Hilti PRE 38 Handleiding

Type
Handleiding
*419375*
419375
PRE 38
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning sv
Bruksanvisning no
Käyttöohje
Instrukcjaobsługi pl
Инструкцияпозксплуатации ru
Návod k obsluze cs
Návod na obsluhu sk
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
OK
MENU
ESC
X
Y
3
7
1
5
64
2
LOCK
OPEN
9 12
10 11
8
1
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
ESC OK
MENU
XY
1
2
3
4
ESC OK
MENU
XY
ESC OK
MENU
XY
8
5 2 1 6
3
4
7
8
6
34
2
5
1
Franklin Gothic Medium Cond
1
2
9
10 11 12 13
X:
-02.000%
Y:
+12.505%
PRE 600 CH1OK
6
9
10
47 58
11 12 13
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
3
2
3
4
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
LOCK
OPEN
X
Y
1
LOCK
OPEN
2
O
K
M
E
N
U
E
SC
X
Y
LOCK
OPEN
LOCK
OPEN
LOCK
OPEN
X
Y
1
LO
C
K
O
P
EN
2
56
7
8
910
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
0
75
07
4
07
3
0
72
071
07
0
069
068
067
06
6
065
064
0
63
0
62
06
1
060
05
9
058
05
7
056
0
55
054
053
05
2
051
050
049
0
48
047
046
045
0
76
0
77
07
8
143
144
1
45
208
2
09
210
271
27
2
2
73
3
39
338
337
3
4
2
1
6
6
5
3
4
2
6
1
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
300
RPM
600
RPM
900
RPM
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
1
CH
CH
9
CH
11 12
13 14
15 16
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
600
RPM
1
CH
PREOK 600 CH1
50
m
(
164
f
t
)
Y
+
Y
+
Y
-
E
S
C
O
K
M
E
N
U
X
Y
L
O
C
K
O
P
E
N
AB
E
S
C
O
K
M
E
N
U
X
Y
L
O
C
K
O
P
E
N
E
S
CO
K
M
E
N
U
X
Y
L
O
C
K
O
P
E
N
T~2 m
50 m (164 ft)
AB
E
S
C
O
K
M
E
N
U
X
Y
L
O
C
K
O
P
E
N
~2 m
30 m
1
h
3
h
2
h
4
1%
E
S
C
O
K
M
E
N
U
X
Y
L
O
C
K
O
P
E
N
~2 m
30 m
1
h
1
2
h
2
(~6 ft)
(98 ft)
(~6 ft)
(98 ft)
17 18
19 20
21
22
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
PRE 38 Hellingslaser
Lees de handleiding beslist voordat u de ma-
chine de eerste keer gebruikt.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 97
2 Beschrijving 97
3 Toebehoren 100
4 Technische gegevens 100
5 Veiligheidsinstructies 101
6 Inbedrijfneming 103
7 Bediening 104
8 Verzorging en onderhoud 107
9 Foutopsporing 109
10 Afval voor hergebruik recyclen 109
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 110
12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA)
/ IC-aanwijzing (van toepassing in Canada) 110
13 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 111
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de hellingslaser PRE 38 bedoeld.
Onderdelen, bedienings‑ en weergave-elementen
PRE 38 hellingslaser 1
@
Rotatiekop
;
Bedieningspaneel
=
Aanduiding
%
Handgreep
&
Diopter
(
Batterijvak
)
LED Automatische nivellering
+
Accu-pack
§
Batterijlade
/
Vergrendeling
:
Oplaadaansluiting
·
LED-laadtoestandaanduiding
PRA 380 afstandsbediening 2
@
Bedieningspaneel
;
Aanduiding
=
Riemclip
%
Batterijvak
PRE38enPRA380bedieningspaneel3
@
Menutoets (MENU)
;
Pijltoets
=
Bevestigingstoets (OK)
%
Terugtoets (ESC)
&
X/Y-toets
(
Aan/uit-toets
)
LED automatische horizontaalweergave
+
Aanduiding
PRE38enPRA380normaleweergave4
@
Hellingshoek X-as
;
Hellingshoek Y-as
PRE38enPRA380menuweergave4
=
Virtuele straaldiafragma's in-/uitschakelen
%
Rotatiesnelheid
&
Communicatiekanaal
(
Nivelleergevoeligheid
)
Schokwaarschuwing
+
Alarmsignaal
PRE 38 en PRA 380 status weergaven 4
§
Overdrachtsweergave
/
Batterijtoestandindicatie
:
Rotatiesnelheid
·
Overdrachtskanaal
$
Nivelleerweergave
nl
96
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
620-690nm/2.45mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
CAUTION
3R
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
675-695nm / 2.5mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
CAUTION
3R
PRE 38
Power:
6.0V=nom./200 mA
3R
N13813
01
Hilti=trademark of Hilti Corp., Schaan, LI Made in Japan
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
675-695nm / 2.5mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
CAUTION
Item no.: 419352 Date: XX.XXXX
419355
EN 60825-1:2007 FCC ID:
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Symbolen
Handleiding
vóór gebruik
lezen
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Niet in de
straal kijken
Symbolen laserklasse III / class 3
laser class IIIa according
CFR 21, § 1040 (FDA)
Niet naar de
straal kijken of
er direct in
kijken met
optische
apparaten
Op het apparaat
Niet blootstellen aan de straal.
De opschriften met laserwaarschuwingen voor de VS zijn
gebaseerdopCFR21§1040(FDA):
Op het apparaat
De opschriften met laserwaarschuwingen zijn gebaseerd
op IEC825 / EN60825‑1:2007
Typeplaatje
PRE 38
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
De typeaanduiding en het seriekenmerk staan op het
typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over
in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze
vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie
vraagt.
Type:
Generatie: 01
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De Hilti Laser PRE 38 is een hellingslaser met een roterende laserstraal.
Het apparaat is bedoeld om referenties in horizontale en gekantelde vlakken te bepalen, door te geven en te
controleren. Voorbeelden voor het gebruik zijn het aanbrengen van meet- en hoogtelijnen.
