroby / Baujahr / Fabrikationsår / Año de fabricación / Väljalaskeaasta / Année de fabrication / Valmistusvuosi / Year
of construction / Έτος κατασκευής / Gyártási év / Anno di costruzione / Pagaminimo metai / Izgatavošanas gads / Byggeår / Bauwjaar / Ano de fabrico
/ Rok produkcji / Anul fabricaţiei / Год выпуска / Tillverkningsår / Rok výroby / Leto izdelave / Leto izdelave/İmal yılı :
  
Osvdení o shod
Konformitätserklärung
Overensstemmelsescertikat
Declaración de conformidad
Vastavussertikaat
Déclaration de conformité
Yhdenmukaisuustodistus
Conformity certicate
 
Megfelelsségi nyilatkozat
Dichiarazione di conformità
Atitikties deklaracija
Atbilstbas deklarcija
Konformitetssertisering
Conformiteitsverklaring
Declaração de conformidade
Deklaracja zgodnoci
Certicat de conformitate
 
Överensstämmelsecertikat
Certikát súladu
Certikat o ustreznosti
Uyumluluk sertikası
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
2
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
INLEIDING
OPMERKING
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderdelen die worden weergegeven in het hoofdstuk Beschrijving van
de machine.
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste
manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen, het onderhoud, de
vervangingsonderdelen en het verwijderen van de machine.
De bedieners en bevoegde monteurs die met deze machine werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen,
voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact op met Nil sk
voor meer uitleg.
BETREFFENDE PERSONEN
Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de
machine.
De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen door bevoegde monteurs uitgevoerd mogen worden. Nil sk is niet
verantwoordelijk voor schade die is ontstaan uit het negeren van dit verbod.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De instructiehandleiding moet in de juiste houder bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere
materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft.
CONFORMITEITSVERKLARING
De conformiteitsverklaring die bij de machine wordt geleverd is een verklaring dat de machine voldoet aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
Twee kopieën van de oorspronkelijke verklaring van overeenstemming zijn verstrekt samen met de
machinedocumentatie.
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het serienummer en model van de machine staan op het plaatje (1).
Het productiejaar van de machine wordt in de conformiteitsverklaring aangegeven. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de
eerste twee cijfers van het serienummer van de machine.
Het serienummer en het model van de benzinemotor staan op het plaatje (33).
Deze informatie heeft u nodig om vervangingsonderdelen voor de machine en de benzinemotor te bestellen. Gebruik de
onderstaande ruimte om de identi catiegegevens van de machine en de benzinemotor te noteren.
Model MACHINE ...............................................................................
Serienummer MACHINE ...................................................................
Model MOTOR ..................................................................................
Serienummer MOTOR .......................................................................
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
Handleiding van de benzinemotor, bij de uitrusting van de machine, vormt een integraal deel van deze handleiding.
Daarnaast zijn de volgende handleidingen leverbaar:
Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de uitrusting van de machine)
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nil sk)
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD
Als er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij de
servicecentra van Nil sk laten uitvoeren. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt.
Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nil sk, zorg dan dat u het model en het
serienummer altijd bij de hand heeft.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
3
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Nil sk streeft naar een constante perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modi caties en aanpassingen
aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modi caties of verbeteringen door te voeren op een eerder
aangeschafte machine.
Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nil sk.
BEDRIJFSCAPACITEIT
Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor het reinigen/vegen van gladde, solide vloeren en voor het verzamelen van stof
en kleine vuildeeltjes in privé- en bedrijfsruimten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, vóór, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bediener in zijn
rijpositie op de stoel bekeken (54).
VERPAKKING VERWIJDEREN/AFLEVERING
Volg bij het verwijderen van de verpakking de instructies op de verpakking zorgvuldig op.
Controleer bij a evering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport.
Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen.
Neem onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen.
Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met de volgende lijst:
Technische documentatie:1.
Gebruiksaanwijzing van de veegmachine
Handleiding van de benzinemotor
Catalogus met vervangingsonderdelen van de veegmachine
Zekering Nr. 1 van 10 A2.
Zekering Nr. 1 van 70 A3.
VEILIGHEID
De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door
en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen.
Samenwerking met de bediener is van essentieel belang om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming
van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de
machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het
niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen
ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan.
GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk a oop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op letsel voor personen of schade aan voorwerpen aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de
gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Dit symbool geeft een waarschuwing aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties.
ADVIES
Dit geeft aan dat de bedienershandleiding moet worden geraadpleegd voordat er een handeling wordt uitgevoerd.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
4
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en speci eke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te
voorkomen.
GEVAAR!
Voordat er reinigings- of onderhoudswerkzaamheden, vervangingen van onderdelen of omzettingen naar
andere functies worden uitgevoerd, moet u de accustekker eerst loskoppelen, de contactsleutel verwijderen
en de parkeerrem inschakelen.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door personen die op de juiste manier zijn geïnstrueerd. De
machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap.
Wanneer u in de buurt van elektrische onderdelen werkt, verwijder dan al uw sieraden.
Zorg dat er geen vonken, vlammen of rokende/gloeiende materialen bij de accu’s in de buurt kunnen komen.
Bij normaal gebruik van de machine kunnen er explosieve gassen vrij komen.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder de geopende motorkap, moet u ervoor zorgen dat de
motorkap niet per ongeluk dicht kan vallen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen,
vloeistoffen of dampen aanwezig zijn. Deze machine is niet geschikt voor het opzuigen van stoffen die
gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn.
Let op: de brandstof is zeer licht ontvlambaar.
Roken en open vuur in ruimten waar brandstof wordt bijgevuld of opgeslagen is verboden.
Vul de brandstof altijd buiten of in een goed geventileerde ruimte bij met de motor uitgeschakeld.
Zet de motor uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de dop van de brandstoftank losdraait.
De brandstof gaat uitzetten en daarom mag de tank niet verder dan 4 cm onder de rand van de vulmond
worden bijgevuld.
Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop van de brandstoftank goed is afgesloten.
Wanneer er tijdens het tanken brandstof naar buiten loopt, moet u alle brandstof verwijderen en de dampen
laten oplossen voordat u de motor start.
Zorg dat er geen brandstof op de huid komt en dat u de dampen niet inademt. Hou buiten bereik van
kinderen.
Laat de motor niet kantelen tot een hoek waarbij de brandstof naar buiten kan lopen.
Wanneer de machine vervoerd wordt, mag de brandstoftank niet vol zijn en moet het brandstofkraantje
gesloten zijn.
Zet geen voorwerpen op de motor.
Schakel de motor uit voordat u er werkzaamheden aan uitvoert. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk
wordt ingeschakeld, moet u altijd het kapje van de bougie of de minkabel van de accu ontkoppelen.
Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de handleiding van de benzinemotor, die een integraal deel
vormt van deze handleiding.
Als de machine van loodaccu’s (WET) is voorzien, mag de machine zelf niet meer dan 30° ten opzichte van
de vlakke grond worden gekanteld. Anders kan de uiterst corroderende vloeistof uit de accu lopen. Als de
machine bij onderhoudswerkzaamheden moet worden gekanteld, moeten eerst de accu’s worden verwijderd.
LET OP!
Koolmonoxide (CO) kan hersenletsel of zelfs dodelijk letsel veroorzaken.
De interne verbrandingsmotor van deze machine stoot koolmonoxide uit.
Adem geen uitlaatgassen in.
Gebruik alleen in afgesloten ruimte wanneer er voldoende ventilatie en een tweede persoon aanwezig zijn.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
5
LET OP!
Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig
door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast
komen te zitten in de bewegende delen van de machine.
Verwijder de contactsleutel om niet-geautoriseerd gebruik van de machine te voorkomen.
Een machine die onbeheerd wordt achtergelaten, moet worden vastgezet om onverwachte bewegingen te
voorkomen.
Gebruik de machine niet op oppervlakken met een grotere hellingshoek dan aangegeven op de machine.
Gebruik alleen de borstels die bij de machine worden geleverd of in de gebruiksaanwijzing worden vermeld.
Het gebruik van andere borstels kan de veiligheid in gevaar brengen.
Sluit voordat u de machine gebruikt alle afdekkingen en/of kleppen.
Gebruik de machine niet in bijzonder stof ge ruimten.
- Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen.
Gebruik geen perslucht om de machine te reinigen, met uitzondering van de lters (zie het betreffende deel).
Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied van
de machine bevinden.
Zet geen essen vloeistof op de machine.
De temperatuur moet bij opslag van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen.
Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking
als bij stilstand. Plaats de machine op een beschermde, droge plaats. deze machine is alleen voor gebruik
onder droge omstandigheden; de machine mag dus niet worden gebruikt of opgeslagen onder vochtige
omstandigheden.
Gebruik de machine niet als vervoermiddel of voor slepen/duwen.
De maximale draagkracht van de machine, naast het gewicht van de bediener, is 110 kg (het gewicht van het
afval).
Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen.
Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water.
Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen.
Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan.
Gebruik de machine niet op hellingen of schuine oppervlakken met een grotere hellingshoek dan
gespeci ceerd.
Deze machine is niet geschikt voor gebruik op straat of openbare wegen.
Verwijder om geen enkele reden de beschermingen van de machine.
Houd u strikt aan de aanwijzingen bij gewone onderhoudswerkzaamheden.
Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine.
Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt
door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of
van een bevoegd servicecentrum.
Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier en/
of bevoegde detailhandelaar.
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het onderhoud dat in
het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een
servicecentrum worden uitgevoerd.
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke
materialen (accu, kunststof, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde
verzamelplaatsen worden gebracht (zie het hoofdstuk Verwijdering).
Tijdens de werking van de motor wordt de demper warm; raak de demper nooit aan als hij warm is om
brandwonden of brand te voorkomen.
Laat de motor nooit draaien met onvoldoende olie, want dat kan ernstige schade veroorzaken. Controleer het
oliepeil bij een uitgeschakelde motor terwijl de machine horizontaal staat.
Laat de motor nooit zonder lucht lter draaien, omdat dit schade kan veroorzaken.
Technische werkzaamheden aan de motor moeten altijd door een bevoegd dealer worden uitgevoerd.
Gebruik voor de motor alleen originele vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het gebruik van
vervangingsonderdelen van een mindere kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen.
Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de handleiding van de benzinemotor, die een integraal deel
vormt van deze handleiding.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
6
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
BOUW VAN DE MACHINE
21
9
10 9 15 11 18 6 16 5 14
3
20
4
19
14
12
17
7
8
1
13254
P100206
Plaatje met serienummer / technische gegevens / 1.
conformiteitsmarkering
Knipperlicht (altijd in werking als de sleutel in ’I’ staat) 2.
(optioneel)
Afdekking van motor voor aanzuigsysteem3.
Afvalcontainer (wanneer deze vol is, legen)4.
Linkerklep (alleen voor onderhoud openen)5.
Sluitingsstop links met veiligheidsbevestigingsschroef6.
Rechterklep (voor verwijdering van de hoofdborstel)7.
Sluitingsstop rechts8.
Bedrijfsverlichting (optioneel)9.
Zijborstel rechts10.
Zijborstel links (optioneel)11.
Hoofdborstel12.
Klep motorruimte13.
Aandrijfwielen achter op vaste as14.
Sturend voorwiel15.
Zij ap links16.
Zij ap rechts17.
Voor ap18.
Achter ap19.
Houder stof lter20.
Stelschroeven voor de richting van de bedrijfsverlichting21.
Uitlaatspruitstuk motor22.
Klep motorruimte (open)23.
Accu24.
Kastje met smeltzekeringen25.
Stekker van motor voor aanzuigsysteem26.
Pomp voor aandrijvingssysteem27.
Olietank voor aandrijvingssysteem28.
Benzinemotor29.
Brandstofreservoir30.
Vuldop voor brandstof31.
Lucht lter motor32.
Model en serienummer van de benzinemotor33.
Dop voor motoroliepeil34.
Vuldop voor bijvullen motorolie35.
Dynamotor36.
Schroef voor uitschakeling hydraulische pomp (voor 37.
duw-/trekbeweging van de machine, wanneer het
aandrijfsysteem niet beschikbaar is)
Aftapdop motorolie38.
Startrelais motor39.
Uitlaatleiding motorolie40.
Reservoir voor hydraulische olie voor systeem voor heffen 41.
afvalcontainer
Relais voor activering van pomp voor heffen afvalcontainer42.
Motoren van aandrijfsysteem43.
Bescherming benzinemotor44.
Bevestigingsschroeven bescherming
45.
Steunen bescherming46.
Tussenschot links47.
Bevestigingsschroeven tussenschot48.
Steunen tussenschot49.
Zekering oplaadsysteem50.
Bougie51.
Demper motor52.
Uitlaatleiding motor53.
Bestuurdersstoel54.
Steunstang van de motorkap55.
Diode56.
Aansluitschema accu’s57.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
8
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
BEDIENINGSPANEEL EN KNOPPEN
Bevestigingsknop voor omhoog/omlaag brengen en 61.
kantelen van afvalcontainer
Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal62.
Stand voor schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel)63.
Stelknop voor indruk van hoofdborstel64.
Linksom draaien voor vergroting van de indruk van de
borstel
Rechtsom draaien voor verkleining van de indruk van
de borstel
Plaats voor optionele schakelaar65.
Schakelaar66.
(Laagste stand) activering aanzuigsysteem
(Hoogste stand) activering lterschudder
Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van 67.
afvalcontainer
Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer68.
Contactsleutel69.
In stand 0 stopt de benzinemotor en worden alle
functies van de machine uitgeschakeld.
In stand ’I’ schakelt de machine de verschillende
functies in; ook wordt het knipperlicht ingeschakeld.
Wanneer de sleutel helemaal naar rechts naar Start
wordt gedraaid, start de benzinemotor; laat de sleutel
los zodra de motor start en de sleutel keert terug naar
stand ’I’.
