Nilfisk-ALTO FLOORTEC 560 P Handleiding

Type
Handleiding
FLOORTEC 560 P
DEUTSCH
BETRIEBSANLEITUNG
FRANÇAIS
MANUEL D’UTILISATION
ENGLISH
USER MANUAL
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
www.nilfisk-alto.com
S310072
S310088
S310027 S310028
S310029
S310074
S310075
S310030
S310032
S310034
B
C
D E
F G
IH
J K
3
3
3
3
2
1
11
10
8
25
7
14
21
12
20
9
6
4
2
1
3
2
26
17
6
16
23
5
18
19
22
24
8
30
28
29
27
2
13
15
5
31
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 1
INLEIDING ............................................................................................................................................. 2
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING .............................................................................................. 2
BETREFFENDE PERSONEN .......................................................................................................................... 2
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING .............................................................................................................. 2
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................................................................................................ 2
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN ..................................................................................................... 2
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD ........................................................................................ 2
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN ........................................................................................................... 2
VEILIGHEID ........................................................................................................................................... 2
GEBRUIKTE SYMBOLEN ................................................................................................................................ 3
ALGEMENE INSTRUCTIES ............................................................................................................................. 3
VERPAKKING VERWIJDEREN ............................................................................................................ 4
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE ....................................................................................................4
BEDRIJFSCAPACITEIT ................................................................................................................................... 4
ALGEMENE OPMERKINGEN .......................................................................................................................... 4
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ................................................................................................................... 5
ACCESSOIRES / OPTIES ................................................................................................................................ 6
GEBRUIK .............................................................................................................................................. 6
VOOR HET STARTEN ..................................................................................................................................... 6
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN ......................................................................................................... 6
MACHINE IN BEDRIJF ..................................................................................................................................... 7
AFVALCONTAINER LEGEN ............................................................................................................................ 7
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE .................................................................................................................... 8
MAXIMALE VOORWAARTSE BEWEGING ..................................................................................................... 8
LANGE PERIODE VAN STILSTAND ............................................................................................................... 8
EERSTE GEBRUIKSPERIODE ........................................................................................................................ 8
ONDERHOUD ....................................................................................................................................... 8
ONDERHOUDSSCHEMA ................................................................................................................................. 9
CONTROLE VAN DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL ........................................................................ 10
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN .............................................................................................................. 10
HOOGTEAFSTELLING VAN DE ZIJBORSTEL .............................................................................................11
DE ZIJBORSTEL VERVANGEN ..................................................................................................................... 11
REINIGING STOFFILTER EN CONTROLE OP BESCHADIGING ................................................................ 11
HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS CONTROLEREN ......................................................................... 12
WERKING VEILIGHEIDSSCHAKELAAR VOOR OPENING VAN DE MOTORKLEP CONTROLEREN ....... 12
STORINGEN LOKALISEREN ............................................................................................................. 13
VERWIJDERING ................................................................................................................................. 13
CE-CONFORMITEITSVERKLARING ................................................................................................. 14
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
2 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
INLEIDING
DOEL EN INHOUD VAN DEZE
HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien
van alle informatie die nodig is om deze machine op de
juiste en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie
in over technische aspecten, de werking, het stoppen,
onderhoud, vervangingsonderdelen en de veiligheid van
de machine.
De gebruikers en technici die verantwoordelijk zijn voor
het onderhoud van deze machine moeten de instructies in
deze uitgave zorgvuldig lezen, voordat ze met de machine
aan het werk gaan. Als u twijfelt over de instructies, kunt u
contact opnemen met een servicecentrum van Nilfisk-Alto
om zo duidelijkheid te krijgen.
BETREFFENDE PERSONEN
Deze handleiding is bestemd voor de gebruiker van de
machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het
onderhoud van de machine.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De bedieningshandleiding moet in een geschikte envelop
bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen
vloeistoffen of andere materialen bij komen zodat de
handleiding goed leesbaar blijft.
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het serienummer en het model van uw machine worden
weergegeven op het plaatje (1, Afb. U) dat op het chassis
is aangebracht en dat leesbaar is als de motorklep (4)
wordt geopend.
Het productiejaar van de machine is weergegeven in de
CE-aanduiding. Het productiejaar kan ook worden
afgeleid van de eerste twee cijfers van het serienummer
van de machine.
Het serienummer en model van de benzinemotor staan op
de posities (2 en 3, Afb. U).
Deze informatie heeft u nodig wanneer u
vervangingsonderdelen voor de machine en de motor
bestellen wilt. Gebruik de ruimte hieronder om de
identificatiegegevens van uw machine en de
benzinemotor te noteren zodat u ze altijd bij de hand heeft.
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
Handleiding van de benzinemotor, deze wordt bij de
machine geleverd en is een integraal onderdeel van
deze handleiding.
Daarnaast zijn de volgende handleidingen leverbaar:
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de
servicecentra van Nilfisk-Alto).
Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort
tot de uitrusting van de machine).
VERVANGINGSONDERDELEN EN
ONDERHOUD
Als er onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan de
machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel
of bij een servicecentrum van Nilfisk-Alto (zie deze
handleiding) uit laten voeren; er mogen alleen originele
vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt.
Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en
accessoires wilt bestellen bij Nilfisk-Alto, zorg dan dat u
het model en het serienummer altijd bij de hand heeft.
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Bij Nilfisk-Alto streven we constant naar perfectie van
onze producten en we behouden ons het recht voor
modificaties en aanpassingen aan te brengen indien wij
die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of
verbeteringen door te voeren op een eerder aangeschafte
machine. Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van
accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en
uitgevoerd door Nilfisk-Alto.
VEILIGHEID
De onderstaande symbolen worden gebruikt om
eventuele gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze
informatie altijd aandachtig door en neem de nodige
voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te
beschermen.
Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen
is effectief zonder de volledige medewerking van de
persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van
de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een
bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden
veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire
veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige
bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het
meest effectief in elk preventieplan.
Model MACHINE .........................................................
Serienummer MACHINE ............................................
Model MOTOR ...........................................................
Serienummer MOTOR ................................................
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 3
GEBRUIKTE SYMBOLEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en specifieke
aandachtspunten die helpen om mogelijke schade aan de
machine of letsel bij personen te voorkomen.
GEVAAR!
Verwijder de contactsleutel van de motor voordat u
onderhouds-/reparatiewerkzaamheden uitvoert.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door
speciaal opgeleid en bevoegd personeel. De
machine mag niet worden gebruikt door kinderen of
mensen met een handicap.
Draag geen sieraden als u in de buurt van
bewegende onderdelen werkt.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine
als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar
schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of
explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig
zijn.
Let op: de benzine is zeer licht ontvlambaar.
Rook niet en hou open vuur weg van de plaats waar
de motor wordt bijgevuld met brandstof of op plaatsen
waar brandstof wordt bewaard.
Vul de brandstof niet verder bij dan tot de markering
(1, Afb. S) voor het maximale niveau.
Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop
van de brandstoftank goed is gesloten.
Als u tijdens het vullen brandstof heeft geknoeid,
maak alles dan goed schoon en laat de dampen
verdwijnen voordat u de motor aan zet.
Zorg dat er geen benzine op de huid komt en dat u de
dampen niet inademt. Houd buiten bereik van
kinderen.
Laat de motor niet meer dan 20° kantelen; als de
motor verder wordt gekanteld, kan er brandstof uit de
tank lopen.
De uitlaatgassen van de benzinemotor bevatten
koolmonoxide, een giftig, reukloos en kleurloos gas.
Zorg dat u het niet inademt. Bewaar de motor niet op
een afgesloten plaats.
Zet geen voorwerpen op de motor.
Zet de benzinemotor altijd uit voordat u er aan gaat
werken. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk
aan gaat, moet u altijd het dopje van de bougie
ontkoppelen.
LET OP!
Lees voordat u onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert
alle instructies met betrekking tot
onderhoud/reparatie zorgvuldig door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat haar, sieraden en losse
kledingstukken vast komen te zitten in de bewegende
delen van de machine.
Laat de machine nooit onbeheerd staan met de
sleutel in het contactslot van de motor en controleer
altijd of de machine niet uit zichzelf kan bewegen.
Gebruik de machine niet op oppervlakken die een
schuinere hellingshoek hebben dan op het plaatje
van de machine staat aangegeven.
Was de machine niet met directe waterstralen, een
hogedrukspuit of met bijtende materialen. Gebruik
geen perslucht voor de algemene reiniging van de
machine.
Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten.
Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich
geen mensen in het werkgebied van de machine
bevinden.
De opslagtemperatuur van de machine moet tussen
0°C en +40°C liggen.
De temperatuur moet bij gebruik van de machine
tussen de 0°C en +40°C liggen.
De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95%
liggen.
Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of
andere weersomstandigheden staat, zowel in
werking als bij stilstand.
Gebruik de machine niet als vervoermiddel.
Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat
om schade aan de vloer te voorkomen.
Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik
geen water.
Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de
kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen.
Pas de bedrijfssnelheid van de machine aan het
oppervlak aan.
Verwijder de beschermingsdelen van de machine
nooit met de hand; hou u nauwkeurig aan de
instructies voor normaal onderhoud.
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk
dodelijk afloop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op
persoonlijk letsel aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of
opmerking aan over de werking van de
sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de
blokken tekst die met dit symbool zijn
gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Bij deze handelingen kunt u de
gebruikershandleiding erbij nemen.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
4 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant
op de machine.
Als u afwijkingen in de werking van de machine
vermoedt, controleer dan of deze niet worden
veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud.
Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van
bevoegd personeel of van een bevoegd
servicecentrum.
Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE
vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier
en/of bevoegde detailhandelaar.
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte
werking van de machine moet het geplande
onderhoud dat in het betreffende hoofdstuk in deze
handleiding wordt aangegeven door bevoegd
personeel of bij een servicecentrum worden
uitgevoerd.
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet
onbemand staan vanwege de giftige en/of
schadelijke materialen (olie, kunststoffen, etc.). Deze
moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen worden gebracht.
Bij normaal gebruik veroorzaken de trillingen van de
machine geen gevaarlijke situaties (3,3 m/s2 EN
1033-1995-08).
Tijdens de werking van de benzinemotor wordt de
demper warm; raak de demper nooit aan als hij warm
is om brandwonden of brand te voorkomen.
Laat de benzinemotor nooit draaien met onvoldoende
olie, want dat kan ernstige schade veroorzaken.
Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor
terwijl de machine horizontaal staat.
Laat de benzinemotor nooit zonder luchtfilter draaien;
dit kan de motor beschadigen.
Technische interventie aan de benzinemotor moet
altijd door een bevoegd persoon worden uitgevoerd.
Gebruik voor de benzinemotor alleen originele
vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het
gebruik van vervangingsonderdelen van een mindere
kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen.
