Comet Scout Handleiding

Type
Handleiding
103
NL
LET OP
VERTALING VAN DE ORIGINELE AANWIJZINGEN
Lees de INSTRUCTIEHANDLEIDING en neem de voorschriften
in acht - VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN.
1 ALGEMENE INFORMATIE
Wij complimenteren u met de keuze van een van onze producten en willen u er aan herinneren dat deze
ontworpen en tot stand gekomen zijn met de grootst mogelijke aandacht voor de veiligheid van de
operator, de eciëntie van diens arbeid en de bescherming van het milieu.
Om deze kenmerken gedurende lange tijd te kunnen handhaven adviseren wij een aandachtige lezing van
deze handleiding en vragen wij u de inhoud ervan nauwkeurig op te volgen. Bijzondere aandacht dient
geschonken te worden aan de lezing van de gedeeltes die gemerkt worden met het symbool:
ATTENTIE
aangezien deze passages belangrijke instructies bevatten inzake de veiligheid bij het gebruik van de
waterreiniger.
De Fabrikant wordt niet aansprakelijk gesteld voor schade die voortkomt uit:
• niet naleving van de inhoud van deze handleiding;
gebruik van de waterreiniger dat afwijkt van het gebruik dat beschreven wordt in de paragraaf
GEBRUIKSBESTEMMING”
;
gebruik dat in contrast staat met de heersende wetgeving inzake de veiligheid en de preventie van
ongevallen op het werk;
• niet correct uitgevoerde installatie;
• nalatigheden in het voorziene onderhoud;
• wijzigingen of ingrepen die niet door de Fabrikant geautoriseerd zijn;
• gebruik van niet originele, of voor het model waterreiniger ongeschikte vervangingsonderdelen;
• reparaties die niet door een Gespecialiseerd Technicus zijn uitgevoerd.
1.1 adrEs van dE fabrIkant
Voor wat betreft het adres van de Fabrikant van de waterreiniger verwijst men naar de Conformiteitverklaring
die aan het einde van dit gedeelte van de handleiding wordt weergegeven.
1.2 gEbruIk En bEWarIng van dE handlEIdIng voor gEbruIk En ondErhoud
De handleiding voor gebruik en onderhoud moet als integraal deel van de waterreiniger beschouwd
worden en voor toekomstige en onmiddellijke raadpleging op een afgeschermde plaats bewaard worden.
In de handleiding voor gebruik en onderhoud zijn belangrijke waarschuwingen opgenomen met betrekking
tot de veiligheid van de operator en van degenen die hem omringen, alsmede met betrekking tot het
respect voor het milieu.
Wanneer de handleiding in slechte staat verkeerd of zoek raakt dan kunt u een nieuw exemplaar aanvragen
bij de verkoper of bij een bevoegde assistentiedienst.
Doet u de waterreiniger over aan een andere gebruiker dan dient u de handleiding voor gebruik en
onderhoud mee te geven.
Wij hebben ons best gedaan bij de samenstelling van deze handleiding. Mocht u fouten opmerken dan
wordt u verzocht de Fabrikant, of een bevoegde assistentiedienst, hierover in te lichten.
De Fabrikant behoudt zich voorts het recht voor om zonder voorgaande mededeling alle benodigde
wijzigingen aan te brengen voor de bijwerking en de correctie van deze publicatie.
Het is verboden deze handleiding op enigerlei wijze geheel of gedeeltelijk te reproduceren zonder de
schriftelijke toestemming van de Fabrikant.
1.3 syMbolEn En dEfInItIEs
1.3.1 Symbolen
Het symbool:
ATTENTIE
dat betrekking heeft op enkele tekstgedeeltes, duidt op de grote kans op persoonlijk letsel indien de
betreende voorschriften en aanwijzingen niet worden opgevolgd.
NL
104
Het symbool:
WAARSCHUWING
dat betrekking heeft op enkele tekstgedeeltes, duidt op de mogelijkheid op schade aan de waterreiniger
indien de betreende instructies niet worden opgevolgd.
1.3.2 DefinitieS
Gespecialiseerd Technicus: meestal een werknemer van de bevoegde assistentiedienst, die voor dat
doel getraind is en bevoegd is tot het verrichten van buitengewoon onderhoud en reparaties op de
waterreiniger. De ingrepen op de elektrische delen moeten verricht worden door een Gespecialiseerd
Technicus die tevens een Gekwaliceerd Elektricien is. Het gaat hier om iemand die vakkundig bekwaam
is en opgeleid is voor de controle, de installatie, de reparatie van elektrische apparatuur volgens de “regels
van het vak” en in overeenstemming met de wetgeving van het land van installatie van de waterreiniger.
Total Stop: stopsysteem waarmee de werking van de waterreiniger onderbroken wordt telkens wanneer
de hendel van het waterpistool wordt losgelaten.
Easy Start: inrichting ten gunste van het starten van de waterreiniger doordat tijdens de eerste momenten
van werking de druk verminderd wordt.
2 KENMERKEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
Scout 150 Scout 135
Classic Extra Classic Extra
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voedingsnet
230 V / 1~50 Hz
Geabsorbeerd vermogen
2,7 kW
Zekering
16 A
HYDRAULISCHE AANSLUITING
Max. temperatuur toevoerwater
40 °C / 104 °F
Min. temperatuur toevoerwater
5 °C / 41 °F
Min. capaciteit toevoerwater
700 l/h / 185 US gph 750 l/h / 198US gph
Max. druk toevoerwater
0,8 MPa / 8 bar / 116 psi
Max. aanzuigdiepte
0 m / 0 ft
PRESTATIES
Maximumcapaciteit
540 l/h / 143 US gph 600 l/h / 159 US gph
Maximum druk
15 MPa / 150 bar / 2176 psi 13,5 MPa / 135 bar / 1958 psi
Maximumtemperatuur uitgang water
90 °C - 194 °F
Reactiekracht op waterpistool
21,4 N 22,8 N
Niveau geluidsdruk
82 dB (A)
Trilling arm operator
1,7 m/s²
GEWICHT EN AFMETINGEN
Lengte x breedte x hoogte
890 x 500 x 820 mm / 35 x 19,7 x 32,3 in
Massa
85 kg / 187,4 lb 87 kg / 191,8 lb 85 kg / 187,4 lb 87 kg / 191,8 lb
Capaciteit gasolietank
20 l / 5,3 US gal
Capaciteit reservoir reinigingsmiddel
4,5 l / 1,2 US gal
De kenmerken en technische gegevens zijn van indicatieve aard.
De Fabrikant behoudt zich het recht voor alle opportuun geachte wijzigingen op het apparaat aan te brengen.
2.1 IdEntIfIcatIE van dE coMponEntEn
Raadpleeg de afbeeldingen 1 en 2, aan het begin van de handleiding voor gebruik en onderhoud.
1. Aansluiting ingang water
2. Hoofdschakelaar
3. Ringmoer leidinghaspel (alleen EXTRA)
4. Leidinghaspel (alleen EXTRA)
5. Knop leidinghaspel (alleen EXTRA)
6. Aansluiting uitgang water (alleen CLASSIC)
7. Hogedrukleiding
(wordt vervolgd op de volgende pagina)
105
2.2 vEIlIghEIdsInrIchtIngEn
De waterreiniger is voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen:
a) Amperometrische beveiliging
Het gaat om een in de schakelaar (2) opgenomen systeem dat de werking van de waterreiniger stopt
in geval van een overmatige absorptie van elektrische stroom, en dat de schakelaar zelf op “0” zet.
Bij de inwerkingtreding ervan gaat u als volgt te werk:
- trek de stekker uit het stopcontact;
- druk op de hendel (24) van het waterpistool om de mogelijke restdruk af te voeren;
- wacht 10÷15 minuten zodat de waterreiniger afkoelt;
- controleer of de voorschriften die in de paragraaf
CONTROLES EN AANSLUITING OP DE
ELEKTRISCHE LIJN”
staan, in acht genomen zijn, met name waar het gaat om de controle van het
mogelijk gebruikte verlengsnoer;
- steek de stekker opnieuw in het stopcontact en herhaal de startprocedure die beschreven wordt in
de paragraaf “werking”.
b) Veiligheidsklep.
Het is een klep voor de maximumdruk die door de fabrikant geijkt is en die de overdruk afvoert wanneer
zich een storing in het regelsysteem van de druk en/of van de temperatuur voordoet.
ATTENTIE
Wanneer bovenstaande veiligheidsinrichting regelmatig in werking treedt, gebruikt u de waterreiniger
dan absoluut niet voordat u hem eerst heeft laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus.
c) Klep voor beperking/regeling druk.
Het gaat om een door de fabrikant geijkte klep die voorkomt dat een druk ontstaat die hoger is dan de
maximum toelaatbare waarden, en die het teveel aan vloeistof doet terugstromen naar de aanzuiging
van de pomp.
d) Thermostaat voor beperking/regeling temperatuur.
Het gaat om een thermostaat die voorkomt dat de maximumtemperatuur overschreden wordt.
e) Beveiliging ontbreken water.
Het gaat om een beveiliging die voorkomt dat de brander werkt wanneer het water ontbreekt.
f) Blokkering van de hendel van het waterpistool.
Het is een veiligheidsstop (25) die, wanneer ingedrukt, de hendel blokkeert (24) van het waterpistool(16)
in de gesloten positie geblokkeerd wordt, zodat het niet onbedoeld in werking kan treden (zie ook
Afb. 1, positie S).
2.3 gEbruIksbEstEMMIng
ATTENTIE
De waterreiniger is uitsluitend bestemd voor het volgende gebruik:
- wassen van voertuigen, machines, gebouwen, gereedschappen enz. met koud water, eventueel met
8. Steun accessoires
9. Zitting voor waterpistool /straalbuis
10. Plaatje “Lees eerst de handleiding voordat...
11. Zak voor bewaren objecten
12. Identicatieplaatje
13. Plaatje “Niet op personen richten,...
14. Elektrische voedingskabel
15. Plaatje “Gegarandeerd geluidsvermogen
16. Waterpistool
17. Straalbuis
18. Mondstukhouderkop
19. Speld voor reiniging mondstuk
20. Mondstuk
21. Houder straalbuis
22. Snelkoppeling hogedrukleiding (alleen CLASSIC)
23. Zak voor accessoires (alleen CLASSIC)
24. Hendel waterpistool
25. Veiligheidsblokkering hendel waterpistool
26. Stuur
27. Knop voor regeling water
28. Schoorsteen
29. Plaatje “Let op hete oppervlakken”
30. Drukindicator
31. Dop reservoir reinigingsmiddel
32. Dop gasolietank
33. Filter/pakking wateraanzuiging
34. Bedieningspaneel
35. Aansluiting wateraanzuiging
Identicatie van de Componenten (vervolgd)
NL
106
toevoeging van door de Fabrikant aangeduide reinigingsproducten;
- verspreiding van de door de Fabrikant bevoegde reinigingsproducten;
- aanslagverwijdering en ontstopping van leidingen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene
hulpstukken;
- zandwaterstralen van voorwerpen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene hulpstukken.
