Nilfisk SR 1301 B Handleiding

Categorie
Vloermachine
Type
Handleiding
EC Machinery Directive 98/37/EC EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN 294, EN 349
EN 60335-1, EN 60335-2-72
EC EMC Directive 89/336/EEC EN 61000, EN 50366
Manufacturer: Nilsk-Advance S.p.a.
Authorized signatory: Franco Mazzini, General Mgr
Date: Signature:
Address: Strada Comunale della Braglia, 18, 26862 GUARDAMIGLIO (LO) - ITALY
Tel: +39 (0)377 451124, Fax: +39 (0)377 51443
EC
C EMC
hinery Dire
ctive 8
 , 
  
   
.
Níže podepsaný stvrzuje, že výše
uvedený model byl vyroben v souladu s
následujícími smrnicemi a normami.
Der Unterzeichner bestätigt hiermit dass
die oben erwähnten Modelle gemäß
den folgenden Richtlinien und Normen
hergestellt wurden.
Undertegnede attesterer herved, at
ovennævnte model er produceret i
overensstemmelse med følgende direktiver
og standarder.
El abajo rmante certica que los modelos
arriba mencionados han sido producidos
de acuerdo con las siguientes directivas y
estandares.
Allakirjutanu kinnitab, et ülalnimetatud
mudel on valmistatud kooskõlas järgmiste
direktiivide ja normidega.
Je soussigné certie que les modèles ci-
dessus sont fabriqués conformément aux
directives et normes suivantes.
Allekirjoittaia vakuuttaa että yllämainittu
malli on tuotettu seuraavien direktiivien ja
standardien mukaan.
The undersigned certify that the above
mentioned model is produced in
accordance with the following directives
and standards.
   
   
     
 .
Alulírottak igazoljuk, hogy a fent említett
modellt a következ irányelvek és
szabványok alapján hoztuk létre.
Il sottoscritto dichiara che i modelli sopra
menzionati sono prodotti in accordo con le
seguenti direttive e standard.
Toliau pateiktu dokumentu patvirtinama,
kad mintas modelis yra pagamintas
laikantis nurodyt direktyv bei standart.
Ar šo tiek apliecints, ka augstkmintais
modelis ir izgatavots atbilstoši šdm
direktvm un standartiem.
Undertegnede attesterer att ovennevnte
modell är produsert i overensstemmelse
med fölgende direktiv og standarder.
Ondergetekende verzekert dat de
bovengenoemde modellen geproduceerd
zijn in overeenstemming met de volgende
richtlijnen en standaards.
A presente assinatura serve para declarar
que os modelos supramencionados
são produtos em conformidade com as
seguintes directivas e normas.
Niej podpisany zawiadcza, e
wymieniony powyej model produkowany
jest zgodnie z nastpujcymi dyrektywami
i normami.
Subsemnatul atest c modelul sus-
menionat este produs în conformitate cu
urmtoarele directive i standarde.
 ,  
  
  
 .
Undertecknad intygar att ovannämnda
modell är producerad i överensstämmelse
med följande direktiv och standarder.
Dolu podpísaný osveduje, že hore
uvedený model sa vyrába v súlade s
nasledujúcimi smernicami a normami.
Spodaj podpisani potrjujem, da je zgoraj
omenjeni model izdelan v skladu z
naslednjimi smernicami in standardi.
Aaıda mzası olan kii, yukarıda
bahsedilen model cihazın aaıda verilen
direktiere ve standartlara uygunlukta imal
edildiini onaylar.
Модел / Model / Modell / Model / Modelo / Mudel / Modèle / Malli /
Model / Μοντέλο / Modell / Modello / Modelis / Modelis / Modell / Model
/ Modelo / Model / Model / Модель / Modell / Model / Model / Model :
SWEEPER
Тип / Typ / Typ / Type / Tipo / Tüüp / Type / Tyyppi / Type / Τύπος /
Típus / Tipo / Tipas / Tips / Type / Type / Tipo / Typ / Tip / Тип / Typ /
Typ / Tip / Tip :
SR 1301 B
Сериен номер / Výrobní číslo / Seriennummer / Serienummer / Número de serie / Seerianumber / Numéro de série / Sarjanumero / Serial number
/ Σειριακός αριθμός / Sorozatszám / Numero di serie / Serijos numeris / Sērijas numurs / Serienummer / Serienummer / Número de série / Numer
seryjny / Număr de serie / Серийный номер / Serienummer / Výrobné číslo / Serijska številka / Seri Numarası :
Година на производство / Rok výroby / Baujahr / Fabrikationsår / Año de fabricación / Väljalaskeaasta / Année de fabrication / Valmistusvuosi / Year
of construction / Έτος κατασκευής / Gyártási év / Anno di costruzione / Pagaminimo metai / Izgatavošanas gads / Byggeår / Bauwjaar / Ano de fabrico
/ Rok produkcji / Anul fabricaţiei / Год выпуска / Tillverkningsår / Rok výroby / Leto izdelave / Leto izdelave/İmal yılı :
  
Osvdení o shod
Konformitätserklärung
Overensstemmelsescertikat
Declaración de conformidad
Vastavussertikaat
Déclaration de conformité
Yhdenmukaisuustodistus
Conformity certicate
 
Megfelelsségi nyilatkozat
Dichiarazione di conformità
Atitikties deklaracija
Atbilstbas deklarcija
Konformitetssertisering
Conformiteitsverklaring
Declaração de conformidade
Deklaracja zgodnoci
Certicat de conformitate
 
Överensstämmelsecertikat
Certikát súladu
Certikat o ustreznosti
Uyumluluk sertikası
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
2
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
INLEIDING
OPMERKING
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderdelen die worden weergegeven in het hoofdstuk Beschrijving van
de machine.
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste
manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen, het onderhoud, de
vervangingsonderdelen en het verwijderen van de machine.
De bedieners en bevoegde monteurs die met deze machine werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen,
voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact op met Nil sk
voor meer uitleg.
BETREFFENDE PERSONEN
Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de
machine.
De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen door bevoegde monteurs uitgevoerd mogen worden. Nil sk is niet
verantwoordelijk voor schade die is ontstaan uit het negeren van dit verbod.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De instructiehandleiding moet in de juiste houder bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere
materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft.
CONFORMITEITSVERKLARING
De conformiteitsverklaring die bij de machine wordt geleverd is een verklaring dat de machine voldoet aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
Twee kopieën van de oorspronkelijke verklaring van overeenstemming zijn verstrekt samen met de
machinedocumentatie.
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het serienummer en model van de machine staan op het plaatje (1).
Het productiejaar van de machine wordt in de conformiteitsverklaring aangegeven. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de
eerste twee cijfers van het serienummer van de machine.
Deze informatie is nodig als u vervangingsonderdelen voor de machine bestelt. Gebruik de onderstaande ruimte om de
identi catiegegevens van de machine op te schrijven.
Model MACHINE ...............................................................................
Serienummer MACHINE ...................................................................
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
3
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de uitrusting van de machine)
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nil sk)
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD
Als er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij de
servicecentra van Nil sk laten uitvoeren. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt.
Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nil sk, zorg dan dat u het model en het
serienummer altijd bij de hand heeft.
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Nil sk streeft naar een constante perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modi caties en aanpassingen
aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modi caties of verbeteringen door te voeren op een eerder
aangeschafte machine.
Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nil sk.
BEDRIJFSCAPACITEIT
Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor het reinigen/vegen van gladde, solide vloeren en voor het verzamelen van stof
en kleine vuildeeltjes in privé- en bedrijfsruimten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, vóór, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bediener in zijn
rijpositie op de stoel bekeken (37).
VERPAKKING VERWIJDEREN/AFLEVERING
Volg bij het verwijderen van de verpakking de instructies op de verpakking zorgvuldig op.
Controleer bij a evering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport.
Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem
onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen.
Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met de volgende lijst:
Technische documentatie:1.
Gebruiksaanwijzing
Catalogus met vervangingsonderdelen
Hoofdzekering Nr. 1 (F0) 150 A2.
Zekering Nr. 1 van 10 A3.
Stekker Nr. 1 voor de acculader4.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
4
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
VEILIGHEID
De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door
en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen.
Samenwerking met de bediener is van essentieel belang om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming
van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de
machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het
niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen
ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan.
GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk a oop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op letsel voor personen of schade aan voorwerpen aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de
gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Dit symbool geeft een waarschuwing aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties.
ADVIES
Dit geeft aan dat de bedienershandleiding moet worden geraadpleegd voordat er een handeling wordt uitgevoerd.
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en speci eke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te
voorkomen.
GEVAAR!
Voordat er reinigings- of onderhoudswerkzaamheden, vervangingen van onderdelen of omzettingen naar
andere functies worden uitgevoerd, moet u de accustekker eerst loskoppelen, de contactsleutel verwijderen
en de parkeerrem inschakelen.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door personen die op de juiste manier zijn geïnstrueerd. De
machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap.
Zorg dat er geen vonken, vlammen of rokende/gloeiende materialen bij de accu’s in de buurt kunnen
komen. Bij normaal gebruik van de machine kunnen er explosieve gassen vrij komen.
Wanneer u in de buurt van elektrische onderdelen werkt, verwijder dan al uw sieraden.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder de geopende motorkap, moet u ervoor zorgen dat de
motorkap niet per ongeluk dicht kan vallen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen,
vloeistoffen of dampen aanwezig zijn. Deze machine is niet geschikt voor het opzuigen van stoffen die
gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn.
Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu’s
het bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Houd de motorklep open als de accu wordt opgeladen en
voer de handelingen alleen uit in een goed geventileerd ruimte en uit de buurt van open vuur.
Als de machine van loodaccu’s (WET) is voorzien, mag de machine zelf niet meer dan 30° ten opzichte
van de vlakke grond worden gekanteld. Anders kan de uiterst corroderende vloeistof uit de accu lopen.
Als de machine bij onderhoudswerkzaamheden moet worden gekanteld, moeten eerst de accu’s worden
verwijderd.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
5
LET OP!
Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig
door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast
komen te zitten in de bewegende delen van de machine.
Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, mag u tijdens het opladen van de accu’s niet
roken.
Verwijder de contactsleutel om niet-geautoriseerd gebruik van de machine te voorkomen.
Een machine die onbeheerd wordt achtergelaten, moet worden vastgezet om onverwachte bewegingen te
voorkomen.
Gebruik de machine niet op oppervlakken met een grotere hellingshoek dan aangegeven op de machine.
Gebruik alleen de borstels die bij de machine worden geleverd of in de gebruiksaanwijzing worden vermeld.
Het gebruik van andere borstels kan de veiligheid in gevaar brengen.
Sluit voordat u de machine gebruikt alle afdekkingen en/of kleppen.
Gebruik de machine niet in bijzonder stof ge ruimten.
- Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen.
Gebruik geen perslucht om de machine te reinigen, met uitzondering van de lters (zie het betreffende
deel).
Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied
van de machine bevinden.
Zet geen essen vloeistof op de machine.
De temperatuur moet bij opslag van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen.
De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen.
Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking
als bij stilstand. Plaats de machine op een beschermde, droge plaats. deze machine is alleen voor gebruik
onder droge omstandigheden; de machine mag dus niet worden gebruikt of opgeslagen onder vochtige
omstandigheden.
Gebruik de machine niet als vervoermiddel of voor slepen/duwen.
De maximale draagkracht van de machine, naast het gewicht van de bediener, is 110 kg (het gewicht van het
afval).
Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen.
Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water.
Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen.
Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan.
Deze machine is niet geschikt voor gebruik op straat of openbare wegen.
Verwijder om geen enkele reden de beschermingen van de machine.
Houd u strikt aan de aanwijzingen bij gewone onderhoudswerkzaamheden.
Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine.
Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt
door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of
van een bevoegd servicecentrum.
Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier
en/of bevoegde detailhandelaar.
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het onderhoud dat in
het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een
servicecentrum worden uitgevoerd.
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke
materialen (accu’s, olie, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde
verzamelplaatsen worden gebracht (zie het hoofdstuk Verwijdering).
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
6
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
BOUW VAN DE MACHINE
Plaatje met serienummer / technische gegevens / 1.
conformiteitsmarkering
Knipperlicht (altijd in werking als de sleutel in ’I’ staat) 2.
(optioneel)
Afdekking van motor voor aanzuigsysteem3.
Afvalcontainer (wanneer deze vol is, legen)4.
Linkerklep (alleen voor onderhoud openen)5.
Sluitingsstop links met veiligheidsbevestigingsschroef6.
Rechterklep (voor verwijdering van de hoofdborstel)7.
Sluitingsstop rechts8.
Bedrijfsverlichting (optioneel)9.
Zijborstel rechts10.
Zijborstel links (optioneel)11.
Hoofdborstel12.
Klep accuruimte13.
Aandrijfwielen achter op vaste as14.
Sturend voorwiel15.
Zij ap links16.
Zij ap rechts17.
Voor ap18.
Achter ap19.
Houder stof lter20.
Stelschroeven voor de richting van de bedrijfsverlichting21.
Klep accuruimte (open)22.
Accu’s met lood (WET) of optioneel met gel (GEL)23.
Accudoppen (alleen voor WET-accu’s)24.
Accuconnector25.
Herbruikbare thermische zekering van motor voor 26.
hoofdborstel
Herbruikbare thermische zekering van motor voor zijborstel 27.
rechts
Herbruikbare thermische zekering van motor voor zijborstel 28.
links (optioneel)
Kastje met smeltzekeringen29.
Stekker van motor voor aanzuigsysteem30.
Aansluitschema’s voor accu’s31.
Motor aandrijfsysteem32.
Kastje voor elektrische onderdelen33.
Elektronische installatie aandrijfsysteem34.
Reservoir voor hydraulische olie voor systeem voor heffen 35.
afvalcontainer
Steunstang van de motorkap36.
Bestuurdersstoel37.
21
9
10 9 15 11 18 6 16 5 14
3
20
4
19
14
12
17
7
8
1
13237
P100242
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
8
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
BEDIENINGSPANEEL EN KNOPPEN
Bevestigingsknop voor omhoog/omlaag brengen en 51.
kantelen van afvalcontainer
Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal52.
Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel)53.
Stelknop voor indruk van hoofdborstel54.