Urenteller70.
Noodknop. Druk hierop in noodsituaties om alle functies 71.
van de machine te stoppen. U kunt hem weer resetten na
het inschakelen door hem in de richting van de pijl op de
knop zelf te drukken.
Stuur72.
Stelknop voor kanteling van stuurwiel73.
Startmechanisme voor koude motor74.
Bedieningshendel voor vergrendeling parkeerrem. De 75.
servicerem (82) wordt vergrendeld zodat hij als parkeerrem
fungeert.
Pedaal voor voorwaartse/achterwaartse beweging76.
Hendel voor zijborstel rechts omhoog/omlaag 77.
Hendel voor zijborstel links omhoog/omlaag (optioneel)78.
Bedieningshendel voor lengteverplaatsing van de stoel79.
Hendel voor het omhoog/omlaag brengen van de 80.
hoofdborstel
Pedaal voor omhoog brengen voor ap81.
Servicerempedaal82.
61 62
69
72
73
74
75
64
76
70
63 65 66 67 68
71
77
78
79
80
81
82
P100208
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
9
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het
gebruik van de machine:
Zijborstel links
Hoofd- en zijborstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel
Stof lter in antistatisch polyester en in polyester BIA C
Zak lter
Knipperlampje
Bedrijfslampje
Antigroeven ap
Antigroevenwielen
Beschermkap
Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met uw leverancier.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Algemeen Waarden
Breedte van het reinigingsvlak (met een zijborstel) 1.054 mm
Breedte van het reinigingsvlak (met twee zijborstels) 1.308 mm
Lengte machine 1.776 mm
Breedte machine (met een zijborstel) 1.208 mm
Breedte machine (met twee zijborstels) 1.310 mm
Maximale hoogte van de machine (bij het stuur) 1.350 mm
Minimale hoogte van de grond (zonder aps) 60 mm
Maximale hefhoogte voor afvalcontainer 1.650 mm
Minimale/maximale hoogte vanaf de grond voor het lossen van afval 270/1.370 mm
Minimale draaicirkel 1.685 mm
Afmetingen hoofdborstel (diameter x lengte) 300 x 800 mm
Diameter zijborstel 500 mm
Maximale voorwaartse snelheid 7 km/h
Maximale achterwaartse snelheid 3 km/h
Maximale hellingshoek 20%
Inhoud afvalcontainer 130 liter
Maximaal hefbaar gewicht van de afvalcontainer 110 kg
Gewicht vooras in beweging 297 kg
Gewicht achteras in beweging 446 kg
Totaalgewicht machine in beweging (met bediener op de machine) 743 kg
Speci eke druk op de grond van achterwielen 1,2 N/mm
2
Speci eke druk op de grond van voorwiel 1,1 N/mm
2
Sturend voorwiel (diameter x breedte) 305 x 92 mm
Achterste aandrijfwielen (diameter x breedte) 305 x 92 mm
Geluidsdruk op het oor van de bestuurder (ISO 11201, ISO 4871) (LpA) 80 dB(A) ±3 dB(A)
Geluidsvermogen geproduceerd door de machine (ISO 3744, ISO 4871) (LwA) 98 dB(A)
Trillingsniveau op de arm van de bestuurder (ISO 5349-1) (*) < 2,5 m/s
2
Trillingsniveau op het lichaam van de bediener (ISO 2631-1) (*) < 0,5 m/s
2
(*) Bij normale werkomstandigheden op een vlakke ondergrond van asfalt.
Benzinemotor (*) Gegevens
Merk Briggs & Stratton
Model Vanguard 9 HP
Regelvermogen (ISO 1585) 6,7 kW
Bedrijfstoerental 3.100 ±50 omw/min
Dieselverbruik 1,7 liter/uur
Inhoud brandstoftank 8,5 liter
Type gebruikte olie SAE 5 W 30 - SYNTHETISCH API SJ
(*) Zie voor de overige gegevens/waarden van de benzinemotor de betreffende gebruikershandleiding.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
10
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
Aanzuiging en stof ltering Waarden
Stof lter van karton van 15-20 m 3,6 m
2
Drukverlaging hoofdborstelruimte 10,9 mm/H
2
O
Elektrisch systeem Waarden
Accu’s 2 x 12 V – 70 Ah
Motor aanzuigsysteem 310 W, 3000 omw/min
Motor hoofdborstel 500 W, 550 omw/min
Motor lterschudder 90 W, 5700 omw/min
Motor van lterschudder voor zak lter (optioneel) 110 W, 3000 omw/min
Hydraulisch aandrijvingssysteemWaarden Waarden
Pomp voor aandrijvingssysteem SAUER HIDRO-GEAR BDP 10A
Cilinderinhoud pomp voor aandrijfsysteem 10,2 cm
3
Cilinderinhoud vulpomp 1,9 cm
3
Maximale arbeidsdruk 70 Bar
Maximale piekdruk 145 Bar
Inhoud oliereservoir hydraulisch systeem 0,8 liter
Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,2 liter
Type gebruikte olie SAE 10 W 40
Hydraulisch systeem voor heffen van afvalcontainer Waarden
Pomp Parker 108 AE S32 – 24 V
Maximale druk 110 Bar
Inhoud oliereservoir 0,75 liter
Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,4 liter
Olie hydraulisch systeem (bij een buitentemperatuur van meer dan 10°C) AGIP Arnica 46 (*)
WAARSCHUWING!
Als de machine wordt gebruikt in omgevingen met temperaturen lager dan +10°C, raden wij u aan de olie te
vervangen door olie met een viscositeit van 32 cSt. Bij temperaturen onder 0°C moet u olie met een nog lagere
viscositeit gebruiken.
(*) Zie de tabel hieronder met de eigenschappen van de olie en de tabel met referentiespeci caties.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN SPECIFICATIES TER REFERENTIE
AGIP ARNICA 46 32 ISO-L-HV
Viscositeit bij 40°C mm
2
/s 45 32 ISO 11158
Viscositeit bij 100°C mm
2
/s 7,97 6,40 AFNOR NF E 48603 HV
Viscositeitsindex / 150 157 AISE 127
Ontbrandingspunt COC °C 215 202 ATOS Tab. P 002-0/I
Vloeipunt °C -36 -36 BS 4231 HSE
Volumetrische massa bij 15°C kg/l 0,87 0,865 CETOP RP 91 H HV
COMMERCIAL HYDRAULICS
Danieli Standard 0.000.001 (AGIP ARNICA 22, 46, 68)
EATON VICKERS I-286-S3
EATON VICKERS M-2950
DIN 51524 t.3 HVLP
LAMB LANDIS-CINCINNATI P68, P69, P70
LINDE
PARKER HANNIFIN (DENISON) HF-0
REXROTH RE 90220-1/11.02
SAUER-DANFOSS 520L0463
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
11
ELEKTRISCH SCHEMA
Legende
BAT Accu 24 V
BE1 Zwaailicht (optioneel)
BLK Frame benzinemotor
BZ1 Geluidssignaal voor achteruitrijden - geluidssignaal
C1 Condensator akoestisch signaal achteruitgang
EBD Schema diode
ES0 Relais motor gestart
ES1 Relais van pomp voor afvalcontainer omhoog
ES2 Relais van pomp voor afvalcontainer omlaag
ES3 Relais lterschudder
ES4 Relais aanzuigsysteem
ES5 Startschakelaar
ES6 Afstandsschakelaar hoofdborstel
FA Herbruikbare zekering zijborstel rechts (10 A)
FB Herbruikbare zekering zijborstel links (10 A) (optioneel)
FC Herbruikbare zekering hoofdborstel (30 A)
FD Zekering oplaadsysteem (70 A)
F1 Zekering sleutel (30 A)
F2 Zekering lterschudder (30 A)
F3 Zekering aanzuigsysteem (30 A)
F4 Zekering pomp afvalcontainer omhoog (30 A)
F5 Zekering geluidssignaal achteruitrijden en zwaailicht (10 A)
F6 Zekering bedrijfsverlichting (10 A)
F7 Zekering aandrijfmechanisme kantelen afvalcontainer (10 A)
HM Urenteller
K1 Contactsleutel
L1 Bedrijfsverlichting (optioneel)
M1 Pomp voor afvalcontainer omhoog
M2 Aandrijfmechanisme voor kantelen afvalcontainer
M3 Motor lterschudder
M4 Motor aanzuigsysteem
M5 Motor zijborstel rechts
M6 Motor zijborstel links (optioneel)
M7 Motor hoofdborstel
M8 Dynamo
P1 Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal
SPK Bougie benzinemotor
SW1 Schakelaar aanzuigsysteem/ lterschudder
SW2 Microschakelaar zijborstel rechts
SW3 Schakelaar voor afvalcontainer omhoog/omlaag
SW4 Schakelaar voor kantelen afvalcontainer
SW5 Bevestigingsschakelaar voor beweging afvalcontainer
SW6 Microschakelaar afvalcontainer horizontaal
SW7 Microschakelaar eindaanslag afvalcontainer gesloten
SW8 Microschakelaar afvalcontainer omhoog
SW9 Microschakelaar eindaanslag afvalcontainer open
SW10 Microschakelaar achterwaartse beweging
SW11 Microschakelaar motorkap open
SW12 Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel)
SW13 Microschakelaar zijborstel links (optioneel)
SW14 Microschakelaar voor hoofdborstel
SWS Noodknop
Kleurcodering
BK Zwart
BU Blauw
BN Bruin
GN Groen
GY Grijs
OG Oranje
PK Roze
RD Rood
VT Paars
WH Wit
YE Geel
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
13
HYDRAULISCH SCHEMA VAN HET HEFSYSTEEM VOOR DE AFVALCONTAINER
Legende
Olietank1.
Olie lter2.
Pomp3.
Motor4.
Blokkeerklep hefcilinder5.
Cilinder voor omhoog/omlaag brengen van de afvalcontainer6.
4
3
1
2
5
6
70 BAR
110 BAR
200 BAR
200 BAR
750cc / HYDRAULIC OIL 32 cSt
P100210
HYDRAULISCH SCHEMA VAN DE AANDRIJVING
Legende
Olietank1.
Olie lter2.
Pomp3.
Motoren4.
1
2
3
4
4
AB
A
A
B
B
10,2 CC/REV.
3000
RPM
100
MICRON
88 CC/REV.
88 CC/REV.
P100211
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
14
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
GEBRUIK
10 11
12
54
18
72
73
76
69
66
71
74
75
77
78
80
81
82
79
31
P100212
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden:
GEVAAR
LET OP
WAARSCHUWING
ADVIES
Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen.
Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn.
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
Draai waar nodig de dop (31) los en vul brandstof bij.1.
LET OP!
De brandstof gaat uitzetten en daarom mag de tank niet verder dan 4 cm onder de rand van de vulmond worden
bijgevuld.
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn.2.
Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het 3.
transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
Ga op de bestuurdersstoel (54) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (79).1.
Deblokkeer de stelhendel (73) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (72) naar wens af. Laat tenslotte 2.
de stelhendel (73) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).3.
Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (80), (77), (78).4.
Trek aan de hendel voor het startmechanisme bij een koude motor (74).5.
OPMERKING
Gebruik de hendel voor het startmechanisme bij een koude motor niet als de motor warm is en als de luchttemperatuur
hoog genoeg is.
Start de benzinemotor met de contactsleutel (69). Als de motor is gestart, laat u de contactsleutel meteen los.6.
LET OP!
Druk tijdens het starten van de motor met de contactsleutel (69) het gaspedaal (76) niet in.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
15
Laat de motor na het starten enkel seconden draaien en schakel daarna het mechanisme voor een koude start (74) uit.7.
Laat de motor enkele minuten opwarmen.8.
Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (82) te drukken en tegelijkertijd de hendel (75) te deblokkeren.9.
Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (72). Druk op het voorste deel van het pedaal (76) 10.
om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
Zet de hoofdborstel met de hendel (80) omlaag. Activeer het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar 11.
(66) te drukken.
Laat de zijborstel rechts met de hendel (77) zakken.12.
Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (78) zakken.13.
OPMERKING
De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet.
De borstels draaien niet wanneer ze omhoog staan.
Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, manoeuvreert u het stuur (72) met uw handen en drukt u op het pedaal (76) 14.
om de machine te verplaatsen.
De machine stoppen
Laat het pedaal (76) los om de machine te stoppen.15.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (82) in.
Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (71).
U kunt de noodknop (71) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien.
Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (80), (77), (78).16.
Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (66).17.
Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten en te verwijderen.18.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (82) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (75) te 19.
activeren.
MACHINE IN BEDRIJF
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de 1.
vloer achterblijven.
Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voor ap (18) door middel van de hendel (81) omhoog 2.
zetten. Let op: als de voor ap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner.
LET OP!
Wanneer u op natte oppervlakken moet werken, moet u het aanzuigsysteem met de schakelaar (66) uitschakelen
om de stof lter te beschermen.
Voor een goed veegresultaat moet het stof lter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt de lter tijdens de werkzaamheden 3.
reinigen door de lterschudder kort te activeren; druk op het bovenste deel van de schakelaar (66) en activeer daarna het
aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (66) te drukken.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd terwijl de machine beweegt.
WAARSCHUWING!
Als het stof lter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (4) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende 4.
deel).
WAARSCHUWING!
De benzinemotor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in
het carter zit. Het alarmsysteem stopt automatisch de motor voordat het oliepeil in het carter onder het veilige
niveau komt.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
16
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
DE AFVALCONTAINER LEGEN
4
66
67
68
61
75
81
82
P100213
LET OP!
Leeg de afvalcontainer altijd met een draaiende motor.
Leeg de afvalcontainer niet terwijl de motor is uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt.
De maximale hoogte voor het legen van de afvalcontainer is 1.370 mm (zie afb. 2).1.
Zet de machine bij de plek waar het vuil gestort moet worden en ga als volgt verder:2.
