105
NL
Met name duidt het symbool , op identicatieplaatje (13), erop dat het product niet samen met
huishoudelijk afval weggegooid mag worden.
Wend u tot het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of tot uw verkoper.
ATTENTIE
• Voordat u de waterreiniger sloopt dient u hem onbruikbaar te maken, door bijvoorbeeld de voedingskabel
door te snijden. Ook de onderdelen die een gevaar kunnen vormen voor kinderen moeten onbruikbaar
worden gemaakt, aangezien kinderen er mee kunnen gaan spelen.
O, O E O
ATTENTIE
• Voordat u ingrepen gaat verrichten dient u de handelingen van de paragraaf “Stilstand” uit te voeren. Mocht
u er niet in slagen de waterreiniger met behulp van de informatie uit onderstaande tabel weer normaal in
werking te stellen dan dient u zich te wenden tot een Gespecialiseerd Technicus.
ONGEMAKKEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Door de schakelaar (1) op “1”
te zetten gaat de waterreiniger
niet van start. Denkt u tevens
aan Nota 5 van de paragraaf
“Onderbreking ban de werking
bij een werkdruk boven de 20
bar/290 psi (Total Stop)”.
Een beveiliging van de installatie
waarop de waterreiniger is aangesloten
is in werking getreden (zekering,
dierentiaalschakelaar, enz.).
De stekker van de toevoerkabel is niet
goed in het stopcontact gestoken.
Stel de beveiliging weer terug. Gebruik
bij een nieuwe inwerkingtreding ervan de
waterreiniger niet maar neem contact op
met een Gespecialiseerd Technicus.
Verwijder de stekker en steek deze op
correcte wijze in het stopcontact.
De waterreiniger trilt erg en
maakt veel lawaai.
Het waterlter (39) is vuil.
De watertoevoer is niet voldoende of
de voedingsdiepte is te groot.
Houd u aan de aanwijzingen van de
paragrafen “Gewoon onderhoud”.
Controleer of de kraan geheel open is en of
de capaciteit van het waterleidingnet en
de voedingsdiepte overeenstemmen met
de inhoud van de paragraaf “Kenmerken en
technische gegevens”.
De waterreiniger bereikt de
maximumdruk niet
De regelklep is ingesteld voor een
drukwaarde die lager is dan de
maximumdruk.
De mondstukhouder (24) is in de positie
voor lage druk (Afb. 3 – positie a).
Het mondstuk is versleten.
Draai de knop (17) in de richting van de
wijzers van de klok.
Draai de mondstukhouder volgens de
aanwijzingen van Afb. 3 – positie b).
Vervang het mondstuk.
Het reinigingsmiddel wordt te
weinig aangezogen.
De regelknop voor het reinigings-
product (4) is niet volledig open.
De mondstukhouder (24) bevinden
zich niet in de positie voor lage druk
(Afb. 3 – positie b).
Filter aanzuiging reinigingsproduct
is vuil.
Na het gebruik van een externe tank
met reinigingsproduct is de dop (35)
niet goed terug geplaatst.
Het gebruikte reinigingsmiddel heeft
een te hoge viscositeit.
Draai de regelknop voor het reinigings-
product verder open, tegen de richting van
de klok in.
Ga te werk overeenkomstig Afb. 3 – positie a.
Houdt u aan de voorschriften van de
paragraaf “Gewoon onderhoud”.
Plaats de dop op correcte wijze terug.
Gebruik een door de Fabrikant aanbevolen
reinigingsproduct en houdt u zich aan de
aangegeven verdunningen.