Hilti PRE 38 Handleiding

Type
Handleiding
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
PRE 38 Hellingslaser
Lees de handleiding beslist voordat u de ma-
chine de eerste keer gebruikt.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 97
2 Beschrijving 97
3 Toebehoren 100
4 Technische gegevens 100
5 Veiligheidsinstructies 101
6 Inbedrijfneming 103
7 Bediening 104
8 Verzorging en onderhoud 107
9 Foutopsporing 109
10 Afval voor hergebruik recyclen 109
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 110
12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA)
/ IC-aanwijzing (van toepassing in Canada) 110
13 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 111
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de hellingslaser PRE 38 bedoeld.
Onderdelen, bedienings‑ en weergave-elementen
PRE 38 hellingslaser 1
@
Rotatiekop
;
Bedieningspaneel
=
Aanduiding
%
Handgreep
&
Diopter
(
Batterijvak
)
LED Automatische nivellering
+
Accu-pack
§
Batterijlade
/
Vergrendeling
:
Oplaadaansluiting
·
LED-laadtoestandaanduiding
PRA 380 afstandsbediening 2
@
Bedieningspaneel
;
Aanduiding
=
Riemclip
%
Batterijvak
PRE38enPRA380bedieningspaneel3
@
Menutoets (MENU)
;
Pijltoets
=
Bevestigingstoets (OK)
%
Terugtoets (ESC)
&
X/Y-toets
(
Aan/uit-toets
)
LED automatische horizontaalweergave
+
Aanduiding
PRE38enPRA380normaleweergave4
@
Hellingshoek X-as
;
Hellingshoek Y-as
PRE38enPRA380menuweergave4
=
Virtuele straaldiafragma's in-/uitschakelen
%
Rotatiesnelheid
&
Communicatiekanaal
(
Nivelleergevoeligheid
)
Schokwaarschuwing
+
Alarmsignaal
PRE 38 en PRA 380 status weergaven 4
§
Overdrachtsweergave
/
Batterijtoestandindicatie
:
Rotatiesnelheid
·
Overdrachtskanaal
$
Nivelleerweergave
nl
96
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
620-690nm/2.45mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
CAUTION
3R
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
675-695nm / 2.5mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
CAUTION
3R
PRE 38
Power:
6.0V=nom./200 mA
3R
N13813
01
Hilti=trademark of Hilti Corp., Schaan, LI Made in Japan
LASER RADIATION - DO NOT
STARE INTO BEAM
675-695nm / 2.5mW max.
CLASS IIIa LASER PRODUCT
CAUTION
Item no.: 419352 Date: XX.XXXX
419355
EN 60825-1:2007 FCC ID:
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Symbolen
Handleiding
vóór gebruik
lezen
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Niet in de
straal kijken
Symbolen laserklasse III / class 3
laser class IIIa according
CFR 21, § 1040 (FDA)
Niet naar de
straal kijken of
er direct in
kijken met
optische
apparaten
Op het apparaat
Niet blootstellen aan de straal.
De opschriften met laserwaarschuwingen voor de VS zijn
gebaseerdopCFR21§1040(FDA):
Op het apparaat
De opschriften met laserwaarschuwingen zijn gebaseerd
op IEC825 / EN60825‑1:2007
Typeplaatje
PRE 38
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
De typeaanduiding en het seriekenmerk staan op het
typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over
in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze
vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie
vraagt.
Type:
Generatie: 01
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De Hilti Laser PRE 38 is een hellingslaser met een roterende laserstraal.
Het apparaat is bedoeld om referenties in horizontale en gekantelde vlakken te bepalen, door te geven en te
controleren. Voorbeelden voor het gebruik zijn het aanbrengen van meet- en hoogtelijnen.
Het gebruik van zichtbaar beschadigde apparaten/voedingsapparaten is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan om het accu-pack tijdens het gebruik buitenshuis en in een vochtige omgeving op te laden.
Voor een optimaal gebruik van het apparaat bieden wij u verschillende accessoires.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op
ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
nl
97
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Kenmerken
De Hilti laser PRE 38 is een hellingslaser met 3 verschillende rotatiesnelheden: 300, 600 en 900 t/min.
Met het apparaat kan één persoon snel en met hoge nauwkeurigheid een vlak waterpas (horizontaal en onder een
helling) stellen (in combinatie met de PRA 38 laserontvanger).
De instelling vindt automatisch plaats na het inschakelen van het apparaat (automatische nivellering (binnen 10° (±5°)
kanteling)).
De gewenste hellingshoeken in de X- en Y-as moeten worden ingesteld (hellingsbereiken X: -10% tot +10%; Y: -5%
tot +25%). De laser wordt pas geactiveerd als de overeenkomstige nauwkeurigheid van het apparaat is bereikt.
LED’s geven de actuele modus aan.
De PRE 38 kenmerkt zich door zijn gemakkelijke bediening, eenvoudige toepassing en zijn robuuste behuizing. Het
apparaat werkt met oplaadbare Ni‑MH accu-packs, die ook tijdens het gebruik kunnen worden opgeladen.
2.3 Horizontaal vlak
Na het inschakelen wordt het apparaat met behulp van twee ingebouwde motoren automatisch horizontaal ingesteld,
voor zover de betreffende hellingshoek in beide assen (X en Y) met de betreffende toetsen op 0.000% is ingesteld.
2.4 Gekanteld vlak
Na het inschakelen worden met de betreffende toetsen de hellingshoeken op de X- en Y-as ingesteld. Hierna wordt
het apparaat met behulp van de 2 ingebouwde motoren automatisch ingesteld.
2.5 Rotatiesnelheid
Voor een optimale werking kan de gebruiker de rotatiesnelheden voor alle afstanden op 300, 600 of 900 t/min instellen.
2.6 Schokwaarschuwingsfunctie
De schokwaarschuwing wordt na een werkingsduur van 10 minuten automatisch geactiveerd. Als het apparaat na
deze tijd door trillingen of andere schokinvloeden wordt beïnvloed, wordt de waarschuwingsmodus ingeschakeld.
2.7 Virtuele straaldiafragma's
De laserstraal kan in bepaalde sectoren worden uitgeschakeld, om onnodige afstralingen resp. storingen met andere
lasers buiten het werkgebied te vermijden.
2.8 Nivelleringsgevoeligheid
De gebruiker kan de gevoeligheid resp. het trillingsniveau (sterke of geringe trilling) instellen die het nivelleersysteem
bij hellingshoeken en horizontaal gebruik moet toestaan.
2.9 Instellingen van de communicatiekanalen
De gebruiker kan verschillende overdrachtskanalen voor de communicatie tussen de PRE 38 en de afstandsbediening
PRA 380 selecteren. Als meerdere PRE 38 op de bouwplaats worden gebruikt, kunnen verschillende overdrachtska-
nalen worden geselecteerd, om storing door andere apparaten te voorkomen.Inditgevalishetookmogelijkmeén
afstandsbediening meerdere PRE 38 aan te sturen, door het selecteren van verschillende overdrachtskanalen.
AANWIJZING
Bij het inschakelen van de apparaten blijven de vorige instellingen behouden resp. actief. Deze instellingen controleren
en zo nodig wijzigen.
2.10 Standaard leveringsomvang
1 PRE 38 hellingslaser
1 PRA 38 laserontvanger
1 PRA 80 houder voor laserontvanger
nl
98
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
1 PRA 380 afstandsbediening
1 PRE 38 en PRA 380 handleiding
1 PRA 38 handleiding
1 PRA 87 accu-pack
1 PRA 88 batterijlade
1 PRA 89 netsnoer
6 Batterijen (AA‑cellen)
3 Fabriekscertificaten
1 Hilti-koffer
2.11 Indicatoren van de bedrijfsstatus
Het apparaat heeft de volgende statusaanduidingen: LED auto-nivellering, LED laadaanduiding.
2.12 LED weergaven PRE 38 hellingslaser
LED (groen) brandt continu Hoekinstelling wordt uitgevoerd. De rotatiekop draait en de laserstraal is
ingeschakeld.
LED (groen) knippert Hoekinstelling is geactiveerd. De rotatiekop draait niet en de laserstraal is
uitgeschakeld.
2.13 LED weergaven PRA 88 batterijlade
LED (rood) brandt continu PRA 87 accu-pack wordt opgeladen.
LED (groen) brandt continu PRA 87 accu-pack volledig opgeladen.
LED (groen) knippert PRA 87 accu-pack niet correct ingeschoven.
LED (rood) knippert PRA 87 accu-pack accubescherming werkt en de laser is gebruiksklaar.
2.14 Normale weergave
X Weergave van de hellingshoek van de X-as (in de hellingsmodus knippe-
ren de cijfers)
Y Weergave van de hellingshoek van de Y-as (in de hellingsmodus knippe-
ren de cijfers)
2.15 Menuweergave
Virtuele straaldiafragma's Gearceerde sectoren, laser wordt ingeschakeld. Niet gearceerde secto-
ren, laser wordt uitgeschakeld.
Rotatiesnelheid 300 / 600 / 900 t/min
Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9
Gevoeligheidsinstelling Geringe trillingen/sterke trillingen/handmatig
Schokwaarschuwing Actief/inactief
Alarmsignaal Actief/inactief
2.16 Weergaven
Overdrachtsstatus Overgebracht/beëindigd/onvolledig
Batterijstatus
Laadtoestand >75% / 35%-75% / 10-35% / <10%
Rotatiesnelheid 300 / 600 / 900 t/min
Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9
Nivelleerweergave Knippert tijdens nivellering
nl
99
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
3 Toebehoren
Omschrijving
Afkorting
Diverse statieven PUA 20, PA 921, PUA 30 en PA 931/2
Telescooplatten PA 950/960, PA 951/961, PA 962 en PUA 50
Baak PRA 81
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
PRE 38 hellingslaser
Reikwijdte ontvangst (gemiddeld) Met laserontvanger PRA 38: 2…800 m (6 tot 2624 ft)
Nauwkeurigheid per 10 (±0,5 mm) horizontale afstand 0,5 mm
(0.2"in32.8ft,+7F),temperatuur2C,
Laserklasse Klasse 3R, zichtbaar, 685 nm, <2,5 mW (EN 60825-
3:2007 / IEC 60825 - 3:2007); class IIIa (CFR 21 § 1040
(FDA))
Rotatiesnelheid 300, 600, 900/min (instelbaar)
Bereik van de zelfnivellering ±5°
Energievoorziening 4,8V/ 9,0Ah Ni‑MH accu-pack
Gebruiksduur accu-pack Temperatuur +20 °C (+68 °F): 80 h
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F)
Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F)
Veiligheidsklasse IP 66 (overeenkomstig IEC 60529) (niet in de modus
"Laden tijdens gebruik")
Schroefdraad van het statief ⁵⁄₈" x 11
Gewicht (inclusief accu-pack) 3,6 kg (7.9 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 174 mm x 218 mm x 253 mm (6.9" x 8.6" x 10.0")
PRA 87 Ni‑MH accu-pack
Nominale spanning (normale modus) 4,8 V
Maximale spanning (in gebruik of bij het opladen tijdens
het gebruik)
12,0 V
Nominale stroom 9.000 mAh
Laadtijd 7 h bij 24°C (74°F)
Bedrijfstemperatuur -20+5C(-2Ctot+5C(-Ftot12F))
Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-30 °C tot +60 °C (-22 °F tot 140 °F))
Laadtemperatuur (ook bij het laden tijdens gebruik) +10…+40 °C (50° tot +104°F)
Gewicht (incl. batterijlade) 0,89 kg (1.97 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 152 mm X 93 mm X 37 mm (5.9" x 3.7" x 1.4")
PRA 89 netsnoer
Netstroomvoeding 100…240 V
Netfrequentie 50…60 Hz
Nominaal vermogen 36 W
Nominale spanning 12 V
Bedrijfstemperatuur +10…+40 °C (50°F tot +104°F)
nl
100
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
Opslagtemperatuur (droog) -10…+60 °C (14°F tot 140°F)
Gewicht 0,19 kg (0.42 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 87 mm X 39 mm X 27 mm (3.4" x 1.5" x 1.1")
PRA 380 afstandsbediening
Operationeel bereik (straal) Max. 150 m (492 ft)
Energievoorziening 2x1,5V (AA) LR03 alkalimangaan batterijen
Levensduur batterij (alkalimangaan) Temperatuur +20 °C (68 °F): min. 3 maanden
Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F)
Opslagtemperatuur -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F)
Veiligheidsklasse IP 56
overeenkomstig IEC 60529
Gewicht (inclusief batterijen) 0,25 kg (0.50 lbs)
Afmetingen (L x B x H) 157 mm x 64 mm x 37 mm (6.8" x 2.5" x 1.4")
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Essentiële veiligheidsnotities
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
5.2 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Maak geen veiligheidsinrichtingen on-
klaar en verwijder geen instructie- en
waarschuwingsopschriften.
b) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen
met laserapparaten.
c) Wanneer het apparaat op een ondeskundige manier
wordt geopend kan er laserstraling ontstaan die ster-
ker is dan klasse 2 resp. 3. Laat het apparaat door
een Hilti-servicestation repareren.
d) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Gebruik
het apparaat niet in een omgeving waar brand- of
explosiegevaar bestaat.
e) (Aanwijzing volgens FCC §15.21): Veranderingen of
modificaties die niet uitdrukkelijk door Hilti toege-
staan zijn, kunnen het recht van de gebruiker beper-
ken om het apparaat in bedrijf te nemen.