De waterreiniger mag niet gebruikt worden voor het wassen van: personen, dieren, elektrische apparatuur
onder spanning, kwetsbare voorwerpen, en de waterreiniger zelf;
De waterreiniger is niet geschikt om gebruikt te worden in ruimtes waar zich bijzondere omstandigheden
voordoen bijvoorbeeld bij corroderende of explosieve atmosfeer.
Richt u zich tot de technische assistentiedienst van de Fabrikant voor het gebruik aan boord van voertuigen,
schepen of vliegtuigen, aangezien aanvullende voorschriften nodig kunnen zijn.
Ieder ander gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd.
De Fabrikant kan zich niet aansprakelijk stellen voor eventuele schade die voorkomt uit oneigenlijk
of foutief gebruik.
3 UITPAKKEN
ATTENTIE
Draag bij het uitpakken veiligheidshandschoenen en –bril om letsel aan handen en ogen te voorkomen.
De verpakkingselementen (plastic zakken, klemmetjes enz.) mogen nooit binnen het handbereik van
kinderen worden gelaten aangezien dit mogelijke gevarenbronnen kunnen vormen.
• De vuilverwerking van de verpakkingselementen moet gebeuren in overeenstemming met de wetgeving
van het land van gebruik.
Met name plastic materiaal en zakken mogen niet in het milieu worden geloosd, gezien het schadelijke
eect.
Na het uitpakken van de waterreiniger dient u na te kijken of deze compleet is. Mocht hierover twijfel
bestaan, dan dient u de waterreiniger absoluut niet te gebruiken maar dient u contact op te nemen met
een bevoegd servicecentrum dat het apparaat door een Gekwaliceerd Technicus na zal laten kijken.
3.1 IdEntIfIcatIEplaatjE En WaarschuWIngstEkEns
Zie tevens Afb. 1 aan het begin van deze handleiding voor gebruik en onderhoud.
Op het identicatieplaatje (12) staan het serienummer en de belangrijkste technische kenmerken van de
waterreiniger.
De waarschuwingstekens (10,13) geven u informatie over de mogelijke restgevaren: verbod om de
waterreiniger te gebruiken indien de handleiding niet eerst aandachtig werd doorgelezen; verbod om
de waterreiniger te gebruiken voor het wassen van personen, dieren of elektrische apparatuur en de
waterreiniger zelf.
Waarschuwingsplaatje (29): informeert over het gevaar op brandwonden wegens aanraking van hete
delen die zich nabij het plaatje zelf bevinden.
Waarschuwingsplaatje (15): informeert over de waarde van het gegarandeerde geluidsvermogen van de
waterreiniger.
ATTENTIE
Controleer na het uitpakken van de waterreiniger of het identicatieplaatje en de waarschuwingsplaatjes
aanwezig en leesbaar zijn. Is dit niet het geval richt u zich dan tot de verkoper of tot een bevoegd
servicecentrum voor vervanging of aanvraag.
Wanneer het identicatieplaatje of de waarschuwingstekens tijdens het gebruik verslijten, richt u zich dan
tot de verkoper of tot een bevoegd servicecentrum voor het aanvragen van nieuwe.
3.2 standaarduItrustIng
Controleer of in de verpakking van het door u gekochte product de volgende elementen aanwezig zijn:
• waterreiniger voor reiniging onder hoge druk SCOUT;
• Hogedrukleiding waterafgifte met snelkoppeling (alleen CLASSIC);
• Leidinghaspel compleet met hogedrukleiding waterafgifte (alleen EXTRA);
• waterpistool;
• straalbuis;
107
• zak met accessoires, bevattende:
- mondstuk;
- speld voor reiniging mondstuk;
- aansluiting wateraanzuiging;
- lter/pakking wateraanzuiging;
- handleiding voor gebruik en onderhoud;
- garantiebewijs.
Mocht u hierbij problemen ondervinden wendt u zich dan tot de verkoper of tot een bevoegde
assistentiedienst.
3.3 optIonElE hulpstukkEn
ATTENTIE
• Niet adequate optionele hulpstukken compromitteren de werking van de waterreiniger en kunnen hem
gevaarlijk maken. Gebruik uitsluitend originele, optionele hulpstukken die goedgekeurd zijn door de
Fabrikant.
Met betrekking tot de algemene voorschriften, de veiligheidswaarschuwingen, de installatie en het
onderhoud van de optionele hulpstukken wordt verwezen naar de bijbehorende documentatie.
Enkele accessoires hebben een maximum gebruikstemperatuur die lager is dan de maximumtemperatuur
die door de waterreiniger bereikt kan worden: voor deze accessoires dient u de temperatuur op adequate
wijze in te stellen, met behulp van de knop (27).
Het is mogelijk om de standaardlevering van de waterreiniger aan te vullen met een breed gamma van
accessoires. Wend u zich voor de aanschaf tot de verkoper of tot een bevoegd assistentiecentrum.
3.3.1 loS verkriJgbare acceSSoireS met een maximum gebruikStemperatuur van minDer Dan 90°c/194 °f
• Ontluchtingssonde leidingen: maximum gebruikstemepratuur 60 °C/140 °F.
Straalbuis draaiend mondstuk: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F (er bestaat ook een
professionele versie met een maximum gebruikstemperatuur van 100 °C/212 °F).
• Straalbuis voor reiniging vloeren: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F.
• Roterende waterborstel: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F.
4 INSTALLATIE
Zie tevens Afb. 2 aan het begin van deze handleiding voor gebruik en onderhoud
4.1 MontagE van dE hulpstukkEn
a) Monteer het vaste, waaiervormige en professionele mondstuk (20) op de mondstukhouderkop (18),
en zet het stevig vast met een buissleutel van 14 mm (niet bijgeleverd). Operatie A van Afb. 2.
b) Schroef het uiteinde van de hogedrukleiding (7) (zijde zonder snelkoppeling voor CLASSIC) op het
schroefdraad van het waterpistool (16) en zet het vast met twee vaste sleutels van 17 mm (niet
bijgeleverd). Operatie B van Afb. 2.
c) Bevestig de straalbuis (17) op het waterpistool (16) en schroef het tot het einde vast. Operatie G van
Afb. 2.
d) Wikkel de hogedrukleiding (7) af, bevestig de aansluiting met snelkoppeling (22) op de aansluiting van de
wateruitgang (6), en schroef vervolgens de ringmoer met de hand tot het einde toe vast (alleenCLASSIC).
Operatie C van Afb. 2.
e) Plaats het lter/ de pakking voor de wateraanzuiging (33) in de aansluiting van de wateringang (1), en
zorg ervoor dat de uitstekende zijde van het lter binnen in de aansluiting geplaatst wordt. Schroef de
aansluiting van de wateraanzuiging (35) tot het einde vast. Operatie D van Afb. 2
4.2 controlE En aansluItIng op dE WatErlEIdIng
WAARSCHUWING
De watertoevoer moet in staat zijn een voldoende capaciteit te garanderen voor de waterreiniger.
Raadpleeg hiervoor de waarden die in de tabel met technische gegevens staan.
In geval van twijfel richt u zich tot een Gespecialiseerd Technicus.
NL
108
Voorzie de waterreiniger niet van water met een temperatuur van meer dan 40 °C/104 °F of minder
dan 5°C/41°F.
• De druk van het toevoerwater mag niet hoger zijn dan 8 bar/116 psi
• Stel de waterreiniger niet in werking bij een aanzuigdiepte van meer dan 0 m/ 0 ft.
• Stel de waterreiniger niet in werking zonder watertoevoer.
Voorzie de waterreiniger niet van zout of onzuiver water. Mocht dit toch gebeuren, laat de
waterreiniger dan enkele minuten met schoon water werken.
ATTENTIE
• Houd u aan de voorschriften met betrekking tot de aansluiting op de waterleiding die van kracht zijn in
het land van installatie van de waterreiniger.
4.3 controlE En aansluItIng op hEt ElEktrIcItEItsnEt
ATTENTIE
Laat door een Gespecialiseerd Technicus controleren of de elektriciteitstoevoer van uw installatie
overeenkomt met de gegevens op het identicatieplaatje (12) dat zich op de waterreiniger bevindt. Met
name de voedingsspanning mag niet meer dan ± 5 % afwijken van de op het plaatje vermelde waarde.
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet door een Gespecialiseerd Elektricien tot stand worden
gebracht, in overeenkomst met de IEC 364 norm of gelijkaardige normen die van kracht zijn in het land van
gebruik. Met name het stopcontact waarop de waterreiniger wordt aangesloten moet worden uitgerust met
een aardegeleider, een adequate zekering (de waarde daarvan staat op het identicatieplaatje en in de tabel
met technische gegevens), en moet beveiligd worden door een elektromagnetische dierentiaalschakelaar
met een gevoeligheid die de 30 mA niet overschrijdt.
• Mocht de elektriciteitskabel te kort blijken te zijn, dan kan een verlengsnoer gebruikt worden. Controleer
of deze niet langer dan 10 meter/32,8 ft is, of de doorsnede van de stroomdraden ten minste 1,5 mm²
bedraagt en of stekker en stopcontact waterdicht zijn. Om bovengenoemde aanwijzingen te respecteren
dient u zich tot een Gekwaliceerd Elektricien te wenden.
Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan gevaarlijk zijn.
5 WERKING
ATTENTIE
Het gebruik van de waterreiniger vereist aandacht en voorzichtigheid. Vertrouw de waterreiniger niet
aan anderen toe zonder dat u zich, onder eigen verantwoording, ervan vergewist heeft dat deze tijdelijke
gebruiker de handleiding aandachtig heeft doorgelezen en op de hoogte is van de werking van de
waterreiniger. De waterreinigers mogen niet door kinderen of door niet getraind personeel worden gebruikt
Respecteer de waarschuwingen met betrekking tot de veiligheid die in de handleiding voor gebruik en
onderhoud van de eventuele hulpstukken staan, die gebruikt worden
Gebruik de waterreiniger niet wanneer:
- de voedingskabel of andere belangrijke onderdelen, zoals de hogedrukleiding, de veiligheidsinrichtingen,
het waterpistool en de straalbuis beschadigd zijn;
- de waterreiniger is omgevallen of wanneer er tegen aangestoten is;
- er duidelijk water uit de waterreiniger lekt;
In deze gevallen dient u de waterreiniger door een Gespecialiseerd Technicus te laten nakijken.
• U dient speciaal op te letten wanneer u de waterreiniger in ruimtes gebruikt waarin voertuigen rijden die
de toevoerkabel, de hogedrukleiding of het waterpistool kunnen verpletteren of beschadigen;
Houd tijdens de werking de waterreiniger altijd onder toezicht en buiten het bereik van kinderen. Let
bijzonder goed op tijdens het gebruik bij kleuterscholen, verzorging- en rusthuizen. Hier kunnen kinderen,
bejaarden of gehandicapten zonder toezicht aanwezig zijn.
Voorat u de waterreiniger in werking stelt dient u hem op een droge, vlakke en stabiele ondergrond te zetten,
waar hij niet kan kantelen of vallen.
Verricht de handelingen die in de paragraaf “Stilstand” beschreven worden voordat u de waterreiniger
verplaatst.
Voordat u de waterreiniger start dient u kleding aan te trekken die afdoende bescherming biedt tegen
verkeerd uitgevoerde manoeuvres van de onder druk staande waterstraal. Gebruik de waterreiniger niet
109
in de nabijheid van personen die geen beschermende kleding dragen.
