Hilti PRI 36 Handleiding

Type
Handleiding
*2044079*
2044079
PRI 36
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning sv
Bruksanvisning no
Käyttöohje
Instrukcjaobsługi pl
Инструкцияпозксплуатации ru
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
껏껐
1
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
ꨐꨒ
23
45
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04

67
89
10 11
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04























12 13
14
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
13"
Y
N
N
N
N
Bp
Dpp
Cpp
Epp
15 16
17
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
#
"
3
N
N
#
"
NN
$
3
18
19
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
PRI 36 Rotatielaser
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 97
2 Beschrijving 97
3 Toebehoren 100
4 Technische gegevens 100
5 Veiligheidsinstructies 102
6 Inbedrijfneming 104
7 Bediening 105
8 Verzorging en onderhoud 108
9 Foutopsporing 109
10 Afval voor hergebruik recyclen 110
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 111
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 111
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het ap-
paraat « of »de rotatielaser« altijd de PRI 36 bedoeld.
Met »afstandsbediening/laserontvanger« wordt altijd het
apparaat PRA 36 bedoeld.
Rotatielaser 1
@
Laserstraal (rotatievlak)
;
Rotatiekop
=
Handgreep
%
Bedieningspaneel
&
Accu
(
Accuvak
)
Grondplaat met 5/8" schroefdraad
+
LED Indicatie van de batterijtoestand
§
Vergrendeling
/
Oplaadaansluiting
Bedieningsveld rotatielaser 2
@
Aan/uit-toets
;
LED auto-nivellering
=
Richtingstoetsen
%
LED - deactivering schok
&
LED controlemodus
(
LED helling
)
Toets Lijnfunctie
+
Toets Rotatiesnelheid
§
Indicatie batterijtoestand
Bedieningsveld PRA 36 (ontvangerzijde voor) 3
@
Aan/uit-toets
;
Lijnfunctie speciaal (dubbele klik)
=
Eenhedentoets
%
Volumetoets
&
Toets automatisch uitrichten (dubbele klik)
(
Toets controlemodus (dubbele klik)
)
Ontvangstveld
+
Markeerkerf
§
Display
Bedieningsveld PRA 36 (afstandsbedieningszijde ach-
ter) 4
@
Toets Slaapstand
;
Toets Rotatiesnelheid
=
Toets Lijnfunctie
%
Richtingstoetsen (omhoog/omlaag)
&
Richtingstoetsen (links/ rechts)
(
Toetsenblokkering (dubbele klik)
Display PRA 36 5
@
Weergave van de positie van de ontvanger t.o.v. de
hoogte van het laservlak
;
Indicatie batterijtoestand
=
Volume-aanduiding
%
Aanduiding toetsenblokkering
&
Afstandsaanduiding van de ontvanger tot het laser-
vlak
nl
96
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
3R
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Symbolen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
bijtende
stoffen
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Alleen voor
gebruik
binnen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Laserstraling
Direct in de
ogen stralen
vermijden.
Laser-
klasse 3R
overeenkom-
stig
EN 60825‑1:2007.
Niet in de
straal kijken
Op het apparaat
Lasergolflengte532nm, modulatiefrequentie 1 MHz, puls-
cyclus 50%, diameter gebundelde laserstraal 5 mm bij
pentaprisma, rotatiesnelheid 300 /min. Onder boven-
staande voorwaarden is het gemiddelde uitgaande ver-
mogen<4,5mW.
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
De typeaanduiding en het seriekenmerk staan op het
typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over
in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze
vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie
vraagt.
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd voor het vaststellen, overdragen en controleren van horizontale hoogteverlopen, verticale en
hellende vlakken en rechte hoeken. Voorbeelden voor het gebruik zijn het aanbrengen van meet- en hoogtelijnen, het
bepalen van rechte hoeken op wanden, verticaal uitrichten op referentiepunten of het creëren van hellende vlakken.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, vakkundig geschoold
personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld
van de mogelijke gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door
ongeschoolde personen op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Het gebruik van zichtbaar beschadigde apparaten/netvoedingen is niet toegestaan. Het is niet toegestaan om het
accu-pack tijdens het gebruik van het apparaat buitenshuis of in een vochtigeomgevingopteladen.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
nl
97
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Rotatielaser
De PRI 36 is een rotatielaser met een roterende, zichtbare laserstraal en in een hoek van 90° op het rotatievlak staande
referentiestraal. De rotatielaser kan verticaal, horizontaal en voor schuine hoeken worden gebruikt.
2.3 Kenmerken
Met het apparaat kan een persoon snel en met een grote nauwkeurigheid elk vlak nivelleren.
De nivellering vindt automatisch plaats na het inschakelen van het apparaat. De straal wordt pas ingeschakeld wanneer
de gespecificeerde nauwkeurigheid bereikt is.
LED’s geven de actuele modus aan.
Het apparaat werkt met oplaadbare Li‑ion accu-packs, die ook tijdens het gebruik kunnen worden opgeladen.
2.4 Mogelijkheid tot combineren met de afstandsbediening/laserontvanger PRA 36
De PRA 36 is een afstandsbediening en laserontvanger in een. Hiermee is het mogelijk de PRI 36 rotatielaser
gemakkelijk vanaf grote afstanden te bedienen. Daarnaast dient de PRA 36 ook als laserontvanger, en kan worden
gebruikt om de laserstraal op grote afstand zichtbaar te maken.
2.5 Digitaal meten van de afstand
De PRA 36 toont digitaal de afstand tussen laservlak en de markeerkerf van de PRA 36. Zodoende kan in een stap tot
op de millimeter nauwkeurig worden vastgesteld waar de laserontvanger zich bevindt.
2.6 Rotatiesnelheid / lijnfunctie
Er zijn drie verschillende rotatiesnelheden (300, 450, 600/min). Het is mogelijk om tussen de afzonderlijke functies,
zoals rotatielaser- en lijnfunctie, te wisselen. Dit is zowel vanaf de rotatielaser PRI 36 als ook vanaf de PRA 36 mogelijk.