5.3 Correcte inrichting van de werkomgeving
a) Zet het gebied waar u metingen verricht af en let
er bij het opstellen van het apparaat op dat de
straal niet op andere personen of op uzelf wordt
gericht.
b) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen
ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat
u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
c) Metingen door of op ruiten of andere objecten kunnen
het meetresultaat vertekenen.
d) Let er op dat het apparaat op een effen, stabiel
oppervlak wordt geplaatst (zonder trillingen!).
e) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefini-
eerde grenzen.
f) Bij het "laden tijdens het gebruik" het voedingsap-
paraat veilig plaatsen, bijvoorbeeld op een statief.
g) Gebruik apparaat, accessoires, inzetge-
reedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen en zoals voor dit speciale
apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van apparaten voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
h) Het werken met meetlatten in de buurt van hoog-
spanningsleidingen is niet toegestaan.
5.3.1 Elektromagnetische compatibiliteit
Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge eisen van
de betreffende voorschriften, kan Hilti de mogelijkheid
niet uitsluiten dat het apparaat door sterke straling wordt
gestoord, hetgeen tot een foute bewerking kan leiden. In
dit geval of wanneer u niet zeker bent, dienen controle-
metingen te worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet
uitsluiten dat andere apparaten (bijv. navigatietoestellen
van vliegtuigen) gestoord worden.
5.3.2 Laserclassificatie voor apparaten van de
laserklasse/ class III
a) Afhankelijk van de variant voldoet het apparaat aan
de laserklasse 3 overeenkomstig IEC 825‑1:2003 /
EN60825-1:2003 en Class IIIa overeenkomstig
CFR 21 § 1040 (FDA). Niet in de straal kijken en de
straal niet op personen richten.
b) Apparaten van laserklasse 3R en klasse IIIa dienen
alleen door geschoolde personen te worden gebruikt.
c) De toepassingsgebieden dienen middels opschriften
met waarschuwingen tegen laserstraling aangegeven
te worden.
d) Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte
te lopen.
nl
101
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
e) Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden
om te voorkomen dat een laserstraal ongewild op een
vlak terechtkomt dat als een spiegel reflecteert.
f) Er dienen maatregelen te worden genomen waarmee
wordt voorkomen dat personen direct in de straal
kijken.
g) De loop van de laserstraal mag niet over onbewaakt
gebied gaan.
h) Ongebruikte laserapparaten dienen te worden op-
geslagen op een plaats waar onbevoegden geen
toegang toe hebben.
5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
b) Na een val of andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
c) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
d) Zorg er bij het gebruik van adapters voor dat het
apparaat stevig vastgeschroefd is.
e) Om foutieve metingen te voorkomen, moet het
uitgangsvenster van de laser schoon worden ge-
houden.
f) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere optische en elektrische apparaten (bijv.
veldkijkers, brillen, fotoapparaten), zorgvuldig te
worden behandeld.
g) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
h) Controleer het apparaat voor belangrijke metin-
gen.
i) Controleer tijdens het gebruik meerdere malen de
precisie.
j) Gebruik het netsnoer alleen voor het elektrici-
teitsnet.
k) Zorg ervoor dat het apparaat en het netsnoer
geen obstakel vormen dat ertoe kan leiden dat
mensen vallen en letsel oplopen.
l) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
m) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
n) Controleer de verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang deze in geval van beschadiging. Wordt het
netsnoer of het verlengsnoer tijdens de werk-
zaamheden beschadigd, dan mag u het niet aan-
raken. Haal de stekker uit het stopcontact. Be-
schadigde voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
o) Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
randen.
p) Gebruik het netsnoer nooit in vuile of natte toe-
stand. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van
het netsnoer hecht, met name van geleidend ma-
teriaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot
een elektrische schok leiden. Laat daarom veront-
reinigde apparaten, met name wanneer er vaak
geleidend materiaal wordt bewerkt, regelmatig
controleren door de Hilti-service.
q) Raak de contacten niet aan.
5.4.1 Gebruik en onderhoud van
accugereedschappen
a) Voordat u de accu aanbrengt dient u ervoor te
zorgen dat het apparaat uitgeschakeld is. Gebruik
uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde Hilti
accu's.
b) Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen
of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accu's mogen niet uit elkaar genomen, in-
eengedrukt, tot boven de 75 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
d) Voorkomdat er vocht binnendringt. Binnengedron-
gen vocht kan kortsluiting en chemische reacties
veroorzakenenbrandwondenofbrandtotgevolg
hebben.
e) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedge-
keurde accu's. Bij het gebruik van andere accu's of
het gebruik van accu's voor andere doeleinden is er
kans op brand en bestaat er explosiegevaar.
f) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-ion-accu's in acht.
g) Voorkom kortsluiting van de accu. Controleer al-
vorens de accu in het apparaat te plaatsen of de
contacten van de accu en het apparaat vrij zijn. Wor-
den de contacten van een accu kortgesloten, dan
bestaat het risico van vuur, verbranding door bijtend
zuur en explosie.
h) Beschadigde accu's (bijvoorbeeld accu's met
scheuren, gebroken onderdelen, verbogen,
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer worden gebruikt.
i) Gebruik voor het gebruik van het apparaat en het
opladen van het accu-pack alleen het netsnoer
PRA 89. Anders bestaat het gevaar het apparaat te
beschadigen.
nl
102
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
6 Inbedrijfneming
AANWIJZING
Het apparaat mag alleen met het Hilti PRA 87 accu-
pack worden gebruikt dat overeenkomstig IEC 60285
wordt gefabriceerd, of met 4 alkalimangaan D-cellen.
De batterijlade PRA 88 moet volgens de voorschriften
worden gebruikt.
6.1 LED indicaties
Zie hoofdstuk 2 Beschrijving
6.2 Zorgvuldige omgang met het accu-pack
Sla het accu-pack zo koel en droog mogelijk op. Bewaar
het accu-pack nooit in de zon, op een verwarming of
achter een raam. Wanneer de levensduur verstreken is,
dienen de accu-packs op een milieuvriendelijke en veilige
wijzetewordenafgevoerd.
6.3 Het accu-pack laden
GEVAAR
Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's
netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld.
6.3.1 De eerste lading van een nieuw accu-pack
Laad de accu-packs voor het eerste gebruik volledig op.
AANWIJZING
Zorg er daarbij voor dat het op te laden systeem veilig is
geplaatst.
6.3.2 De lading van een gebruikt accu-pack
Zorg ervoor dat de buitenvlakken van het accu-pack
schoon en droog zijn, voordat u het accu-pack in het
betreffende apparaat plaatst.
Ni‑MH accu-packs zijn altijd gebruiksklaar, ook wanneer
ze ten dele zijn opgeladen. De laadprocedure wordt u bij
het laden op het apparaat via de LED's weergegeven.
6.4 Accu-pack aanbrengen 56
GEVAAR
Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's
netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld.
ATTENTIE
Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaat-
sen of de contacten van de accu en de contacten in
het apparaat schoon zijn.
1. Schuif het accu-pack in het apparaat.
2. Draai de vergrendeling twee kartels rechtsom, tot
het vergrendelingssymbool verschijnt.
6.5 Accu-pack verwijderen
1. Draai de vergrendeling twee kartels linksom, tot het
ontgrendelingssymbool verschijnt.
2. Trek het accu-pack uit het apparaat.
6.6 Opties voor het opladen van het accu-pack
GEVAAR
Het netsnoer PRA 89 mag alleen binnenshuis worden
gebruikt. Voorkom dat er vocht binnendringt.
6.6.1 Opladen van het accu-pack in het apparaat 7
AANWIJZING
Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperatu-
ren (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden.
1. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaan-
sluiting van het accu-pack zichtbaar wordt.
2. Sluit de stekker van het voedingsapparaat of het
auto‑laadsnoer aan op het accu-pack.
3. Tijdens het laden wordt de laadtoestand weergege-
ven door de accu-pack aanduiding op het apparaat
(het apparaat moet ingeschakeld zijn).
6.6.2 Opladen van het accu-pack buiten het
apparaat 8
AANWIJZING
Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperatu-
ren (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden.
1. Trek het accu-pack uit het apparaat en sluit de stek-
ker van het voedingsapparaat of het autolaadsnoer
aan.
2. Tijdens het opladen brandt de rode LED op het
accu-pack.
6.6.3 Opladen van het accu-pack tijdens het
gebruik
ATTENTIE
Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen
vocht kan kortsluiting en chemische reacties veroorzaken
en brandwonden of brand tot gevolg hebben.
1. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaan-
sluiting van het accu-pack zichtbaar wordt.
2. Steek de stekker van het voedingsapparaat in het
accu-pack.
3. Het apparaat werkt tijdens het opladen.
4. De laadtoestand wordt tijdens het laden in het ap-
paraat via de LED's op het apparaat weergegeven.
6.7 Bij gebruik van alkalibatterijen 9
GEVAAR
Geen oude en nieuwe batterijen samen in het apparaat
aanbrengen.
nl
103
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
GEVAAR
Gebruik alleen batterijen van dezelfde fabrikant en het-
zelfde type als aanwezig in het apparaat.
6.7.1 Aanbrengen van de D-cellen batterijen
1. Verwijder accu-pack PRA 87 uit de batterijlade,
voorzover aangebracht.
2. Breng de 4 alkalimangaan D-cellen in de batterijlade
aan.
3. Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai
de vergrendeling naar 'LOCK'.
6.7.2 Vervangen van de D-cel batterijen
1. Draai de vergrendeling van de batterijlade naar
"OPEN" en verwijder deze van het apparaat.
2. Verwijder de oude batterijen en breng de nieuwe
batterijen aan. Let op de juiste polariteit (+ met +) en
(- met -).
3. Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai
de vergrendeling naar 'LOCK'.
7Bediening
7.1 Apparaat inschakelen
Druk op de aan/uit-toets.
AANWIJZING
Na inschakeling van het apparaat start de automatische
nivellering (autonivelleringsindicatie knippert). Zodra het
nivelleringsproces afgesloten is, begint de rotatiekop te
draaien en wordt de laserstraal ingeschakeld (autonivel-
leringsindicatie is aan).
