Comet FDX HOT CUBE Handleiding

Type
Handleiding
93
NL
LET OP
VERTALING VAN DE ORIGINELE AANWIJZINGEN
Lees de INSTRUCTIEHANDLEIDING en neem de voorschriften in acht
- VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN.
EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
FDX HOT CUBE
16/200B 21/160B 16/200D 21/160D
AANDRIJVINGEN
Brandstof Benzine Diesel
Vermogen (kW - HP) 9,6 - 13 5,5 - 11
Motor Honda GX390 Yanmar L100N
Starten Elektrisch
Nominaal toerental - maximum (RPM) 1560 - 1650
WATERAANSLUITING
Maximum temperatuur toevoerwater (°C - °F) 60 - 140
Minimum temperatuur toevoerwater (°C - °F) 5 - 41
Minimum toevoerdebiet water (l/min - USgpm) 16 - 4,2 27 - 7,1 16 - 4,2 27 - 7,1
Maximum toevoerdruk water (bar - psi) 8 - 116
Maximum pompdiepte (m - ft) 1,0 - 3,3
PRESTATIES
Maximum debiet (l/min - USgpm) 16 - 4,2 21 - 5,5 16 - 4,2 21 - 5,5
Nominaal debiet (l/min - USgpm) 14,4 - 3,8 18,9 - 5,0 14,4 - 3,8 18,9 - 5,0
Maximale druk met wateruitlaattemperatuur
tot 110 °C - 230 °F (bar - psi) 200 - 2900 160 - 2320 200 - 2900 160 - 2320
Maximale druk met wateruitlaattemperatuur
tot 140°C- 284°F (bar - psi) 32 - 464
Nominaal druk met wateruitlaattemperatuur
tot 110°C- 230°F (bar - psi) 190 - 2755 150 - 2175 190 - 2755 150 - 2175
Maximum reactiekracht op waterpistool (N) 42 50 42 50
Geluidsdrukniveau - onzeker (dB(A)) 89 - 0,7
(1)
Geluidvermogenniveau (dB(A)) 107
(1)
Trillingen hand-arm bediener - onzeker (m/s
2
) 3,9 - 0,24
(1)
OLIE POMP AGIP ROTRA MULTI THT
(2)
OLIE REDUCTOR 80W90
GEWICHT EN AFMETINGEN
Lengte x breedte x hoogte (mm - in) 1200x800x950 - 47,2x31,5x37,4
Gewicht (kg - lb) 210 - 463 220 - 485 230 - 507 240 - 529
Brandstoftank (l - USgal) 6,1 - 1,61 5,4 - 1,43
Gasolietank (l - USgal) 30 - 7,9
Tank ontkalkingsmiddel (l - USgal) 2 - 0,53
(1)
Metingen verricht in overeenstemming met EN 60335-2-79.
(2)
Zie de tabel met soortgelijke olies
OPMERKING: vertrager standaard aanwezig op
benzineversie.
WAARSCHUWING
• Vooreenmaximumvermogenheeftdeverbrandingsmotoreeninloopperiodenodigvanminstens
10uurbijeenbelastingdie15÷20%lagerdandemaximumprestatiesvandehogedrukreinigeris.
• Inhetgevalvaneenverbrandingsmotorneemthetmaximumleverbarevermogenafalsdehoogte
bovendezeespiegelendeomgevingstemperatuurtoenemen(ongeveer:3,5%iedere305m/1000ft
bovendezeespiegelen1%iedere5,6°C/42°Fboven16°C/61°F).Raadpleegdehandleidingvoorgebruik
enonderhoudvandeverbrandingsmotorvooreventuelemaatregelenalsudehogedrukreinigerop
grotehoogtebovendezeespiegelofbijeenhogeomgevingstemperatuurgebruikt.
• Deverklaardeprestatiesverwijzennaareenatmosferischedrukvan1013hPaopzeeniveauenbijeen
omgevingstemperatuurvan16°C/61°F.
NL
94
• Deeigenschappenentechnischegegevenszijnindicatief.Defabrikantbehoudtzichhetrechtvoorde
noodzakelijke wijzigingen aan de machine te verrichten.
Soortgelijke olies AGIP ROTRA MULTI THT:
U.T.T.O.
(Universal Tractor Trasmission Oil)
APIGL-4 JohnDeereJ20A
Massey-FergusonM-1135 FordM2C-86B EssoTorqueFluid62
MobilMobiluid422 FordM2C-134B/C ShellDonaxTD
WAARSCHUWING
•Raadpleegdehandleidingenvoorgebruikenonderhoudvoordesmeermiddelenvandemotoren.
LIJST VAN DE ONDERDELEN
Zie de afbeeldingen 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
1.Startsleutel
2.Handgreep/frame
3.Lanshouder
4.Waarschuwingsplaatjes.Geveninformatieoverde
restrisicosenoverdetegebruikenPBM’s
5. Typeplaatje.Toonthetserienummer,dewaardevanhet
gegarandeerdgeluidsvermogen(inovereenstemming
metderichtlijn2000/14/EG)endebelangrijkste
technische kenmerken
6.Hijspunt
7.Dopgasolietank
8.Drukregelknop
9.Doptankontkalkingsmiddel
10. Accu
11. Filterbakje
12. Oliedopmetontluchtingvoorpomp
13. Drukaanwijzer
14. Oliedopzonderaaat
15. Oliedopmetontluchtingvoorreductor
16. Aansluitingwateruitlaat
17. Aansluitingwaterinlaat
18. Waterinlaatlter
19. Pomp
20. Schoorsteen
21. Spuitlans
22. Hendelspuitpistool
23. Veiligheidsblokkeringhendelspuitpistool
24. Spuitpistool
25. Slangaansluitstukwaterinlaat
26. Pakkingslangaansluitstukwaterinlaat
27. Mondstukhouder
28. Warmwateractiveringsknop
29. Bedieningspaneel
30. Controlelampjewarmwater
31. Reinigingspinmondstuk
32. Ringuitvoerlterbakje
33. Lichaamlterbakje
34. Ringinvoerlterbakje
35. Hogedrukslang
36. Snelkoppelinghogedrukslang
37. Draaiknopdubbelespuitlans
38. Oliereductorpeilindicator
39. Draaiwiel
40. Wielrem
41. Temperatuuregelknop
42. Oliepomppeilindicator
43. Koppelinghogedrukslang
44. Controlelampjelaaggasoliepeil
45. Controlelampjebatterij
46. Controlelampjemotorolie
47. Doplterwaterinvoer
48. ControlelampjeStopstoom
49. Controlelampjecontrolebrander
50. Klembandinlaatslang
51. Filterpatroonwatertoevoer
BETEKENIS VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN
Draaiknop(28)op“0”(uit):defunctioneringmetwarmwatervandehogedrukreiniger
isgedeactiveerd.Dehogedrukreinigerfunctioneertmetkoudwater.
Draaiknop(28)op“1”(aan):activeertdefunctioneringmetwarmwatervande
hogedrukreiniger.Bijeendruklagerdan32bar/464psiwordttevensdestoomfunctie
geactiveerd.Inbeidegevallenkandebranderuitsluitendwordeningeschakelddoor
metdedraaiknop(41)eenpassendetemperatuurwaardeintestellen.
VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
•Veiligheidsklep.
Meteenopdejuistewijzeafgesteldedrukontlastklepwordtdeoverdrukafgevoerdwanneerzicheen
95
storingvoordoetinhetdrukregelsysteem.
•Veiligheidsthermostaatketel.
Dezeinrichtingstoptdewerkingvandebranderwanneerhethydraulischecircuitoververhitraaktals
gevolgvaneenstoringinhettemperatuurregelsysteem.
•Controlevandebrander.
Dezeinrichtingonderbreektdewerkingvandebranderwanneerdeverbrandingsvlamuitgaat.
•Drukbegrenzingsklep/drukregelklep.
Metdezeklep,diedoordefabrikantisingesteld,kandewerkdrukwordeningesteldmetdeknop(8)en
kandegepomptevloeistofweerwordenafgezogen,zodatergeengevaarlijkedrukkanontstaanwanneer
hetspuitpistoolgeslotenwordt,ofwanneergeprobeerdwordtdrukwaardenintestellendiebovende
toelaatbare waarden liggen.