De lijnfunctie maakt een betere zichtbaarheid van de laserstraal en het beperken van de laserstraal over een bepaald
werkgebied mogelijk.
2.7 Automatisch uitrichten en controleren
Met de PRI 36 en de PRA 36 kan één persoon eenvoudig een laservlak op een punt uitrichten. Het uitgerichte laservlak
kan indien gewenst bovendien met behulp van de controlefunctie van de PRA 36 automatisch met regelmatige
intervallen worden gecontroleerd, om eventuele verschuivingen (bijv. door temperatuurschommelingen, wind) te
voorkomen.
2.8 Schokwaarschuwingsfunctie
Wordt het apparaat tijdens het gebruik uit het waterpasvlak gebracht (schudden / stoten), dan schakelt het apparaat
in de waarschuwingsmodus: alle LED’s knipperen, de laser schakelt uit (kop draait niet meer).
2.9 Automatische uitschakeling
Is het apparaat buiten het zelf instelbare bereik opgesteld of mechanisch geblokkeerd, dan schakelt de laser niet in en
knipperen de LED’s.
Na het inschakelen van het apparaat wordt de schokwaarschuwing pas twee minuten na het uitvoeren van het
waterpas stellen geactiveerd. Als binnen deze tijd op een toets wordt gedrukt, dan beginnen de 2 minuten weer
opnieuw.
2.10 Standaard leveringsomvang
1Rotatielaser
1 Afstandsbediening/laserontvanger
1Handleiding
1 Doelplaat
1 Fabriekscertificaat
1 PRA 84 G Li-ion accu-pack
nl
98
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
1Netvoeding
1 Hilti-koffer
2.11 Indicatoren van de bedrijfsstatus
De volgende statusaanduidingen worden weergegeven: LED autonivellering, LED batterijtoestand, LED schokwaar-
schuwing en LED hellingshoek.
2.12 LED indicaties
LED auto-nivellering (groen) De groene LED knippert. Het apparaat is bezig waterpas te stel-
len.
De groene LED brandt con-
stant.
Het apparaat is goed ingesteld / werkt
correct.
LED schokwaarschuwing (oranje) De oranje LED brandt con-
stant.
De schokwaarschuwing is gedeacti-
veerd.
LED controlefunctie (oranje) De LED brandt oranje. Het apparaat staat in de controlemodus.
LED hellingsindicatie (oranje) De oranje LED brandt con-
stant.
Hellingsmodus is geactiveerd.
Alle LED's Alle LED's knipperen Het apparaat is aangestoten, is de ni-
vellering verloren of heeft een andere
storing.
2.13 Laadtoestand van het Li‑ion accu-pack tijdens het gebruik
LED brandt permanent LED knipperend
Laadtoestand C
LED1,2,3,4
-
C≧75%
LED1,2,3
-
50% C < 75%
LED 1, 2
-
25% C < 50%
LED 1
-
10% C < 25%
-
LED 1
C<10%
2.14 Laadtoestand van het Li‑ion accu-pack tijdens het opladen in het apparaat
LED brandt permanent LED knipperend
Laadtoestand C
LED1,2,3,4
-
C = 100%
LED1,2,3 LED4
C≧75%
LED1,2 LED3
50% C < 75%
LED1 LED2
25% C < 50%
-
LED 1
C<25%
2.15 Laadtoestand van het Li‑ion accu-pack tijdens het opladen buiten het apparaat
AlsderodeLEDconstantbrandt, wordt het accu-pack geladen.
Als de rode LED niet brandt, is het accu-pack vol geladen.
nl
99
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
3 Toebehoren
Omschrijving
Beschrijving
Afstandsbediening/laserontvanger PRA 36
Laserontvanger PRA 38
Doelplaat PRA 54
Ontvangerhouder PRA 80
Wandhouder PRA 70/71
Hellingsadapter PRA 76/79
Auto‑laadsnoer PUA 82
Baak PRA 81
Netvoeding PUA 81
Accu-pack PRA 84 G
Verticale hoek PRA 770
Bouwplanadapter PRA 751
Bouwplanadapter PRA 750
Geveladapter PRA 760
Diverse statieven PRA 90, PUA 20, PUA 30, PA 921, PA 931/2
Telescooplatten PUA50,PUA55/56,PA961,PA962
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
PRI 36
Reikwijdte ontvangst (diameter) PRI 36 Met PRA 36: 2…300 m
Reikwijdte afstandsbediening (diameter) Met PRA 36: 0…200 m
Nauwkeurigheid ± 1 mm per 10 m bij temperatuur 25 °C
Loodstraal Continu haaks op het rotatievlak
Laserklasse PRI 36 Klasse 3R, zichtbaar 532 nm, < 4,5 mW (IEC 60825-1
/ EN 60825-1:2007), klasse IIIa, zichtbaar, 532 nm, <
4.5 mW (CFR 21; § 1040 (FDA))
Rotatiesnelheden 300, 450, 600/min
Hellingsbereik
per as, ±8,6% (±5°)
Bereik van de zelfnivellering ±5°
Energievoorziening 7,2V/ 6Ah Li-ion accu-pack
Gebruiksduur accu-pack Temperatuur +23 °C, Li‑ion accu-pack: 24 h
Bedrijfstemperatuur -20…+45 °C
Opslagtemperatuur (droog) -25…+60 °C
Veiligheidsklasse IP 56 (overeenkomstig IEC 60529 ) (buiten batterijvak
niet in de modus "Laden tijdens gebruik")
Schroefdraad van het statief
⁵⁄₈" x 11
Gewicht (inclusief PRA 84 G) 2,4 kg
Afmetingen (L x B x H) 252 mm x 252 mm x 209 mm
nl
100
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
PRA 36
Werkingsgebied detectie (diameter) 2…300 m
Zoemer 3 volumes met de mogelijkheid om deze te onderdruk-
ken
LCD-display Aan beide kanten
Bereik van de afstandsaanduiding ± 52 mm
Weergavebereik van het laserbereik ± 0,5 mm
Ontvangstbereik 120 mm
Centrumindicatie van behuizing bovenkant
75 mm
Markeerkerven Aan beide kanten
Automatische zelfuitschakeling zonder detectie: 15 min
Afmetingen 160 mm x 67 mm x 24 mm
Gewicht (inclusief batterijen) 0,25 kg
Energievoorziening 2 AA‑batterijen
Levensduur batterij (alkalimangaan) Temperatuur +20 °C: circa 40 h (afhankelijk van accu-
kwaliteit)
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C
Opslagtemperatuur -25…+60 °C
Veiligheidsklasse IP 56 (overeenkomstig IEC 60529) buiten batterijvak
PUA 81 netvoeding voor accu-packs PSA 81, PRA 84, PRA 84 G en monitor PSA 100
Nominale stroomvoorziening 115…230 V
Netfrequentie 47…63 Hz
Nominaal vermogen 36 W
Nominale spanning 12 V
IP elektrische veiligheidsklasse IP 56
Bedrijfstemperatuur +0…+40 °C
Opslagtemperatuur (droog) -25…+60 °C
Laadtemperatuur +0…+40 °C
Gewicht 0,23 kg
Afmetingen (L x B x H) 110 x 50 x 32 mm
PRA 84 G Li-ion accu-pack
Nominale spanning (normale modus) 7,2 V
Maximale spanning (in gebruik of bij het opladen tijdens
het gebruik)
13 V
Nominale stroom 270 mA@7,2 V
Capaciteit 7,2 V/ 6 Ah
Laadtijd
3h/+3C/Accu-pack80%geladen
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C
Opslagtemperatuur (droog) -25…+60 °C
Laadtemperatuur (ook bij het opladen tijdens gebruik) +0…+40 °C
Gewicht 0,3 kg
Afmetingen (L x B x H) 160 mm x 45 mm x 36 mm
nl
101
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Essentiële veiligheidsnotities
AANWIJZING
Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed.