VERPAKKING VERWIJDEREN
Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de
kartonnen verpakking en de machine niet zijn beschadigd
tijdens het transport. Als u beschadigingen heeft
aangetroffen, bewaar de verpakking dan zoals u deze van
de transporteur heeft ontvangen. Neem onmiddellijk
contact op met de transporteur om een verzoek tot
schadevergoeding in te vullen.
Controleer altijd of de volgende onderdelen bij uw
machine zijn geleverd:
Handleiding van de veegmachine
Handleiding van de benzinemotor
Catalogus met vervangingsonderdelen
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
BEDRIJFSCAPACITEIT
De veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor de
reiniging (door middel van borstelen en aanzuiging) van
gladde en solide vloeren in openbare en bedrijfsruimten,
en het verzamelen van stof en kleine vuildeeltjes. Deze
werkzaamheden moeten onder gecontroleerde veilige
omstandigheden door een bevoegde bediener worden
uitgevoerd.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, voor,
rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de
bedienerstoel in de rijpositie met de handen op het stuur
bekeken (1, Afb. C).
Bedieningspaneel
(Zie Afb. B)
1. Bedieningspaneel
2. Contactsleutel voor starten/stoppen
3. Bevestigingsschroeven van het paneel
Buitenkant (algemeen)
(Zie Afb. C)
1. Stuur
2. Hendel voor afstellinghoek stuur
3. Snelheidshendel
4. Opbergvak
5. Motorkap
6. Achterwielen op vaste as
7. Draaiend voorwiel
8. Zijborstel
9. Hoofdborstel (binnenin)
10. Hendel voor heffing en hoogteafstelling van de
zijborstel
11. Stop zijborstel
12. Zijflap links
13. Zijflap rechts
14. Flap voor
15. Flap achter
16. Afvalcontainer
17. Haak van de afvalcontainer
18. Handgreep van de afvalcontainer
19. Handgreep van de handmatige filterschudder
20. Verwijderbare klep van de hoofdborstel
21. Regelaar links voor de hoogte van de hoofdborstel
22. Regelaar rechts voor de hoogte van de hoofdborstel
23. Rechterklep van de hoofdborstel
24. Bevestigingsschroeven rechterklep van de
hoofdborstel
25. Rempedaal op het voorwiel (optioneel)
26. Brandstoftankdop
27. Handgreep met koord voor trekstarten van de motor
28. Uitlaat motor
29. Toegangsopening tot de benzinekraan en de starter
van de motor
30. Ventilatierooster van de benzinemotor
31. Hendel flap omhoog voor
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 5
Onder de motorkap
(Zie Afb. U)
1. Plaatje met serienummer / technische gegevens /
CE-markering van de machine
2. Model van de benzinemotor
3. Serienummer van de benzinemotor
4. Motorklep (geopend)
5. Benzinemotor
6. Bougie
7. Luchthendel (starter)
8. Kraantje voor openen/afsluiten benzinetoevoer
9. Benzinetank
10. Dop van de benzinetank
11. Luchtfilter
12. Gashendel (geijkt door de fabrikant: deze mag niet
met de hand worden aangeraakt of worden
gebruikt om het toerental van de motor te
wijzigen!)
13. Handgreep met koord voor trekstarten van de motor
14. Dop voor bijvullen en controleren oliepeil van de
motor
15. Aftapdop motorolie
16. Riem van de benzinemotor
17. Riem van de hoofdborstel
18. Riem van de aandrijving
19. Riem van de zijborstel
20. Riemschijf van de benzinemotor
21. Riemschijf van de hoofdborstel
22. Riemschijf van de aandrijving
23. Riemschijf van de zijborstel
24. Aanzuigventilator
25. Demper van de benzinemotor
(Zie Afb. V)
1. Kraantje voor openen/afsluiten benzinetoevoer
(Zie Afb. W)
1. Luchthendel (starter)
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Schema’s
Elektrische installatie (zie Afb. X);
FR: chassis van de motor
K1: schakelaar voor starten/stoppen motor
SP: ontstekingsbobine van de motor
SW1: beveiligingsschakelaar opening motorklep
Kleurcodering
RD: rood
BK: zwart
Afmetingen Waarden
Breedte van het reinigingsvlak, zonder
zijborstel
600 mm
Breedte van het reinigingsvlak, met
zijborstel
791 mm
Lengte machine, minimum 1.070 mm
Breedte van de machine, zonder zijborstel 773 mm
Hoogte met verlaagd stuur 836 mm
Minimale hoogte van de grond 40 mm
Hoogte van het stuur, minimum/maximum 824 / 1.120 mm
Afmetingen hoofdborstel 265 mm x 600 mm
Afmetingen zijborstel 420 mm
Snelheid op maximale kracht 4,4 km/u
Maximaal haalbare hellingsgraad 2%
Inhoud afvalcontainer 50 L
Totaalgewicht machine 105 Kg
Voorwiel, sturend 125/37,5-50 mm
Achterwielen, aandrijving 250 x 50 mm
Geluidsniveau (L
pA
) 77 dB(A)
Benzinemotor Gegevens
Merk Honda
Model GX100
OPMERKING
Zie voor de overige gegevens/waarden van de
benzinemotor de betreffende handleiding.
Aanzuiging en stoffiltering Waarden
Stoffilter, van karton, 5-10 µm 2 m
2
Omlaag brengen hoofdborstelruimte 12 mm H
2
O
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
6 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering van de
machine kan deze worden uitgerust met de volgende
accessoires, afhankelijk van het gebruik van de machine:
hoofd- en zijborstel met hardere of zachtere haren
dan de standaardborstel
stoffilter in antistatisch polyester en in polyester BIA C
voorwiel met rempedaal
Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde
optionele accessoires contact op met een leverancier.
GEBRUIK
Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de
betekenis van deze symbolen goed kennen.
Dek de stickers niet af en vervang ze onmiddellijk als ze
beschadigd zijn.
VOOR HET STARTEN
1. Controleer of de afvalbak (16, Afb. C) goed is
gesloten voordat u de machine start.
2. Vul eventueel benzine bij. Draai eerst de dop los (26,
Afb. C)
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1. Laat het stuur zakken (1, Afb. C) door middel van de
hendels (2).
2. Controleer of de zijborstel (8, Afb. C) is omhoog staat.
3. Zet het benzinekraantje (1, Afb. V) in de stand ON,
zonder de motorklep omhoog te zetten (5, Afb. C),
maar door uw hand in de opening (29, Afb. C) te
steken.
4. Zet de luchthendel (starter) (1, Afb. W), in de stand
'gesloten' (2); zet de motorklep niet omhoog (5, Afb.
C), maar steek uw hand in de opening (29, Afb. C).
5. Draai de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb.
B) in stand “I”.
6. Trek de handgreep (27, Afb. C) voor de trekstarter
van de motor langzaam aan, totdat u een bepaalde
weerstand van de motor voelt. Trek daarna wat
harder en met een ruk en start de motor.
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes
aangebracht met de volgende woorden:
GEVAAR!
LET OP!
WAARSCHUWING
ADVIES
WAARSCHUWING!
Vul de brandstof niet verder bij dan tot de
markering (1, Afb. T) voor het maximale
niveau.
OPMERKING
Gebruik de luchthendel niet als de motor warm
is en als de luchttemperatuur hoog genoeg is.
WAARSCHUWING!
Laat de handgreep met het snoer (27, Afb.
C) niet te hard terugkomen, maar breng
hem voorzichtig weer in positie. Zo ontstaat
er geen schade aan het startsysteem.
WAARSCHUWING!
Als u de motor met de handgreep start (27,
Afb. C), mag u niet aan de hendel voor
voorwaartse beweging trekken (3, Afb. C).
LET OP!
De motor mag niet met de handgreep
worden gestart (27, Afb. C) terwijl de
motorklep (5, Afb. C) open staat. Een
veiligheidssysteem voorkomt dan dat er
kan worden gestart.
OPMERKING
Als de motor draait, draait de hoofdborstel
altijd. De zijborstel staat stil als deze zich in de
omhoogstand bevindt.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 7
7. Haal de luchthendel (starter) (1, Afb. W) ongeveer vijf
seconden nadat de motor is gestart los, niet door de
motorklep omhoog te zetten (5, Afb. C), maar door uw
hand in de opening (29, Afb. C) te steken.
8. Haal het rempedaal (25, Afb. C) (optioneel) los.
9. Laat de zijborstel (8, Afb. C) zakken door de hendel
(10) te laten zakken (zonder draaien), nadat u de
stop (11) heeft losgehaald.
10. Trek voorzichtig aan de snelheidshendel (3, Afb. C)
totdat de machine begint te bewegen.
11. De snelheid is proportioneel met de druk die op de
snelheidshendel (3, Afb. C) wordt uitgeoefend.
De machine stoppen
1. Om de machine te stoppen hoeft u alleen maar de
snelheidshendel (3, Afb. C) volledig los te laten.
2. Om de zijborstel (8, Afb. C) te laten stoppen met
draaien, doet u de hendel (10) (zonder draaien)
omhoog zodat deze in de stop (11) gaat.
3. Om de hoofdborstel (9, Afb. C) en de
aanzuigventilator (24, Afb. U) te laten stoppen draait
u de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb. B) in
stand 'O'.
4. Ten slotte sluit u het benzinekraantje (1, Afb. V) in de
opening (29, Afb. C).
MACHINE IN BEDRIJF
1. Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met
de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er
markeringen op de vloer achterblijven.
2. Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke
stukken moet u de voorflap door middel van de
hendel (31, Afb. C) omhoog brengen. Let op: als de
voorflap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit
van de machine kleiner.
3. Voor een goed resultaat moet het stoffilter altijd zo
schoon mogelijk zijn. Als u het tijdens het vegen wilt
schoonmaken, gebruikt u de filterschudder. Ga als
volgt te werk:
trek enkele malen aan de handgreep (19, Afb. C)
totdat hij niet verder gaat en laat hem los: de
interne contraveer raakt het frame van het
stoffilter, waardoor het heen en weer gaat;
herhaal deze handeling gemiddeld elke 10
minuten tijdens de werkzaamheden (dit is
afhankelijk van de hoeveelheid stof in de te
reinigen zone)
Als de werkzaamheden zijn voltooid en als de
afvalcontainer (16, Afb. C) vol is, moet deze geleegd
worden.
AFVALCONTAINER LEGEN
1. Schakel de machine uit door de snelheidshendel (3,
Afb. C) los te laten.
2. Draai de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb.
B) in de stand “0”.
3. Zet de filterschudder aan door middel van de
handgreep (19, Afb. C).
4. Haal de haak los (17, Afb. C) door aan het kortste
uiteinde te trekken.
5. Haal met behulp van de handgreep (18, Afb. C) de
afvalcontainer (16) los en leeg deze in de daarvoor
bestemde bak.
6. Zet de afvalcontainer weer terug en bevestig de haak
(17) opnieuw.
7. Start de motor opnieuw.
De machine is weer klaar voor gebruik.