De waterstralen onder hoge druk kunnen gevaarlijk zijn bij oneigenlijk gebruik. Richt de straal niet op
personen, dieren, elektrische apparatuur onder spanning of op de waterreiniger zelf.
Houd tijdens het gebruik het waterpistool stevig vast. Wanneer u namelijk de hendel (24) activeert, dan
kunt u de reactiekracht van de hogedrukstraal ondergaan. De grootheid van deze terugslagkracht staat
in de tabel met technische gegevens (de terugslagkracht wordt uitgedrukt in N waar 1 N = 0.1 kg).
Richt de straal niet op u zelf of anderen om kleding of schoeisel te reinigen.
Ter bescherming van het milieu mag de reiniging van voertuigen of machines met hydraulische circuits
alleen plaatsvinden in ruimtes die voorzien zijn van een adequate olieseparator.
De banden van de voertuigen moeten op een afstand van niet minder dan 50 cm /19 in gewassen worden
om te voorkomen dat de hogedrukstraal schade veroorzaakt. Een eerste symptoom van toegebrachte
schade aan een band is de kleurverandering ervan.
• Richt de hogedrukstraal niet op materiaal dat asbest bevat, of andere substanties die schadelijk voor de
gezondheid zijn.
Gebruik de waterreiniger niet in de regen.
Besteed extra aandacht aan hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “Controle en aansluiting op het
elektriciteitsnet”.
Besteed extra aandacht aan hetgeen vermeld wordt in de paragraaf Werking met reinigingsproducten”.
• Laat de stekker niet in het stopcontact wanneer de waterreiniger niet werkt, en trek de stekker er altijd uit
vóór het verrichten van ingrepen. Zet, in het bijzonder, de hoofdschakelaar (2) altijd op “0”. Verwijder de
stekker uit het stopcontact en druk op de hendel (24) van het waterpistool om de eventuele restdruk te
elimineren en de veiligheidsblokkering (25) vast te zetten (Afb. 1 - Positie S):
- wanneer u de waterreiniger, ook voor korte tijd, onbeheerd achter laat;
- na aoop van het gebruik. Wacht altijd tot de waterreiniger geheel is afgekoeld voordat u reiniging of
onderhoud verricht.
Blokkeer tijdens het gebruik de hendel (24) van het waterpistool niet in de stand altijd open.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken.
Plaats geen reductors of adapters tussen de stekker en het stopcontact.
Zorg ervoor dat de voedingskabel, de eventuele verlengsnoeren, de stekkers en de stopcontacten droog
blijven. Raak ze niet aan met natte handen.
Mocht de voedingskabel beschadigd zijn dan dient u, om gevaarlijke situaties te voorkomen, voor de
vervanging ervan contact op te nemen met de Fabrikant of met een Gespecialiseerd Technicus.
Gebruik uitlsuitend gasolie voor autoaandrijvingen. Het gebruik van andere brandstoen kan een
gevaar vormen.
De waterreiniger tijdens de werking niet afdekken en niet in een ruimte plaaatsen waar de ventilatie
gecompromitteerd wordt. De schoorsteen (28) voor de afvoer van de rookgassen uit de ketel nooit afdekken.
Wanneer de waterreiniger in gesloten ruimtes gebruikt wordt moet gecontroleerd worden of de uitlaatgassen
op passende wijze afgevoerd worden en of een correcte ventilatie gegarandeerd wordt (vergiftigingsgevaar).
Buig u nooit over de schoorsteen (28), en raak deze nooit met de handen aan (brandwondengevaar).
WAARSCHUWING
• Indien de waterreiniger gebruikt wordt bij een omgevingstemperatuur die hoger is dan 40 °C/104 °F,
dan moet u het apparaat niet aan rechtstreeks zonlicht blootstellen.
Indien de waterreiniger gebruikt wordt op een hoogte van meer dan 1000 m/3280 ft wendt u zich dan
tot een Gespecialiseerd Technicus voor een controle en een eventuele instelling van de brandstof.
5.1 voorafgaandE handElIngEn
• Rol de hoge drukleiding (7) geheel af.
Indien u over een model beschikt dat uitgerust is met een leidinghaspel (4), deblokkeert u dan dit systeem
door de ringmoer (3) tegen de wijzers van de klok in te draaien; wikkel de benodigde hoeveelheid leiding
af door de haspel tegen de wijzers van de klok in te draaien met knop (5); blokkeer het systeem door de
ringmoer(3) met de wijzers van de klok mee te draaien.
Bevestig op de aansluiting van de wateraanzuiging (35) een toevoerleiding met een binnendiameter
van 18 mm/0,7 in, en zet deze vast met een kabelklem. Operatie D van Afb. 2.
• Open de watertoevoerkraan, en kijk of er niet gedruppeld wordt. Operatie E van Afb. 2.
Controleer of de hoofdschakelaar (2) en de knop voor de temperatuurregeling (27) in de uitgeschakelde
stand staan (positie “0”) en steek de stekker in het stopcontact. Operatie F van Afb. 2.
NL
110
• Zet de hoofdschakelaar (2) op stand “1”.
• Druk op hendel (24) van het waterpistool en wacht tot een doorlopende waterstraal naar buitenkomt.
• Zet de hoofdschakelaar (2) in stand “0” en sluit de straalbuis (17) aan op het waterpistool (16).
5.2 standaardWErkIng (bIj hogE druk) MEt koud WatEr
Controleer of de knop voor de temperatuurregeling (27) in de uitgeschakelde stand staat (positie “0”) en
of de mondstukhouderkop (18) niet in de positie voor de afgifte van het reinigingsmiddel staat (zie ook
de paragraaf Werking met reinigingsmiddelen).
• Start opnieuw de waterreiniger door de hoofdschakelaar (2) op “1” te zetten.
Nota: Na deze start komt de waterreiniger onmiddellijk tot stilstand, aangezien het Total Stop systeem
geactiveerd wordt.
Om de waterreiniger in werking te stellen en met het reinigen te beginnen, volstaat het de hendel(24)
van het waterpistool in te drukken.
• De drukwaarde kan worden afgelezen van de drukwijzer (30).
5.3 standaardWErkIng (bIj hogE druk) MEt WarM WatEr
ATTENTIE
• Tijdens de werkzaamheden van vullen/bijvullen van de gasolietank dient u erop te letten de tanks niet te
verwisselen. Indien u per ongeluk gasolie in het reservoir voor de reinigingsmiddelen giet dan dient u de
waterreiniger niet te gebruiken maar contact op te nemen met een Gespecialiseerd Technicus.
Tijdens het vullen van de gasolietank dient u ervoor te zorgen geen vloeistof op de waterreiniger te morsen.
Mocht dit toch gebeuren wacht dan minstens 24 uur voordat u de waterreiniger in werking stelt, zodat de
mogelijk in het apparaat gemorste vloeistof kan verdampen.
Verwijder de dop (32), zorg ervoor dat er geen vloeistof naar buiten stroomt (het wordt
geadviseerd een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel gebruikt wordt), vul de tank
(maximuminhoud 20l/5,3USgal) met gasolie voor autoaandrijvingen en sluit de tank.
WAARSCHUWING
Het gebruik van landbouwgasolie voor de verwarming veroorzaakt een overmatige vuilaanslag op
de brander en compromitteert de goede werking.
Controleer of de mondstukhouderkop (18) niet in de stand voor de afgifte van het reinigingsmiddel staat
(zie ook de paragraaf “Werking met reinigingsmiddelen).
• Start opnieuw de waterreiniger en zet de hoofdschakelaar (2) in stand “1”.
Opmerking: tijdens het starten zal de waterreiniger, na het vertrek, onmiddellijk tot stilstand komen
omdat het Total Stop-systeem geactiveerd komt.
• Draai de knop voor de temperatuurregeling (27) zo, dat de gewenste temperatuur bereikt wordt.
Om de waterreiniger in werking te stellen, en dus met het reinigen te beginnen, zal het volstaan de
hendel(24) van het waterpistool te activeren.
• De drukwaarde kan afgelezen worden van de drukindicator (30).
Indien u van de warmwaterwerking wilt overgaan naar de koudwaterwerking, dan zet u de knop voor
de temperatuurregeling (27) op “0”.
WAARSCHUWING
• Controleer regelmatig het peil van de gasolie in de tank en vul de tank voordat hij geheel leeg raakt.
De brander treedt ongeveer drie seconden na de opening van het waterpistool in werking en onderbreekt
de werking pas wanneer het waterpistool gesloten wordt, of wanneer de ingestelde temperatuur bereiktis.
5.4 WErkIng MEt hEt rEInIgIngsproduct
ATTENTIE
De waterreiniger is ontworpen voor het gebruik met reinigingsproducten die door de Fabrikant worden
aanbevolen. Het gebruik van andere reiniging- of chemische producten kan van negatieve invloed zijn op
de veiligheid van de waterreiniger.
111
Zuig met name nooit vloeistoen aan die oplosmiddelen, benzine, verdunningsmiddelen, aceton en
brandstofolie bevatten aangezien deze producten in vernevelde vorm uiterst brandbaar, explosief of
toxisch zijn.
Lees aandachtig de voorschriften en waarschuwingen die op het etiket van het gebruikte reinigingsproduct
staan.
Bewaar de reinigingsproducten op een veilige plek die ontoegankelijk is voor kinderen.
Komt het product in aanraking met de ogen spoel de ogen dan onmiddellijk met water en wendt u
onmiddellijk tot arts. Neem de verpakking van het reinigingsproduct mee.
Wordt het product per ongeluk ingeslikt probeer dan niet het braken te stimuleren maar wendt u onmiddellijk
tot een arts. Neem de verpakking van het reinigingsproduct mee.
Tijdens het vullen van de tank met het reinigingsproduct, dient u er op te letten geen vloeistof op de
waterreiniger te morsen. Mocht dit wel gebeuren dan dient u tenminste 24 uur te wachten voordat u
de waterreiniger in werking stelt, zodat de vloeistof die mogelijk het apparaat is binnengedrongen kan
verdampen.
De aanbevolen reinigingsproducten zijn voor meer dan 90% biologisch afbreekbaar.
Verwijder de dop (31), zorg ervoor dat geen vloeistof naar buiten stroomt (het wordt
geadviseerd een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel gebruikt wordt), vul het reservoir
(maximuminhoud 4,5l/1,2USgal) en volg daarbij de aanwijzingen met betrekking tot de dosering op,
die op de verpakking van het reinigingsmiddel staan. Sluit het reservoir.
WAARSCHUWING
Tijdens het vullen/bijvullen van het reservoir van het reinigingsmiddel dient u erop te letten de tanks
niet te verwisselen. Indien u perongeluk het reinigingsmiddel in de gasolietank giet, dan moet u de
waterreiniger niet gebruiken maar contact opnemen met een Gespecialiseerd Technicus.
• Raadpleeg voor de gebruikswijze het etiket van de verpakking van het reinigingsmiddel.
Draai de ringmoer van de mondstukhouderkop (18) zoals schematisch weergegeven wordt in Afb.1-a
en activeer vervolgens de hendel (24) van het waterpistool, waarna de afgifte van het reinigingsmiddel
van start gaat. Draai de ringmoer van de mondstukhouderkop (18) zoals schematisch weergegeven
wordt in Afb.1-b om de hogedrukwerking te hervatten.