Linksom draaien voor vergroting van de indruk van de
borstel
Rechtsom draaien voor verkleining van de indruk van
de borstel
Plaats voor optionele schakelaar55.
Schakelaar56.
(Laagste stand) activering aanzuigsysteem
(Hoogste stand) activering lterschudder
Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van 57.
afvalcontainer
Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer58.
Keuzeschakelaar op het display voor de volgende functies 59.
(in volgorde):
Arbeidsuren
Laatste cijfers van het uur - (punt) - minuten
Spanning accu’s (V)
Informatiescherm (display)60.
Lampje voor lege accu’s (rood). Wanneer het brandt, zijn 61.
de accu’s leeg. De accu’s zijn leeg en moeten worden
opgeladen (zie de procedure in het betreffende deel).
Controlelampje accu’s bijna leeg (geel). Wanneer dit 62.
lampje brandt, zijn de accu’s bijna leeg. De machine kan
nog enkele minuten werken.
Lampje voor volle accu’s (groen). Wanneer het brandt, 63.
zijn de accu’s opgeladen. Hoe lang de machine nog kan
werken, hangt af van de capaciteit van de gemonteerde
accu’s en van de werkomstandigheden.
Noodknop.64.
Druk hierop in noodsituaties om alle functies van de
machine te stoppen.
U kunt hem weer resetten na het inschakelen door hem in
de richting van de pijl op de knop zelf te drukken.
Stuur65.
Stelknop voor kanteling van stuurwiel66.
Contactsleutel:67.
In stand 0 stopt de machine en worden alle functies
uitgeschakeld.
In stand ’I’ schakelt de machine de verschillende
functies in; ook wordt het knipperlicht ingeschakeld.
Bedieningshendel voor vergrendeling parkeerrem. De 68.
servicerem (75) wordt vergrendeld zodat hij als parkeerrem
fungeert.
Pedaal voor voorwaartse/achterwaartse beweging69.
Hendel voor zijborstel rechts omhoog/omlaag 70.
Hendel voor zijborstel links omhoog/omlaag (optioneel)71.
Bedieningshendel voor lengteverplaatsing van de stoel72.
Hendel voor het omhoog/omlaag brengen van de 73.
hoofdborstel
Pedaal voor omhoog brengen voor ap74.
Servicerempedaal75.
51 52
67
59
65
66
68
54
69
60
53 55 56 57 58
64
61 62 63
70
71
72
73
74
75
P100244
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
9
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het
gebruik van de machine:
Zijborstel links
Hoofd- en zijborstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel
Stof lter in antistatisch polyester en in polyester BIA C
Zak lter
Knipperlampje
Bedrijfslampje
Antigroeven ap
Antigroevenwielen
Beschermkap
Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met uw leverancier.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Algemeen Waarden
Breedte van het reinigingsvlak (met een zijborstel) 1.054 mm
Breedte van het reinigingsvlak (met twee zijborstels) 1.308 mm
Lengte machine 1.776 mm
Breedte machine (met een zijborstel) 1.208 mm
Breedte machine (met twee zijborstels) 1.310 mm
Maximale hoogte van de machine (bij het stuur) 1.350 mm
Minimale hoogte van de grond (zonder aps) 60 mm
Maximale hoogte vanaf de grond voor omhoog brengen afvalcontainer 1.650 mm
Maximaal hefbaar gewicht van de afvalcontainer 110 kg
Minimale/maximale hoogte vanaf de grond voor het lossen van afval 270/1.370 mm
Minimale draaicirkel 1.685 mm
Afmetingen hoofdborstel (diameter x lengte) 300 x 800 mm
Diameter zijborstel 500 mm
Maximale voorwaartse snelheid 7 km/h
Maximale achterwaartse snelheid 3,5 km/h
Maximale hellingshoek 16%
Inhoud afvalcontainer 130 liter
Gewicht vooras in beweging 299 kg
Gewicht achteras in beweging 424 kg
Totaalgewicht machine in beweging (met bediener op de machine) 723 kg
Speci eke druk op de grond van achterwielen 1,1 N/mm
2
Speci eke druk op de grond van voorwiel 1,1 N/mm
2
Sturend voorwiel (diameter x breedte) 305 x 92 mm
Achterste aandrijfwielen (diameter x breedte) 305 x 92 mm
Geluidsdruk op het oor van de bestuurder (ISO 11201, ISO 4871) (LpA) 67 dB(A) ± 3 dB(A)
Geluidsvermogen geproduceerd door de machine (ISO 3744, ISO 4871) (LwA) 82 dB(A)
Trillingsniveau op de arm van de bestuurder (ISO 5349-1) (*) < 2,5 m/s
2
Trillingsniveau op het lichaam van de bediener (ISO 2631-1) (*) 6,5 m/s
2
(*) Bij normale werkomstandigheden op een vlakke ondergrond van asfalt.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
10
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
Elektrische onderdelen Waarden
Spanning elektrisch systeem 24 V
Motor aanzuigsysteem 310 W, 3000 omw/min
Motor hoofdborstel 500 W, 550 omw/min
Motor aandrijfsysteem 750 W, 315 omw/min
Motor met reductiedoos voor zijborstel 90 W, 85 omw/min
Motor lterschudder 90 W, 5700 omw/min
Motor van lterschudder voor zak lter (optioneel) 110 W, 3000 omw/min
Accu’s Waarden
Standaardaccu’s met elektrolyt (WET), serieel aangesloten Nr. 4 van 6 V 180 Ah
Optionele accu met elektrolyt (WET) Nr. 1 van 24 V 240 Ah
Optionele accu’s WET of GEL, verkrijgbaar via de dealers van Nil sk Totale spanning 24 V
Maximale capaciteit accu’s 330 Ah
Afmetingen accuhouder (breedte x lengte x hoogte) 800 x 300 x 150 mm
Maximale afmetingen accuruimte (breedte x lengte x hoogte) 800 x 360 x 380 mm
Aanzuiging en stof ltering Waarden
Stof lter van karton van 15-20 m 3,6 m
2
Drukverlaging hoofdborstelruimte 10,9 mm/H
2
O
Hydraulisch systeem voor heffen van afvalcontainer Waarden
Pomp Parker 108 AE S32 - 24 V
Maximale druk 110 Bar
Inhoud oliereservoir 0,75 liter
Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,4 liter
Olie hydraulisch systeem (bij een buitentemperatuur van meer dan 10°C) AGIP Arnica 46 (*)
WAARSCHUWING!
Als de machine wordt gebruikt in omgevingen met temperaturen lager dan +10°C, raden wij u aan de olie te
vervangen door olie met een viscositeit van 32 cSt. Bij temperaturen onder 0°C moet u olie met een nog lagere
viscositeit gebruiken.
(*) Zie de tabel hieronder met de eigenschappen van de olie en de tabel met referentiespeci caties.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN SPECIFICATIES TER REFERENTIE
AGIP ARNICA 46 32 ISO-L-HV
Viscositeit bij 40°C mm
2
/s 45 32 ISO 11158
Viscositeit bij 100°C mm
2
/s 7,97 6,40 AFNOR NF E 48603 HV
Viscositeitsindex / 150 157 AISE 127
Ontbrandingspunt COC °C 215 202 ATOS Tab. P 002-0/I
Vloeipunt °C -36 -36 BS 4231 HSE
Volumetrische massa bij 15°C kg/l 0,87 0,865 CETOP RP 91 H HV
COMMERCIAL HYDRAULICS
Danieli Standard 0.000.001 (AGIP ARNICA 22, 46, 68)
EATON VICKERS I-286-S3
EATON VICKERS M-2950
DIN 51524 t.3 HVLP
LAMB LANDIS-CINCINNATI P68, P69, P70
LINDE
PARKER HANNIFIN (DENISON) HF-0
REXROTH RE 90220-1/11.02
SAUER-DANFOSS 520L0463
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
11
ELEKTRISCH SCHEMA
Legende
BE1 Knipperlamp (optioneel)
BZ1 Geluidssignaal voor achteruitrijden/geluidssignaal
C1 Accuconnector
EB1 Elektronische installatie aandrijfsysteem
EB2 Elektronische installatie display
ES1 Afstandsschakelaar leiding
ES2 Afstandsschakelaar hoofdborstel
ES3 Relais van pomp voor afvalcontainer omhoog
ES4 Relais van pomp voor afvalcontainer omlaag
ES5 Relais aanzuigsysteem
F0 Hoofdzekering (150 A)
F1 Zekering sleutel (30 A)
F2 Zekering lterschudder (30 A)
F3 Zekering aanzuigsysteem (30 A)
F4 Zekering hydraulische pomp (30 A)
F5 Zekering knipperlampje (10 A)
F6 Zekering bedrijfsverlichting (10 A)
F7 Zekering aandrijfmechanisme (10 A)
FA Herbruikbare zekering zijborstel rechts (10 A)
FB Herbruikbare zekering zijborstel links (10 A) (optioneel)
FC Herbruikbare zekering hoofdborstel (30 A)
HN Akoestisch waarschuwingssignaal
K1 Contactsleutel
L1 Bedrijfsverlichting (optioneel)
M1 Motor aandrijfsysteem
M2 Motor hoofdborstel
M3 Hydraulische pomp
M4 Aandrijfmechanisme
M5 Motor lterschudder
M6 Motor aanzuigsysteem
M7 Motor zijborstel rechts
M8 Motor zijborstel links (optioneel)
R1 Potentiometer gaspedaal (geïntegreerd in het pedaal)
SW0 Noodknop
SW1
Schakelaar voor beweging vooruit/achteruit (geïntegreerd in
het pedaal)
SW2 Microschakelaar voor hoofdborstel
SW3 Bevestigingsknop voor afvalcontainer
SW4 Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van afvalcontainer
SW5 Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer
SW7 Microschakelaar zijborstel rechts
SW8 Microschakelaar zijborstel links (optioneel)
SW9 Microschakelaar afvalcontainer horizontaal
SW10 Microschakelaar afvalcontainer omhoog
SW11 Microschakelaar afvalcontainer open
SW12 Microschakelaar afvalcontainer gesloten
SW13 Schakelaar lterschudder/aanzuigsysteem
SW14 Beveiligingsmicroschakelaar in de bestuurdersstoel
SW15 Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal
SW16 Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel)
Kleurcodering
BK Zwart
BU Blauw
BN Bruin
GN Groen
GY Grijs
OG Oranje
PK Roze
RD Rood
VT Paars
WH Wit
YE Geel
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
13
HYDRAULISCH SYSTEEM
Legende
Olietank1.
Olie lter2.
Pomp3.
Motor4.
Blokkeerklep hefcilinder5.
Cilinder voor omhoog/omlaag brengen van de afvalcontainer6.
4
3
1
2
5
6
70 BAR
110 BAR
200 BAR
200 BAR
750cc / HYDRAULIC OIL 32 cSt
P100210
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
14
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
GEBRUIK
10 11
12
69
68
70
13
36
37
25
73
72
24
75
66
65
71
67
60
56
64
61 62 63
P100246
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden:
GEVAAR
LET OP
WAARSCHUWING
ADVIES
Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen.
Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn.
CONTROLE / VOORBEREIDINGEN VOOR ACCU’S OP EEN NIEUWE MACHINE
LET OP!
De elektrische onderdelen van deze machine kunnen ernstig beschadigd raken als de accu’s niet op de
juiste manier worden gemonteerd en aangesloten. De accu’s mogen alleen door bevoegd personeel worden
gemonteerd. Stel op basis van het geselecteerde type accu (WET of GEL) de elektronische installatie van de
machine in.
Controleer voordat u de accu’s monteert of ze niet beschadigd zijn.
Ontkoppel de stekker van de accu’s of acculader.
Wees altijd bijzonder voorzichtig met de accu’s.
Bevestig de beschermkapjes van de accupolen die bij de machine worden geleverd.
Voor de machine is een accu van 24 V nodig, of vier accu’s van 6 V die serieel zijn aangesloten.
De machine kan op een van de volgende manieren worden geleverd:
Met accu’s op de machine gemonteerd, klaar voor gebruika)
De accu’s zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolytb)
De accu’s worden niet meegeleverdc)
Ga op basis van de con guratie als volgt te werk.
Met accu’s op de machine gemonteerd, klaar voor gebruika)
Open de motorkap (13) en zet de steunstang (36) van de motorkap vast.1.
Controleer of de accu’s met de stekker (25) op de machine zijn aangesloten.2.
Haal de steunstang (36) los en sluit de motorkap.3.
Steek de contactsleutel (67) in het contact en draai deze in stand ’I’ zonder het pedaal (69) te drukken.4.
Als het groene lampje (63) gaat branden, zijn de accu’s klaar voor gebruik.
Als het gele (62) of het rode lampje (61) gaat branden, moeten de accu’s worden opgeladen (zie de procedure in het
hoofdstuk Onderhoud).
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
15
De accu’s zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolytb)
Open de motorkap (13) en zet de steunstang (36) van de motorkap vast.1.
Verwijder de doppen (24) van de accu’s.2.
LET OP!
Het loodzwavelzuur is zeer corrosief dus wees bijzonder voorzichtig. Als de vloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met water en raadpleeg een arts.
De accu’s moeten worden gevuld in een goed geventileerde ruimte. Draag werkhandschoenen.
Vul de cellen van de accu’s met loodzwavelzuur voor accu’s (densiteit van 1,27 op 1,29 kg bij 25°C) aan de hand van de 3.
instructies in de gebruikershandleiding van de accu.
De juiste hoeveelheid loodzwavelzuur staat in de handleiding van de accu’s.4.
Laat de accu’s even staan en vul de cellen daarna met loodzwavelzuur aan de hand van de instructies in de handleiding 5.
van de accu’s.
Laad de accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).6.
De accu’s worden niet meegeleverdc)
Schaf de juiste accu’s aan (Zie het onderdeel Technische eigenschappen).1.
Raadpleeg voor de keuze en montage een gekwali ceerde leverancier.
Monteer de accu’s en stel de machine in op basis van het geselecteerde type accu (WET of GEL) (zie de procedure in het 2.
hoofdstuk Onderhoud).
Laad de accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).3.
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn.1.
Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het 2.
transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
Ga op de bestuurdersstoel (37) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (72).1.