7.2 Algemene bediening
AANWIJZING
Bij gebruik van de PRA 380 afstandsbediening het appa-
raat eerst inschakelen en dan pas de afstandsbediening.
AANWIJZING
De behuizing van het apparaat moet onder een hoek van
±5° horizontaal worden neergezet, zodat de automati-
sche nivellering correct werkt.
GEVAAR
Als het apparaat is uitgeschakeld, nooit proberen dit met
behulp van de diopter uit te richten.
1. Het apparaat voor het gebruik op een geschikte
plaats neerzetten, bijv. op een statief.
2. Hetapparaatmetbehulpvandediopterinderich-
ting van de gewenste hellingshoek uitrichten en
inschakelen.
Nu wordt de hellingshoek op de X- en Y-as ingesteld.
Tijdens het instellen van het apparaat knippert een
groene LED.
De laser schakelt in en begint te roteren, zodra het
apparaat correct is ingesteld. De groene LED brandt
constant.
3. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
4. De laserhoogte bij gebruik van de laserontvanger
controleren tot een ononderbroken geluidssignaal
hoorbaar is en er een duidelijke horizontale marke-
ring op het display verschijnt.
7.3 Werken met de laserontvanger
De PRA 38 laserontvanger kan voor afstanden (stralen)
tot 200 m (650 ft) worden gebruikt. De aanduiding van de
laserstraal vindt optisch en akoestisch plaats.
7.3.1 Werken met de laserontvanger als los
apparaat
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.3.2 Werken met de laserontvanger in de PRA 80
ontvangerhouder 
1. Open de sluiting van de PRA 80.
2. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de ontvanger-
houder PRA 80.
3. Sluit de sluiting van de PRA 80.
4. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
5. Open de draaigreep.
6. Bevestig de ontvangerhouder PRA 80 correct aan de
telescoopstang of nivelleerstang door de draaigreep
te sluiten.
7. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
7.3.3 Werken met de baak PRA 81 
1. Open de sluiting van de PRA 81.
2. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de baak PRA 81.
3. Sluit de sluiting van de PRA 81.
4. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in.
5. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het
vlak van de roterende laserstraal.
De laserstraal wordt door een optisch en een akoes-
tisch signaal aangeduid.
6. Meet de gewenste afstand met behulp van het meet-
lint.
7.3.4 Menu-opties
Druk bij het inschakelen de aan/uit‑toets twee seconden
in.
De menuweergave verschijnt op het display.
Gebruik de eenhedentoets om tussen metrische en
Anglo-Amerikaanse eenheden te wisselen.
nl
104
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
Gebruik de volumetoets om de hogere frequentie voor
het bovenste of onderste ontvangerbereik in te stellen.
Schakel de PRA 38 uit om de instellingen op te slaan.
7.3.5 Bandbreedte voor nauwkeurigheid instellen
Met de nauwkeurigheidstoets van de PRA 38 kan uit
3 verschillende bandbreedten voor de nauwkeurigheid
worden gekozen: Fijn: ±0,5 mm (±0.02"); Standaard:
±1,0 mm (±0.04"); Grof: ±1,5 mm (±0.06").
7.3.6 Volume van het akoestische signaal instellen
Bij het inschakelen van de ontvanger is het volume op
"normaal" ingesteld. Door de toets "akoestisch signaal"
in te drukken kan het volume van "normaal" naar "luid",
en door nog een keer drukken op "uit" en door nog een
keer drukken op "zacht" omgeschakeld worden.
7.4 Het apparaat in de kantelrichting uitlijnen
Wanneer u de laser met een vastgelegde helling gebruikt,
dient hij correct te zijn opgesteld, zodat de laserstraal
parallel loopt met de gewenste hellingsrichting.
AANWIJZING
De collimator op het instrument is gekalibreerd op de
hellingsas van de laserstraal. Volg de volgende aanwij-
zingen op om de laser op de gewenste hellingsrichting in
te stellen:
1. Markeer een doellijn die parallel loopt met de ge-
wenste hellingsrichting.
2. Stel de laser op deze lijn op. Gebruik hiervoor
een peillood: laat het peillood van de bevestigings-
schroef van het statief naar beneden hangen.
3. Stel het instrument ongeveer op de hellingsrichting
in. Verzeker u ervan dat het voor de positieve of
negatievehellingsinvoeropdejuistewijzeisopge-
steld.
4. Plaats een afsteekpaal of ander doelwit aan het
andere uiteinde van de richtlijn.
5. Viseer met behulp van de collimator en stel het
instrument in, tot de collimator met het doel over-
eenstemt.
7.5 Invoer van de hellingswaarden
Het apparaat kan worden gebruikt voor horizontale en
verticale referentievlakken, door het instellen van de ge-
wenste hellingshoeken voor beide assen X/Y.
7.5.1 Invoer met het toetsenbord
1. Druk op de aan/uit-toets.
Het apparaat begint met de automatische nivelle-
ring.
2. De X/Y-toets indrukken om het invoeren van de
hellingshoek te activeren.
Een pijl op de rechterzijde geeft de actieve as aan,
daarbij knippert +/-.
Door het meerdere keren indrukken van de X/Y-
toets wisselt de activering van de as tussen de X-
en Y-as heen en weer.
3. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om tussen
het positieve (+) en negatieve (-) hellingsbereik te
wisselen.
4. Druk de pijltoetsen rechts en links in om de invoer-
cursor naar de betreffende plaats te bewegen.
Nu kan de waarde worden gewijzigd.
5. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om het
weergegeven aantal te vergroten of verkleinen.
6. Voer de andere waarden op dezelfde manier in.
7. Bevestig en beëindig de invoer door het indrukken
van de OK-toets.
AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek
duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek
is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedu-
rendedezetijdnietaanrakenomdenauwkeurigheid
niet te beïnvloeden.
AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om
de hoekinstelling voor de actieve as direct op
0.000% in te stellen.
7.5.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-7 van hoofdstuk 7.5.1 'Invoer met
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek
duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek
is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedu-
rendedezetijdnietaanrakenomdenauwkeurigheid
niet te beïnvloeden.
AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om
de hoekinstelling voor de actieve as direct op
0.000% in te stellen.
7.6 In-/uitschakelen van de virtuele
straaldiafragma's 
U kunt de laserstraal van de PRE 38 aan één of meerdere
kanten van het instrument uitschakelen. Deze functie is
nuttig wanneer u op een bouwplaats meerdere lasers ge-
bruikt en de ontvangst van meer dan één laser wilt voor-
komen. Het straalvlak is onderverdeeld in vier kwadran-
ten. Deze worden weergegeven op de straaldiafragma-
indicatie en kunnen in de betreffende richting op de
volgende manier worden vastgelegd.
7.6.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer de weergave met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het symbool voor
laserafschaduwing (scherm linksboven op het dis-
play) en bevestig de invoer met OK.
3. Selecteer met de pijltoetsen de sector waarin het
straaldiafragma moet worden geactiveerd. Druk de-
zelfde pijltoetsen in om tussen sector aan en sector
uit te wisselen. Het straaldiafragma is niet geac-
tiveerd als het betreffende sectorsymbool donker
gearceerd is.
nl
105
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
4. Sla de instellingen op met de OK-toets.
7.6.2 Invoer met de afstandsbediening 
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.6.1'Invoermet
het toetsenbord'.
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Metdestappen2en3kunnenmet
behulp van de X/Y-toets alle sectoren 45° worden
verdraaid.
7.7 De rotatiesnelheid instellen 
Met de toets voor de rotatatiesnelheid, de pijltoetsen
en de OK-toets is het mogelijk de rotatiesnelheid te
veranderen.
7.7.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het RPM-symbool
en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende rotatie-
snelheid.
4. SladeingestelderotatiesnelheidopmetdeOK-
toets.
7.7.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.7.1'Invoermet
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
7.8 Overdrachtskanaal instellen 
Met dezelfde afstandsbediening kunnen meerdere
PRE 38 worden bediend. Hierbij zijn 9 kanalen
beschikbaar voor de afstandsbediening van de
apparaten. Om de afstandsbediening op een apparaat in
te stellen, hetzelfde overdrachtskanaal op het apparaat
en op de afstandsbediening instellen.
7.8.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het CH-symbool
en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende over-
drachtskanaal.
4. Sla het geselecteerde overdrachtskanaal op met de
OK-toets.
7.8.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volgdestappen1-4vanhoofdstuk7.8.1'Invoermet
het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING Met de afstandsbediening kan alleen
het kanaal op de afstandsbediening worden gewij-
zigd.
Het betreffende kanaal van PRE 38 wordt met de
afstandsbediening d.m.v. een zoekfunctie op de af-
standsbediening ingesteld. De zoekfunctie wordt via
het CH-symbool geactiveerd en zoekt het kanaal
van de PRE 38 in de actieve modus of "Stand-by"
modus. Op de betreffende plaats wordt in plaats
van een kanaalnummer een oog weergegeven. Na
afloop van het zoeken worden alle gevonden kana-
len weergegeven. Met de pijltoetsen wordt het be-
treffende kanaal geselecteerd en met de OK-toets
overgenomen.
7.9 Gevoeligheid bij automatisch nivelleringsproces
instellen 
Dankzij verschillende gevoeligheidsniveaus (geringe tril-
lingen, sterke trillingen, handmatige modus) kan de ge-
bruiker het apparaat aan constante omgevingstrillingen
aanpassen. Bij sterke trillingen moet de instelling voor
sterke trillingen worden gebruikt, om het voortdurend
automatisch nivelleren en het daarmee gepaard gaand
stoppen met roteren te vermijden.
7.9.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Navigeer met de pijltoetsen naar het vlaggensym-
bool en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende ge-
voeligheidsbereik (geringe trillingen, sterke trillingen,
handmatige modus).
4. SladeingesteldegevoeligheidopmetdeOK-toets.
7.9.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.9.1 'Invoer met
het toetsenbord'.
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
AANWIJZING De handmatige modus zorgt voor het
uitschakelen van de automatische nivelleringsfunc-
tie (de hoekinstelling wordt niet meer bewaakt en
kan niet meer worden gegarandeerd. De X/Y-toets
is gedeactiveerd).
7.10 Schokgevoeligheid en alarmsignaal tijdens
roteren 
Na het inschakelen is het apparaat automatisch zo in-
gesteld, dat het automatisch nivelleert en het hoogste
nl
106
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
nauwkeurigheidsniveau gebruikt. Het apparaat reageert
in dit geval gevoelig op schokken, d.w.z. als het apparaat
beweegt of per ongeluk in zijn werking wordt gestoord,
roteert de laser langzaam als het alarmsignaal is geac-
tiveerd. Als het alarmsignaal uitgeschakeld is, stopt de
laser en knippert het symbool voor schokgevoeligheid.
Schakel het apparaat in dat geval uit en weer in. Het ap-
paraat wordt opnieuw genivelleerd en begint te roteren.
7.10.1 Uitschakelen van de schokgevoeligheid
Als de schokgevoeligheid is uitgeschakeld wordt de ro-
tatie niet meer onderbroken, ook niet als het apparaat
wordt bewogen of per ongeluk wordt gestoord.
7.10.1.1 Invoer met het toetsenbord
1. Activeer het menu met de menu-toets.
2. Selecteer met de pijltoetsen het schokgevoelig-
heidssymbool en bevestig met de OK-toets.
3. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende instelling
(schok activeren/deactiveren).
4. Bevestig de instelling met de OK-toets.
7.10.1.2 Invoer met de afstandsbediening
1. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.10.1.1 'Invoer
met het toetsenbord'
2. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de
OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht
onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot
het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt.
8 Verzorging en onderhoud
8.1Reinigenendrogen
1. Blaas het stof van het glas.
2. Laseruitgangsopeningen en filters niet met uw vin-
gers aanraken.