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
5.2 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Maak geen veiligheidsinrichtingen on-
klaar en verwijder geen instructie- en
waarschuwingsopschriften.
b) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het apparaat.
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder invloed bent van drugs, alcohol of me-
dicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het
gebruik van het apparaat kan tot ernstig letsel leiden.
c) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen
met laserapparaten.
d) Wanneer het apparaat op ondeskundige wijze wordt
vastgeschroefd, kan laserstraling ontstaan die hoger
is dan klasse 3R/ class IIIa. Laat het apparaat door
een Hilti-servicestation repareren.
e) Werk niet met het gereedschap in een explo-
sieve omgeving waarin zich brandbare vloeistof-
fen, gassen of stof bevinden. Apparaten veroorza-
ken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
f) (Aanwijzing volgens FCC §15.21): Veranderingen of
modificaties die niet uitdrukkelijk door Hilti toege-
staan zijn, kunnen het recht van de gebruiker beper-
ken om het apparaat in bedrijf te nemen.
g) Als andere dan de hier genoemde bedienings- of
afstelapparaat wordt gebruikt, of als anders te werk
wordt gegaan, kan dit leiden tot gevaarlijke straling.
h) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
i) Na een val of andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
j) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
k) Ga zorgvuldig met het apparaat om. Controleer
of bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet vastklemmen en of onder-
delen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat
de werking van het apparaat nadelig wordt beïn-
vloed. Laat beschadigde delen repareren voordat
u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben
hun oorzaak in slecht onderhouden apparaten.
l) Zorg er bij het gebruik van adapters en toebehoren
voor dat het apparaat correct bevestigd is.
m) Om foutieve metingen te voorkomen, moet het
uitgangsvenster van de laser schoon worden ge-
houden.
n) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere optische en elektrische apparaten (bijv.
veldkijkers, brillen, fotoapparaten), zorgvuldig te
worden behandeld.
o) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
p) De elektrische contacten uit de buurt van regen
en vocht houden.
q) Controleer het apparaat voor belangrijke metin-
gen.
r) Controleer tijdens het gebruik meerdere malen de
precisie.
s) Gebruik de netvoeding alleen voor het elektrici-
teitsnet.
t) Zorg ervoor dat het apparaat en de netvoeding
geen obstakel vormen dat ertoe kan leiden dat
mensen vallen en letsel oplopen.
u) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
v) Controleer de verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang deze in geval van beschadiging. Wordt de
netvoeding of het verlengsnoer tijdens de werk-
zaamheden beschadigd, dan mag u het niet aan-
raken. Haal de stekker uit het stopcontact. Be-
schadigde voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
w) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
x) Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
randen.
y) Gebruik de netvoeding nooit in vuile of natte toe-
stand. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak
van de netvoeding hecht, met name van geleidend
materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden
tot een elektrische schok leiden. Laat daarom
verontreinigde apparaten, met name wanneer er
vaak geleidend materiaal wordt bewerkt, regel-
matig controleren door de Hilti-service.
z) Raak de contacten niet aan.
5.2.1 Gebruik en onderhoud van
accugereedschappen
a) Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen
of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
b) De accu's mogen niet uit elkaar genomen, in-
eengedrukt, tot boven de 75 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
nl
102
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
c) Alleen de daarvoor voorziene accu-packs en bat-
terijen in het apparaat gebruiken. Het gebruik van
andere accu-packs of batterijen kan tot verwondin-
gen en brandgevaar leiden.
d) Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedron-
gen vocht kan kortsluiting en chemische reacties
veroorzaken en brandwonden of brand tot gevolg
hebben.
e) Bij een verkeerd gebruik kan er vloeistof uit het accu-
pack komen. Voorkom contact. Spoel bij onvoor-
zien contact met water af. Komt de vloeistof in de
ogen, spoel deze dan met veel water uit en neem
contact op met een arts. Gelekte accuvloeistof kan
tot huidirritaties en verbrandingen leiden.
f) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedge-
keurde accu's. Bij het gebruik van andere accu's of
het gebruik van accu's voor andere doeleinden is er
kans op brand en bestaat er explosiegevaar.
g) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-ion-accu's in acht.
h) Niet gebruikte accu's en acculaders verwijderd
houden van paperclips, munten, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwerpen
die de contacten hiervan kunnen overbruggen.