•Beveiliginggeenwater.
Dezeinrichtingverhindertdewerkingvandebranderalsergeenwateris.
•Blokkeerinrichtingvandehendelvanhetspuitpistool.
Veiligheidsblokkering(23)waarmeedehendel(22)vanhetspuitpistool(24)indegeslotenstandkan
wordengeblokkeerd,zodatdemachinenietonbedoeldinwerkingkantreden(Afb.4,standS).
•Druk-entemperatuurbegrenzingssysteem.
Systeemdatwerktvolgensdebeschrijvingindeparagraaf
‘WERKING MET STOOM’
.
STANDAARDUITRUSTING
Controleerofdeverpakkingvanhetproductdatuhebtaangeschaft,devolgendeelementenbevat:
• hogedrukreiniger;
• hogedrukslangmetsnelkoppeling;
• spuitpistool;
• spuitlans;
• zuigkitmet:verbinding,pakkingenklemring;
• instructiehandleiding-veiligheidswaarschuwingen;
• instructiehandleiding-gebruikenonderhoud;
• handleidingvoorgebruikenonderhoudvandeverbrandingsmotor;
• conformiteitsverklaring;
• garantiebewijs;
• boekjemetservicecentra;
• reinigingspinmondstuk.
• oliedopmetontluchtingvoorpomp;
• oliedopmetontluchtingvoorreductor.
Wendubijproblementotdeverkoperoftoteenerkendservicecentrum.
OPTIONELE HULPSTUKKEN
Destandaarduitrustingvandewaterreinigerkanmetdevolgendehulpstukkenwordenaangevuld:
• slanghaspel;
• zandstraallans:voorhetpolijstenvanoppervlakken,verwijderenvanroest,verf,afzettingen,enz.;
• sondevoorontluchtingvandeleidingen:voorhetontstoppenvanleidingenenbuizen;
• lansmetdraaiendmondstuk:voorhetverwijderenvanhardnekkigvuil;
• schuimlans:vooreenbetereafgiftevanhetreinigingsmiddel;
• verschillendesoortenlansenenmondstukken.
INSTALLATIE  DE ACCESSOIRES MONTEREN EN DE OLIECARTER
VAN DE VERBRANDINGSMOTOR VULLEN
• Vervangdeoliedopzonderaaat(14)vandepompendereductordoordemeegeleverdeoliedopmet
aaat(12)en(15).
HANDELING F VAN AFB.6
• Roldehogedrukleiding(35)uit,bevestighem(zijdezondersnelkoppeling)aanhetschroefdraadvande
waterpistool(24)endraaihemstevigaanmettwee22mmsteeksleutels(nietmeegeleverd).
HANDELINGA
VAN AFB.7
.
• Sluitdesnelkoppeling(36)aanopdeverbindingvandewaterafvoer(16).Draaideborgringmetdehand
aan en zet hem vast.
HANDELING B VAN AFB.7
.
NL
96
•Plaatsdepakking(26)inhetslangaansluitstukvandewaterinlaat(25)endraaihemvastopde
aansluiting(17).
HANDELING C VAN AFB. 7
.
• Vuldeoliecartervandeverbrandingsmotormetolieaandehandvandeaanwijzingenvandehandleiding
voorgebruikenonderhoud(dezehandelinghoeftunietteverrichteninhetgevalvanmachinesmet
dieselmotor,aangezieninditgevaldeoliecarteralindefabriekisgevuld).
FUNCTIONERING  VOORBEREIDENDE HANDELINGEN
Houduaandeaanwijzingenvandeparagrafen
“NORMAAL ONDERHOUD
en
“BUITENGEWOON
ONDERHOUD”
.
• Verrichtdevoorbereidendehandelingenbeschrevenindehandleidingvoorgebruikenonderhoudvan
deverbrandingsmotorvandehogedrukreiniger.Onthouddatubrandstofmoetbijvullenenhetoliepeil
in de motor moet controleren.
• Controleerbijuitgeschakeldemotorenalsdemachineisafgekoeldhetoliepeilvandepompmetde
peilmeter(42).Controleertevenshetoliepeilvandereductormetdepeilindicator(38).
Vooreventueelbijvullen,raadpleegdetypensmeermiddelenbeschrevenindeparagraaf
“EIGENSCHAPPEN
EN TECHNISCHE GEGEVENS”.
• Controleerofdebandenzijnopgepompt.
• Vuldetankmeteenontkalkingsmiddel(ofwater,alsugeenontkalkingsmiddelhebt)(zieookdeparagraaf
“WERKING MET ONTKALKINGSMIDDEL ”
.
• Brengdehogedrukreinigermetbehulpvandehandgreep(2)naardewerkplaats.
• Schakelderem(40)vanhetdraaiwiel(39)in.
HANDELING M VAN AFB.2
.
• Roldehogedrukleiding(35)helemaaluit.
• Bevestigeentoevoerslangmeteeninternediametervan19mm/0,75inmetdeklemband(50)aanhet
slangaansluitstuk(25).
HANDELING C VAN AFB. 7
.
• Sluitdewatertoevoerleidingopeenkraanaan.
HANDELING M VAN AFB. 2
.
• Startdeverbrandingsmotor,raadpleegdedesbetreendehandleidingvoorgebruikenonderhoud.
• Openhetkraantje(inhetgevalvaneenaansluitingophetwaterleidingnetmoetueenterugstroomafsluiter
gebruiker:raadpleegdedesbetreendehandleidingvoorhetgebruikervan),controleerofergeenwater
druppelt
• Drukdehendel(22)vandewaterpistoolinenwachttoteencontinuestroomwaternaarbuitenwordt
gespoten.Depompzuigtnugoedaan.
• Schakeldeverbrandingsmotoruit,raadpleegdaarvoordedesbetreendehandleiding,ensluiteventueel
het kraantje.
• Drukdehendel(22)invandewaterpistoolomdeeventueleresterendedrukaftelaten.
• Sluitdespuitlans(21)aanopdespuitpistool(24).
HANDELING E VAN AFB.7.
STANDAARD WERKING MET KOUD WATER MET HOGE DRUK
• Verzekeruervandathetmechanisme(37)nietopdestandlagedrukisgeplaatst(Afb.4-a).
• Verzekeruervandatdedraaiknop(28)op
isgeplaatst:hetcontrolelampje(30)isuit.
• Startdeverbrandingsmotor,raadpleegdedesbetreendehandleidingvoorgebruikenonderhoud.
• Opendewatertoevoerkraan.
• Drukopdehendel(22)vandewaterpistool.Controleerofdestraalgelijkmatiguitdevernevelaarwordt
gespotenenergeenwaterdruppelt.
• Steldedrukzonodigafmetdeknop(8).Draaidezeknoprechtsomomdedrukteverhogenenlinksom
omhemteverlagen.Dedrukwaardekanvandedrukaanwijzer(13)wordenafgelezen.Dedrukkan
wordenverlaagdmetbehulpvanhetmechanisme(37)zieAfb.4-a.
WAARSCHUWING
• Laatdemotoreenaantalminutenlangwarmdraaienalvorensuhetmaximumvermogenvande
hogedrukreinigervereist.
OPMERKING:
alshetgasoliepeilindetankonderhetminimumis,blijfthetcontrolelampje(44)ookbranden
tijdensdewerkingmetkoudwater.
97
STANDAARD WERKING MET HEET WATER MET HOGE DRUK
• Verzekeruervandathetmechanisme(37)nietopdestandlagedrukisgeplaatst(Fig.4-a).
Draai de dop (7) los en vul de tank met gasolie voor automatische aandrijvingen
(maximuminhoud30l/7,9USgal)zonderdevloeistoftelatenoverlopen(hetisraadzaameentrechter
tegebruikendiealleenvoorditdoelbestemdis);draaidedopweervast.
• Startdeverbrandingsmotor,raadpleegdedesbetreendehandleidingvoorgebruikenonderhoud.