3. Reinig het apparaat alleen met een schone en zachte
doek; bevochtig het zo nodig met zuivere alcohol of
wat water.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
4. Bij de opslag van uw uitrusting dient u zich te houden
aan de temperatuurlimieten. Dit is met name van
belang in de winter / zomer, wanneer u de uitrusting
in een voertuig bewaart (‑25 °C tot +60 °C).
8.2 Opslaan
Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en toebehoren
moeten worden gedroogd (bij maximaal 40 °C / 104 °F)
en gereinigd. De uitrusting mag pas weer worden inge-
pakt als deze volledig droog is.
Voer wanneer uw uitrusting gedurende langere tijd is op-
geslagen of op transport is geweest een controlemeting
uit.
8.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking.
ATTENTIE
Het apparaat altijd zonder batterijen/accu-pack ver-
sturen.
8.4 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
overeenkomstig de normen en wettelijke eisen te kunnen
garanderen.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de Kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Bedrijven die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn, heb-
ben altijd een kalibreercertificaat nodig.
Uw dichtstbijzijnde Hilti-vestiging geeft u graag meer
informatie.
8.5 Nauwkeurigheid controleren
Om aan de technische specificaties te kunnen blijven
voldoen, moet het apparaat regelmatig (minstens voor
ieder groter/kritisch project) worden gecontroleerd!
8.6 Horizontale fout
8.6.1 Horizontale fout controleren 
1. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief dat
circa 50 m (164 ft) van een muur is verwijderd.
2. Richt de statiefkop met behulp van een waterpas
horizontaal uit.
3. Richt de laser met één zijde naar de wand uit en
fixeer het apparaat op het statief.
4. Schakel het apparaat in en houd tegelijkertijd de
X/Y-toets ingedrukt. De knipperende as, X of Y, is
de te controleren as.
AANWIJZING De te controleren as kan worden
gewijzigd door het indrukken van de pijltoetsen.
Bevestig de instelling vervolgens met de ENT-toets.
Op het display verschijnt knipperend "POSITION 1"
en tegelijkertijd wordt het apparaat genivelleerd. Na
de automatische nivellering wordt de laser inge-
schakeld en begint de kop te roteren.
nl
107
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
5. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
dehoogteopdewand.
6. Druk de ENT-toets in.
Op het display verschijnt knipperend "POSITION 2".
7. Draai de bevestigingsbout van het statief los en draai
het apparaat 18 en schroef het weer vast. Wacht
vervolgens eventjes tot het apparaat zich weer heeft
genivelleerd.
Hierna verschijnen er twee pijltoetsen, de laser is
ingeschakeld en de laserkop draait.
8. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
de hoogte.
Als het hoogteverschil tussen de beide markeringen
minder dan 5 mm bedraagt, is geen correctie nood-
zakelijk. Schakel het apparaat uit en gebruik het op
de normale manier.
Als een correctie noodzakelijk is wordt de proce-
dure in hoofdstuk 8.5.2 'Horizontale fout afstellen'
beschreven.
8.6.2 Horizontale fout afstellen 
AANWIJZING
Controleer vóór het afstellen of een afstelling noodzakelijk
is, zie hoofdstuk 8.6.1.
1. Stel de laserstraal op het midden van beide marke-
ringen in. Gebruik hiervoor de pijltoetsen 'omhoog'
en 'omlaag'.
2. Bevestig de instelling van het midden met de ENT-
toets.
Vervolgens knippert op het display 'CALCULATING',
terwijl het apparaat interne kalibratie-instellingen be-
rekent.
Raak het apparaat tijdens de berekening niet aan tot
op het display 'END' wordt weergegeven.
3. Druk de 'ENT' toets in als 'END' op het display
verschijnt.
Vervolgens verschijnt de asselectie op het display.
4. Om de andere as te controleren doorgaan met 'Ho-
rizontale fout controleren', hoofdstuk 8.6.1.
5. Schakel het apparaat uit na het beëindigen van de
instelling.
6. De controle herhalen, om er zeker van te zijn dat alle
instellingen correct zijn.
AANWIJZING Het display toont 'CALCULATION
OVER ERR' als de te corrigeren waarden buiten
het waardebereik liggen.
8.7 Conusfout
8.7.1 Conusfout controleren 
AANWIJZING
Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout al is
afgesteld.
1. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief tussen
twee muren op een afstand van circa 50 m (164 ft)
van elkaar verwijderd.
2. Richt de statiefkop met behulp van een waterpas
horizontaal uit.
3. Bevestig het apparaat op het statief, zodat de X- of
Y-as t.o.v. de wand is uitgericht.
4. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in
de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer
de hoogte op de beide wanden.
5. Schakel het apparaat uit en plaats het dichter bij de
wand (1-2 m / 3-6 ft). Behoud hierbij de uitrichting
van het apparaat.
6. Schakel het apparaat weer in.
7. Controleer opnieuw de laserstraal met de laseront-
vanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en
markeer de hoogte op de beide wanden.
8. Meet met het meetlint het verticale verschil tussen
de beide markeringen op elke wand.
Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden
kleiner dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout binnen
de specificaties. Er is geen afstelling nodig.
Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden
groter dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout buiten
de specificaties. Er is een afstelling nodig. Wendt u
zich tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre.
8.8 Hellingsfout
AANWIJZING
Gebruik in verband met de noodzakelijke nauwkeurigheid
een millimeterschaal.
AANWIJZING
Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout is
gecontroleerd resp. afgesteld en de controle van de
conusfout binnen de specificatie ligt.
8.8.1 Hellingsfout controleren 
AANWIJZING
Vanwege de eisen die aan de precisie van deze controle
worden gesteld dient u gebruik te maken van een staaf
met een millimeterschaalverdeling.
1. Sla twee nagels precies 30 m (98 ft) van elkaar in de
grond. Markeer de nagels als "nagel 1" en "nagel 2".
2. Plaats het instrument op een statief op een afstand
van 1 tot 2 meter voor nagel 1 in lijn boven nagel 1
en 2. Plaats het instrument zo dat de X‑as precies
metdelijnbovennagel1ennagel2overeenstemt.
3. Schakelhetinstrumentin.Ganaofdehellingin-
stelling op 0,000% staat. Schakel de laserontvanger
PRA 38 in, kies de instelling fijn. Lees de hoogte in
millimeters van de laserstraal bij nagel 1 en nagel 2
van de staaf af en noteer de hoogte voor nagel 1 als
"h1" en die voor nagel 2 als "h2".
4. Stel de helling van de X-as in op 1,000%. Lees
opnieuw de hoogte van de laserstraal in millimeters
voor nagel 1 en nagel 2 af en noteer deze hoogten
als "h3" (voor nagel 1) en "h4" (voor nagel 2).
nl
108
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
(h2 - h4) - (h1 - h3) x 100
x(%) = -------------------------------
30000 (mm)
5. Gebruik de hoogteaflezingen h1, h2, h3 en h4 in
de volgende formule. De afstand tussen nagel 1 en
nagel 2 (30 m/98 ft) is in de formule omgezet in
30.000 millimeter (1181 in).
6. Stel het apparaat met de Y-as direct op de verbin-
dingslijnvannagel1en2inenherhaaldestappen
1tot5inhoofdstuk8.8.1.
Als het bereikte resultaat zich voor beide assen
binnen 0.990% - 1.010% bevindt, ligt de nauwkeu-
righeid binnen de specificatie.
Als het bereikte resultaat zich voor beide assen
buiten 0.990% - 1.010% bevindt, wendt u zich dan
tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
PRE 38 Battery Low Batterijen van de hellingslaser zijn
leeg.
Lege batterijen verwijderen en door
nieuwe vervangen.
PRA 380 Battery Low Batterijen van de afstandsbediening
zijn leeg.
Lege batterijen verwijderen en door
nieuwe vervangen.
Apparaat aangestoten Het apparaat is aan een schok bloot-
gesteld.
Het apparaat uitschakelen en weer
inschakelen, om de automatische ni-
vellering te activeren.
Apparaat scheef opgesteld Apparaat scheef geplaatst buiten
het bereik voor zelfnivellering.
Positioneer het apparaat opnieuw,
zodat het weer t.o.v. het weergegeven
symbool kan worden uitgericht.
Calibration Over ERR Het resultaat van de apparaatcontrole
ligt buiten de specificatie.
Schakel het apparaat uit en weer in
om het opnieuw te starten.
E-05 Rotatiekop draait niet. Schakel het apparaat uit en weer in.
E-51 Interne geheugenfout van de
afstandsbediening.
Schakel de afstandsbediening uit en
weer in.
E-60's Encoder systeemfout Schakel het apparaat uit en weer in.
E-80's Nivellering niet afgesloten. Schakel het apparaat uit en weer in.
E-99 Interne geheugenfout Schakel het apparaat uit en weer in.
LCD lampje knippert Geen weergave Schakel het apparaat uit en weer in.
10 Afval voor hergebruik recyclen
WAARSCHUWING
Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden:
bij het verbranden van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen
worden.
Batterijen kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwon-
den (door brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken.
Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de kans dat onbevoegde personen de uitrusting op
ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunnen zij zichzelf en derden ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen.
nl
109
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikte elektrischeapparatenenaccu's
gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de
geldende milieu-eisen.
Voer de batterijen af volgens de nationale voorschriften. Help het milieu te beschermen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) / IC-aanwijzing (van toepassing in
Canada)
ATTENTIE
In testen voldeed dit apparaat aan de grenswaarden die
in sectie 15 van de FCC-voorschriften voor digitale appa-
raten van klasse B zijn vastgelegd. Deze grenswaarden
voorzien in een toereikende bescherming tegen storende
straling bij de installatie in woongebieden. Dit soort appa-
raten genereert en gebruikt hoge frequenties en kan deze
frequenties ook uitstralen. Daardoor kunt u, wanneer u
bij de installatie en het gebruik niet volgens de voor-
schriften te werk gaat, storingen van de radio-ontvangst
veroorzaken.
Er kan echter niet worden gegarandeerd dat zich bij
bepaalde installaties geen storingen kunnen voordoen.
In het geval dat dit apparaat storingen bij de radio- of
televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastge-
steld door het uit- en vervolgens weer in te schakelen, is
de gebruiker verplicht de storingen door middel van de
volgende maatregelen op te heffen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw uit of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Vraag uw leverancier of een ervaren radio- of televisie-
technicus om hulp.