Het kortsluiten van de contacten van accu's of accu-
laders kan brandwonden en brand tot gevolg hebben.
i) Beschadigde accu's (bijvoorbeeld accu's met
scheuren, gebroken onderdelen, verbogen,
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer worden gebruikt.
j) Gebruik voor het apparaat en het opladen van het
accu-pack alleen de netvoeding PUA 81 of het
auto‑laadsnoer PUA 82. Anders bestaat het gevaar
het apparaat te beschadigen.
k) Laad accu's alleen op in laadapparaten die door
de fabrikant worden geadviseerd. Voor een laadap-
paraat dat voor een bepaald type accu-pack geschikt
is, bestaat het risico van brand wanneer deze met
andere accu's wordt gebruikt.
5.3 Correcte inrichting van het werkgebied
a) Zet het gebied waar u metingen verricht af en let
er bij het opstellen van het apparaat op dat de
straal niet op andere personen of op uzelf wordt
gericht.
b) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen
ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat
u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
c) Metingen door ruiten of andere objecten kunnen het
meetresultaat vertekenen.
d) Let er op dat het apparaat op een effen, stabiel
oppervlak wordt geplaatst (zonder trillingen!).
e) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefini-
eerde grenzen.
f) Controleer of uw PRI 36 alleen op uw PRA 36 reageert
en niet op een andere PRA 36 die op de bouwplaats
gebruikt wordt.
5.3.1 Elektromagnetische compatibiliteit
Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge eisen van
de betreffende voorschriften, kan Hilti de mogelijkheid
niet uitsluiten dat het apparaat door sterke straling wordt
gestoord, hetgeen tot een foute bewerking kan leiden. In
dit geval of wanneer u niet zeker bent, dienen controle-
metingen te worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet
uitsluiten dat andere apparaten (bijv. navigatietoestellen
van vliegtuigen) gestoord worden.
5.3.2 Laserclassificatie voor apparaten van de
laserklasse 3R/ class IIIa
a) Het apparaat voldoet aan de laserklasse 3 volgens
IEC60825-1 / EN60825-1:2007 en Class IIIa volgens
CFR 21 § 1040 (FDA). In het geval van direct oogcon-
tact met de laserstraling uw ogen sluiten en uw hoofd
uit de lichtbundel bewegen. Niet direct in de lichtbron
kijken. Richt de laserstraal niet op personen.
b) Apparaten van laserklasse 3R en klasse IIIa dienen
alleen door geschoolde personen te worden gebruikt.
c) De toepassingsgebieden dienen middels opschriften
met waarschuwingen tegen laserstraling aangegeven
te worden.
d) Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte
te lopen.
e) Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden
om te voorkomen dat een laserstraal ongewild op een
vlak terechtkomt dat als een spiegel reflecteert.
f) Er moeten maatregelen worden genomen waarmee
wordt voorkomen dat personen direct in de straal
kijken.
g) De loop van de laserstraal mag niet over onbewaakt
gebied gaan.
h) Ongebruikte laserapparaten dienen te worden op-
geslagen op een plaats waar onbevoegden geen
toegang toe hebben.
i) De laser uitschakelen als deze niet wordt gebruikt.
nl
103
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
6 Inbedrijfneming
AANWIJZING
De PRI 36 mag alleen met het Hilti PRA 84 G accu-pack
worden gebruikt.
6.1 Het accu-pack opladen
GEVAAR
Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's
netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld.
6.1.1 De eerste lading van een nieuw accu-pack
Laad de accu-packs voor het eerste gebruik volledig op.
AANWIJZING
Zorg er daarbij voor dat het op te laden systeem veilig is
geplaatst.
6.1.2 De lading van een gebruikt accu-pack
Zorg ervoor dat de buitenvlakken van het accu-pack
schoon en droog zijn, voordat u het accu-pack in het
betreffende apparaat plaatst.
Li‑ion accu-packs zijn altijd gebruiksklaar, ook wanneer
ze ten dele zijn opgeladen. De laadprocedure wordt u bij
het opladen op het apparaat via de LED's weergegeven.
6.2 Opties voor het opladen van het accupack
GEVAAR
De netvoeding PUA 81 mag alleen "binnenshuis" wor-
den gebruikt. Voorkom dat er vocht binnendringt.
6.2.1 Opladen van het accu-pack in het
apparaat 67
AANWIJZING
Let erop dat bij het opladen de aanbevolen laadtempera-
turen(0tot4C)wordenaangehouden.
1. Plaats het accu-pack in het batterijvak.
2. Draai de sluiting zo dat de laadaansluiting van het
accu-pack zichtbaar wordt.
3. Sluit de stekker van de netvoeding of het
auto‑laadsnoer aan op het accu-pack.
Het accu-pack begint met opladen.
4. Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt tijdens
het opladen de laadtoestand door de aanduiding
van het accu-pack op het apparaat weergegeven.
6.2.2 Opladen van het accu-pack buiten het
apparaat 8
AANWIJZING
Let erop dat bij het opladen deaanbevolenlaadtempera-
turen(0tot4C)wordenaangehouden.
1. Trek het accu-pack uit het apparaat en sluit de
stekker van de netvoeding of het auto‑laadsnoer
aan.
2. Tijdens het opladen brandt de rode LED op het
accu-pack.
6.2.3 Opladen van het accu-pack tijdens het
gebruik
ATTENTIE
Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen
vocht kan kortsluiting en chemische reacties veroorzaken
en brandwonden of brand tot gevolg hebben.
1. Draai de sluiting zo dat de laadaansluiting van het
accu-pack zichtbaar wordt.
2. Steek de stekker van de netvoeding in het accu-
pack.
3. Het apparaat werkt tijdens het opladen.
4. De laadtoestand wordt tijdens het opladen in het
apparaat via de LED's op het apparaat weergege-
ven.
6.3 Zorgvuldig omgaan met accu's
Sladeaccuzokoelendroogmogelijkop.Bewaarde
accu nooit in de zon, op een verwarming of achter een
raam. Wanneer de levensduur verstreken is, dienen de
accu's op een milieuvriendelijke en veilige wijze te worden
afgevoerd.
6.4 Het accu-pack aanbrengen 6
ATTENTIE
Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaat-
sen of de contacten van de accu en de contacten in
het apparaat schoon zijn.