• Opendewatertoevoerkraan.
• Plaatsdedraaiknop(28)op
.Hetcontrolelampje(30)gaatbranden.
• Draaidetemperatuurregelknop(41)opdegewenstetemperatuurinhetveld0°C/0°F-110°C/230°F
• Drukdehendel(22)vanhetspuitpistoolinencontroleerofereengelijkmatigewaterstraaluithet
mondstukkomtenofergeenwaterlekt.
• Steldedrukzonodigafmetdeknop(8).Draaidezeknoprechtsomomdedrukteverhogenenlinksom
omhemteverlagen.Dedrukwaardekanvandedrukaanwijzer(13)wordenafgelezen.Dedrukkan
wordenverlaagdmetbehulpvanhetmechanisme(37)zieAfb.4-a
• Bijonvoldoendegasoliestoptdebranderengaathetcontrolelampje(44)branden.
• Debrandertreedtongeveerdriesecondennadeopeningvanhetspuitpistoolinwerkingenonderbreekt
zijnwerkingalshetspuitpistoolgeslotenwordtofalsdeingesteldetemperatuurwordtbereikt.
• Alsdevlamuitgaat,stoptdebranderengaathetcontrolelampje(49)branden.
• Plaatsdedraaiknop(28)op
alsuvandefunctioneringmetwarmwateropdefunctioneringmet
koudwaterwiltovergaan.
WAARSCHUWING
• Laatdemotoreenaantalminutenlangwarmdraaienalvorensuhetmaximumvermogenvande
hogedrukreinigervereist.
WERKING MET STOOM MAXIMALE DRUK 32 bar  464 psi
DehogedrukreinigersvandeserieFDX HOT CUBE zijn ontworpen in overeenstemming met de categorie
IIvanderichtlijn97/23/EGbetreendedrukapparatuur(PED).Erwordtaandezevereistevoldaandankzij
eenspeciaalelektronischsysteemdatconstanthetvolgendekancontroleren:
• voortemperaturenhogerdan110°C/230°Fisdeingesteldedrukonderde32bar/464psi;
• voordrukwaardenhogerdan32bar/464psiisdeingesteldetemperatuurniethogerdan110°C/230°F.
Wanneerbovengenoemdelimietenwordenoverschreden,stoptdewerkingvandebranderengaathet
controlelampje(48)branden.
Dewerkingmetstoomkanpaswordenhervatalsdedrukonderde32bar/464psiwordtgebracht.
Draai de dop (7) los en vul de tank met gasolie voor automatische aandrijvingen
(maximuminhoud30l/7,9USgal)zonderdevloeistoftelatenoverlopen(hetisraadzaameentrechterte
gebruikendiealleenvoorditdoelbestemdis);draaidedopweervast.
• Startdeverbrandingsmotor,raadpleegdedesbetreendehandleidingvoorgebruikenonderhoud.
• Opendewatertoevoerkraan.
• Plaatsdedraaiknop(28)op
.Hetcontrolelampje(30)gaatbranden.
• Verlaagdedruktotminderdan32bar/464psidoordedraaiknop(8)linksomtedraaienofmetbehulp
vanhetmechanisme(37)zieAfb.4-a.
• Draaidetemperatuurregelknop(41)opdegewenstetemperatuurinhetveld110°C/230°F-140°C/284°F.
• Drukdehendel(22)vanhetspuitpistoolinomdestoomnaarbuitentelatenkomen.
• Steldedrukzonodigafmetdeknop(8).Draaidezeknoprechtsomomdedrukteverhogenenlinksom
omhemteverlagen.Dedrukwaardekanvandedrukaanwijzer(13)wordenafgelezen.Dedrukkan
wordenverlaagdmetbehulpvanhetmechanisme(37)zieAfb.4-a.
• Alsdebrandertijdensdefunctioneringtotstilstandkomtenhetcontrolelampje(48)gaatbranden,draai
dedraaiknop(8)linksomofmaakgebruikvanhetmechanisme(37),zieAfb.4-aomdedrukteverlagen
totminderdan32bar/464psi.Dedrukwaardekanvandedrukaanwijzer(13)wordenafgelezen.
• Bijonvoldoendegasoliestoptdebranderengaathetcontrolelampje(44)branden.
• Debrandertreedtongeveerdriesecondennadeopeningvanhetspuitpistoolinwerkingenonderbreekt
zijnwerkingalshetspuitpistoolgeslotenwordtofalsdeingesteldetemperatuurbereiktwordt.
• Alsdevlamuitgaat,stoptdebranderengaathetcontrolelampje(49)branden.
NL
98
• Alsuvandefunctioneringmetstoomwiltovergaanopdefunctioneringmetkoudwater,plaatsde
draaiknop(28)op
.
WAARSCHUWING
• Laatdemotoreenaantalminutenlangwarmdraaienalvorensuhetmaximumvermogenvande
hogedrukreinigervereist.
WERKING MET REINIGINGSMIDDELTE
Dereinigingsmiddelendiedoordefabrikantzijnaanbevolenzijnvoor90%afbreekbaar.
Zievoordegebruikswijzehetetiketopdeverpakkingvanhetreinigingsmiddel.
DehogedrukreinigersuitdeserieFDX HOT CUBEkunnenuitsluitendmetbehulpvanspeciekeaccessoires
reinigingsmiddelenafgeven.
Vooroverigeinformatie,raadpleegdedocumentatiediesamenmetdezeaccessoireswordtgeleverd.
WERKING MET ONTKALKINGSMIDDEL
DehogedrukreinigersuitdeserieFDX HOT CUBE,zijnstandaardvoorzienvaneendoeltreffend
antikalksysteemdathetontstaanvankalkwegensdewarmefunctioneringvermijdt.
• Verrichtdehandelingenbeschrevenindeparagraaf
“UITSCHAKELEN”.
• Draaidedop(9)losenzorgervoordatugeenvloeistoflekt(weradenhetgebruikaanvaneentrechter
dieuitsluitendvoordezehandelingbestemdis)envulhetreservoir(maximaal2l/0,53USgal);draaide
dop vast en controleer regelmatig het peil.
Gebruikalleenontkalkingsproductendiedoordefabrikantzijnaanbevolen.
DE FUNCTIONERING ONDERBREKEN
• Zodraudehendel(22)vandewaterpistoolloslaatwordtdeafgifteonderbroken.Dehogedrukreiniger
wordtindebypassfunctioneringgeplaatst.
• Meteendrukopdehendel(22)vandewaterpistoolwordtdeafgifteweerhervat.
LET OP
• Brengdeveiligheidspal(23)aanalsudeafgiftemoetonderbrekenendewaterpistoolmoetneerleggen
zonderdatudemachineuitschakelt.Handeling S vanAfb.4.
WAARSCHUWING
• Laatdehogedrukreinigernooitlangerdan3minuteninby-pass(spuitpistooldicht).
UITSCHAKELEN
• Laatdewaterreinigerenkeleminutenmetkoudwaterwerken.
• Sluitdewatertoevoerkraan.
• Verwijderhetwateruitdehogedrukreinigerdoordehendel(22)vandewaterpistooleenaantalseconden
intedrukken.
• Verrichtdehandelingenvoorhetuitschakelenbeschrevenindegebruikers-enonderhoudshandleiding
vandeverbrandingsmotorenverwijderdestartsleutel(1).
• Laatderesterendedrukindehogedrukleiding(35)afdoordehendel(22)vandewaterpistooleenaantal
secondeningedrukttehouden.
• Wachttotdehogedrukreinigerisafgekoeld.
OPBERGEN
• Wikkeldehogedrukleiding(35)zorgvuldigopzonderhemtevouwen.
• Verrichtdehandelingenvoorhetopbergenvandeverbrandingsmotorbeschrevenindedesbetreende
handleiding.
• Bergdehogedrukreinigeropeendrogeenschoneplaatsop.Zorgervoordatudehogedrukleidingniet
beschadigt.Activeerderem(40)omtevermijdendatdemachineongecontroleerdebewegingenkanverrichten.