5.5 ondErbrEkIng van dE WErkIng (total stop)
Door de hendel (24) van het waterpistool los te laten komt de waterreiniger automatisch tot stilstand. Drukt
u nu opnieuw op de hendel dan zal de waterreiniger weer normaal in werking treden.
ATTENTIE
Denkt u er aan dat wanneer de waterreiniger op Total Stop staat, de waterreiniger echter compleet in
werking is. Wanneer u de waterreiniger dus, ook voor zeer korte tijd, onbeheerd achterlaat, zet dan altijd de
hoofdschakelaar (2) op “0”, trek de stekker uit het stopcontact en druk op hendel (24) van het waterpistool
om de eventuele restdruk te ontladen en de veiligheidsblokkering (25) vast te zetten (Afb. 1 - Positie S).
6 STILSTAND EN OPSLAG
Na aoop van de werkzaamheden brengt u de machine tot stilstand en bergt u hem weg.
6.1 stIlstand
• Laat de waterreiniger enkele minuten met koud water werken.
• Sluit de watertoevoerkraan geheel.
Haal het water uit de waterreiniger door hem enkele seconden te laten werken met ingedrukte hendel(24)
van het waterpistool.
• Zet de hoofdschakelaar (2) op “0”.
• Trek de stekker van de toevoer uit het stopcontact.
Elimineer de mogelijke restdruk uit de hogedrukleiding (7) door enkele seconden de hendel (24) van het
waterpistool ingedrukt te houden.
• Wacht tot de waterreiniger afgekoeld is.
NL
112
ATTENTIE
Wanneer de waterreiniger wordt afgekoeld moet u nagaan of:
- de waterreiniger niet onbeheerd wordt achtergelaten in aanwezigheid van kinderen, bejaarden of
gehandicapten zonder toezicht;
- de waterreiniger op een stabiele ondergrond geplaatst wordt en niet kan vallen;
- de waterreiniger niet in aanraking kan komen met, of in de onmiddellijke nabijheid staat van brandbaar
materiaal.
6.2 opslag
• Rol de hogedrukleiding (7) zorgvuldig op, vermijd knikken.
Indien u over een model beschikt dat uitgerust is met een leidinghaspel (4), deblokkeert u dan dit systeem
door de ringmoer (3) tegen de wijzers van de klok in te draaien; wikkel de benodigde hoeveelheid leiding
om door de haspel met de wijzers van de klok mee te draaien met knop (5); blokkeer het systeem door
de ringmoer (3) met de wijzers van de klok mee te draaien.
• Rol de elektrische voedingskabel (14) zorgvuldig op.
• Plaats de waterreiniger met zorg op een droge en schone plek en zorg er daarbij voor de voedingskabel
en hogedrukleiding niet te beschadigen.
WAARSCHUWING
• De waterreiniger is gevoelig voor vorst.
In koude ruimtes, en om ijsvorming binnen in de waterreiniger te voorkomen, is het mogelijk om vóór
de procedure voor “Stilstand” de waterreiniger een antivriesproduct voor auto’s te laten aanzuigen.
Raadpleeg hiervoor eerst een Gespecialiseerd Technicus aangezien de gepompte vloeistof de
pakkingen van de hoge drukpomp kan beschadigen. In koude ruimtes, en als het niet mogelijk is de
waterreiniger te beschermen zoals eerder beschreven, dient u de waterreiniger vóór het starten in
een warme ruimte te brengen gedurende de tijd die nodig is om eventueel ijs te doen smelten.
Het niet naleven van deze simpele voorschriften kan ernstige schade aan de waterreiniger berokkenen.
7 REINIGING EN ONDERHOUD
ATTENTIE
Alle ingrepen met betrekking tot reiniging en onderhoud mogen slechts worden uitgevoerd na de operaties
verricht te hebben die beschreven staan in de paragraaf “Stilstand”.
U dient er met name aan te denken de elektriciteitstoevoer altijd af te sluiten.
Om de veiligheid van de waterreiniger te garanderen dient u uitsluitend originele vervangingsonderdelen
te gebruiken die door de Fabrikant zijn goedgekeurd en door hem geleverd worden.
De rubber leidingen, de aansluitingen en de straalbuizen voor werking onder hoge druk zijn belangrijk
voor de veiligheid: gebruik uitsluitend de door de Fabrikant aanbevolen onderdelen.
7.1 gEWoon ondErhoud
Verricht de handelingen die beschreven worden in de paragraaf Stilstand” en houd u aan de aanwijzingen
van onderstaande tabel.
TIJDSINTERVAL INGREEP
Bij ieder gebruik Controleer de toevoerkabel, de hogedrukleiding, de aansluitingen, het
waterpistool, de straalbuis.
Indien één of meerdere delen beschadigd zijn, gebruik de waterreiniger dan
absoluut niet en richt u tot een Gespecialiseerd Technicus.
Wekelijks • Reiniging lter/pakking wateraanzuiging (33).
Voor de reiniging volstaat het meestal het lter onder stromend water te houden
of met perslucht schoon te blazen. Ondervindt u problemen bij de reiniging dan
kunt u een ontkalkingproduct gebruiken of het lter vervangen. Richt u voor een
nieuw lter tot een bevoegde assistentiedienst. De reiniging van het lter in de
wateringang moet uitgevoerd worden door een Gespecialiseerd Technicus (zie
ook de paragraaf “Buitengewoon onderhoud”).
(wordt vervolgd op de volgende pagina)
113
TIJDSINTERVAL INGREEP
Maandelijks • Reiniging mondstuk (20)
Voor de reiniging volstaat het doorgaans de bijgevoegde naald (19) in het gat
van het mondstuk te steken. Mocht u niet de gewenste resultaten verkrijgen
vervangtu het mondstuk dan, en wendt u voor de aanschaf van het reservedeel
tot een bevoegd assistentiecentrum. Gebruik voor de vervanging een buissleutel
van 14 mm (niet bijgeleverd).
WAARSCHUWING
Tijdens de werking mag de waterreiniger niet te veel lawaai produceren en mag er geen duidelijk
waarneembare water- of olielekkage zijn. Doen deze verschijnselen zich wel voor dan dient u de
waterreiniger te laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus.
7.2 buItEngEWoon ondErhoud
ATTENTIE
Het buitengewone onderhoud mag alleen verricht worden door een Gespecialiseerd Technicus.
Houdt u bij buitengewoon onderhoud aan de aanwijzingen van onderstaande tabel.
TIJDSINTERVAL INGREEP
Iedere 100 uur Controle van het hydraulische circuit
van de pomp.
• Controle van de pompbevestiging
• Instelling elektroden.
• Reiniging mondstuk gasolie.
• Controle/vervanging gasolielter.
Controle/vervanging lter in wateringang.
Iedere 200 uur • Vervanging oliepomp.
Controle kleppen aanzuiging/afgifte
pomp.
• Controle schroefbevestiging pomp
• Controle regelklep pomp
• Controle beveiligingen
Iedere 500 uur • Vervanging elektroden.
• Vervanging gasoliemondstuk.
• Reiniging ketel.
• Ontkalking spiraal.
WAARSCHUWING
De gegevens van de tabel zijn van indicatieve aard.
8 SLOOP EN VERWERKING
De ontmanteling van de waterreiniger mag alleen verricht worden door gekwaliceerd personeel en in
overeenstemming met de heersende wetgeving van het land van installatie.
Met name duidt het symbool
, op identicatieplaatje (12), erop dat het product niet samen met
huishoudelijk afval weggegooid mag worden.
Wend u tot het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of tot uw verkoper.
ATTENTIE
Voordat u de waterreiniger sloopt dient u hem onbruikbaar te maken, door bijvoorbeeld de voedingskabel
door te snijden. Ook de onderdelen die een gevaar kunnen vormen voor kinderen moeten onbruikbaar
worden gemaakt, aangezien kinderen er mee kunnen gaan spelen.
9 ONGEMAKKEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
ATTENTIE
Voordat u ingrepen gaat verrichten dient u de handelingen van de paragraaf “Stilstand” uit te voeren.
Mocht u er niet in slagen de waterreiniger met behulp van de informatie uit onderstaande tabel weer
normaal in werking te stellen dan dient u zich te wenden tot een Gespecialiseerd Technicus.
NL
114
ONGEMAKKEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Wanneer de
hoofdschakelaar (2) op
“1” gezet wordt gaan de
waterreiniger niet van start.
Denkt u ook aan de
nota van de paragraaf
Onderbreking van de
werking (Total Stop)”.
Er is een veiligheidsvoorziening
van de installatie waarop de
waterreiniger is aangesloten
in werking getreden (zekering,
dierentiaalschakelaar, enz.).
Schakel de veiligheidsvoorziening terug.
Bij een nieuwe inwerkingtreding dient
u de waterreiniger niet te gebruiken en
moet u zich tot een Gespecialiseerd
Technicus wenden.
De stekker van de voedingskabel
is niet juist naar binnen gestoken.
Trek de stekker uit het stopcontact en
steek de stekker weer opnieuw naar
binnen
De waterreiniger trilt erg en
is lawaaiig.
Het filter/de pakking voor de
wateraanzuiging (33) en/of het
lter in de wateringang is vuil.
Neem de aanwijzingen in acht die in
de paragraaf “Gewoon onderhoud” en
“Buitengewoon onderhoud” staan.
De watertoevoer is onvoldoende. Controleer of de kraan volledig open
is en of het bereik van de waterleiding
overeenkomt met hetgeen vermeld
wordt in de paragraaf “ Technische
kenmerken en gegevens”
De waterreiniger bereikt de
maximumdruk niet.
De mondstukhouderkop (18)
bevindt zich in de stand van lage
druk (Afb. 1-a).
Draai de mondstukhouderkop zoals
getoond wordt in Afb. 1-b.
Het watermondstuk (20) is
verstopt.
Vervang het mondstuk volgens hetgeen
vermeld wordt in de paragraaf “Gewoon
onderhoud”.
Schaarse aanzuiging van
reinigingsproduct.
De mondstukhouderkop (18) staat
niet in de stand van lage druk
(Afb. 1-b).
Draai de mondstukhouderkop zoals
getoond wordt in Afb. 1-a.
Het gebruikte reinigingsproduct
is te viskeus
Gebruik een reinigingsproduct dat
aanbevolen wordt door de Fabrikant, en
houdt u aan de verdunningen die op het
plaatje staan.
Ontbreken van product in de tank. Voeg product toe in de tank.
Er komt geen water uit het
watermondstuk(20).
Er ontbreekt water. Controleer of de kraan van de
waterleiding volledig open is.
Mondstuk water is verstopt. Reinig en/of vervang het mondstuk op
grond van hetgeen vermeld wordt in
de paragraaf Gewoon onderhoud”.
De waterreiniger komt
tot stilstand tijdens de
werking.
Er is een veiligheidsvoorziening
van de installatie waarop de
waterreiniger is aangesloten
in werking getreden (zekering,
dierentiaalschakelaar, enz.).
Schakel de veiligheidsvoorziening terug.
Bij een nieuwe inwerkingtreding dient
u de waterreiniger niet te gebruiken en
moet u zich tot een Gespecialiseerd
Technicus wenden.