1. Schuif het accu-pack in het apparaat.
2. Draai de vergrendeling twee kartels rechtsom, tot
het vergrendelingssymbool verschijnt.
6.5 Accupack verwijderen 9
1. Draai de vergrendeling twee kartels linksom, tot het
ontgrendelingssymbool verschijnt.
2. Trek het accupack uit het apparaat.
6.6 Apparaat inschakelen
Druk op de aan/uit-toets.
nl
104
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
AANWIJZING
Na het inschakelen van het apparaat start de automa-
tische nivellering (max. 40 seconden). Bij volledige ni-
vellering schakelt de laserstraal in de rotatie- en in de
normale richting in. Bij horizontaal uitrichten draait de
rotatiekop automatisch met de middelste snelheid, bij
verticaal uitrichten wordt een referentiepunt naar bene-
den geprojecteerd.
6.7 LED indicaties
Zie hoofdstuk 2 Beschrijving
6.8 Batterijen in de PRA 36 aanbrengen 
ATTENTIE
Gebruik geen beschadigde batterijen.
GEVAAR
Geen oude en nieuwe batterijen samen in het apparaat
aanbrengen. Gebruik geen batterijen van verschillende
producenten of met verschillende typeaanduidingen.
AANWIJZING
DePRA36magalleenmetbatterijenwordengebruikt
die overeenkomstig internationale standaarden geprodu-
ceerd zijn.
6.9 Pairen 
Om de rotatielaser PRI 36 met de PRA 36 te gebruiken,
moeten deze op elkaar afgestemd, of gepaird worden.
Het pairen van apparaten bewerkstelligt dat de rotatiela-
ser en de afstandsbediening PRA 36 eenduidig aan elkaar
worden gekoppeld. De rotatielaser PRI 36 ontvangt zo al-
leen signalen van de gepairde PRA 36. De pairing maakt
het mogelijk om naast andere rotatielasers te werken,
zonder dat instellingen hierdoor worden gewijzigd.
1. Druk de aan-/uit-toetsen van de rotatielaser PRI 36
en de PRA 36 gelijktijdig in en houd deze ten minste
3secondeningedrukt.
Succesvol pairen wordt aangeduid doordat de
PRA 36 een akoestisch signaal afgeeft en doordat
alle LED's van de rotatielaser PRI 36 knipperen.
Tegelijkertijd verschijnt op het display van de
PRA 36 korte tijd een kettingsymbool. Beide
apparaten schakelen na het pairen automatisch uit.
2. De gepairde apparaten inschakelen.
Op het display verschijnt nu het symbool "gepaird"
(zie hoofdstuk Storingzoeken).
7Bediening
7.1 Apparaat inschakelen
Druk op de aan/uit-toets.
AANWIJZING
Na het inschakelen start het apparaat de automatische
nivellering.
7.2 Werken met de PRA 36
De PRA 36 is laserontvanger (voorzijde) en tegelijker-
tijd afstandsbediening (achterzijde). De afstandsbedie-
ning vergemakkelijkt het werken met de rotatielaser en is
nodig om sommige functies van het apparaat te kunnen
gebruiken.
7.2.1 Werken met de laserontvanger als los
apparaat
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. HouddePRA36directinhetvlakvanderoterende
laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.2.2 Werken met de PRA 36 in de
ontvangerhouder PRA 80 
1. Open de sluiting van de PRA 80.
2. Plaats de PRA 36 in de ontvangerhouder PRA 80.
3. Sluit de sluiting van de PRA 80.
4. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
5. Open de draaigreep.
6. Bevestig de ontvangerhouder PRA 80 correct aan de
telescoopstang of nivelleerstang door de draaigreep
te sluiten.
7. Houd de PRA 36 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.2.3 Werken met de baak PRA 81 
1. Open de sluiting van de PRA 81.
2. Plaats de PRA 36 in de baak PRA 81.
3. Sluit de sluiting van de PRA 81.
4. Schakel de PRA 36 met de aan/uit-toets in.
5. Houd de PRA 36 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
6. Positioneer de PRA 36 zo, dat de afstandsaandui-
ding "0" aangeeft.
7. Meet de gewenste afstand met behulp van het meet-
lint.
7.2.4 Menu-opties 34
Druk bij het inschakelen van de PRA 36 de aan/uit‑toets
twee seconden in.
De menuweergave verschijnt op het display.
Gebruik de eenhedentoets om tussen metrische en
Anglo-Amerikaanse eenheden te wisselen.
nl
105
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
Gebruik de volumetoets om de hogere frequentie voor
het bovenste of onderste ontvangerbereik in te stellen.
Druk op de toets "Toetsenblokkering" aan de achterzijde
van de PRA 36, om naar een volgend menu te gaan.
Met de richtingstoetsen (links/rechts) kunt u de volgende
menupunten selecteren: bijv. PRI 36 schokgevoeligheid
wijzigen, pairing van de apparaten opheffen, draadloos
signaal uitschakelen.
Instellingen voor de PRI 36, worden alleen effectief als de
PRI 36 is ingeschakeld en de draadloze verbinding actief
is. De richtingstoetsen (omhoog/omlaag) zijn bestemd
om de instellingen te wijzigen. Elke gekozen instelling
is geldig en blijft ook bij de volgende keer inschakelen
gehandhaafd.
Schakel de PRA 36 uit om de instellingen op te slaan.
7.2.5 Eenhedeninstelling
Met de eenhedentoets kan de gewenste eenheid, over-
eenkomstig de landversie, worden ingesteld (mm / cm /
off).
7.2.6 Volume van het akoestische signaal
instellen 3
Bij het inschakelen van het apparaat is het volume op
"normaal" ingesteld. Door de toets "Akoestisch signaal"
in te drukken kan het volume worden veranderd. Er kan
worden gekozen uit de 4 opties "Zacht", "Normaal",
"Luid" en "Uit".
7.2.7 Toetsenblokkering en dubbele klik 45
De toetsenblokkering van de PRA 36 beschermt tegen
onbedoelde invoeren en wordt linksboven in het display
aan beide zijden van de PRA 36 aangeduid. Het slotsym-
bool is open (vrij) of gesloten (geblokkeerd).