Deblokkeer de stelhendel (66) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (65) naar wens af.2.
Laat tenslotte de stelhendel (66) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt.
Steek terwijl u op de bestuurdersstoel (37) zit de contactsleutel (67) in de contactschakelaar; draai de sleutel in stand ’I’ zonder 3.
het gaspedaal (69) in te trappen. Na enkele seconden gaat het display (60) branden en worden de bedrijfsuren weergegeven.
Controleer of het groene lampje (63) brandt.
Wanneer het gele (61) of rode lampje (62) gaat branden, zet u de contactsleutel op “0” en verwijdert u de sleutel. Laad de 4.
accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
OPMERKING
De stoel (37) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen kan bewegen als er iemand op de
bestuurdersstoel zit.
Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (75) te drukken en tegelijkertijd de hendel (68) te deblokkeren.5.
Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (65). Druk op het voorste deel van het pedaal (69) 6.
om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
Zet de hoofdborstel met de hendel (73) omlaag. Activeer het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar 7.
(56) te drukken.
Laat de zijborstel rechts met de hendel (70) zakken.8.
Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (71) zakken.9.
OPMERKING
De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet.
De borstels draaien niet wanneer ze omhoog staan.
Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, start u de machine met de handen op het stuur (65) en drukt u naar wens op 10.
het pedaal (69).
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
16
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
De machine stoppen
Laat het pedaal (69) los om de machine te stoppen.1.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (75) in.
Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (64).
U kunt de noodknop (64) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien.
Zet de contactsleutel (67) in stand “0” en verwijder de sleutel.2.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (75) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (68) te 3.
activeren.
MACHINE IN BEDRIJF
68
70
4
25
73
75
71
67
51
56
57 58
P100247
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de 1.
vloer achterblijven.
Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voor ap door middel van de hendel (74) omhoog brengen. 2.
Let op: als de voor ap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner.
LET OP!
Wanneer u op natte oppervlakken moet werken, moet u het aanzuigsysteem met de schakelaar (56) uitschakelen
om de stof lter te beschermen.
Voor een goed veegresultaat moet het stof lter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt de lter tijdens de werkzaamheden 3.
reinigen door de lterschudder kort te activeren; druk op het bovenste deel van de schakelaar (56) en activeer daarna het
aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (56) te drukken.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd terwijl de machine beweegt.
WAARSCHUWING!
Als het stof lter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (4) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende 4.
deel).
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
17
DE AFVALCONTAINER LEGEN
De maximale hoogte voor het legen van de afvalcontainer is 1.370 mm (zie afb. 2).1.
Zet de machine bij de plek waar het vuil gestort moet worden en ga als volgt verder:2.
Breng de zijborstels en –hoofdborstel omhoog.
Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (56).
Activeer de lterschudder door op het bovenste deel van de schakelaar (56) te drukken.
LET OP!
Werk altijd op een vlak terrein zodat de machine niet uit balans kan raken.
LET OP!
Bij het omhoog brengen en legen van de afvalcontainer (4) moet u de parkeerrem ingeschakeld houden met het
pedaal (75) en de hendel (68).
Zorg dat er geen mensen in de buurt van de machine staan, met name bij de afvalcontainer (4).3.
Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omhoog (57) zodat de afvalcontainer (A, Afb. 1) 4.
omhoog gaat tot de gewenste hoogte.
Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (58) van de afvalcontainer (B, Afb. 2). 5.
Leeg alle afval in de verzamelcontainer (A).
LET OP!
De afvalcontainer (A, Afb. 1) van de machine kan alleen worden gekanteld op een minimale hoogte van 270 mm.
Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (58) van de afvalcontainer om deze in 6.
de horizontale stand te zetten.
Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omlaag brengen (57) van de afvalcontainer om 7.
deze omlaag te zetten.
LET OP!
De afvalcontainer kan niet omlaag worden gezet wanneer de container niet horizontaal staat.
De machine is weer klaar voor gebruik.8.
P max
110 Kg
(242,5 lb)
A
1370 mm (54 in)
B
A
P100214 P100215
Afbeelding 1 Afbeelding 2
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
18
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat:
Activeer de lterschudder kort door op het bovenste deel van de schakelaar (56) te drukken.
Leeg de afvalcontainer (4) (zie de procedure in het vorige deel).
Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (73).
Zet de zijborstels omhoog met behulp van de hendels (70) en (71).
Schakel de machine uit door de contactsleutel (67) op ’0’ te zetten en te verwijderen.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (75) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (68) te
activeren.
DE BEDRIJFSVERLICHTING AFSTELLEN
U kunt de richting van de lichtstraal van de bedrijfsverlichting (9) eventueel afstellen met de schroeven (21).
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren:
Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is.
Ontkoppel de connector van de accu’s (25).
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste 8 uur moet u de bevestiging van alle bevestigings- en aansluitingsorganen van de machine controleren. Controleer of
de zichtbare onderdelen intact zijn en geen lekkage vertonen.
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de speci eke
werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een
bevoegd servicecentrum.
In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.
De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindt
u in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel verwijderd)
en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu’s.
Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
19
ONDERHOUDSSCHEMA
Procedure Bij a evering
Elke 10
uur
Elke 50
uur
Elke 100
uur
Elke 200
uur
Elke 400
uur
Controle van het peil van de vloeistof in de accu’s (1)
Controle hoogte van de zij- en hoofdborstels
Controle van het oliepeil van het hydraulisch systeem voor het
omlaag brengen van de afvalcontainer
(1)
Controle van de hoogte en de werking van de aps
Reiniging en controle op beschadiging van het stofpaneel lter
Controle van de werking van de lterschudder (*)
Controle spanning en reiniging aandrijfkettingen aandrijfwielen (*)
Visuele controle van riem van motor voor hoofdborstel (*)
Reiniging en controle op beschadiging van het zak lter
Afstelling van de remmen (*)
Controle van de bevestiging van de moeren en schroeven (*)(2)
Reiniging van de stuurketting (*)
Controle van werking van aanzuigsysteem (*)
Vervanging tandriem voor overbrenging naar de hoofdborstel (*)
Controle op beschadiging van de pakkingen van de afvalcontainer (*)
Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle
van afvalcontainer omhoog
(*)
Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle
van afvalcontainer horizontaal
(*)
Controle en vervanging van de koolborstels van de motoren (*)
Verversing olie hydraulisch systeem (*)(3)
(*) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding.
(1) Of voor het starten.
(2) En na de eerste 8 inloopuren.
(3) Ververs de olie van het hydraulisch systeem de eerste keer na 500 bedrijfsuren en daarna na elke 2.000 uur of elk jaar.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
20
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer 1.
heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en
laat deze enkele seconden draaien.
Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat
u de machine verplaatst en uitschakelt.
Controleer of de indruk (A, Afb. 3) van de hoofdborstel
over de hele lengte 2-4 cm breed is.
Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte
van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt
beschreven.
Draai de hendel (A, Afb. 4), maar houd hierbij rekening met 2.
het volgende:
U kunt de breedte van de indruk vergroten door de
hendel linksom te draaien.
U kunt de breedte van de borstel verkleinen door de
borstel omhoog te zetten met de hendel (73) en de
knop rechtsom te draaien.
OPMERKING
Naast afstelling van de indruk op de grond kan de
borstel ook met de knop worden afgesteld op basis
van de slijtage van de haren.
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de 3.
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan 4.
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
OPMERKING
Als u de indruk (A, Afb. 3) niet juist kunt
afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan
beide uiteinden verschillend is, vindt u in de
werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure.
P100216
Afbeelding 3
A
P100217
Afbeelding 4
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
21
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als
u de borstel vervangt omdat er scherpe deeltjes
tussen de haren van de borstel kunnen blijven
hangen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de 1.
parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel
(68) in.
Zet de contactsleutel (69) in stand ’0’ en verwijder de 2.
sleutel.
Haal de steun (8) los en open de rechterklep (7).3.
Draai de knoppen (A, Afb. 5) los en verwijder ze.4.
Verwijder de afdekking voor de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6).5.
Verwijder de hoofdborstel (A, Afb. 7).6.
Controleer of de naaf (A, Afb. 8) geen vuil of voorwerpen 7.
(draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid.
Monteer de nieuwe hoofdborstel en zorg dat de haren (B, 8.
Fig. 8) in dezelfde richting als in de afbeelding staan.
Zet de nieuwe borstel (C, Afb. 8) in de machine en 9.
controleer of het contact (D) in de betreffende naafdrager
(A) valt.
Monteer de afdekking van de hoofdborstelruimte (A, Afb. 10.
6) en draai de knoppen (A, Afb. 5) vast.
Sluit de rechterklep (7) en bevestig de steun (8).11.
Controleer de hoogte van de hoofdborstel en stel 12.
eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel.
P100218
Afbeelding 5
P100219
Afbeelding 6
P100220
Afbeelding 7
P100221
Afbeelding 8
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
22
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer 1.
hebben. Ga als volgt te werk:
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat
deze enkele seconden draaien.
Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u
de machine verplaatst.
Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in
de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de
afbeelding (A en B, Afb. 9).
Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van de
zijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel 2.
(68).
Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de 4.
steunstang (36).
Gebruik 5. voor de zijborstel rechts de hendel (A, Afb. 10)
en draai de bevestigingsring (B) los. Stel de regelaar (C)
af totdat de juiste indruk (A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de
regelaar vast met de bevestigingsring (B, Afb. 10).
Gebruik voor de zijborstel links de hendel (D, Afb. 10)
en draai de bevestigingsring (E) los. Stel de regelaar (F)
af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de
regelaar vast met de bevestigingsring (E, Afb. 10).
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels 6.
nu de juiste hoogte van de grond hebben.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan 7.
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
OPMERKING
U kunt eventueel ook de hellingshoek van de
zijborstels afstellen (zie de procedure in de
werkplaatshandleiding).
P100222
Afbeelding 9
P100223
Afbeelding 10
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
23
DE ZIJBORSTEL VERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
LET OP!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de
haren van de borstel kunnen blijven hangen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in.1.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Breng de betreffende zijborstel door middel van de hendel (70) of (71) omhoog.3.
Als u binnenin de zijborstel werkt, moet u de schroef (A, Afb. 11) losdraaien en vervolgens de zijborstel (B) met naaf (B) 4.
verwijderen nadat u de borstel van de as (C) heeft losgehaald.
Haal de spie (D) en de borgring (E) terug.
Verwijder op de werkbank de twee schroeven met moer (F, Afb. 11) en haal de borstel (H) van de naaf (G).5.
Monteer de nieuwe zijborstel (H, Afb. 11) op de naaf (G) en draai de schroeven met moer (F) weer vast.6.
Monteer de spie (D) en monteer daarna de nieuwe zijborstel met de naaf (B, Afb. 11). Monteer de borgring (E) en draai de 7.
schroef (A) vast.
Controleer de hoogte van de zijborstel en stel deze eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel.8.
P100224
Afbeelding 11
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
24
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET STOFPANEELFILTER
OPMERKING
Naast het kartonnen standaard lter zijn er ook optioneel polyester lters verkrijgbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle typen.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in.1.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).3.
Ontkoppel de connector van de accu’s (25).4.
Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem (30) los.5.
Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B).6.
Ontkoppel de stekker (A, Afb. 13) van de lterschudder.7.
Draai de hendels (B, Afb. 13) los en verwijder het bevestigingsframe van het lter (C).8.
Verwijder het stof lter (D, Afb. 13).9.
Reinig het lter buiten door het op een vlak en schoon oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (A, Afb. 14) die tegenover 10.
de zijde met het rooster (B) staat.
Voltooi de reiniging door haaks met perslucht (C) van maximaal 6 bar te spuiten, maar alleen vanaf de kant die door het
rooster (B) wordt beschermd, op een minimale afstand van 30 cm.
Controleer of de ltereenheid geen scheuren vertoont.
Hou bij de verschillende typen lters de volgende aanwijzingen aan:
Kartonnen lter (standaard): gebruik geen water of schoonmaakmiddelen om het te reinigen omdat het dan onherstelbaar
beschadigd kan raken.
Polyester lter (optioneel): om het lter grondig te reinigen kunt u het lter met water en eventueel een niet schuimende
schoonmaakmiddel reinigen. Hoewel het lter hierdoor schoner wordt, wordt de levensduur van het lter korter en zal dus
vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van ongeschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele eigenschappen
van het lter verminderen.
Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (A, Afb. 15) in de lterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over 11.
tot vervanging als dat niet het geval is.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage, let daarbij op het volgende:12.
Monteer het lter met het rooster (B, Afb. 14) naar boven gedraaid.
A
AAB
P100225 P100226
Afbeelding 12 Afbeelding 13
P100227 P100228
Afbeelding 14 Afbeelding 15
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
25
REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING
VAN HET ZAKFILTER
OPMERKING
De zak lters van polyester worden over het
algemeen gereinigd via de inschakeling van de
elektrische lterschudder die tot de uitrusting van de
machine behoort.
Indien nodig kunnen ze ook aan de buitenzijde
worden gereinigd aan de hand van de onderstaande
procedure.
Als de lteroppervlakken niet meer intact zijn, moet
het lter vervangen worden.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de 1.
parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel
(68) in.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de 3.
steunstang (36).
Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem 4.
(30) los.
Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking 5.
van het aanzuigsysteem (B).
Draai de knoppen (A, Afb. 16) los en verwijder de stangen 6.
(B).
Koppel de stekker (B, Afb. 17) van de lterschudder los en 7.
verwijder het stof lter (A).
De bediener moet in een geschikte ruimte en voorzien van 8.
de juiste bescherming (handschoenen, masker en bril) de
lterende polyester oppervlakken als volgt demonteren.
Verwijder de motor van de lterschudder (A, Afb. 18) door 9.
de twee bevestigingsschroeven los te draaien.
Open de steunen van de motor van de lterschudder (B, 10.
Afb. 18) volledig zodat de stangen voor het spannen van
de lterzakken (C) los komen.
Verwijder alle stangen voor het spannen van de 11.
lterzakken (D, Afb. 18).
Haal de bovenste bevestigingskabel (E, Afb. 18) van 12.
het zak lter los zodat u het bovenste frame (F) kunt
verwijderen.
Verwijder de scheider in de tassen (G, Afb. 18).13.