AANWIJZING
Wanneer veranderingen of wijzigingen niet uitdrukkelijk
door Hilti zijn goedgekeurd, kan het recht van de ge-
bruiker om het apparaat in gebruik te nemen worden
beperkt.
nl
110
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
13 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Hellingslaser
Type: PRE 38
Generatie: 01
Bouwjaar: 2010
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, 2006/42/EG,
2006/66/EG, EN ISO 12100, 1999/5/EG, EN 301 489‑1
V1.8.1, EN 301 489‑3 V1.4.1, EN 300 440‑1 V1.5.1,
EN 300 440‑2 V1.3.1.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Edward Przybylowicz
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Head of BU Measuring Systems
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
BU Measuring Systems
06/2015 06/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
111
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02

Documenttranscriptie

OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING PRE 38 Hellingslaser Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. / Vergrendeling : Oplaadaansluiting · LED-laadtoestandaanduiding Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. PRA 380 afstandsbediening 2 Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. nl Inhoud Pagina 1 Algemene opmerkingen 97 2 Beschrijving 97 3 Toebehoren 100 4 Technische gegevens 100 5 Veiligheidsinstructies 101 6 Inbedrijfneming 103 7 Bediening 104 8 Verzorging en onderhoud 107 9 Foutopsporing 109 10 Afval voor hergebruik recyclen 109 11 Fabrieksgarantie op apparatuur 110 12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) / IC-aanwijzing (van toepassing in Canada) 110 13 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 111 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding. In de tekst van deze handleiding wordt met »het apparaat« altijd de hellingslaser PRE 38 bedoeld. Onderdelen, bedienings‑ en weergave-elementen PRE 38 hellingslaser 1 @ Rotatiekop ; Bedieningspaneel = Aanduiding % Handgreep & Diopter ( Batterijvak ) LED – Automatische nivellering + Accu-pack § Batterijlade 96 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 @ Bedieningspaneel ; Aanduiding = Riemclip % Batterijvak PRE 38 en PRA 380 bedieningspaneel 3 @ Menutoets (MENU) ; Pijltoets = Bevestigingstoets (OK) % Terugtoets (ESC) & X/Y-toets ( Aan/uit-toets ) LED automatische horizontaalweergave + Aanduiding PRE 38 en PRA 380 normale weergave 4 @ Hellingshoek X-as ; Hellingshoek Y-as PRE 38 en PRA 380 menuweergave 4 = Virtuele straaldiafragma's in-/uitschakelen % Rotatiesnelheid & Communicatiekanaal ( Nivelleergevoeligheid ) Schokwaarschuwing + Alarmsignaal PRE 38 en PRA 380 status weergaven 4 § Overdrachtsweergave / Batterijtoestandindicatie : Rotatiesnelheid · Overdrachtskanaal $ Nivelleerweergave 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. Op het apparaat CAUTI O N LASER RADIATION - DO NOT STARE INTO BEAM 675-695nm / 2.5mW max. CLASS IIIa LASER PRODUCT WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. Niet blootstellen aan de straal. De opschriften met laserwaarschuwingen voor de VS zijn gebaseerd op CFR 21 § 1040 (FDA): ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. Op het apparaat AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen 3R De opschriften met laserwaarschuwingen zijn gebaseerd op IEC825 / EN60825‑1:2007 Typeplaatje Symbolen PRE 38 01 Hilti=trademark of Hilti Corp., Schaan, LI Power: 6.0V=nom./200 mA Waarschuwing voor algemeen gevaar Materialen afvoeren voor recycling Symbolen laserklasse III / class 3 620-690nm/2.45mW max. CLASS IIIa LASER PRODUCT laser class IIIa according CFR 21, § 1040 (FDA) 3R LASER RADIATION - DO NOT STARE INTO BEAM 675-695nm / 2.5mW max. CLASS IIIa LASER PRODUCT N13813 EN 60825-1:2007 FCC ID: Item no.: 419352 Date: XX.XXXX PRE 38 CAUTION LASER RADIATION - DO NOT STARE INTO BEAM Niet in de straal kijken CAUTI O N 419355 Handleiding vóór gebruik lezen Made in Japan 3R Niet naar de straal kijken of er direct in kijken met optische apparaten Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat De typeaanduiding en het seriekenmerk staan op het typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Type: Generatie: 01 Serienr.: 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften De Hilti Laser PRE 38 is een hellingslaser met een roterende laserstraal. Het apparaat is bedoeld om referenties in horizontale en gekantelde vlakken te bepalen, door te geven en te controleren. Voorbeelden voor het gebruik zijn het aanbrengen van meet- en hoogtelijnen. Het gebruik van zichtbaar beschadigde apparaten/voedingsapparaten is niet toegestaan. Het is niet toegestaan om het accu-pack tijdens het gebruik buitenshuis en in een vochtige omgeving op te laden. Voor een optimaal gebruik van het apparaat bieden wij u verschillende accessoires. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. 97 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 nl Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en brand bestaat. Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. 2.2 Kenmerken nl De Hilti laser PRE 38 is een hellingslaser met 3 verschillende rotatiesnelheden: 300, 600 en 900 t/min. Met het apparaat kan één persoon snel en met hoge nauwkeurigheid een vlak waterpas (horizontaal en onder een helling) stellen (in combinatie met de PRA 38 laserontvanger). De instelling vindt automatisch plaats na het inschakelen van het apparaat (automatische nivellering (binnen 10° (±5°) kanteling)). De gewenste hellingshoeken in de X- en Y-as moeten worden ingesteld (hellingsbereiken X: -10% tot +10%; Y: -5% tot +25%). De laser wordt pas geactiveerd als de overeenkomstige nauwkeurigheid van het apparaat is bereikt. LED’s geven de actuele modus aan. De PRE 38 kenmerkt zich door zijn gemakkelijke bediening, eenvoudige toepassing en zijn robuuste behuizing. Het apparaat werkt met oplaadbare Ni‑MH accu-packs, die ook tijdens het gebruik kunnen worden opgeladen. 2.3 Horizontaal vlak Na het inschakelen wordt het apparaat met behulp van twee ingebouwde motoren automatisch horizontaal ingesteld, voor zover de betreffende hellingshoek in beide assen (X en Y) met de betreffende toetsen op 0.000% is ingesteld. 2.4 Gekanteld vlak Na het inschakelen worden met de betreffende toetsen de hellingshoeken op de X- en Y-as ingesteld. Hierna wordt het apparaat met behulp van de 2 ingebouwde motoren automatisch ingesteld. 2.5 Rotatiesnelheid Voor een optimale werking kan de gebruiker de rotatiesnelheden voor alle afstanden op 300, 600 of 900 t/min instellen. 2.6 Schokwaarschuwingsfunctie De schokwaarschuwing wordt na een werkingsduur van 10 minuten automatisch geactiveerd. Als het apparaat na deze tijd door trillingen of andere schokinvloeden wordt beïnvloed, wordt de waarschuwingsmodus ingeschakeld. 2.7 Virtuele straaldiafragma's De laserstraal kan in bepaalde sectoren worden uitgeschakeld, om onnodige afstralingen resp. storingen met andere lasers buiten het werkgebied te vermijden. 2.8 Nivelleringsgevoeligheid De gebruiker kan de gevoeligheid resp. het trillingsniveau (sterke of geringe trilling) instellen die het nivelleersysteem bij hellingshoeken en horizontaal gebruik moet toestaan. 2.9 Instellingen van de communicatiekanalen De gebruiker kan verschillende overdrachtskanalen voor de communicatie tussen de PRE 38 en de afstandsbediening PRA 380 selecteren. Als meerdere PRE 38 op de bouwplaats worden gebruikt, kunnen verschillende overdrachtskanalen worden geselecteerd, om storing door andere apparaten te voorkomen. In dit geval is het ook mogelijk met één afstandsbediening meerdere PRE 38 aan te sturen, door het selecteren van verschillende overdrachtskanalen. AANWIJZING Bij het inschakelen van de apparaten blijven de vorige instellingen behouden resp. actief. Deze instellingen controleren en zo nodig wijzigen. 2.10 Standaard leveringsomvang 1 1 1 PRE 38 hellingslaser PRA 38 laserontvanger PRA 80 houder voor laserontvanger 98 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 1 PRA 380 afstandsbediening 1 PRA 38 handleiding 1 1 1 1 6 3 1 PRE 38 en PRA 380 handleiding PRA 87 accu-pack PRA 88 batterijlade PRA 89 netsnoer Batterijen (AA‑cellen) Fabriekscertificaten Hilti-koffer 2.11 Indicatoren van de bedrijfsstatus Het apparaat heeft de volgende statusaanduidingen: LED auto-nivellering, LED laadaanduiding. 2.12 LED weergaven PRE 38 hellingslaser LED (groen) brandt continu LED (groen) knippert Hoekinstelling wordt uitgevoerd. De rotatiekop draait en de laserstraal is ingeschakeld. Hoekinstelling is geactiveerd. De rotatiekop draait niet en de laserstraal is uitgeschakeld. 2.13 LED weergaven PRA 88 batterijlade LED (rood) brandt continu PRA 87 accu-pack wordt opgeladen. LED (groen) brandt continu PRA 87 accu-pack volledig opgeladen. LED (groen) knippert PRA 87 accu-pack niet correct ingeschoven. LED (rood) knippert PRA 87 accu-pack accubescherming werkt en de laser is gebruiksklaar. 2.14 Normale weergave X Y Weergave van de hellingshoek van de X-as (in de hellingsmodus knipperen de cijfers) Weergave van de hellingshoek van de Y-as (in de hellingsmodus knipperen de cijfers) 2.15 Menuweergave Virtuele straaldiafragma's Rotatiesnelheid Gearceerde sectoren, laser wordt ingeschakeld. Niet gearceerde sectoren, laser wordt uitgeschakeld. 300 / 600 / 900 t/min Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9 Gevoeligheidsinstelling Geringe trillingen/sterke trillingen/handmatig Schokwaarschuwing Actief/inactief Alarmsignaal Actief/inactief 2.16 Weergaven Overdrachtsstatus Overgebracht/beëindigd/onvolledig Batterijstatus Laadtoestand >75% / 35%-75% / 10-35% / <10% Rotatiesnelheid 300 / 600 / 900 t/min Overdrachtskanaal Kanaal 1 tot 9 Nivelleerweergave Knippert tijdens nivellering 99 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 nl 3 Toebehoren Omschrijving Afkorting Diverse statieven PUA 20, PA 921, PUA 30 en PA 931/2 Telescooplatten PA 950/960, PA 951/961, PA 962 en PUA 50 Baak PRA 81 4 Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden! nl PRE 38 hellingslaser Reikwijdte ontvangst (gemiddeld) Nauwkeurigheid Met laserontvanger PRA 38: 2…800 m (6 tot 2624 ft) Rotatiesnelheid per 10 (±0,5 mm) horizontale afstand 0,5 mm (0.2" in 32.8 ft,+75 °F), temperatuur 24 °C, Klasse 3R, zichtbaar, 685 nm, <2,5 mW (EN 608253:2007 / IEC 60825 - 3:2007); class IIIa (CFR 21 § 1040 (FDA)) 300, 600, 900/min (instelbaar) Bereik van de zelfnivellering ±5° Laserklasse Energievoorziening 4,8V/ 9,0Ah Ni‑MH accu-pack Gebruiksduur accu-pack Temperatuur +20 °C (+68 °F): ≥ 80 h Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F) Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F) Veiligheidsklasse IP 66 (overeenkomstig IEC 60529) (niet in de modus "Laden tijdens gebruik") ⁵⁄₈" x 11 Schroefdraad van het statief Gewicht (inclusief accu-pack) 3,6 kg (7.9 lbs) Afmetingen (L x B x H) 174 mm x 218 mm x 253 mm (6.9" x 8.6" x 10.0") PRA 87 Ni‑MH accu-pack Nominale spanning (normale modus) 4,8 V Maximale spanning (in gebruik of bij het opladen tijdens het gebruik) Nominale stroom 12,0 V 9.000 mAh Laadtijd 7 h bij 24°C (74°F) Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-20 °C tot +50 °C (-4 °F tot 122 °F)) Opslagtemperatuur (droog) -30…+60 °C (-30 °C tot +60 °C (-22 °F tot 140 °F)) Laadtemperatuur (ook bij het laden tijdens gebruik) +10…+40 °C (50° tot +104°F) Gewicht (incl. batterijlade) 0,89 kg (1.97 lbs) Afmetingen (L x B x H) 152 mm X 93 mm X 37 mm (5.9" x 3.7" x 1.4") PRA 89 netsnoer Netstroomvoeding 100…240 V Netfrequentie 50…60 Hz Nominaal vermogen 36 W Nominale spanning 12 V Bedrijfstemperatuur +10…+40 °C (50°F tot +104°F) 100 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 Opslagtemperatuur (droog) -10…+60 °C (14°F tot 140°F) Gewicht 0,19 kg (0.42 lbs) Afmetingen (L x B x H) 87 mm X 39 mm X 27 mm (3.4" x 1.5" x 1.1") PRA 380 afstandsbediening Operationeel bereik (straal) Max. 150 m (492 ft) Energievoorziening 2x1,5V (AA) LR03 alkalimangaan batterijen Levensduur batterij (alkalimangaan) Temperatuur +20 °C (68 °F): min. 3 maanden Bedrijfstemperatuur -20…+50 °C (-4 °F tot 122 °F) Opslagtemperatuur -30…+60 °C (-22 °F tot 140 °F) Veiligheidsklasse Gewicht (inclusief batterijen) IP 56 overeenkomstig IEC 60529 0,25 kg (0.50 lbs) Afmetingen (L x B x H) 157 mm x 64 mm x 37 mm (6.8" x 2.5" x 1.4") nl 5 Veiligheidsinstructies 5.1 Essentiële veiligheidsnotities Naast de technische veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moeten de volgende bepalingen altijd strikt worden opgevolgd. 