Er is een amperometrische
beveiliging in werking getreden.
Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in de
paragraaf Veiligheidsvoorzieningen.
De hoofdschakelaar(2) is
gedraaid, de motor bromt
maar gaat niet van start
De elektrische installatie en/of het
verlengsnoer zijn niet geschikt.
Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in
de paragraaf Controles en aansluiting
op het elektriciteitsnet”.
De waterreiniger geeft
geen warm water af.
Het gasoliepeil in de tank bevindt
zich onder het minimum.
Voeg gasolie toe.
Het gasolielter is verstopt. Neem de aanwijzingen in acht die in de
paragraaf “Buitengewoon onderhoud”
staan.

Documenttranscriptie

NL LET OP VERTALING VAN DE ORIGINELE AANWIJZINGEN Lees de INSTRUCTIEHANDLEIDING en neem de voorschriften in acht - VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN. 1 ALGEMENE INFORMATIE Wij complimenteren u met de keuze van een van onze producten en willen u er aan herinneren dat deze ontworpen en tot stand gekomen zijn met de grootst mogelijke aandacht voor de veiligheid van de operator, de efficiëntie van diens arbeid en de bescherming van het milieu. Om deze kenmerken gedurende lange tijd te kunnen handhaven adviseren wij een aandachtige lezing van deze handleiding en vragen wij u de inhoud ervan nauwkeurig op te volgen. Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan de lezing van de gedeeltes die gemerkt worden met het symbool: ATTENTIE aangezien deze passages belangrijke instructies bevatten inzake de veiligheid bij het gebruik van de waterreiniger. De Fabrikant wordt niet aansprakelijk gesteld voor schade die voortkomt uit: • niet naleving van de inhoud van deze handleiding; • gebruik van de waterreiniger dat afwijkt van het gebruik dat beschreven wordt in de paragraaf “GEBRUIKSBESTEMMING”; • gebruik dat in contrast staat met de heersende wetgeving inzake de veiligheid en de preventie van ongevallen op het werk; • niet correct uitgevoerde installatie; • nalatigheden in het voorziene onderhoud; • wijzigingen of ingrepen die niet door de Fabrikant geautoriseerd zijn; • gebruik van niet originele, of voor het model waterreiniger ongeschikte vervangingsonderdelen; • reparaties die niet door een Gespecialiseerd Technicus zijn uitgevoerd. 1.1 Adres van de Fabrikant Voor wat betreft het adres van de Fabrikant van de waterreiniger verwijst men naar de Conformiteitverklaring die aan het einde van dit gedeelte van de handleiding wordt weergegeven. 1.2 Gebruik en Bewaring van de Handleiding Voor Gebruik en Onderhoud De handleiding voor gebruik en onderhoud moet als integraal deel van de waterreiniger beschouwd worden en voor toekomstige en onmiddellijke raadpleging op een afgeschermde plaats bewaard worden. In de handleiding voor gebruik en onderhoud zijn belangrijke waarschuwingen opgenomen met betrekking tot de veiligheid van de operator en van degenen die hem omringen, alsmede met betrekking tot het respect voor het milieu. Wanneer de handleiding in slechte staat verkeerd of zoek raakt dan kunt u een nieuw exemplaar aanvragen bij de verkoper of bij een bevoegde assistentiedienst. Doet u de waterreiniger over aan een andere gebruiker dan dient u de handleiding voor gebruik en onderhoud mee te geven. Wij hebben ons best gedaan bij de samenstelling van deze handleiding. Mocht u fouten opmerken dan wordt u verzocht de Fabrikant, of een bevoegde assistentiedienst, hierover in te lichten. De Fabrikant behoudt zich voorts het recht voor om zonder voorgaande mededeling alle benodigde wijzigingen aan te brengen voor de bijwerking en de correctie van deze publicatie. Het is verboden deze handleiding op enigerlei wijze geheel of gedeeltelijk te reproduceren zonder de schriftelijke toestemming van de Fabrikant. NL 1.3 Symbolen en Definities 1.3.1 Symbolen Het symbool: ATTENTIE dat betrekking heeft op enkele tekstgedeeltes, duidt op de grote kans op persoonlijk letsel indien de 103 betreffende voorschriften en aanwijzingen niet worden opgevolgd. Het symbool: WAARSCHUWING dat betrekking heeft op enkele tekstgedeeltes, duidt op de mogelijkheid op schade aan de waterreiniger indien de betreffende instructies niet worden opgevolgd. 1.3.2 Definities • Gespecialiseerd Technicus: meestal een werknemer van de bevoegde assistentiedienst, die voor dat doel getraind is en bevoegd is tot het verrichten van buitengewoon onderhoud en reparaties op de waterreiniger. De ingrepen op de elektrische delen moeten verricht worden door een Gespecialiseerd Technicus die tevens een Gekwalificeerd Elektricien is. Het gaat hier om iemand die vakkundig bekwaam is en opgeleid is voor de controle, de installatie, de reparatie van elektrische apparatuur volgens de “regels van het vak” en in overeenstemming met de wetgeving van het land van installatie van de waterreiniger. • Total Stop: stopsysteem waarmee de werking van de waterreiniger onderbroken wordt telkens wanneer de hendel van het waterpistool wordt losgelaten. • Easy Start: inrichting ten gunste van het starten van de waterreiniger doordat tijdens de eerste momenten van werking de druk verminderd wordt. 2 KENMERKEN EN TECHNISCHE GEGEVENS Scout 150 Classic Extra ELEKTRISCHE AANSLUITING Voedingsnet Geabsorbeerd vermogen Zekering HYDRAULISCHE AANSLUITING Max. temperatuur toevoerwater Min. temperatuur toevoerwater Min. capaciteit toevoerwater Max. druk toevoerwater Max. aanzuigdiepte PRESTATIES Maximumcapaciteit Maximum druk Maximumtemperatuur uitgang water Reactiekracht op waterpistool Niveau geluidsdruk Trilling arm operator GEWICHT EN AFMETINGEN Lengte x breedte x hoogte Massa Capaciteit gasolietank Capaciteit reservoir reinigingsmiddel Scout 135 Classic Extra 230 V / 1~50 Hz 2,7 kW 16 A 40 °C / 104 °F 5 °C / 41 °F 700 l/h / 185 US gph 750 l/h / 198 US gph 0,8 MPa / 8 bar / 116 psi 0 m / 0 ft 540 l/h / 143 US gph 600 l/h / 159 US gph 15 MPa / 150 bar / 2176 psi 13,5 MPa / 135 bar / 1958 psi 90 °C - 194 °F 21,4 N 22,8 N 82 dB (A) 1,7 m/s² 890 x 500 x 820 mm / 35 x 19,7 x 32,3 in 85 kg / 187,4 lb 87 kg / 191,8 lb 85 kg / 187,4 lb 87 kg / 191,8 lb 20 l / 5,3 US gal 4,5 l / 1,2 US gal De kenmerken en technische gegevens zijn van indicatieve aard. De Fabrikant behoudt zich het recht voor alle opportuun geachte wijzigingen op het apparaat aan te brengen. 2.1 Identificatie van de Componenten Raadpleeg de afbeeldingen 1 en 2, aan het begin van de handleiding voor gebruik en onderhoud. 104 1. 2. 3. 4. Aansluiting ingang water Hoofdschakelaar Ringmoer leidinghaspel (alleen EXTRA) Leidinghaspel (alleen EXTRA) 5. Knop leidinghaspel (alleen EXTRA) 6. Aansluiting uitgang water (alleen CLASSIC) 7. Hogedrukleiding (wordt vervolgd op de volgende pagina) Identificatie van de Componenten (vervolgd) 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. Steun accessoires Zitting voor waterpistool /straalbuis Plaatje“Lees eerst de handleiding voordat...” Zak voor bewaren objecten Identificatieplaatje Plaatje “Niet op personen richten,...” Elektrische voedingskabel Plaatje “Gegarandeerd geluidsvermogen” Waterpistool Straalbuis Mondstukhouderkop Speld voor reiniging mondstuk Mondstuk Houder straalbuis 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. Snelkoppeling hogedrukleiding (alleen CLASSIC) Zak voor accessoires (alleen CLASSIC) Hendel waterpistool Veiligheidsblokkering hendel waterpistool Stuur Knop voor regeling water Schoorsteen Plaatje “Let op hete oppervlakken” Drukindicator Dop reservoir reinigingsmiddel Dop gasolietank Filter/pakking wateraanzuiging Bedieningspaneel Aansluiting wateraanzuiging 2.2 Veiligheidsinrichtingen De waterreiniger is voorzien van de volgende veiligheidsinrichtingen: a) Amperometrische beveiliging Het gaat om een in de schakelaar (2) opgenomen systeem dat de werking van de waterreiniger stopt in geval van een overmatige absorptie van elektrische stroom, en dat de schakelaar zelf op “0” zet. Bij de inwerkingtreding ervan gaat u als volgt te werk: - trek de stekker uit het stopcontact; - druk op de hendel (24) van het waterpistool om de mogelijke restdruk af te voeren; - wacht 10÷15 minuten zodat de waterreiniger afkoelt; - controleer of de voorschriften die in de paragraaf “CONTROLES EN AANSLUITING OP DE ELEKTRISCHE LIJN” staan, in acht genomen zijn, met name waar het gaat om de controle van het mogelijk gebruikte verlengsnoer; - steek de stekker opnieuw in het stopcontact en herhaal de startprocedure die beschreven wordt in de paragraaf “werking”. b) Veiligheidsklep. Het is een klep voor de maximumdruk die door de fabrikant geijkt is en die de overdruk afvoert wanneer zich een storing in het regelsysteem van de druk en/of van de temperatuur voordoet. ATTENTIE NL • Wanneer bovenstaande veiligheidsinrichting regelmatig in werking treedt, gebruikt u de waterreiniger dan absoluut niet voordat u hem eerst heeft laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus. c) Klep voor beperking/regeling druk. Het gaat om een door de fabrikant geijkte klep die voorkomt dat een druk ontstaat die hoger is dan de maximum toelaatbare waarden, en die het teveel aan vloeistof doet terugstromen naar de aanzuiging van de pomp. d) Thermostaat voor beperking/regeling temperatuur. Het gaat om een thermostaat die voorkomt dat de maximumtemperatuur overschreden wordt. e) Beveiliging ontbreken water. Het gaat om een beveiliging die voorkomt dat de brander werkt wanneer het water ontbreekt. f) Blokkering van de hendel van het waterpistool. Het is een veiligheidsstop (25) die, wanneer ingedrukt, de hendel blokkeert (24) van het waterpistool (16) in de gesloten positie geblokkeerd wordt, zodat het niet onbedoeld in werking kan treden (zie ook Afb. 1, positie S). 2.3 Gebruiksbestemming ATTENTIE • De waterreiniger is uitsluitend bestemd voor het volgende gebruik: 105 - wassen van voertuigen, machines, gebouwen, gereedschappen enz. met koud water, eventueel met toevoeging van door de Fabrikant aangeduide reinigingsproducten; - verspreiding van de door de Fabrikant bevoegde reinigingsproducten; - aanslagverwijdering en ontstopping van leidingen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene hulpstukken; - zandwaterstralen van voorwerpen met behulp van speciale door de Fabrikant voorziene hulpstukken. • De waterreiniger mag niet gebruikt worden voor het wassen van: personen, dieren, elektrische apparatuur onder spanning, kwetsbare voorwerpen, en de waterreiniger zelf; • De waterreiniger is niet geschikt om gebruikt te worden in ruimtes waar zich bijzondere omstandigheden voordoen bijvoorbeeld bij corroderende of explosieve atmosfeer. • Richt u zich tot de technische assistentiedienst van de Fabrikant voor het gebruik aan boord van voertuigen, schepen of vliegtuigen, aangezien aanvullende voorschriften nodig kunnen zijn. Ieder ander gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd. De Fabrikant kan zich niet aansprakelijk stellen voor eventuele schade die voorkomt uit oneigenlijk of foutief gebruik. 