Er kan niet tegelijkertijd beide zijden van de afstands-
bediening/laserontvanger worden bediend. Als een zijde
van de afstandsbediening/laserontvanger vrij is, is au-
tomatisch de andere zijde geblokkeerd. De zijde kan
worden gedeblokkeerd door dubbel op het slotsymbool
te klikken.
Bij het bedienen moeten de opdrachten "Automatisch
uitrichten", "Controle" en "Lijnfunctie speciaal" worden
bevestigd door dubbel klikken om zo een verkeerde
bediening te verhinderen. Dit is ter vereenvoudiging in
de rest van de handleiding niet iedere maal genoemd.
7.3 Basisfuncties van de PRI 36
Het apparaat is bestemd voor het vaststellen, overdragen
en controleren van horizontale hoogteverlopen, verticale
en hellende vlakken en rechte hoeken.
7.3.1 De rotatiesnelheid instellen 24
AANWIJZING
De rotatiesnelheid kan door bediening van de toets "ro-
tatiesnelheid" worden gewijzigd (op het bedieningsveld
van de rotatielaser of op de PRA 36). Rotatiesnelheden
zijn 300, 450 en 600/min.
7.3.2 Lijnfunctie selecteren 24
AANWIJZING
Door de toets "Lijnfunctie" in te drukken projecteert de ro-
tatielaser een lijn, die door nogmaals indrukken vergroot
resp. verkleind kan worden.
AANWIJZING
Het is ook mogelijk met behulp van de laserontvanger
PRA 36 de rotatie van de lasers te stoppen en op de
positie van de PRA 36 een lijn te projecteren. Beweeg
hiertoe de laserontvanger PRA 36 in het vlak van de ro-
terende laserstraal en dubbelklik op de toets "Lijnfunctie
speciaal".
7.3.3 Laserlijn bewegen
De laserlijn kan door bediening van de richtingstoetsen
naar links of rechts worden bewogen (PRI 36 of PRA 36).
Het vasthouden van de richtingstoetsen verhoogt de
snelheid en de laserlijn wordt continu bewogen.
7.4 Horizontaal werken 34
1. Monteer, afhankelijk van de toepassing, het appa-
raat bijv. op een statief; als alternatief kan de rotatie-
laser ook op een wandhouder worden gemonteerd.
De hellingshoek van de ondergrond mag maximaal
±5°zijn.
2. Druk op de aan/uit-toets.
3. Zodra de automatische nivellering afgerond is,
wordt de laserstraal ingeschakeld en roteert hij met
300/min.
7.5 Verticaal werken 
1. Plaats voor verticaal werken het apparaat op de
metalen voeten, zodat het bedieningspaneel van
het apparaat naar boven gericht is. Alternatief kan
de rotatielaser ook op een passend statief, wand-
houder, geveladapter of bouwplankadapter worden
gemonteerd.
2. Richt de verticale as van het apparaat in de ge-
wenste richting uit.
3. Om de gespecificeerde nauwkeurigheid te berei-
ken, moet het apparaat op een horizontaal vlak
worden gepositioneerd resp. overeenkomstig nauw-
keurig op het statief of andere toebehoren worden
gemonteerd.
4. Druk op de aan/uit-toets.
Na de nivellering projecteert het apparaat een vaste
laserstraal loodrecht naar beneden. Deze gepro-
jecteerde punt is het referentiepunt en dient ter
positionering van het apparaat.
5. De rotatiesnelheid kan door bediening van de toets
"rotatiesnelheid" worden gestart (op het bedienings-
veld van de rotatielaser of op de PRA 36).
nl
106
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
7.5.1 Handmatig uitrichten
Druk op de achterzijde van de PRA 36 de richtingstoetsen
(omhoog/omlaag) in, om het verticale vlak handmatig uit
te richten.
7.5.2 Automatisch uitrichten (Auto Alignment) 
Houd de ontvangerzijde van de PRA 36 op de gewenste
uit te richten plaats en in de richting van de PRI 36 en druk
tweemaal kort na elkaar de toets 'Automatisch uitrichten'
in.
AANWIJZING
Erop lette dat de zijde van de laserontvanger niet ge-
blokkeerd is. De zijde kan worden gedeblokkeerd door
dubbel op het slotsymbool te klikken.
Nu start het uitrichtproces van het laservlak. Ondertussen
klinken korte akoestische signalen.
U kunt de richting van het zoekproces wijzigen door de
toets "Automatisch uitrichten" in te drukken.
Een dubbele klik volstaat om het uitrichtproces af te
breken.
Zodra de laserstraal op het ontvangstveld van de PRA 36
schijnt, wordt de straal naar de markeerkerf (referentie-
vlak) bewogen.
Nadat de positie bereikt is (markeerkerf gevonden) klinkt
een continu signaal, dat het einde van het proces aan-
geeft.
Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol
was (> 2 min.), klinken korte signalen en dooft het signaal
van het automatisch uitrichten. Dit is de aanwijzing, dat
het automatische uitrichtingsproces afgebroken is.
7.6 Werken met hellingen
AANWIJZING
Voor optimale resultaten is het nuttig de uitrichting van
de PRI 36 te controleren. Dit gebeurt het beste door
2 punten, ieder 5 m links en rechts van het apparaat,
maar parallel op de apparaatas, te kiezen. De hoogte van
het genivelleerde horizontale vlak markeren, dan na de
hellingshoek de hoogten markeren. Alleen wanneer deze
hoogten op beide punten identiek zijn, is de uitrichting
van het apparaat geoptimaliseerd.
7.6.1 Opstellen
AANWIJZING
De hellingshoek kan handmatig, automatisch of met be-
hulp van de hellingadapter PRA 76/78 worden ingesteld.
1. Monteer afhankelijk van het gebruik de rotatielaser
op bijv. een statief.
2. Positioneer de rotatielaser en het statief op de bo-
venste rand van het hellend vlak of op de onder-
ste rand van het hellend vlak. Als de rotatielaser
op de bovenste rand van het hellend vlak wordt
geplaatst, controleren dat het bedieningsgedeelte
van de PRI 36 zich aan de tegenovergestelde zijde
van de hoekrichting bevindt. Als de rotatielaser op
de onderste rand van het hellend vlak wordt ge-
plaatst, controleren dat het bedieningsgedeelte van
de PRI 36 zich aan de zijde van de hoekrichting
bevindt.