Breng de zijborstels en –hoofdborstel omhoog.
Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (66).
Activeer de lterschudder door op het bovenste deel van de schakelaar (66) te drukken.
LET OP!
Werk altijd op een vlak terrein zodat de machine niet uit balans kan raken.
LET OP!
Bij het omhoog brengen en legen van de afvalcontainer (4) moet u de parkeerrem ingeschakeld houden met het
pedaal (82) en de hendel (75).
Zorg dat er geen mensen in de buurt van de machine staan, met name bij de afvalcontainer (4).3.
Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omhoog (67) zodat de afvalcontainer (A, Afb. 1) 4.
omhoog gaat tot de gewenste hoogte.
Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (68) van de afvalcontainer (B, Afb. 2). 5.
Leeg alle afval in de verzamelcontainer (A).
WAARSCHUWING!
De afvalcontainer (B, Afb. 2) van de machine kan alleen worden gekanteld op een minimale hoogte van 270 mm.
Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (68) van de afvalcontainer om deze in 6.
de horizontale stand te zetten.
Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omlaag (67) om de afvalcontainer helemaal 7.
omlaag te zetten.
WAARSCHUWING!
De afvalcontainer kan niet omlaag worden gezet wanneer de container niet horizontaal staat.
De machine is weer klaar voor gebruik.8.
P max
110 Kg
(242,5 lb)
A
1370 mm (54 in)
B
A
P100214 P100215
Afbeelding 1 Afbeelding 2
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
17
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat:
Activeer de lterschudder kort door op het bovenste deel van de schakelaar (66) te drukken.
Leeg de afvalcontainer (4) (zie de procedure in het vorige deel).
Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (80).
Zet de zijborstels omhoog met behulp van de hendels (77) en (78).
Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten en te verwijderen.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (82) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (75) te
activeren.
DUW-/TREKBEWEGING VAN DE MACHINE
Voor duw- of trekbewegingen van de uitgeschakelde machine gaat u als volgt te werk:
Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).
Verwijder de schroef (37).
Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23).
Duw of trek de machine.
Breng de schroef (37) aan wanneer de duw-/trekbeweging is voltooid.
DE BEDRIJFSVERLICHTING AFSTELLEN (optioneel)
U kunt de richting van de lichtstraal van de bedrijfsverlichting (9) eventueel afstellen met de schroeven (21).
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren:
Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is.1.
Ontkoppel de minklem (-) van de accu’s (24).2.
Behandel de benzinemotor (29) zoals wordt beschreven in de betreffende handleiding.3.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 5 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren:
Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare onderdelen nog 1.
intact zijn en geen lekkage vertonen.
Ververs de olie van de benzinemotor (zie het hoofdstuk Onderhoud).2.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
18
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de speci eke
werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een
bevoegd servicecentrum.
In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.
De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindt
u in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel verwijderd)
en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu’s.
Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
ONDERHOUDSSCHEMA
Procedure Bij a evering
Na de eerste
5 uur
Elke 10 uur
en voor het
gebruik
Elke 25
uur
Elke 50
uur
Elke 100
uur
Elke 200
uur
Elk jaar
Controle van het motoroliepeil
Controle van het peil van de vloeistof
in de accu’s
Controle hoogte van de zij- en
hoofdborstels
Reiniging van het luchtvoor lter van
de motor
(3)
Reiniging en controle op beschadiging
van het raam lter
Controle van het oliepeil van het
hydraulisch systeem voor het omlaag
brengen van de afvalcontainer
Controle van het oliepeil in het
aandrijfsysteem
Controle van de hoogte en de werking
van de aps
Reiniging van het brandstof lter
Controle en reiniging vonkenvanger
Verversing van de motorolie (2)
Controle van de werking van de
lterschudder
(1)
Afstelling van de remmen (1)
Controle spanning en reiniging
aandrijfkettingen aandrijfwielen
(1)
Reiniging en controle op beschadiging
van het zak lter
Controle van werking van
aanzuigsysteem
(1)
Visuele controle van de aandrijfriem (1) (1)
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
19
Procedure Bij a evering
Na de eerste
5 uur
Elke 10 uur
en voor het
gebruik
Elke 25
uur
Elke 50
uur
Elke 100
uur
Elke 200
uur
Elk jaar
Controle/reiniging ontstekingsbougie
Controle van de bevestiging van de
moeren en schroeven
(1) (1)
Controle van de spanning en reiniging
van de stuurketting
(1)
Controle van de werking van de
veiligheidsmechanismen
(1)
Controle van het motortoerental (1)
Onderhoud lucht lterhouder motor (3)
Vervanging bougie (2)
Reiniging koelsysteem motor (2)
Vervanging van de aandrijfriem (1) (5)
Controle op beschadiging van de
pakkingen van de afvalcontainer
(1)
Controle van de afstelling van de
microschakelaar voor controle van
afvalcontainer omhoog
(1)
Controle van de afstelling van de
microschakelaar voor controle van
afvalcontainer horizontaal
(1)
Controle/afstelling van de speling van
de kleppen
(4)
Verversing van de olie van het
hydraulisch systeem voor heffen
van de afvalcontainer en van het
aandrijfsysteem
(1) (6)
(1) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding.
(2) Of elk jaar.
(3) Of vaker in stof ge ruimten.
(4) Onderhoudswerkzaamheden onder bevoegdheid van een bevoegde dealer van Briggs & Stratton.
(5) Als dit nodig wordt geacht door de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud.
(6) Ververs de olie van het hydraulisch systeem de eerste keer na 500 bedrijfsuren en daarna na elke 2.000 uur of elk jaar.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
20
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer 1.
heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en
laat deze enkele seconden draaien.
Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat
u de machine verplaatst en uitschakelt.
Controleer of de indruk (A, Afb. 3) van de hoofdborstel
over de hele lengte 2-4 cm breed is.
Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte
van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt
beschreven.
Draai de hendel (A, Afb. 4), maar houd hierbij rekening met 2.
het volgende:
U kunt de breedte van de indruk vergroten door de
hendel linksom te draaien.
U kunt de breedte van de borstel verkleinen door de
borstel omhoog te zetten met de hendel (80) en de
knop rechtsom te draaien.
OPMERKING
Naast afstelling van de indruk op de grond kan de
borstel ook met de knop worden afgesteld op basis
van de slijtage van de haren.
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de 3.
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan 4.
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
OPMERKING
Als u de indruk (A, Afb. 3) niet juist kunt
afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan
beide uiteinden verschillend is, vindt u in de
werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure.
P100216
Afbeelding 3
A
P100217
Afbeelding 4
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
21
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als
u de borstel vervangt omdat er scherpe deeltjes
tussen de haren van de borstel kunnen blijven
hangen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de 1.
parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel
(75) in.
Zet de contactsleutel (69) in stand ’0’ en verwijder de 2.
sleutel.
Haal de steun (8) los en open de rechterklep (7).3.
Draai de knoppen (A, Afb. 5) los en verwijder ze.4.
Verwijder de afdekking voor de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6).5.
Verwijder de hoofdborstel (A, Afb. 7).6.
Controleer of de naaf (A, Afb. 8) geen vuil of voorwerpen 7.
(draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid.
Monteer de nieuwe hoofdborstel en zorg dat de haren (B, 8.
Afb. 8) in dezelfde richting als in de afbeelding staan.
Zet de nieuwe borstel (C, Afb. 8) in de machine en 9.
controleer of het contact (D) in de betreffende naafdrager
(A) valt.
Monteer de afdekking van de hoofdborstelruimte (A, Afb. 10.
6) en draai de knoppen (A, Afb. 5) vast.
Sluit de rechterklep (7) en bevestig de steun (8).11.
Controleer de hoogte van de hoofdborstel en stel 12.
eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel.
P100218
Afbeelding 5
P100219
Afbeelding 6
P100220
Afbeelding 7
P100221
Afbeelding 8
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
22
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer 1.
hebben. Ga als volgt te werk:
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat
deze enkele seconden draaien.
Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u
de machine verplaatst.
Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in
de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de
afbeelding (A en B, Afb. 9).
Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van de
zijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel 2.
(75).
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de 4.
steunstang (55).
Gebruik 5. voor de zijborstel rechts de hendel (A, Afb. 10)
en draai de bevestigingsring (B) los. Stel de regelaar (C)
af totdat de juiste indruk (A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de
regelaar vast met de bevestigingsring (B, Afb. 10).
Gebruik voor de zijborstel links de hendel (D, Afb. 10)
en draai de bevestigingsring (E) los. Stel de regelaar (F)
af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de
regelaar vast met de bevestigingsring (E, Afb. 10).
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels 6.
nu de juiste hoogte van de grond hebben.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan 7.
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
OPMERKING
U kunt eventueel ook de hellingshoek van de
zijborstels afstellen (zie de procedure in de
werkplaatshandleiding).
P100222
Afbeelding 9
P100223
Afbeelding 10
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
23
DE ZIJBORSTEL VERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de
haren van de borstel kunnen blijven hangen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in.1.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Breng de betreffende zijborstel door middel van de hendel (77) of (78) omhoog.3.
Als u binnenin de zijborstel werkt, moet u de schroef (A, Afb. 11) losdraaien en vervolgens de zijborstel (B) met naaf (B) 4.
verwijderen nadat u de borstel van de as (C) heeft losgehaald.
Haal de spie (D) en de borgring (E) terug.
Verwijder op de werkbank de twee schroeven met moer (F, Afb. 11) en haal de borstel (H) van de naaf (G).5.
Monteer de nieuwe zijborstel (H, Afb. 11) op de naaf (G) en draai de schroeven met moer (F) weer vast.6.
Monteer de spie (D) en monteer daarna de nieuwe zijborstel met de naaf (B, Afb. 11). Monteer de borgring (E) en draai de 7.
schroef (A) vast.
Controleer de hoogte van de zijborstel en stel deze eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel.8.
P100224
Afbeelding 11
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
24
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET STOFPANEELFILTER
OPMERKING
Naast het kartonnen standaard lter zijn er ook optioneel polyester lters verkrijgbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle typen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in.1.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).3.
Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem (26) los4.
Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B).5.
Ontkoppel de stekker (A, Afb. 13) van de lterschudder.6.
Draai de hendels (B, Afb. 13) los en verwijder het bevestigingsframe van het lter (C).7.
Verwijder het stof lter (D, Afb. 13).8.
Reinig het lter buiten door het op een vlak en schoon oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (A, Afb. 14) die tegenover 9.
de zijde met het rooster (B) staat.
Voltooi de reiniging door haaks met perslucht (C) van maximaal 6 bar te spuiten, maar alleen vanaf de kant die door het
rooster (B) wordt beschermd, op een minimale afstand van 30 cm.
Controleer of de ltereenheid geen scheuren vertoont.
Hou bij de verschillende typen lters de volgende aanwijzingen aan:
Kartonnen lter (standaard): gebruik geen water of schoonmaakmiddelen om het te reinigen omdat het dan onherstelbaar
beschadigd kan raken.
Polyester lter (optioneel): om het lter grondig te reinigen kunt u het lter met water en eventueel een niet schuimende
schoonmaakmiddel reinigen. Hoewel het lter hierdoor schoner wordt, wordt de levensduur van het lter korter en zal dus
vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van ongeschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele eigenschappen
van het lter verminderen.
Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (A, Afb. 15) in de lterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over 10.
tot vervanging als dat niet het geval is.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage, let daarbij op het volgende:11.
Monteer het lter met het rooster (B, Afb. 14) naar boven gedraaid.
A
AAB
P100225 P100226
Afbeelding 12 Afbeelding 13
P100227 P100228
Afbeelding 14 Afbeelding 15
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
25
REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING
VAN HET ZAKFILTER
OPMERKING
De zak lters van polyester worden over het
algemeen gereinigd via de inschakeling van de
elektrische lterschudder die tot de uitrusting van de
machine behoort.
Indien nodig kunnen ze ook aan de buitenzijde
worden gereinigd aan de hand van de onderstaande
procedure.
Als de lteroppervlakken niet meer intact zijn, moet
het lter vervangen worden.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de 1.
parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel
(75) in.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de 3.
steunstang (55).
Koppel de stekker (26) van de motor voor het 4.
aanzuigsysteem los.
Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking 5.
van het aanzuigsysteem (B).
Draai de knoppen (A, Afb. 16) los en verwijder de stangen 6.
(B).
Koppel de stekker (B, Afb. 17) van de lterschudder los en 7.
verwijder het stof lter (A).
De bediener moet in een geschikte ruimte en voorzien van 8.
de juiste bescherming (handschoenen, masker en bril) de
lterende polyester oppervlakken als volgt demonteren.
Verwijder de motor van de lterschudder (A, Afb. 18) door 9.
de twee bevestigingsschroeven los te draaien.
Open de steunen van de motor van de lterschudder (B, 10.
Afb. 18) volledig zodat de stangen voor het spannen van
de lterzakken (C) los komen.
Verwijder alle stangen voor het spannen van de 11.
lterzakken (D, Afb. 18).
Haal de bovenste bevestigingskabel (E, Afb. 18) van 12.
het zak lter los zodat u het bovenste frame (F) kunt
verwijderen.
Verwijder de scheider in de tassen (G, Afb. 18).13.
Reinig de polyester oppervlakken (H, Afb. 18) op de 14.
vuile zijkant (gebruik een externe aanzuiger) door deze
helemaal naar buiten te trekken of de zakken een voor een
te reinigen. U kunt beide kanten van tassenscheider (G,
Afb. 18) tegelijkertijd reinigen, waardoor alle vuiltjes van
het lter worden verwijderd. Controleer of het lterende
oppervlak geen scheuren vertoont. Anders moet het
vervangen worden. U kunt ook perslucht van max. 6 bar
gebruiken door de luchtstraal van de schone zijde naar de
vuile zijde te richten.