3 UITPAKKEN ATTENTIE • Draag bij het uitpakken veiligheidshandschoenen en –bril om letsel aan handen en ogen te voorkomen. • De verpakkingselementen (plastic zakken, klemmetjes enz.) mogen nooit binnen het handbereik van kinderen worden gelaten aangezien dit mogelijke gevarenbronnen kunnen vormen. • De vuilverwerking van de verpakkingselementen moet gebeuren in overeenstemming met de wetgeving van het land van gebruik. Met name plastic materiaal en zakken mogen niet in het milieu worden geloosd, gezien het schadelijke effect. • Na het uitpakken van de waterreiniger dient u na te kijken of deze compleet is. Mocht hierover twijfel bestaan, dan dient u de waterreiniger absoluut niet te gebruiken maar dient u contact op te nemen met een bevoegd servicecentrum dat het apparaat door een Gekwalificeerd Technicus na zal laten kijken. 3.1 Identificatieplaatje en Waarschuwingstekens Zie tevens Afb. 1 aan het begin van deze handleiding voor gebruik en onderhoud. Op het identificatieplaatje (12) staan het serienummer en de belangrijkste technische kenmerken van de waterreiniger. De waarschuwingstekens (10,13) geven u informatie over de mogelijke restgevaren: verbod om de waterreiniger te gebruiken indien de handleiding niet eerst aandachtig werd doorgelezen; verbod om de waterreiniger te gebruiken voor het wassen van personen, dieren of elektrische apparatuur en de waterreiniger zelf. Waarschuwingsplaatje (29): informeert over het gevaar op brandwonden wegens aanraking van hete delen die zich nabij het plaatje zelf bevinden. Waarschuwingsplaatje (15): informeert over de waarde van het gegarandeerde geluidsvermogen van de waterreiniger. ATTENTIE • Controleer na het uitpakken van de waterreiniger of het identificatieplaatje en de waarschuwingsplaatjes aanwezig en leesbaar zijn. Is dit niet het geval richt u zich dan tot de verkoper of tot een bevoegd servicecentrum voor vervanging of aanvraag. • Wanneer het identificatieplaatje of de waarschuwingstekens tijdens het gebruik verslijten, richt u zich dan tot de verkoper of tot een bevoegd servicecentrum voor het aanvragen van nieuwe. 3.2 Standaarduitrusting Controleer of in de verpakking van het door u gekochte product de volgende elementen aanwezig zijn: • waterreiniger voor reiniging onder hoge druk SCOUT; • Hogedrukleiding waterafgifte met snelkoppeling (alleen CLASSIC); • Leidinghaspel compleet met hogedrukleiding waterafgifte (alleen EXTRA); 106 • waterpistool; • straalbuis; • zak met accessoires, bevattende: - mondstuk; - speld voor reiniging mondstuk; - aansluiting wateraanzuiging; - filter/pakking wateraanzuiging; - handleiding voor gebruik en onderhoud; - garantiebewijs. Mocht u hierbij problemen ondervinden wendt u zich dan tot de verkoper of tot een bevoegde assistentiedienst. 3.3 Optionele Hulpstukken ATTENTIE • Niet adequate optionele hulpstukken compromitteren de werking van de waterreiniger en kunnen hem gevaarlijk maken. Gebruik uitsluitend originele, optionele hulpstukken die goedgekeurd zijn door de Fabrikant. Met betrekking tot de algemene voorschriften, de veiligheidswaarschuwingen, de installatie en het onderhoud van de optionele hulpstukken wordt verwezen naar de bijbehorende documentatie. • Enkele accessoires hebben een maximum gebruikstemperatuur die lager is dan de maximumtemperatuur die door de waterreiniger bereikt kan worden: voor deze accessoires dient u de temperatuur op adequate wijze in te stellen, met behulp van de knop (27). Het is mogelijk om de standaardlevering van de waterreiniger aan te vullen met een breed gamma van accessoires. Wend u zich voor de aanschaf tot de verkoper of tot een bevoegd assistentiecentrum. 3.3.1 Los verkrijgbare accessoires met een maximum gebruikstemperatuur van minder dan 90 °C/194 °F • Ontluchtingssonde leidingen: maximum gebruikstemepratuur 60 °C/140 °F. • Straalbuis draaiend mondstuk: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F (er bestaat ook een professionele versie met een maximum gebruikstemperatuur van 100 °C/212 °F). • Straalbuis voor reiniging vloeren: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F. • Roterende waterborstel: maximum gebruikstemperatuur 60 °C/140 °F. 4 INSTALLATIE Zie tevens Afb. 2 aan het begin van deze handleiding voor gebruik en onderhoud NL 4.1 Montage van de Hulpstukken a) Monteer het vaste, waaiervormige en professionele mondstuk (20) op de mondstukhouderkop (18), en zet het stevig vast met een buissleutel van 14 mm (niet bijgeleverd). Operatie A van Afb. 2. b) Schroef het uiteinde van de hogedrukleiding (7) (zijde zonder snelkoppeling voor CLASSIC) op het schroefdraad van het waterpistool (16) en zet het vast met twee vaste sleutels van 17 mm (niet bijgeleverd). Operatie B van Afb. 2. c) Bevestig de straalbuis (17) op het waterpistool (16) en schroef het tot het einde vast. Operatie G van Afb. 2. d) Wikkel de hogedrukleiding (7) af, bevestig de aansluiting met snelkoppeling (22) op de aansluiting van de wateruitgang (6), en schroef vervolgens de ringmoer met de hand tot het einde toe vast (alleen CLASSIC). Operatie C van Afb. 2. e) Plaats het filter/ de pakking voor de wateraanzuiging (33) in de aansluiting van de wateringang (1), en zorg ervoor dat de uitstekende zijde van het filter binnen in de aansluiting geplaatst wordt. Schroef de aansluiting van de wateraanzuiging (35) tot het einde vast. Operatie D van Afb. 2 4.2 Controle en Aansluiting op de Waterleiding WAARSCHUWING • De watertoevoer moet in staat zijn een voldoende capaciteit te garanderen voor de waterreiniger. Raadpleeg hiervoor de waarden die in de tabel met technische gegevens staan. 107 In geval van twijfel richt u zich tot een Gespecialiseerd Technicus. • Voorzie de waterreiniger niet van water met een temperatuur van meer dan 40 °C/104 °F of minder dan 5 °C/41 °F. • De druk van het toevoerwater mag niet hoger zijn dan 8 bar/116 psi • Stel de waterreiniger niet in werking bij een aanzuigdiepte van meer dan 0 m/ 0 ft. • Stel de waterreiniger niet in werking zonder watertoevoer. • Voorzie de waterreiniger niet van zout of onzuiver water. Mocht dit toch gebeuren, laat de waterreiniger dan enkele minuten met schoon water werken. ATTENTIE • Houd u aan de voorschriften met betrekking tot de aansluiting op de waterleiding die van kracht zijn in het land van installatie van de waterreiniger. 4.3 Controle en Aansluiting op het Elektriciteitsnet ATTENTIE • Laat door een Gespecialiseerd Technicus controleren of de elektriciteitstoevoer van uw installatie overeenkomt met de gegevens op het identificatieplaatje (12) dat zich op de waterreiniger bevindt. Met name de voedingsspanning mag niet meer dan ± 5 % afwijken van de op het plaatje vermelde waarde. • De aansluiting op het elektriciteitsnet moet door een Gespecialiseerd Elektricien tot stand worden gebracht, in overeenkomst met de IEC 364 norm of gelijkaardige normen die van kracht zijn in het land van gebruik. Met name het stopcontact waarop de waterreiniger wordt aangesloten moet worden uitgerust met een aardegeleider, een adequate zekering (de waarde daarvan staat op het identificatieplaatje en in de tabel met technische gegevens), en moet beveiligd worden door een elektromagnetische differentiaalschakelaar met een gevoeligheid die de 30 mA niet overschrijdt. • Mocht de elektriciteitskabel te kort blijken te zijn, dan kan een verlengsnoer gebruikt worden. Controleer of deze niet langer dan 10 meter/32,8 ft is, of de doorsnede van de stroomdraden ten minste 1,5 mm² bedraagt en of stekker en stopcontact waterdicht zijn. Om bovengenoemde aanwijzingen te respecteren dient u zich tot een Gekwalificeerd Elektricien te wenden. Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan gevaarlijk zijn. 5 WERKING ATTENTIE 108 • Het gebruik van de waterreiniger vereist aandacht en voorzichtigheid. Vertrouw de waterreiniger niet aan anderen toe zonder dat u zich, onder eigen verantwoording, ervan vergewist heeft dat deze tijdelijke gebruiker de handleiding aandachtig heeft doorgelezen en op de hoogte is van de werking van de waterreiniger. De waterreinigers mogen niet door kinderen of door niet getraind personeel worden gebruikt • Respecteer de waarschuwingen met betrekking tot de veiligheid die in de handleiding voor gebruik en onderhoud van de eventuele hulpstukken staan, die gebruikt worden • Gebruik de waterreiniger niet wanneer: - de voedingskabel of andere belangrijke onderdelen, zoals de hogedrukleiding, de veiligheidsinrichtingen, het waterpistool en de straalbuis beschadigd zijn; - de waterreiniger is omgevallen of wanneer er tegen aangestoten is; - er duidelijk water uit de waterreiniger lekt; In deze gevallen dient u de waterreiniger door een Gespecialiseerd Technicus te laten nakijken. • U dient speciaal op te letten wanneer u de waterreiniger in ruimtes gebruikt waarin voertuigen rijden die de toevoerkabel, de hogedrukleiding of het waterpistool kunnen verpletteren of beschadigen; • Houd tijdens de werking de waterreiniger altijd onder toezicht en buiten het bereik van kinderen. Let bijzonder goed op tijdens het gebruik bij kleuterscholen, verzorging- en rusthuizen. Hier kunnen kinderen, bejaarden of gehandicapten zonder toezicht aanwezig zijn. • Voorat u de waterreiniger in werking stelt dient u hem op een droge, vlakke en stabiele ondergrond te zetten, waar hij niet kan kantelen of vallen. • Verricht de handelingen die in de paragraaf “Stilstand” beschreven worden voordat u de waterreiniger verplaatst. • Voordat u de waterreiniger start dient u kleding aan te trekken die afdoende bescherming biedt tegen verkeerd uitgevoerde manoeuvres van de onder druk staande waterstraal. Gebruik de waterreiniger niet in de nabijheid van personen die geen beschermende kleding dragen. • De waterstralen onder hoge druk kunnen gevaarlijk zijn bij oneigenlijk gebruik. Richt de straal