99
OPMERKING: naeenlangestilstandishetmogelijkdatuonderdepompwaterzietdruppelen.
Ditdruppelenverdwijntdoorgaansnaeenaantaluurfunctionering.Wenduechtertoteen
GESPECIALISEERD
TECHNICUS
alshetdruppelenaanhoudt.
NORMAAL ONDERHOUD
Verrichtdehandelingenbeschrevenindeparagraaf
“UITSCHAKELEN”
en neem de aanwijzingen van de
volgende tabel in acht.
Onthouddatutevenshetnormaleonderhoudbeschrevenindehandleidingvoorgebruikenonderhoud
vandeverbrandingsmotorverricht.Ditgeldtmetnamevoorhetcontrolerenvandemotorolie,het
luchtlterendebougie.
ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING
Bijiedergebruik • Dehogedrukleiding,deverbindingen,dewaterpistoolendeleiding
vandespuitlanscontroleren.
Dehogedrukreinigernietgebruikenalseenofmeeronderdelen
schadevertonenencontactopnemenmeteen
GESPECIALISEERD
TECHNICUS
.
Controleerhet oliepeilin demotor en de reductormet de
controlelampjes(42)en(38)(Afb.2enAfb.6).Wendutoteen
GESPECIALISEERD MONTEUR
alsdeoliemoetwordenbijgevuld
•Vuilenrestenvandekoelvinnenvandeverbrandingsmotor,de
luchtinvoer,demechanismenendeverenvandetoerenregelaar
verwijderen(raadpleegdehandleidingvoorgebruikenonderhoud
vandeverbrandingsmotor).
Maandelijks • Hetlteropdewatertoevoer(18)reinigen.
Dedop(47)losdraaienmeteen27mm/1,06insteeksleutel(niet
meegeleverd)endepatroon(51)demonteren(zieAfb.5).Normaal
gesprokenishetvoorhetreinigenvandepatroonvoldoendedatudeze
onderstromendwaterschoonspoeltofmetpersluchtschoonblaast.
Bijhardnekkigvuilantikalkmiddelgebruikenofdepatroonvervangen.
Wenduvoorreserveonderdelentoteenerkendservicecentrum.
Depatroonhermonterenendedopgoedaandraaien.
• Filterbakjereinigen(11).
Deborgring(34)linksomlosdraaien,houddering(32),metdehand
tegenendraaihetlichaam(33)linksomtothethelemaalislosgedraaid;
delterpatroondemonterenenreinigen,ziedebeschrijvinghierboven.
Bijhardnekkigvuildepatroonvervangen.Wenduvoordejuiste
reserveonderdelen tot een erkend
SERVICECENTRUM
;hermonteerde
patroonensluithetlterdoorhetlichaam(33)helemaalrechtsomaan
tedraaien,waarbijudering(32)tegenhoudt.Sluitvervolgensdering
aan door deze rechtsom aan te draaien.
• Devernevelaarreinigen.
Normaalgesprokenishetvoordereinigingvoldoendedatumetde
meegeleverdenaald(31)deopeningvandevernevelaarschoonmaakt.
Alsditnietvoldoendeis,vervangdevernevelaar.Wenduvoor
reserveonderdelentoteenerkendservicecentrum.
Deprofessionelevastebredevernevelaarvandevernevelkoppen(27)
kuntuvervangenmetbehulpvaneen14mm/0,55inpijpsleutel(niet
meegeleverd).
• Deroterendeofbewegendeonderdelendiedebedienerkanbereiken
smerenofoliën(zietevensdehandleidingvoorgebruikenonderhoud
vandeverbrandingsmotor).
• Controlerenofdewatertoe-enafvoercircuitsheelzijn.
• Debandendrukcontroleren.
• Debevestigingvandepompopdemotorenvandemotorophetframe
controleren.
Dehogedrukreinigernietgebruikenalsdebevestigingenniet
langerzekerzijnencontactopnemenmeteen
GESPECIALISEERD
TECHNICUS.
NL
100
WAARSCHUWING
• Tijdensdefunctioneringmagdehogedrukreinigernietteveelgeluidproducerenenmagergeensprake
zijnvanlekkendeolieofwater.Laatdemachinecontrolerendooreen
GESPECIALISEERD TECHNICUS
als
dit echter wel het geval is.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Hetbuitengewoneonderhoudmaguitsluitendaandehandvandeonderstaandetabelwordenverricht
door een
GESPECIALISEERD TECHNICUS
.
Verrichttevenshetbuitengewoneonderhoudbeschreveninhandleidingvoorgebruikenonderhoud
van de verbrandingsmotor.
ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING
Nadeeerste50bedrijfsuren • Deolieindepompverversen.
Elke200uur • Hethydraulischecircuit(water)vandepompcontroleren.
Debevestigingvandepompendeverbrandingsmotor
controleren.
• Bijstellingvandeelektroden.
• Reinigingmondstukgasolie.
• Controle/vervanginggasolielter.
• Controle/vervangingwaterlter.
Elke500uur • Deolieindepompendeolieindereductorverversen.
Dekleppenvoordeaanzuiging/toevoervandepomp
controleren.
• Debevestigingvandeschroevenvandepompcontroleren.
• Deregelklepvandepompcontroleren.
• Vervangingelektroden.
• Vervangingmondstukgasolie.
• Reinigingketel.
• Deveiligheidsinrichtingencontroleren.
WAARSCHUWING
• Degegevensvandetabelzijnslechtsindicatief.Bijeenbijzonderzwaargebruikkanhetnodigzijndat
udehandelingenvakerverricht.
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
STORINGEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Deverbrandingsmotor
start niet, functioneert
onregelmatig of komt
tijdensdefunctionering
tot stilstand.
Raadpleegdehandleidingvoor
gebruikenonderhoudvande
verbrandingsmotor.
Raadpleegdehandleidingvoorgebruik
enonderhoudvandeverbrandingsmotor
alsdetankmetbrandstofisgevuld.
Dehogedrukreinigertrilt
veelenmaaktveelgeluid.
Hetfilter (18)of (11) op de
watertoevoerisvuil.
Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf
“NORMAAL ONDERHOUD”
.
Luchtaanzuiging. Controlerenofhetaanzuigcircuitheelis.
Onvoldoende watertoevoer. Controleerofdekraanhelemaalis
geopendenofhetdebietvanhetwaternet
overeenstemt met de aanwijzingen
vandeparagraaf
“EIGENSCHAPPEN EN
TECHNISCHE GEGEVENS”
.
(wordtvervolgdopdevolgendepagina)
101
STORINGEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Demaximumdrukvande
hogedrukreinigerisniet
mogelijk.
Deregelklepisopeenlagere
drukwaardedandemaximum
drukwaardeingesteld.
Dedrukregelknop(8)rechtsomdraaien.
Devernevelkop(37)isopdestand
lagedrukgeplaatst(Afb.4-a)
Verrichtdehandelingenafgebeeldin
Afb.4-b.
Devernevelaarisversleten. Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf
“NORMAAL ONDERHOUD
voor
het vervangen van de vernevelaar.
Onvoldoende watertoevoer. Controleerofdekraanhelemaalis
geopendenofhetdebietvanhetwaternet
overeenstemt met de aanwijzingen
vandeparagraaf
“EIGENSCHAPPEN EN
TECHNISCHE GEGEVENS
De terugstroombeveiliger
functioneertnietnormaal
Raadpleeg de desbetreffende
handleiding.
Uitdevernevelaarspuit
geenofweinigwater
Geenwater. Controleerofdekraanhelemaalis
geopend
Hetwatermondstukisverstopt. Reinigen/ofvervanghetmondstuk
volgensdeaanwijzingenindeparagraaf
‘NORMAAL ONDERHOUD"
.
De terugstroombeveiliger
functioneertnietnormaal
Raadpleeg de desbetreffende
handleiding.
Waterlekkageonderde
hogedrukreiniger.
Inwerkingtredingveiligheidsklep.
WANNEER DE VEILIGHEIDSKLEP BLIJFT
INGRIJPEN DE HOGEDRUKREINIGER
NIET GEBRUIKEN EN U TOT EEN
GESPECIALISEERD MONTEUR WENDEN.