LET OP!
We raden u af het lter met water te reinigen. De
polyestervezels kunnen samentrekken waardoor
het niet meer bruikbaar is.
Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (C, Afb. 17) 15.
in de lterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is.
Ga over tot vervanging als dat niet het geval is.
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde 16.
van demontage.
P100229
Afbeelding 16
P100230
Afbeelding 17
B
A
E
F
D
C
H
G
P100231
Afbeelding 18
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
26
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS
Voorbereidende handelingen
Leeg de afvalcontainer (ga te werk zoals beschreven in de gebruikershandleiding) om te voorkomen dat het gewicht van het 1.
afval in de container de regeling van de hoogte van de aps in gevaar brengt.
Zet de machine op een vlakke ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de aps te controleren.2.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).3.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.4.
Controle van de zij aps
Draai de steunen (8) en (6) los en open de kleppen rechts (7) en links (5).5.
Controleer of de zij aps heel zijn (A, Afb. 19).6.
Vervang de aps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de
werkplaatshandleiding voor vervanging van de aps).
Controleer of de zij aps (A, Afb. 19) 0 tot 3 mm van de grond staan (Afb. 21).7.
Haal eventueel de schroeven (B, Afb. 19) los en stel de stand van de aps af. Draai daarna de schroeven (B) weer vast.
Controle van de voor- en achter ap
Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.8.
Controleer of de voor aps (A, Afb. 22) en de achter aps (B) intact zijn.9.
Vervang de aps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de
werkplaatshandleiding voor vervanging van de aps).
Controleer of de voor aps (A, Afb. 22) en de achter aps (B) de vloer lichtjes raken en of ze niet loskomen van de vloer (zie 10.
afbeelding 24).
Draai eventueel de schroeven (C, Afb. 22) los en stel de stand van de aps af. Draai daarna de schroeven (C) weer vast.
Druk het pedaal voor de voor ap (81) helemaal in en controleer of de voor ap ongeveer 5 cm omhoog komt.11.
Laat het pedaal los en controleer of de ap weer in de beginstand gaat en niet halverwege blijft steken. Stel eventueel de
kabel voor het heffen van de aps (A, Afb. 23) af met de regelaar (B), links voor op de ap zelf (zie voor vervanging van de
bedieningskabel voor de voor ap de werkplaatshandleiding).
Instelling
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage.12.
P100232 P100233 P100234
Afbeelding 19 Afbeelding 20 Afbeelding 21
P100235 P100236 P100237
Afbeelding 22 Afbeelding 23 Afbeelding 24
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
27
CONTROLE VAN HET PEIL VAN DE OLIE VOOR
HET HYDRAULISCH SYSTEEM VOOR HET
HEFFEN VAN DE AFVALCONTAINER
LET OP!
Deze procedure moet worden uitgevoerd met de
afvalcontainer (4) volledig naar binnen (zie de
afbeelding).
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel 1.
(75).
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de 3.
steunstang (55).
Controleer of het oliepeil in de tank (41) tussen de 4.
merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil
staat, zoals aangegeven in Afb. 25.
Vul eventueel het peil bij via de dop (A, Afb. 25) met de 5.
olie die in het deel Technische eigenschappen wordt
aangegeven.
Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23).6.
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL IN HET
AANDRIJFSYSTEEM
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel 1.
(75).
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de 3.
steunstang (55).
Controleer of het oliepeil in de tank (28) tussen de 4.
merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil
staat, zoals aangegeven in Afb. 26.
Vul het peil eventueel bij via de dop (A, Afb. 26) met 5.
motorolie SAE 10W40.
Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23).6.
P100238
Afbeelding 25
MIN
MAX
A
P100239
Afbeelding 26
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
28
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
CONTROLE VAN HET MOTOROLIEPEIL
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).4.
Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (46) los te 5.
halen.
Draai de peildop voor het motoroliepeil (34) los en reinig deze met een schone doek. Draai de peildop (34) helemaal vast en 6.
draai hem na enkele seconden opnieuw los. Controleer of het oliepeil tussen de markeringen ADD (minimumpeil) en FULL
(maximumpeil) (A, Afb. 27) staat.
Wanneer de olie onder het minimumpeil (ADD) staat, verwijdert u de dop van de vulmond (35) en vult u olie bij.
WAARSCHUWING!
Vul bij met hetzelfde type olie in de motor.
Plaats de dop van de vulmond (35) terug en controleer het oliepeil zoals hierboven werd beschreven.7.
Voer de punten 3 tot en met 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit.
ADD
FULL
A
P100240
Afbeelding 27
VERVERSING VAN DE MOTOROLIE
WAARSCHUWING!
We raden u aan de olie te verversen als de motor nog warm is, zodat de olie beter wegstroomt.
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen.4.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).5.
Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (49) los te 6.
halen.
Verwijder de dop van de vulmond voor de motorolie (35).7.
Verwijder de aftapdop voor de motorolie (38) uit de slang (40) en laat alle olie in een geschikte opvangbak lopen.8.
WAARSCHUWING!
De verwijderde motorolie moet worden verwerkt volgens de geldende milieuwetgeving.
Plaats de aftapdop van de motorolie (38) op de slang (40).9.
Giet de nieuwe olie in de opening van de vulmond (35).10.
OPMERKING
Zie voor het type en de hoeveelheid van de motorolie het hoofdstuk Technische eigenschappen en de handleiding van
de benzinemotor.
Bevestig de dop van de vulmond (35).11.
Draai de peildop voor de motorolie (34) na een paar seconden helemaal los en controleer of het oliepeil tussen de 12.
markeringen ADD (minimumpeil) en FULL (maximumpeil) (A, Afb. 27) staat.
Vul eventueel bij. Draai de peildop (34) vast.
Voer de punten 4 tot en met 15,24 cm de omgekeerde volgorde uit.13.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
29
REINIGING VAN HET LUCHTVOORFILTER VAN DE MOTOR EN ONDERHOUD VAN DE
LUCHTFILTERHOUDER VAN DE MOTOR
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen.4.
Reinig het luchtvoor lter van de motor en/of voer onderhoud uit aan de houder van het lucht lter (A, Afb. 28) aan de hand van 5.
de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor.
Plaats het tussenschot links (47) terug.6.
REINIGING VAN HET KOELSYSTEEM VAN DE MOTOR
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen.4.
Verwijder de schroeven (B, Afb. 28) en verwijder daarna de luchttoevoer (C).5.
Reinig het motorkoelsysteem (D) aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor.6.
Plaats het tussenschot links (47) terug.7.
A
D
BC
B
P100241
Afbeelding 28
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
30
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
REINIGING VAN DE VONKENVANGER
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen.4.
Verwijder de bevestigingsschroeven en verwijder daarna de uitlaatleiding van de motor (53).5.
Reinig de vonkenvanger aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor.6.
Voer de punten 4 en 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit.7.
REINIGING/VERVANGING VAN DE BOUGIE
Zet de machine op een vlakke ondergrond.1.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75).2.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).4.
Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (46) los te 5.
halen.
Reinig/vervang de bougie (51) aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor.6.
Voer de punten 4 en 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit.7.
CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in.1.
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.2.
Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55).3.
Controle/vervanging van de smeltzekeringen
Verwijder de afdekking (A, Afb. 29) en noteer de standen van de zekeringen op de bijbehorende sticker.4.
Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de volgende onderdelen (B):5.
Zekering F1 (30 A): Circuit sleutel
Zekering F2 (30 A): Filterschudder
Zekering F3 (30 A): Aanzuigsysteem
Zekering F4 (30 A): Hydraulische pomp
Zekering F5 (10 A): Knipperlamp (optioneel)
Zekering F6 (10 A): Bedrijfsverlichting (optioneel)
Zekering F7 (10 A): Aandrijfmechanisme afvalcontainer
Zekering F8 (30 A): Reservezekering
Controle/vervanging van de zekering voor het oplaadsysteem
Controle/vervanging van de zekering van het oplaadsysteem FD (70 A) (50)6.
Controle van de herbruikbare zekeringen
Controleer of de betreffende zekering tussen de volgende zekeringen is uitgeschakeld; reset de zekering nadat u heeft 7.
gewacht totdat de betreffende motor was afgekoeld:
Zekering FA (C, Afb. 29): Herbruikbare zekering motor zijborstel rechts
Zekering FB (D): Herbruikbare zekering motor zijborstel links (optioneel)
Zekering FC (E): Herbruikbare zekering voor de motor van de hoofdborstel
Montage
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage.8.
A
E
C
D
B
P100249
Afbeelding 29
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A
31
STORINGEN LOKALISEREN
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
De motor start niet met de contactsleutel.
De motorklep (13) is niet goed gesloten. Sluit de motorklep.
Het motoroliepeil is te laag.
Controleer of het motoroliepeil tussen de merktekens
(*) staat.
De brandstof is op. Controleer of de tank (30) brandstof bevat.
De brandstof komt niet bij de carburateur.
Controleer of de brandstof bij de carburateur komt en
of het brandstof lter schoon is. (*)
De bougie vonkt niet. Controleer of de bougie vonkt. (*)
De motor stopt tijdens de
werkzaamheden.
Het motoroliepeil is te laag.
Controleer of het motoroliepeil tussen de merktekens
(*) staat.
De brandstof is op. Controleer of de tank (30) brandstof bevat.
Het brandstof lter is vuil. Reinig het brandstof lter. (*)
De machine verzamelt weinig vuil/stof.
Het aanzuigsysteem is uit.
Schakel het aanzuigsysteem in met de schakelaar
(56).
Het stof lter is verstopt. Reinig het stof lter.
De afvalcontainer is vol. Leeg de afvalcontainer (4).
De aps zijn beschadigd of verkeerd
afgesteld.
Controleer of de aps (16, 17, 18, 19) onbeschadigd
en goed afgesteld zijn.
De hoogte vanaf de grond van de borstels is
niet goed afgesteld.
Stel de hoogte vanaf de grond van de borstels (10, 11,
12) af.
Als ik het gaspedaal indruk, beweegt de
machine niet of heel langzaam.
De parkeerrem is ingeschakeld.
Controleer of de parkeerrem (84 met 76)
uitgeschakeld is.
Het oliepeil van het hydraulisch systeem is
niet juist.
Controleer het oliepeil van het hydraulisch systeem in
de tank (28).
De centrifugale schijf werkt niet goed.
Controleer of de centrifugale schijf (koppeling
benzinemotor - pomp aandrijfsysteem) goed werkt.
(**)
Het gaspedaal is niet goed afgesteld Stel het gaspedaal af. (**)
De afvalcontainer gaat niet omhoog.
Het oliepeil van het hydraulisch systeem is
niet juist.
Controleer het oliepeil van het hydraulisch systeem in
de tank (41).
Zekering F4 of F7 is gesprongen. Vervang zekering.
De afvalcontainer kantelt niet.
Zekering F7 is gesprongen. Vervang zekering.
De afvalcontainer staat niet ver genoeg
omhoog.
Breng de afvalcontainer omhoog tot minstens 300
mm.
De afvalcontainer gaat niet omlaag.
De afvalcontainer is niet helemaal in de
horizontale stand gedraaid.
Zet de afvalcontainer in de horizontale stand.
In bepaalde klimaten kan de olie van het
hydraulisch systeem langzaam door de
veiligheidsklep lopen.
Wacht enkele seconden tot de olie van het hydraulisch
systeem wegstroomt.
Met de klep van de motorruimte (13)
omhoog blijft de benzinemotor draaien.
De veiligheidsmicroschakelaar van de
motorkap werkt niet.
Repareer de microschakelaar. (**)
(*) Zie voor de juiste instructies de handleiding voor de benzinemotor.
(**) Handelingen die door een servicecentrum van Nil sk moeten worden uitgevoerd.
Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nil sk. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
32
1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
VERWIJDERING
Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht.
Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens de
geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht:
Accu’s
Polyester stof lter
Hoofdborstel en zijborstels
Motorolie
Olie hydraulisch systeem
Filter voor olie hydraulisch systeem
Kunststof leidingen en onderdelen
Elektrische en elektronische onderdelen (*)
(*) Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nil sk-kantoor.