Reinig de polyester oppervlakken (H, Fig. 18) op de 14.
vuile zijkant (gebruik een externe aanzuiger) door deze
helemaal naar buiten te trekken of de zakken een voor een
te reinigen. U kunt beide kanten van tassenscheider (G,
Fig. 18) tegelijkertijd reinigen, waardoor alle vuiltjes van
het lter worden verwijderd. Controleer of het lterende
oppervlak geen scheuren vertoont. Anders moet het
vervangen worden. U kunt ook perslucht van max. 6 bar
gebruiken door de luchtstraal van de schone zijde naar de
vuile zijde te richten.
LET OP!
We raden u af het lter met water te reinigen. De
polyestervezels kunnen samentrekken waardoor
het niet meer bruikbaar is.
Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (C, Afb. 17) 15.
in de lterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is.
Ga over tot vervanging als dat niet het geval is.
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde 16.
van demontage.
P100229
Afbeelding 16
P100230
Afbeelding 17
B
A
E
F
D
C
H
G
P100231
Afbeelding 18
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
26
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS
Voorbereidende handelingen
Leeg de afvalcontainer (ga te werk zoals beschreven in de gebruikershandleiding) om te voorkomen dat het gewicht van het 1.
afval in de container de regeling van de hoogte van de aps in gevaar brengt.
Zet de machine op een vlakke ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de aps te controleren.2.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68).3.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.4.
Controle van de zij aps
Draai de steunen (8) en (6) los en open de kleppen rechts (7) en links (5).5.
Controleer of de zij aps heel zijn (A, Afb. 19).6.
Vervang de aps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de
werkplaatshandleiding voor vervanging van de aps).
Controleer of de zij aps (A, Afb. 19) 0 tot 3 mm van de grond staan (Afb. 21).7.
Haal eventueel de schroeven (B, Afb. 19) los en stel de stand van de aps af. Draai daarna de schroeven (B) weer vast.
Controle van de voor- en achter ap
Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.8.
Controleer of de voor aps (A, Afb. 22) en de achter aps (B) intact zijn.9.
Vervang de aps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de
werkplaatshandleiding voor vervanging van de aps).
Controleer of de voor aps (A, Afb. 22) en de achter aps (B) de vloer lichtjes raken en of ze niet loskomen van de vloer (zie 10.
afbeelding 24).
Draai eventueel de schroeven (C, Afb. 22) los en stel de stand van de aps af. Draai daarna de schroeven (C) weer vast.
Druk het pedaal voor de voor ap (75) helemaal in en controleer of de voor ap ongeveer 5 cm omhoog komt.11.
Laat het pedaal los en controleer of de ap weer in de beginstand gaat en niet halverwege blijft steken.
Stel eventueel de kabel voor het heffen van de aps (A, Afb. 23) af met de regelaar (B), links voor op de ap zelf (zie voor
vervanging van de bedieningskabel voor de voor ap de werkplaatshandleiding).
Instelling
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage.12.
P100232 P100233 P100234
Afbeelding 19 Afbeelding 20 Afbeelding 21
P100235 P100236 P100237
Afbeelding 22 Afbeelding 23 Afbeelding 24
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
27
CONTROLE VAN HET PEIL VAN DE OLIE VOOR HET HYDRAULISCH SYSTEEM VOOR HET HEFFEN
VAN DE AFVALCONTAINER
LET OP!
Deze procedure moet worden uitgevoerd met de afvalcontainer (4) volledig naar binnen (zie de afbeelding).
Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68).1.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).3.
Controleer of het oliepeil in de tank (35) tussen de merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil staat, zoals 4.
aangegeven in Afb. 25.
Vul eventueel het peil bij via de dop (A, Afb. 25) met de olie die in het deel Technische eigenschappen wordt aangegeven.5.
Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22).6.
P100245
Afbeelding 25
DE ACCU’S MONTEREN/VERWIJDEREN EN HET TYPE ACCU INSTELLEN (WET OF GEL)
LET OP!
Kantel de loodaccu’s (WET) niet omdat er anders bijtende vloeistof uit de accu’s kan lopen.
Sluit de minpool en de pluspool van de accu nooit, ook niet per ongeluk, aan met gereedschap, sleutels, etc. om
te voorkomen dat er kortsluiting ontstaat, wat erg gevaarlijk kan zijn.
De accu’s monteren
Zie voor het type accu dat op de machine kan zijn gemonteerd het deel Technische eigenschappen.
De accu’s worden op de machine gemonteerd volgens één van de oplossingen in het schema (31).
Controleer aan de hand van de afmetingen van de te monteren accu’s of ze in de meegeleverde kunststof houder passen.
Als de accu’s te groot zijn voor de houder, kunt u de meegeleverde geleiders gebruiken om de stabiliteit van de accuruimte te
garanderen.
LET OP!
Niet-verzegelde WET-accu’s moeten altijd in een geschikte houder worden geplaatst om te voorkomen dat er per
ongeluk zuur uit kan lopen.
Monteer niet-verzegelde WET-accu’s nooit zonder een geschikte houder.
Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68).1.
Controleer of de contactsleutel (67) is verwijderd.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).3.
Monteer met behulp van een tweede persoon en een geschikt hefsysteem de accu’s (23) aan de hand van één van de 4.
oplossingen in het schema (31).
Sluit de accu’s aan volgens het schema (31). Ontkoppel de stekker van de accu’s (25) niet.5.
Stel het type accu (WET of GEL) in, zoals hieronder wordt beschreven.6.
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
28
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
Het type gemonteerde accu instellen (WET of GEL)
Bij een nieuwe machine is de fabrieksinstelling van de machine voor een accu met lood (WET). Wanneer dit overeenkomt met 7.
het type gemonteerde accu, hoeft u niets in te stellen.
In de andere gevallen moet de elektronische installatie van de machine worden ingesteld, zoals hieronder wordt aangegeven.
Controleer of de accustekker (25) is ontkoppeld.8.
Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22).9.
Verwijder de schroeven (A, Afb. 26) en verwijder voorzichtig het bedieningspaneel rechts (B).10.
Zet de verbinding (A, Afb. 27) op de connectoren WET (B) voor loodaccu’s of op de connectoren GEL (C) voor gelaccu’s.11.
Plaats voorzichtig het bedieningspaneel rechts (B, Afb. 26) terug en bevestig het met de bijbehorende schroeven (A).12.
Open de motorkap (22), sluit de stekker van de accu’s (25) aan en sluit de motorkap (22).13.
Laad eventueel de accu’s op (zie de procedure in het volgende deel).14.
De accu’s verwijderen
Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68).15.
Verwijder de contactsleutel (67).16.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).17.
Ontkoppel de connector van de accu’s (25).18.
Koppel de aansluitkabels van de accu’s (23) los.19.
Verwijder de eventuele hoekige geleiders of bevestigingsstangen van de accu’s.20.
Controleer of alle doppen (24) van de WET-accu’s zijn gesloten zodat er geen bijtende vloeistof uit kan lopen.21.
Verwijder de accu’s (23) met behulp van een tweede persoon en een geschikt hefsysteem.22.
A
A
A
A
B
S311445 S311446
Afbeelding 26 Afbeelding 27
ACCU’S OPLADEN
LET OP!
Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu’s het
bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Laad de accu alleen op in een goed geventileerde ruimte en ver
van open vuur. Tijdens het opladen van de accu’s mag er niet gerookt worden.
Houd de motorkap geopend als de accu’s worden opgeladen.
LET OP!
Let tijdens het opladen van de loodaccu’s (WET) goed op dat er geen vloeistof uit de accu’s loopt. Deze vloeistof
is een bijtende stof. Als de vloeistof in contact komt met de huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met water
en raadpleeg een arts.
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in.1.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).3.
(Alleen voor WET-accu’s) controleer het peil van de elektrolyt in de accu’s (23). Vul eventueel bij via de doppen (24). laat alle 4.
doppen (24) open als u de accu oplaadt. Reinig indien nodig de bovenkant van de accu’s.
Controleer of de acculader geschikt is aan de hand van de instructies op het apparaat.5.
De nominale spanning van de acculader is 24 V.
Gebruik een acculader die geschikt is voor het type accu dat is gemonteerd.
Ontkoppel de stekker (25) van de accu’s en sluit die op de externe acculader aan.6.
Sluit de acculader aan op het stroomnet en laad de accu’s op.7.
Na het opladen ontkoppelt u de acculader van het stroomnet en haalt u de stekker (25).8.
Controleer het elektrolytpeil van de accu’s en sluit alle doppen (24).9.
Sluit de stekker (25) van de accu’s weer aan op de aansluiting op de machine.10.
Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22). De machine is klaar voor gebruik.11.
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A
29
CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in.1.
Zet de contactsleutel (67) in ’0’.2.
Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36).3.
Ontkoppel de connector van de accu’s (25).4.
Controle/vervanging van de smeltzekeringen
Verwijder de afdekking (A, Afb. 28) en noteer de standen van de zekeringen op de bijbehorende sticker.5.
Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de volgende onderdelen (B):6.
Zekering F1 (30 A): Circuit sleutel
Zekering F2 (30 A): Filterschudder
Zekering F3 (30 A): Aanzuigsysteem
Zekering F4 (30 A): Hydraulische pomp
Zekering F5 (10 A): Knipperlamp (optioneel)
Zekering F6 (10 A): Bedrijfsverlichting (optioneel)
Zekering F7 (10 A): Aandrijfmechanisme afvalcontainer
Zekering F8 (30 A): Reservezekering
Controle/vervanging van de hoofdzekeringen
Verwijder de schroef (C, Afb. 28) en verwijder daarna de afdekking (D).7.
Verwijder de moeren (E).8.
Controleer/vervang de hoofdzekering F0 (150 A) (F).9.
Controle van de herbruikbare zekeringen
Controleer of de betreffende zekering tussen de volgende zekeringen is uitgeschakeld; reset de zekering nadat u heeft 10.
gewacht totdat de betreffende motor was afgekoeld:
Zekering FA (H, Fig. 28): Herbruikbare zekering motor zijborstel rechts
Zekering FB (I): Herbruikbare zekering motor zijborstel links (optioneel)
Zekering FC (G): Herbruikbare zekering voor de motor van de hoofdborstel
Montage
Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage.11.
S311447
Afbeelding 28
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
30
1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
STORINGEN LOKALISEREN
Probleem Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Wanneer u de contactsleutel (67) op ’I’ zet,
gaat het display niet aan en werkt de machine
niet.
De stekker van de accu’s (25) is ontkoppeld. Sluit de stekker van de accu’s weer aan.
De zekering F1 en/of F0 zijn gesprongen. Controleer de zekeringen.
De machine beweegt niet als het gaspedaal
wordt ingedrukt.
Het gaspedaal wordt ingedrukt terwijl de
contactsleutel op ’I’ wordt gezet.
Zet de contactsleutel in ’0’ en daarna in ’I’
zonder het gaspedaal te drukken.
De hoofdborstel werkt niet. De herbruikbare zekering (26) is gesprongen.
Wacht totdat de motor van de hoofdborstel is
afgekoeld en reset daarna de zekering (26) door
de betreffende knop in te drukken.
De zijborstels werken niet.
De herbruikbare zekering van de zijborstel
rechts (27) of de zijborstel links (28) is
gesprongen.
Wacht totdat de motor van de zijborstel is
afgekoeld en reset daarna de zekering (27) of
(28) door de betreffende knop in te drukken.
De machine werkt alleen in stilstand, maar
gaat uit als hij moet bewegen en het rode
lampje knippert.
Lege accu’s
Laad de accu’s op.
Wanneer het probleem zo niet wordt opgelost,
vervangt u de accu’s.
De accu’s gaan snel leeg. De accu’s zijn niet meer ef ciënt.
Vervang de accu’s. Monteer eventueel accu’s
met een grotere capaciteit (Zie het onderdeel
Technische eigenschappen).
De machine verzamelt weinig stof/vuil.
Het aanzuigsysteem is uit.
Schakel het aanzuigsysteem in met de
schakelaar (56).
Het stof lter is verstopt.
Reinig het stof lter met behulp van de
lterschudder of demonteer het lter.
De afvalcontainer is vol. Leeg de afvalcontainer.
De aps zijn niet goed afgesteld of kapot. Stel de aps af of vervang ze.
De borstels zijn niet goed afgesteld. Stel de borstels in hoogte af.
De afvalcontainer gaat niet omhoog.
Het oliepeil van het hydraulisch systeem is niet
juist.
Controleer het oliepeil van het hydraulisch
systeem in de tank (41).
Zekering F4 of F7 is gesprongen. Vervang zekering.
De afvalcontainer kantelt niet.
Zekering F7 is gesprongen. Vervang zekering.
De afvalcontainer staat te laag.
Breng de afvalcontainer hoog tot minstens 300
mm vanaf de grond.
De afvalcontainer gaat niet omlaag.
De afvalcontainer is niet weer in de horizontale
stand gezet na het kantelen.
Zet de afvalcontainer weer in de horizontale
stand na het kantelen.
In bepaalde klimaten kan de olie van het
hydraulisch systeem langzaam door de
veiligheidsklep lopen.
Wacht enkele seconden tot de olie van het
hydraulisch systeem wegstroomt.
De lterschudder werkt niet. Zekering F2 is gesprongen. Vervang zekering.
Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nil sk. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding.
VERWIJDERING
Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht.
Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens de
geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht:
Accu’s
Polyester stof lter
Hoofdborstel en zijborstels
Olie hydraulisch systeem
Filter voor olie hydraulisch systeem
Kunststof leidingen en onderdelen
Elektrische en elektronische onderdelen (*)
(*) Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nil sk-kantoor.