Het gebruik van zichtbaar beschadigde apparaten/voedingsapparaten is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan om het accu-pack tijdens het gebruik buitenshuis en in een vochtige omgeving op te laden.
Voor een optimaal gebruik van het apparaat bieden wij u verschillende accessoires.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op
ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
nl
97
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Kenmerken
De Hilti laser PRE 38 is een hellingslaser met 3 verschillende rotatiesnelheden: 300, 600 en 900 t/min.
Met het apparaat kan één persoon snel en met hoge nauwkeurigheid een vlak waterpas (horizontaal en onder een
helling) stellen (in combinatie met de PRA 38 laserontvanger).
De instelling vindt automatisch plaats na het inschakelen van het apparaat (automatische nivellering (binnen 10° (±5°)
kanteling)).
De gewenste hellingshoeken in de X- en Y-as moeten worden ingesteld (hellingsbereiken X: -10% tot +10%; Y: -5%
tot +25%). De laser wordt pas geactiveerd als de overeenkomstige nauwkeurigheid van het apparaat is bereikt.
LED’s geven de actuele modus aan.
De PRE 38 kenmerkt zich door zijn gemakkelijke bediening, eenvoudige toepassing en zijn robuuste behuizing. Het
apparaat werkt met oplaadbare Ni‑MH accu-packs, die ook tijdens het gebruik kunnen worden opgeladen.
2.3 Horizontaal vlak
Na het inschakelen wordt het apparaat met behulp van twee ingebouwde motoren automatisch horizontaal ingesteld,
voor zover de betreffende hellingshoek in beide assen (X en Y) met de betreffende toetsen op 0.000% is ingesteld.
2.4 Gekanteld vlak
Na het inschakelen worden met de betreffende toetsen de hellingshoeken op de X- en Y-as ingesteld. Hierna wordt
het apparaat met behulp van de 2 ingebouwde motoren automatisch ingesteld.
2.5 Rotatiesnelheid
Voor een optimale werking kan de gebruiker de rotatiesnelheden voor alle afstanden op 300, 600 of 900 t/min instellen.
2.6 Schokwaarschuwingsfunctie
De schokwaarschuwing wordt na een werkingsduur van 10 minuten automatisch geactiveerd. Als het apparaat na
deze tijd door trillingen of andere schokinvloeden wordt beïnvloed, wordt de waarschuwingsmodus ingeschakeld.
2.7 Virtuele straaldiafragma's
De laserstraal kan in bepaalde sectoren worden uitgeschakeld, om onnodige afstralingen resp. storingen met andere
lasers buiten het werkgebied te vermijden.
2.8 Nivelleringsgevoeligheid
De gebruiker kan de gevoeligheid resp. het trillingsniveau (sterke of geringe trilling) instellen die het nivelleersysteem
bij hellingshoeken en horizontaal gebruik moet toestaan.
2.9 Instellingen van de communicatiekanalen
De gebruiker kan verschillende overdrachtskanalen voor de communicatie tussen de PRE 38 en de afstandsbediening
PRA 380 selecteren. Als meerdere PRE 38 op de bouwplaats worden gebruikt, kunnen verschillende overdrachtska-
nalen worden geselecteerd, om storing door andere apparaten te voorkomen.Inditgevalishetookmogelijkmeén
afstandsbediening meerdere PRE 38 aan te sturen, door het selecteren van verschillende overdrachtskanalen.
AANWIJZING
Bij het inschakelen van de apparaten blijven de vorige instellingen behouden resp. actief. Deze instellingen controleren
en zo nodig wijzigen.
2.10 Standaard leveringsomvang
1 PRE 38 hellingslaser
1 PRA 38 laserontvanger
1 PRA 80 houder voor laserontvanger
nl
98
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
1 PRA 380 afstandsbediening
1 PRE 38 en PRA 380 handleiding
1 PRA 38 handleiding
1 PRA 87 accu-pack
1 PRA 88 batterijlade
1 PRA 89 netsnoer
6 Batterijen (AA‑cellen)
3 Fabriekscertificaten
1 Hilti-koffer
2.11 Indicatoren van de bedrijfsstatus
Het apparaat heeft de volgende statusaanduidingen: LED auto-nivellering, LED laadaanduiding.
2.12 LED weergaven PRE 38 hellingslaser
LED (groen) brandt continu Hoekinstelling wordt uitgevoerd. De rotatiekop draait en de laserstraal is
ingeschakeld.
LED (groen) knippert Hoekinstelling is geactiveerd. De rotatiekop draait niet en de laserstraal is
uitgeschakeld.
2.13 LED weergaven PRA 88 batterijlade
LED (rood) brandt continu PRA 87 accu-pack wordt opgeladen.
LED (groen) brandt continu PRA 87 accu-pack volledig opgeladen.
LED (groen) knippert PRA 87 accu-pack niet correct ingeschoven.
LED (rood) knippert PRA 87 accu-pack accubescherming werkt en de laser is gebruiksklaar.
2.14 Normale weergave
X Weergave van de hellingshoek van de X-as (in de hellingsmodus knippe-
ren de cijfers)
Y Weergave van de hellingshoek van de Y-as (in de hellingsmodus knippe-
ren de cijfers)
2.15 Menuweergave
Virtuele straaldiafragma's Gearceerde sectoren, laser wordt ingeschakeld. Niet gearceerde secto-
ren, laser wordt uitgeschakeld.