Dewaterreinigergeeft
geenheetwateraf.
Onvoldoende gasolie in de tank
(controlelampje(44)aan).
Gasolietoevoegen.
Metde draaiknop (41) isde
gewenstetemperatuuringesteld,
maar de functionering met
warm water is niet ingesteld
met de draaiknop (28): het
controlelampje(30)brandtniet.
Plaatsdedraaiknop(28)op
om
defunctioneringmetwarmwaterte
activeren
Hetgasolielterisverstopt. Volgdeaanwijzingenindeparagraaf
"BUITENGEWOON ONDERHOUD"
.
Deveiligheidsthermostaatvande
ketel is in werking getreden.
Laatdewaterreinigerenkeleminuten
afkoelen,zodatdeinrichtingkanworden
hersteld.
GEBRUIK BIJ EEN NIEUWE
INWERKINGTREDING ERVAN DE
WATERREINIGER NIET EN WEND U TOT
EEN GESPECIALISEERD MONTEUR.
Decontrole-inrichtingvande
brander is in werking getreden
(controlelampje(49)aan).
Draaidedraaiknop(28)op
,wacht
enkele seconden en zet hem daarna in
de stand .
GEBRUIK BIJ EEN NIEUWE
INWERKINGTREDING ERVAN DE
WATERREINIGER NIET EN WEND U TOT
EEN GESPECIALISEERD MONTEUR.
Tijdens de werking met
stoom start de brander niet
ofwordtgestoptenhet
controlelampje(48)brandt.
Dedrukishogerdan32bar/464
psi.
Volgdeaanwijzingenindeparagraaf
‘WERKING MET STOOM’.
Hetcontrolelampje(49)
knippert.
Storing van een
controlecomponent van de
temperatuur.
Dewaterreinigerkanalleenmetkoud
waterwordengebruikt:
WEND U TOT EEN
GESPECIALISEERD MONTEUR
.
NL

Documenttranscriptie

NL LET OP VERTALING VAN DE ORIGINELE AANWIJZINGEN Lees de INSTRUCTIEHANDLEIDING en neem de voorschriften in acht - VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN. EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE GEGEVENS FDX HOT CUBE 16/200B AANDRIJVINGEN Brandstof Vermogen (kW - HP) Motor Starten Nominaal toerental - maximum (RPM) WATERAANSLUITING Maximum temperatuur toevoerwater (°C - °F) Minimum temperatuur toevoerwater (°C - °F) Minimum toevoerdebiet water (l/min - USgpm) Maximum toevoerdruk water (bar - psi) Maximum pompdiepte (m - ft) PRESTATIES Maximum debiet (l/min - USgpm) Nominaal debiet (l/min - USgpm) Maximale druk met wateruitlaattemperatuur tot 110 °C - 230 °F (bar - psi) Maximale druk met wateruitlaattemperatuur tot 140 °C - 284 °F (bar - psi) Nominaal druk met wateruitlaattemperatuur tot 110 °C - 230 °F (bar - psi) Maximum reactiekracht op waterpistool (N) Geluidsdrukniveau - onzeker (dB(A)) Geluidvermogenniveau (dB(A)) Trillingen hand-arm bediener - onzeker (m/s2) OLIE POMP OLIE REDUCTOR GEWICHT EN AFMETINGEN Lengte x breedte x hoogte (mm - in) Gewicht (kg - lb) Brandstoftank (l - USgal) Gasolietank (l - USgal) Tank ontkalkingsmiddel (l - USgal) (1) Metingen verricht in overeenstemming met EN 60335-2-79. (2) Zie de tabel met soortgelijke olies WAARSCHUWING 21/160B Benzine 9,6 - 13 Honda GX390 16/200D Elektrisch 1560 - 1650 16 - 4,2 27 - 7,1 16 - 4,2 14,4 - 3,8 200 - 2900 60 - 140 5 - 41 21/160D Diesel 5,5 - 11 Yanmar L100N 16 - 4,2 27 - 7,1 21 - 5,5 18,9 - 5,0 16 - 4,2 14,4 - 3,8 21 - 5,5 18,9 - 5,0 160 - 2320 200 - 2900 160 - 2320 8 - 116 1,0 - 3,3 NL 32 - 464 190 - 2755 42 150 - 2175 190 - 2755 50 42 89 - 0,7 (1) 107 (1) 3,9 - 0,24 (1) AGIP ROTRA MULTI THT (2) 80W90 150 - 2175 50 1200x800x950 - 47,2x31,5x37,4 210 - 463 220 - 485 230 - 507 240 - 529 6,1 - 1,61 5,4 - 1,43 30 - 7,9 2 - 0,53 OPMERKING: vertrager standaard aanwezig op benzineversie. • Voor een maximum vermogen heeft de verbrandingsmotor een inloopperiode nodig van minstens 10 uur bij een belasting die 15÷20 % lager dan de maximum prestaties van de hogedrukreiniger is. • In het geval van een verbrandingsmotor neemt het maximum leverbare vermogen af als de hoogte boven de zeespiegel en de omgevingstemperatuur toenemen (ongeveer: 3,5% iedere 305 m/1000 ft boven de zeespiegel en 1% iedere 5,6 °C/42 °F boven 16 °C/61 °F). Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor voor eventuele maatregelen als u de hogedrukreiniger op grote hoogte boven de zeespiegel of bij een hoge omgevingstemperatuur gebruikt. • De verklaarde prestaties verwijzen naar een atmosferische druk van 1013 hPa op zeeniveau en bij een 93 omgevingstemperatuur van 16 °C/61 °F. • De eigenschappen en technische gegevens zijn indicatief. De fabrikant behoudt zich het recht voor de noodzakelijke wijzigingen aan de machine te verrichten. Soortgelijke olies AGIP ROTRA MULTI THT: U.T.T.O. API GL-4 (Universal Tractor Trasmission Oil) Massey-Ferguson M-1135 Ford M2C - 86 B Mobil Mobilfluid 422 Ford M2C - 134 B/C John Deere J20A Esso Torque Fluid 62 Shell Donax TD WAARSCHUWING • Raadpleeg de handleidingen voor gebruik en onderhoud voor de smeermiddelen van de motoren. LIJST VAN DE ONDERDELEN Zie de afbeeldingen 1, 2, 3, 4, 5 en 6. 1. Startsleutel 2. Handgreep/frame 3. Lanshouder 4. Waarschuwingsplaatjes. Geven informatie over de restrisico’s en over de te gebruiken PBM’s 5. Typeplaatje. Toont het serienummer, de waarde van het gegarandeerd geluidsvermogen (in overeenstemming met de richtlijn 2000/14/EG) en de belangrijkste technische kenmerken 6. Hijspunt 7. Dop gasolietank 8. Drukregelknop 9. Dop tank ontkalkingsmiddel 10. Accu 11. Filterbakje 12. Oliedop met ontluchting voor pomp 13. Drukaanwijzer 14. Oliedop zonder aflaat 15. Oliedop met ontluchting voor reductor 16. Aansluiting wateruitlaat 17. Aansluiting waterinlaat 18. Waterinlaatfilter 19. Pomp 20. Schoorsteen 21. Spuitlans 22. Hendel spuitpistool 23. Veiligheidsblokkering hendel spuitpistool 24. Spuitpistool 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. Slangaansluitstuk waterinlaat Pakking slangaansluitstuk waterinlaat Mondstukhouder Warm water activeringsknop Bedieningspaneel Controlelampje warm water Reinigingspin mondstuk Ring uitvoer filterbakje Lichaam filterbakje Ring invoer filterbakje Hogedrukslang Snelkoppeling hogedrukslang Draaiknop dubbele spuitlans Olie reductor peilindicator Draaiwiel Wielrem Temperatuuregelknop Olie pomp peilindicator Koppeling hogedrukslang Controlelampje laag gasoliepeil Controlelampje batterij Controlelampje motorolie Dop filter waterinvoer Controlelampje Stop stoom Controlelampje controle brander Klemband inlaatslang Filterpatroon watertoevoer BETEKENIS VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN Draaiknop (28) op “0” (uit): de functionering met warm water van de hogedrukreiniger is gedeactiveerd. De hogedrukreiniger functioneert met koud water. Draaiknop (28) op “1” (aan): activeert de functionering met warm water van de hogedrukreiniger. Bij een druk lager dan 32 bar/464 psi wordt tevens de stoomfunctie geactiveerd. In beide gevallen kan de brander uitsluitend worden ingeschakeld door met de draaiknop (41) een passende temperatuurwaarde in te stellen. VEILIGHEIDSINRICHTINGEN • Veiligheidsklep. 