5.2 Algemene veiligheidsmaatregelen Maak geen veiligheidsinrichtingen onklaar en verwijder geen instructie- en waarschuwingsopschriften. b) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen met laserapparaten. c) Wanneer het apparaat op een ondeskundige manier wordt geopend kan er laserstraling ontstaan die sterker is dan klasse 2 resp. 3. Laat het apparaat door een Hilti-servicestation repareren. d) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet in een omgeving waar brand- of explosiegevaar bestaat. e) (Aanwijzing volgens FCC §15.21): Veranderingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Hilti toegestaan zijn, kunnen het recht van de gebruiker beperken om het apparaat in bedrijf te nemen. a) 5.3 Correcte inrichting van de werkomgeving Zet het gebied waar u metingen verricht af en let er bij het opstellen van het apparaat op dat de straal niet op andere personen of op uzelf wordt gericht. b) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en altijd in evenwicht bent. c) Metingen door of op ruiten of andere objecten kunnen het meetresultaat vertekenen. d) Let er op dat het apparaat op een effen, stabiel oppervlak wordt geplaatst (zonder trillingen!). e) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefinieerde grenzen. a) Bij het "laden tijdens het gebruik" het voedingsapparaat veilig plaatsen, bijvoorbeeld op een statief. g) Gebruik apparaat, accessoires, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van apparaten voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. h) Het werken met meetlatten in de buurt van hoogspanningsleidingen is niet toegestaan. f) 5.3.1 Elektromagnetische compatibiliteit Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge eisen van de betreffende voorschriften, kan Hilti de mogelijkheid niet uitsluiten dat het apparaat door sterke straling wordt gestoord, hetgeen tot een foute bewerking kan leiden. In dit geval of wanneer u niet zeker bent, dienen controlemetingen te worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet uitsluiten dat andere apparaten (bijv. navigatietoestellen van vliegtuigen) gestoord worden. 5.3.2 Laserclassificatie voor apparaten van de laserklasse/ class III a) Afhankelijk van de variant voldoet het apparaat aan de laserklasse 3 overeenkomstig IEC 825‑1:2003 / EN60825-1:2003 en Class IIIa overeenkomstig CFR 21 § 1040 (FDA). Niet in de straal kijken en de straal niet op personen richten. b) Apparaten van laserklasse 3R en klasse IIIa dienen alleen door geschoolde personen te worden gebruikt. c) De toepassingsgebieden dienen middels opschriften met waarschuwingen tegen laserstraling aangegeven te worden. d) Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte te lopen. 101 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 e) Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden om te voorkomen dat een laserstraal ongewild op een vlak terechtkomt dat als een spiegel reflecteert. f) Er dienen maatregelen te worden genomen waarmee wordt voorkomen dat personen direct in de straal kijken. g) De loop van de laserstraal mag niet over onbewaakt gebied gaan. h) Ongebruikte laserapparaten dienen te worden opgeslagen op een plaats waar onbevoegden geen toegang toe hebben. 5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen a) nl b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l) m) n) Controleer het apparaat alvorens het te gebruiken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging repareren in een Hilti-servicestation. Na een val of andere mechanische invloeden dient u de precisie van het apparaat te controleren. Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in een warme omgeving wordt gebracht, of omgekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op temperatuur te laten komen. Zorg er bij het gebruik van adapters voor dat het apparaat stevig vastgeschroefd is. Om foutieve metingen te voorkomen, moet het uitgangsvenster van de laser schoon worden gehouden. Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar gebruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals andere optische en elektrische apparaten (bijv. veldkijkers, brillen, fotoapparaten), zorgvuldig te worden behandeld. Hoewel het apparaat beschermd is tegen het binnendringen van vocht, dient u het droog te maken alvorens het in de transportcontainer te plaatsen. Controleer het apparaat voor belangrijke metingen. Controleer tijdens het gebruik meerdere malen de precisie. Gebruik het netsnoer alleen voor het elektriciteitsnet. Zorg ervoor dat het apparaat en het netsnoer geen obstakel vormen dat ertoe kan leiden dat mensen vallen en letsel oplopen. Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied. Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang deze in geval van beschadiging. Wordt het 102 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 netsnoer of het verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. o) Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe randen. p) Gebruik het netsnoer nooit in vuile of natte toestand. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het netsnoer hecht, met name van geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden. Laat daarom verontreinigde apparaten, met name wanneer er vaak geleidend materiaal wordt bewerkt, regelmatig controleren door de Hilti-service. q) Raak de contacten niet aan. 5.4.1 Gebruik en onderhoud van accugereedschappen Voordat u de accu aanbrengt dient u ervoor te zorgen dat het apparaat uitgeschakeld is. Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde Hilti accu's. b) Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar. c) De accu's mogen niet uit elkaar genomen, ineengedrukt, tot boven de 75 °C worden verhit of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur, verbranding door bijtend zuur en explosie. d) Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen vocht kan kortsluiting en chemische reacties veroorzaken en brandwonden of brand tot gevolg hebben. e) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde accu's. Bij het gebruik van andere accu's of het gebruik van accu's voor andere doeleinden is er kans op brand en bestaat er explosiegevaar. f) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport, de opslag en het gebruik van Li-ion-accu's in acht. g) Voorkom kortsluiting van de accu. Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaatsen of de contacten van de accu en het apparaat vrij zijn. Worden de contacten van een accu kortgesloten, dan bestaat het risico van vuur, verbranding door bijtend zuur en explosie. h) Beschadigde accu's (bijvoorbeeld accu's met scheuren, gebroken onderdelen, verbogen, ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen niet geladen en ook niet meer worden gebruikt. i) Gebruik voor het gebruik van het apparaat en het opladen van het accu-pack alleen het netsnoer PRA 89. Anders bestaat het gevaar het apparaat te beschadigen. a) 6 Inbedrijfneming AANWIJZING Het apparaat mag alleen met het Hilti PRA 87 accupack worden gebruikt dat overeenkomstig IEC 60285 wordt gefabriceerd, of met 4 alkalimangaan D-cellen. De batterijlade PRA 88 moet volgens de voorschriften worden gebruikt. 6.1 LED indicaties Zie hoofdstuk 2 Beschrijving 6.2 Zorgvuldige omgang met het accu-pack Sla het accu-pack zo koel en droog mogelijk op. Bewaar het accu-pack nooit in de zon, op een verwarming of achter een raam. Wanneer de levensduur verstreken is, dienen de accu-packs op een milieuvriendelijke en veilige wijze te worden afgevoerd. 6.3 Het accu-pack laden 6.5 Accu-pack verwijderen 1. 2. 6.6 Opties voor het opladen van het accu-pack GEVAAR Het netsnoer PRA 89 mag alleen binnenshuis worden gebruikt. Voorkom dat er vocht binnendringt. 6.6.1 Opladen van het accu-pack in het apparaat 7 AANWIJZING Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperaturen (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden. 1. 2. 3. GEVAAR Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld. 6.3.1 De eerste lading van een nieuw accu-pack Laad de accu-packs voor het eerste gebruik volledig op. AANWIJZING Zorg er daarbij voor dat het op te laden systeem veilig is geplaatst. 6.3.2 De lading van een gebruikt accu-pack Zorg ervoor dat de buitenvlakken van het accu-pack schoon en droog zijn, voordat u het accu-pack in het betreffende apparaat plaatst. Ni‑MH accu-packs zijn altijd gebruiksklaar, ook wanneer ze ten dele zijn opgeladen. De laadprocedure wordt u bij het laden op het apparaat via de LED's weergegeven. 6.4 Accu-pack aanbrengen 5 6 GEVAAR Gebruik uitsluitend de daarvoor bestemde Hilti accu's netvoedingen, die onder "Toebehoren" zijn vermeld. ATTENTIE Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaatsen of de contacten van de accu en de contacten in het apparaat schoon zijn. 1. 2. Schuif het accu-pack in het apparaat. Draai de vergrendeling twee kartels rechtsom, tot het vergrendelingssymbool verschijnt. Draai de vergrendeling twee kartels linksom, tot het ontgrendelingssymbool verschijnt. Trek het accu-pack uit het apparaat. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaansluiting van het accu-pack zichtbaar wordt. Sluit de stekker van het voedingsapparaat of het auto‑laadsnoer aan op het accu-pack. Tijdens het laden wordt de laadtoestand weergegeven door de accu-pack aanduiding op het apparaat (het apparaat moet ingeschakeld zijn). 6.6.2 Opladen van het accu-pack buiten het apparaat 8 AANWIJZING Let erop dat bij het laden de aanbevolen laadtemperaturen (10 tot 40 °C/ 50 tot 104 °F) worden aangehouden. 1. 2. Trek het accu-pack uit het apparaat en sluit de stekker van het voedingsapparaat of het autolaadsnoer aan. Tijdens het opladen brandt de rode LED op het accu-pack. 6.6.3 Opladen van het accu-pack tijdens het gebruik ATTENTIE Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen vocht kan kortsluiting en chemische reacties veroorzaken en brandwonden of brand tot gevolg hebben. 1. 2. 3. 4. Verwijder de kunststof afdekking, zodat de laadaansluiting van het accu-pack zichtbaar wordt. Steek de stekker van het voedingsapparaat in het accu-pack. Het apparaat werkt tijdens het opladen. De laadtoestand wordt tijdens het laden in het apparaat via de LED's op het apparaat weergegeven. 6.7 Bij gebruik van alkalibatterijen 9 10 GEVAAR Geen oude en nieuwe batterijen samen in het apparaat aanbrengen. 103 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 nl GEVAAR Gebruik alleen batterijen van dezelfde fabrikant en hetzelfde type als aanwezig in het apparaat. 6.7.1 Aanbrengen van de D-cellen batterijen 1. 2. Verwijder accu-pack PRA 87 uit de batterijlade, voorzover aangebracht. Breng de 4 alkalimangaan D-cellen in de batterijlade aan. 3. Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai de vergrendeling naar 'LOCK'. 6.7.2 Vervangen van de D-cel batterijen 1. 2. 3. Draai de vergrendeling van de batterijlade naar "OPEN" en verwijder deze van het apparaat. Verwijder de oude batterijen en breng de nieuwe batterijen aan. Let op de juiste polariteit (+ met +) en (- met -). Breng de batterijlade in de hellingslaser aan en draai de vergrendeling naar 'LOCK'. 7 Bediening nl 7.1 Apparaat inschakelen Druk op de aan/uit-toets. AANWIJZING Na inschakeling van het apparaat start de automatische nivellering (autonivelleringsindicatie knippert). Zodra het nivelleringsproces afgesloten is, begint de rotatiekop te draaien en wordt de laserstraal ingeschakeld (autonivelleringsindicatie is aan). 7.2 Algemene bediening AANWIJZING Bij gebruik van de PRA 380 afstandsbediening het apparaat eerst inschakelen en dan pas de afstandsbediening. AANWIJZING De behuizing van het apparaat moet onder een hoek van ±5° horizontaal worden neergezet, zodat de automatische nivellering correct werkt. GEVAAR Als het apparaat is uitgeschakeld, nooit proberen dit met behulp van de diopter uit te richten. 1. 2. 3. 