Rotatiesnelheid 300 / 600 / 900 t/min
Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9
Gevoeligheidsinstelling Geringe trillingen/sterke trillingen/handmatig
Schokwaarschuwing Actief/inactief
Alarmsignaal Actief/inactief
2.16 Weergaven
Overdrachtsstatus Overgebracht/beëindigd/onvolledig
Batterijstatus
Laadtoestand >75% / 35%-75% / 10-35% / <10%
Rotatiesnelheid 300 / 600 / 900 t/min
Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9
Nivelleerweergave Knippert tijdens nivellering
nl
99
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
3 Toebehoren
Omschrijving
Afkorting
Diverse statieven PUA 20, PA 921, PUA 30 en PA 931/2
Telescooplatten PA 950/960, PA 951/961, PA 962 en PUA 50
Baak PRA 81
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
PRE 38 hellingslaser
Reikwijdte ontvangst (gemiddeld) Met laserontvanger PRA 38: 2…800 m (6 tot 2624 ft)
Nauwkeurigheid per 10 (±0,5 mm) horizontale afstand 0,5 mm
(0.2"in32.8ft,+7F),temperatuur2C,
Laserklasse Klasse 3R, zichtbaar, 685 nm, <2,5 mW (EN 60825-
3:2007 / IEC 60825 - 3:2007); class IIIa (CFR 21 § 1040
(FDA))
Rotatiesnelheid 300, 600, 900/min (instelbaar)
Bereik van de zelfnivellering ±5°
Energievoorziening 4,8V/ 9,0Ah Ni‑MH accu-pack
Gebruiksduur accu-pack Temperatuur +20 °C (+68 °F): 80 h
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F)
Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F)
Veiligheidsklasse IP 66 (overeenkomstig IEC 60529) (niet in de modus
"Laden tijdens gebruik")
Schroefdraad van het statief ⁵⁄₈" x 11
Gewicht (inclusief accu-pack) 3,6 kg (7.9 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 174 mm x 218 mm x 253 mm (6.9" x 8.6" x 10.0")
PRA 87 Ni‑MH accu-pack
Nominale spanning (normale modus) 4,8 V
Maximale spanning (in gebruik of bij het opladen tijdens
het gebruik)
12,0 V
Nominale stroom 9.000 mAh
Laadtijd 7 h bij 24°C (74°F)
Bedrijfstemperatuur -20+5C(-2Ctot+5C(-Ftot12F))
Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-30 °C tot +60 °C (-22 °F tot 140 °F))
Laadtemperatuur (ook bij het laden tijdens gebruik) +10…+40 °C (50° tot +104°F)
Gewicht (incl. batterijlade) 0,89 kg (1.97 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 152 mm X 93 mm X 37 mm (5.9" x 3.7" x 1.4")
PRA 89 netsnoer
Netstroomvoeding 100…240 V
Netfrequentie 50…60 Hz
Nominaal vermogen 36 W
Nominale spanning 12 V
Bedrijfstemperatuur +10…+40 °C (50°F tot +104°F)
nl
100
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
Opslagtemperatuur (droog) -10…+60 °C (14°F tot 140°F)
Gewicht 0,19 kg (0.42 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 87 mm X 39 mm X 27 mm (3.4" x 1.5" x 1.1")
PRA 380 afstandsbediening
Operationeel bereik (straal) Max. 150 m (492 ft)
Energievoorziening 2x1,5V (AA) LR03 alkalimangaan batterijen
Levensduur batterij (alkalimangaan) Temperatuur +20 °C (68 °F): min. 3 maanden
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F)
Opslagtemperatuur -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F)
Veiligheidsklasse IP 56
overeenkomstig IEC 60529
Gewicht (inclusief batterijen) 0,25 kg (0.50 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 157 mm x 64 mm x 37 mm (6.8" x 2.5" x 1.4")
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Essentiële veiligheidsnotities
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
5.2 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Maak geen veiligheidsinrichtingen on-
klaar en verwijder geen instructie- en
waarschuwingsopschriften.
b) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen
met laserapparaten.
c) Wanneer het apparaat op een ondeskundige manier
wordt geopend kan er laserstraling ontstaan die ster-
ker is dan klasse 2 resp. 3. Laat het apparaat door
een Hilti-servicestation repareren.
d) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar brand- of
explosiegevaar bestaat.
e) (Aanwijzing volgens FCC §15.21): Veranderingen of
modificaties die niet uitdrukkelijk door Hilti toege-
staan zijn, kunnen het recht van de gebruiker beper-
ken om het apparaat in bedrijf te nemen.
5.3 Correcte inrichting van de werkomgeving
a) Zet het gebied waar u metingen verricht af en let
er bij het opstellen van het apparaat op dat de
straal niet op andere personen of op uzelf wordt
gericht.
b) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen
ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat
u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
c) Metingen door of op ruiten of andere objecten kunnen
het meetresultaat vertekenen.
d) Let er op dat het apparaat op een effen, stabiel
oppervlak wordt geplaatst (zonder trillingen!).
e) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefini-
eerde grenzen.
f) Bij het "laden tijdens het gebruik" het voedingsap-
paraat veilig plaatsen, bijvoorbeeld op een statief.
g) Gebruik apparaat, accessoires, inzetge-
reedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen en zoals voor dit speciale
apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van apparaten voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
h) Het werken met meetlatten in de buurt van hoog-
spanningsleidingen is niet toegestaan.
5.3.1 Elektromagnetische compatibiliteit
Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge eisen van
de betreffende voorschriften, kan Hilti de mogelijkheid
niet uitsluiten dat het apparaat door sterke straling wordt
gestoord, hetgeen tot een foute bewerking kan leiden. In
dit geval of wanneer u niet zeker bent, dienen controle-
metingen te worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet
uitsluiten dat andere apparaten (bijv. navigatietoestellen
van vliegtuigen) gestoord worden.
5.3.2 Laserclassificatie voor apparaten van de
laserklasse/ class III
a) Afhankelijk van de variant voldoet het apparaat aan
de laserklasse 3 overeenkomstig IEC 825‑1:2003 /
EN60825-1:2003 en Class IIIa overeenkomstig
CFR 21 § 1040 (FDA). Niet in de straal kijken en de
straal niet op personen richten.
b) Apparaten van laserklasse 3R en klasse IIIa dienen
alleen door geschoolde personen te worden gebruikt.
c) De toepassingsgebieden dienen middels opschriften
met waarschuwingen tegen laserstraling aangegeven
te worden.
d) Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte
te lopen.
nl
101
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
e) Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden
om te voorkomen dat een laserstraal ongewild op een
vlak terechtkomt dat als een spiegel reflecteert.
f) Er dienen maatregelen te worden genomen waarmee
wordt voorkomen dat personen direct in de straal
kijken.
g) De loop van de laserstraal mag niet over onbewaakt
gebied gaan.
h) Ongebruikte laserapparaten dienen te worden op-
geslagen op een plaats waar onbevoegden geen
toegang toe hebben.