niet op personen, dieren, elektrische apparatuur onder spanning of op de waterreiniger zelf. • Houd tijdens het gebruik het waterpistool stevig vast. Wanneer u namelijk de hendel (24) activeert, dan kunt u de reactiekracht van de hogedrukstraal ondergaan. De grootheid van deze terugslagkracht staat in de tabel met technische gegevens (de terugslagkracht wordt uitgedrukt in N waar 1 N = 0.1 kg). • Richt de straal niet op u zelf of anderen om kleding of schoeisel te reinigen. • Ter bescherming van het milieu mag de reiniging van voertuigen of machines met hydraulische circuits alleen plaatsvinden in ruimtes die voorzien zijn van een adequate olieseparator. • De banden van de voertuigen moeten op een afstand van niet minder dan 50 cm /19 in gewassen worden om te voorkomen dat de hogedrukstraal schade veroorzaakt. Een eerste symptoom van toegebrachte schade aan een band is de kleurverandering ervan. • Richt de hogedrukstraal niet op materiaal dat asbest bevat, of andere substanties die schadelijk voor de gezondheid zijn. • Gebruik de waterreiniger niet in de regen. • Besteed extra aandacht aan hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “Controle en aansluiting op het elektriciteitsnet”. • Besteed extra aandacht aan hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “Werking met reinigingsproducten”. • Laat de stekker niet in het stopcontact wanneer de waterreiniger niet werkt, en trek de stekker er altijd uit vóór het verrichten van ingrepen. Zet, in het bijzonder, de hoofdschakelaar (2) altijd op “0”. Verwijder de stekker uit het stopcontact en druk op de hendel (24) van het waterpistool om de eventuele restdruk te elimineren en de veiligheidsblokkering (25) vast te zetten (Afb. 1 - Positie S): - wanneer u de waterreiniger, ook voor korte tijd, onbeheerd achter laat; - na afloop van het gebruik. Wacht altijd tot de waterreiniger geheel is afgekoeld voordat u reiniging of onderhoud verricht. • Blokkeer tijdens het gebruik de hendel (24) van het waterpistool niet in de stand altijd open. • Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken. • Plaats geen reductors of adapters tussen de stekker en het stopcontact. • Zorg ervoor dat de voedingskabel, de eventuele verlengsnoeren, de stekkers en de stopcontacten droog blijven. Raak ze niet aan met natte handen. • Mocht de voedingskabel beschadigd zijn dan dient u, om gevaarlijke situaties te voorkomen, voor de vervanging ervan contact op te nemen met de Fabrikant of met een Gespecialiseerd Technicus. • Gebruik uitlsuitend gasolie voor autoaandrijvingen. Het gebruik van andere brandstoffen kan een gevaar vormen. • De waterreiniger tijdens de werking niet afdekken en niet in een ruimte plaaatsen waar de ventilatie gecompromitteerd wordt. De schoorsteen (28) voor de afvoer van de rookgassen uit de ketel nooit afdekken. • Wanneer de waterreiniger in gesloten ruimtes gebruikt wordt moet gecontroleerd worden of de uitlaatgassen op passende wijze afgevoerd worden en of een correcte ventilatie gegarandeerd wordt (vergiftigingsgevaar). • Buig u nooit over de schoorsteen (28), en raak deze nooit met de handen aan (brandwondengevaar). NL WAARSCHUWING • Indien de waterreiniger gebruikt wordt bij een omgevingstemperatuur die hoger is dan 40 °C/104 °F, dan moet u het apparaat niet aan rechtstreeks zonlicht blootstellen. • Indien de waterreiniger gebruikt wordt op een hoogte van meer dan 1000 m/3280 ft wendt u zich dan tot een Gespecialiseerd Technicus voor een controle en een eventuele instelling van de brandstof. 5.1 Voorafgaande Handelingen • Rol de hoge drukleiding (7) geheel af. Indien u over een model beschikt dat uitgerust is met een leidinghaspel (4), deblokkeert u dan dit systeem door de ringmoer (3) tegen de wijzers van de klok in te draaien; wikkel de benodigde hoeveelheid leiding af door de haspel tegen de wijzers van de klok in te draaien met knop (5); blokkeer het systeem door de ringmoer (3) met de wijzers van de klok mee te draaien. • Bevestig op de aansluiting van de wateraanzuiging (35) een toevoerleiding met een binnendiameter van 18 mm/0,7 in, en zet deze vast met een kabelklem. Operatie D van Afb. 2. • Open de watertoevoerkraan, en kijk of er niet gedruppeld wordt. Operatie E van Afb. 2. • Controleer of de hoofdschakelaar (2) en de knop voor de temperatuurregeling (27) in de uitgeschakelde stand staan (positie “0”) en steek de stekker in het stopcontact. Operatie F van Afb. 2. 109 • Zet de hoofdschakelaar (2) op stand “1”. • Druk op hendel (24) van het waterpistool en wacht tot een doorlopende waterstraal naar buitenkomt. • Zet de hoofdschakelaar (2) in stand “0” en sluit de straalbuis (17) aan op het waterpistool (16). 5.2 Standaardwerking (bij hoge druk) met Koud Water • Controleer of de knop voor de temperatuurregeling (27) in de uitgeschakelde stand staat (positie “0”) en of de mondstukhouderkop (18) niet in de positie voor de afgifte van het reinigingsmiddel staat (zie ook de paragraaf “Werking met reinigingsmiddelen”). • Start opnieuw de waterreiniger door de hoofdschakelaar (2) op “1” te zetten. Nota: Na deze start komt de waterreiniger onmiddellijk tot stilstand, aangezien het Total Stop systeem geactiveerd wordt. • Om de waterreiniger in werking te stellen en met het reinigen te beginnen, volstaat het de hendel (24) van het waterpistool in te drukken. • De drukwaarde kan worden afgelezen van de drukwijzer (30). 5.3 Standaardwerking (bij hoge druk) met Warm Water ATTENTIE • Tijdens de werkzaamheden van vullen/bijvullen van de gasolietank dient u erop te letten de tanks niet te verwisselen. Indien u per ongeluk gasolie in het reservoir voor de reinigingsmiddelen giet dan dient u de waterreiniger niet te gebruiken maar contact op te nemen met een Gespecialiseerd Technicus. • Tijdens het vullen van de gasolietank dient u ervoor te zorgen geen vloeistof op de waterreiniger te morsen. Mocht dit toch gebeuren wacht dan minstens 24 uur voordat u de waterreiniger in werking stelt, zodat de mogelijk in het apparaat gemorste vloeistof kan verdampen. • Verwijder de dop (32), zorg ervoor dat er geen vloeistof naar buiten stroomt (het wordt geadviseerd een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel gebruikt wordt), vul de tank (maximuminhoud 20 l / 5,3 US gal) met gasolie voor autoaandrijvingen en sluit de tank. WAARSCHUWING • Het gebruik van landbouwgasolie voor de verwarming veroorzaakt een overmatige vuilaanslag op de brander en compromitteert de goede werking. • Controleer of de mondstukhouderkop (18) niet in de stand voor de afgifte van het reinigingsmiddel staat (zie ook de paragraaf “Werking met reinigingsmiddelen”). • Start opnieuw de waterreiniger en zet de hoofdschakelaar (2) in stand “1”. Opmerking: tijdens het starten zal de waterreiniger, na het vertrek, onmiddellijk tot stilstand komen omdat het Total Stop-systeem geactiveerd komt. • Draai de knop voor de temperatuurregeling (27) zo, dat de gewenste temperatuur bereikt wordt. • Om de waterreiniger in werking te stellen, en dus met het reinigen te beginnen, zal het volstaan de hendel (24) van het waterpistool te activeren. • De drukwaarde kan afgelezen worden van de drukindicator (30). • Indien u van de warmwaterwerking wilt overgaan naar de koudwaterwerking, dan zet u de knop voor de temperatuurregeling (27) op “0”. WAARSCHUWING • Controleer regelmatig het peil van de gasolie in de tank en vul de tank voordat hij geheel leeg raakt. • De brander treedt ongeveer drie seconden na de opening van het waterpistool in werking en onderbreekt de werking pas wanneer het waterpistool gesloten wordt, of wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is. 5.4 Werking met het Reinigingsproduct ATTENTIE 110 • De waterreiniger is ontworpen voor het gebruik met reinigingsproducten die door de Fabrikant worden aanbevolen. Het gebruik van andere reiniging- of chemische producten kan van negatieve invloed zijn op de veiligheid van de waterreiniger. • • • • • Zuig met name nooit vloeistoffen aan die oplosmiddelen, benzine, verdunningsmiddelen, aceton en brandstofolie bevatten aangezien deze producten in vernevelde vorm uiterst brandbaar, explosief of toxisch zijn. Lees aandachtig de voorschriften en waarschuwingen die op het etiket van het gebruikte reinigingsproduct staan. Bewaar de reinigingsproducten op een veilige plek die ontoegankelijk is voor kinderen. Komt het product in aanraking met de ogen spoel de ogen dan onmiddellijk met water en wendt u onmiddellijk tot arts. Neem de verpakking van het reinigingsproduct mee. Wordt het product per ongeluk ingeslikt probeer dan niet het braken te stimuleren maar wendt u onmiddellijk tot een arts. Neem de verpakking van het reinigingsproduct mee. Tijdens het vullen van de tank met het reinigingsproduct, dient u er op te letten geen vloeistof op de waterreiniger te morsen. Mocht dit wel gebeuren dan dient u tenminste 24 uur te wachten voordat u de waterreiniger in werking stelt, zodat de vloeistof die mogelijk het apparaat is binnengedrongen kan verdampen. De aanbevolen reinigingsproducten zijn voor meer dan 90% biologisch afbreekbaar. • Verwijder de dop (31), zorg ervoor dat geen vloeistof naar buiten stroomt (het wordt geadviseerd een trechter te gebruiken die alleen voor dit doel gebruikt wordt), vul het reservoir (maximuminhoud 4,5 l / 1,2 US gal) en volg daarbij de aanwijzingen met betrekking tot de dosering op, die op de verpakking van het reinigingsmiddel staan. Sluit het reservoir. WAARSCHUWING • Tijdens het vullen/bijvullen van het reservoir van het reinigingsmiddel dient u erop te letten de tanks niet te verwisselen. Indien u perongeluk het reinigingsmiddel in de gasolietank giet, dan moet u de waterreiniger niet gebruiken maar contact opnemen met een Gespecialiseerd Technicus. • Raadpleeg voor de gebruikswijze het etiket van de verpakking van het reinigingsmiddel. • Draai de ringmoer van de mondstukhouderkop (18) zoals schematisch weergegeven wordt in Afb. 1-a en activeer vervolgens de hendel (24) van het waterpistool, waarna de afgifte van het reinigingsmiddel van start gaat. Draai de ringmoer van de mondstukhouderkop (18) zoals schematisch weergegeven wordt in Afb. 1-b om de hogedrukwerking te hervatten. 