3. De aan/uit‑toets voor minstens 8 seconden indruk-
ken, tot rechtsboven op het bedieningsgedeelte van
de rotatielaser de hellingshoekmodus gaat branden.
4. Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt
de laserstraal ingeschakeld en kan de PRA 36 wor-
den gekanteld.
7.6.2 Hellingshoek handmatig instellen 4
Druk de richtingtoetsen (omhoog/omlaag) op de
afstandsbediening van de PRA 36 in, om de hellingshoek
sneller te wijzigen. Druk de pijltoetsen lang in om de
hellingshoek sneller te veranderen.
AANWIJZING
Een digitale aflezing van de hellingshoek is niet mogelijk.
7.6.3 Hellingshoek automatisch instellen 
AANWIJZING
Voorwaarde voor de automatische hellingshoek is een
laserontvanger PRA 36 en een geactiveerde hellings-
hoekmodus.
Kantel de laser (zoals in hoofdstuk beschreven 7.5.2)
maar nu langs het hellend vlak.
AANWIJZING
Een digitale aflezing van de hellingshoek is niet mogelijk.
7.6.4 Hellingshoek met behulp van de
hellingadapter PRA 76/79 instellen
1. Richt het apparaat met behulp van de doelkerf op
de kop van de PRI 36 parallel aan het hellende vlak
uit.
2. De aan/uit‑toets voor minstens 8 seconden indruk-
ken, tot rechtsboven op het bedieningsgedeelte van
de rotatielaser de hellingshoekmodus gaat branden.
3. Stel nu de gewenste hellingshoek met de hellings-
adapter in.
7.7 Controle 
De functie bewaking controleert regelmatig of een uitge-
richt vlak (verticaal of onder een hoek (horizontaal alleen
met het automatische statief PRA 90)) verschoven is (bijv.
door trillingen, temperatuurwijzigingen). Is dit het geval,
dan wordt het geprojecteerde vlak naar het 0-punt (d.w.z.
de markeerkerf van de PRA 36) terug uitgericht (zolang
het binnen het ontvangstveld blijft). Het werken met de
controlefunctie vereist een PRA 36. Wordt de laserstraal
gecontroleerd, dan kan nog een laserontvanger voor de
detectie van de laserstraal worden gebruikt.
1. De voorbereiding van de activering van de con-
trolefunctie komt in grote lijnen overeen met de
voorbereidingen voor het automatisch uitrichten (zie
7.5.2).
2. Positioneer het apparaat op het gewenste uitgangs-
punt 1 en schakel het in.
nl
107
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
3. PositioneerenfixeerdePRA36laserontvangerop
het oriëntatiepunt (punt 2) van de as. Het apparaat
(punt 1) en de PRA 36 (punt 2) vormen nu anker-
punten van een vlak. Hierbij in acht nemen dat de
markeerkerf van de PRA 36 zich exact op de hoogte
bevindt waar de rotatielaser later de laserlijn resp.
de laserpunt moet projecteren. Het groene laser-
ontvangstveld van de PRA 36 moet daarbij naar de
rotatielaser gericht zijn.
4. Tussen de rotatielaser en de laserontvanger PRA 36
mogenzichgeenobstakelsbevindendiedecommu-
nicatie kunnen verstoren. Glas en andere lichtdoor-
latende materialen storen ook het contact tussen de
beide apparaten, net als reflecties van ruiten.
5. Schakel de PRI 36 en de PRA 36 in. De controle-
functie wordt geactiveerd door dubbelklikken op de
toets 'Controlemodus' op de PRA 36.
Nog een klik kan de zoekrichting wijzigen, een dub-
bele klik beëindigt de controlemodus.
Nadat de positie bereikt is (markeerkerf gevonden),
klinkt geen signaal meer.
6. Het systeem staat nu in de controlemodus. De func-
tie wordt op het display van de PRA 36 aangegeven.
7. Met regelmatige intervallen wordt automatisch ge-
controleerd of het laservlak verschoven is. Bij een
verschuiving wordt het vlak weer op het markerings-
vlak verschoven, wanneer dit mogelijk is. Als het
laservlak zich verschuift buiten het venster van de
laserontvanger of als het directe zichtcontact tus-
sen rotatielaser en laserontvanger gedurende lan-
gere tijd (> 2 min.) gehinderd is, stopt de rotatielaser
met draaien, verschijnt een waarschuwingsdriehoek
in het display van de laserontvanger en klinken korte
waarschuwingssignalen.
AANWIJZING De PRA 36 mag niet worden ver-
wijderd, zodat het regelmatige uitrichtingsproces
automatisch en zelfstandig kan worden herhaald.
7.8 Naar de standaardmodus terugkeren
Om naar de standaardmodus, horizontaal werken,
300/min, terug te keren, moet het apparaat worden
uitgeschakeld en weer opnieuw ingeschakeld.
7.9 Slaapmodus
In de slaapmodus kan de PRI 36 stroom besparen. De
laser wordt uitgeschakeld en zo wordt de levensduur van
de batterij verlengd.
Activeer de slaapmodus door de slaapmodustoets op de
PRA 36 in te drukken.
Deactiveer de slaapmodus door nogmaals de slaapmo-
dustoets op de PRA 36 in te drukken.
Controleer na het weer activeren van de PRI 36 de la-
serinstellingen, om de nauwkeurigheid van het werk te
waarborgen.
7.10 Werken met de doelplaat
De doelplaat verhoogt de zichtbaarheid van de laser-
straal. Vooral bij veel licht of waar er ook maar meer
zichtbaarheid gewenst is wordt de doelplaat toegepast.
Beweeg daartoe eenvoudigweg de doelplaat door de ge-
projecteerde laserstraal. Het materiaal van de doelplaat
verhoogt de zichtbaarheid van de laserstraal.
8 Verzorging en onderhoud
8.1Reinigenendrogen
1. Stof van de lenzen wegblazen.
2. Het glas niet met de vingers aanraken.
3. Alleen met schone en zachte doeken reinigen; zo
nodig met zuivere alcohol of wat water bevochtigen.