5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
b) Na een val of andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
c) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
d) Zorg er bij het gebruik van adapters voor dat het
apparaat stevig vastgeschroefd is.
e) Om foutieve metingen te voorkomen, moet het
uitgangsvenster van de laser schoon worden ge-
houden.
f) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere optische en elektrische apparaten (bijv.
veldkijkers, brillen, fotoapparaten), zorgvuldig te
worden behandeld.
g) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
h) Controleer het apparaat voor belangrijke metin-
gen.
i) Controleer tijdens het gebruik meerdere malen de
precisie.
j) Gebruik het netsnoer alleen voor het elektrici-
teitsnet.
k) Zorg ervoor dat het apparaat en het netsnoer
geen obstakel vormen dat ertoe kan leiden dat
mensen vallen en letsel oplopen.
l) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
m) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
n) Controleer de verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang deze in geval van beschadiging. Wordt het
netsnoer of het verlengsnoer tijdens de werk-
zaamheden beschadigd, dan mag u het niet aan-
raken. Haal de stekker uit het stopcontact. Be-
schadigde voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
o) Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
randen.
p) Gebruik het netsnoer nooit in vuile of natte toe-
stand. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van
het netsnoer hecht, met name van geleidend ma-
teriaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot
een elektrische schok leiden. Laat daarom veront-
reinigde apparaten, met name wanneer er vaak
geleidend materiaal wordt bewerkt, regelmatig
controleren door de Hilti-service.
q) Raak de contacten niet aan.
5.4.1 Gebruik en onderhoud van
accugereedschappen
a) Voordat u de accu aanbrengt dient u ervoor te
zorgen dat het apparaat uitgeschakeld is. Gebruik
uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde Hilti
accu's.
b) Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen
of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accu's mogen niet uit elkaar genomen, in-
eengedrukt, tot boven de 75 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
d) Voorkomdat er vocht binnendringt. Binnengedron-
gen vocht kan kortsluiting en chemische reacties
veroorzakenenbrandwondenofbrandtotgevolg
hebben.
e) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedge-
keurde accu's. Bij het gebruik van andere accu's of
het gebruik van accu's voor andere doeleinden is er
kans op brand en bestaat er explosiegevaar.
f) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-ion-accu's in acht.
g) Voorkom kortsluiting van de accu. Controleer al-
vorens de accu in het apparaat te plaatsen of de
contacten van de accu en het apparaat vrij zijn. Wor-
den de contacten van een accu kortgesloten, dan
bestaat het risico van vuur, verbranding door bijtend
zuur en explosie.
h) Beschadigde accu's (bijvoorbeeld accu's met
scheuren, gebroken onderdelen, verbogen,
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer worden gebruikt.
i) Gebruik voor het gebruik van het apparaat en het
opladen van het accu-pack alleen het netsnoer
PRA 89. Anders bestaat het gevaar het apparaat te
beschadigen.
nl
102
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
6 Inbedrijfneming
AANWIJZING
Het apparaat mag alleen met het Hilti PRA 87 accu-
pack worden gebruikt dat overeenkomstig IEC 60285
wordt gefabriceerd, of met 4 alkalimangaan D-cellen.
De batterijlade PRA 88 moet volgens de voorschriften
worden gebruikt.
6.1 LED indicaties
Zie hoofdstuk 2 Beschrijving
6.2 Zorgvuldige omgang met het accu-pack
Sla het accu-pack zo koel en droog mogelijk op. Bewaar
het accu-pack nooit in de zon, op een verwarming of
achter een raam. Wanneer de levensduur verstreken is,
dienen de accu-packs op een milieuvriendelijke en veilige
wijzetewordenafgevoerd.
6.3 Het accu-pack laden
GEVAAR
Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's
netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld.
6.3.1 De eerste lading van een nieuw accu-pack
Laad de accu-packs voor het eerste gebruik volledig op.
AANWIJZING
Zorg er daarbij voor dat het op te laden systeem veilig is
geplaatst.
6.3.2 De lading van een gebruikt accu-pack
Zorg ervoor dat de buitenvlakken van het accu-pack
schoon en droog zijn, voordat u het accu-pack in het
betreffende apparaat plaatst.
Ni‑MH accu-packs zijn altijd gebruiksklaar, ook wanneer
ze ten dele zijn opgeladen. De laadprocedure wordt u bij
het laden op het apparaat via de LED's weergegeven.
6.4 Accu-pack aanbrengen 56
GEVAAR
Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's
netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld.
ATTENTIE
Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaat-
sen of de contacten van de accu en de contacten in
het apparaat schoon zijn.
1. Schuif het accu-pack in het apparaat.
2. Draai de vergrendeling twee kartels rechtsom, tot
het vergrendelingssymbool verschijnt.
6.5 Accu-pack verwijderen
1. Draai de vergrendeling twee kartels linksom, tot het
ontgrendelingssymbool verschijnt.
2. Trek het accu-pack uit het apparaat.
6.6 Opties voor het opladen van het accu-pack
GEVAAR
Het netsnoer PRA 89 mag alleen binnenshuis worden
gebruikt. Voorkom dat er vocht binnendringt.
6.6.1 Opladen van het accu-pack in het apparaat 7
AANWIJZING
Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperatu-
ren (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden.
1. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaan-
sluiting van het accu-pack zichtbaar wordt.
2. Sluit de stekker van het voedingsapparaat of het
auto‑laadsnoer aan op het accu-pack.
3. Tijdens het laden wordt de laadtoestand weergege-
ven door de accu-pack aanduiding op het apparaat
(het apparaat moet ingeschakeld zijn).
6.6.2 Opladen van het accu-pack buiten het
apparaat 8
AANWIJZING
Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperatu-
ren (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden.
1. Trek het accu-pack uit het apparaat en sluit de stek-
ker van het voedingsapparaat of het autolaadsnoer
aan.
2. Tijdens het opladen brandt de rode LED op het
accu-pack.
6.6.3 Opladen van het accu-pack tijdens het
gebruik
ATTENTIE
Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen
vocht kan kortsluiting en chemische reacties veroorzaken
en brandwonden of brand tot gevolg hebben.
1. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaan-
sluiting van het accu-pack zichtbaar wordt.
2. Steek de stekker van het voedingsapparaat in het
accu-pack.
3. Het apparaat werkt tijdens het opladen.
4. De laadtoestand wordt tijdens het laden in het ap-
paraat via de LED's op het apparaat weergegeven.
6.7 Bij gebruik van alkalibatterijen 9
GEVAAR
Geen oude en nieuwe batterijen samen in het apparaat
aanbrengen.
nl
103
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
GEVAAR
Gebruik alleen batterijen van dezelfde fabrikant en het-
zelfde type als aanwezig in het apparaat.
6.7.1 Aanbrengen van de D-cellen batterijen
1. Verwijder accu-pack PRA 87 uit de batterijlade,
voorzover aangebracht.
2. Breng de 4 alkalimangaan D-cellen in de batterijlade
aan.
3. Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai
de vergrendeling naar 'LOCK'.
6.7.2 Vervangen van de D-cel batterijen
1. Draai de vergrendeling van de batterijlade naar
"OPEN" en verwijder deze van het apparaat.
2. Verwijder de oude batterijen en breng de nieuwe
batterijen aan. Let op de juiste polariteit (+ met +) en
(- met -).
3. Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai
de vergrendeling naar 'LOCK'.
7Bediening
7.1 Apparaat inschakelen
Druk op de aan/uit-toets.
AANWIJZING
Na inschakeling van het apparaat start de automatische
nivellering (autonivelleringsindicatie knippert). Zodra het
nivelleringsproces afgesloten is, begint de rotatiekop te
draaien en wordt de laserstraal ingeschakeld (autonivel-
leringsindicatie is aan).
7.2 Algemene bediening
AANWIJZING
Bij gebruik van de PRA 380 afstandsbediening het appa-
raat eerst inschakelen en dan pas de afstandsbediening.
AANWIJZING
De behuizing van het apparaat moet onder een hoek van
±5° horizontaal worden neergezet, zodat de automati-
sche nivellering correct werkt.
GEVAAR
Als het apparaat is uitgeschakeld, nooit proberen dit met
behulp van de diopter uit te richten.
1. Het apparaat voor het gebruik op een geschikte
plaats neerzetten, bijv. op een statief.
2. Hetapparaatmetbehulpvandediopterinderich-
ting van de gewenste hellingshoek uitrichten en
inschakelen.
Nu wordt de hellingshoek opdeX- en Y-as ingesteld.
Tijdens het instellen van het apparaat knippert een
groene LED.
De laser schakelt in en begint te roteren, zodra het
apparaat correct is ingesteld. De groene LED brandt
constant.
3. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
4. De laserhoogte bij gebruik van de laserontvanger
controleren tot een ononderbroken geluidssignaal
hoorbaar is en er een duidelijke horizontale marke-
ring op het display verschijnt.
7.3 Werken met de laserontvanger
De PRA 38 laserontvanger kan voor afstanden (stralen)
tot 200 m (650 ft) worden gebruikt. De aanduiding van de
laserstraal vindt optisch en akoestisch plaats.
7.3.1 Werken met de laserontvanger als los
apparaat
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.3.2 Werken met de laserontvanger in de PRA 80
ontvangerhouder 
1. Open de sluiting van de PRA 80.
2. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de ontvanger-
houder PRA 80.
3. Sluit de sluiting van de PRA 80.
4. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
5. Open de draaigreep.
6. Bevestig de ontvangerhouder PRA 80 correct aan de
telescoopstang of nivelleerstang door de draaigreep
te sluiten.
7. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.3.3 Werken met de baak PRA 81 
1. Open de sluiting van de PRA 81.
2. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de baak PRA 81.
3. Sluit de sluiting van de PRA 81.
4. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
5. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
6. Meet de gewenste afstand met behulp van het meet-
lint.
7.3.4 Menu-opties
Druk bij het inschakelen de aan/uit‑toets twee seconden
in.
De menuweergave verschijnt op het display.
Gebruik de eenhedentoets om tussen metrische en
Anglo-Amerikaanse eenheden te wisselen.
nl
104
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
Gebruik de volumetoets om de hogere frequentie voor
het bovenste of onderste ontvangerbereik in te stellen.
Schakel de PRA 38 uit om de instellingen op te slaan.
7.3.5 Bandbreedte voor nauwkeurigheid instellen
Met de nauwkeurigheidstoets van de PRA 38 kan uit
3 verschillende bandbreedten voor de nauwkeurigheid
worden gekozen: Fijn: ±0,5 mm (±0.02"); Standaard:
±1,0 mm (±0.04"); Grof: ±1,5 mm (±0.06").
7.3.6 Volume van het akoestische signaal instellen
Bij het inschakelen van de ontvanger is het volume op
"normaal" ingesteld. Door de toets "akoestisch signaal"
in te drukken kan het volume van "normaal" naar "luid",
en door nog een keer drukken op "uit" en door nog een
keer drukken op "zacht" omgeschakeld worden.
7.4 Het apparaat in de kantelrichting uitlijnen
Wanneer u de laser met een vastgelegde helling gebruikt,
dient hij correct te zijn opgesteld, zodat de laserstraal
parallel loopt met de gewenste hellingsrichting.
AANWIJZING
De collimator op het instrument is gekalibreerd op de
hellingsas van de laserstraal. Volg de volgende aanwij-
zingen op om de laser op de gewenste hellingsrichting in
te stellen:
1. Markeer een doellijn die parallel loopt met de ge-
wenste hellingsrichting.
2. Stel de laser op deze lijn op. Gebruik hiervoor
een peillood: laat het peillood van de bevestigings-
schroef van het statief naar beneden hangen.
3. Stel het instrument ongeveer op de hellingsrichting
in. Verzeker u ervan dat het voor de positieve of
negatievehellingsinvoeropdejuistewijzeisopge-
steld.
4. Plaats een afsteekpaal of ander doelwit aan het
andere uiteinde van de richtlijn.
5. Viseer met behulp van de collimator en stel het
instrument in, tot de collimator met het doel over-
eenstemt.