Documenttranscriptie

Сертификат за съответствие Conformity certificate Declaração de conformidade Osvědčení o shodě Πιστοποιητικό συμμόρφωσης Deklaracja zgodności Konformitätserklärung Megfelelősségi nyilatkozat Certificat de conformitate Overensstemmelsescertifikat Dichiarazione di conformità Заявление о соответствии Declaración de conformidad Atitikties deklaracija Överensstämmelsecertifikat Vastavussertifikaat Atbilstības deklarācija Certifikát súladu Déclaration de conformité Konformitetssertifisering Certifikat o ustreznosti Yhdenmukaisuustodistus Conformiteitsverklaring Uyumluluk sertifikası Модел / Model / Modell / Model / Modelo / Mudel / Modèle / Malli / Model / Μοντέλο / Modell / Modello / Modelis / Modelis / Modell / Model / Modelo / Model / Model / Модель / Modell / Model / Model / Model : SWEEPER Тип / Typ / Typ / Type / Tipo / Tüüp / Type / Tyyppi / Type / Τύπος / Típus / Tipo / Tipas / Tips / Type / Type / Tipo / Typ / Tip / Тип / Typ / Typ / Tip / Tip : SR 1301 P Сериен номер / Výrobní číslo / Seriennummer / Serienummer / Número de serie / Seerianumber / Numéro de série / Sarjanumero / Serial number / Σειριακός αριθμός / Sorozatszám / Numero di serie / Serijos numeris / Sērijas numurs / Serienummer / Serienummer / Número de série / Numer seryjny / Număr de serie / Серийный номер / Serienummer / Výrobné číslo / Serijska številka / Seri Numarası : Година на производство / Rok výroby / Baujahr / Fabrikationsår / Año de fabricación / Väljalaskeaasta / Année de fabrication / Valmistusvuosi / Year of construction / Έτος κατασκευής / Gyártási év / Anno di costruzione / Pagaminimo metai / Izgatavošanas gads / Byggeår / Bauwjaar / Ano de fabrico / Rok produkcji / Anul fabricaţiei / Год выпуска / Tillverkningsår / Rok výroby / Leto izdelave / Leto izdelave/İmal yılı : Долуподписаният потвърждава, че гореспоменатият модел е произведен в съответствие със следните директиви и стандарти. The undersigned certify that the above mentioned model is produced in accordance with the following directives and standards. A presente assinatura serve para declarar que os modelos supramencionados são produtos em conformidade com as seguintes directivas e normas. Níže podepsaný stvrzuje, že výše uvedený model byl vyroben v souladu s následujícími směrnicemi a normami. Ο κάτωθι υπογεγραμμένος πιστοποιεί ότι η παραγωγή του προαναφερθέντος μοντέλου γίνεται σύμφωνα με τις ακόλουθες οδηγίες και πρότυπα. Niżej podpisany zaświadcza, że wymieniony powyżej model produkowany jest zgodnie z następującymi dyrektywami i normami. Der Unterzeichner bestätigt hiermit dass die oben erwähnten Modelle gemäß den folgenden Richtlinien und Normen hergestellt wurden. Alulírottak igazoljuk, hogy a fent említett modellt a következő irányelvek és szabványok alapján hoztuk létre. Subsemnatul atest că modelul susmenţionat este produs în conformitate cu următoarele directive şi standarde. Undertegnede attesterer herved, at ovennævnte model er produceret i overensstemmelse med følgende direktiver og standarder. Il sottoscritto dichiara che i modelli sopra menzionati sono prodotti in accordo con le seguenti direttive e standard. Настоящим удостоверяется, что машина вышеуказанной модели изготовлена в соответствии со следующими директивами и стандартами. El abajo firmante certifica que los modelos arriba mencionados han sido producidos de acuerdo con las siguientes directivas y estandares. Toliau pateiktu dokumentu patvirtinama, kad minėtas modelis yra pagamintas laikantis nurodytų direktyvų bei standartų. Undertecknad intygar att ovannämnda modell är producerad i överensstämmelse med följande direktiv och standarder. Allakirjutanu kinnitab, et ülalnimetatud mudel on valmistatud kooskõlas järgmiste direktiivide ja normidega. Ar šo tiek apliecināts, ka augstākminētais modelis ir izgatavots atbilstoši šādām direktīvām un standartiem. Dolu podpísaný osvedčuje, že hore uvedený model sa vyrába v súlade s nasledujúcimi smernicami a normami. Je soussigné certifie que les modèles cidessus sont fabriqués conformément aux directives et normes suivantes. Undertegnede attesterer att ovennevnte modell är produsert i overensstemmelse med fölgende direktiv og standarder. Spodaj podpisani potrjujem, da je zgoraj omenjeni model izdelan v skladu z naslednjimi smernicami in standardi. Allekirjoittaia vakuuttaa että yllämainittu malli on tuotettu seuraavien direktiivien ja standardien mukaan. Ondergetekende verzekert dat de bovengenoemde modellen geproduceerd zijn in overeenstemming met de volgende richtlijnen en standaards. Aşağıda İmzası olan kişi, yukarıda bahsedilen model cihazın aşağıda verilen direktiflere ve standartlara uygunlukta imal edildiğini onaylar. EC Machinery hinery Directive Dire 98/37/EC EC C EMC Directive ctive 89/336/EEC 8 EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN 294, EN 349 EN 60335-1, EN 60335-2-72 EN 61000, EN 50366 Manufacturer: Nilfisk-Advance S.p.a. Authorized signatory: Franco Mazzini, General Mgr Date: Signature: Address: Strada Comunale della Braglia, 18, 26862 GUARDAMIGLIO (LO) - ITALY Tel: +39 (0)377 451124, Fax: +39 (0)377 51443 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING INLEIDING OPMERKING De nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderdelen die worden weergegeven in het hoofdstuk Beschrijving van de machine. DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen, het onderhoud, de vervangingsonderdelen en het verwijderen van de machine. De bedieners en bevoegde monteurs die met deze machine werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen, voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact op met Nilfisk voor meer uitleg. BETREFFENDE PERSONEN Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de machine. De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen door bevoegde monteurs uitgevoerd mogen worden. Nilfisk is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan uit het negeren van dit verbod. OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING De instructiehandleiding moet in de juiste houder bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft. CONFORMITEITSVERKLARING De conformiteitsverklaring die bij de machine wordt geleverd is een verklaring dat de machine voldoet aan de geldende wetgeving. OPMERKING Twee kopieën van de oorspronkelijke verklaring van overeenstemming zijn verstrekt samen met de machinedocumentatie. IDENTIFICATIEGEGEVENS Het serienummer en model van de machine staan op het plaatje (1). Het productiejaar van de machine wordt in de conformiteitsverklaring aangegeven. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de eerste twee cijfers van het serienummer van de machine. Het serienummer en het model van de benzinemotor staan op het plaatje (33). Deze informatie heeft u nodig om vervangingsonderdelen voor de machine en de benzinemotor te bestellen. Gebruik de onderstaande ruimte om de identificatiegegevens van de machine en de benzinemotor te noteren. Model MACHINE ............................................................................... Serienummer MACHINE ................................................................... Model MOTOR .................................................................................. Serienummer MOTOR ....................................................................... ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN – – Handleiding van de benzinemotor, bij de uitrusting van de machine, vormt een integraal deel van deze handleiding. Daarnaast zijn de volgende handleidingen leverbaar: • Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de uitrusting van de machine) • Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nilfisk) VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD Als er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij de servicecentra van Nilfisk laten uitvoeren. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt. Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nilfisk, zorg dan dat u het model en het serienummer altijd bij de hand heeft. 2 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS MODIFICATIES EN VERBETERINGEN Nilfisk streeft naar een constante perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modificaties en aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te voeren op een eerder aangeschafte machine. Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nilfisk. BEDRIJFSCAPACITEIT Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor het reinigen/vegen van gladde, solide vloeren en voor het verzamelen van stof en kleine vuildeeltjes in privé- en bedrijfsruimten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener. ALGEMENE OPMERKINGEN Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, vóór, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bediener in zijn rijpositie op de stoel bekeken (54). VERPAKKING VERWIJDEREN/AFLEVERING – – – 1. 2. 3. Volg bij het verwijderen van de verpakking de instructies op de verpakking zorgvuldig op. Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport. Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen. Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met de volgende lijst: Technische documentatie: • Gebruiksaanwijzing van de veegmachine • Handleiding van de benzinemotor • Catalogus met vervangingsonderdelen van de veegmachine Zekering Nr. 1 van 10 A Zekering Nr. 1 van 70 A VEILIGHEID De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen. Samenwerking met de bediener is van essentieel belang om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan. GEBRUIKTE SYMBOLEN GEVAAR! Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk afloop voor de bediener aan. LET OP! Dit symbool geeft een mogelijk risico op letsel voor personen of schade aan voorwerpen aan. WAARSCHUWING! Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door. OPMERKING Dit symbool geeft een waarschuwing aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. ADVIES Dit geeft aan dat de bedienershandleiding moet worden geraadpleegd voordat er een handeling wordt uitgevoerd. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 3 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING ALGEMENE INSTRUCTIES Hierna volgen waarschuwingen en specifieke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te voorkomen. GEVAAR! – Voordat er reinigings- of onderhoudswerkzaamheden, vervangingen van onderdelen of omzettingen naar andere functies worden uitgevoerd, moet u de accustekker eerst loskoppelen, de contactsleutel verwijderen en de parkeerrem inschakelen. – Deze machine mag alleen worden gebruikt door personen die op de juiste manier zijn geïnstrueerd. De machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap. – Wanneer u in de buurt van elektrische onderdelen werkt, verwijder dan al uw sieraden. – Zorg dat er geen vonken, vlammen of rokende/gloeiende materialen bij de accu’s in de buurt kunnen komen. Bij normaal gebruik van de machine kunnen er explosieve gassen vrij komen. – Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door veiligheidssteunen. – Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder de geopende motorkap, moet u ervoor zorgen dat de motorkap niet per ongeluk dicht kan vallen. – Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig zijn. Deze machine is niet geschikt voor het opzuigen van stoffen die gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn. – Let op: de brandstof is zeer licht ontvlambaar. – Roken en open vuur in ruimten waar brandstof wordt bijgevuld of opgeslagen is verboden. – Vul de brandstof altijd buiten of in een goed geventileerde ruimte bij met de motor uitgeschakeld. – Zet de motor uit en laat deze enkele minuten afkoelen voordat u de dop van de brandstoftank losdraait. – De brandstof gaat uitzetten en daarom mag de tank niet verder dan 4 cm onder de rand van de vulmond worden bijgevuld. Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop van de brandstoftank goed is afgesloten. – Wanneer er tijdens het tanken brandstof naar buiten loopt, moet u alle brandstof verwijderen en de dampen laten oplossen voordat u de motor start. – Zorg dat er geen brandstof op de huid komt en dat u de dampen niet inademt. Hou buiten bereik van kinderen. – Laat de motor niet kantelen tot een hoek waarbij de brandstof naar buiten kan lopen. – Wanneer de machine vervoerd wordt, mag de brandstoftank niet vol zijn en moet het brandstofkraantje gesloten zijn. – Zet geen voorwerpen op de motor. – Schakel de motor uit voordat u er werkzaamheden aan uitvoert. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt ingeschakeld, moet u altijd het kapje van de bougie of de minkabel van de accu ontkoppelen. – Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de handleiding van de benzinemotor, die een integraal deel vormt van deze handleiding. – Als de machine van loodaccu’s (WET) is voorzien, mag de machine zelf niet meer dan 30° ten opzichte van de vlakke grond worden gekanteld. Anders kan de uiterst corroderende vloeistof uit de accu lopen. Als de machine bij onderhoudswerkzaamheden moet worden gekanteld, moeten eerst de accu’s worden verwijderd. LET OP! Koolmonoxide (CO) kan hersenletsel of zelfs dodelijk letsel veroorzaken. De interne verbrandingsmotor van deze machine stoot koolmonoxide uit. Adem geen uitlaatgassen in. Gebruik alleen in afgesloten ruimte wanneer er voldoende ventilatie en een tweede persoon aanwezig zijn. 4 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS LET OP! – Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig door. – Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast komen te zitten in de bewegende delen van de machine. – Verwijder de contactsleutel om niet-geautoriseerd gebruik van de machine te voorkomen. – Een machine die onbeheerd wordt achtergelaten, moet worden vastgezet om onverwachte bewegingen te voorkomen. – Gebruik de machine niet op oppervlakken met een grotere hellingshoek dan aangegeven op de machine. – Gebruik alleen de borstels die bij de machine worden geleverd of in de gebruiksaanwijzing worden vermeld. Het gebruik van andere borstels kan de veiligheid in gevaar brengen. – Sluit voordat u de machine gebruikt alle afdekkingen en/of kleppen. – Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten. – - Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen. – Gebruik geen perslucht om de machine te reinigen, met uitzondering van de filters (zie het betreffende deel). – Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied van de machine bevinden. – Zet geen flessen vloeistof op de machine. – De temperatuur moet bij opslag van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen. – De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen. – De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen. – Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking als bij stilstand. Plaats de machine op een beschermde, droge plaats. deze machine is alleen voor gebruik onder droge omstandigheden; de machine mag dus niet worden gebruikt of opgeslagen onder vochtige omstandigheden. – Gebruik de machine niet als vervoermiddel of voor slepen/duwen. – De maximale draagkracht van de machine, naast het gewicht van de bediener, is 110 kg (het gewicht van het afval). – Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen. – Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water. – Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen. – Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan. – Gebruik de machine niet op hellingen of schuine oppervlakken met een grotere hellingshoek dan gespecificeerd. – Deze machine is niet geschikt voor gebruik op straat of openbare wegen. – Verwijder om geen enkele reden de beschermingen van de machine. – Houd u strikt aan de aanwijzingen bij gewone onderhoudswerkzaamheden. – Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine. – Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of van een bevoegd servicecentrum. – Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier en/ of bevoegde detailhandelaar. – Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het onderhoud dat in het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een servicecentrum worden uitgevoerd. – Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen (accu, kunststof, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde verzamelplaatsen worden gebracht (zie het hoofdstuk Verwijdering). – Tijdens de werking van de motor wordt de demper warm; raak de demper nooit aan als hij warm is om brandwonden of brand te voorkomen. – Laat de motor nooit draaien met onvoldoende olie, want dat kan ernstige schade veroorzaken. Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor terwijl de machine horizontaal staat. – Laat de motor nooit zonder luchtfilter draaien, omdat dit schade kan veroorzaken. – Technische werkzaamheden aan de motor moeten altijd door een bevoegd dealer worden uitgevoerd. Gebruik voor de motor alleen originele vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een mindere kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen. – Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de handleiding van de benzinemotor, die een integraal deel vormt van deze handleiding. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 5 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS BESCHRIJVING VAN DE MACHINE BOUW VAN DE MACHINE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Plaatje met serienummer / technische gegevens / conformiteitsmarkering Knipperlicht (altijd in werking als de sleutel in ’I’ staat) (optioneel) Afdekking van motor voor aanzuigsysteem Afvalcontainer (wanneer deze vol is, legen) Linkerklep (alleen voor onderhoud openen) Sluitingsstop links met veiligheidsbevestigingsschroef Rechterklep (voor verwijdering van de hoofdborstel) Sluitingsstop rechts Bedrijfsverlichting (optioneel) Zijborstel rechts Zijborstel links (optioneel) Hoofdborstel Klep motorruimte Aandrijfwielen achter op vaste as Sturend voorwiel Zijflap links Zijflap rechts Voorflap Achterflap Houder stoffilter Stelschroeven voor de richting van de bedrijfsverlichting Uitlaatspruitstuk motor Klep motorruimte (open) Accu Kastje met smeltzekeringen Stekker van motor voor aanzuigsysteem Pomp voor aandrijvingssysteem Olietank voor aandrijvingssysteem Benzinemotor Brandstofreservoir 54 2 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. Vuldop voor brandstof Luchtfilter motor Model en serienummer van de benzinemotor Dop voor motoroliepeil Vuldop voor bijvullen motorolie Dynamotor Schroef voor uitschakeling hydraulische pomp (voor duw-/trekbeweging van de machine, wanneer het aandrijfsysteem niet beschikbaar is) Aftapdop motorolie Startrelais motor Uitlaatleiding motorolie Reservoir voor hydraulische olie voor systeem voor heffen afvalcontainer Relais voor activering van pomp voor heffen afvalcontainer Motoren van aandrijfsysteem Bescherming benzinemotor Bevestigingsschroeven bescherming Steunen bescherming Tussenschot links Bevestigingsschroeven tussenschot Steunen tussenschot Zekering oplaadsysteem Bougie Demper motor Uitlaatleiding motor Bestuurdersstoel Steunstang van de motorkap Diode Aansluitschema accu’s 13 1 10 9 15 11 18 6 16 5 14 21 3 20 4 9 19 14 12 17 7 8 P100206 6 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING BEDIENINGSPANEEL EN KNOPPEN 61. Bevestigingsknop voor omhoog/omlaag brengen en kantelen van afvalcontainer 62. Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal 63. Stand voor schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel) 64. Stelknop voor indruk van hoofdborstel • Linksom draaien voor vergroting van de indruk van de borstel • Rechtsom draaien voor verkleining van de indruk van de borstel 65. Plaats voor optionele schakelaar 66. Schakelaar • (Laagste stand) activering aanzuigsysteem • (Hoogste stand) activering filterschudder 67. Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van afvalcontainer 68. Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer 69. Contactsleutel • In stand 0 stopt de benzinemotor en worden alle functies van de machine uitgeschakeld. • In stand ’I’ schakelt de machine de verschillende functies in; ook wordt het knipperlicht ingeschakeld. • Wanneer de sleutel helemaal naar rechts naar Start wordt gedraaid, start de benzinemotor; laat de sleutel los zodra de motor start en de sleutel keert terug naar stand ’I’. 70. Urenteller 71. Noodknop. Druk hierop in noodsituaties om alle functies van de machine te stoppen. U kunt hem weer resetten na het inschakelen door hem in de richting van de pijl op de knop zelf te drukken. 72. Stuur 73. Stelknop voor kanteling van stuurwiel 74. Startmechanisme voor koude motor 75. Bedieningshendel voor vergrendeling parkeerrem. De servicerem (82) wordt vergrendeld zodat hij als parkeerrem fungeert. 76. Pedaal voor voorwaartse/achterwaartse beweging 77. Hendel voor zijborstel rechts omhoog/omlaag 78. Hendel voor zijborstel links omhoog/omlaag (optioneel) 79. Bedieningshendel voor lengteverplaatsing van de stoel 80. Hendel voor het omhoog/omlaag brengen van de hoofdborstel 81. Pedaal voor omhoog brengen voorflap 82. Servicerempedaal 69 70 71 72 61 62 63 77 74 73 75 65 66 67 68 78 79 64 76 82 80 81 P100208 8 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ACCESSOIRES / OPTIES Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het gebruik van de machine: – Zijborstel links – Hoofd- en zijborstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel – Stoffilter in antistatisch polyester en in polyester BIA C – Zakfilter – Knipperlampje – Bedrijfslampje – Antigroevenflap – Antigroevenwielen – Beschermkap Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met uw leverancier. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Algemeen Waarden Breedte van het reinigingsvlak (met een zijborstel) 1.054 mm Breedte van het reinigingsvlak (met twee zijborstels) 1.308 mm Lengte machine 1.776 mm Breedte machine (met een zijborstel) 1.208 mm Breedte machine (met twee zijborstels) 1.310 mm Maximale hoogte van de machine (bij het stuur) 1.350 mm Minimale hoogte van de grond (zonder flaps) 60 mm Maximale hefhoogte voor afvalcontainer 1.650 mm Minimale/maximale hoogte vanaf de grond voor het lossen van afval 270/1.370 mm Minimale draaicirkel 1.685 mm Afmetingen hoofdborstel (diameter x lengte) 300 x 800 mm Diameter zijborstel 500 mm Maximale voorwaartse snelheid 7 km/h Maximale achterwaartse snelheid 3 km/h Maximale hellingshoek 20% Inhoud afvalcontainer 130 liter Maximaal hefbaar gewicht van de afvalcontainer 110 kg Gewicht vooras in beweging 297 kg Gewicht achteras in beweging 446 kg Totaalgewicht machine in beweging (met bediener op de machine) 743 kg Specifieke druk op de grond van achterwielen 1,2 N/mm2 Specifieke druk op de grond van voorwiel 1,1 N/mm2 Sturend voorwiel (diameter x breedte) 305 x 92 mm Achterste aandrijfwielen (diameter x breedte) 305 x 92 mm Geluidsdruk op het oor van de bestuurder (ISO 11201, ISO 4871) (LpA) 80 dB(A) ±3 dB(A) Geluidsvermogen geproduceerd door de machine (ISO 3744, ISO 4871) (LwA) 98 dB(A) Trillingsniveau op de arm van de bestuurder (ISO 5349-1) (*) < 2,5 m/s2 Trillingsniveau op het lichaam van de bediener (ISO 2631-1) (*) < 0,5 m/s2 (*) Bij normale werkomstandigheden op een vlakke ondergrond van asfalt. Benzinemotor (*) Gegevens Merk Briggs & Stratton Model Vanguard 9 HP Regelvermogen (ISO 1585) 6,7 kW Bedrijfstoerental 3.100 ±50 omw/min Dieselverbruik 1,7 liter/uur Inhoud brandstoftank 8,5 liter Type gebruikte olie SAE 5 W 30 - SYNTHETISCH API SJ (*) Zie voor de overige gegevens/waarden van de benzinemotor de betreffende gebruikershandleiding. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 9 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING Aanzuiging en stoffiltering Waarden Stoffilter van karton van 15-20 μm 3,6 m2 Drukverlaging hoofdborstelruimte 10,9 mm/H2O Elektrisch systeem Waarden Accu’s 2 x 12 V – 70 Ah Motor aanzuigsysteem 310 W, 3000 omw/min Motor hoofdborstel 500 W, 550 omw/min Motor filterschudder 90 W, 5700 omw/min Motor van filterschudder voor zakfilter (optioneel) 110 W, 3000 omw/min Hydraulisch aandrijvingssysteemWaarden Waarden Pomp voor aandrijvingssysteem SAUER HIDRO-GEAR BDP 10A Cilinderinhoud pomp voor aandrijfsysteem 10,2 cm3 Cilinderinhoud vulpomp 1,9 cm3 Maximale arbeidsdruk 70 Bar Maximale piekdruk 145 Bar Inhoud oliereservoir hydraulisch systeem 0,8 liter Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,2 liter Type gebruikte olie SAE 10 W 40 Hydraulisch systeem voor heffen van afvalcontainer Waarden Pomp Parker 108 AE S32 – 24 V Maximale druk 110 Bar Inhoud oliereservoir 0,75 liter Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,4 liter Olie hydraulisch systeem (bij een buitentemperatuur van meer dan 10°C) AGIP Arnica 46 (*) WAARSCHUWING! Als de machine wordt gebruikt in omgevingen met temperaturen lager dan +10°C, raden wij u aan de olie te vervangen door olie met een viscositeit van 32 cSt. Bij temperaturen onder 0°C moet u olie met een nog lagere viscositeit gebruiken. (*) Zie de tabel hieronder met de eigenschappen van de olie en de tabel met referentiespecificaties. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AGIP ARNICA SPECIFICATIES TER REFERENTIE 46 32 ISO-L-HV Viscositeit bij 40°C mm2/s 45 32 ISO 11158 Viscositeit bij 100°C mm2/s 7,97 6,40 Viscositeitsindex Ontbrandingspunt COC Vloeipunt Volumetrische massa bij 15°C AFNOR NF E 48603 HV / 150 157 AISE 127 °C 215 202 ATOS Tab. P 002-0/I °C -36 -36 kg/l 0,87 0,865 BS 4231 HSE CETOP RP 91 H HV COMMERCIAL HYDRAULICS Danieli Standard 0.000.001 (AGIP ARNICA 22, 46, 68) EATON VICKERS I-286-S3 EATON VICKERS M-2950 DIN 51524 t.3 HVLP LAMB LANDIS-CINCINNATI P68, P69, P70 LINDE PARKER HANNIFIN (DENISON) HF-0 REXROTH RE 90220-1/11.02 SAUER-DANFOSS 520L0463 10 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ELEKTRISCH SCHEMA Legende BAT BE1 BLK BZ1 C1 EBD ES0 ES1 ES2 ES3 ES4 ES5 ES6 FA FB FC FD F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 HM K1 L1 M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 P1 SPK SW1 SW2 SW3 SW4 SW5 SW6 SW7 SW8 SW9 SW10 SW11 SW12 SW13 SW14 SWS Kleurcodering Accu 24 V Zwaailicht (optioneel) Frame benzinemotor Geluidssignaal voor achteruitrijden - geluidssignaal Condensator akoestisch signaal achteruitgang Schema diode Relais motor gestart Relais van pomp voor afvalcontainer omhoog Relais van pomp voor afvalcontainer omlaag Relais filterschudder Relais aanzuigsysteem Startschakelaar Afstandsschakelaar hoofdborstel Herbruikbare zekering zijborstel rechts (10 A) Herbruikbare zekering zijborstel links (10 A) (optioneel) Herbruikbare zekering hoofdborstel (30 A) Zekering oplaadsysteem (70 A) Zekering sleutel (30 A) Zekering filterschudder (30 A) Zekering aanzuigsysteem (30 A) Zekering pomp afvalcontainer omhoog (30 A) Zekering geluidssignaal achteruitrijden en zwaailicht (10 A) Zekering bedrijfsverlichting (10 A) Zekering aandrijfmechanisme kantelen afvalcontainer (10 A) Urenteller Contactsleutel Bedrijfsverlichting (optioneel) Pomp voor afvalcontainer omhoog Aandrijfmechanisme voor kantelen afvalcontainer Motor filterschudder Motor aanzuigsysteem Motor zijborstel rechts Motor zijborstel links (optioneel) Motor hoofdborstel Dynamo Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal Bougie benzinemotor Schakelaar aanzuigsysteem/filterschudder Microschakelaar zijborstel rechts Schakelaar voor afvalcontainer omhoog/omlaag Schakelaar voor kantelen afvalcontainer Bevestigingsschakelaar voor beweging afvalcontainer Microschakelaar afvalcontainer horizontaal Microschakelaar eindaanslag afvalcontainer gesloten Microschakelaar afvalcontainer omhoog Microschakelaar eindaanslag afvalcontainer open Microschakelaar achterwaartse beweging Microschakelaar motorkap open Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel) Microschakelaar zijborstel links (optioneel) Microschakelaar voor hoofdborstel Noodknop SR 1301 P BK BU BN GN GY OG PK RD VT WH YE Zwart Blauw Bruin Groen Grijs Oranje Roze Rood Paars Wit Geel 1463388000(1)2008-05 A 11 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS HYDRAULISCH SCHEMA VAN HET HEFSYSTEEM VOOR DE AFVALCONTAINER Legende 1. 2. 3. 4. 5. 6. Olietank Oliefilter Pomp Motor Blokkeerklep hefcilinder Cilinder voor omhoog/omlaag brengen van de afvalcontainer 6 5 200 BAR 200 BAR 3 110 BAR 70 BAR 4 750cc / HYDRAULIC OIL 32 cSt 2 1 P100210 HYDRAULISCH SCHEMA VAN DE AANDRIJVING Legende 1. 2. 3. 4. Olietank Oliefilter Pomp Motoren 4 A B 88 CC/REV. 10,2 CC/REV. A 3000 RPM 88 CC/REV. 3 A 2 B B 4 100 MICRON 1 P100211 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 13 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING GEBRUIK 72 54 79 69 71 80 73 82 81 10 11 66 31 78 75 74 77 76 18 12 P100212 LET OP! Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden: – GEVAAR – LET OP – WAARSCHUWING – ADVIES Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen. Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn. VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE 1. Draai waar nodig de dop (31) los en vul brandstof bij. LET OP! De brandstof gaat uitzetten en daarom mag de tank niet verder dan 4 cm onder de rand van de vulmond worden bijgevuld. 2. 3. Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn. Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd. DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN Starten van de machine 1. 2. 3. 4. 5. Ga op de bestuurdersstoel (54) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (79). Deblokkeer de stelhendel (73) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (72) naar wens af. Laat tenslotte de stelhendel (73) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (80), (77), (78). Trek aan de hendel voor het startmechanisme bij een koude motor (74). OPMERKING Gebruik de hendel voor het startmechanisme bij een koude motor niet als de motor warm is en als de luchttemperatuur hoog genoeg is. 6. Start de benzinemotor met de contactsleutel (69). Als de motor is gestart, laat u de contactsleutel meteen los. LET OP! Druk tijdens het starten van de motor met de contactsleutel (69) het gaspedaal (76) niet in. 14 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS 7. 8. 9. 10. Laat de motor na het starten enkel seconden draaien en schakel daarna het mechanisme voor een koude start (74) uit. Laat de motor enkele minuten opwarmen. Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (82) te drukken en tegelijkertijd de hendel (75) te deblokkeren. Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (72). Druk op het voorste deel van het pedaal (76) om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen. De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal. 11. Zet de hoofdborstel met de hendel (80) omlaag. Activeer het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (66) te drukken. 12. Laat de zijborstel rechts met de hendel (77) zakken. 13. Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (78) zakken. OPMERKING De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet. De borstels draaien niet wanneer ze omhoog staan. 14. Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, manoeuvreert u het stuur (72) met uw handen en drukt u op het pedaal (76) om de machine te verplaatsen. De machine stoppen 15. Laat het pedaal (76) los om de machine te stoppen. Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (82) in. Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (71). U kunt de noodknop (71) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien. 16. Zet de hoofd- en zijborstels omhoog met de betreffende hendels (80), (77), (78). 17. Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (66). 18. Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten en te verwijderen. 19. Schakel de parkeerrem in door het pedaal (82) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (75) te activeren. MACHINE IN BEDRIJF 1. 2. Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de vloer achterblijven. Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorflap (18) door middel van de hendel (81) omhoog zetten. Let op: als de voorflap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner. LET OP! Wanneer u op natte oppervlakken moet werken, moet u het aanzuigsysteem met de schakelaar (66) uitschakelen om de stoffilter te beschermen. 3. Voor een goed veegresultaat moet het stoffilter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt de filter tijdens de werkzaamheden reinigen door de filterschudder kort te activeren; druk op het bovenste deel van de schakelaar (66) en activeer daarna het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (66) te drukken. Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de te reinigen zone). OPMERKING Deze handeling kan ook worden uitgevoerd terwijl de machine beweegt. WAARSCHUWING! Als het stoffilter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen. 4. Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (4) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende deel). WAARSCHUWING! De benzinemotor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in het carter zit. Het alarmsysteem stopt automatisch de motor voordat het oliepeil in het carter onder het veilige niveau komt. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 15 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING DE AFVALCONTAINER LEGEN 68 67 82 81 75 61 66 4 P100213 LET OP! Leeg de afvalcontainer altijd met een draaiende motor. Leeg de afvalcontainer niet terwijl de motor is uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. 1. 2. De maximale hoogte voor het legen van de afvalcontainer is 1.370 mm (zie afb. 2). Zet de machine bij de plek waar het vuil gestort moet worden en ga als volgt verder: • Breng de zijborstels en –hoofdborstel omhoog. • Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (66). • Activeer de filterschudder door op het bovenste deel van de schakelaar (66) te drukken. LET OP! Werk altijd op een vlak terrein zodat de machine niet uit balans kan raken. LET OP! Bij het omhoog brengen en legen van de afvalcontainer (4) moet u de parkeerrem ingeschakeld houden met het pedaal (82) en de hendel (75). 3. 4. 5. Zorg dat er geen mensen in de buurt van de machine staan, met name bij de afvalcontainer (4). Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omhoog (67) zodat de afvalcontainer (A, Afb. 1) omhoog gaat tot de gewenste hoogte. Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (68) van de afvalcontainer (B, Afb. 2). Leeg alle afval in de verzamelcontainer (A). WAARSCHUWING! De afvalcontainer (B, Afb. 2) van de machine kan alleen worden gekanteld op een minimale hoogte van 270 mm. 6. 7. Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (68) van de afvalcontainer om deze in de horizontale stand te zetten. Druk op de bevestigingsknop (61) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omlaag (67) om de afvalcontainer helemaal omlaag te zetten. WAARSCHUWING! De afvalcontainer kan niet omlaag worden gezet wanneer de container niet horizontaal staat. De machine is weer klaar voor gebruik. B A A P max 110 Kg (242,5 lb) Afbeelding 1 16 1463388000(1)2008-05 A 1370 mm (54 in) 8. P100214 SR 1301 P Afbeelding 2 P100215 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS NA GEBRUIK VAN DE MACHINE Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat: – Activeer de filterschudder kort door op het bovenste deel van de schakelaar (66) te drukken. – Leeg de afvalcontainer (4) (zie de procedure in het vorige deel). – Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (80). – Zet de zijborstels omhoog met behulp van de hendels (77) en (78). – Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten en te verwijderen. – Schakel de parkeerrem in door het pedaal (82) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (75) te activeren. DUW-/TREKBEWEGING VAN DE MACHINE Voor duw- of trekbewegingen van de uitgeschakelde machine gaat u als volgt te werk: – Schakel de machine uit door de contactsleutel (69) op ’0’ te zetten. – Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). – Verwijder de schroef (37). – Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23). – Duw of trek de machine. – Breng de schroef (37) aan wanneer de duw-/trekbeweging is voltooid. DE BEDRIJFSVERLICHTING AFSTELLEN (optioneel) U kunt de richting van de lichtstraal van de bedrijfsverlichting (9) eventueel afstellen met de schroeven (21). LANGE PERIODE VAN STILSTAND Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren: 1. Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is. 2. Ontkoppel de minklem (-) van de accu’s (24). 3. Behandel de benzinemotor (29) zoals wordt beschreven in de betreffende handleiding. EERSTE GEBRUIKSPERIODE Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 5 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren: 1. Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact zijn en geen lekkage vertonen. 2. Ververs de olie van de benzinemotor (zie het hoofdstuk Onderhoud). SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 17 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING ONDERHOUD De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud. Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifieke werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud. Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een bevoegd servicecentrum. In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures. De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindt u in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt. LET OP! De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel verwijderd) en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu’s. Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de onderhoudswerkzaamheden uitvoert. ONDERHOUDSSCHEMA Procedure Bij aflevering Na de eerste 5 uur Elke 10 uur en voor het gebruik Elke 25 uur Elke 50 uur Elke 100 uur Controle van het motoroliepeil Controle van het peil van de vloeistof in de accu’s Controle hoogte van de zij- en hoofdborstels Reiniging van het luchtvoorfilter van de motor (3) Reiniging en controle op beschadiging van het raamfilter Controle van het oliepeil van het hydraulisch systeem voor het omlaag brengen van de afvalcontainer Controle van het oliepeil in het aandrijfsysteem Controle van de hoogte en de werking van de flaps Reiniging van het brandstoffilter Controle en reiniging vonkenvanger Verversing van de motorolie (2) Controle van de werking van de filterschudder (1) Afstelling van de remmen (1) Controle spanning en reiniging aandrijfkettingen aandrijfwielen (1) Reiniging en controle op beschadiging van het zakfilter Controle van werking van aanzuigsysteem (1) Visuele controle van de aandrijfriem 18 (1) 1463388000(1)2008-05 A (1) SR 1301 P Elke 200 uur Elk jaar GEBRUIKSAANWIJZING Procedure Bij aflevering Na de eerste 5 uur Elke 10 uur en voor het gebruik Elke 25 uur Elke 50 uur NEDERLANDS Elke 100 uur Elke 200 uur Elk jaar Controle/reiniging ontstekingsbougie Controle van de bevestiging van de moeren en schroeven (1) (1) Controle van de spanning en reiniging van de stuurketting (1) Controle van de werking van de veiligheidsmechanismen (1) Controle van het motortoerental (1) Onderhoud luchtfilterhouder motor (3) Vervanging bougie (2) Reiniging koelsysteem motor (2) Vervanging van de aandrijfriem (1) (5) Controle op beschadiging van de pakkingen van de afvalcontainer (1) Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle van afvalcontainer omhoog (1) Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle van afvalcontainer horizontaal (1) Controle/afstelling van de speling van de kleppen (4) Verversing van de olie van het hydraulisch systeem voor heffen van de afvalcontainer en van het aandrijfsysteem (1) (2) (3) (4) (5) (6) (1) (6) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding. Of elk jaar. Of vaker in stoffige ruimten. Onderhoudswerkzaamheden onder bevoegdheid van een bevoegde dealer van Briggs & Stratton. Als dit nodig wordt geacht door de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud. Ververs de olie van het hydraulisch systeem de eerste keer na 500 bedrijfsuren en daarna na elke 2.000 uur of elk jaar. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 19 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL CONTROLEREN EN AFSTELLEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. 1. 2. Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer heeft. Ga hierbij als volgt te werk: • Zet de machine op een vlakke ondergrond. • Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en laat deze enkele seconden draaien. • Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst en uitschakelt. • Controleer of de indruk (A, Afb. 3) van de hoofdborstel over de hele lengte 2-4 cm breed is. Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt beschreven. Draai de hendel (A, Afb. 4), maar houd hierbij rekening met het volgende: • U kunt de breedte van de indruk vergroten door de hendel linksom te draaien. • U kunt de breedte van de borstel verkleinen door de borstel omhoog te zetten met de hendel (80) en de knop rechtsom te draaien. P100216 Afbeelding 3 OPMERKING Naast afstelling van de indruk op de grond kan de borstel ook met de knop worden afgesteld op basis van de slijtage van de haren. 3. 4. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. A OPMERKING Als u de indruk (A, Afb. 3) niet juist kunt afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan beide uiteinden verschillend is, vindt u in de werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure. 20 1463388000(1)2008-05 A P100217 Afbeelding 4 SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS DE HOOFDBORSTELVERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. LET OP! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de borstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in. 2. Zet de contactsleutel (69) in stand ’0’ en verwijder de sleutel. 3. Haal de steun (8) los en open de rechterklep (7). 4. Draai de knoppen (A, Afb. 5) los en verwijder ze. 5. Verwijder de afdekking voor de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6). 6. Verwijder de hoofdborstel (A, Afb. 7). 7. Controleer of de naaf (A, Afb. 8) geen vuil of voorwerpen (draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid. 8. Monteer de nieuwe hoofdborstel en zorg dat de haren (B, Afb. 8) in dezelfde richting als in de afbeelding staan. 9. Zet de nieuwe borstel (C, Afb. 8) in de machine en controleer of het contact (D) in de betreffende naafdrager (A) valt. 10. Monteer de afdekking van de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6) en draai de knoppen (A, Afb. 5) vast. 11. Sluit de rechterklep (7) en bevestig de steun (8). 12. Controleer de hoogte van de hoofdborstel en stel eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel. P100219 Afbeelding 6 P100220 Afbeelding 7 P100221 P100218 Afbeelding 8 Afbeelding 5 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 21 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS CONTROLEREN EN AFSTELLEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer hebben. Ga als volgt te werk: • Zet de machine op een vlakke ondergrond. • Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat deze enkele seconden draaien. • Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst. • Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de afbeelding (A en B, Afb. 9). Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van de zijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Gebruik voor de zijborstel rechts de hendel (A, Afb. 10) en draai de bevestigingsring (B) los. Stel de regelaar (C) af totdat de juiste indruk (A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de bevestigingsring (B, Afb. 10). Gebruik voor de zijborstel links de hendel (D, Afb. 10) en draai de bevestigingsring (E) los. Stel de regelaar (F) af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de bevestigingsring (E, Afb. 10). Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels nu de juiste hoogte van de grond hebben. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. P100222 Afbeelding 9 P100223 OPMERKING U kunt eventueel ook de hellingshoek van de zijborstels afstellen (zie de procedure in de werkplaatshandleiding). 22 1463388000(1)2008-05 A Afbeelding 10 SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS DE ZIJBORSTEL VERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. LET OP! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in. Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Breng de betreffende zijborstel door middel van de hendel (77) of (78) omhoog. Als u binnenin de zijborstel werkt, moet u de schroef (A, Afb. 11) losdraaien en vervolgens de zijborstel (B) met naaf (B) verwijderen nadat u de borstel van de as (C) heeft losgehaald. Haal de spie (D) en de borgring (E) terug. Verwijder op de werkbank de twee schroeven met moer (F, Afb. 11) en haal de borstel (H) van de naaf (G). Monteer de nieuwe zijborstel (H, Afb. 11) op de naaf (G) en draai de schroeven met moer (F) weer vast. Monteer de spie (D) en monteer daarna de nieuwe zijborstel met de naaf (B, Afb. 11). Monteer de borgring (E) en draai de schroef (A) vast. Controleer de hoogte van de zijborstel en stel deze eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel. P100224 Afbeelding 11 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 23 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET STOFPANEELFILTER OPMERKING Naast het kartonnen standaardfilter zijn er ook optioneel polyester filters verkrijgbaar. Deze procedure is van toepassing op alle typen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in. Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem (26) los Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B). Ontkoppel de stekker (A, Afb. 13) van de filterschudder. Draai de hendels (B, Afb. 13) los en verwijder het bevestigingsframe van het filter (C). Verwijder het stoffilter (D, Afb. 13). Reinig het filter buiten door het op een vlak en schoon oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (A, Afb. 14) die tegenover de zijde met het rooster (B) staat. Voltooi de reiniging door haaks met perslucht (C) van maximaal 6 bar te spuiten, maar alleen vanaf de kant die door het rooster (B) wordt beschermd, op een minimale afstand van 30 cm. Controleer of de filtereenheid geen scheuren vertoont. Hou bij de verschillende typen filters de volgende aanwijzingen aan: • Kartonnen filter (standaard): gebruik geen water of schoonmaakmiddelen om het te reinigen omdat het dan onherstelbaar beschadigd kan raken. • Polyester filter (optioneel): om het filter grondig te reinigen kunt u het filter met water en eventueel een niet schuimende schoonmaakmiddel reinigen. Hoewel het filter hierdoor schoner wordt, wordt de levensduur van het filter korter en zal dus vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van ongeschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele eigenschappen van het filter verminderen. 10. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (A, Afb. 15) in de filterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is. 11. Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage, let daarbij op het volgende: • Monteer het filter met het rooster (B, Afb. 14) naar boven gedraaid. A A B A P100225 Afbeelding 12 P100226 Afbeelding 13 P100227 Afbeelding 14 24 1463388000(1)2008-05 A P100228 Afbeelding 15 SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET ZAKFILTER OPMERKING De zakfilters van polyester worden over het algemeen gereinigd via de inschakeling van de elektrische filterschudder die tot de uitrusting van de machine behoort. Indien nodig kunnen ze ook aan de buitenzijde worden gereinigd aan de hand van de onderstaande procedure. Als de filteroppervlakken niet meer intact zijn, moet het filter vervangen worden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in. Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Koppel de stekker (26) van de motor voor het aanzuigsysteem los. Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B). Draai de knoppen (A, Afb. 16) los en verwijder de stangen (B). Koppel de stekker (B, Afb. 17) van de filterschudder los en verwijder het stoffilter (A). De bediener moet in een geschikte ruimte en voorzien van de juiste bescherming (handschoenen, masker en bril) de filterende polyester oppervlakken als volgt demonteren. Verwijder de motor van de filterschudder (A, Afb. 18) door de twee bevestigingsschroeven los te draaien. Open de steunen van de motor van de filterschudder (B, Afb. 18) volledig zodat de stangen voor het spannen van de filterzakken (C) los komen. Verwijder alle stangen voor het spannen van de filterzakken (D, Afb. 18). Haal de bovenste bevestigingskabel (E, Afb. 18) van het zakfilter los zodat u het bovenste frame (F) kunt verwijderen. Verwijder de scheider in de tassen (G, Afb. 18). Reinig de polyester oppervlakken (H, Afb. 18) op de vuile zijkant (gebruik een externe aanzuiger) door deze helemaal naar buiten te trekken of de zakken een voor een te reinigen. U kunt beide kanten van tassenscheider (G, Afb. 18) tegelijkertijd reinigen, waardoor alle vuiltjes van het filter worden verwijderd. Controleer of het filterende oppervlak geen scheuren vertoont. Anders moet het vervangen worden. U kunt ook perslucht van max. 6 bar gebruiken door de luchtstraal van de schone zijde naar de vuile zijde te richten. P100229 Afbeelding 16 P100230 Afbeelding 17 E G H F C D LET OP! We raden u af het filter met water te reinigen. De polyestervezels kunnen samentrekken waardoor het niet meer bruikbaar is. 15. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (C, Afb. 17) in de filterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is. 16. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. B A P100231 Afbeelding 18 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 25 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS Voorbereidende handelingen 1. 2. 3. 4. Leeg de afvalcontainer (ga te werk zoals beschreven in de gebruikershandleiding) om te voorkomen dat het gewicht van het afval in de container de regeling van de hoogte van de flaps in gevaar brengt. Zet de machine op een vlakke ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de flaps te controleren. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Controle van de zijflaps 5. 6. 7. Draai de steunen (8) en (6) los en open de kleppen rechts (7) en links (5). Controleer of de zijflaps heel zijn (A, Afb. 19). Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). Controleer of de zijflaps (A, Afb. 19) 0 tot 3 mm van de grond staan (Afb. 21). Haal eventueel de schroeven (B, Afb. 19) los en stel de stand van de flaps af. Draai daarna de schroeven (B) weer vast. Controle van de voor- en achterflap 8. 9. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel. Controleer of de voorflaps (A, Afb. 22) en de achterflaps (B) intact zijn. Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). 10. Controleer of de voorflaps (A, Afb. 22) en de achterflaps (B) de vloer lichtjes raken en of ze niet loskomen van de vloer (zie afbeelding 24). Draai eventueel de schroeven (C, Afb. 22) los en stel de stand van de flaps af. Draai daarna de schroeven (C) weer vast. 11. Druk het pedaal voor de voorflap (81) helemaal in en controleer of de voorflap ongeveer 5 cm omhoog komt. Laat het pedaal los en controleer of de flap weer in de beginstand gaat en niet halverwege blijft steken. Stel eventueel de kabel voor het heffen van de flaps (A, Afb. 23) af met de regelaar (B), links voor op de flap zelf (zie voor vervanging van de bedieningskabel voor de voorflap de werkplaatshandleiding). Instelling 12. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. Afbeelding 19 Afbeelding 22 26 P100232 P100235 1463388000(1)2008-05 A Afbeelding 20 Afbeelding 23 SR 1301 P P100233 P100236 Afbeelding 21 Afbeelding 24 P100234 P100237 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS CONTROLE VAN HET PEIL VAN DE OLIE VOOR HET HYDRAULISCH SYSTEEM VOOR HET HEFFEN VAN DE AFVALCONTAINER LET OP! Deze procedure moet worden uitgevoerd met de afvalcontainer (4) volledig naar binnen (zie de afbeelding). 1. 2. 3. 4. 5. 6. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Controleer of het oliepeil in de tank (41) tussen de merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil staat, zoals aangegeven in Afb. 25. Vul eventueel het peil bij via de dop (A, Afb. 25) met de olie die in het deel Technische eigenschappen wordt aangegeven. Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23). P100238 Afbeelding 25 A CONTROLE VAN HET OLIEPEIL IN HET AANDRIJFSYSTEEM 1. 2. 3. 4. 5. 6. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Controleer of het oliepeil in de tank (28) tussen de merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil staat, zoals aangegeven in Afb. 26. Vul het peil eventueel bij via de dop (A, Afb. 26) met motorolie SAE 10W40. Verwijder de steunstang (55) en sluit de motorkap (23). MAX MIN P100239 Afbeelding 26 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 27 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING CONTROLE VAN HET MOTOROLIEPEIL 1. 2. 3. 4. 5. 6. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (46) los te halen. Draai de peildop voor het motoroliepeil (34) los en reinig deze met een schone doek. Draai de peildop (34) helemaal vast en draai hem na enkele seconden opnieuw los. Controleer of het oliepeil tussen de markeringen ADD (minimumpeil) en FULL (maximumpeil) (A, Afb. 27) staat. Wanneer de olie onder het minimumpeil (ADD) staat, verwijdert u de dop van de vulmond (35) en vult u olie bij. WAARSCHUWING! Vul bij met hetzelfde type olie in de motor. 7. Plaats de dop van de vulmond (35) terug en controleer het oliepeil zoals hierboven werd beschreven. Voer de punten 3 tot en met 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit. FULL ADD A P100240 Afbeelding 27 VERVERSING VAN DE MOTOROLIE WAARSCHUWING! We raden u aan de olie te verversen als de motor nog warm is, zodat de olie beter wegstroomt. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (49) los te halen. Verwijder de dop van de vulmond voor de motorolie (35). Verwijder de aftapdop voor de motorolie (38) uit de slang (40) en laat alle olie in een geschikte opvangbak lopen. WAARSCHUWING! De verwijderde motorolie moet worden verwerkt volgens de geldende milieuwetgeving. 9. Plaats de aftapdop van de motorolie (38) op de slang (40). 10. Giet de nieuwe olie in de opening van de vulmond (35). OPMERKING Zie voor het type en de hoeveelheid van de motorolie het hoofdstuk Technische eigenschappen en de handleiding van de benzinemotor. 11. Bevestig de dop van de vulmond (35). 12. Draai de peildop voor de motorolie (34) na een paar seconden helemaal los en controleer of het oliepeil tussen de markeringen ADD (minimumpeil) en FULL (maximumpeil) (A, Afb. 27) staat. Vul eventueel bij. Draai de peildop (34) vast. 13. Voer de punten 4 tot en met 15,24 cm de omgekeerde volgorde uit. 28 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS REINIGING VAN HET LUCHTVOORFILTER VAN DE MOTOR EN ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTERHOUDER VAN DE MOTOR 1. 2. 3. 4. 5. 6. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen. Reinig het luchtvoorfilter van de motor en/of voer onderhoud uit aan de houder van het luchtfilter (A, Afb. 28) aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor. Plaats het tussenschot links (47) terug. REINIGING VAN HET KOELSYSTEEM VAN DE MOTOR 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen. Verwijder de schroeven (B, Afb. 28) en verwijder daarna de luchttoevoer (C). Reinig het motorkoelsysteem (D) aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor. Plaats het tussenschot links (47) terug. B A D C B P100241 Afbeelding 28 SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 29 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING REINIGING VAN DE VONKENVANGER 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Verwijder de schroeven (48) en verwijder daarna het tussenschot links (47) door de steunen (49) los te halen. Verwijder de bevestigingsschroeven en verwijder daarna de uitlaatleiding van de motor (53). Reinig de vonkenvanger aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor. Voer de punten 4 en 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit. REINIGING/VERVANGING VAN DE BOUGIE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Activeer de parkeerrem met het pedaal (82) en de hendel (75). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Verwijder de schroeven (45) en verwijder daarna het beveiligingsmechanisme voor de motor (44) door de steunen (46) los te halen. Reinig/vervang de bougie (51) aan de hand van de aanwijzingen in de handleiding van de benzinemotor. Voer de punten 4 en 12,70 cm de omgekeerde volgorde uit. CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN 1. 2. 3. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (82) en de hendel (75) in. Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (23) en zet deze vast met de steunstang (55). Controle/vervanging van de smeltzekeringen 4. 5. Verwijder de afdekking (A, Afb. 29) en noteer de standen van de zekeringen op de bijbehorende sticker. Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de volgende onderdelen (B): • Zekering F1 (30 A): Circuit sleutel • Zekering F2 (30 A): Filterschudder • Zekering F3 (30 A): Aanzuigsysteem • Zekering F4 (30 A): Hydraulische pomp • Zekering F5 (10 A): Knipperlamp (optioneel) • Zekering F6 (10 A): Bedrijfsverlichting (optioneel) • Zekering F7 (10 A): Aandrijfmechanisme afvalcontainer • Zekering F8 (30 A): Reservezekering Controle/vervanging van de zekering voor het oplaadsysteem 6. Controle/vervanging van de zekering van het oplaadsysteem FD (70 A) (50) Controle van de herbruikbare zekeringen 7. Controleer of de betreffende zekering tussen de volgende zekeringen is uitgeschakeld; reset de zekering nadat u heeft gewacht totdat de betreffende motor was afgekoeld: • Zekering FA (C, Afb. 29): Herbruikbare zekering motor zijborstel rechts • Zekering FB (D): Herbruikbare zekering motor zijborstel links (optioneel) • Zekering FC (E): Herbruikbare zekering voor de motor van de hoofdborstel Montage 8. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. E A C D B P100249 Afbeelding 29 30 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS STORINGEN LOKALISEREN Probleem De motor start niet met de contactsleutel. De motor stopt tijdens de werkzaamheden. Waarschijnlijke oorzaak Oplossing De motorklep (13) is niet goed gesloten. Sluit de motorklep. Het motoroliepeil is te laag. Controleer of het motoroliepeil tussen de merktekens (*) staat. De brandstof is op. Controleer of de tank (30) brandstof bevat. De brandstof komt niet bij de carburateur. Controleer of de brandstof bij de carburateur komt en of het brandstoffilter schoon is. (*) De bougie vonkt niet. Controleer of de bougie vonkt. (*) Het motoroliepeil is te laag. Controleer of het motoroliepeil tussen de merktekens (*) staat. De brandstof is op. Controleer of de tank (30) brandstof bevat. Het brandstoffilter is vuil. Reinig het brandstoffilter. (*) Het aanzuigsysteem is uit. Schakel het aanzuigsysteem in met de schakelaar (56). Het stoffilter is verstopt. Reinig het stoffilter. De afvalcontainer is vol. Leeg de afvalcontainer (4). De flaps zijn beschadigd of verkeerd afgesteld. Controleer of de flaps (16, 17, 18, 19) onbeschadigd en goed afgesteld zijn. De hoogte vanaf de grond van de borstels is niet goed afgesteld. Stel de hoogte vanaf de grond van de borstels (10, 11, 12) af. De parkeerrem is ingeschakeld. Controleer of de parkeerrem (84 met 76) uitgeschakeld is. Het oliepeil van het hydraulisch systeem is niet juist. Controleer het oliepeil van het hydraulisch systeem in de tank (28). De centrifugale schijf werkt niet goed. Controleer of de centrifugale schijf (koppeling benzinemotor - pomp aandrijfsysteem) goed werkt. (**) Het gaspedaal is niet goed afgesteld Stel het gaspedaal af. (**) Het oliepeil van het hydraulisch systeem is niet juist. Controleer het oliepeil van het hydraulisch systeem in de tank (41). Zekering F4 of F7 is gesprongen. Vervang zekering. Zekering F7 is gesprongen. Vervang zekering. De afvalcontainer staat niet ver genoeg omhoog. Breng de afvalcontainer omhoog tot minstens 300 mm. De afvalcontainer is niet helemaal in de horizontale stand gedraaid. Zet de afvalcontainer in de horizontale stand. De afvalcontainer gaat niet omlaag. In bepaalde klimaten kan de olie van het hydraulisch systeem langzaam door de veiligheidsklep lopen. Wacht enkele seconden tot de olie van het hydraulisch systeem wegstroomt. Met de klep van de motorruimte (13) omhoog blijft de benzinemotor draaien. De veiligheidsmicroschakelaar van de motorkap werkt niet. Repareer de microschakelaar. (**) De machine verzamelt weinig vuil/stof. Als ik het gaspedaal indruk, beweegt de machine niet of heel langzaam. De afvalcontainer gaat niet omhoog. De afvalcontainer kantelt niet. (*) Zie voor de juiste instructies de handleiding voor de benzinemotor. (**) Handelingen die door een servicecentrum van Nilfisk moeten worden uitgevoerd. Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding. SR 1301 P 1463388000(1)2008-05 A 31 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING VERWIJDERING Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht. Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens de geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht: – Accu’s – Polyester stoffilter – Hoofdborstel en zijborstels – Motorolie – Olie hydraulisch systeem – Filter voor olie hydraulisch systeem – Kunststof leidingen en onderdelen – Elektrische en elektronische onderdelen (*) (*) Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nilfisk-kantoor. 32 1463388000(1)2008-05 A SR 1301 P
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Nilfisk-ALTO SR 1301 P Handleiding

Categorie
Stofzuigers
Type
Handleiding