OPMERKING
De zijborstel (8, Afb. C) kan omhoog en
omlaag worden gebracht terwijl de motor
werkt.
OPMERKING
Als het stoffilter verstopt of de afvalbak vol is,
kan de machine geen stof en vuil meer
verzamelen.
WAARSCHUWING!
Gebruik de machine niet op een natte
ondergrond om schade aan het stoffilter te
voorkomen.
OPMERKING
Als de afvalcontainer vol is, kan de machine
geen stof en vuil verzamelen.
WAARSCHUWING!
De benzinemotor heeft een alarmsysteem
dat schade aan de motor zelf voorkomt als
er niet genoeg olie in het carter zit. Voordat
het oliepeil in het carter onder het veilige
niveau komt, stopt het alarmsysteem
automatisch de motor.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
8 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen
uitvoeren voordat u machine achterlaat:
zet de filterschudder aan door middel van de
handgreep (19, Afb. C).
leeg de afvalcontainer (16, Afb. C) (zie de instructies
in het vorige deel)
breng de zijborstel omhoog met behulp van de hendel
(10, Afb. C)
haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
controleer of de machine niet uit zichzelf kan
bewegen
schakel het rempedaal (25, Afb. C) (optioneel) in
sluit het benzinekraantje (1, Afb. V) via de ruimte (29,
Afb. C).
MAXIMALE VOORWAARTSE BEWEGING
De machine kan op maximale snelheid draaien als de
contactsleutel 2, Afb. B) in stand “0” of stand “I” staat.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt,
raden wij u het volgende aan:
1. Controleer of de opbergruimte van de machine
schoon en droog is.
2. Zet de machine iets omhoog zodat de flaps, de
hoofdborstel en de wielen de grond niet raken.
3. Behandel de benzinemotor zoals wordt beschreven
in de gebruikershandleiding.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de
volgende handelingen uitvoeren:
1. Controleer of alle bevestigings- en
aansluitingselementen nog goed vast zitten;
controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact zijn
en geen lekkage vertonen.
2. Na de eerste 20 bedrijfsuren of na de eerste maand
moet de olie van de benzinemotor worden ververst
(zie de instructies in de handleiding van de motor).
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige
werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en
regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig
onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van
de specifieke werkomstandigheden en worden bepaald
door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
Alle regelmatige of buitengewone
onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd
door bevoegd personeel of bij een bevoegd
servicecentrum.
In deze handleiding worden alleen de eenvoudigste en
meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden aan de
machine beschreven.
Zie voor andere procedures dan de
onderhoudswerkzaamheden uit het gewone en
buitengewone onderhoudsschema de handleiding van de
benzinemotor en/of ga naar de bevoegde servicecentra.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten bij
een uitgeschakelde machine worden
uitgevoerd (de contactsleutel voor
starten/stoppen moet uit het contact zijn
gehaald). Lees altijd alle instructies in het
hoofdstuk Veiligheid.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 9
ONDERHOUDSSCHEMA
(1): noteer voor bepaling van de onderhoudstermijnen de bedrijfsuren
(2): of voor elk gebruik
(3): zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding
(4): of elk jaar
(5): of vaker in stoffige ruimten
(6): onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een bevoegde Honda-dealer, tenzij de bediener
beschikt over de uitrusting en technische gegevens en zich bevoegd voelt de werkzaamheden uit te voeren.
(7): zie voor de betreffende procedure de handleiding van de benzinemotor
(8): als dit nodig wordt geacht door de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud
Bediening
Bij
aflevering
Elke 10 uur
(1)
Eerste
maand of na
de eerste 29
uur (1)
Elke 50 uur
(1)
Elke 100 uur
(1)
Elke 200
uur (1)
Elke 300
uur (1)
Elke 2 jaar
Controle peil motorolie (2) (7)
Controle luchtfilter motor (2) (7)
Reiniging luchtfilter motor (5) (7)
Visuele controle van de aandrijfriemen
motor, aandrijving, hoofdborstel, zijborstel
(3) (3)
Controle hoogte en werking flaps
Controle hoogte zij- en hoofdborstels
Reiniging stoffilter en controle op
beschadiging
(2)
Verversing motorolie (7) (4) (7)
Controle werking filterschudder (3)
Afstelling koppeling aandrijfriem (3)
Controle/reiniging ontstekingsbougie (7)
Reiniging brandstoftank en -filter (6)
Controle bevestiging schroeven en moeren (3)
Vervanging aandrijfriemen: motor,
aandrijving, hoofdborstel, zijborstel
(3) (8)
Controle werking veiligheidsschakelaar
voor opening motorklep
Controle motortoerental (3)
Vervanging luchtfilter van de motor (5) (7)
Vervanging ontstekingsbougie (4) (7)
Controle/afstelling speling van de kleppen
van de motor
(6)
Reiniging verbrandingskamer motor (6)
Controle/vervanging van de
brandstofleiding
(6)
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
10 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
CONTROLE VAN DE HOOGTE VAN DE
HOOFDBORSTEL
1. Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de
vloer heeft. Ga als volgt te werk:
zet de machine op een vlakke ondergrond.
zet de machine stil en laat de hoofdborstel enkele
seconden draaien.
zet de hoofdborstel stil en verplaats de machine.
controleer of de indruk (1, Afb. D) van de
hoofdborstel over de hele lengte 2 tot 4 cm breed
is.
Als de indruk (1) hiervan afwijkt, kunt u de hoogte van de
borstel afstellen. Ga te werk als in punt 2.
2. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel
indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in.
3. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
4. Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de
machine los.
5. Stel aan beide kanten van de machine, zo veel als
nodig is, de indicator (2) om de hoogte van de borstel
af te stellen bij en draai de knoppen (1) opnieuw aan.
6. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
7. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het
volgende deel worden vervangen.
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
1. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel
indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in.
2. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
3. Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de
machine los.
4. Gebruik de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van
de machine, zo veel als nodig is, om de indicator (2)
zo in te stellen dat de borstel op de juiste hoogte van
de grond is. Draai de knoppen (1) opnieuw aan.
5. Doe de motorklep omhoog (5, Afb. C). Draai de knop
(3, Afb. E) aan de linkerkant los.
6. Verwijder de afdekking (1, Afb. F) van de borstel en
trek deze naar buiten om hem uit de stops (2) te
halen.
7. Verwijder de borstel (1, Afb. G).
8. Controleer ook of de naaf (4, Afb. R) geen vuil of
voorwerpen (draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn
meegedraaid.
9. Tref voorbereidingen voor de montage van de nieuwe
borstel, draai hem zodanig dat de haren van de
borstel in de juiste richting staan (1, Afb. H), zoals u
in de afbeelding ziet (vanaf boven gezien).
10. Steek de nieuwe borstel in de machine en controleer
of het contact (1, Afb. I) in de betreffende naaf (4, Afb.
R) valt.
11. Plaats de afdekking (1, Afb. F) van de borstel weer
terug en laat hem in de steunen vallen (2).
12. Draai de knop (3, Afb. E) opnieuw aan.
13. Voer de handeling Hoogteafstelling van de
hoofdborstel uit, zie het vorige deel.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
OPMERKING
De indicator (2) moet aan beide kanten van de
machine in dezelfde stand staan; de maximaal
toegestane afwijking is twee markeringen voor
de indruk (1, Afb. D) van 2 tot 4 cm die in punt
1 werd genoemd.
WAARSCHUWING!
Als de indruk van de hoofdborstel op de
grond te groot is (meer dan 4 cm), dan kan
dit problemen opleveren voor de werking
van de machine en kunnen de bewegende
delen oververhitten. Hierdoor kan de
levensduur van de machine aanzienlijk
afnemen.
Wees nauwkeurig bij het uitvoeren van de
bovenstaande controle en laat de machine
nooit werken als hij niet aan de genoemde
voorwaarden voldoet.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te
dragen als u de borstel vervangt omdat er
scherpe deeltjes tussen de haren van de
borstel kunnen blijven hangen.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 11
HOOGTEAFSTELLING VAN DE
ZIJBORSTEL
1. Controleer of de zijborstel de juiste hoogte van de
vloer heeft. Ga als volgt te werk:
Zet de machine op een vlakke ondergrond en laat
de zijborstel zakken.
Zet de machine stil en laat de zijborstel enkele
seconden draaien.
Zet de zijborstel stil en verplaats de machine.
Controleer of de indruk die de zijborstel achterlaat
in de breedte en de richting hetzelfde is als in (1,
Afb. J). Als de indruk hiervan afwijkt, kunt u de
hoogte van de borstel afstellen. Ga te werk als in
punt 6.
2. Draai de hendel (10, Afb. C) met de klok mee of tegen
de klok in om de hoogte van de borstel van de grond
af te stellen.
3. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de
zijborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
4. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het
volgende deel worden vervangen.
DE ZIJBORSTEL VERVANGEN
1. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel
indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in.
2. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
3. Steek uw hand in de zijborstel en druk de lipjes (1,
Afb. K) naar binnen. Verwijder de borstel (2) door
deze uit de vier pennen te verwijderen (3).
4. Zet de nieuwe borstel in de machine en zorg dat deze
in de pennen (3) en de lipjes (1) vastgrijpt.
5. Controleer de hoogteafstelling van de zijborstel, de
procedure hiervoor wordt in het vorige deel
beschreven.
REINIGING STOFFILTER EN CONTROLE
OP BESCHADIGING
1. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel
indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in.
2. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
3. Haal de stop (17, Afb. C) los.
4. Haal met behulp van de handgreep (18, Afb. C) de
afvalcontainer (16) los.
5. Draai de handgreep (1, Afb. L) omhoog (ongeveer
90°) en laat het frame van het filter (2) naar buiten
draaien.
6. Verwijder het stoffilter (3) naar boven).
7. Reinig het filter buiten door het op een vlak en schoon
oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (1, Afb.
M) die tegenover de zijde met het rooster (2) staat.
8. Voltooi het reinigen door middel van een loodrechte
straal (3) perslucht van maximaal 6 Bar en blaas
alleen door de zijkant die door het rooster (2) wordt
beschermd .
9. Controleer of de filtereenheid geen scheuren
vertoont.
Hou bij de verschillende typen filters de volgende
aanwijzingen aan:
kartonnen filter (standaard), gebruik geen water
of schoonmaakmiddelen om het schoon te
maken; het filter kan anders onherstelbaar
beschadigd raken
polyester filter (optioneel): om het filter grondig
te reinigen kunt u het filter met water en eventueel
een niet schuimende schoonmaakmiddel
reinigen. Hoewel het filter hierdoor schoner wordt,
wordt de levensduur van het filter korter en zal dus
vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van
niet geschikte schoonmaakmiddelen kan de
functionele eigenschappen van het filter
verminderen.
10. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (4,
Afb. L) van de filteropening; controleer tegelijkertijd of
deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het
geval is.