7.5 Invoer van de hellingswaarden
Het apparaat kan worden gebruikt voor horizontale en
verticale referentievlakken, door het instellen van de ge-
wenste hellingshoeken voor beide assen X/Y.
7.5.1 Invoer met het toetsenbord
1. Druk op de aan/uit-toets.
Het apparaat begint met de automatische nivelle-
ring.
2. De X/Y-toets indrukken om het invoeren van de
hellingshoek te activeren.
Een pijl op de rechterzijde geeft de actieve as aan,
daarbij knippert +/-.
Door het meerdere keren indrukken van de X/Y-
toets wisselt de activering van de as tussen de X-
en Y-as heen en weer.
3. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om tussen
het positieve (+) en negatieve (-) hellingsbereik te
wisselen.
4. Druk de pijltoetsen rechts en links in om de invoer-
cursor naar de betreffende plaats te bewegen.
Nu kan de waarde worden gewijzigd.
5. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om het
weergegeven aantal te vergroten of verkleinen.
6. Voer de andere waarden op dezelfde manier in.
7. Bevestig en beëindig de invoer door het indrukken
van de OK-toets.
AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek
duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek
is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedu-
rendedezetijdnietaanrakenomdenauwkeurigheid
niet te beïnvloeden.
AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om
de hoekinstelling voor de actieve as direct op
0.000% in te stellen.
7.5.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-7 van hoofdstuk 7.5.1 'Invoer met
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek
duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek
is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedu-
rendedezetijdnietaanrakenomdenauwkeurigheid
niet te beïnvloeden.
AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om
de hoekinstelling voor de actieve as direct op
0.000% in te stellen.
7.6 In-/uitschakelen van de virtuele
straaldiafragma's 
U kunt de laserstraal van de PRE 38 aan één of meerdere
kanten van het instrument uitschakelen. Deze functie is
nuttig wanneer u op een bouwplaats meerdere lasers ge-
bruikt en de ontvangst van meer dan één laser wilt voor-
komen. Het straalvlak is onderverdeeld in vier kwadran-
ten. Deze worden weergegeven op de straaldiafragma-
indicatie en kunnen in de betreffende richting op de
volgende manier worden vastgelegd.
7.6.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer de weergave met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het symbool voor
laserafschaduwing (scherm linksboven op het dis-
play) en bevestig de invoer met OK.
3. Selecteer met de pijltoetsen de sector waarin het
straaldiafragma moet worden geactiveerd. Druk de-
zelfde pijltoetsen in om tussen sector aan en sector
uit te wisselen. Het straaldiafragma is niet geac-
tiveerd als het betreffende sectorsymbool donker
gearceerd is.
nl
105
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
4. Sla de instellingen op met de OK-toets.
7.6.2 Invoer met de afstandsbediening 
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.6.1'Invoermet
het toetsenbord'.
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Metdestappen2en3kunnenmet
behulp van de X/Y-toets alle sectoren 45° worden
verdraaid.
7.7 De rotatiesnelheid instellen 
Met de toets voor de rotatatiesnelheid, de pijltoetsen
en de OK-toets is het mogelijk de rotatiesnelheid te
veranderen.
7.7.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het RPM-symbool
en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende rotatie-
snelheid.
4. SladeingestelderotatiesnelheidopmetdeOK-
toets.
7.7.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.7.1'Invoermet
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
7.8 Overdrachtskanaal instellen 
Met dezelfde afstandsbediening kunnen meerdere
PRE 38 worden bediend. Hierbij zijn 9 kanalen
beschikbaar voor de afstandsbediening van de
apparaten. Om de afstandsbediening op een apparaat in
te stellen, hetzelfde overdrachtskanaal op het apparaat
en op de afstandsbediening instellen.
7.8.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het CH-symbool
en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende over-
drachtskanaal.
4. Sla het geselecteerde overdrachtskanaal op met de
OK-toets.
7.8.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.8.1'Invoermet
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Met de afstandsbediening kan alleen
het kanaal op de afstandsbediening worden gewij-
zigd.
Het betreffende kanaal van PRE 38 wordt met de
afstandsbediening d.m.v. een zoekfunctie op de af-
standsbediening ingesteld. De zoekfunctie wordt via
het CH-symbool geactiveerd en zoekt het kanaal
van de PRE 38 in de actieve modus of "Stand-by"
modus. Op de betreffende plaats wordt in plaats
van een kanaalnummer een oog weergegeven. Na
afloop van het zoeken worden alle gevonden kana-
len weergegeven. Met de pijltoetsen wordt het be-
treffende kanaal geselecteerd en met de OK-toets
overgenomen.
7.9 Gevoeligheid bij automatisch nivelleringsproces
instellen 
Dankzij verschillende gevoeligheidsniveaus (geringe tril-
lingen, sterke trillingen, handmatige modus) kan de ge-
bruiker het apparaat aan constante omgevingstrillingen
aanpassen. Bij sterke trillingen moet de instelling voor
sterke trillingen worden gebruikt, om het voortdurend
automatisch nivelleren en het daarmee gepaard gaand
stoppen met roteren te vermijden.
7.9.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het vlaggensym-
bool en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende ge-
voeligheidsbereik (geringe trillingen, sterke trillingen,
handmatige modus).
4. SladeingesteldegevoeligheidopmetdeOK-toets.
7.9.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.9.1 'Invoer met
het toetsenbord'.
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING De handmatige modus zorgt voor het
uitschakelen van de automatische nivelleringsfunc-
tie (de hoekinstelling wordt niet meer bewaakt en
kan niet meer worden gegarandeerd. De X/Y-toets
is gedeactiveerd).
7.10 Schokgevoeligheid en alarmsignaal tijdens
roteren 
Na het inschakelen is het apparaat automatisch zo in-
gesteld, dat het automatisch nivelleert en het hoogste
nl
106
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
nauwkeurigheidsniveau gebruikt. Het apparaat reageert
in dit geval gevoelig op schokken, d.w.z. als het apparaat
beweegt of per ongeluk in zijn werking wordt gestoord,
roteert de laser langzaam als het alarmsignaal is geac-
tiveerd. Als het alarmsignaal uitgeschakeld is, stopt de
laser en knippert het symbool voor schokgevoeligheid.