4. Het apparaat voor het gebruik op een geschikte plaats neerzetten, bijv. op een statief. Het apparaat met behulp van de diopter in de richting van de gewenste hellingshoek uitrichten en inschakelen. Nu wordt de hellingshoek op de X- en Y-as ingesteld. Tijdens het instellen van het apparaat knippert een groene LED. De laser schakelt in en begint te roteren, zodra het apparaat correct is ingesteld. De groene LED brandt constant. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in. De laserhoogte bij gebruik van de laserontvanger controleren tot een ononderbroken geluidssignaal hoorbaar is en er een duidelijke horizontale markering op het display verschijnt. 7.3 Werken met de laserontvanger De PRA 38 laserontvanger kan voor afstanden (stralen) tot 200 m (650 ft) worden gebruikt. De aanduiding van de laserstraal vindt optisch en akoestisch plaats. 104 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 7.3.1 Werken met de laserontvanger als los apparaat 1. 2. Druk op de aan/uit-toets. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het vlak van de roterende laserstraal. De laserstraal wordt door een optisch en een akoestisch signaal aangeduid. 7.3.2 Werken met de laserontvanger in de PRA 80 ontvangerhouder 11 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Open de sluiting van de PRA 80. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de ontvangerhouder PRA 80. Sluit de sluiting van de PRA 80. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in. Open de draaigreep. Bevestig de ontvangerhouder PRA 80 correct aan de telescoopstang of nivelleerstang door de draaigreep te sluiten. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het vlak van de roterende laserstraal. De laserstraal wordt door een optisch en een akoestisch signaal aangeduid. 7.3.3 Werken met de baak PRA 81 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. Open de sluiting van de PRA 81. Plaats de laserontvanger PRA 38 in de baak PRA 81. Sluit de sluiting van de PRA 81. Schakel de laserontvanger met de aan/uit-toets in. Houd de PRA 38 met het kijkvenster direct in het vlak van de roterende laserstraal. De laserstraal wordt door een optisch en een akoestisch signaal aangeduid. Meet de gewenste afstand met behulp van het meetlint. 7.3.4 Menu-opties Druk bij het inschakelen de aan/uit‑toets twee seconden in. De menuweergave verschijnt op het display. Gebruik de eenhedentoets om tussen metrische en Anglo-Amerikaanse eenheden te wisselen. Gebruik de volumetoets om de hogere frequentie voor het bovenste of onderste ontvangerbereik in te stellen. Schakel de PRA 38 uit om de instellingen op te slaan. 7.3.5 Bandbreedte voor nauwkeurigheid instellen Met de nauwkeurigheidstoets van de PRA 38 kan uit 3 verschillende bandbreedten voor de nauwkeurigheid worden gekozen: Fijn: ±0,5 mm (±0.02"); Standaard: ±1,0 mm (±0.04"); Grof: ±1,5 mm (±0.06"). 7.3.6 Volume van het akoestische signaal instellen 3. 4. 5. 6. 7. Bij het inschakelen van de ontvanger is het volume op "normaal" ingesteld. Door de toets "akoestisch signaal" in te drukken kan het volume van "normaal" naar "luid", en door nog een keer drukken op "uit" en door nog een keer drukken op "zacht" omgeschakeld worden. 7.4 Het apparaat in de kantelrichting uitlijnen Wanneer u de laser met een vastgelegde helling gebruikt, dient hij correct te zijn opgesteld, zodat de laserstraal parallel loopt met de gewenste hellingsrichting. AANWIJZING De collimator op het instrument is gekalibreerd op de hellingsas van de laserstraal. Volg de volgende aanwijzingen op om de laser op de gewenste hellingsrichting in te stellen: 1. 2. 3. 4. 5. Markeer een doellijn die parallel loopt met de gewenste hellingsrichting. Stel de laser op deze lijn op. Gebruik hiervoor een peillood: laat het peillood van de bevestigingsschroef van het statief naar beneden hangen. Stel het instrument ongeveer op de hellingsrichting in. Verzeker u ervan dat het voor de positieve of negatieve hellingsinvoer op de juiste wijze is opgesteld. Plaats een afsteekpaal of ander doelwit aan het andere uiteinde van de richtlijn. Viseer met behulp van de collimator en stel het instrument in, tot de collimator met het doel overeenstemt. 7.5 Invoer van de hellingswaarden Het apparaat kan worden gebruikt voor horizontale en verticale referentievlakken, door het instellen van de gewenste hellingshoeken voor beide assen X/Y. 7.5.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. Druk op de aan/uit-toets. Het apparaat begint met de automatische nivellering. De X/Y-toets indrukken om het invoeren van de hellingshoek te activeren. Een pijl op de rechterzijde geeft de actieve as aan, daarbij knippert +/-. Door het meerdere keren indrukken van de X/Ytoets wisselt de activering van de as tussen de Xen Y-as heen en weer. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om tussen het positieve (+) en negatieve (-) hellingsbereik te wisselen. Druk de pijltoetsen rechts en links in om de invoercursor naar de betreffende plaats te bewegen. Nu kan de waarde worden gewijzigd. Druk de pijltoetsen omhoog en omlaag in om het weergegeven aantal te vergroten of verkleinen. Voer de andere waarden op dezelfde manier in. Bevestig en beëindig de invoer door het indrukken van de OK-toets. AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedurende deze tijd niet aanraken om de nauwkeurigheid niet te beïnvloeden. AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om de hoekinstelling voor de actieve as direct op 0.000% in te stellen. 7.5.2 Invoer met de afstandsbediening 1. 2. Volg de stappen 1-7 van hoofdstuk 7.5.1 'Invoer met het toetsenbord' Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. AANWIJZING Na het invoeren van de hellingshoek duurt het circa 2 minuten totdat de hellingshoek is ingesteld en de laser roteert. Het apparaat gedurende deze tijd niet aanraken om de nauwkeurigheid niet te beïnvloeden. AANWIJZING De X/Y-toets ingedrukt houden om de hoekinstelling voor de actieve as direct op 0.000% in te stellen. 7.6 In-/uitschakelen van de virtuele straaldiafragma's 13 U kunt de laserstraal van de PRE 38 aan één of meerdere kanten van het instrument uitschakelen. Deze functie is nuttig wanneer u op een bouwplaats meerdere lasers gebruikt en de ontvangst van meer dan één laser wilt voorkomen. Het straalvlak is onderverdeeld in vier kwadranten. Deze worden weergegeven op de straaldiafragmaindicatie en kunnen in de betreffende richting op de volgende manier worden vastgelegd. 7.6.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. 3. Activeer de weergave met de menu-toets. Navigeer met de pijltoetsen naar het symbool voor laserafschaduwing (scherm linksboven op het display) en bevestig de invoer met OK. Selecteer met de pijltoetsen de sector waarin het straaldiafragma moet worden geactiveerd. Druk dezelfde pijltoetsen in om tussen sector aan en sector uit te wisselen. Het straaldiafragma is niet geactiveerd als het betreffende sectorsymbool donker gearceerd is. 105 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 nl 4. Sla de instellingen op met de OK-toets. 2. 7.6.2 Invoer met de afstandsbediening 14 1. 2. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.6.1 'Invoer met het toetsenbord'. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. AANWIJZING Met de stappen 2 en 3 kunnen met behulp van de X/Y-toets alle sectoren 45° worden verdraaid. 7.7 De rotatiesnelheid instellen 15 nl Met de toets voor de rotatatiesnelheid, de pijltoetsen en de OK-toets is het mogelijk de rotatiesnelheid te veranderen. 7.7.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. 3. 4. Activeer het menu met de menu-toets. Navigeer met de pijltoetsen naar het RPM-symbool en bevestig met de OK-toets. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende rotatiesnelheid. Sla de ingestelde rotatiesnelheid op met de OKtoets. 7.7.2 Invoer met de afstandsbediening 1. 2. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.7.1 'Invoer met het toetsenbord' Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. 7.8 Overdrachtskanaal instellen 16 Met dezelfde afstandsbediening kunnen meerdere PRE 38 worden bediend. Hierbij zijn 9 kanalen beschikbaar voor de afstandsbediening van de apparaten. Om de afstandsbediening op een apparaat in te stellen, hetzelfde overdrachtskanaal op het apparaat en op de afstandsbediening instellen. 7.8.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. 3. 4. Activeer het menu met de menu-toets. Navigeer met de pijltoetsen naar het CH-symbool en bevestig met de OK-toets. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende overdrachtskanaal. Sla het geselecteerde overdrachtskanaal op met de OK-toets. 7.8.2 Invoer met de afstandsbediening 1. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.8.1 'Invoer met het toetsenbord' 106 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. AANWIJZING Met de afstandsbediening kan alleen het kanaal op de afstandsbediening worden gewijzigd. Het betreffende kanaal van PRE 38 wordt met de afstandsbediening d.m.v. een zoekfunctie op de afstandsbediening ingesteld. De zoekfunctie wordt via het CH-symbool geactiveerd en zoekt het kanaal van de PRE 38 in de actieve modus of "Stand-by" modus. Op de betreffende plaats wordt in plaats van een kanaalnummer een oog weergegeven. Na afloop van het zoeken worden alle gevonden kanalen weergegeven. Met de pijltoetsen wordt het betreffende kanaal geselecteerd en met de OK-toets overgenomen. 7.9 Gevoeligheid bij automatisch nivelleringsproces instellen 17 Dankzij verschillende gevoeligheidsniveaus (geringe trillingen, sterke trillingen, handmatige modus) kan de gebruiker het apparaat aan constante omgevingstrillingen aanpassen. Bij sterke trillingen moet de instelling voor sterke trillingen worden gebruikt, om het voortdurend automatisch nivelleren en het daarmee gepaard gaand stoppen met roteren te vermijden. 7.9.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. 3. 4. Activeer het menu met de menu-toets. Navigeer met de pijltoetsen naar het vlaggensymbool en bevestig met de OK-toets. Selecteer met de pijltoetsen het betreffende gevoeligheidsbereik (geringe trillingen, sterke trillingen, handmatige modus). Sla de ingestelde gevoeligheid op met de OK-toets. 7.9.2 Invoer met de afstandsbediening 1. 2. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.9.1 'Invoer met het toetsenbord'. Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. AANWIJZING De handmatige modus zorgt voor het uitschakelen van de automatische nivelleringsfunctie (de hoekinstelling wordt niet meer bewaakt en kan niet meer worden gegarandeerd. De X/Y-toets is gedeactiveerd). 7.10 Schokgevoeligheid en alarmsignaal tijdens roteren 18 Na het inschakelen is het apparaat automatisch zo ingesteld, dat het automatisch nivelleert en het hoogste nauwkeurigheidsniveau gebruikt. Het apparaat reageert in dit geval gevoelig op schokken, d.w.z. als het apparaat beweegt of per ongeluk in zijn werking wordt gestoord, roteert de laser langzaam als het alarmsignaal is geactiveerd. Als het alarmsignaal uitgeschakeld is, stopt de laser en knippert het symbool voor schokgevoeligheid. Schakel het apparaat in dat geval uit en weer in. Het apparaat wordt opnieuw genivelleerd en begint te roteren. 7.10.1 Uitschakelen van de schokgevoeligheid Als de schokgevoeligheid is uitgeschakeld wordt de rotatie niet meer onderbroken, ook niet als het apparaat wordt bewogen of per ongeluk wordt gestoord. 7.10.1.1 Invoer met het toetsenbord 1. 2. 3. 4. Activeer het menu met de menu-toets. Selecteer met de pijltoetsen het schokgevoeligheidssymbool en bevestig met de OK-toets. Selecteer met de pijltoetsen de betreffende instelling (schok activeren/deactiveren). Bevestig de instelling met de OK-toets. 7.10.1.2 Invoer met de afstandsbediening 1. 2. Volg de stappen 1-4 van hoofdstuk 7.10.1.1 'Invoer met het toetsenbord' Druk ter afsluiting van de overdracht bovendien de OK-toets in. Druk, als het NG symbool (overdracht onvolledig) verschijnt, de OK-toets opnieuw in tot het OK symbool (overdracht volledig) verschijnt. nl 8 Verzorging en onderhoud 8.1 Reinigen en drogen 1. 2. 3. 