11. Bij de montage voert u dezelfde handelingen als bij
de demontage uit, maar dan in omgekeerde
volgorde.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te
dragen als u de zijborstel vervangt omdat er
scherpe deeltjes tussen de haren van de
borstel kunnen blijven hangen.
OPMERKING
Naast het kartonnen standaardfilter zijn er ook
optioneel polyester filters. Deze procedure is
van toepassing op alle typen.
OPMERKING
Als u het filter opnieuw monteert, moet u het
filter met het rooster (2, Afb. M) naar de
voorkant van de machine draaien (in de
richting van de ventilator (24, Afb. U)).
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
12 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS
CONTROLEREN
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond die als
referentieoppervlak kan dienen om de juiste hoogte
van de flaps te controleren.
2. Schakel indien aanwezig het rempedaal (25, Afb. C)
in.
3. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
Zijflaps controleren
4. Controleer of de zijflaps heel zijn (12 en 13, Afb: C).
Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meer
dan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm in
zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging
van de flaps).
5. Controleer of de zijflaps heel zijn (13 en 14, Afb: C)
nul tot 3 mm is (zie afbeelding O). Stel zo nodig de
hoogte van de flaps bij en ga hierbij als volgt te werk:
Linkerflap:
doe de motorkap omhoog; draai de knop los (3,
Afb. E) en verwijder de afdekking links (1, Afb. F)
van de borstel, trek hem naar buiten om hem uit
de stops los te halen(2).
Stel de hoogte van de flaps af (3, Afb. F) met
behulp van de openingen (4).
Monteer de verwijderde onderdelen in de
omgekeerde volgorde van demontage.
Rechterflap:
Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende
deel.
Trek de riem (17, Afb. U) van de poelie (21); het
gaat gemakkelijker als u de poelie (21) handmatig
op de ventilator (24) draait.
Draai de schroeven (24, Afb. C) los en verwijder
de afdekking rechts (23) samen met de riem (17,
Afb. U).
Stel de hoogte van de flaps (1, Afb. S) af met
behulp van de openingen (2).
Monteer de verwijderde onderdelen in de
omgekeerde volgorde van demontage.
Voor- en achterflap controleren
6. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.
7. Controleer of de voorflaps (1, Afb. R) en de
achterflaps (2) intact zijn.
8. Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meer
dan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm in
zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging
van de flaps).
9. Controleer of:
de voorflap (1, Afb. R) moet licht contact maken
met de vloer en mag niet loskomen van de vloer
(zie afbeelding P).
de achterflap (2, Afb. Q) moet 0 tot 3 mm van de
grond staan. (zie afbeelding O)
10. Stel eventueel de hoogte van de flaps af met behulp
van de openingen (3, Afb. R).
11. Gebruik de hendel voor het omhoogbrengen van de
voorflap (31, Afb. C) en controleer of de voorflap (1,
Afb. R) ongeveer 90° omhoog draait (zie de
afbeelding); laat de hendel los en controleer of de flap
in de beginpositie gaat en niet blijft hangen. Zie indien
nodig het deel 'Afstelling of vervanging van de kabel
voor de bediening van de voorflap' in de
werkplaatshandleiding.
12. Monteer de verwijderde onderdelen in de
omgekeerde volgorde van demontage.
WERKING VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
VOOR OPENING VAN DE MOTORKLEP
CONTROLEREN
Terwijl de benzinemotor draait, brengt u de motorklep iets
omhoog (5, Afb. C) en controleert u of de benzinemotor
meteen stopt.
Als de motor bij het openen van de motorklep (5, Afb. C)
niet meteen stopt, moet u onmiddellijk contact opnemen
met een bevoegd servicecentrum of bij een bevoegde
leverancier.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 13
STORINGEN LOKALISEREN
(1): zie voor de betreffende procedure de handleiding van
de benzinemotor.
Neem voor meer informatie contact op met de
servicecentra van Nilfisk-Alto. Zij beschikken over de
werkplaatshandleiding.
VERWIJDERING
Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een
bevoegd verwijderingbedrijf gebracht worden.
Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de
volgende onderdelen worden verwijderd:
polyester stoffilter
hoofdborstel en zijborstel
motorolie
PROBLEEM OPLOSSING
De benzinemotor start niet als u
aan de starthandgreep trekt
Controleer of de startschakelaar
op 'I' staat
Controleer of er voldoende
motorolie in de machine
aanwezig is (1)
Controleer of het
benzinekraantje open staat
Controleer of de tank brandstof
bevat
Controleer of de motorklep goed
is gesloten
Controleer of de brandstof in de
carburateur komt (1)
Controleer of de bougie vonkt (1)
De benzinemotor stopt tijdens de
werkzaamheden
Controleer of er voldoende
motorolie in de machine
aanwezig is (1)
Controleer of de tank brandstof
bevat
De zijborstel draait niet.
Laat de zijborstel zakken
Controleer of de riem en de
koppeling van de riem van de
zijborstel goed werken
Als ik aan de snelheidshendel
trekt, beweegt de machine niet
of heel langzaam
Controleer of het rempedaal
(optioneel) op het voorwiel los is
Stel de koppeling van de riem af
Controleer of de aandrijfriem van
het gas wel werkt
WAARSCHUWING!
De verwijderde onderdelen moet naar een
erkende verzamelplaats worden gebracht
die voldoet aan de geldende regels van de
milieuwet.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
14 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
CE-CONFORMITEITSVERKLARING
OWR'HXWVFKODQG
PE+
*
XLGR
2
EHUGRUIHU
6
WUDH
'

%HOOHQEHUJ
'
LSO,Q
J
:ROI
J
DQ
J
1LHXZNDPS
7
HVWVHQJRH
GN
HXU
L
QJHQ
3
UR
G
XFW
6
Z
HHSHU
0
R
G
H
O
)/2257(&
3
%HVFKUL
M
YLQ
J
+
R
Q
GD
S
HWUROHQ
J
LQH
+HWRQWZHUSYDQKHWDSSDUDDWNRPW
R
YHUHHQPHW
G
HYR
OJ
HQ
G
HUH
O
HYDQWH
YRRUVFKULIWHQ
(
&
0DFKLQH'LUHFWLYH

(
&
(
&
(0
&
'LUHFWLYH

((
&
(&'LUHFWLYHPRWRUYHKLFOHHPLVVLRQ(&
7
RH
J
HSDVWH
J
H
K
DUPRQ
L
VHHU
G
HQRUPHQ (1(1(1(1
(1



(1


(1


7
RHJHSDVWHQDW
L
RQD
O
HQRUPHQHQ
W
HFKQLVFKHVSHFL
I
LFDWLHV
'
,1(1



&
,
6
35
%
HOOHQEHUJ
(&
FRQ
I
RUPLWHLWVYHUNODULQ
J
1
3
3
2
4
S310035 S310036
S310037
S310085
S310041
S310084
S310040
S310062
L M
N O
RQ
S T
U
S310089
P
S310083
V
S310066
Nilfi sk-ALTO
HEADQUARTER
HEADQUARTER
DENMARK
Nilfi sk-Advance Group
Sognevej 25
2605 Brøndby
Denmark
Tel: (+45) 43 23 81 00
SUBSIDIARIES
AUSTRALIA
Nilfi sk - ALTO
48 Egerton St.
PO box 6046
Silverwater NSW 2128
Australia
Tel: (+61) 2 8748 5966
Fax: (+61) 2 8748 5960
AUSTRIA
ALTO Österreich GmbH
Nilfi sk-Advance AG
Metzgerstrasse 68
5101 Bergheim/Salzburg
Austria
Tel : (+43) 662 456 400 11
Fax: (+43) 662 456 400 34
E-mail: verkauf@nilfi sk-alto.at
www.nilfi sk-alto.at
BRAZIL
Wap do Brasil Ltda.
Rua das Palmeiras,
350-Bairro Capela Velha
83.705-500 – Araucária - Paraná
Brasil
Tel: (+55) 41 2106 7400
Fax (+55) 41 2106 7403/7404
CANADA
ALTO Canada
24 Constellation Road
Rexdale
Ontario M9W 1K1
Canada
Tel: (+1) 416 675 5830
Fax: (+1) 416 675 6989
CZECH REPUBLIC
ALTO Ceskà republika s.r.o.
Zateckých 9
14000 Praha 4
Czech Republic
Tel. (+420) 24 14 08 419
Fax (+420) 24 14 08 439
DENMARK
Nilfi sk-ALTO
Division of Nilfi sk-Advance A/S
Industrivej 1
9560 Hadsund
Denmark
Tel: (+45) 72 18 21 00
Fax: (+45) 72 18 21 05
E-mail: salg@nilfi sk-alto.dk
E-mail: service@nilfi sk-alto.dk
www.nilfi sk-alto.dk
Nilfi sk-ALTO Food Division
Division of Nilfi sk-Advance A/S
Blytækkervej 2,
9000 Aalborg
Denmark
Tel: (+45) 72 18 21 00
Fax: (+45) 72 18 20 99
E-mail: scanio.technology@nilfi sk-alto.dk
www.nilfi sk-alto.com
FRANCE
Nilfi sk-ALTO
ALTO France SA
Aéroparc 1
19 rue Icare
67960 Entzheim
France
Tel: (+33) 3 88 28 84 00
Fax: (+33) 3 88 30 05 00
E-mail: info@nilfi sk-alto-fr
www.nilfi sk-alto.com
GERMANY
Nilfi sk-ALTO
Division of Nilfi sk-Advance A/S
Guido-Oberdorfer-Str. 2-8
89287 Bellenberg
Germany
Tel: (+49) (0) 730 67 20
Fax: (+49) (0) 730 67 23 10
E-mail: info@nilfi sk-alto.de
Info-export@nilfi sk-alto.de
www.nilfi sk-alto.de
GREAT BRITAIN
Nilfi sk-ALTO
Division of Nilfi sk-Advance Ltd.
Bowerbank Way
Gilwilly Industrial Estate
Penrith Cumbria CA11 9BQ
Great Britain
Tel: (+44) 1 768 86 89 95
Fax: (+44) 1 768 86 47 13
E-mail: sales@nilfi sk-alto.co.uk
www.nilfi sk-alto.co.uk
HUNGARY
ALTO Hungary Kft
Csengery ut. 119
8800 Nagykanizsa
Hungary
Tel: (+36) 93 509 701
Fax: (+36) 93 509 704
MALAYSIA
ALTO DEN-SIN Malaysia Sdn Bhd
SD14, Jalan KIP 11
Taman Perindustrian KIP
Sri Damansara
52200 Kuala Lumpur
Malaysia
Tel: (+603) 6274 6913
Fax: (+603) 6274 6318
NETHERLANDS
Nilfi sk-ALTO
ALTO Nederland B.V.