Schakel het apparaat in dat geval uit en weer in. Het ap-
paraat wordt opnieuw genivelleerd en begint te roteren.
7.10.1 Uitschakelen van de schokgevoeligheid
Als de schokgevoeligheid is uitgeschakeld wordt de ro-
tatie niet meer onderbroken, ook niet als het apparaat
wordt bewogen of per ongeluk wordt gestoord.
7.10.1.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Selecteer met de pijltoetsen het schokgevoelig-
heidssymbool en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende instelling
(schok activeren/deactiveren).
4. Bevestig de instelling met de OK-toets.
7.10.1.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.10.1.1 'Invoer
met het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
8 Verzorging en onderhoud
8.1Reinigenendrogen
1. Blaas het stof van het glas.
2. Laseruitgangsopeningen en filters niet met uw vin-
gers aanraken.
3. Reinig het apparaat alleen met een schone en zachte
doek; bevochtig het zo nodig met zuivere alcohol of
wat water.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
4. Bij de opslag van uw uitrusting dient u zich te houden
aan de temperatuurlimieten. Dit is met name van
belang in de winter / zomer, wanneer u de uitrusting
in een voertuig bewaart (‑25 °C tot +60 °C).
8.2 Opslaan
Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en toebehoren
moeten worden gedroogd (bij maximaal 40 °C / 104 °F)
en gereinigd. De uitrusting mag pas weer worden inge-
pakt als deze volledig droog is.
Voer wanneer uw uitrusting gedurende langere tijd is op-
geslagen of op transport is geweest een controlemeting
uit.
8.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking.
ATTENTIE
Het apparaat altijd zonder batterijen/accu-pack ver-
sturen.
8.4 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
overeenkomstig de normen en wettelijke eisen te kunnen
garanderen.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de Kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Bedrijven die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn, heb-
ben altijd een kalibreercertificaat nodig.
Uw dichtstbijzijnde Hilti-vestiging geeft u graag meer
informatie.
8.5 Nauwkeurigheid controleren
Om aan de technische specificaties te kunnen blijven
voldoen, moet het apparaat regelmatig (minstens voor
ieder groter/kritisch project) worden gecontroleerd!
8.6 Horizontale fout
8.6.1 Horizontale fout controleren 
1. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief dat
circa 50 m (164 ft) van een muur is verwijderd.
2. Richt de statiefkop met behulp van een waterpas
horizontaal uit.
3. Richt de laser met één zijde naar de wand uit en
fixeer het apparaat op het statief.
4. Schakel het apparaat in en houd tegelijkertijd de
X/Y-toets ingedrukt. De knipperende as, X of Y, is
de te controleren as.
AANWIJZING De te controleren as kan worden
gewijzigd door het indrukken van de pijltoetsen.
Bevestig de instelling vervolgens met de ENT-toets.
Op het display verschijnt knipperend "POSITION 1"
en tegelijkertijd wordt het apparaat genivelleerd. Na
de automatische nivellering wordt de laser inge-
schakeld en begint de kop te roteren.
nl
107
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
5. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
dehoogteopdewand.
6. Druk de ENT-toets in.
Op het display verschijnt knipperend "POSITION 2".
7. Draai de bevestigingsbout van het statief los en draai
het apparaat 18 en schroef het weer vast. Wacht
vervolgens eventjes tot het apparaat zich weer heeft
genivelleerd.
Hierna verschijnen er twee pijltoetsen, de laser is
ingeschakeld en de laserkop draait.
8. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
de hoogte.
Als het hoogteverschil tussen de beide markeringen
minder dan 5 mm bedraagt, is geen correctie nood-
zakelijk. Schakel het apparaat uit en gebruik het op
de normale manier.
Als een correctie noodzakelijk is wordt de proce-
dure in hoofdstuk 8.5.2 'Horizontale fout afstellen'
beschreven.
8.6.2 Horizontale fout afstellen 
AANWIJZING
Controleer vóór het afstellen of een afstelling noodzakelijk
is, zie hoofdstuk 8.6.1.
1. Stel de laserstraal op het midden van beide marke-
ringen in. Gebruik hiervoor de pijltoetsen 'omhoog'
en 'omlaag'.
2. Bevestig de instelling van het midden met de ENT-
toets.
Vervolgens knippert op het display 'CALCULATING',
terwijl het apparaat interne kalibratie-instellingen be-
rekent.
Raak het apparaat tijdens de berekening niet aan tot
op het display 'END' wordt weergegeven.
3. Druk de 'ENT' toets in als 'END' op het display
verschijnt.
Vervolgens verschijnt de asselectie op het display.
4. Om de andere as te controleren doorgaan met 'Ho-
rizontale fout controleren', hoofdstuk 8.6.1.
5. Schakel het apparaat uit na het beëindigen van de
instelling.
6. De controle herhalen, om er zeker van te zijn dat alle
instellingen correct zijn.
AANWIJZING Het display toont 'CALCULATION
OVER ERR' als de te corrigeren waarden buiten
het waardebereik liggen.
8.7 Conusfout
8.7.1 Conusfout controleren 
AANWIJZING
Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout al is
afgesteld.
1. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief tussen
twee muren op een afstand van circa 50 m (164 ft)
van elkaar verwijderd.
2. Richt de statiefkop met behulp van een waterpas
horizontaal uit.
3. Bevestig het apparaat op het statief, zodat de X- of
Y-as t.o.v. de wand is uitgericht.
4. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
de hoogte op de beide wanden.
5. Schakel het apparaat uit en plaats het dichter bij de
wand (1-2 m / 3-6 ft). Behoud hierbij de uitrichting
van het apparaat.
6. Schakel het apparaat weer in.
7. Controleer opnieuw de laserstraal met de laseront-
vanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en
markeer de hoogte op de beide wanden.
8. Meet met het meetlint het verticale verschil tussen
de beide markeringen op elke wand.
Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden
kleiner dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout binnen
de specificaties. Er is geen afstelling nodig.
Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden
groter dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout buiten
de specificaties. Er is een afstelling nodig. Wendt u
zich tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre.