5.5 Onderbreking van de Werking (Total Stop) Door de hendel (24) van het waterpistool los te laten komt de waterreiniger automatisch tot stilstand. Drukt u nu opnieuw op de hendel dan zal de waterreiniger weer normaal in werking treden. ATTENTIE NL • Denkt u er aan dat wanneer de waterreiniger op Total Stop staat, de waterreiniger echter compleet in werking is. Wanneer u de waterreiniger dus, ook voor zeer korte tijd, onbeheerd achterlaat, zet dan altijd de hoofdschakelaar (2) op “0”, trek de stekker uit het stopcontact en druk op hendel (24) van het waterpistool om de eventuele restdruk te ontladen en de veiligheidsblokkering (25) vast te zetten (Afb. 1 - Positie S). 6 STILSTAND EN OPSLAG Na afloop van de werkzaamheden brengt u de machine tot stilstand en bergt u hem weg. 6.1 Stilstand • Laat de waterreiniger enkele minuten met koud water werken. • Sluit de watertoevoerkraan geheel. • Haal het water uit de waterreiniger door hem enkele seconden te laten werken met ingedrukte hendel (24) van het waterpistool. • Zet de hoofdschakelaar (2) op “0”. • Trek de stekker van de toevoer uit het stopcontact. • Elimineer de mogelijke restdruk uit de hogedrukleiding (7) door enkele seconden de hendel (24) van het waterpistool ingedrukt te houden. • Wacht tot de waterreiniger afgekoeld is. 111 ATTENTIE • Wanneer de waterreiniger wordt afgekoeld moet u nagaan of: - de waterreiniger niet onbeheerd wordt achtergelaten in aanwezigheid van kinderen, bejaarden of gehandicapten zonder toezicht; - de waterreiniger op een stabiele ondergrond geplaatst wordt en niet kan vallen; - de waterreiniger niet in aanraking kan komen met, of in de onmiddellijke nabijheid staat van brandbaar materiaal. 6.2 Opslag • Rol de hogedrukleiding (7) zorgvuldig op, vermijd knikken. Indien u over een model beschikt dat uitgerust is met een leidinghaspel (4), deblokkeert u dan dit systeem door de ringmoer (3) tegen de wijzers van de klok in te draaien; wikkel de benodigde hoeveelheid leiding om door de haspel met de wijzers van de klok mee te draaien met knop (5); blokkeer het systeem door de ringmoer (3) met de wijzers van de klok mee te draaien. • Rol de elektrische voedingskabel (14) zorgvuldig op. • Plaats de waterreiniger met zorg op een droge en schone plek en zorg er daarbij voor de voedingskabel en hogedrukleiding niet te beschadigen. WAARSCHUWING • De waterreiniger is gevoelig voor vorst. In koude ruimtes, en om ijsvorming binnen in de waterreiniger te voorkomen, is het mogelijk om vóór de procedure voor “Stilstand” de waterreiniger een antivriesproduct voor auto’s te laten aanzuigen. Raadpleeg hiervoor eerst een Gespecialiseerd Technicus aangezien de gepompte vloeistof de pakkingen van de hoge drukpomp kan beschadigen. In koude ruimtes, en als het niet mogelijk is de waterreiniger te beschermen zoals eerder beschreven, dient u de waterreiniger vóór het starten in een warme ruimte te brengen gedurende de tijd die nodig is om eventueel ijs te doen smelten. Het niet naleven van deze simpele voorschriften kan ernstige schade aan de waterreiniger berokkenen. 7 REINIGING EN ONDERHOUD ATTENTIE • Alle ingrepen met betrekking tot reiniging en onderhoud mogen slechts worden uitgevoerd na de operaties verricht te hebben die beschreven staan in de paragraaf “Stilstand”. U dient er met name aan te denken de elektriciteitstoevoer altijd af te sluiten. • Om de veiligheid van de waterreiniger te garanderen dient u uitsluitend originele vervangingsonderdelen te gebruiken die door de Fabrikant zijn goedgekeurd en door hem geleverd worden. • De rubber leidingen, de aansluitingen en de straalbuizen voor werking onder hoge druk zijn belangrijk voor de veiligheid: gebruik uitsluitend de door de Fabrikant aanbevolen onderdelen. 7.1 Gewoon Onderhoud Verricht de handelingen die beschreven worden in de paragraaf “Stilstand” en houd u aan de aanwijzingen van onderstaande tabel. 112 TIJDSINTERVAL INGREEP Bij ieder gebruik • Controleer de toevoerkabel, de hogedrukleiding, de aansluitingen, het waterpistool, de straalbuis. Indien één of meerdere delen beschadigd zijn, gebruik de waterreiniger dan absoluut niet en richt u tot een Gespecialiseerd Technicus. Wekelijks • Reiniging filter/pakking wateraanzuiging (33). Voor de reiniging volstaat het meestal het filter onder stromend water te houden of met perslucht schoon te blazen. Ondervindt u problemen bij de reiniging dan kunt u een ontkalkingproduct gebruiken of het filter vervangen. Richt u voor een nieuw filter tot een bevoegde assistentiedienst. De reiniging van het filter in de wateringang moet uitgevoerd worden door een Gespecialiseerd Technicus (zie ook de paragraaf “Buitengewoon onderhoud”). (wordt vervolgd op de volgende pagina) TIJDSINTERVAL INGREEP Maandelijks • Reiniging mondstuk (20) Voor de reiniging volstaat het doorgaans de bijgevoegde naald (19) in het gat van het mondstuk te steken. Mocht u niet de gewenste resultaten verkrijgen vervangtu het mondstuk dan, en wendt u voor de aanschaf van het reservedeel tot een bevoegd assistentiecentrum. Gebruik voor de vervanging een buissleutel van 14 mm (niet bijgeleverd). WAARSCHUWING • Tijdens de werking mag de waterreiniger niet te veel lawaai produceren en mag er geen duidelijk waarneembare water- of olielekkage zijn. Doen deze verschijnselen zich wel voor dan dient u de waterreiniger te laten nakijken door een Gespecialiseerd Technicus. 7.2 Buitengewoon Onderhoud ATTENTIE • Het buitengewone onderhoud mag alleen verricht worden door een Gespecialiseerd Technicus. Houdt u bij buitengewoon onderhoud aan de aanwijzingen van onderstaande tabel. TIJDSINTERVAL INGREEP Iedere 100 uur • Controle van het hydraulische circuit • Reiniging mondstuk gasolie. van de pomp. • Controle/vervanging gasoliefilter. • Controle van de pompbevestiging • Controle/vervanging filter in wateringang. • Instelling elektroden. Iedere 200 uur • Vervanging oliepomp. • Controle schroefbevestiging pomp • Controle kleppen aanzuiging/afgifte • Controle regelklep pomp pomp. • Controle beveiligingen Iedere 500 uur • Vervanging elektroden. • Reiniging ketel. • Vervanging gasoliemondstuk. • Ontkalking spiraal. WAARSCHUWING • De gegevens van de tabel zijn van indicatieve aard. 8 SLOOP EN VERWERKING NL De ontmanteling van de waterreiniger mag alleen verricht worden door gekwalificeerd personeel en in overeenstemming met de heersende wetgeving van het land van installatie. , op identificatieplaatje (12), erop dat het product niet samen met Met name duidt het symbool huishoudelijk afval weggegooid mag worden. Wend u tot het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of tot uw verkoper. ATTENTIE • Voordat u de waterreiniger sloopt dient u hem onbruikbaar te maken, door bijvoorbeeld de voedingskabel door te snijden. Ook de onderdelen die een gevaar kunnen vormen voor kinderen moeten onbruikbaar worden gemaakt, aangezien kinderen er mee kunnen gaan spelen. 9 ONGEMAKKEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN ATTENTIE • Voordat u ingrepen gaat verrichten dient u de handelingen van de paragraaf “Stilstand” uit te voeren. Mocht u er niet in slagen de waterreiniger met behulp van de informatie uit onderstaande tabel weer normaal in werking te stellen dan dient u zich te wenden tot een Gespecialiseerd Technicus. 113 ONGEMAKKEN OORZAKEN OPLOSSINGEN W a n n e e r d e hoofdschakelaar (2) op “1” gezet wordt gaan de waterreiniger niet van start. D enkt u ook aan de nota van de paragraaf “Onderbreking van de werking (Total Stop)”. Er is een veiligheidsvoorziening van de installatie waarop de waterreiniger is aangesloten in werking getreden (zekering, differentiaalschakelaar, enz.). Schakel de veiligheidsvoorziening terug. Bij een nieuwe inwerkingtreding dient u de waterreiniger niet te gebruiken en moet u zich tot een Gespecialiseerd Technicus wenden. De stekker van de voedingskabel Trek de stekker uit het stopcontact en is niet juist naar binnen gestoken. steek de stekker weer opnieuw naar binnen De waterreiniger trilt erg en Het filter/de pakking voor de Neem de aanwijzingen in acht die in is lawaaiig. wateraanzuiging (33) en/of het de paragraaf “Gewoon onderhoud” en filter in de wateringang is vuil. “Buitengewoon onderhoud” staan. De watertoevoer is onvoldoende. Controleer of de kraan volledig open is en of het bereik van de waterleiding overeenkomt met hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “ Technische kenmerken en gegevens” De waterreiniger bereikt de De mondstukhouderkop (18) Draai de mondstukhouderkop zoals maximumdruk niet. bevindt zich in de stand van lage getoond wordt in Afb. 1-b. druk (Afb. 1-a). Het watermondstuk (20) is Vervang het mondstuk volgens hetgeen verstopt. vermeld wordt in de paragraaf “Gewoon onderhoud”. Schaarse aanzuiging van De mondstukhouderkop (18) staat Draai de mondstukhouderkop zoals reinigingsproduct. niet in de stand van lage druk getoond wordt in Afb. 1-a. (Afb. 1-b). Het gebruikte reinigingsproduct Gebruik een reinigingsproduct dat is te viskeus aanbevolen wordt door de Fabrikant, en houdt u aan de verdunningen die op het plaatje staan. Ontbreken van product in de tank. Voeg product toe in de tank. Er komt geen water uit het Er ontbreekt water. watermondstuk (20). Mondstuk water is verstopt. De waterreiniger komt Er is een veiligheidsvoorziening tot stilstand tijdens de van de installatie waarop de werking. waterreiniger is aangesloten in werking getreden (zekering, differentiaalschakelaar, enz.). Controleer of de k raan van de waterleiding volledig open is. Reinig en/of vervang het mondstuk op grond van hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “Gewoon onderhoud”. Schakel de veiligheidsvoorziening terug. Bij een nieuwe inwerkingtreding dient u de waterreiniger niet te gebruiken en moet u zich tot een Gespecialiseerd Technicus wenden. Er is een amperometrische Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in de beveiliging in werking getreden. paragraaf “Veiligheidsvoorzieningen”. De hoofdschakelaar (2) is De elektrische installatie en/of het Houdt u aan hetgeen vermeld wordt in gedraaid, de motor bromt verlengsnoer zijn niet geschikt. de paragraaf “Controles en aansluiting maar gaat niet van start op het elektriciteitsnet”. De waterreiniger geeft Het gasoliepeil in de tank bevindt Voeg gasolie toe. geen warm water af. zich onder het minimum. Het gasoliefilter is verstopt. 114 Neem de aanwijzingen in acht die in de paragraaf “Buitengewoon onderhoud” staan.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192

Comet Scout Handleiding

Type
Handleiding