94 Met een op de juiste wijze afgestelde drukontlastklep wordt de overdruk afgevoerd wanneer zich een storing voordoet in het drukregelsysteem. • Veiligheidsthermostaat ketel. Deze inrichting stopt de werking van de brander wanneer het hydraulische circuit oververhit raakt als gevolg van een storing in het temperatuurregelsysteem. • Controle van de brander. Deze inrichting onderbreekt de werking van de brander wanneer de verbrandingsvlam uitgaat. • Drukbegrenzingsklep/drukregelklep. Met deze klep, die door de fabrikant is ingesteld, kan de werkdruk worden ingesteld met de knop (8) en kan de gepompte vloeistof weer worden afgezogen, zodat er geen gevaarlijke druk kan ontstaan wanneer het spuitpistool gesloten wordt, of wanneer geprobeerd wordt drukwaarden in te stellen die boven de toelaatbare waarden liggen. • Beveiliging geen water. Deze inrichting verhindert de werking van de brander als er geen water is. • Blokkeerinrichting van de hendel van het spuitpistool. Veiligheidsblokkering (23) waarmee de hendel (22) van het spuitpistool (24) in de gesloten stand kan worden geblokkeerd, zodat de machine niet onbedoeld in werking kan treden (Afb. 4, stand S). • Druk- en temperatuurbegrenzingssysteem. Systeem dat werkt volgens de beschrijving in de paragraaf ‘WERKING MET STOOM’. STANDAARDUITRUSTING Controleer of de verpakking van het product dat u hebt aangeschaft, de volgende elementen bevat: • hogedrukreiniger; • hogedrukslang met snelkoppeling; • spuitpistool; • spuitlans; • zuigkit met: verbinding, pakking en klemring; • instructiehandleiding - veiligheidswaarschuwingen; • instructiehandleiding - gebruik en onderhoud; • handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor; • conformiteitsverklaring; • garantiebewijs; • boekje met servicecentra; • reinigingspin mondstuk. • oliedop met ontluchting voor pomp; • oliedop met ontluchting voor reductor. Wend u bij problemen tot de verkoper of tot een erkend servicecentrum. NL OPTIONELE HULPSTUKKEN De standaarduitrusting van de waterreiniger kan met de volgende hulpstukken worden aangevuld: • slanghaspel; • zandstraallans: voor het polijsten van oppervlakken, verwijderen van roest, verf, afzettingen, enz.; • sonde voor ontluchting van de leidingen: voor het ontstoppen van leidingen en buizen; • lans met draaiend mondstuk: voor het verwijderen van hardnekkig vuil; • schuimlans: voor een betere afgifte van het reinigingsmiddel; • verschillende soorten lansen en mondstukken. INSTALLATIE - De accessoires monteren en de oliecarter van de verbrandingsmotor vullen • Vervang de oliedop zonder aflaat (14) van de pomp en de reductor door de meegeleverde oliedop met aflaat (12) en (15). Handeling F van Afb. 6 • Rol de hogedrukleiding (35) uit, bevestig hem (zijde zonder snelkoppeling) aan het schroefdraad van de waterpistool (24) en draai hem stevig aan met twee 22 mm steeksleutels (niet meegeleverd). Handeling A van Afb. 7. • Sluit de snelkoppeling (36) aan op de verbinding van de waterafvoer (16). Draai de borgring met de hand 95 aan en zet hem vast. Handeling B van Afb. 7. • Plaats de pakking (26) in het slangaansluitstuk van de waterinlaat (25) en draai hem vast op de aansluiting (17). Handeling C van Afb. 7. • Vul de oliecarter van de verbrandingsmotor met olie aan de hand van de aanwijzingen van de handleiding voor gebruik en onderhoud (deze handeling hoeft u niet te verrichten in het geval van machines met dieselmotor, aangezien in dit geval de oliecarter al in de fabriek is gevuld). FUNCTIONERING - VOORBEREIDENDE HANDELINGEN • Houd u aan de aanwijzingen van de paragrafen “NORMAAL ONDERHOUD” en “BUITENGEWOON ONDERHOUD”. • Verricht de voorbereidende handelingen beschreven in de handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor van de hogedrukreiniger. Onthoud dat u brandstof moet bijvullen en het oliepeil in de motor moet controleren. • Controleer bij uitgeschakelde motor en als de machine is afgekoeld het oliepeil van de pomp met de peilmeter (42). Controleer tevens het oliepeil van de reductor met de peilindicator (38). Voor eventueel bijvullen, raadpleeg de typen smeermiddelen beschreven in de paragraaf “Eigenschappen en technische gegevens”. • Controleer of de banden zijn opgepompt. • Vul de tank met een ontkalkingsmiddel (of water, als u geen ontkalkingsmiddel hebt) (zie ook de paragraaf “Werking met ontkalkingsmiddel ”). • Breng de hogedrukreiniger met behulp van de handgreep (2) naar de werkplaats. • Schakel de rem (40) van het draaiwiel (39) in. Handeling M van Afb. 2. • Rol de hogedrukleiding (35) helemaal uit. • Bevestig een toevoerslang met een interne diameter van 19 mm/0,75 in met de klemband (50) aan het slangaansluitstuk (25). Handeling C van Afb. 7. • Sluit de watertoevoerleiding op een kraan aan. Handeling M van Afb. 2. • Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud. • Open het kraantje (in het geval van een aansluiting op het waterleidingnet moet u een terugstroomafsluiter gebruiker: raadpleeg de desbetreffende handleiding voor het gebruik ervan), controleer of er geen water druppelt • Druk de hendel (22) van de waterpistool in en wacht tot een continue stroom water naar buiten wordt gespoten. De pomp zuigt nu goed aan. • Schakel de verbrandingsmotor uit, raadpleeg daarvoor de desbetreffende handleiding, en sluit eventueel het kraantje. • Druk de hendel (22) in van de waterpistool om de eventuele resterende druk af te laten. • Sluit de spuitlans (21) aan op de spuitpistool (24). Handeling E van Afb. 7. STANDAARD WERKING met koud water (MET HOGE DRUK) • Verzeker u ervan dat het mechanisme (37) niet op de stand lage druk is geplaatst (Afb. 4-a). is geplaatst: het controlelampje (30) is uit. Verzeker u ervan dat de draaiknop (28) op Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud. Open de watertoevoerkraan. Druk op de hendel (22) van de waterpistool. Controleer of de straal gelijkmatig uit de vernevelaar wordt gespoten en er geen water druppelt. • Stel de druk zo nodig af met de knop (8). Draai deze knop rechtsom om de druk te verhogen en linksom om hem te verlagen. De drukwaarde kan van de drukaanwijzer (13) worden afgelezen. De druk kan worden verlaagd met behulp van het mechanisme (37) zie Afb. 4-a. • • • • WAARSCHUWING • Laat de motor een aantal minuten lang warmdraaien alvorens u het maximum vermogen van de hogedrukreiniger vereist. Opmerking: als het gasoliepeil in de tank onder het minimum is, blijft het controlelampje (44) ook branden tijdens de werking met koud water. 96 STANDAARD WERKING met heet water (MET HOGE DRUK) • Verzeker u ervan dat het mechanisme (37) niet op de stand lage druk is geplaatst (Fig. 4-a). • Draai de dop (7) los en vul de tank met gasolie voor automatische aandrijvingen (maximuminhoud 30 l/7,9 US gal) zonder de vloeistof te laten overlopen (het is raadzaam een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel bestemd is); draai de dop weer vast. • Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud. • Open de watertoevoerkraan. . Het controlelampje (30) gaat branden. • Plaats de draaiknop (28) op • Draai de temperatuurregelknop (41) op de gewenste temperatuur in het veld 0 °C/0 °F - 110 °C/230 °F • Druk de hendel (22) van het spuitpistool in en controleer of er een gelijkmatige waterstraal uit het mondstuk komt en of er geen water lekt. • Stel de druk zo nodig af met de knop (8). Draai deze knop rechtsom om de druk te verhogen en linksom om hem te verlagen. De drukwaarde kan van de drukaanwijzer (13) worden afgelezen. De druk kan worden verlaagd met behulp van het mechanisme (37) zie Afb. 4-a • Bij onvoldoende gasolie stopt de brander