Camerastraat 9
1322 BB Almere
The Netherlands
Tel: (+31) 36 5460 760
Fax: (+31) 36 5460 700
Postbox 60112
1320 AC Almere
The Netherlands
NORWAY
ALTO Norge AS
Bjørnerudveien 24
1266 Oslo
Norway
Tel: (+47) 22 75 17 70
Fax: (+47) 22 75 17 71
E-mail: info@nilfi sk-alto.no
www.nilfi sk-alto.no
SINGAPORE
ALTO DEN-SIN
Singapore Pte. Ltd.
No. 17 Link Road
Singapore 619034
Singapore
Tel: (+65) 6268 1006
Fax: (+65) 6268 4916
Web: www.densin.com
SPAIN
Nilfi sk-ALTO
Division of Nilfi sk-Advance S.A.
Torre D´Ara
Paseo del Rengle, 5 Pl. 10
08302 Mataró Barcelona
Spain
Tel: (+34) 93 741 24 00
Fax : (+34) 93 757 80 20
E-mail: info@nilfi sk-alto.es
www.nilfi sk-alto.com
SWEDEN
ALTO Sverige AB
Aminogatan 18, Box 40 29
431 04 Mölndal
Sweden
Tel: (+46) 31 706 73 00
Fax: (+46) 31 7067341
E-mail: info@nilfi sk-alto.se
www.nilfi sk-alto.se
USA
ALTO U.S. Inc.
16253 Swingley Ridge Road
Suite 200
Chesterfi eld
Missouri 63017-1544
USA
Tel.: (+1) 636 530 0871
Fax: (+1) 636 530 0872
ALTO U.S.Inc
2100 Highway 265
Springdale
Arkansas 72764
USA
Tel: (+1) 479 750 1000
Fax: (+1) 479 756 0719
ALTO U.S.Inc
1100 Haskins Road
Bowling Green
Ohio 43402
USA
Tel: (+1) 419 352 75 11
Fax: (+1) 419 353 71 87
ALTO Cleaning Systems, Inc.
12249 Nations Ford Road
Pineville
North Carolina 28134
USA
Tel: (+1) 704 971 1240
Fax: (+1) 704 971 1241
E-mail: info@nilfi sk-advance.us
www.nilfi sk-alto.com
W
X
S310064 S310065
RD
RD
BK
BK
SW1 K1
FR
SP

Documenttranscriptie

www.nilfisk-alto.com FLOORTEC 560 P DEUTSCH BETRIEBSANLEITUNG FRANÇAIS MANUEL D’UTILISATION ENGLISH NEDERLANDS USER MANUAL GEBRUIKSAANWIJZING  B D E 3 2 3 3 1 S310027 F 3 S310028 G S310072 C 17 2 5 24 S310029 31 8 H 1 18 S310030 I 3 2 19 16 6 15 23 13 22 5 26 29 27 2 11 10 4 S310074 J S310032 K 30 9 28 6 8 12 25 7 14 20 21 S310088 S310075 S310034 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS INLEIDING ............................................................................................................................................. 2 DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING .............................................................................................. 2 BETREFFENDE PERSONEN .......................................................................................................................... 2 OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING .............................................................................................................. 2 IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................................................................................................ 2 ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN ..................................................................................................... 2 VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD ........................................................................................ 2 MODIFICATIES EN VERBETERINGEN ........................................................................................................... 2 VEILIGHEID ........................................................................................................................................... 2 GEBRUIKTE SYMBOLEN ................................................................................................................................ 3 ALGEMENE INSTRUCTIES ............................................................................................................................. 3 VERPAKKING VERWIJDEREN ............................................................................................................ 4 BESCHRIJVING VAN DE MACHINE .................................................................................................... 4 BEDRIJFSCAPACITEIT ................................................................................................................................... 4 ALGEMENE OPMERKINGEN .......................................................................................................................... 4 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ................................................................................................................... 5 ACCESSOIRES / OPTIES ................................................................................................................................ 6 GEBRUIK .............................................................................................................................................. 6 VOOR HET STARTEN ..................................................................................................................................... 6 DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN ......................................................................................................... 6 MACHINE IN BEDRIJF ..................................................................................................................................... 7 AFVALCONTAINER LEGEN ............................................................................................................................ 7 NA GEBRUIK VAN DE MACHINE .................................................................................................................... 8 MAXIMALE VOORWAARTSE BEWEGING ..................................................................................................... 8 LANGE PERIODE VAN STILSTAND ............................................................................................................... 8 EERSTE GEBRUIKSPERIODE ........................................................................................................................ 8 ONDERHOUD ....................................................................................................................................... 8 ONDERHOUDSSCHEMA ................................................................................................................................. 9 CONTROLE VAN DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL ........................................................................ 10 DE HOOFDBORSTELVERVANGEN .............................................................................................................. 10 HOOGTEAFSTELLING VAN DE ZIJBORSTEL ............................................................................................. 11 DE ZIJBORSTEL VERVANGEN ..................................................................................................................... 11 REINIGING STOFFILTER EN CONTROLE OP BESCHADIGING ................................................................ 11 HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS CONTROLEREN ......................................................................... 12 WERKING VEILIGHEIDSSCHAKELAAR VOOR OPENING VAN DE MOTORKLEP CONTROLEREN ....... 12 STORINGEN LOKALISEREN ............................................................................................................. 13 VERWIJDERING ................................................................................................................................. 13 CE-CONFORMITEITSVERKLARING ................................................................................................. 14 146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 1 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING INLEIDING ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN – DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de werking, het stoppen, onderhoud, vervangingsonderdelen en de veiligheid van de machine. De gebruikers en technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van deze machine moeten de instructies in deze uitgave zorgvuldig lezen, voordat ze met de machine aan het werk gaan. Als u twijfelt over de instructies, kunt u contact opnemen met een servicecentrum van Nilfisk-Alto om zo duidelijkheid te krijgen. BETREFFENDE PERSONEN Deze handleiding is bestemd voor de gebruiker van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de machine. OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING De bedieningshandleiding moet in een geschikte envelop bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft. IDENTIFICATIEGEGEVENS Het serienummer en het model van uw machine worden weergegeven op het plaatje (1, Afb. U) dat op het chassis is aangebracht en dat leesbaar is als de motorklep (4) wordt geopend. Het productiejaar van de machine is weergegeven in de CE-aanduiding. Het productiejaar kan ook worden afgeleid van de eerste twee cijfers van het serienummer van de machine. Het serienummer en model van de benzinemotor staan op de posities (2 en 3, Afb. U). Deze informatie heeft u nodig wanneer u vervangingsonderdelen voor de machine en de motor bestellen wilt. Gebruik de ruimte hieronder om de identificatiegegevens van uw machine en de benzinemotor te noteren zodat u ze altijd bij de hand heeft. Model MACHINE ......................................................... – Handleiding van de benzinemotor, deze wordt bij de machine geleverd en is een integraal onderdeel van deze handleiding. Daarnaast zijn de volgende handleidingen leverbaar: • Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nilfisk-Alto). • Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de uitrusting van de machine). VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD Als er onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij een servicecentrum van Nilfisk-Alto (zie deze handleiding) uit laten voeren; er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt. Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nilfisk-Alto, zorg dan dat u het model en het serienummer altijd bij de hand heeft. MODIFICATIES EN VERBETERINGEN Bij Nilfisk-Alto streven we constant naar perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modificaties en aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te voeren op een eerder aangeschafte machine. Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nilfisk-Alto. VEILIGHEID De onderstaande symbolen worden gebruikt om eventuele gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan. Serienummer MACHINE ............................................ Model MOTOR ........................................................... Serienummer MOTOR ................................................ 2 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING GEBRUIKTE SYMBOLEN – GEVAAR! Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk afloop voor de bediener aan. – LET OP! Dit symbool geeft een mogelijk risico op persoonlijk letsel aan. – – WAARSCHUWING! Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door. – OPMERKING Bij deze handelingen kunt u de gebruikershandleiding erbij nemen. – Hierna volgen waarschuwingen en specifieke aandachtspunten die helpen om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te voorkomen. – GEVAAR! – – – – – – – – – – – Verwijder de contactsleutel van de motor voordat u onderhouds-/reparatiewerkzaamheden uitvoert. Deze machine mag alleen worden gebruikt door speciaal opgeleid en bevoegd personeel. De machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap. Draag geen sieraden als u in de buurt van bewegende onderdelen werkt. Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door veiligheidssteunen. Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig zijn. Let op: de benzine is zeer licht ontvlambaar. Rook niet en hou open vuur weg van de plaats waar de motor wordt bijgevuld met brandstof of op plaatsen waar brandstof wordt bewaard. Vul de brandstof niet verder bij dan tot de markering (1, Afb. S) voor het maximale niveau. Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop van de brandstoftank goed is gesloten. Als u tijdens het vullen brandstof heeft geknoeid, maak alles dan goed schoon en laat de dampen verdwijnen voordat u de motor aan zet. Zorg dat er geen benzine op de huid komt en dat u de dampen niet inademt. Houd buiten bereik van kinderen. 146 2592 000(1)2005-03 A Laat de motor niet meer dan 20° kantelen; als de motor verder wordt gekanteld, kan er brandstof uit de tank lopen. De uitlaatgassen van de benzinemotor bevatten koolmonoxide, een giftig, reukloos en kleurloos gas. Zorg dat u het niet inademt. Bewaar de motor niet op een afgesloten plaats. Zet geen voorwerpen op de motor. Zet de benzinemotor altijd uit voordat u er aan gaat werken. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk aan gaat, moet u altijd het dopje van de bougie ontkoppelen. LET OP! ALGEMENE INSTRUCTIES – NEDERLANDS – – – – – – – – – – – – – Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies met betrekking tot onderhoud/reparatie zorgvuldig door. Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast komen te zitten in de bewegende delen van de machine. Laat de machine nooit onbeheerd staan met de sleutel in het contactslot van de motor en controleer altijd of de machine niet uit zichzelf kan bewegen. Gebruik de machine niet op oppervlakken die een schuinere hellingshoek hebben dan op het plaatje van de machine staat aangegeven. Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen. Gebruik geen perslucht voor de algemene reiniging van de machine. Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten. Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen in het werkgebied van de machine bevinden. De opslagtemperatuur van de machine moet tussen 0°C en +40°C liggen. De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen. De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen. Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking als bij stilstand. Gebruik de machine niet als vervoermiddel. Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen. Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water. Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen. Pas de bedrijfssnelheid van de machine aan het oppervlak aan. Verwijder de beschermingsdelen van de machine nooit met de hand; hou u nauwkeurig aan de instructies voor normaal onderhoud. FLOORTEC 560 P 3 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING – Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine. – Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of van een bevoegd servicecentrum. – Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier en/of bevoegde detailhandelaar. – Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het geplande onderhoud dat in het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven door bevoegd personeel of bij een servicecentrum worden uitgevoerd. – Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen (olie, kunststoffen, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde verzamelplaatsen worden gebracht. – Bij normaal gebruik veroorzaken de trillingen van de machine geen gevaarlijke situaties (3,3 m/s2 EN 1033-1995-08). – Tijdens de werking van de benzinemotor wordt de demper warm; raak de demper nooit aan als hij warm is om brandwonden of brand te voorkomen. – Laat de benzinemotor nooit draaien met onvoldoende olie, want dat kan ernstige schade veroorzaken. Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor terwijl de machine horizontaal staat. – Laat de benzinemotor nooit zonder luchtfilter draaien; dit kan de motor beschadigen. – Technische interventie aan de benzinemotor moet altijd door een bevoegd persoon worden uitgevoerd. Gebruik voor de benzinemotor alleen originele vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een mindere kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen. VERPAKKING VERWIJDEREN Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de kartonnen verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport. Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaar de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen. Controleer altijd of de volgende onderdelen bij uw machine zijn geleverd: – Handleiding van de veegmachine – Handleiding van de benzinemotor – Catalogus met vervangingsonderdelen 4 FLOORTEC 560 P BESCHRIJVING VAN DE MACHINE BEDRIJFSCAPACITEIT De veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor de reiniging (door middel van borstelen en aanzuiging) van gladde en solide vloeren in openbare en bedrijfsruimten, en het verzamelen van stof en kleine vuildeeltjes. Deze werkzaamheden moeten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener worden uitgevoerd. ALGEMENE OPMERKINGEN Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, voor, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bedienerstoel in de rijpositie met de handen op het stuur bekeken (1, Afb. C). Bedieningspaneel (Zie Afb. B) 1. Bedieningspaneel 2. Contactsleutel voor starten/stoppen 3. Bevestigingsschroeven van het paneel Buitenkant (algemeen) (Zie Afb. C) 1. Stuur 2. Hendel voor afstellinghoek stuur 3. Snelheidshendel 4. Opbergvak 5. Motorkap 6. Achterwielen op vaste as 7. Draaiend voorwiel 8. Zijborstel 9. Hoofdborstel (binnenin) 10. Hendel voor heffing en hoogteafstelling van de zijborstel 11. Stop zijborstel 12. Zijflap links 13. Zijflap rechts 14. Flap voor 15. Flap achter 16. Afvalcontainer 17. Haak van de afvalcontainer 18. Handgreep van de afvalcontainer 19. Handgreep van de handmatige filterschudder 20. Verwijderbare klep van de hoofdborstel 21. Regelaar links voor de hoogte van de hoofdborstel 22. Regelaar rechts voor de hoogte van de hoofdborstel 23. Rechterklep van de hoofdborstel 24. Bevestigingsschroeven rechterklep van de hoofdborstel 25. Rempedaal op het voorwiel (optioneel) 26. Brandstoftankdop 27. Handgreep met koord voor trekstarten van de motor 28. Uitlaat motor 29. Toegangsopening tot de benzinekraan en de starter van de motor 30. Ventilatierooster van de benzinemotor 31. Hendel flap omhoog voor 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING Onder de motorkap (Zie Afb. U) 1. Plaatje met serienummer / technische gegevens / CE-markering van de machine 2. Model van de benzinemotor 3. Serienummer van de benzinemotor 4. Motorklep (geopend) 5. Benzinemotor 6. Bougie 7. Luchthendel (starter) 8. Kraantje voor openen/afsluiten benzinetoevoer 9. Benzinetank 10. Dop van de benzinetank 11. Luchtfilter 12. Gashendel (geijkt door de fabrikant: deze mag niet met de hand worden aangeraakt of worden gebruikt om het toerental van de motor te wijzigen!) 13. Handgreep met koord voor trekstarten van de motor 14. Dop voor bijvullen en controleren oliepeil van de motor 15. Aftapdop motorolie 16. Riem van de benzinemotor 17. Riem van de hoofdborstel 18. Riem van de aandrijving 19. Riem van de zijborstel 20. Riemschijf van de benzinemotor 21. Riemschijf van de hoofdborstel 22. Riemschijf van de aandrijving 23. Riemschijf van de zijborstel 24. Aanzuigventilator 25. Demper van de benzinemotor (Zie Afb. V) 1. Kraantje voor openen/afsluiten benzinetoevoer (Zie Afb. W) 1. Luchthendel (starter) NEDERLANDS TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Afmetingen Waarden Breedte van het reinigingsvlak, zonder zijborstel 600 mm Breedte van het reinigingsvlak, met zijborstel 791 mm Lengte machine, minimum 1.070 mm Breedte van de machine, zonder zijborstel 773 mm Hoogte met verlaagd stuur 836 mm Minimale hoogte van de grond 40 mm Hoogte van het stuur, minimum/maximum Afmetingen hoofdborstel 824 / 1.120 mm 265 mm x 600 mm Afmetingen zijborstel 420 mm Snelheid op maximale kracht 4,4 km/u Maximaal haalbare hellingsgraad 2% Inhoud afvalcontainer 50 L Totaalgewicht machine 105 Kg Voorwiel, sturend 125/37,5-50 mm Achterwielen, aandrijving 250 x 50 mm Geluidsniveau (LpA) 77 dB(A) Benzinemotor Gegevens Merk Honda Model GX100 OPMERKING Zie voor de overige gegevens/waarden van de benzinemotor de betreffende handleiding. Aanzuiging en stoffiltering Waarden Stoffilter, van karton, 5-10 µm 2 m2 Omlaag brengen hoofdborstelruimte 12 mm H2O Schema’s Elektrische installatie (zie Afb. X); FR: chassis van de motor K1: schakelaar voor starten/stoppen motor SP: ontstekingsbobine van de motor SW1: beveiligingsschakelaar opening motorklep Kleurcodering RD: rood BK: zwart 146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 5 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING ACCESSOIRES / OPTIES Naast de onderdelen van de standaarduitvoering van de machine kan deze worden uitgerust met de volgende accessoires, afhankelijk van het gebruik van de machine: – hoofd- en zijborstel met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel – stoffilter in antistatisch polyester en in polyester BIA C – voorwiel met rempedaal Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met een leverancier. GEBRUIK LET OP! Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden: – GEVAAR! – LET OP! – WAARSCHUWING – ADVIES Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van deze symbolen goed kennen. Dek de stickers niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn. VOOR HET STARTEN 1. Controleer of de afvalbak (16, Afb. C) goed is gesloten voordat u de machine start. Vul eventueel benzine bij. Draai eerst de dop los (26, Afb. C) 2. WAARSCHUWING! Vul de brandstof niet verder bij dan tot de markering (1, Afb. T) voor het maximale niveau. DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN Starten van de machine 1. Laat het stuur zakken (1, Afb. C) door middel van de hendels (2). 2. Controleer of de zijborstel (8, Afb. C) is omhoog staat. 3. Zet het benzinekraantje (1, Afb. V) in de stand ON, zonder de motorklep omhoog te zetten (5, Afb. C), maar door uw hand in de opening (29, Afb. C) te steken. 4. Zet de luchthendel (starter) (1, Afb. W), in de stand 'gesloten' (2); zet de motorklep niet omhoog (5, Afb. C), maar steek uw hand in de opening (29, Afb. C). OPMERKING Gebruik de luchthendel niet als de motor warm is en als de luchttemperatuur hoog genoeg is. 5. 6. Draai de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb. B) in stand “I”. Trek de handgreep (27, Afb. C) voor de trekstarter van de motor langzaam aan, totdat u een bepaalde weerstand van de motor voelt. Trek daarna wat harder en met een ruk en start de motor. WAARSCHUWING! Laat de handgreep met het snoer (27, Afb. C) niet te hard terugkomen, maar breng hem voorzichtig weer in positie. Zo ontstaat er geen schade aan het startsysteem. WAARSCHUWING! Als u de motor met de handgreep start (27, Afb. C), mag u niet aan de hendel voor voorwaartse beweging trekken (3, Afb. C). LET OP! De motor mag niet met de handgreep worden gestart (27, Afb. C) terwijl de motorklep (5, Afb. C) open staat. Een veiligheidssysteem voorkomt dan dat er kan worden gestart. OPMERKING Als de motor draait, draait de hoofdborstel altijd. De zijborstel staat stil als deze zich in de omhoogstand bevindt. 6 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING 7. 8. 