8.8 Hellingsfout
AANWIJZING
Gebruik in verband met de noodzakelijke nauwkeurigheid
een millimeterschaal.
AANWIJZING
Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout is
gecontroleerd resp. afgesteld en de controle van de
conusfout binnen de specificatie ligt.
8.8.1 Hellingsfout controleren 
AANWIJZING
Vanwege de eisen die aan de precisie van deze controle
worden gesteld dient u gebruik te maken van een staaf
met een millimeterschaalverdeling.
1. Sla twee nagels precies 30 m (98 ft) van elkaar in de
grond. Markeer de nagels als "nagel 1" en "nagel 2".
2. Plaats het instrument op een statief op een afstand
van 1 tot 2 meter voor nagel 1 in lijn boven nagel 1
en 2. Plaats het instrument zo dat de X‑as precies
metdelijnbovennagel1ennagel2overeenstemt.
3. Schakelhetinstrumentin.Ganaofdehellingin-
stelling op 0,000% staat. Schakel de laserontvanger
PRA 38 in, kies de instelling fijn. Lees de hoogte in
millimeters van de laserstraal bij nagel 1 en nagel 2
van de staaf af en noteer de hoogte voor nagel 1 als
"h1" en die voor nagel 2 als "h2".
4. Stel de helling van de X-as in op 1,000%. Lees
opnieuw de hoogte van de laserstraal in millimeters
voor nagel 1 en nagel 2 af en noteer deze hoogten
als "h3" (voor nagel 1) en "h4" (voor nagel 2).
nl
108
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
(h2 - h4) - (h1 - h3) x 100
x(%) = -------------------------------
30000 (mm)
5. Gebruik de hoogteaflezingen h1, h2, h3 en h4 in
de volgende formule. De afstand tussen nagel 1 en
nagel 2 (30 m/98 ft) is in de formule omgezet in
30.000 millimeter (1181 in).
6. Stel het apparaat met de Y-as direct op de verbin-
dingslijnvannagel1en2inenherhaaldestappen
1tot5inhoofdstuk8.8.1.
Als het bereikte resultaat zich voor beide assen
binnen 0.990% - 1.010% bevindt, ligt de nauwkeu-
righeid binnen de specificatie.
Als het bereikte resultaat zich voor beide assen
buiten 0.990% - 1.010% bevindt, wendt u zich dan
tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
PRE 38 Battery Low Batterijen van de hellingslaser zijn
leeg.
Lege batterijen verwijderen en door
nieuwe vervangen.
PRA 380 Battery Low Batterijen van de afstandsbediening
zijn leeg.
Lege batterijen verwijderen en door
nieuwe vervangen.
Apparaat aangestoten Het apparaat is aan een schok bloot-
gesteld.
Het apparaat uitschakelen en weer
inschakelen, om de automatische ni-
vellering te activeren.
Apparaat scheef opgesteld Apparaat scheef geplaatst buiten
het bereik voor zelfnivellering.
Positioneer het apparaat opnieuw,
zodat het weer t.o.v. het weergegeven
symbool kan worden uitgericht.
Calibration Over ERR Het resultaat van de apparaatcontrole
ligt buiten de specificatie.
Schakel het apparaat uit en weer in
om het opnieuw te starten.
E-05 Rotatiekop draait niet. Schakel het apparaat uit en weer in.
E-51 Interne geheugenfout van de
afstandsbediening.
Schakel de afstandsbediening uit en
weer in.
E-60's Encoder systeemfout Schakel het apparaat uit en weer in.
E-80's Nivellering niet afgesloten. Schakel het apparaat uit en weer in.
E-99 Interne geheugenfout Schakel het apparaat uit en weer in.
LCD lampje knippert Geen weergave Schakel het apparaat uit en weer in.
10 Afval voor hergebruik recyclen
WAARSCHUWING
Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden:
bij het verbranden van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen
worden.
Batterijen kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwon-
den (door brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken.
Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de kans dat onbevoegde personen de uitrusting op
ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunnen zij zichzelf en derden ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen.
nl
109
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikte elektrischeapparatenenaccu's
gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de
geldende milieu-eisen.
Voer de batterijen af volgens de nationale voorschriften. Help het milieu te beschermen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) / IC-aanwijzing (van toepassing in
Canada)
ATTENTIE
In testen voldeed dit apparaat aan de grenswaarden die
in sectie 15 van de FCC-voorschriften voor digitale appa-
raten van klasse B zijn vastgelegd. Deze grenswaarden
voorzien in een toereikende bescherming tegen storende
straling bij de installatie in woongebieden. Dit soort appa-
raten genereert en gebruikt hoge frequenties en kan deze
frequenties ook uitstralen. Daardoor kunt u, wanneer u
bij de installatie en het gebruik niet volgens de voor-
schriften te werk gaat, storingen van de radio-ontvangst
veroorzaken.
Er kan echter niet worden gegarandeerd dat zich bij
bepaalde installaties geen storingen kunnen voordoen.
In het geval dat dit apparaat storingen bij de radio- of
televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastge-
steld door het uit- en vervolgens weer in te schakelen, is
de gebruiker verplicht de storingen door middel van de
volgende maatregelen op te heffen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw uit of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Vraag uw leverancier of een ervaren radio- of televisie-
technicus om hulp.
AANWIJZING
Wanneer veranderingen of wijzigingen niet uitdrukkelijk
door Hilti zijn goedgekeurd, kan het recht van de ge-
bruiker om het apparaat in gebruik te nemen worden
beperkt.
nl
110
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
13 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Hellingslaser
Type: PRE 38
Generatie: 01
Bouwjaar: 2010
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, 2006/42/EG,
2006/66/EG, EN ISO 12100, 1999/5/EG, EN 301 489‑1
V1.8.1, EN 301 489‑3 V1.4.1, EN 300 440‑1 V1.5.1,
EN 300 440‑2 V1.3.1.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Edward Przybylowicz
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Head of BU Measuring Systems
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
BU Measuring Systems
06/2015 06/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
111
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
*419375*
419375
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20151223
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070343 / 000 / 02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Hilti PRE 38 Handleiding

Type
Handleiding