4. Blaas het stof van het glas. Laseruitgangsopeningen en filters niet met uw vingers aanraken. Reinig het apparaat alleen met een schone en zachte doek; bevochtig het zo nodig met zuivere alcohol of wat water. AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten. Bij de opslag van uw uitrusting dient u zich te houden aan de temperatuurlimieten. Dit is met name van belang in de winter / zomer, wanneer u de uitrusting in een voertuig bewaart (‑25 °C tot +60 °C). 8.2 Opslaan Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uitgepakt. Apparaten, transportcontainers en toebehoren moeten worden gedroogd (bij maximaal 40 °C / 104 °F) en gereinigd. De uitrusting mag pas weer worden ingepakt als deze volledig droog is. Voer wanneer uw uitrusting gedurende langere tijd is opgeslagen of op transport is geweest een controlemeting uit. 8.3 Transporteren Gebruik voor het transport of de verzending van uw uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een gelijkwaardige verpakking. ATTENTIE Het apparaat altijd zonder batterijen/accu-pack versturen. 8.4 Hilti Kalibratieservice Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controleren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid overeenkomstig de normen en wettelijke eisen te kunnen garanderen. De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw beschikking; het wordt echter aanbevolen om de Kalibratie minstens eenmaal per jaar uit te voeren. In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op de dag van keuring overeenkomen met de technische gegevens van de handleiding. Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de gebruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgegevens werkt. Bedrijven die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn, hebben altijd een kalibreercertificaat nodig. Uw dichtstbijzijnde Hilti-vestiging geeft u graag meer informatie. 8.5 Nauwkeurigheid controleren Om aan de technische specificaties te kunnen blijven voldoen, moet het apparaat regelmatig (minstens voor ieder groter/kritisch project) worden gecontroleerd! 8.6 Horizontale fout 8.6.1 Horizontale fout controleren 19 1. 2. 3. 4. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief dat circa 50 m (164 ft) van een muur is verwijderd. Richt de statiefkop met behulp van een waterpas horizontaal uit. Richt de laser met één zijde naar de wand uit en fixeer het apparaat op het statief. Schakel het apparaat in en houd tegelijkertijd de X/Y-toets ingedrukt. De knipperende as, X of Y, is de te controleren as. AANWIJZING De te controleren as kan worden gewijzigd door het indrukken van de pijltoetsen. Bevestig de instelling vervolgens met de ENT-toets. Op het display verschijnt knipperend "POSITION 1" en tegelijkertijd wordt het apparaat genivelleerd. Na de automatische nivellering wordt de laser ingeschakeld en begint de kop te roteren. 107 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 5. 6. 7. 8. nl Controleer de laserstraal met de laserontvanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer de hoogte op de wand. Druk de ENT-toets in. Op het display verschijnt knipperend "POSITION 2". Draai de bevestigingsbout van het statief los en draai het apparaat 180° en schroef het weer vast. Wacht vervolgens eventjes tot het apparaat zich weer heeft genivelleerd. Hierna verschijnen er twee pijltoetsen, de laser is ingeschakeld en de laserkop draait. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer de hoogte. Als het hoogteverschil tussen de beide markeringen minder dan 5 mm bedraagt, is geen correctie noodzakelijk. Schakel het apparaat uit en gebruik het op de normale manier. Als een correctie noodzakelijk is wordt de procedure in hoofdstuk 8.5.2 'Horizontale fout afstellen' beschreven. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 8.6.2 Horizontale fout afstellen 20 AANWIJZING Controleer vóór het afstellen of een afstelling noodzakelijk is, zie hoofdstuk 8.6.1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Stel de laserstraal op het midden van beide markeringen in. Gebruik hiervoor de pijltoetsen 'omhoog' en 'omlaag'. Bevestig de instelling van het midden met de ENTtoets. Vervolgens knippert op het display 'CALCULATING', terwijl het apparaat interne kalibratie-instellingen berekent. Raak het apparaat tijdens de berekening niet aan tot op het display 'END' wordt weergegeven. Druk de 'ENT' toets in als 'END' op het display verschijnt. Vervolgens verschijnt de asselectie op het display. Om de andere as te controleren doorgaan met 'Horizontale fout controleren', hoofdstuk 8.6.1. Schakel het apparaat uit na het beëindigen van de instelling. De controle herhalen, om er zeker van te zijn dat alle instellingen correct zijn. AANWIJZING Het display toont 'CALCULATION OVER ERR' als de te corrigeren waarden buiten het waardebereik liggen. 8.7 Conusfout 8.7.1 Conusfout controleren 21 AANWIJZING Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout al is afgesteld. 1. Plaats de hellingslaser PRE 38 op een statief tussen twee muren op een afstand van circa 50 m (164 ft) van elkaar verwijderd. 108 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 Richt de statiefkop met behulp van een waterpas horizontaal uit. Bevestig het apparaat op het statief, zodat de X- of Y-as t.o.v. de wand is uitgericht. Controleer de laserstraal met de laserontvanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer de hoogte op de beide wanden. Schakel het apparaat uit en plaats het dichter bij de wand (1-2 m / 3-6 ft). Behoud hierbij de uitrichting van het apparaat. Schakel het apparaat weer in. Controleer opnieuw de laserstraal met de laserontvanger in de hoogste nauwkeurigheidsinstelling en markeer de hoogte op de beide wanden. Meet met het meetlint het verticale verschil tussen de beide markeringen op elke wand. Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden kleiner dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout binnen de specificaties. Er is geen afstelling nodig. Als het verschil tussen de beide gemeten afstanden groter dan ±5 mm (±7/32 in) is, ligt de fout buiten de specificaties. Er is een afstelling nodig. Wendt u zich tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre. 8.8 Hellingsfout AANWIJZING Gebruik in verband met de noodzakelijke nauwkeurigheid een millimeterschaal. AANWIJZING Voer deze controle alleen uit als de horizontale fout is gecontroleerd resp. afgesteld en de controle van de conusfout binnen de specificatie ligt. 8.8.1 Hellingsfout controleren 22 AANWIJZING Vanwege de eisen die aan de precisie van deze controle worden gesteld dient u gebruik te maken van een staaf met een millimeterschaalverdeling. 1. 2. 3. 4. Sla twee nagels precies 30 m (98 ft) van elkaar in de grond. Markeer de nagels als "nagel 1" en "nagel 2". Plaats het instrument op een statief op een afstand van 1 tot 2 meter voor nagel 1 in lijn boven nagel 1 en 2. Plaats het instrument zo dat de X‑as precies met de lijn boven nagel 1 en nagel 2 overeenstemt. Schakel het instrument in. Ga na of de hellinginstelling op 0,000% staat. Schakel de laserontvanger PRA 38 in, kies de instelling fijn. Lees de hoogte in millimeters van de laserstraal bij nagel 1 en nagel 2 van de staaf af en noteer de hoogte voor nagel 1 als "h1" en die voor nagel 2 als "h2". Stel de helling van de X-as in op 1,000%. Lees opnieuw de hoogte van de laserstraal in millimeters voor nagel 1 en nagel 2 af en noteer deze hoogten als "h3" (voor nagel 1) en "h4" (voor nagel 2). 5. Gebruik de hoogteaflezingen h1, h2, h3 en h4 in de volgende formule. De afstand tussen nagel 1 en nagel 2 (30 m/98 ft) is in de formule omgezet in 30.000 millimeter (1181 in). 6. (h2 - h4) - (h1 - h3) x 100 x(%) = ------------------------------30000 (mm) Stel het apparaat met de Y-as direct op de verbindingslijn van nagel 1 en 2 in en herhaal de stappen 1 tot 5 in hoofdstuk 8.8.1. Als het bereikte resultaat zich voor beide assen binnen 0.990% - 1.010% bevindt, ligt de nauwkeurigheid binnen de specificatie. Als het bereikte resultaat zich voor beide assen buiten 0.990% - 1.010% bevindt, wendt u zich dan tot het dichtstbijzijnde Hilti Centre. 9 Foutopsporing nl Fout Mogelijke oorzaak Oplossing PRE 38 Battery Low Batterijen van de hellingslaser zijn leeg. Lege batterijen verwijderen en door nieuwe vervangen. PRA 380 Battery Low Batterijen van de afstandsbediening zijn leeg. Lege batterijen verwijderen en door nieuwe vervangen. Apparaat aangestoten Het apparaat is aan een schok blootgesteld. Het apparaat uitschakelen en weer inschakelen, om de automatische nivellering te activeren. Apparaat scheef opgesteld Apparaat scheef geplaatst – buiten het bereik voor zelfnivellering. Positioneer het apparaat opnieuw, zodat het weer t.o.v. het weergegeven symbool kan worden uitgericht. Calibration Over ERR Het resultaat van de apparaatcontrole ligt buiten de specificatie. Rotatiekop draait niet. Schakel het apparaat uit en weer in om het opnieuw te starten. Schakel het apparaat uit en weer in. E-60's Interne geheugenfout van de afstandsbediening. Encoder systeemfout Schakel de afstandsbediening uit en weer in. Schakel het apparaat uit en weer in. E-80's Nivellering niet afgesloten. Schakel het apparaat uit en weer in. E-99 Interne geheugenfout Schakel het apparaat uit en weer in. LCD lampje knippert Geen weergave Schakel het apparaat uit en weer in. E-05 E-51 10 Afval voor hergebruik recyclen WAARSCHUWING Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden: bij het verbranden van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen worden. Batterijen kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwonden (door brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken. Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de kans dat onbevoegde personen de uitrusting op ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunnen zij zichzelf en derden ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen. 109 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikte elektrische apparaten en accu's gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. Voer de batterijen af volgens de nationale voorschriften. Help het milieu te beschermen. nl 11 Fabrieksgarantie op apparatuur Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 12 FCC-aanwijzing (van toepassing in de USA) / IC-aanwijzing (van toepassing in Canada) ATTENTIE In testen voldeed dit apparaat aan de grenswaarden die in sectie 15 van de FCC-voorschriften voor digitale apparaten van klasse B zijn vastgelegd. Deze grenswaarden voorzien in een toereikende bescherming tegen storende straling bij de installatie in woongebieden. Dit soort apparaten genereert en gebruikt hoge frequenties en kan deze frequenties ook uitstralen. Daardoor kunt u, wanneer u bij de installatie en het gebruik niet volgens de voorschriften te werk gaat, storingen van de radio-ontvangst veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd dat zich bij bepaalde installaties geen storingen kunnen voordoen. In het geval dat dit apparaat storingen bij de radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastge- 110 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02 steld door het uit- en vervolgens weer in te schakelen, is de gebruiker verplicht de storingen door middel van de volgende maatregelen op te heffen: Richt de ontvangstantenne opnieuw uit of verplaats deze. Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger. Vraag uw leverancier of een ervaren radio- of televisietechnicus om hulp. AANWIJZING Wanneer veranderingen of wijzigingen niet uitdrukkelijk door Hilti zijn goedgekeurd, kan het recht van de gebruiker om het apparaat in gebruik te nemen worden beperkt. 13 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Type: Hellingslaser PRE 38 Generatie: 01 Bouwjaar: 2010 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2006/66/EG, EN ISO 12100, 1999/5/EG, EN 301 489‑1 V1.8.1, EN 301 489‑3 V1.4.1, EN 300 440‑1 V1.5.1, EN 300 440‑2 V1.3.1. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 06/2015 Edward Przybylowicz Head of BU Measuring Systems BU Measuring Systems 06/2015 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland nl 111 Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5070345 / 000 / 02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241

Hilti PRE 38 Handleiding

Type
Handleiding