Documenttranscriptie

Сертификат за съответствие Conformity certificate Declaração de conformidade Osvědčení o shodě Πιστοποιητικό συμμόρφωσης Deklaracja zgodności Konformitätserklärung Megfelelősségi nyilatkozat Certificat de conformitate Overensstemmelsescertifikat Dichiarazione di conformità Заявление о соответствии Declaración de conformidad Atitikties deklaracija Överensstämmelsecertifikat Vastavussertifikaat Atbilstības deklarācija Certifikát súladu Déclaration de conformité Konformitetssertifisering Certifikat o ustreznosti Yhdenmukaisuustodistus Conformiteitsverklaring Uyumluluk sertifikası Модел / Model / Modell / Model / Modelo / Mudel / Modèle / Malli / Model / Μοντέλο / Modell / Modello / Modelis / Modelis / Modell / Model / Modelo / Model / Model / Модель / Modell / Model / Model / Model : SWEEPER Тип / Typ / Typ / Type / Tipo / Tüüp / Type / Tyyppi / Type / Τύπος / Típus / Tipo / Tipas / Tips / Type / Type / Tipo / Typ / Tip / Тип / Typ / Typ / Tip / Tip : SR 1301 B Сериен номер / Výrobní číslo / Seriennummer / Serienummer / Número de serie / Seerianumber / Numéro de série / Sarjanumero / Serial number / Σειριακός αριθμός / Sorozatszám / Numero di serie / Serijos numeris / Sērijas numurs / Serienummer / Serienummer / Número de série / Numer seryjny / Număr de serie / Серийный номер / Serienummer / Výrobné číslo / Serijska številka / Seri Numarası : Година на производство / Rok výroby / Baujahr / Fabrikationsår / Año de fabricación / Väljalaskeaasta / Année de fabrication / Valmistusvuosi / Year of construction / Έτος κατασκευής / Gyártási év / Anno di costruzione / Pagaminimo metai / Izgatavošanas gads / Byggeår / Bauwjaar / Ano de fabrico / Rok produkcji / Anul fabricaţiei / Год выпуска / Tillverkningsår / Rok výroby / Leto izdelave / Leto izdelave/İmal yılı : Долуподписаният потвърждава, че гореспоменатият модел е произведен в съответствие със следните директиви и стандарти. The undersigned certify that the above mentioned model is produced in accordance with the following directives and standards. A presente assinatura serve para declarar que os modelos supramencionados são produtos em conformidade com as seguintes directivas e normas. Níže podepsaný stvrzuje, že výše uvedený model byl vyroben v souladu s následujícími směrnicemi a normami. Ο κάτωθι υπογεγραμμένος πιστοποιεί ότι η παραγωγή του προαναφερθέντος μοντέλου γίνεται σύμφωνα με τις ακόλουθες οδηγίες και πρότυπα. Niżej podpisany zaświadcza, że wymieniony powyżej model produkowany jest zgodnie z następującymi dyrektywami i normami. Der Unterzeichner bestätigt hiermit dass die oben erwähnten Modelle gemäß den folgenden Richtlinien und Normen hergestellt wurden. Alulírottak igazoljuk, hogy a fent említett modellt a következő irányelvek és szabványok alapján hoztuk létre. Subsemnatul atest că modelul susmenţionat este produs în conformitate cu următoarele directive şi standarde. Undertegnede attesterer herved, at ovennævnte model er produceret i overensstemmelse med følgende direktiver og standarder. Il sottoscritto dichiara che i modelli sopra menzionati sono prodotti in accordo con le seguenti direttive e standard. Настоящим удостоверяется, что машина вышеуказанной модели изготовлена в соответствии со следующими директивами и стандартами. El abajo firmante certifica que los modelos arriba mencionados han sido producidos de acuerdo con las siguientes directivas y estandares. Toliau pateiktu dokumentu patvirtinama, kad minėtas modelis yra pagamintas laikantis nurodytų direktyvų bei standartų. Undertecknad intygar att ovannämnda modell är producerad i överensstämmelse med följande direktiv och standarder. Allakirjutanu kinnitab, et ülalnimetatud mudel on valmistatud kooskõlas järgmiste direktiivide ja normidega. Ar šo tiek apliecināts, ka augstākminētais modelis ir izgatavots atbilstoši šādām direktīvām un standartiem. Dolu podpísaný osvedčuje, že hore uvedený model sa vyrába v súlade s nasledujúcimi smernicami a normami. Je soussigné certifie que les modèles cidessus sont fabriqués conformément aux directives et normes suivantes. Undertegnede attesterer att ovennevnte modell är produsert i overensstemmelse med fölgende direktiv og standarder. Spodaj podpisani potrjujem, da je zgoraj omenjeni model izdelan v skladu z naslednjimi smernicami in standardi. Allekirjoittaia vakuuttaa että yllämainittu malli on tuotettu seuraavien direktiivien ja standardien mukaan. Ondergetekende verzekert dat de bovengenoemde modellen geproduceerd zijn in overeenstemming met de volgende richtlijnen en standaards. Aşağıda İmzası olan kişi, yukarıda bahsedilen model cihazın aşağıda verilen direktiflere ve standartlara uygunlukta imal edildiğini onaylar. EC Machinery hinery Directive Dire 98/37/EC EC C EMC Directive ctive 89/336/EEC 8 EN ISO 12100-1, EN ISO 12100-2, EN 294, EN 349 EN 60335-1, EN 60335-2-72 EN 61000, EN 50366 Manufacturer: Nilfisk-Advance S.p.a. Authorized signatory: Franco Mazzini, General Mgr Date: Signature: Address: Strada Comunale della Braglia, 18, 26862 GUARDAMIGLIO (LO) - ITALY Tel: +39 (0)377 451124, Fax: +39 (0)377 51443 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING INLEIDING OPMERKING De nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderdelen die worden weergegeven in het hoofdstuk Beschrijving van de machine. DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen, het onderhoud, de vervangingsonderdelen en het verwijderen van de machine. De bedieners en bevoegde monteurs die met deze machine werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig lezen, voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact op met Nilfisk voor meer uitleg. BETREFFENDE PERSONEN Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de machine. De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen door bevoegde monteurs uitgevoerd mogen worden. Nilfisk is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan uit het negeren van dit verbod. OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING De instructiehandleiding moet in de juiste houder bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft. CONFORMITEITSVERKLARING De conformiteitsverklaring die bij de machine wordt geleverd is een verklaring dat de machine voldoet aan de geldende wetgeving. OPMERKING Twee kopieën van de oorspronkelijke verklaring van overeenstemming zijn verstrekt samen met de machinedocumentatie. IDENTIFICATIEGEGEVENS Het serienummer en model van de machine staan op het plaatje (1). Het productiejaar van de machine wordt in de conformiteitsverklaring aangegeven. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de eerste twee cijfers van het serienummer van de machine. Deze informatie is nodig als u vervangingsonderdelen voor de machine bestelt. Gebruik de onderstaande ruimte om de identificatiegegevens van de machine op te schrijven. Model MACHINE ............................................................................... Serienummer MACHINE ................................................................... 2 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN – – Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de uitrusting van de machine) Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de servicecentra van Nilfisk) VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD Als er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij de servicecentra van Nilfisk laten uitvoeren. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt. Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nilfisk, zorg dan dat u het model en het serienummer altijd bij de hand heeft. MODIFICATIES EN VERBETERINGEN Nilfisk streeft naar een constante perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modificaties en aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te voeren op een eerder aangeschafte machine. Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nilfisk. BEDRIJFSCAPACITEIT Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor het reinigen/vegen van gladde, solide vloeren en voor het verzamelen van stof en kleine vuildeeltjes in privé- en bedrijfsruimten onder gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde bediener. ALGEMENE OPMERKINGEN Alle verwijzingen naar voorwaarts, achterwaarts, vóór, rechts, links of achter in deze handleiding zijn vanuit de bediener in zijn rijpositie op de stoel bekeken (37). VERPAKKING VERWIJDEREN/AFLEVERING Volg bij het verwijderen van de verpakking de instructies op de verpakking zorgvuldig op. Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport. Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen. Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met de volgende lijst: 1. Technische documentatie: • Gebruiksaanwijzing • Catalogus met vervangingsonderdelen 2. Hoofdzekering Nr. 1 (F0) 150 A 3. Zekering Nr. 1 van 10 A 4. Stekker Nr. 1 voor de acculader SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 3 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING VEILIGHEID De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen. Samenwerking met de bediener is van essentieel belang om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan. GEBRUIKTE SYMBOLEN GEVAAR! Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk afloop voor de bediener aan. LET OP! Dit symbool geeft een mogelijk risico op letsel voor personen of schade aan voorwerpen aan. WAARSCHUWING! Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door. OPMERKING Dit symbool geeft een waarschuwing aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. ADVIES Dit geeft aan dat de bedienershandleiding moet worden geraadpleegd voordat er een handeling wordt uitgevoerd. ALGEMENE INSTRUCTIES Hierna volgen waarschuwingen en specifieke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te voorkomen. GEVAAR! – Voordat er reinigings- of onderhoudswerkzaamheden, vervangingen van onderdelen of omzettingen naar andere functies worden uitgevoerd, moet u de accustekker eerst loskoppelen, de contactsleutel verwijderen en de parkeerrem inschakelen. – Deze machine mag alleen worden gebruikt door personen die op de juiste manier zijn geïnstrueerd. De machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap. – Zorg dat er geen vonken, vlammen of rokende/gloeiende materialen bij de accu’s in de buurt kunnen komen. Bij normaal gebruik van de machine kunnen er explosieve gassen vrij komen. – Wanneer u in de buurt van elektrische onderdelen werkt, verwijder dan al uw sieraden. – Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine als deze niet voldoende wordt ondersteund door veiligheidssteunen. – Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder de geopende motorkap, moet u ervoor zorgen dat de motorkap niet per ongeluk dicht kan vallen. – Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig zijn. Deze machine is niet geschikt voor het opzuigen van stoffen die gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn. – Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu’s het bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Houd de motorklep open als de accu wordt opgeladen en voer de handelingen alleen uit in een goed geventileerd ruimte en uit de buurt van open vuur. – Als de machine van loodaccu’s (WET) is voorzien, mag de machine zelf niet meer dan 30° ten opzichte van de vlakke grond worden gekanteld. Anders kan de uiterst corroderende vloeistof uit de accu lopen. Als de machine bij onderhoudswerkzaamheden moet worden gekanteld, moeten eerst de accu’s worden verwijderd. 4 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS LET OP! – Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig door. – Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast komen te zitten in de bewegende delen van de machine. – Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, mag u tijdens het opladen van de accu’s niet roken. – Verwijder de contactsleutel om niet-geautoriseerd gebruik van de machine te voorkomen. – Een machine die onbeheerd wordt achtergelaten, moet worden vastgezet om onverwachte bewegingen te voorkomen. – Gebruik de machine niet op oppervlakken met een grotere hellingshoek dan aangegeven op de machine. – Gebruik alleen de borstels die bij de machine worden geleverd of in de gebruiksaanwijzing worden vermeld. Het gebruik van andere borstels kan de veiligheid in gevaar brengen. – Sluit voordat u de machine gebruikt alle afdekkingen en/of kleppen. – Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten. – - Was de machine niet met directe waterstralen, een hogedrukspuit of met bijtende materialen. – Gebruik geen perslucht om de machine te reinigen, met uitzondering van de filters (zie het betreffende deel). – Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied van de machine bevinden. – Zet geen flessen vloeistof op de machine. – De temperatuur moet bij opslag van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen. – De temperatuur moet bij gebruik van de machine tussen de 0°C en +40°C liggen. – De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95% liggen. – Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of andere weersomstandigheden staat, zowel in werking als bij stilstand. Plaats de machine op een beschermde, droge plaats. deze machine is alleen voor gebruik onder droge omstandigheden; de machine mag dus niet worden gebruikt of opgeslagen onder vochtige omstandigheden. – Gebruik de machine niet als vervoermiddel of voor slepen/duwen. – De maximale draagkracht van de machine, naast het gewicht van de bediener, is 110 kg (het gewicht van het afval). – Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om schade aan de vloer te voorkomen. – Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen water. – Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen. – Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan. – Deze machine is niet geschikt voor gebruik op straat of openbare wegen. – Verwijder om geen enkele reden de beschermingen van de machine. – Houd u strikt aan de aanwijzingen bij gewone onderhoudswerkzaamheden. – Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op de machine. – Als u afwijkingen in de werking van de machine vermoedt, controleer dan of deze niet worden veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd personeel of van een bevoegd servicecentrum. – Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier en/of bevoegde detailhandelaar. – Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte werking van de machine moet het onderhoud dat in het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een servicecentrum worden uitgevoerd. – Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen (accu’s, olie, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde verzamelplaatsen worden gebracht (zie het hoofdstuk Verwijdering). SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 5 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS BESCHRIJVING VAN DE MACHINE BOUW VAN DE MACHINE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. Plaatje met serienummer / technische gegevens / conformiteitsmarkering Knipperlicht (altijd in werking als de sleutel in ’I’ staat) (optioneel) Afdekking van motor voor aanzuigsysteem Afvalcontainer (wanneer deze vol is, legen) Linkerklep (alleen voor onderhoud openen) Sluitingsstop links met veiligheidsbevestigingsschroef Rechterklep (voor verwijdering van de hoofdborstel) Sluitingsstop rechts Bedrijfsverlichting (optioneel) Zijborstel rechts Zijborstel links (optioneel) Hoofdborstel Klep accuruimte Aandrijfwielen achter op vaste as Sturend voorwiel Zijflap links Zijflap rechts Voorflap Achterflap 37 2 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. Houder stoffilter Stelschroeven voor de richting van de bedrijfsverlichting Klep accuruimte (open) Accu’s met lood (WET) of optioneel met gel (GEL) Accudoppen (alleen voor WET-accu’s) Accuconnector Herbruikbare thermische zekering van motor voor hoofdborstel Herbruikbare thermische zekering van motor voor zijborstel rechts Herbruikbare thermische zekering van motor voor zijborstel links (optioneel) Kastje met smeltzekeringen Stekker van motor voor aanzuigsysteem Aansluitschema’s voor accu’s Motor aandrijfsysteem Kastje voor elektrische onderdelen Elektronische installatie aandrijfsysteem Reservoir voor hydraulische olie voor systeem voor heffen afvalcontainer Steunstang van de motorkap Bestuurdersstoel 13 1 10 9 15 21 11 18 6 16 5 14 3 20 4 9 19 14 12 17 7 8 P100242 6 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING BEDIENINGSPANEEL EN KNOPPEN 51. Bevestigingsknop voor omhoog/omlaag brengen en kantelen van afvalcontainer 52. Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal 53. Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel) 54. Stelknop voor indruk van hoofdborstel • Linksom draaien voor vergroting van de indruk van de borstel • Rechtsom draaien voor verkleining van de indruk van de borstel 55. Plaats voor optionele schakelaar 56. Schakelaar • (Laagste stand) activering aanzuigsysteem • (Hoogste stand) activering filterschudder 57. Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van afvalcontainer 58. Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer 59. Keuzeschakelaar op het display voor de volgende functies (in volgorde): • Arbeidsuren • Laatste cijfers van het uur - (punt) - minuten • Spanning accu’s (V) 60. Informatiescherm (display) 61. Lampje voor lege accu’s (rood). Wanneer het brandt, zijn de accu’s leeg. De accu’s zijn leeg en moeten worden opgeladen (zie de procedure in het betreffende deel). 62. Controlelampje accu’s bijna leeg (geel). Wanneer dit lampje brandt, zijn de accu’s bijna leeg. De machine kan nog enkele minuten werken. 63. Lampje voor volle accu’s (groen). Wanneer het brandt, zijn de accu’s opgeladen. Hoe lang de machine nog kan werken, hangt af van de capaciteit van de gemonteerde accu’s en van de werkomstandigheden. 64. Noodknop. Druk hierop in noodsituaties om alle functies van de machine te stoppen. U kunt hem weer resetten na het inschakelen door hem in de richting van de pijl op de knop zelf te drukken. 65. Stuur 66. Stelknop voor kanteling van stuurwiel 67. Contactsleutel: • In stand 0 stopt de machine en worden alle functies uitgeschakeld. • In stand ’I’ schakelt de machine de verschillende functies in; ook wordt het knipperlicht ingeschakeld. 68. Bedieningshendel voor vergrendeling parkeerrem. De servicerem (75) wordt vergrendeld zodat hij als parkeerrem fungeert. 69. Pedaal voor voorwaartse/achterwaartse beweging 70. Hendel voor zijborstel rechts omhoog/omlaag 71. Hendel voor zijborstel links omhoog/omlaag (optioneel) 72. Bedieningshendel voor lengteverplaatsing van de stoel 73. Hendel voor het omhoog/omlaag brengen van de hoofdborstel 74. Pedaal voor omhoog brengen voorflap 75. Servicerempedaal 59 60 61 62 63 67 64 65 51 52 53 70 66 68 55 56 57 58 71 72 54 69 75 73 74 P100244 8 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ACCESSOIRES / OPTIES Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires, volgens het gebruik van de machine: – Zijborstel links – Hoofd- en zijborstels met hardere of zachtere haren dan de standaardborstel – Stoffilter in antistatisch polyester en in polyester BIA C – Zakfilter – Knipperlampje – Bedrijfslampje – Antigroevenflap – Antigroevenwielen – Beschermkap Neem voor meer informatie over de hierboven genoemde optionele accessoires contact op met uw leverancier. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Algemeen Waarden Breedte van het reinigingsvlak (met een zijborstel) 1.054 mm Breedte van het reinigingsvlak (met twee zijborstels) 1.308 mm Lengte machine 1.776 mm Breedte machine (met een zijborstel) 1.208 mm Breedte machine (met twee zijborstels) 1.310 mm Maximale hoogte van de machine (bij het stuur) 1.350 mm Minimale hoogte van de grond (zonder flaps) 60 mm Maximale hoogte vanaf de grond voor omhoog brengen afvalcontainer 1.650 mm Maximaal hefbaar gewicht van de afvalcontainer 110 kg Minimale/maximale hoogte vanaf de grond voor het lossen van afval 270/1.370 mm Minimale draaicirkel 1.685 mm Afmetingen hoofdborstel (diameter x lengte) 300 x 800 mm Diameter zijborstel 500 mm Maximale voorwaartse snelheid 7 km/h Maximale achterwaartse snelheid 3,5 km/h Maximale hellingshoek 16% Inhoud afvalcontainer 130 liter Gewicht vooras in beweging 299 kg Gewicht achteras in beweging 424 kg Totaalgewicht machine in beweging (met bediener op de machine) 723 kg Specifieke druk op de grond van achterwielen 1,1 N/mm2 Specifieke druk op de grond van voorwiel 1,1 N/mm2 Sturend voorwiel (diameter x breedte) 305 x 92 mm Achterste aandrijfwielen (diameter x breedte) 305 x 92 mm Geluidsdruk op het oor van de bestuurder (ISO 11201, ISO 4871) (LpA) 67 dB(A) ± 3 dB(A) Geluidsvermogen geproduceerd door de machine (ISO 3744, ISO 4871) (LwA) 82 dB(A) Trillingsniveau op de arm van de bestuurder (ISO 5349-1) (*) < 2,5 m/s2 Trillingsniveau op het lichaam van de bediener (ISO 2631-1) (*) 6,5 m/s2 (*) Bij normale werkomstandigheden op een vlakke ondergrond van asfalt. SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 9 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische onderdelen Waarden Spanning elektrisch systeem 24 V Motor aanzuigsysteem 310 W, 3000 omw/min Motor hoofdborstel 500 W, 550 omw/min Motor aandrijfsysteem 750 W, 315 omw/min Motor met reductiedoos voor zijborstel 90 W, 85 omw/min Motor filterschudder 90 W, 5700 omw/min Motor van filterschudder voor zakfilter (optioneel) 110 W, 3000 omw/min Accu’s Waarden Standaardaccu’s met elektrolyt (WET), serieel aangesloten Nr. 4 van 6 V 180 Ah Optionele accu met elektrolyt (WET) Nr. 1 van 24 V 240 Ah Optionele accu’s WET of GEL, verkrijgbaar via de dealers van Nilfisk Totale spanning 24 V Maximale capaciteit accu’s 330 Ah Afmetingen accuhouder (breedte x lengte x hoogte) 800 x 300 x 150 mm Maximale afmetingen accuruimte (breedte x lengte x hoogte) 800 x 360 x 380 mm Aanzuiging en stoffiltering Waarden Stoffilter van karton van 15-20 μm 3,6 m2 Drukverlaging hoofdborstelruimte 10,9 mm/H2O Hydraulisch systeem voor heffen van afvalcontainer Waarden Pomp Parker 108 AE S32 - 24 V Maximale druk 110 Bar Inhoud oliereservoir 0,75 liter Totale inhoud ?hydraulisch systeem 1,4 liter Olie hydraulisch systeem (bij een buitentemperatuur van meer dan 10°C) AGIP Arnica 46 (*) WAARSCHUWING! Als de machine wordt gebruikt in omgevingen met temperaturen lager dan +10°C, raden wij u aan de olie te vervangen door olie met een viscositeit van 32 cSt. Bij temperaturen onder 0°C moet u olie met een nog lagere viscositeit gebruiken. (*) Zie de tabel hieronder met de eigenschappen van de olie en de tabel met referentiespecificaties. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AGIP ARNICA SPECIFICATIES TER REFERENTIE 46 32 ISO-L-HV Viscositeit bij 40°C mm2/s 45 32 ISO 11158 Viscositeit bij 100°C mm2/s 7,97 6,40 Viscositeitsindex Ontbrandingspunt COC Vloeipunt Volumetrische massa bij 15°C AFNOR NF E 48603 HV / 150 157 AISE 127 °C 215 202 ATOS Tab. P 002-0/I °C -36 -36 kg/l 0,87 0,865 BS 4231 HSE CETOP RP 91 H HV COMMERCIAL HYDRAULICS Danieli Standard 0.000.001 (AGIP ARNICA 22, 46, 68) EATON VICKERS I-286-S3 EATON VICKERS M-2950 DIN 51524 t.3 HVLP LAMB LANDIS-CINCINNATI P68, P69, P70 LINDE PARKER HANNIFIN (DENISON) HF-0 REXROTH RE 90220-1/11.02 SAUER-DANFOSS 520L0463 10 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ELEKTRISCH SCHEMA Legende Kleurcodering BE1 Knipperlamp (optioneel) BK Zwart BZ1 Geluidssignaal voor achteruitrijden/geluidssignaal BU Blauw C1 Accuconnector BN Bruin EB1 Elektronische installatie aandrijfsysteem GN Groen EB2 Elektronische installatie display GY Grijs ES1 Afstandsschakelaar leiding OG Oranje ES2 Afstandsschakelaar hoofdborstel PK Roze ES3 Relais van pomp voor afvalcontainer omhoog RD Rood ES4 Relais van pomp voor afvalcontainer omlaag VT Paars ES5 Relais aanzuigsysteem WH Wit F0 Hoofdzekering (150 A) YE Geel F1 Zekering sleutel (30 A) F2 Zekering filterschudder (30 A) F3 Zekering aanzuigsysteem (30 A) F4 Zekering hydraulische pomp (30 A) F5 Zekering knipperlampje (10 A) F6 Zekering bedrijfsverlichting (10 A) F7 Zekering aandrijfmechanisme (10 A) FA Herbruikbare zekering zijborstel rechts (10 A) FB Herbruikbare zekering zijborstel links (10 A) (optioneel) FC Herbruikbare zekering hoofdborstel (30 A) HN Akoestisch waarschuwingssignaal K1 Contactsleutel L1 Bedrijfsverlichting (optioneel) M1 Motor aandrijfsysteem M2 Motor hoofdborstel M3 Hydraulische pomp M4 Aandrijfmechanisme M5 Motor filterschudder M6 Motor aanzuigsysteem M7 Motor zijborstel rechts M8 Motor zijborstel links (optioneel) R1 Potentiometer gaspedaal (geïntegreerd in het pedaal) SW0 Noodknop SW1 Schakelaar voor beweging vooruit/achteruit (geïntegreerd in het pedaal) SW2 Microschakelaar voor hoofdborstel SW3 Bevestigingsknop voor afvalcontainer SW4 Schakelaar voor omhoog/omlaag brengen van afvalcontainer SW5 Schakelaar voor kantelen van afvalcontainer SW7 Microschakelaar zijborstel rechts SW8 Microschakelaar zijborstel links (optioneel) SW9 Microschakelaar afvalcontainer horizontaal SW10 Microschakelaar afvalcontainer omhoog SW11 Microschakelaar afvalcontainer open SW12 Microschakelaar afvalcontainer gesloten SW13 Schakelaar filterschudder/aanzuigsysteem SW14 Beveiligingsmicroschakelaar in de bestuurdersstoel SW15 Schakelaar voor akoestisch waarschuwingssignaal SW16 Schakelaar bedrijfsverlichting (optioneel) SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 11 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS HYDRAULISCH SYSTEEM Legende 1. 2. 3. 4. 5. 6. Olietank Oliefilter Pomp Motor Blokkeerklep hefcilinder Cilinder voor omhoog/omlaag brengen van de afvalcontainer 6 5 200 BAR 200 BAR 3 110 BAR 70 BAR 4 750cc / HYDRAULIC OIL 32 cSt 2 1 P100210 SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 13 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING GEBRUIK 65 37 72 60 61 62 63 36 73 13 64 67 25 66 56 24 70 75 68 71 10 11 69 12 P100246 LET OP! Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht met de volgende woorden: – GEVAAR – LET OP – WAARSCHUWING – ADVIES Bij het lezen van deze handleiding moet de bediener de betekenis van de symbolen op deze plaatjes goed kennen. Dek de plaatjes niet af en vervang ze onmiddellijk als ze beschadigd zijn. CONTROLE / VOORBEREIDINGEN VOOR ACCU’S OP EEN NIEUWE MACHINE LET OP! De elektrische onderdelen van deze machine kunnen ernstig beschadigd raken als de accu’s niet op de juiste manier worden gemonteerd en aangesloten. De accu’s mogen alleen door bevoegd personeel worden gemonteerd. Stel op basis van het geselecteerde type accu (WET of GEL) de elektronische installatie van de machine in. Controleer voordat u de accu’s monteert of ze niet beschadigd zijn. Ontkoppel de stekker van de accu’s of acculader. Wees altijd bijzonder voorzichtig met de accu’s. Bevestig de beschermkapjes van de accupolen die bij de machine worden geleverd. Voor de machine is een accu van 24 V nodig, of vier accu’s van 6 V die serieel zijn aangesloten. De machine kan op een van de volgende manieren worden geleverd: a) Met accu’s op de machine gemonteerd, klaar voor gebruik b) De accu’s zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolyt c) De accu’s worden niet meegeleverd Ga op basis van de configuratie als volgt te werk. a) Met accu’s op de machine gemonteerd, klaar voor gebruik 1. Open de motorkap (13) en zet de steunstang (36) van de motorkap vast. 2. Controleer of de accu’s met de stekker (25) op de machine zijn aangesloten. 3. Haal de steunstang (36) los en sluit de motorkap. 4. Steek de contactsleutel (67) in het contact en draai deze in stand ’I’ zonder het pedaal (69) te drukken. Als het groene lampje (63) gaat branden, zijn de accu’s klaar voor gebruik. Als het gele (62) of het rode lampje (61) gaat branden, moeten de accu’s worden opgeladen (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). 14 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING b) NEDERLANDS De accu’s zijn op de machine gemonteerd, maar bevatten geen elektrolyt 1. Open de motorkap (13) en zet de steunstang (36) van de motorkap vast. 2. Verwijder de doppen (24) van de accu’s. LET OP! Het loodzwavelzuur is zeer corrosief dus wees bijzonder voorzichtig. Als de vloeistof in contact komt met de huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met water en raadpleeg een arts. De accu’s moeten worden gevuld in een goed geventileerde ruimte. Draag werkhandschoenen. c) 3. Vul de cellen van de accu’s met loodzwavelzuur voor accu’s (densiteit van 1,27 op 1,29 kg bij 25°C) aan de hand van de instructies in de gebruikershandleiding van de accu. 4. De juiste hoeveelheid loodzwavelzuur staat in de handleiding van de accu’s. 5. Laat de accu’s even staan en vul de cellen daarna met loodzwavelzuur aan de hand van de instructies in de handleiding van de accu’s. 6. Laad de accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). De accu’s worden niet meegeleverd 1. Schaf de juiste accu’s aan (Zie het onderdeel Technische eigenschappen). Raadpleeg voor de keuze en montage een gekwalificeerde leverancier. 2. Monteer de accu’s en stel de machine in op basis van het geselecteerde type accu (WET of GEL) (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). 3. Laad de accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE 1. 2. Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn. Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd. DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN Starten van de machine 1. 2. 3. 4. Ga op de bestuurdersstoel (37) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (72). Deblokkeer de stelhendel (66) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (65) naar wens af. Laat tenslotte de stelhendel (66) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt. Steek terwijl u op de bestuurdersstoel (37) zit de contactsleutel (67) in de contactschakelaar; draai de sleutel in stand ’I’ zonder het gaspedaal (69) in te trappen. Na enkele seconden gaat het display (60) branden en worden de bedrijfsuren weergegeven. Controleer of het groene lampje (63) brandt. Wanneer het gele (61) of rode lampje (62) gaat branden, zet u de contactsleutel op “0” en verwijdert u de sleutel. Laad de accu’s op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). OPMERKING De stoel (37) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen kan bewegen als er iemand op de bestuurdersstoel zit. 5. 6. 7. 8. 9. Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (75) te drukken en tegelijkertijd de hendel (68) te deblokkeren. Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (65). Druk op het voorste deel van het pedaal (69) om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen. De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal. Zet de hoofdborstel met de hendel (73) omlaag. Activeer het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (56) te drukken. Laat de zijborstel rechts met de hendel (70) zakken. Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (71) zakken. OPMERKING De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet. De borstels draaien niet wanneer ze omhoog staan. 10. Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, start u de machine met de handen op het stuur (65) en drukt u naar wens op het pedaal (69). SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 15 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING De machine stoppen 1. 2. 3. Laat het pedaal (69) los om de machine te stoppen. Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (75) in. Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (64). U kunt de noodknop (64) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien. Zet de contactsleutel (67) in stand “0” en verwijder de sleutel. Schakel de parkeerrem in door het pedaal (75) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (68) te activeren. MACHINE IN BEDRIJF 73 67 25 51 56 57 58 70 75 68 71 4 P100247 1. 2. Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de vloer achterblijven. Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorflap door middel van de hendel (74) omhoog brengen. Let op: als de voorflap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner. LET OP! Wanneer u op natte oppervlakken moet werken, moet u het aanzuigsysteem met de schakelaar (56) uitschakelen om de stoffilter te beschermen. 3. Voor een goed veegresultaat moet het stoffilter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt de filter tijdens de werkzaamheden reinigen door de filterschudder kort te activeren; druk op het bovenste deel van de schakelaar (56) en activeer daarna het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (56) te drukken. Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de te reinigen zone). OPMERKING Deze handeling kan ook worden uitgevoerd terwijl de machine beweegt. WAARSCHUWING! Als het stoffilter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen. 4. Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (4) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende deel). 16 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS DE AFVALCONTAINER LEGEN 1. 2. De maximale hoogte voor het legen van de afvalcontainer is 1.370 mm (zie afb. 2). Zet de machine bij de plek waar het vuil gestort moet worden en ga als volgt verder: • Breng de zijborstels en –hoofdborstel omhoog. • Schakel het aanzuigsysteem uit met de schakelaar (56). • Activeer de filterschudder door op het bovenste deel van de schakelaar (56) te drukken. LET OP! Werk altijd op een vlak terrein zodat de machine niet uit balans kan raken. LET OP! Bij het omhoog brengen en legen van de afvalcontainer (4) moet u de parkeerrem ingeschakeld houden met het pedaal (75) en de hendel (68). 3. 4. 5. Zorg dat er geen mensen in de buurt van de machine staan, met name bij de afvalcontainer (4). Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omhoog (57) zodat de afvalcontainer (A, Afb. 1) omhoog gaat tot de gewenste hoogte. Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (58) van de afvalcontainer (B, Afb. 2). Leeg alle afval in de verzamelcontainer (A). LET OP! De afvalcontainer (A, Afb. 1) van de machine kan alleen worden gekanteld op een minimale hoogte van 270 mm. 6. 7. Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (58) van de afvalcontainer om deze in de horizontale stand te zetten. Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omlaag brengen (57) van de afvalcontainer om deze omlaag te zetten. LET OP! De afvalcontainer kan niet omlaag worden gezet wanneer de container niet horizontaal staat. De machine is weer klaar voor gebruik. B A A P max 110 Kg (242,5 lb) 1370 mm (54 in) 8. P100214 Afbeelding 1 P100215 Afbeelding 2 SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 17 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING NA GEBRUIK VAN DE MACHINE Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat: – Activeer de filterschudder kort door op het bovenste deel van de schakelaar (56) te drukken. – Leeg de afvalcontainer (4) (zie de procedure in het vorige deel). – Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (73). – Zet de zijborstels omhoog met behulp van de hendels (70) en (71). – Schakel de machine uit door de contactsleutel (67) op ’0’ te zetten en te verwijderen. – Schakel de parkeerrem in door het pedaal (75) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (68) te activeren. DE BEDRIJFSVERLICHTING AFSTELLEN U kunt de richting van de lichtstraal van de bedrijfsverlichting (9) eventueel afstellen met de schroeven (21). LANGE PERIODE VAN STILSTAND Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren: – Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is. – Ontkoppel de connector van de accu’s (25). EERSTE GEBRUIKSPERIODE Na de eerste 8 uur moet u de bevestiging van alle bevestigings- en aansluitingsorganen van de machine controleren. Controleer of de zichtbare onderdelen intact zijn en geen lekkage vertonen. ONDERHOUD De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud. Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifieke werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud. Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een bevoegd servicecentrum. In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures. De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindt u in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt. LET OP! De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel verwijderd) en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu’s. Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 18 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS ONDERHOUDSSCHEMA Procedure Bij aflevering Controle van het peil van de vloeistof in de accu’s Elke 10 uur Elke 50 uur Elke 100 uur Elke 200 uur Elke 400 uur (1) Controle hoogte van de zij- en hoofdborstels Controle van het oliepeil van het hydraulisch systeem voor het omlaag brengen van de afvalcontainer (1) Controle van de hoogte en de werking van de flaps Reiniging en controle op beschadiging van het stofpaneelfilter Controle van de werking van de filterschudder (*) Controle spanning en reiniging aandrijfkettingen aandrijfwielen (*) Visuele controle van riem van motor voor hoofdborstel (*) Reiniging en controle op beschadiging van het zakfilter Afstelling van de remmen (*) Controle van de bevestiging van de moeren en schroeven (*)(2) Reiniging van de stuurketting (*) Controle van werking van aanzuigsysteem (*) Vervanging tandriem voor overbrenging naar de hoofdborstel (*) Controle op beschadiging van de pakkingen van de afvalcontainer (*) Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle van afvalcontainer omhoog (*) Controle van de afstelling van de microschakelaar voor controle van afvalcontainer horizontaal (*) Controle en vervanging van de koolborstels van de motoren (*) Verversing olie hydraulisch systeem (*) (1) (2) (3) (*)(3) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding. Of voor het starten. En na de eerste 8 inloopuren. Ververs de olie van het hydraulisch systeem de eerste keer na 500 bedrijfsuren en daarna na elke 2.000 uur of elk jaar. SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 19 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL CONTROLEREN EN AFSTELLEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. 1. 2. Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer heeft. Ga hierbij als volgt te werk: • Zet de machine op een vlakke ondergrond. • Zet de machine stil en laat de hoofdborstel zakken en laat deze enkele seconden draaien. • Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst en uitschakelt. • Controleer of de indruk (A, Afb. 3) van de hoofdborstel over de hele lengte 2-4 cm breed is. Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt beschreven. Draai de hendel (A, Afb. 4), maar houd hierbij rekening met het volgende: • U kunt de breedte van de indruk vergroten door de hendel linksom te draaien. • U kunt de breedte van de borstel verkleinen door de borstel omhoog te zetten met de hendel (73) en de knop rechtsom te draaien. P100216 Afbeelding 3 OPMERKING Naast afstelling van de indruk op de grond kan de borstel ook met de knop worden afgesteld op basis van de slijtage van de haren. 3. 4. Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. A OPMERKING Als u de indruk (A, Afb. 3) niet juist kunt afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan beide uiteinden verschillend is, vindt u in de werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure. 20 1463436000(1)2008-05 A P100217 Afbeelding 4 SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS DE HOOFDBORSTELVERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. LET OP! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de borstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. 2. Zet de contactsleutel (69) in stand ’0’ en verwijder de sleutel. 3. Haal de steun (8) los en open de rechterklep (7). 4. Draai de knoppen (A, Afb. 5) los en verwijder ze. 5. Verwijder de afdekking voor de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6). 6. Verwijder de hoofdborstel (A, Afb. 7). 7. Controleer of de naaf (A, Afb. 8) geen vuil of voorwerpen (draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid. 8. Monteer de nieuwe hoofdborstel en zorg dat de haren (B, Fig. 8) in dezelfde richting als in de afbeelding staan. 9. Zet de nieuwe borstel (C, Afb. 8) in de machine en controleer of het contact (D) in de betreffende naafdrager (A) valt. 10. Monteer de afdekking van de hoofdborstelruimte (A, Afb. 6) en draai de knoppen (A, Afb. 5) vast. 11. Sluit de rechterklep (7) en bevestig de steun (8). 12. Controleer de hoogte van de hoofdborstel en stel eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel. P100219 Afbeelding 6 P100220 Afbeelding 7 P100218 Afbeelding 5 SR 1301 B P100221 Afbeelding 8 1463436000(1)2008-05 A 21 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS CONTROLEREN EN AFSTELLEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer hebben. Ga als volgt te werk: • Zet de machine op een vlakke ondergrond. • Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat deze enkele seconden draaien. • Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst. • Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de afbeelding (A en B, Afb. 9). Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van de zijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven. Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68). Zet de contactsleutel (69) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Gebruik voor de zijborstel rechts de hendel (A, Afb. 10) en draai de bevestigingsring (B) los. Stel de regelaar (C) af totdat de juiste indruk (A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de bevestigingsring (B, Afb. 10). Gebruik voor de zijborstel links de hendel (D, Afb. 10) en draai de bevestigingsring (E) los. Stel de regelaar (F) af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de bevestigingsring (E, Afb. 10). Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels nu de juiste hoogte van de grond hebben. Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende deel worden vervangen. P100222 Afbeelding 9 P100223 OPMERKING U kunt eventueel ook de hellingshoek van de zijborstels afstellen (zie de procedure in de werkplaatshandleiding). 22 1463436000(1)2008-05 A Afbeelding 10 SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS DE ZIJBORSTEL VERVANGEN OPMERKING Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels. LET OP! Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen als u de zijborstel vervangt omdat er scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel kunnen blijven hangen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Breng de betreffende zijborstel door middel van de hendel (70) of (71) omhoog. Als u binnenin de zijborstel werkt, moet u de schroef (A, Afb. 11) losdraaien en vervolgens de zijborstel (B) met naaf (B) verwijderen nadat u de borstel van de as (C) heeft losgehaald. Haal de spie (D) en de borgring (E) terug. Verwijder op de werkbank de twee schroeven met moer (F, Afb. 11) en haal de borstel (H) van de naaf (G). Monteer de nieuwe zijborstel (H, Afb. 11) op de naaf (G) en draai de schroeven met moer (F) weer vast. Monteer de spie (D) en monteer daarna de nieuwe zijborstel met de naaf (B, Afb. 11). Monteer de borgring (E) en draai de schroef (A) vast. Controleer de hoogte van de zijborstel en stel deze eventueel af, zoals wordt beschreven in het vorige deel. P100224 Afbeelding 11 SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 23 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET STOFPANEELFILTER OPMERKING Naast het kartonnen standaardfilter zijn er ook optioneel polyester filters verkrijgbaar. Deze procedure is van toepassing op alle typen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Ontkoppel de connector van de accu’s (25). Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem (30) los. Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B). Ontkoppel de stekker (A, Afb. 13) van de filterschudder. Draai de hendels (B, Afb. 13) los en verwijder het bevestigingsframe van het filter (C). Verwijder het stoffilter (D, Afb. 13). Reinig het filter buiten door het op een vlak en schoon oppervlak uit te schudden, sla met de zijkant (A, Afb. 14) die tegenover de zijde met het rooster (B) staat. Voltooi de reiniging door haaks met perslucht (C) van maximaal 6 bar te spuiten, maar alleen vanaf de kant die door het rooster (B) wordt beschermd, op een minimale afstand van 30 cm. Controleer of de filtereenheid geen scheuren vertoont. Hou bij de verschillende typen filters de volgende aanwijzingen aan: • Kartonnen filter (standaard): gebruik geen water of schoonmaakmiddelen om het te reinigen omdat het dan onherstelbaar beschadigd kan raken. • Polyester filter (optioneel): om het filter grondig te reinigen kunt u het filter met water en eventueel een niet schuimende schoonmaakmiddel reinigen. Hoewel het filter hierdoor schoner wordt, wordt de levensduur van het filter korter en zal dus vaker moeten worden vervangen. Het gebruik van ongeschikte schoonmaakmiddelen kan de functionele eigenschappen van het filter verminderen. 11. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (A, Afb. 15) in de filterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is. 12. Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage, let daarbij op het volgende: • Monteer het filter met het rooster (B, Afb. 14) naar boven gedraaid. A A B A P100225 Afbeelding 12 P100226 Afbeelding 13 P100227 Afbeelding 14 24 1463436000(1)2008-05 A P100228 Afbeelding 15 SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS REINIGING EN CONTROLE OP BESCHADIGING VAN HET ZAKFILTER OPMERKING De zakfilters van polyester worden over het algemeen gereinigd via de inschakeling van de elektrische filterschudder die tot de uitrusting van de machine behoort. Indien nodig kunnen ze ook aan de buitenzijde worden gereinigd aan de hand van de onderstaande procedure. Als de filteroppervlakken niet meer intact zijn, moet het filter vervangen worden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Koppel de stekker van de motor voor het aanzuigsysteem (30) los. Haal de steunen (A, Afb. 12) los en verwijder de afdekking van het aanzuigsysteem (B). Draai de knoppen (A, Afb. 16) los en verwijder de stangen (B). Koppel de stekker (B, Afb. 17) van de filterschudder los en verwijder het stoffilter (A). De bediener moet in een geschikte ruimte en voorzien van de juiste bescherming (handschoenen, masker en bril) de filterende polyester oppervlakken als volgt demonteren. Verwijder de motor van de filterschudder (A, Afb. 18) door de twee bevestigingsschroeven los te draaien. Open de steunen van de motor van de filterschudder (B, Afb. 18) volledig zodat de stangen voor het spannen van de filterzakken (C) los komen. Verwijder alle stangen voor het spannen van de filterzakken (D, Afb. 18). Haal de bovenste bevestigingskabel (E, Afb. 18) van het zakfilter los zodat u het bovenste frame (F) kunt verwijderen. Verwijder de scheider in de tassen (G, Afb. 18). Reinig de polyester oppervlakken (H, Fig. 18) op de vuile zijkant (gebruik een externe aanzuiger) door deze helemaal naar buiten te trekken of de zakken een voor een te reinigen. U kunt beide kanten van tassenscheider (G, Fig. 18) tegelijkertijd reinigen, waardoor alle vuiltjes van het filter worden verwijderd. Controleer of het filterende oppervlak geen scheuren vertoont. Anders moet het vervangen worden. U kunt ook perslucht van max. 6 bar gebruiken door de luchtstraal van de schone zijde naar de vuile zijde te richten. P100229 Afbeelding 16 P100230 Afbeelding 17 E G H F C D LET OP! We raden u af het filter met water te reinigen. De polyestervezels kunnen samentrekken waardoor het niet meer bruikbaar is. 15. Reinig indien nodig langs de rubberen pakking (C, Afb. 17) in de filterruimte; controleer tegelijkertijd of deze intact is. Ga over tot vervanging als dat niet het geval is. 16. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. B A P100231 Afbeelding 18 SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 25 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS Voorbereidende handelingen 1. 2. 3. 4. Leeg de afvalcontainer (ga te werk zoals beschreven in de gebruikershandleiding) om te voorkomen dat het gewicht van het afval in de container de regeling van de hoogte van de flaps in gevaar brengt. Zet de machine op een vlakke ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de flaps te controleren. Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68). Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Controle van de zijflaps 5. 6. 7. Draai de steunen (8) en (6) los en open de kleppen rechts (7) en links (5). Controleer of de zijflaps heel zijn (A, Afb. 19). Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). Controleer of de zijflaps (A, Afb. 19) 0 tot 3 mm van de grond staan (Afb. 21). Haal eventueel de schroeven (B, Afb. 19) los en stel de stand van de flaps af. Draai daarna de schroeven (B) weer vast. Controle van de voor- en achterflap 8. 9. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel. Controleer of de voorflaps (A, Afb. 22) en de achterflaps (B) intact zijn. Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 20) van meer dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de flaps). 10. Controleer of de voorflaps (A, Afb. 22) en de achterflaps (B) de vloer lichtjes raken en of ze niet loskomen van de vloer (zie afbeelding 24). Draai eventueel de schroeven (C, Afb. 22) los en stel de stand van de flaps af. Draai daarna de schroeven (C) weer vast. 11. Druk het pedaal voor de voorflap (75) helemaal in en controleer of de voorflap ongeveer 5 cm omhoog komt. Laat het pedaal los en controleer of de flap weer in de beginstand gaat en niet halverwege blijft steken. Stel eventueel de kabel voor het heffen van de flaps (A, Afb. 23) af met de regelaar (B), links voor op de flap zelf (zie voor vervanging van de bedieningskabel voor de voorflap de werkplaatshandleiding). Instelling 12. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. P100232 Afbeelding 19 P100233 Afbeelding 20 P100235 Afbeelding 22 26 1463436000(1)2008-05 A P100234 Afbeelding 21 P100236 Afbeelding 23 SR 1301 B P100237 Afbeelding 24 GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS CONTROLE VAN HET PEIL VAN DE OLIE VOOR HET HYDRAULISCH SYSTEEM VOOR HET HEFFEN VAN DE AFVALCONTAINER LET OP! Deze procedure moet worden uitgevoerd met de afvalcontainer (4) volledig naar binnen (zie de afbeelding). 1. 2. 3. 4. 5. 6. Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68). Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Controleer of het oliepeil in de tank (35) tussen de merktekens voor minimaal (MIN) en maximaal (MAX) peil staat, zoals aangegeven in Afb. 25. Vul eventueel het peil bij via de dop (A, Afb. 25) met de olie die in het deel Technische eigenschappen wordt aangegeven. Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22). P100245 Afbeelding 25 DE ACCU’S MONTEREN/VERWIJDEREN EN HET TYPE ACCU INSTELLEN (WET OF GEL) LET OP! Kantel de loodaccu’s (WET) niet omdat er anders bijtende vloeistof uit de accu’s kan lopen. Sluit de minpool en de pluspool van de accu nooit, ook niet per ongeluk, aan met gereedschap, sleutels, etc. om te voorkomen dat er kortsluiting ontstaat, wat erg gevaarlijk kan zijn. De accu’s monteren Zie voor het type accu dat op de machine kan zijn gemonteerd het deel Technische eigenschappen. De accu’s worden op de machine gemonteerd volgens één van de oplossingen in het schema (31). Controleer aan de hand van de afmetingen van de te monteren accu’s of ze in de meegeleverde kunststof houder passen. Als de accu’s te groot zijn voor de houder, kunt u de meegeleverde geleiders gebruiken om de stabiliteit van de accuruimte te garanderen. LET OP! Niet-verzegelde WET-accu’s moeten altijd in een geschikte houder worden geplaatst om te voorkomen dat er per ongeluk zuur uit kan lopen. Monteer niet-verzegelde WET-accu’s nooit zonder een geschikte houder. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68). Controleer of de contactsleutel (67) is verwijderd. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Monteer met behulp van een tweede persoon en een geschikt hefsysteem de accu’s (23) aan de hand van één van de oplossingen in het schema (31). Sluit de accu’s aan volgens het schema (31). Ontkoppel de stekker van de accu’s (25) niet. Stel het type accu (WET of GEL) in, zoals hieronder wordt beschreven. SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 27 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING Het type gemonteerde accu instellen (WET of GEL) 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Bij een nieuwe machine is de fabrieksinstelling van de machine voor een accu met lood (WET). Wanneer dit overeenkomt met het type gemonteerde accu, hoeft u niets in te stellen. In de andere gevallen moet de elektronische installatie van de machine worden ingesteld, zoals hieronder wordt aangegeven. Controleer of de accustekker (25) is ontkoppeld. Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22). Verwijder de schroeven (A, Afb. 26) en verwijder voorzichtig het bedieningspaneel rechts (B). Zet de verbinding (A, Afb. 27) op de connectoren WET (B) voor loodaccu’s of op de connectoren GEL (C) voor gelaccu’s. Plaats voorzichtig het bedieningspaneel rechts (B, Afb. 26) terug en bevestig het met de bijbehorende schroeven (A). Open de motorkap (22), sluit de stekker van de accu’s (25) aan en sluit de motorkap (22). Laad eventueel de accu’s op (zie de procedure in het volgende deel). De accu’s verwijderen 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel (68). Verwijder de contactsleutel (67). Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Ontkoppel de connector van de accu’s (25). Koppel de aansluitkabels van de accu’s (23) los. Verwijder de eventuele hoekige geleiders of bevestigingsstangen van de accu’s. Controleer of alle doppen (24) van de WET-accu’s zijn gesloten zodat er geen bijtende vloeistof uit kan lopen. Verwijder de accu’s (23) met behulp van een tweede persoon en een geschikt hefsysteem. A B A A A S311445 Afbeelding 26 S311446 Afbeelding 27 ACCU’S OPLADEN LET OP! Wanneer er loodaccu’s (WET) op de machine zijn gemonteerd, dan kan tijdens het opladen van de accu’s het bijzonder explosieve waterstofgas vrijkomen. Laad de accu alleen op in een goed geventileerde ruimte en ver van open vuur. Tijdens het opladen van de accu’s mag er niet gerookt worden. Houd de motorkap geopend als de accu’s worden opgeladen. LET OP! Let tijdens het opladen van de loodaccu’s (WET) goed op dat er geen vloeistof uit de accu’s loopt. Deze vloeistof is een bijtende stof. Als de vloeistof in contact komt met de huid of de ogen, spoel dan overvloedig uit met water en raadpleeg een arts. 1. 2. 3. 4. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). (Alleen voor WET-accu’s) controleer het peil van de elektrolyt in de accu’s (23). Vul eventueel bij via de doppen (24). laat alle doppen (24) open als u de accu oplaadt. Reinig indien nodig de bovenkant van de accu’s. 5. Controleer of de acculader geschikt is aan de hand van de instructies op het apparaat. De nominale spanning van de acculader is 24 V. Gebruik een acculader die geschikt is voor het type accu dat is gemonteerd. 6. Ontkoppel de stekker (25) van de accu’s en sluit die op de externe acculader aan. 7. Sluit de acculader aan op het stroomnet en laad de accu’s op. 8. Na het opladen ontkoppelt u de acculader van het stroomnet en haalt u de stekker (25). 9. Controleer het elektrolytpeil van de accu’s en sluit alle doppen (24). 10. Sluit de stekker (25) van de accu’s weer aan op de aansluiting op de machine. 11. Verwijder de steunstang (36) en sluit de motorkap (22). De machine is klaar voor gebruik. 28 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN DE ZEKERINGEN 1. 2. 3. 4. Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem door middel van het pedaal (75) en de hendel (68) in. Zet de contactsleutel (67) in ’0’. Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Ontkoppel de connector van de accu’s (25). Controle/vervanging van de smeltzekeringen 5. 6. Verwijder de afdekking (A, Afb. 28) en noteer de standen van de zekeringen op de bijbehorende sticker. Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de volgende onderdelen (B): • Zekering F1 (30 A): Circuit sleutel • Zekering F2 (30 A): Filterschudder • Zekering F3 (30 A): Aanzuigsysteem • Zekering F4 (30 A): Hydraulische pomp • Zekering F5 (10 A): Knipperlamp (optioneel) • Zekering F6 (10 A): Bedrijfsverlichting (optioneel) • Zekering F7 (10 A): Aandrijfmechanisme afvalcontainer • Zekering F8 (30 A): Reservezekering Controle/vervanging van de hoofdzekeringen 7. 8. 9. Verwijder de schroef (C, Afb. 28) en verwijder daarna de afdekking (D). Verwijder de moeren (E). Controleer/vervang de hoofdzekering F0 (150 A) (F). Controle van de herbruikbare zekeringen 10. Controleer of de betreffende zekering tussen de volgende zekeringen is uitgeschakeld; reset de zekering nadat u heeft gewacht totdat de betreffende motor was afgekoeld: • Zekering FA (H, Fig. 28): Herbruikbare zekering motor zijborstel rechts • Zekering FB (I): Herbruikbare zekering motor zijborstel links (optioneel) • Zekering FC (G): Herbruikbare zekering voor de motor van de hoofdborstel Montage 11. Monteer de onderdelen weer in de omgekeerde volgorde van demontage. S311447 Afbeelding 28 SR 1301 B 1463436000(1)2008-05 A 29 NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING STORINGEN LOKALISEREN Probleem Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Wanneer u de contactsleutel (67) op ’I’ zet, De stekker van de accu’s (25) is ontkoppeld. gaat het display niet aan en werkt de machine De zekering F1 en/of F0 zijn gesprongen. niet. Sluit de stekker van de accu’s weer aan. De machine beweegt niet als het gaspedaal wordt ingedrukt. Het gaspedaal wordt ingedrukt terwijl de contactsleutel op ’I’ wordt gezet. Zet de contactsleutel in ’0’ en daarna in ’I’ zonder het gaspedaal te drukken. De hoofdborstel werkt niet. De herbruikbare zekering (26) is gesprongen. Wacht totdat de motor van de hoofdborstel is afgekoeld en reset daarna de zekering (26) door de betreffende knop in te drukken. De zijborstels werken niet. De herbruikbare zekering van de zijborstel rechts (27) of de zijborstel links (28) is gesprongen. Wacht totdat de motor van de zijborstel is afgekoeld en reset daarna de zekering (27) of (28) door de betreffende knop in te drukken. De machine werkt alleen in stilstand, maar gaat uit als hij moet bewegen en het rode lampje knippert. Lege accu’s Laad de accu’s op. Wanneer het probleem zo niet wordt opgelost, vervangt u de accu’s. De accu’s gaan snel leeg. De accu’s zijn niet meer efficiënt. Vervang de accu’s. Monteer eventueel accu’s met een grotere capaciteit (Zie het onderdeel Technische eigenschappen). Het aanzuigsysteem is uit. Schakel het aanzuigsysteem in met de schakelaar (56). Het stoffilter is verstopt. Reinig het stoffilter met behulp van de filterschudder of demonteer het filter. De afvalcontainer is vol. Leeg de afvalcontainer. De flaps zijn niet goed afgesteld of kapot. Stel de flaps af of vervang ze. De borstels zijn niet goed afgesteld. Stel de borstels in hoogte af. Het oliepeil van het hydraulisch systeem is niet juist. Controleer het oliepeil van het hydraulisch systeem in de tank (41). Zekering F4 of F7 is gesprongen. Vervang zekering. Zekering F7 is gesprongen. Vervang zekering. De afvalcontainer staat te laag. Breng de afvalcontainer hoog tot minstens 300 mm vanaf de grond. De afvalcontainer is niet weer in de horizontale stand gezet na het kantelen. Zet de afvalcontainer weer in de horizontale stand na het kantelen. De afvalcontainer gaat niet omlaag. In bepaalde klimaten kan de olie van het hydraulisch systeem langzaam door de veiligheidsklep lopen. Wacht enkele seconden tot de olie van het hydraulisch systeem wegstroomt. De filterschudder werkt niet. Zekering F2 is gesprongen. Vervang zekering. De machine verzamelt weinig stof/vuil. De afvalcontainer gaat niet omhoog. De afvalcontainer kantelt niet. Controleer de zekeringen. Neem voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk. Zij beschikken over de werkplaatshandleiding. VERWIJDERING Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht. Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens de geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht: – Accu’s – Polyester stoffilter – Hoofdborstel en zijborstels – Olie hydraulisch systeem – Filter voor olie hydraulisch systeem – Kunststof leidingen en onderdelen – Elektrische en elektronische onderdelen (*) (*) Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nilfisk-kantoor. 30 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Nilfisk SR 1301 B Handleiding

Categorie
Vloermachine
Type
Handleiding