9. Haal de luchthendel (starter) (1, Afb. W) ongeveer vijf seconden nadat de motor is gestart los, niet door de motorklep omhoog te zetten (5, Afb. C), maar door uw hand in de opening (29, Afb. C) te steken. Haal het rempedaal (25, Afb. C) (optioneel) los. Laat de zijborstel (8, Afb. C) zakken door de hendel (10) te laten zakken (zonder draaien), nadat u de stop (11) heeft losgehaald. OPMERKING De zijborstel (8, Afb. C) kan omhoog en omlaag worden gebracht terwijl de motor werkt. NEDERLANDS OPMERKING Als het stoffilter verstopt of de afvalbak vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen. WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet op een natte ondergrond om schade aan het stoffilter te voorkomen. Als de werkzaamheden zijn voltooid en als de afvalcontainer (16, Afb. C) vol is, moet deze geleegd worden. 10. Trek voorzichtig aan de snelheidshendel (3, Afb. C) totdat de machine begint te bewegen. 11. De snelheid is proportioneel met de druk die op de snelheidshendel (3, Afb. C) wordt uitgeoefend. OPMERKING Als de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil verzamelen. De machine stoppen 1. Om de machine te stoppen hoeft u alleen maar de snelheidshendel (3, Afb. C) volledig los te laten. 2. Om de zijborstel (8, Afb. C) te laten stoppen met draaien, doet u de hendel (10) (zonder draaien) omhoog zodat deze in de stop (11) gaat. 3. Om de hoofdborstel (9, Afb. C) en de aanzuigventilator (24, Afb. U) te laten stoppen draait u de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb. B) in stand 'O'. 4. Ten slotte sluit u het benzinekraantje (1, Afb. V) in de opening (29, Afb. C). WAARSCHUWING! De benzinemotor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in het carter zit. Voordat het oliepeil in het carter onder het veilige niveau komt, stopt het alarmsysteem automatisch de motor. MACHINE IN BEDRIJF 1. 2. 3. Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de vloer achterblijven. Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorflap door middel van de hendel (31, Afb. C) omhoog brengen. Let op: als de voorflap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner. Voor een goed resultaat moet het stoffilter altijd zo schoon mogelijk zijn. Als u het tijdens het vegen wilt schoonmaken, gebruikt u de filterschudder. Ga als volgt te werk: – trek enkele malen aan de handgreep (19, Afb. C) totdat hij niet verder gaat en laat hem los: de interne contraveer raakt het frame van het stoffilter, waardoor het heen en weer gaat; – herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de te reinigen zone) 146 2592 000(1)2005-03 A AFVALCONTAINER LEGEN 1. Schakel de machine uit door de snelheidshendel (3, Afb. C) los te laten. 2. Draai de contactsleutel voor starten/stoppen (2, Afb. B) in de stand “0”. 3. Zet de filterschudder aan door middel van de handgreep (19, Afb. C). 4. Haal de haak los (17, Afb. C) door aan het kortste uiteinde te trekken. 5. Haal met behulp van de handgreep (18, Afb. C) de afvalcontainer (16) los en leeg deze in de daarvoor bestemde bak. 6. Zet de afvalcontainer weer terug en bevestig de haak (17) opnieuw. 7. Start de motor opnieuw. De machine is weer klaar voor gebruik. FLOORTEC 560 P 7 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING NA GEBRUIK VAN DE MACHINE Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat: – zet de filterschudder aan door middel van de handgreep (19, Afb. C). – leeg de afvalcontainer (16, Afb. C) (zie de instructies in het vorige deel) – breng de zijborstel omhoog met behulp van de hendel (10, Afb. C) – haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) – controleer of de machine niet uit zichzelf kan bewegen – schakel het rempedaal (25, Afb. C) (optioneel) in – sluit het benzinekraantje (1, Afb. V) via de ruimte (29, Afb. C). MAXIMALE VOORWAARTSE BEWEGING De machine kan op maximale snelheid draaien als de contactsleutel 2, Afb. B) in stand “0” of stand “I” staat. LANGE PERIODE VAN STILSTAND Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, raden wij u het volgende aan: 1. Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is. 2. Zet de machine iets omhoog zodat de flaps, de hoofdborstel en de wielen de grond niet raken. 3. Behandel de benzinemotor zoals wordt beschreven in de gebruikershandleiding. ONDERHOUD De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud. Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifieke werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud. LET OP! De onderhoudswerkzaamheden moeten bij een uitgeschakelde machine worden uitgevoerd (de contactsleutel voor starten/stoppen moet uit het contact zijn gehaald). Lees altijd alle instructies in het hoofdstuk Veiligheid. Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een bevoegd servicecentrum. In deze handleiding worden alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden aan de machine beschreven. Zie voor andere procedures dan de onderhoudswerkzaamheden uit het gewone en buitengewone onderhoudsschema de handleiding van de benzinemotor en/of ga naar de bevoegde servicecentra. EERSTE GEBRUIKSPERIODE Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren: 1. Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact zijn en geen lekkage vertonen. 2. Na de eerste 20 bedrijfsuren of na de eerste maand moet de olie van de benzinemotor worden ververst (zie de instructies in de handleiding van de motor). 8 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ONDERHOUDSSCHEMA Bediening Bij aflevering Elke 10 uur (1) Controle peil motorolie (2) (7) Controle luchtfilter motor (2) (7) Eerste maand of na de eerste 29 uur (1) Reiniging luchtfilter motor Visuele controle van de aandrijfriemen motor, aandrijving, hoofdborstel, zijborstel Elke 50 uur Elke 100 uur (1) (1) Elke 200 uur (1) Elke 300 uur (1) Elke 2 jaar (5) (7) (3) (3) Controle hoogte en werking flaps Controle hoogte zij- en hoofdborstels Reiniging stoffilter en controle op beschadiging Verversing motorolie (2) (7) (4) (7) Controle werking filterschudder (3) Afstelling koppeling aandrijfriem (3) Controle/reiniging ontstekingsbougie (7) Reiniging brandstoftank en -filter (6) Controle bevestiging schroeven en moeren (3) Vervanging aandrijfriemen: motor, aandrijving, hoofdborstel, zijborstel (3) (8) Controle werking veiligheidsschakelaar voor opening motorklep Controle motortoerental (3) Vervanging luchtfilter van de motor (5) (7) Vervanging ontstekingsbougie (4) (7) Controle/afstelling speling van de kleppen van de motor Reiniging verbrandingskamer motor (6) (6) Controle/vervanging van de brandstofleiding (6) (1): (2): (3): (4): (5): (6): noteer voor bepaling van de onderhoudstermijnen de bedrijfsuren of voor elk gebruik zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding of elk jaar of vaker in stoffige ruimten onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een bevoegde Honda-dealer, tenzij de bediener beschikt over de uitrusting en technische gegevens en zich bevoegd voelt de werkzaamheden uit te voeren. (7): zie voor de betreffende procedure de handleiding van de benzinemotor (8): als dit nodig wordt geacht door de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud 146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 9 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING CONTROLE VAN DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL DE HOOFDBORSTELVERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer heeft. Ga als volgt te werk: – zet de machine op een vlakke ondergrond. – zet de machine stil en laat de hoofdborstel enkele seconden draaien. – zet de hoofdborstel stil en verplaats de machine. – controleer of de indruk (1, Afb. D) van de hoofdborstel over de hele lengte 2 tot 4 cm breed is. Als de indruk (1) hiervan afwijkt, kunt u de hoogte van de borstel afstellen. Ga te werk als in punt 2. 2. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in. 3. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) 4. Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de machine los. 5. Stel aan beide kanten van de machine, zo veel als nodig is, de indicator (2) om de hoogte van de borstel af te stellen bij en draai de knoppen (1) opnieuw aan. WAARSCHUWING! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de borstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. OPMERKING De indicator (2) moet aan beide kanten van de machine in dezelfde stand staan; de maximaal toegestane afwijking is twee markeringen voor de indruk (1, Afb. D) van 2 tot 4 cm die in punt 1 werd genoemd. 6. 7. 10 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. 10. WAARSCHUWING! Als de indruk van de hoofdborstel op de grond te groot is (meer dan 4 cm), dan kan dit problemen opleveren voor de werking van de machine en kunnen de bewegende delen oververhitten. Hierdoor kan de levensduur van de machine aanzienlijk afnemen. Wees nauwkeurig bij het uitvoeren van de bovenstaande controle en laat de machine nooit werken als hij niet aan de genoemde voorwaarden voldoet. 12. 13. FLOORTEC 560 P 11. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de machine los. Gebruik de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de machine, zo veel als nodig is, om de indicator (2) zo in te stellen dat de borstel op de juiste hoogte van de grond is. Draai de knoppen (1) opnieuw aan. Doe de motorklep omhoog (5, Afb. C). Draai de knop (3, Afb. E) aan de linkerkant los. Verwijder de afdekking (1, Afb. F) van de borstel en trek deze naar buiten om hem uit de stops (2) te halen. Verwijder de borstel (1, Afb. G). Controleer ook of de naaf (4, Afb. R) geen vuil of voorwerpen (draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid. Tref voorbereidingen voor de montage van de nieuwe borstel, draai hem zodanig dat de haren van de borstel in de juiste richting staan (1, Afb. H), zoals u in de afbeelding ziet (vanaf boven gezien). Steek de nieuwe borstel in de machine en controleer of het contact (1, Afb. I) in de betreffende naaf (4, Afb. R) valt. Plaats de afdekking (1, Afb. F) van de borstel weer terug en laat hem in de steunen vallen (2). Draai de knop (3, Afb. E) opnieuw aan. Voer de handeling Hoogteafstelling van de hoofdborstel uit, zie het vorige deel. 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING HOOGTEAFSTELLING VAN DE ZIJBORSTEL REINIGING STOFFILTER EN CONTROLE OP BESCHADIGING OPMERKING Naast het kartonnen standaardfilter zijn er ook optioneel polyester filters. Deze procedure is van toepassing op alle typen. OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. 1. 2. 3. 4. Controleer of de zijborstel de juiste hoogte van de vloer heeft. Ga als volgt te werk: – Zet de machine op een vlakke ondergrond en laat de zijborstel zakken. – Zet de machine stil en laat de zijborstel enkele seconden draaien. – Zet de zijborstel stil en verplaats de machine. – Controleer of de indruk die de zijborstel achterlaat in de breedte en de richting hetzelfde is als in (1, Afb. J). Als de indruk hiervan afwijkt, kunt u de hoogte van de borstel afstellen. Ga te werk als in punt 6. Draai de hendel (10, Afb. C) met de klok mee of tegen de klok in om de hoogte van de borstel van de grond af te stellen. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. DE ZIJBORSTEL VERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. WAARSCHUWING! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. 2. 3. 4. 5. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) Steek uw hand in de zijborstel en druk de lipjes (1, Afb. K) naar binnen. Verwijder de borstel (2) door deze uit de vier pennen te verwijderen (3). Zet de nieuwe borstel in de machine en zorg dat deze in de pennen (3) en de lipjes (1) vastgrijpt. Controleer de hoogteafstelling van de zijborstel, de procedure hiervoor wordt in het vorige deel beschreven. 146 2592 000(1)2005-03 A NEDERLANDS 1. Zet de machine op een platte ondergrond en schakel indien van toepassing het rempedaal (25, Afb. C) in. 2. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) 3. Haal de stop (17, Afb. C) los. 4. Haal met behulp van de handgreep (18, Afb. C) de afvalcontainer (16) los. 5. Draai de handgreep (1, Afb. L) omhoog (ongeveer 90°) en laat het frame van het filter (2) naar buiten draaien. 6. Verwijder het stoffilter (3) naar boven). 7. Reinig het filter buiten door het op een vlak en schoon oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (1, Afb. M) die tegenover de zijde met het rooster (2) staat. 8. Voltooi het reinigen door middel van een loodrechte straal (3) perslucht van maximaal 6 Bar en blaas alleen door de zijkant die door het rooster (2) wordt beschermd . 9. Controleer of de filtereenheid geen scheuren vertoont. Hou bij de verschillende typen filters de volgende aanwijzingen aan: – kartonnen filter (standaard), gebruik geen water of schoonmaakmiddelen om het schoon te maken; het filter kan anders onherstelbaar beschadigd raken – polyester filter (optioneel): om het filter grondig te reinigen kunt u het filter met water en eventueel een niet schuimende schoonmaakmiddel reinigen. Hoewel het filter hierdoor schoner wordt, wordt de levensduur van het filter korter en zal dus vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van niet geschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele eigenschappen van het filter verminderen. 10. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (4, Afb. L) van de filteropening; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is. 11. Bij de montage voert u dezelfde handelingen als bij de demontage uit, maar dan in omgekeerde volgorde. OPMERKING Als u het filter opnieuw monteert, moet u het filter met het rooster (2, Afb. M) naar de voorkant van de machine draaien (in de richting van de ventilator (24, Afb. U)). FLOORTEC 560 P 11 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS CONTROLEREN 1. Zet de machine op een vlakke ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de juiste hoogte van de flaps te controleren. Schakel indien aanwezig het rempedaal (25, Afb. C) in. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B) 2. 3. Zijflaps controleren 4. Controleer of de zijflaps heel zijn (12 en 13, Afb: C). Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meer dan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). 5. Controleer of de zijflaps heel zijn (13 en 14, Afb: C) nul tot 3 mm is (zie afbeelding O). Stel zo nodig de hoogte van de flaps bij en ga hierbij als volgt te werk: Linkerflap: – doe de motorkap omhoog; draai de knop los (3, Afb. E) en verwijder de afdekking links (1, Afb. F) van de borstel, trek hem naar buiten om hem uit de stops los te halen(2). – Stel de hoogte van de flaps af (3, Afb. F) met behulp van de openingen (4). – Monteer de verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage. Rechterflap: – Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel. – Trek de riem (17, Afb. U) van de poelie (21); het gaat gemakkelijker als u de poelie (21) handmatig op de ventilator (24) draait. – Draai de schroeven (24, Afb. C) los en verwijder de afdekking rechts (23) samen met de riem (17, Afb. U). – Stel de hoogte van de flaps (1, Afb. S) af met behulp van de openingen (2). – Monteer de verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage. 12 FLOORTEC 560 P Voor- en achterflap controleren 6. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel. 7. Controleer of de voorflaps (1, Afb. R) en de achterflaps (2) intact zijn. 8. Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meer dan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). 9. Controleer of: – de voorflap (1, Afb. R) moet licht contact maken met de vloer en mag niet loskomen van de vloer (zie afbeelding P). – de achterflap (2, Afb. Q) moet 0 tot 3 mm van de grond staan. (zie afbeelding O) 10. Stel eventueel de hoogte van de flaps af met behulp van de openingen (3, Afb. R). 11. Gebruik de hendel voor het omhoogbrengen van de voorflap (31, Afb. C) en controleer of de voorflap (1, Afb. R) ongeveer 90° omhoog draait (zie de afbeelding); laat de hendel los en controleer of de flap in de beginpositie gaat en niet blijft hangen. Zie indien nodig het deel 'Afstelling of vervanging van de kabel voor de bediening van de voorflap' in de werkplaatshandleiding. 12. Monteer de verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage. WERKING VEILIGHEIDSSCHAKELAAR VOOR OPENING VAN DE MOTORKLEP CONTROLEREN Terwijl de benzinemotor draait, brengt u de motorklep iets omhoog (5, Afb. C) en controleert u of de benzinemotor meteen stopt. Als de motor bij het openen van de motorklep (5, Afb. C) niet meteen stopt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een bevoegd servicecentrum of bij een bevoegde leverancier. 146 2592 000(1)2005-03 A GEBRUIKSAANWIJZING STORINGEN LOKALISEREN PROBLEEM OPLOSSING Controleer of de startschakelaar op 'I' staat Controleer of er voldoende motorolie in de machine aanwezig is (1) Controleer of het benzinekraantje open staat De benzinemotor start niet als u aan de starthandgreep trekt Controleer of de tank brandstof bevat Controleer of de motorklep goed is gesloten Controleer of de brandstof in de carburateur komt (1) NEDERLANDS VERWIJDERING Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf gebracht worden. Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende onderdelen worden verwijderd: – polyester stoffilter – hoofdborstel en zijborstel – motorolie WAARSCHUWING! De verwijderde onderdelen moet naar een erkende verzamelplaats worden gebracht die voldoet aan de geldende regels van de milieuwet. Controleer of de bougie vonkt (1) Controleer of er voldoende motorolie in de machine De benzinemotor stopt tijdens de aanwezig is (1) werkzaamheden Controleer of de tank brandstof bevat Laat de zijborstel zakken De zijborstel draait niet. Als ik aan de snelheidshendel trekt, beweegt de machine niet of heel langzaam Controleer of de riem en de koppeling van de riem van de zijborstel goed werken Controleer of het rempedaal (optioneel) op het voorwiel los is Stel de koppeling van de riem af Controleer of de aandrijfriem van het gas wel werkt (1): zie voor de betreffende procedure de handleiding van de benzinemotor. Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk-Alto. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding. 146 2592 000(1)2005-03 A FLOORTEC 560 P 13 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING CE-CONFORMITEITSVERKLARING (&FRQIRUPLWHLWVYHUNODULQJ $OWR'HXWVFKODQG*PE+ *XLGR2EHUGRUIHU6WUD‰H '%HOOHQEHUJ 3URGXFW 6ZHHSHU 0RGHO )/2257(&3 %HVFKULMYLQJ +RQGDSHWUROHQJLQH +HWRQWZHUSYDQKHWDSSDUDDWNRPW RYHUHHQPHWGHYROJHQGHUHOHYDQWH YRRUVFKULIWHQ (&0DFKLQH'LUHFWLYH(& (&(0&'LUHFWLYH((& (&'LUHFWLYHPRWRUYHKLFOHHPLVVLRQ(& 7RHJHSDVWHJHKDUPRQLVHHUGHQRUPHQ (1(1(1(1 (1 (1(1 7RHJHSDVWHQDWLRQDOHQRUPHQHQ WHFKQLVFKHVSHFLILFDWLHV ',1(1 &,635 'LSO,QJ:ROIJDQJ1LHXZNDPS 7HVWVHQJRHGNHXULQJHQ 14 FLOORTEC 560 P %HOOHQEHUJ 146 2592 000(1)2005-03 A L M U S310035 N S310036 O P S310037 Q S310084 S310083 R 4 3 1 S310085 S 3 2 S310040 T S310041 S310062 S310089 V W Nilfisk-ALTO HEADQUARTER DENMARK Nilfisk-Advance Group Sognevej 25 2605 Brøndby Denmark Tel: (+45) 43 23 81 00 SUBSIDIARIES S310064 S310065 X AUSTRALIA Nilfisk - ALTO 48 Egerton St. PO box 6046 Silverwater NSW 2128 Australia Tel: (+61) 2 8748 5966 Fax: (+61) 2 8748 5960 AUSTRIA ALTO Österreich GmbH Nilfisk-Advance AG Metzgerstrasse 68 5101 Bergheim/Salzburg Austria Tel : (+43) 662 456 400 11 Fax: (+43) 662 456 400 34 E-mail: verkauf@nilfisk-alto.at www.nilfisk-alto.at BRAZIL Wap do Brasil Ltda. Rua das Palmeiras, 350-Bairro Capela Velha 83.705-500 – Araucária - Paraná Brasil Tel: (+55) 41 2106 7400 Fax (+55) 41 2106 7403/7404 E-mail: [email protected] SW1 K1 CANADA ALTO Canada 24 Constellation Road Rexdale Ontario M9W 1K1 Canada Tel: (+1) 416 675 5830 Fax: (+1) 416 675 6989 RD RD SP BK CZECH REPUBLIC ALTO Ceskà republika s.r.o. Zateckých 9 14000 Praha 4 Czech Republic Tel. (+420) 24 14 08 419 Fax (+420) 24 14 08 439 E-mail: [email protected] BK DENMARK Nilfisk-ALTO Division of Nilfisk-Advance A/S Industrivej 1 9560 Hadsund Denmark Tel: (+45) 72 18 21 00 Fax: (+45) 72 18 21 05 E-mail: salg@nilfisk-alto.dk E-mail: service@nilfisk-alto.dk www.nilfisk-alto.dk Nilfisk-ALTO Food Division Division of Nilfisk-Advance A/S Blytækkervej 2, 9000 Aalborg Denmark Tel: (+45) 72 18 21 00 Fax: (+45) 72 18 20 99 E-mail: scanio.technology@nilfisk-alto.dk www.nilfisk-alto.com FR FRANCE Nilfisk-ALTO ALTO France SA Aéroparc 1 19 rue Icare 67960 Entzheim France Tel: (+33) 3 88 28 84 00 Fax: (+33) 3 88 30 05 00 E-mail: info@nilfisk-alto-fr www.nilfisk-alto.com S310066 GERMANY Nilfisk-ALTO Division of Nilfisk-Advance A/S Guido-Oberdorfer-Str. 2-8 89287 Bellenberg Germany Tel: (+49) (0) 730 67 20 Fax: (+49) (0) 730 67 23 10 E-mail: info@nilfisk-alto.de Info-export@nilfisk-alto.de www.nilfisk-alto.de SPAIN Nilfisk-ALTO Division of Nilfisk-Advance S.A. Torre D´Ara Paseo del Rengle, 5 Pl. 10 08302 Mataró Barcelona Spain Tel: (+34) 93 741 24 00 Fax : (+34) 93 757 80 20 E-mail: info@nilfisk-alto.es www.nilfisk-alto.com GREAT BRITAIN Nilfisk-ALTO Division of Nilfisk-Advance Ltd. Bowerbank Way Gilwilly Industrial Estate Penrith Cumbria CA11 9BQ Great Britain Tel: (+44) 1 768 86 89 95 Fax: (+44) 1 768 86 47 13 E-mail: sales@nilfisk-alto.co.uk www.nilfisk-alto.co.uk SWEDEN ALTO Sverige AB Aminogatan 18, Box 40 29 431 04 Mölndal Sweden Tel: (+46) 31 706 73 00 Fax: (+46) 31 7067341 E-mail: info@nilfisk-alto.se www.nilfisk-alto.se HUNGARY ALTO Hungary Kft Csengery ut. 119 8800 Nagykanizsa Hungary Tel: (+36) 93 509 701 Fax: (+36) 93 509 704 MALAYSIA ALTO DEN-SIN Malaysia Sdn Bhd SD14, Jalan KIP 11 Taman Perindustrian KIP Sri Damansara 52200 Kuala Lumpur Malaysia Tel: (+603) 6274 6913 Fax: (+603) 6274 6318 E-mail: [email protected] NETHERLANDS Nilfisk-ALTO ALTO Nederland B.V. Camerastraat 9 1322 BB Almere The Netherlands Tel: (+31) 36 5460 760 Fax: (+31) 36 5460 700 E-mail: [email protected] Postbox 60112 1320 AC Almere The Netherlands NORWAY ALTO Norge AS Bjørnerudveien 24 1266 Oslo Norway Tel: (+47) 22 75 17 70 Fax: (+47) 22 75 17 71 E-mail: info@nilfisk-alto.no www.nilfisk-alto.no SINGAPORE ALTO DEN-SIN Singapore Pte. Ltd. No. 17 Link Road Singapore 619034 Singapore Tel: (+65) 6268 1006 Fax: (+65) 6268 4916 Web: www.densin.com E-mail: [email protected] USA ALTO U.S. Inc. 16253 Swingley Ridge Road Suite 200 Chesterfield Missouri 63017-1544 USA Tel.: (+1) 636 530 0871 Fax: (+1) 636 530 0872 E-mail: [email protected] ALTO U.S.Inc 2100 Highway 265 Springdale Arkansas 72764 USA Tel: (+1) 479 750 1000 Fax: (+1) 479 756 0719 E-mail: [email protected] ALTO U.S.Inc 1100 Haskins Road Bowling Green Ohio 43402 USA Tel: (+1) 419 352 75 11 Fax: (+1) 419 353 71 87 E-Mail: [email protected] ALTO Cleaning Systems, Inc. 12249 Nations Ford Road Pineville North Carolina 28134 USA Tel: (+1) 704 971 1240 Fax: (+1) 704 971 1241 E-mail: info@nilfisk-advance.us www.nilfisk-alto.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Nilfisk-ALTO FLOORTEC 560 P Handleiding

Type
Handleiding