AANWIJZING Door te ruw schoonmaakmateriaal
kan het glas bekrast raken en de nauwkeurigheid
van het apparaat nadeligwordenbeïnvloed.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
4. Bij de opslag van uw uitrusting dient u zich te houden
aan de temperatuurlimieten. Dit is met name van
belang in de winter / zomer, wanneer u de uitrusting
in een voertuig bewaart (‑30 °C tot +60 °C).
8.2 Opslaan
Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en accessoires
moeten worden gedroogd (bij hoogstens 40 °C) en ge-
reinigd. De uitrusting mag pas weer worden ingepakt als
deze volledig droog is.
Voer wanneer de apparatuur gedurende langere tijd is
opgeslagen of getransporteerd vóór gebruik een contro-
lemeting uit.
Neem de accu-packs en de batterijen uit het apparaat.
Lekkende accu-packs of batterijen kunnen het apparaat
beschadigen.
8.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking.
ATTENTIE
Verwijder voor het transport of het verzenden de
accu-packs/batterijen uit het apparaat.
nl
108
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
8.4 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
conform de normen en wettelijke eisen te kunnen garan-
deren.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Bedrijven die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn, heb-
ben altijd een kalibratiecertificaat nodig.
Uw dichtstbijzijnde Hilti-vestiging geeft u graag meer
informatie.
8.4.1 Nauwkeurigheid controleren
Om aan de technische specificaties te kunnen blijven
voldoen, moet het apparaat regelmatig (minstens voor
ieder groter/kritisch project) worden gecontroleerd!
8.4.1.1 Horizontale hoofd- en dwarsas
controleren 
1. Statief circa 20 m van een wand opstellen en de
statiefkop m.b.v. waterpas horizontaal uitrichten.
2. Apparaat op het statief monteren en de apparaatkop
met behulp van de doelkerf op de wand uitrichten.
3. Met behulp van de ontvanger een punt (punt 1)
bepalen en dit punt op de wand markeren.
4. Apparaat 90º rechtsom om de apparaatas draaien.
Daarbij mag de hoogte van het apparaat niet veran-
derd worden.
5. Met behulp van de laserontvanger een tweede punt
(punt 2) bepalen en dit punt op de wand markeren.
6. Stappen 4 en 5 nog twee maal herhalen en punt 3
en punt 4 met behulp van de ontvanger opvangen
en op de wand markeren.
Bij zorgvuldige uitvoering moet de verticale af-
stand tussen de beide gemarkeerde punten 1 en
3 (hoofdas) resp. punten 2 en 4 (dwarsas) steeds
< 5 mm zijn (op 20 m). Bij grotere afwijkingen het
apparaat voor kalibratie naar Hilti Service zenden.
8.4.1.2 Controle van de verticale as  
1. Apparaat verticaal op een zo vlak mogelijke bodem
circa 10 m van een wand opstellen.
2. De handgrepen van het apparaat parallel aan de
wand uitrichten.
3. Apparaat inschakelen en het referentiepunt (R) op
de vloer markeren.
4. Met behulp van de ontvanger punt (A) aan de on-
derkant van de wand markeren. Middelste snelheid
selecteren).
5. Met behulp van de ontvanger punt (B) op circa 10 m
hoogte markeren.
6. Apparaat 180° draaien en ophetreferentiepunt(R)
op de vloer en op het onderste markeringspunt (A)
op de wand uitrichten.
7. Met behulp van de ontvanger punt (C) op circa 10 m
hoogte markeren.
AANWIJZING Bij zorgvuldige uitvoering moet de
horizontale afstand tussen de beide op tien meter
hoogte gemarkeerde punten (B) en (C) kleiner dan
1,5 mm zijn (bij 10 m). Bij een grotere afwijking: Het
apparaat voor kalibratie naar Hilti Service zenden.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Display toont symbool Toetsenblokkering is ingeschakeld. Schakel de toetsenblokkering vrij.
AANWIJZING
Er kan niet tegelijkertijd beide
zijden van de afstandsbedie-
ning/laserontvanger worden
bediend.
Display toont symbool De PRA 36 is niet met de PRI 36 ge-
paird. In dit geval is de PRI 36 ook
niet op het display zichtbaar.
De apparaten pairen (zie hoofdstuk
6.9)
Display toont symbool Ongeldige toetsinvoer; Opdracht niet
mogelijk.
Druk een geldige toets in.
nl
109
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Display toont symbool De apparaten bevinden zich buiten
het radiografisch bereik. Opdracht
mogelijk, apparaat reageert echter
niet.
Controleer dat zich tussen de appa-
ratengeenhindernissenbevinden.
Neem ook het maximale radiografi-
sche bereik in acht. Voor een goede
zendverbinding de PRI 36 10 cm (in)
van de vloer plaatsen.
Display toont symbool Het apparaat is in de slaapmodus
(apparaat blijft max. 4 h in de slaap-
modus en schakelt zichzelf daarna
uit).
Apparaat activeren door de "Sleep-
toets" in te drukken. Na de activering
de apparaatinstellingen activeren.
Display toont symbool Storing. Contact opnemen met de
Hilti-service.
10 Afval voor hergebruik recyclen
WAARSCHUWING
Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden:
bij het verbranden van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen
worden.
Batterijen kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwon-
den (door brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken.
Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de kans dat onbevoegde personen de uitrusting op
ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunnen zij zichzelf en derden ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen.
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
Voer de batterijen af volgens de nationale voorschriften.
nl
110
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Rotatielaser
Type: PRI 36
Generatie: 01
Bouwjaar: 2011
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, 2006/42/EG,
2006/66/EG, EN ISO 12100, 1999/5/EG, EN 301 489‑1
V1.8.1, EN 301 489‑17 V2.1.1, EN 300 440‑2 V1.4.1.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Edward Przybylowicz
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Head of BU Measuring Systems
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
BU Measuring Systems
06/2016 06/2016
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
111
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
*2044079*
2044079
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20151223
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5140690 / 000 / 04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Hilti PRI 36 Handleiding

Type
Handleiding