47
ONDERHOUDSFREQUENTIE INTERVENTIE
Alle 200 uren: • Controle hydraulisch circuit (water) in pomp.
• Controle bevestiging pomp.
Alle 500 uren: • Olieverversing in pomp.
•
Controle aanzuig-/perskleppen van pomp.
• Controle aandraaiing van schroeven in pomp.
• Controle regelventiel in pomp.
• Controle van veiligheidsinrichtingen.
PROBLEMEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Bij omschakeling van de
schakelaar (1) op de stand “1” start
de hogedrukwaterstraalmachine
niet op.
Beveiliging van installatie waaraan
ho ge dru kwa terst raa lma chine i s
aangesloten werd geactiveerd (zekering,
differentieelschakelaar, enz ...).
Stekker niet correct ingestoken.
Reset de beveiliging.
MOCHT DIT OPNIEUW GEBEUREN DAN MAG U
DE HOGEDRUKWATERSTRAALMACHINE NIET
GEBRUIKEN MAAR MOET U ZICH WENDEN TOT EEN
GESPECIALISEERDE TECHNICUS.
Trek de stekker uit het voedingscontact en sluit hem vervolgens
terug correct aan.
De hogedrukwaterstraalmachine
trilt erg en maakt veel lawaai.
Filter waterinlaat (18) vuil.
Luchtaanzuiging.
Onvo l d o e n d e w a t e rt o e v o er o f
aanzuigdiepte te groot.
Volg de instructies uit paragraaf
“GEWOON ONDERHOUD”.
Controleer de intactheid van het aanzuigcircuit.
Controleer dat de kraan volledig open staat en dat het debiet
van de watertoevoer of aanzuigdiepte conform zijn met de
instructies in paragraaf “KENMERKEN EN TECHNISCHE
GEGEVENS”.
De hogedrukwaterstraalmachine
bereikt de maximumdruk niet.
Drukregelventiel ingesteld op een waarde
die lager is dan de maximumwaarde.
Sproeierkop (30) onder lage druk (Fig. 3
- positie a).
Sproeier versleten.
Onvo l d o e n d e w a t e rt o e v o er o f
aanzuigdiepte te groot.
Draai de draaiknop (8) in tegenwijzerzin.
Ga ter werk zoals afgebeeld in Fig. 3 - Positie b.
Vervang de sproeier volgens de instructies uit paragraaf
“GEWOON ONDERHOUD”.
Controleer dat de kraan volledig open staat en dat het debiet
van de watertoevoer of aanzuigdiepte conform zijn met de
instructies in paragraaf “KENMERKEN EN TECHNISCHE
GEGEVENS”.
Te lage detergentaanzuiging. Sproeierkop (30) niet onder lage druk
(Fig. 3 - Positie b).
De detergentdraaiknop van de dop (11)
staat niet volledig open.
Na het gebruik met een externe tank werd
de dop (33) niet correct teruggeplaatst.
Filter detergentaanzuiging (39) verstopt.
Detergent te viskeus.
Ga ter werk zoals afgebeeld in Fig. 3 - Positie a.
Draai de draaiknop in tegenwijzerzin.
Plaats de dop correct.
Volg de instructies uit paragraaf “GEWOON ONDERHOUD”.
Gebruik een detergent aanbevolen door de Fabrikant, in de
verdunning vermeld op het plaatje.
Er komt geen water uit de
sproeier.
Geen watertoevoer.
Aanzuigdiepte te diep.
Watersproeier verstopt.
Controleer dat de kraan van het waterleidingsnet volledig open
staat en dat de aanzuigleiding kan opzuigen.
Controleer dat de aanzuigdiepte voldoet aan de instructies in de
paragraaf
“KENMERKEN EN TECHNISCHE GEGEVENS”.
Maak de sproeier schoon en/of vervang hem afhankelijk
van de instructies vermeld in de paragraaf “GEWOON
ONDERHOUD”
.
De hogedrukwaterstraalmachine
stopt tijdens de werking.
Beveiliging van installatie waaraan
ho ge dru kwa terst raa lma chine i s
aangesloten werd geactiveerd (zekering,
differentieelschakelaar, enz ...).
A m p er o m et r i s ch e b e v ei l i gin g
geactiveerd.
Reset de beveiliging.
MOCHT DIT OPNIEUW GEBEUREN DAN MAG U
DE HOGEDRUKWATERSTRAALMACHINE NIET
GEBRUIKEN MAAR MOET U ZICH WENDEN TOT EEN
GESPECIALISEERDE TECHNICUS.
Volg de instructies vermeld in de paragraaf “VEILIGHEIDSI
NRICHTINGEN”
.
De hogedrukwaterstraalmachine
start spontaan op.
Lekk en e n/o f dru ppels uit h et
perscircuit.
Controleer de integriteit van het perscircuit.
Wanneer de hoofdschakelaar
(1) wordt omgeschakeld maakt
de motor een geluid, maar hij
start niet op.
Elektrische installatie en/of verlengsnoer
ongeschikt.
Controleer dat voldaan werd aan de voorschriften voor de aansluiting
op het elektriciteitsnet (zie
BEDIENINGSHANDLEIDING
- VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
), vooral wat betreft
het gebruikte verlengsnoer.
NL