en gaat het controlelampje (44) branden. • De brander treedt ongeveer drie seconden na de opening van het spuitpistool in werking en onderbreekt zijn werking als het spuitpistool gesloten wordt of als de ingestelde temperatuur wordt bereikt. • Als de vlam uitgaat, stopt de brander en gaat het controlelampje (49) branden. • Plaats de draaiknop (28) op koud water wilt overgaan. als u van de functionering met warm water op de functionering met WAARSCHUWING • Laat de motor een aantal minuten lang warmdraaien alvorens u het maximum vermogen van de hogedrukreiniger vereist. werking met stoom (MAXIMALE DRUK 32 bar - 464 psi) De hogedrukreinigers van de serie FDX HOT CUBE zijn ontworpen in overeenstemming met de categorie II van de richtlijn 97/23/EG betreffende drukapparatuur (PED). Er wordt aan deze vereiste voldaan dankzij een speciaal elektronisch systeem dat constant het volgende kan controleren: • voor temperaturen hoger dan 110 °C/230 °F is de ingestelde druk onder de 32 bar/464 psi; • voor drukwaarden hoger dan 32 bar/464 psi is de ingestelde temperatuur niet hoger dan 110 °C/230 °F. Wanneer bovengenoemde limieten worden overschreden, stopt de werking van de brander en gaat het controlelampje (48) branden. De werking met stoom kan pas worden hervat als de druk onder de 32 bar/464 psi wordt gebracht. • Draai de dop (7) los en vul de tank met gasolie voor automatische aandrijvingen (maximuminhoud 30 l/7,9 USgal) zonder de vloeistof te laten overlopen (het is raadzaam een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel bestemd is); draai de dop weer vast. • Start de verbrandingsmotor, raadpleeg de desbetreffende handleiding voor gebruik en onderhoud. • Open de watertoevoerkraan. NL . Het controlelampje (30) gaat branden. • Plaats de draaiknop (28) op • Verlaag de druk tot minder dan 32 bar/464 psi door de draaiknop (8) linksom te draaien of met behulp van het mechanisme (37) zie Afb. 4-a. • Draai de temperatuurregelknop (41) op de gewenste temperatuur in het veld 110 °C/230 °F - 140 °C/284 °F. • Druk de hendel (22) van het spuitpistool in om de stoom naar buiten te laten komen. • Stel de druk zo nodig af met de knop (8). Draai deze knop rechtsom om de druk te verhogen en linksom om hem te verlagen. De drukwaarde kan van de drukaanwijzer (13) worden afgelezen. De druk kan worden verlaagd met behulp van het mechanisme (37) zie Afb. 4-a. • Als de brander tijdens de functionering tot stilstand komt en het controlelampje (48) gaat branden, draai de draaiknop (8) linksom of maak gebruik van het mechanisme (37), zie Afb. 4-a om de druk te verlagen tot minder dan 32 bar/464 psi. De drukwaarde kan van de drukaanwijzer (13) worden afgelezen. • Bij onvoldoende gasolie stopt de brander en gaat het controlelampje (44) branden. • De brander treedt ongeveer drie seconden na de opening van het spuitpistool in werking en onderbreekt zijn werking als het spuitpistool gesloten wordt of als de ingestelde temperatuur bereikt wordt. 97 • Als de vlam uitgaat, stopt de brander en gaat het controlelampje (49) branden. • Als u van de functionering met stoom wilt overgaan op de functionering met koud water, plaats de draaiknop (28) op . WAARSCHUWING • Laat de motor een aantal minuten lang warmdraaien alvorens u het maximum vermogen van de hogedrukreiniger vereist. WERKING MET REINIGINGSMIDDELTE De reinigingsmiddelen die door de fabrikant zijn aanbevolen zijn voor 90% afbreekbaar. Zie voor de gebruikswijze het etiket op de verpakking van het reinigingsmiddel. De hogedrukreinigers uit de serie FDX HOT CUBE kunnen uitsluitend met behulp van specifieke accessoires reinigingsmiddelen afgeven. Voor overige informatie, raadpleeg de documentatie die samen met deze accessoires wordt geleverd. WERKING MET ontkalkingsmiddel De hogedrukreinigers uit de serie FDX HOT CUBE, zijn standaard voorzien van een doeltreffend antikalksysteem dat het ontstaan van kalk wegens de warme functionering vermijdt. • Verricht de handelingen beschreven in de paragraaf “UITSCHAKELEN”. • Draai de dop (9) los en zorg ervoor dat u geen vloeistof lekt (we raden het gebruik aan van een trechter die uitsluitend voor deze handeling bestemd is) en vul het reservoir (maximaal 2 l/0,53 US gal); draai de dop vast en controleer regelmatig het peil. Gebruik alleen ontkalkingsproducten die door de fabrikant zijn aanbevolen. DE FUNCTIONERING ONDERBREKEN • Zodra u de hendel (22) van de waterpistool loslaat wordt de afgifte onderbroken. De hogedrukreiniger wordt in de bypass functionering geplaatst. • Met een druk op de hendel (22) van de waterpistool wordt de afgifte weer hervat. LET OP • Breng de veiligheidspal (23) aan als u de afgifte moet onderbreken en de waterpistool moet neerleggen zonder dat u de machine uitschakelt. Handeling S van Afb. 4. WAARSCHUWING • Laat de hogedrukreiniger nooit langer dan 3 minuten in by-pass (spuitpistool dicht). UITSCHAKELEN • Laat de waterreiniger enkele minuten met koud water werken. • Sluit de watertoevoerkraan. • Verwijder het water uit de hogedrukreiniger door de hendel (22) van de waterpistool een aantal seconden in te drukken. • Verricht de handelingen voor het uitschakelen beschreven in de gebruikers- en onderhoudshandleiding van de verbrandingsmotor en verwijder de startsleutel (1). • Laat de resterende druk in de hogedrukleiding (35) af door de hendel (22) van de waterpistool een aantal seconden ingedrukt te houden. • Wacht tot de hogedrukreiniger is afgekoeld. OPBERGEN • Wikkel de hogedrukleiding (35) zorgvuldig op zonder hem te vouwen. • Verricht de handelingen voor het opbergen van de verbrandingsmotor beschreven in de desbetreffende handleiding. • Berg de hogedrukreiniger op een droge en schone plaats op. Zorg ervoor dat u de hogedrukleiding niet 98 beschadigt. Activeer derem(40)omtevermijden datdemachine ongecontroleerde bewegingen kanverrichten. OPMERKING: na een lange stilstand is het mogelijk dat u onder de pomp water ziet druppelen. Dit druppelen verdwijnt doorgaans na een aantal uur functionering. Wend u echter tot een Gespecialiseerd Technicus als het druppelen aanhoudt. NORMAAL ONDERHOUD Verricht de handelingen beschreven in de paragraaf “Uitschakelen” en neem de aanwijzingen van de volgende tabel in acht. Onthoud dat u tevens het normale onderhoud beschreven in de handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor verricht. Dit geldt met name voor het controleren van de motorolie, het luchtfilter en de bougie. ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING Bij ieder gebruik • De hogedrukleiding, de verbindingen, de waterpistool en de leiding van de spuitlans controleren. De hogedrukreiniger niet gebruiken als een of meer onderdelen schade vertonen en contact opnemen met een Gespecialiseerd Technicus. • Controleer het oliepeil in de motor en de reductor met de controlelampjes (42) en (38) (Afb. 2 en Afb. 6). Wend u tot een gespecialiseerd monteur als de olie moet worden bijgevuld • Vuil en resten van de koelvinnen van de verbrandingsmotor, de luchtinvoer, de mechanismen en de veren van de toerenregelaar verwijderen (raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor). Maandelijks • Het filter op de watertoevoer (18) reinigen. De dop (47) losdraaien met een 27 mm/1,06 in steeksleutel (niet meegeleverd) en de patroon (51) demonteren (zie Afb. 5). Normaal gesproken is het voor het reinigen van de patroon voldoende dat u deze onder stromend water schoonspoelt of met perslucht schoon blaast. Bij hardnekkig vuil antikalkmiddel gebruiken of de patroon vervangen. Wend u voor reserveonderdelen tot een erkend servicecentrum. De patroon hermonteren en de dop goed aandraaien. • Filterbakje reinigen (11). De borgring (34) linksom losdraaien, houd de ring (32), met de hand tegen en draai het lichaam (33) linksom tot het helemaal is losgedraaid; de filterpatroon demonteren en reinigen, zie de beschrijving hierboven. Bij hardnekkig vuil de patroon vervangen. Wend u voor de juiste reserveonderdelen tot een erkend servicecentrum; hermonteer de patroon en sluit het filter door het lichaam (33) helemaal rechtsom aan te draaien, waarbij u de ring (32) tegenhoudt. Sluit vervolgens de ring aan door deze rechtsom aan te draaien. • De vernevelaar reinigen. Normaal gesproken is het voor de reiniging voldoende dat u met de meegeleverde naald (31) de opening van de vernevelaar schoonmaakt. Als dit niet voldoende is, vervang de vernevelaar. Wend u voor reserveonderdelen tot een erkend servicecentrum. De professionele vaste brede vernevelaar van de vernevelkoppen (27) kunt u vervangen met behulp van een 14 mm/0,55 in pijpsleutel (niet meegeleverd). • De roterende of bewegende onderdelen die de bediener kan bereiken smeren of oliën (zie tevens de handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor). • Controleren of de watertoe- en afvoercircuits heel zijn. • De bandendruk controleren. • De bevestiging van de pomp op de motor en van de motor op het frame controleren. De hogedrukreiniger niet gebruiken als de bevestigingen niet langer zeker zijn en contact opnemen met een Gespecialiseerd Technicus. NL 99 WAARSCHUWING • Tijdens de functionering mag de hogedrukreiniger niet teveel geluid produceren en mag er geen sprake zijn van lekkende olie of water. Laat de machine controleren door een Gespecialiseerd Technicus als dit echter wel het geval is. BUITENGEWOON ONDERHOUD Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend aan de hand van de onderstaande tabel worden verricht door een Gespecialiseerd Technicus. Verricht tevens het buitengewone onderhoud beschreven in handleiding voor gebruik en onderhoud van de verbrandingsmotor. ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING Na de eerste 50 bedrijfsuren • De olie in de pomp verversen. Elke 200 uur • Het hydraulische circuit (water) van de pomp controleren. • De bevestiging van de pomp en de verbrandingsmotor controleren. • Bijstelling van de elektroden. • Reiniging mondstuk gasolie. • Controle/vervanging gasoliefilter. • Controle/vervanging waterfilter. Elke 500 uur • De olie in de pomp en de olie in de reductor verversen. • De kleppen voor de aanzuiging/toevoer van de pomp controleren. • De bevestiging van de schroeven van de pomp controleren. • De regelklep van de pomp controleren. • Vervanging elektroden. • Vervanging mondstuk gasolie. • Reiniging ketel. • De veiligheidsinrichtingen controleren. WAARSCHUWING • De gegevens van de tabel zijn slechts indicatief. Bij een bijzonder zwaar gebruik kan het nodig zijn dat u de handelingen vaker verricht. STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN STORINGEN De verbrandingsmotor start niet, functioneert onregelmatig of komt tijdens de functionering tot stilstand. De hogedrukreiniger trilt veel en maakt veel geluid. 100 OORZAKEN OPLOSSINGEN Raadpleeg de handleiding voor Raadpleeg de handleiding voor gebruik gebruik en onderhoud van de en onderhoud van de verbrandingsmotor verbrandingsmotor. als de tank met brandstof is gevuld. Het filter (18) of (11) op de Neem de aanwijzingen in acht van de watertoevoer is vuil. paragraaf “Normaal onderhoud”. Luchtaanzuiging. Controleren of het aanzuigcircuit heel is. Onvoldoende watertoevoer. Controleer of de kraan helemaal is geopend en of het debiet van het waternet overeenstemt met de aanwijzingen van de paragraaf “EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE GEGEVENS”. (wordt vervolgd op de volgende pagina) STORINGEN OORZAKEN De maximum druk van de De regelklep is op een lagere hogedrukreiniger is niet drukwaarde dan de maximum mogelijk. drukwaarde ingesteld. De vernevelkop (37) is op de stand lage druk geplaatst (Afb. 4-a) De vernevelaar is versleten. Onvoldoende watertoevoer. OPLOSSINGEN De druk regelknop (8) rechtsom draaien. Verricht de handelingen afgebeeld in Afb. 4-b. Neem de aanwijzingen in acht van de paragraaf “Normaal onderhoud” voor het vervangen van de vernevelaar. Controleer of de kraan helemaal is geopend en of het debiet van het waternet overeenstemt met de aanwijzingen van de paragraaf “EIGENSCHAPPEN EN TECHNISCHE GEGEVENS D e terugstroombeveiliger R a a d p l e e g d e d e s b e t r e f f e n d e functioneert niet normaal handleiding. Uit de vernevelaar spuit Geen water. Controleer of de kraan helemaal is geen of weinig water geopend Het watermondstuk is verstopt. Reinig en/of vervang het mondstuk volgens de aanwijzingen in de paragraaf “‘Normaal onderhoud". D e terugstroombeveiliger R a a d p l e e g d e d e s b e t r e f f e n d e functioneert niet normaal handleiding. Waterlekkage onder de Inwerkingtreding veiligheidsklep. WANNEER DE VEILIGHEIDSKLEP BLIJFT INGRIJPEN DE HOGEDRUKREINIGER hogedrukreiniger. NIE T GEBRUIKEN EN U TOT EEN GESPECIALISEERD MONTEUR WENDEN. De waterreiniger geeft Onvoldoende gasolie in de tank geen heet water af. (controlelampje (44) aan). Met de draaiknop (41) is de gewenste temperatuur ingesteld, maar de functionering met warm water is niet ingesteld met de draaiknop (28): het controlelampje (30) brandt niet. Het gasoliefilter is verstopt. Gasolie toevoegen. om Plaats de draaiknop (28) op de functionering met warm water te activeren NL Volg de aanwijzingen in de paragraaf "Buitengewoon onderhoud". De veiligheidsthermostaat van de Laat de waterreiniger enkele minuten ketel is in werking getreden. afkoelen, zodat de inrichting kan worden hersteld. GEBRUIK BIJ EEN NIEUWE I N W E R K I N G T R E D I N G E R VA N D E WATERREINIGER NIET EN WEND U TOT EEN GESPECIALISEERD MONTEUR. De controle-inrichting van de Draai de draaiknop (28) op , wacht brander is in werking getreden enkele seconden en zet hem daarna in (controlelampje (49) aan). de stand . G ebruik bij een nieuwe inwerkingtreding ervan de waterreiniger niet en wend u tot een gespecialiseerd monteur. Tijdens de werking met stoom start de brander niet of wordt gestopt en het controlelampje (48) brandt. Het controlelampje (49) knippert. De druk is hoger dan 32 bar/464 Volg de aanwijzingen in de paragraaf psi. ‘Werking met stoom’. Storing van e e n De waterreiniger kan alleen met koud controlecomponent van de water worden gebruikt: wend u tot een gespecialiseerd monteur. temperatuur. 101
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Comet FDX HOT CUBE Handleiding

Type
Handleiding